DECEMBER 2o18
4 Hardlopen voor cadeaubonnen
8
9
Waterdieren zoeken rond de Rotte
11
Loek (12) schermt
Zelf een verhaal schrijven
Sacha, Jente, Gijs en Myrthe.
HILLEGERSBERG – Gebruik jij sociale media?
Zo ja, hoe ga je daarmee om? Van 16 tot en met 23 november was het de Week van de Mediawijsheid. De leerlingen van groep 8a van de Emmaschool praatten tijdens die week over internet en sociale media. Tekst: Suzanne Huig
‘Internet is rond 1982 uitgevonden. In 1988 werd Nederland aangesloten op het internet. Het is sindsdien steeds belangrijker geworden. We maken bijvoorbeeld online toetsen en huiswerk’, vertelt Sacha (12).
Zonder internet
‘Kun je zonder internet?’, vraagt juf Tyske aan de klas. ‘Ik denk dat ik niet zonder internet kan. Ik kijk iedere dag op sociale media wat mijn vrienden doen. Ik heb het idee dat ik niet op de hoogte ben van wat er gebeurt zonder
internet’, zegt Niki (11). ‘Het lijkt mij leuk om zonder internet en smartphones te leven. Ik denk dat ik mijn vrienden dan vaker zou zien’, zegt Gijs (13).
Iedere dag online
Felix (11): ‘Ik ben iedere dag ongeveer 4,5 uur online. Ik speel online spelletjes, kijk filmpjes en praat met vrienden.’ ‘Ik vind het niet leuk dat de meeste kinderen heel de middag op internet zitten. Ik vind het leuker om mensen in het echt te zien en te spreken. Je kunt dan emoties delen. Je kunt bijvoorbeeld samen lachen’, zegt Myrthe (11). Chris (11): ‘Ik mag van mijn ouders niet langer dan één uur per dag op internet. Zij vinden het belangrijk dat ik buiten speel. Ik ben het met mijn ouders eens. Ik word lui van heel de dag naar een scherm kijken.’
Foto: Johannes Odé
Laten zien wie je bent
‘Ik vind het belangrijk om goed na te denken over wat ik op sociale media plaats. Ik deel alleen leuke dingen, waar ik trots op ben’, zegt Jente (11). Meike (11): ‘Ik vind dat mensen niet alleen leuke dingen moeten laten zien. Iedereen maakt dingen mee die minder leuk zijn. Die dingen moet je ook laten zien online. Ik vind dat je je niet anders moet voordoen dan dat je bent.’
Online veiligheid
Gijs: ‘Ik plaats nooit foto’s of filmpjes die gemaakt zijn in mijn huis. Ik vind mijn huis te persoonlijk om online te laten zien.’ Mathilde (11): ‘Ik heb alles afgeschermd voor onbekenden. Ik deel alleen dingen met mensen die ik ken. Ik vind dat veiliger.’
DECEMber 2o18
Jantje en Pietje willen vuur maken. Pietje
vraagt aan Jantje: ‘Weet je zeker dat alle lucifers het doen?’ Jantje antwoordt: ‘Ja hoor, ik heb ze allemaal uitgeprobeerd!’ Stientje (12)
Vader en zoon zitten samen aan tafel te eten. De zoon zegt: ‘Pap…!’
‘Niet praten tijdens het eten’, zegt zijn vader. Als ze klaar zijn met
eten, vraagt de vader: ‘Wat wilde je
zeggen?’ De zoon antwoordt: ‘Er zat
een spin op je lepel toen je hem in je mond stak!’ Rachid (12)
F
U N
D
E
R
I
N G
R
I
L
E
R
I
N G A O G
B O D
E M W A
S
R
A A
T
S C H
A T
T
P
T
vraagt: ‘Alisha, als ik 4 eieren leg en jij legt
er 3 eieren bij. Hoeveel liggen er dan?’ Alisha denkt even na en zegt dan: ‘Nog steeds 4, want ik kan geen eieren leggen!’ Sem (9)
T
E
R N R
D
K
E
A D O
E
N R G
E
I
L
I
G
E
R N
U N N
E
L
S
E
G R
I
E
P
T
E
R U
B W V
A U
T
E
L
N R H D
E
K C
E N
E
R G
I
E
O
E
L
K
K
E
N
E
N M
T
R L
D K A B
E
L
S
D
T
Z E
I
J
D
S
E
P I
E
N
T
RUIMTE
SCHATTEN STRAAT TECHNIEK TIJD TUNNELS
DIEPTE ENERGIE FUNDERING GARAGE GROEN KABELS
E
N
B U Alisha leert op school rekenen. De meester
O
BODEM BUIZEN BUNKER
G O N
VEILIG WATER
ONDERGRONDS PALEN PLEKKEN RIOLERING
I
antwoord (ÉÉn woorD):
regels: DE WOORDEN VIND JE HORIZONTAAL, VERTICAAL EN DIAGONAAL. Je mag letters
meerdere keren gebruiken. Als je de overgebleven letters in de juiste volgorde zet, krijg je het antwoord. Mail dIT antWOORD samen met je voornaam, leeftijd
en het telefoonnummer van je ouder(s) of verzorger(s) (zodat we contact met je kunnen opnemen als je hebt gewonnen) naar antwoord@jong010.nl. Alleen de winnaar krijgt bericht.
HET ANTWOORD VAN DE WOORDZOEKER VAN NOVEMBER IS: PADDENSTOELEN. DE WINNAAR IS LARA (7).
Puzzelcorner.nl
Wat kun je nooit eten tijdens je ontbijt? Lunch of diner. Thomas (9)
halve peer?
De andere helft.
optillen met één hand?
Er bestaan geen oli-
Lisa (11)
Hoe kun je een olifant
fanten met één hand.
Wat lijkt op een
Mohammed (10)
Jong010 wordt mede mogelijk gemaakt door:
Oprichter: Angelique van Tilburg hoofdredacteur: Suzanne Huig
Jong010 - DECEMBER Jaargang Oplage:
9
- Editie
40.000
2018 4
kranten
Fotografen: Johannes Odé, Peter Snaterse, Arjen Jan Stada Vormgeving: Marcel van den Assem redactiemedewerker: sasja hof Aan deze editie werkten mee: Puzzelcorner, Richard van der Ven, zalmplaatschool
DECEMber 2o18
‘Ik wil graag iets doen voor arme mensen in mijn wijk. Niet iedereen is rijk. Maar iedereen is gelijk en verdient een fijne kerst. Ik zou dekens, kleding en speelgoed willen inzamelen op school. Die spullen kunnen worden gebracht naar gezinnen die in armoede leven.’
ROTTERDAM – Burgemeester Ahmed Aboutaleb hoort graag van de Rotterdammers wat zij van de stad vinden. Ook naar de mening en ervaring en basisschoolleerlingen is hij benieuwd. Vind je dat we arme mensen moeten helpen in december? Waarom wel of niet? Tekst en foto’s: Suzanne Huig
‘December is een feestmaand met Sinterklaas en Kerstmis. Voor mij horen daar cadeautjes en lekker eten bij. Maar er zijn ook gezinnen die in armoede leven. Zij kunnen niet altijd cadeautjes en lekker eten betalen. Zou jij deze maand iets willen en kunnen doen voor arme mensen in Rotterdam?’
Marjan (11) Ahmed Aboutaleb. foto: gemeente rotterdam
‘Ik vind dat de burgemeester aan alle arme mensen een doos met lekker eten, geld en cadeautjes moet geven. Ik denk dat de doos mensen een fijne decembermaand geeft. Ik zou de burgemeester kunnen helpen met het inpakken van de dozen.’
ela (10) ‘Ik ga in december koekjes bakken en verkopen. Ik geef het geld dat ik daarmee verdien aan de burgemeester. Hij kan het geld gebruiken om cadeautjes voor arme kinderen te kopen. Ik vind het belangrijk dat alle kinderen een cadeautje krijgen met kerst. Cadeautjes zorgen voor blijdschap.’
‘Ik vind dat ook arme mensen een fijn en goed leven verdienen. Ik vind het daarom belangrijk dat ik iets voor hen doe. We zouden op school een kerstdiner voor arme buurtbewoners kunnen organiseren.’
suvi (11)
felicia (12) Vul zelf in:
audrey (10) ‘Ik wil graag iets voor arme mensen doen, want iedereen heeft recht op fijne feestdagen. Ik kan met schoolgenoten een gratis kerstdiner organiseren in de stad. Mijn schoolgenoten en ik maken en serveren de gerechten. Iedereen die weinig geld heeft, mag naar het kerstdiner toekomen.’
kauthar (11) ‘Ik denk dat arme gezinnen met kerst graag op een veilige, gezellige en fijne plek zijn. Ik vind dat de gemeente het Stadhuis moet omtoveren tot woonkamer. Arme gezinnen kunnen dan kerst vieren in het Stadhuis. De gemeente kan zorgen voor lekker eten en cadeautjes.’
‘Ik vind dat iedereen feest moet kunnen vieren. Ik vind dat Rotterdammers samen met hulporganisaties de arme mensen moeten helpen. De organisaties kunnen bijvoorbeeld geld inzamelen voor de arme mensen. Rotterdammers kunnen spullen weggeven die ze niet meer gebruiken. Ik kan bijvoorbeeld speelgoed weggeven.’
‘Alle kinderen verdienen leuke feestdagen. Het maakt niet uit of je arm of rijk bent. Ik vind dat de rijke mensen iets moeten geven aan de arme kinderen. Ik kan op school een rommelmarkt met speelgoed organiseren. Arme kinderen kunnen dan zelf een cadeau komen uitzoeken.’
casey (10)
Zou jij deze maand iets willen en kunnen doen voor arme mensen in Rotterdam?
Naam:
‘Ik vind dat iedereen iets moet doen voor arme mensen. Zij verdienen het om af en toe geholpen te worden. Ik heb pas mijn kamer opgeruimd. Ik heb de spullen die ik niet meer gebruik, ingeleverd bij een verzamelpunt. Alle ingezamelde spullen worden verdeeld over arme families.’
aidan (11)
DECEMber 2o18
HILLEGERSBERG – In Rotterdam leeft één op de 4 kinderen in armoede. De gezinnen waarin deze kinderen leven, hebben vaak niet genoeg geld om bijvoorbeeld cadeautjes te kopen. Sint voor Kint organiseert ieder jaar acties om geld op te halen voor sinterklaascadeaus voor gezinnen die in armoede leven. Ingeborg (8) liep op 10 november mee met de sponsorloop van Sint voor Kint bij de Kralingse Plas. Tekst: Suzanne Huig
Ingeborg: ‘Ik heb vooraf aan de sponsorloop gevraagd of buren en familie mij wilden sponsoren. Ik heb 21 rondjes gelopen. Ik heb daarmee 67 euro opgehaald. Ik dacht tijdens het hardlopen steeds: ik moet doorgaan voor het goede doel.’
Belangrijk om te helpen
‘Ik vind het belangrijk om anderen te helpen. Er zijn gezinnen die niet voldoende eten, drinken, kleding en geld hebben. Die gezinnen hebben meestal ook niet genoeg geld om speelgoed of cadeaus te kopen.
DELFSHAVEN – Zakariyya (11) is één van de kinderen die een cadeaubon heeft gekregen van Sint voor Kint. ‘We leven in armoede, dat maakt me soms verdrietig. Maar ik ben heel blij en dankbaar dat we spullen krijgen van organisaties en bekenden.’ Tekst: Suzanne Huig
Ingeborg rende rondjes langs de Kralingse Plas voor het goede doel. Foto's: Peter Snaterse Ik vind dat rot voor hen. Arme kinderen horen op school dat anderen wel speelgoed en cadeaus krijgen. Ze gaan zich daardoor misschien minder en anders voelen dan schoolgenoten.’
Ieder kind verdient een cadeau
‘Je hebt geen cadeaus nodig om te kunnen leven. Maar ik vind dat ieder kind een cadeau verdient met de feestdagen. Ik denk dat alle kinderen blij worden van een cadeautje. Gezinnen die in Rotterdam in armoede leven, krijgen van de opbrengst van Sint voor Kint een cadeaubon van 20 euro van een speelgoedwinkel. De ouders of kinderen kunnen met de cadeaubon zelf iets uitzoeken.’
‘Ik woon samen met mijn moeder, 2 zussen en mijn broer. Wij gaan één keer per week naar de voedselbank. We krijgen van de voedselbank één krat gevuld met eten en drinken. We mogen allemaal ook één keer per maand 5 kledingstukken uitzoeken bij de kledingbank.’
Kijk naar wat ik wel heb
Zakariyya is blij met zijn cadeaubon. Foto: Suzanne Huig
‘Ik zou het liefst zelf kleding en eten willen kopen. Ik kan dan zelf kiezen wat ik wil hebben. Maar dat gaat helaas niet. Ik schaam me soms dat we arm zijn. Ik vind het
HOOGVLIET – Leerlingen van de Zalmplaatschool zetten zich op 28 november in voor arme gezinnen. Ze organiseerden een rommelmarkt, haalden lege flessen op en vroegen bedrijven om hulp. ‘We hebben op verschillende manieren geld en boodschappen opgehaald. We gebruiken het geld en de boodschappen om 50 tassen met boodschappen te vullen. De gevulde boodschappentassen geven we aan gezinnen die in armoede leven’, vertelt Sara (11). Tekst: Suzanne Huig
‘Wij zijn de commissieleden van deze actie. Wij hebben de rommelmarkt georganiseerd’, vertelt Hazara trots.
Foto: Zalmplaatschool
Iets uitzoeken voor mijzelf ‘Ik vind het heel aardig dat ik een cadeaubon heb gekregen. We kopen nooit speelgoed. We gebruiken al het geld dat we hebben om de huur van ons huis te betalen en eten te kopen. Ik kan van deze cadeaubon iets uitzoeken voor mijzelf. Ik vind dat bijzonder.’
De leerlingen verkopen gebruikte spullen op de rommelmarkt. Foto's: Johannes Odé
Iris (11): ‘We hebben aan alle leerlingen van onze school gevraagd of ze spullen willen meenemen die ze niet meer gebruiken. Die spullen verkopen we hier op de rommelmarkt in onze school.’ ‘We verkopen ook eten en drinken. Mijn moeder heeft bijvoorbeeld loempia’s en pannenkoeken gemaakt’, zegt Hazara (12).
Hulp van bedrijven
De tas met boodschappen.
niet leuk, maar het is zo. Ik probeer te kijken naar de dingen die ik wel heb. Ik heb een fijn gezin en een huis waarin ik kan wonen.’
‘We hebben brieven gestuurd naar grote bedrijven zoals Aldi, Jumbo, Albert Heijn en Lidl. We hebben de bedrijven gevraagd om ons te helpen door boodschappen of geld te geven’, zegt Priyanshu (11). Nathalya (11): ‘We hebben van Jumbo brood gekregen. En bij Albert Heijn mogen we voor 1.000 euro boodschappen uitzoeken.’
Gezinnen op school
‘De tassen zijn voor gezinnen waarvan de kinderen bij ons op school zitten. Sommige schoolgenoten leven in armoede en hebben het moeilijk thuis. We helpen hen een klein beetje met deze pakketten’, zegt Max (11). ‘Iedere tas wordt gevuld met ongeveer 35 euro aan boodschappen. In een tas zit bijvoorbeeld eten, drinken, tandpasta en wasmiddel’, vertelt Evy (11). Hazara: ‘Ik vind het fijn dat ik iets kan doen voor mensen die het niet zo goed hebben.’
DECEMber 2o18 ROTTERDAM – Bijna één op de 10 kinderen heeft een handicap. Kinderen met een handicap hebben een beperking waardoor ze sommige dingen niet zo goed kunnen als andere kinderen. Er zijn honderden verschillende soorten handicaps. Je hebt lichamelijke en verstandelijke handicaps. Tekst: Suzanne Huig
Verstandelijke handicap
Lichamelijke handicap
Stinafo zet zich in voor kinderen en jongeren met een handicap. De organisatie helpt kinderen bijvoorbeeld met aangepaste vervoersmiddelen en hulpmiddelen. Gehandicapte kinderen kunnen daardoor meedoen met anderen.
Je hebt een lichamelijke handicap als een deel van je lichaam niet goed werkt. Er zijn veel verschillende lichamelijke handicaps. Sommige kinderen kunnen bijvoorbeeld niet lopen of zijn spastisch. Anderen zijn blind of slechtziend.
Rick en Tim.
OVERSCHIE – Tim (16) en Rick (16) hebben een beperking. Ze zitten op Mytylschool De Brug. ‘Onze school is er speciaal voor leerlingen die een beperking hebben of ziek zijn. De klassen op deze school zijn klein en iedereen houdt rekening met elkaar’, vertelt Tim. Rick: ‘Iedereen leert hier op zijn eigen niveau. Leerlingen krijgen onder schooltijd bijvoorbeeld ook fysiotherapie.’
Je hebt een verstandelijke handicap als er iets niet goed is met je hersenen. Je leert en denkt na met je hersenen. Kinderen met een verstandelijke handicap kunnen dingen vaak minder goed begrijpen of niet zo goed leren.
Meedoen met anderen
‘We hebben op school iedere vrijdagmiddag hobbyles. Alle leerlingen mogen tijdens de les een hobby kiezen. We kunnen bijvoorbeeld kiezen uit fotograferen, bowlen, zwemmen, koken of schilderen’, zegt Rick. Tim: ‘We kunnen ook racen met bestuurbare auto’s of op pad in de stad.’
Tekst: Suzanne Huig / Foto’s: Arjen Jan Stada
OVERSCHIE – Tim: ‘Ik heb als baby een hersenvliesontsteking gekregen. Mijn hersenen zijn daardoor beschadigd en werken niet zo goed. Ze kunnen mijn benen niet aansturen. Ik zit daarom in een rolstoel. Ik word iedere dag met de taxi naar school gebracht en van school opgehaald.’ Tekst: Suzanne Huig
‘Ik ben geopereerd. Mijn hersenen en benen kunnen nu beter samenwerken dan vroeger. Ik krijg therapie en oefen veel met mijn loopfiets. Ik denk dat ik steeds beter ga leren lopen met mijn loopfiets. Ik vind het soms lastig dat ik niet alles kan. Ik ga dan iets doen wat ik wel kan. Dat vrolijkt me op.’
Rekening houden
‘Ik ben een beetje autistisch. Ik ben snel zenuwachtig. Ik vind het moeilijk als iets niet gaat zoals ik wil. Op school wordt goed rekening met mij gehouden. De juf vertelt bijvoorbeeld ’s ochtends wat ik allemaal ga doen op een dag. Dat geeft mij rust.’
Hulpmiddelen
‘Ik heb thuis een transfer. Dat is een soort lift die mij vanuit mijn bed in mijn rolstoel helpt en andersom. Ik heb ook een handbike om aan mijn rolstoel vast te maken. Ik kom met de handbike gemakkelijker vooruit. Ik heb ook een driewieler en een loopfiets.’
Rotterdam ontdekken
‘Mijn grootste hobby is het ontdekken van de stad Rotterdam. Ik ben geboren in Rotterdam. Ik vind het daarom interessant om alles te weten te komen over de stad. Ik zoek online informatie en bekijk filmpjes. Ik bezoek de stad ook af en toe. Ik bekijk dan bijvoorbeeld de SintLaurenskerk, de Bijenkorf of bezoek een museum. Ik vind de Sint-Laurenskerk het mooiste gebouw van de stad. De kerk staat voor mij symbool voor de opbouw van de stad na de oorlog.’
OVERSCHIE – Rick: ‘Ik ben geboren met beperkingen. Mijn hartklep werkte niet goed toen ik werd geboren. Ik heb daarom een nieuwe hartklep gekregen toen ik 4 jaar oud was. Ik heb een pacemaker. Een pacemaker is een apparaatje dat ervoor zorgt dat mijn hart in het juiste ritme blijft kloppen. Als mijn hart het even niet goed doet, helpt de pacemaker hem.’ Tekst: Suzanne Huig
‘Ik heb veel in het ziekenhuis gelegen en ben vaak geopereerd. Mijn rug en voeten stonden scheef bij mijn geboorte. Ze zijn vorig jaar tijdens een operatie rechtgezet. Ik leer nu langzaam lopen. Ik leer op school lopen met een rollator, ik krijg therapie en ik oefen veel thuis. Ik wil heel graag leren lopen. Ik zou dan naar boven kunnen lopen en daar met mijn broer spelen. Dat kan nu helaas niet.’
Blijven proberen
‘Ik vind het fijn als mensen weten wat ik wel en niet kan. Ze kunnen dan rekening met mij houden en me helpen. Mijn ouders helpen mij bijvoorbeeld met douchen en aankleden. Ik let goed op wat ik wel en niet kan. Ik doe wat ik kan, want dat vind ik leuk. Ik blijf de dingen die ik nog niet kan, proberen. Het lukt me vanzelf.’
Nederlands kampioen boccia
‘Mijn hobby is boccia. Dat is een sport voor mensen met een beperking. Het lijkt op jeu de boules. Het doel van het spel is om je wedstrijdbal zo dicht mogelijk bij de witte bal te gooien. Ik ben er Nederlands Kampioen in. Ik train op maandag en speel in het weekend een wedstrijd. Mijn tactiek is om met mijn hand de bal in de goede richting te sturen.’
Rick is Nederlands kampioen boccia.
gemaakt in samenwerking met
DECEMber 2o18 ROTTERDAM – In eten en drinken zitten verschillende stoffen die goed voor je zijn. Deze stoffen helpen je om te groeien, om gezond te blijven of om energie te krijgen. Je hebt bouwstoffen nodig zoals eiwitten en water. Deze stoffen helpen je lichaam om te groeien. Je hebt beschermstoffen nodig zoals vitamines en mineralen. Die helpen je lichaam te beschermen tegen ziektes. Je hebt brandstoffen nodig zoals koolhydraten, eiwitten en vetten. Deze stoffen geven je lichaam energie. Tekst en foto’s: Suzanne Huig Vitamines zitten bijvoorbeeld in groente, fruit, graanproducten, vlees, vis, noten en vetten. Het zijn belangrijke beschermstoffen voor je lichaam. Vitamines zorgen er bijvoorbeeld voor dat je minder snel ziek wordt en je goed kunt ontwikkelen. Er zijn 13 soorten vitamines.
Eten en drinken met vitamines Het is belangrijk om op vaste momenten te eten, zodat je niet heel de dag door eet. Eet iedere dag ’s ochtends, ’s middags en ’s avonds. Warren (11), Maya (7) en Morientes (8) maken een drankje en 2 gerechten met daarin veel vitamines.
Warren: ‘Drink ’s ochtends af en toe een glas versgeperste sinaasappelsap.’
Verschillende functies
Elke vitamine heeft een eigen functie. Vitamine A zorgt bijvoorbeeld voor een goede huid. Vitamine A helpt je ook scherp te kunnen blijven zien als het donker wordt. Vitamine C zorgt ervoor dat je een goede weerstand hebt.
Maya: ‘Fruit- en groentespiesjes zijn tussendoortjes met veel vitamines.’
Vitamine D zorgt voor sterke botten en tanden. Door veel verschillende dingen te eten, zorg je dat je van iedere vitamine genoeg binnenkrijgt.
Bewaren en bereiden
Vitamines kunnen verloren gaan tijdens het bewaren van producten. Het is daarom belangrijk om eten en drinken op een koele plaats te bewaren en niet in de zon te leggen. Vitamines gaan ook verloren als je eten te lang kookt. Het is daarom belangrijk om eten en drinken niet langer te verhitten dan nodig is om het gaar te koken, bakken of braden.
Morientes: ‘We maken als hoofdgerecht een salade van verschillende groentes, zoals wortels, bonen, broccoli en courgette.’
Welk gerecht met vitamines wil jij deze week maken?
GENERATION
DISCOVER
DECEMber 2o18 Alex: ‘Ik ben heel vaak alleen thuis. Ik voel me dan eenzaam en niet fijn. Wat kan ik doen?’
Hallo Alex, De meeste kinderen lijkt het leuk om een keer alleen thuis te zijn. Ze zouden bijvoorbeeld lekker op de bank willen hangen. Of een keer langer televisie willen kijken dan mag. Als je eenmaal alleen thuis bent, kan het lastig zijn om te bedenken wat je kunt doen. Je kunt je dan eenzaam voelen of gaan vervelen.
Praat erover
Je vader, moeder of verzorger vindt jou misschien oud genoeg om alleen thuis te kunnen zijn. Jij voelt je er niet prettig bij. Heb je dat weleens met je vader, moeder of verzorger besproken? Weet iemand dat jij het niet fijn vindt om alleen te zijn? Als je erover praat, kun je misschien een oplossing bedenken zodat je niet alleen thuis hoeft te zijn. Je kunt bijvoorbeeld afspreken dat er iemand bij jou langskomt of dat jij naar iemand toegaat.
Lijstje met activiteiten Illustratie: Copal en Consorten
ROTTERDAM – Linda van het Centrum voor Jeugd en Gezin reageert iedere maand in Jong010 op een vraag of probleem van een leerling of klas. Ze beantwoordt deze maand de vraag van Alex (10). Tekst: Suzanne Huig
Heb jij een vraag aan Linda of zit je ergens mee? Stuur een mail naar redactie@jong010.nl of stuur een brief naar Jong010, Overschieseweg 10G, 3044 EE Rotterdam. Linda beantwoordt ingestuurde brieven. Foto: suzanne huig
Het kan helpen om te bedenken wat je kunt doen als je alleen bent. Maak een lijstje met activiteiten die je leuk vindt en alleen kunt doen. Schrijf bijvoorbeeld films op die je wilt zien. Of zoek een nieuw boek uit als je van lezen houdt. Je voelt je misschien minder eenzaam als je je niet verveelt.
Vaste momenten iets doen
Het kan ook helpen om op vaste momenten in de week iets te doen. Is er een vriend of vriendin weleens alleen thuis? Misschien kunnen jullie een vaste dag in de week met elkaar afspreken. Je kunt ook met je ouders kijken wat er te doen is bij jou in de buurt. Na schooltijd worden er vaak activiteiten georganiseerd in speeltuinen of buurthuizen. Misschien vind je het leuk om naar één van die activiteiten te gaan. Dit artikel is gemaakt in samenwerking met
Groetjes, Linda
Stans Goudsmit kinderombudsman van Rotterdam
ChaRLOIS – Alle kinderen hebben rechten. De rechten van kinderen zijn opgeschreven in het
Kinderrechtenverdrag. Kinderrechten zijn afspraken over hoe iedereen met kinderen moet omgaan. Bijna alle landen ter wereld hebben beloofd dat ze zich aan de afspraken houden. Stans is de Rotterdamse kinderombudsman. De kinderombudsman controleert of iedereen in Rotterdam zich aan de kinderrechten houdt en ze respecteert. De leerlingen van groep 5b van basisschool Het Kompas praatten op woensdag 28 november met Stans over kinderrechten. Tekst: Suzanne Huig
‘Robin (2) en Joyce (4) wonen bij hun moeder. Hun moeder heeft niet veel geld. Ze kan een aantal maanden de huur van hun huis niet betalen. De kinderen worden met hun moeder op straat gezet. Het is niet veilig op straat. Ze slapen een paar dagen bij een tante, maar daar kunnen ze niet blijven. Wat vinden jullie dat er moet gebeuren?’, vraagt Stans aan de leerlingen.
Wat moet er gebeuren?
Annemijn (8): ‘Er zijn opvanglocaties waar arme mensen gratis kunnen wonen. Ik vind dat het gezin daar naartoe moet.’ ‘Ik zou het gezin bij mij thuis laten logeren als het mijn vrienden zouden zijn. Ze kunnen dan sparen voor een nieuw huis’, zegt Fabiène (8). Dana (8): ‘Ik vind dat de gemeente een huis voor het gezin moet betalen. De gemeente heeft de taak om voor mensen te zorgen.’
foto: Johannes Odé
Recht op goede leefomstandigheden
‘Ieder kind heeft ook recht op goede leefomstandigheden om zich goed te kunnen ontwikkelen. Dat betekent dat kinderen bijvoorbeeld recht hebben op een huis, kleding, onderwijs en voldoende eten en drinken. Ouders moeten daarvoor zorgen. De overheid moet ouders helpen als het niet lukt. De overheid kan ouders helpen zoeken naar een nieuw huis’, legt Stans uit.
Recht om bij je ouders te leven
Jasmine (8): ‘Ik vind het belangrijk dat er een oplossing komt waarbij de moeder en kinderen samen kunnen wonen.’ ‘Ik vind dat de gemeente moet helpen een fijne woonplek te vinden. De moeder zorgt goed voor haar kinderen. Ze mogen daarom niet uit elkaar worden gehaald’, zegt Jeremy (8). ‘Een kind heeft het recht om bij zijn of haar ouders of verzorgers te leven. Juist als je iets naars meemaakt, is het fijn om bij hen te zijn’, vertelt Stans.
De leerlingen zijn in gesprek met Stans.
Hulp van de kinderombudsman
Je kunt van 09:00 uur tot 16:00 uur gratis bellen naar 0800 2345 111. Je kunt een WhatsApp-bericht sturen naar 06-58073580. Of kom naar het spreekuur van de kinderombudsman. Kijk voor meer informatie op www.kinderombudsmanrotterdam.nl
Foto's: Arjen Jan Stada
Stans: ‘Ik heb de gemeente gevraagd om een oplossing voor dit gezin te bedenken. Omdat alle opvanglocaties in de stad vol zitten, zorgt de gemeente voor een kamer in een hotel. Het gezin verhuist naar een gezinsopvang zodra er een plekje vrij is. Een gezinsopvang is een plek waar kinderen en ouders zonder huis kunnen wonen totdat er een nieuw huis is gevonden.’
DECEMber 2o18
ROTTERDAM – Leerlingen uit groep 7 van de Sint Michaëlschool kregen op 14 november les in de natuur met de buitenles WaterWijzer. Meester Neeldert van het waterschap leerde de leerlingen hoe het water in de Rotte wordt geregeld. Juf Madelon van NatuurWijs zocht met de leerlingen naar waterdiertjes. Tekst: Suzanne Huig / Foto’s: Johannes Odé
Neeldert laat de leerlingen een kaart zien met daarop alle wateren rond de Rotte.
‘Een gemaal is een gebouw dat ervoor zorgt dat het land niet overstroomt als het bijvoorbeeld veel regent. Het gebouw pompt water van een lage plek naar een hogere plek’, legt Neeldert uit. Sophie (10): ‘De zeespiegel is de hoogte van het water van de zee. Wij wonen in een gebied dat lager ligt dan de zeespiegel. Dit stuk land overstroomt zonder gemalen en dijken.’
De leerlingen brengen geschepte emmers water vanuit de polder naar de Rotte.
27.000 emmers water
‘Het water achter het gemaal is verbonden aan kleinere wateren in de polder. Het water uit de polder kan via het gemaal hier naar de Rotte worden gepompt’, zegt Mare (10). De leerlingen bekijken het gemaal. ‘In één minuut kan dit gebouw 270.000 liter water naar de andere plek pompen. In één emmer past 10 liter water. Dit gemaal pompt dus in één minuut 27.000 emmers water naar de Rotte’, legt Neeldert uit
Het water regelen
‘Het gemaal zuigt water naar zich toe. Een rooster houdt afval tegen. Een grote grijper pakt het afval uit het water en gooit het in een afvalbak’, legt Sophie uit. Jasmijn (10): ‘Aan het eind van de Rotte staat nog een gemaal. Dat gemaal pompt het water van de Rotte naar de Maas. Het water stroomt uiteindelijk vanuit de Maas naar de zee.’ Emily: ‘Ik vind het knap dat mensen het water in ons land zo goed kunnen regelen. We zouden anders last hebben van overstromingen.’
‘We zoeken in de slootjes naar waterdiertjes’, zegt Izzie. Waterdiertjes ontdekken
De leerlingen lopen van het gemaal naar de slootjes in de polder. ‘De kwaliteit van het water is beter als er meer verschillende soorten larven, slakken, vissen en andere beestjes in het water leven’, vertelt Madelon. Ze geeft alle leerlingen een schepnet, bakje en loep. Max (10), Kai (11) en Nout (10) werken samen. Ze zoeken een plekje in de sloot waar waterplanten staan. ‘Waterdieren gebruiken waterplanten als schuilplek. Er zitten daarom vaak waterdiertjes in de buurt van waterplanten’, zegt Nout.
Felien: ‘Ik heb deze kikker gevangen.’ Waterslakken en kikkers
De leerlingen bekijken een kaart met daarop informatie over waterdieren. ‘We hebben 3 slakken gevangen. Ze hebben een punt aan het uiteinde van hun huisje. Op de kaart staat dat dat een kenmerk van de poelslak is’, zegt Max. Nout: ‘Ik heb ook een schijfslak gevangen. Die heeft een plat en rond huisje.’ Felien (11): ‘Ik heb een kleine kikker gevonden. Hij is bruin.’
Ruggenzwemmer en vlokreeft
Max, Kai en Nout.
Izzie (10) en Maud (11) vangen een ruggenzwemmer. ‘Dit dier zwemt op zijn rug, daarom heet het een ruggenzwemmer. Hij heeft een bruine kleur. Hij heeft 2 voorpoten’, zegt Maud. ‘We halen ons schepnet zo diep mogelijk door het water. De kans is dan groter dat we iets vangen’, zegt Izzie. Ze vangen een vlokreeft. ‘Hij heeft heel veel pootjes die snel bewegen. Aan zijn kop zitten lange sprieten en 2 donkere ogen’, zegt Izzie.
DECEMber 2o18 Een degen (links), een sabel (midden) en een floret (rechts).
SCHIEBROEK – Loek (12) schermt bij Schermacademie Zaïr Rotterdam. Loek: ‘Schermen is een vechtsport. Je moet proberen de ander met je wapen te raken en zelf niet geraakt te worden. Ik train 2 keer per week en doe mee met wedstrijden.’ Tekst: Suzanne Huig / Foto’s: Peter Snaterse
‘Je kunt bij schermen verschillende wapens gebruiken. Je kunt schermen met een floret, een degen en een sabel. Bij ieder wapen horen andere technieken en raakvlakken. Ik scherm met een floret. Dat is een kort wapen dat niet zwaar is. Ik krijg een punt als ik mijn tegenstander raak op zijn of haar romp.’
ROMP Je lichaam zonder hoofd, armen en benen.
Loek. Steeds andere situaties
‘Ik vind schermen een leuke sport omdat ik actief bezig ben en moet nadenken. Ik zit tijdens het schermen steeds in andere situaties. Ik word de ene keer aangevallen. De andere keer start ik met een aanval. Ik scherm ook steeds tegen anderen. Ik moet bij iedere tegenstander en in iedere situatie bedenken wat ik het beste kan doen. Ik kan bijvoorbeeld meesteken, weren of verdedigen.’
‘Mijn wapen is op het scorebord aangesloten tijdens het elektrisch schermen.’
Een wedstrijd
‘Iedere wedstrijd begint met een groet. Schermers groeten door hun wapen omhoog en omlaag te bewegen. Ze groeten elkaar en de scheidsrechter. De scheidsrechter zegt daarna: ‘Schermers, klaar?’. De schermers staan tegenover elkaar en knikken. De scheidsrechter zegt vervolgens: ‘Allé’. Dat betekent dat de wedstrijd start. Iedere voorronde van een wedstrijd duurt 3 minuten of totdat iemand 4 punten heeft behaald. Na de voorronde duurt iedere wedstrijd 3 rondes van 3 minuten of totdat iemand 15 punten heeft behaald. De schermer die de meeste punten behaalt, wint. Aan het eind van de wedstrijd geven de schermers elkaar en de scheidsrechter een hand. Ze tonen op die manier respect voor elkaar’, legt Loek uit.
‘De lijnen op een schermbroek laten zien op welk niveau iemand schermt’, vertelt Loek.
Elektrisch schermen
‘Ik scherm meestal elektrisch tijdens wedstrijden. Ik draag tijdens het elektrisch schermen een vest met daarin ijzerdraad. Het vest en mijn wapen zijn aangesloten op een scorebord. Ik geleid stroom als de punt van het wapen van mijn tegenstander mijn vest raakt. Er gaat daardoor een lampje branden op het scorebord. Zodra ik de punt van mijn wapen met 500 gram op mijn tegenstander druk, gaat er een ander lampje branden. Het is daardoor makkelijk om te zien wanneer iemand zijn tegenstander raakt en een punt verdient.’
‘Mijn vest is ook aangesloten op het elektrisch scorebord.’
‘Ik moet mijn tegenstander met dit puntje raken.’
Aanvallen
‘Mijn tactiek is om aan te vallen. Ik probeer bijvoorbeeld aan te vallen door bij de start gelijk naar voren te stappen. Of door te weren. Ik houd de dikke kant van mijn wapen dan tegen het wapen van mijn tegenstander aan. Ik probeer mijn tegenstander op die manier tegen te houden. Ik kijk goed naar mijn tegenstander. Als hij of zij mij aanvalt, maak ik mezelf klein en weer ik de aanval. Ik probeer dan onverwachts te steken. Meestal verrast dat mijn tegenstander waardoor hij of zij zichzelf niet goed verdedigt. Ik kan hem of haar dan raken.’
‘Het apparaat houdt bij of de schermers elkaar raken.'
DECEMber 2o18 ‘Ik vind dat mijn ouders zelf mogen bepalen wat ze op internet zetten. Zij mogen mijn schoolfoto bijvoorbeeld zonder mijn toestemming verspreiden. Ik vind dat ze mijn toestemming moeten vragen als ze een heel persoonlijk bericht over mij willen plaatsen. Bijvoorbeeld een bericht over iets waar ik me rot over voel.’
Thomas (11) overschie
ROTTERDAM – Van 16 tot en met 23 november was het de Week van de Mediawijsheid. Tijdens die week werd extra aandacht gevraagd voor het omgaan met media. Vind jij dat jouw ouders toestemming moeten vragen aan jou voordat ze een foto van jou op internet plaatsen? Waarom wel of niet? Tekst en foto’s: Suzanne Huig
‘Mijn ouders mogen beslissen wat ze op internet plaatsen als ze het alleen met hun eigen vrienden delen. Ik vind dat mijn ouders toestemming aan mij moeten vragen als mijn vrienden het bericht kunnen zien. Ik wil het liefst dat zij alleen leuke en positieve berichten op internet zetten.’
‘Mijn ouders hoeven mij nooit om toestemming te vragen. Zij zijn de baas over mij. Zij bepalen wat er wel en niet gebeurt. Ik ga er vanuit dat mijn ouders doen wat goed is voor mij.’
Ruben (12)
Hillegersberg –Schiebroek
‘Mijn ouders moeten toestemming aan mij vragen als het een foto is waar ik alleen op sta. Ik vind dat ze geen toestemming aan mij hoeven te vragen als het een foto is waarop meerdere mensen staan.’
Danilo (11) overschie
‘Ik vind dat het van de situatie afhangt of mijn ouders toestemming aan mij moeten vragen. Als we bijvoorbeeld met heel de familie naar een pretpark gaan, hoeven ze geen toestemming aan mij te vragen. Ik wil niet dat ze iets persoonlijks over mij plaatsen.’
Omar (11)
prins alexander
Imani (10)
prins alexander
‘Ik vind dat mijn ouders altijd toestemming aan mij moeten vragen als ze iets over mij online plaatsen. Ik schaam me soms voor foto’s. Het voelt voor mij niet fijn als anderen die foto’s online kunnen zien. Ik vind dat de persoon die op de foto staat, beslist waar een foto wordt geplaatst.’
Sevanna (12)
Hillegersberg–Schiebroek
Vind jij dat jouw ouders toestemming moeten vragen aan jou voordat ze een foto van jou op internet plaatsen?
Suvi vindt dat de gemeente met kerst voor arme gezinnen het stadhuis moet omtoveren tot …
Stinafo helpt kinderen met aangepaste vervoersmiddelen en … Pagina 5
pagina 3
Waar gaat Zakariyya één keer per week naartoe? Pagina 4 Door wie is de sponsorloop georganiseerd waarmee geld opgehaald wordt voor sinterklaascadeaus? Pagina 4
-
De letters in de gele balk vormen het antwoord. Mail dit antwoord, samen met je voornaam, leeftijd en het telefoonnummer van je ouder(s) of verzorger(s), naar
HET ANTWOORD VAN DE PUZZEL VAN november IS: vuurwerkshow.
We verloten de prijs onder de goede inzendingen. Alleen de winnaar krijgt bericht.
Wil je nog meer puzzelen? Kijk dan eens op PUZZELCORNER.NL voor meer leuke puzzels!
antwoord@jong010.nl
DE WINNAAR IS groep 7A van basisschool De Triangel
Sara vertelt dat ze de gevulde boodschappentassen geven aan gezinnen die in armoede leven. Wat zit er in zo’n volle tas nog meer behalve eten, tandpasta en wasmiddel? Pagina 4 Hoe heet het apparaatje dat ervoor zorgt dat het hart van Rick in het juiste ritme blijft kloppen? Pagina 5
Waartegen helpen stoffen, zoals vitamines en mineralen, je lichaam te beschermen? Pagina 6
Dit waterdier heeft een punt aan het uiteinde van zijn huisje. Wat is zijn naam? Pagina 8 Met welk wapen schermt Loek? Pagina 9 Wat is het enige gebouw uit de middeleeuwen dat nog in de binnenstad staat? Pagina 12 Wat hebben archeologen rondom de stadsmuur gevonden? Pagina 12
DECEMber 2o18
Lana. Foto's: Peter Snaterse
CHARLOIS – Leerlingen van groep 7 en 8 van basisschool De Triangel volgen een halfjaar lessen theater en schrijven. Docent Richard van der Keur van Stichting ceC en Noah Theater gaf één van de lessen op donderdag 15 november. Tekst: Angelique van Tilburg
De leerlingen werken tijdens de les aan een schrijfopdracht. Richard leest de zinnen voor waarmee het verhaal van de schrijfopdracht begint. ‘Er was eens een meisje/ jongen. Zij/ hij moest iedere dag heel hard werken in de winkel.’
Tip van Richard ‘Weet je niet hoe je moet beginnen met schrijven? Schrijf dan gewoon op wat er in je opkomt. Bijvoorbeeld iets dat je net hebt meegemaakt of iets dat je op dat moment ziet. Als je eenmaal iets hebt geschreven, kun je makkelijker verder schrijven.’
FANTASIE Zelf dingen kunnen verzinnen.
Verder schrijven ‘Schrijf het verhaal dat volgt op deze 2 zinnen’, legt Richard uit. ‘Schrijf in je verhaal hoe de persoon heet. Schrijf op van wie zij/ hij hard moet werken en waarom zij/ hij hard moet werken. Schrijf ook op wat haar/ zijn droom is.’ Kiezen wat je leuk vindt Damian (11): ‘Ik kies graag een onderwerp dat ik zelf leuk vind, bijvoorbeeld voetballen. Je kunt zo van alles dat je schrijft een verhaal maken dat bij je past.’ Fantasie door boeken lezen Hatice (10): ‘Ik lees veel boeken. Ik heb daardoor een grote fantasie. Ik kijk als ik iets wil schrijven bijvoorbeeld naar de tekeningen in een boek. Ik bedenk daar vervolgens zelf een verhaal bij.’ Eigen ideeën Lana (10): ‘Ik vind het leuk dat ik in een verhaal mijn eigen ideeën kan verwerken. Ik kan in een verhaal doen wat ik wil.’ Nikola (12): ‘De meester legt het goed uit en geeft tips. Ik weet daardoor goed wat ik kan opschrijven en hoe ik het verhaal af kan schrijven.’
IJSSELMONDE – Bradley (10) leert zelf muziek te produceren van leraar Rass King. Hij volgt de workshop beat creating van SKVR. Bradley legt in 5 stappen uit hoe hij muziek maakt. ‘Ik gebruik de app Tocandroll of de gratis app Garageband. Een druminstrument en basinstrument vormen samen de basis van muziek’, zegt Bradley. Tekst: Suzanne Huig / Foto’s: Johannes OdÉ
‘Maak een nieuw spoor aan door te klikken op ‘New Track’. Kies nu voor ‘bass’. Leg 6 maten ‘bass’ op het nieuwe spoor.’
Hatice
Wil jij dansen, muziek maken, toneelspelen of
zingen, en is er thuis geen geld voor lessen?
Kijk dan met je ouder(s), verzorger(s) of leerkracht op www.jeugdfondsSPORTENCULTUUR.nl
Of vraag of er bij jou op school een contactpersoon is van het Jeugdfonds Cultuur Rotterdam.
‘Open de app Tocandroll of de app Garageband. Maak een nieuw spoor aan door te klikken op ‘New Track’. Kies daarna voor ‘drums’.’
‘Leg 6 maten ‘drums’ op het spoor. Je legt de drums op het spoor door ze er naartoe te slepen. Zorg dat je een mooi begin en een mooi eind maakt.’
‘Speel je muziek af. Bepaal het tempo van je muziek door aan de knop rechts onderin te draaien. Draai de knop naar links om het tempo langzamer te maken. Draai de knop naar rechts om het tempo sneller te maken.’
‘Klik op ‘Play’ en speel je muziek af. Je kunt zoveel instrumenten toevoegen als je zelf wilt. Ik voeg een gitaar toe. Ik vind muziek met daarin een gitaar mooier klinken.’
Lijkt het jou leuk om zelf muziek te leren maken? Misschien is één van de muziekcursussen van SKVR iets voor jou! Kijk op www.skvr.nl/muziek CHARLOIS – Nikola (12): ‘Ik schrijf zelf boeken. Ik schrijf fantasieboeken. Ik schrijf ook boeken met informatie en weetjes over een bepaald onderwerp, bijvoorbeeld over dieren. Ik wil later schrijfster worden.’ Nikola. Foto: Peter Snaterse
Nikola vertelt hoe je zelf een boek kan schrijven. Houd een dagboek bij waarin je elke dag of week je belevenissen opschrijft. Lees je dagboek als het vol is. Schrijf daarna op een blaadje over welke dingen je wilt schrijven en over welke dingen niet. Maak een fantasieverhaal van de dingen waarover je wilt schrijven. Niet alles in je verhaal hoeft echt te zijn gebeurd. Maak zelf tekeningen bij je verhaal. Schrijf bijvoorbeeld op de ene bladzijde en teken op de andere bladzijde.
DECEMber 2o18
ROTTERDAM – In november organiseerde de gemeente Rotterdam de Maand van de Onderwereld. Rotterdammers konden van alles zien en leren over de wereld onder de grond. Onder de grond liggen bijvoorbeeld resten van vroeger. Maar er liggen ook kilometers riolering, buizen, kabels en leidingen. Tekst: Suzanne Huig
De stadswandeling start bij de SintLaurenskerk. ‘De Sint-Laurenskerk is het enige gebouw uit de middeleeuwen dat nog in de binnenstad staat’, zegt Madina (11). Basmala (11): ‘In de kerk werden vroeger de rijke mensen uit Rotterdam begraven. Naast de kerk werden de gewone burgers begraven.’ Ontstaan van Rotterdam De route op de app stuurt de leerlingen vanaf de kerk naar de Binnenrotte. ‘Onder deze straat rijden nu de treinen door de spoortunnel. In de middeleeuwen stroomde hier het riviertje de Rotte’, vertelt Bouabdellah (11). ‘800 jaar geleden overstroomde het land vaak met water uit de Maas. De bewoners hielden het water tegen door dijken aan te leggen. Rond het jaar 1270 werd besloten om een dam in de Rotte aan te leggen. Daardoor ontstond de stad Rotterdam’, leest Israe (12) voor vanaf haar telefoon.
CENTRUM – Hoe zag de stad er in de middeleeuwen uit? En wat is daar nu nog van over? Groep 8 van basisschool Al-Ghazali ontdekte de stad van vroeger op 22 november. De leerlingen liepen een stadswandeling door Rotterdam met de app Izi travel. Tekst: Suzanne Huig
De Oude Haven ‘In de app vind je informatie en foto’s van vroeger. We leren en zien daardoor hoe de stad er in de middeleeuwen uitzag. Ik vind dat heel interessant’, zegt Madina. De leerlingen lopen vanaf de Binnenrotte naar de Oude Haven. ‘De Oude Haven is nu een gezellige plek met restaurantjes’, zegt Basmala. Youssra (11): ‘In de middeleeuwen was dit de ingang van Rotterdam voor de scheepvaart. Vissersboten brachten hun vangsten hier op de kades.’
De leerlingen bekijken de Oude Haven. Foto's: Arjen Jan Stada
CENTRUM – Leerlingen van de plusklas van de Jan Prinsschool gingen op 22 november op pad met archeoloog Maaike. Ze bezochten de oude stadsmuur van Rotterdam en bekeken vondsten zoals wapens. Tekst: Suzanne Huig ‘Archeologen onderzoeken hoe mensen vroeger leefden door in de grond naar afval van vroeger te zoeken. Ze onderzoeken de grond als er werkzaamheden zijn of als er iets nieuws wordt gebouwd in de stad’, zegt Sara (12). Roseanne (11): ‘Archeologen hebben in 1989 de resten van een stadsmuur gevonden. Het is een gedeelte van de 500 jaar oude stadsmuur van Rotterdam.’
De leerlingen bekijken de resten van de oude stadsmuur boven het spoor van treinstation Blaak. Foto's: Arjen Jan Stada
Vind je het belangrijk dat Rotterdammers leren wat er onder de stad zit? Tekst en foto's: Suzanne Huig
Het geboortehuis van Erasmus De wandeling eindigt bij het geboortehuis van Erasmus. ‘Dit kunstwerk is een monument voor Erasmus. Erasmus is de beroemdste Rotterdammer. Hij is over heel de wereld bekend’, vertelt Dawoed (12). Raouane (11): ‘Hij was schrijver en priester. Hij vond dat iedereen zelf na kon denken en kon doen wat hij of zij wilde. Ik vind het leuk dat ik zoveel over de stad Rotterdam heb geleerd tijdens de wandeling.’
Stadsmuur en wapens ‘Rond 1500 had Rotterdam een rondom gesloten stadsmuur met poorten en torens. De stadsmuur is aangelegd om de stad te beschermen. De stadsmuur had 2 torens. Vanaf de torens kon de ingang van de Oude Haven in de gaten worden gehouden’, legt Maaike uit. Zara (10): ‘De archeologen hebben veel wapens rondom de muur gevonden. De wapens werden gebruikt tijdens de Tachtigjarige Oorlog.’ 6 boerderijen ‘Archeologen hebben 9 maanden gegraven op de plek waar nu de Markthal staat. Er zijn daar veel resten van vroeger teruggevonden. Die resten kun je bekijken rondom het trappenhuis van de parkeergarage onder de Markthal’, vertelt Manolito (11). ‘Op de plek van de Markthal woonden rond het jaar 950 voor het eerst mensen. Het waren boeren die leefden van akkerbouw en veeteelt. We hebben de resten van 6 boerderijen gevonden’, vertelt Maaike. Kivron (11): ‘De archeologen hebben ook schaaltjes en speelgoed van vroeger gevonden. We weten daardoor hoe mensen hier vroeger leefden.’
De leerlingen bekijken vondsten bij de oude stadsmuur.
Archeoloog Maaike laat de leerlingen vondsten in het trappenhuis van de Markthal zien.
Moreysha (10): ‘Ik vind het belangrijk en interessant om te leren hoe de mensen vroeger leefden in Rotterdam. Het is een stukje geschiedenis. Ik kan me door de Maand van de Onderwereld inbeelden hoe de stad er vroeger uitzag.’
Vind je het belangrijk dat Rotterdammers leren wat er onder de stad zit? Waarom wel of niet?
Ky-shairo (11): ‘Ik vind het interessant om te leren wat er onder de grond zit. Je weet door vondsten uit de grond wat voor spullen de mensen vroeger hadden. Ik vind het leuk om te weten waar kinderen vroeger bijvoorbeeld mee speelden.