Jong010, dé Rotterdamse kinderkrant - september 2023

Page 1

PRINS ALEXANDER – De leerlingen van basisschool IKC Nova krijgen in de kleine pauze fruit en in de grote pauze belegde boterhammen via de Boterhammenbar. Hulpouders smeren de boterhammen voor de leerlingen. Tekst: Suzanne Huig

‘De hulpouders smeren voor iedere leerling 3 boterhammen per dag. De leerlingen van groep 8 delen de boterhammen uit in alle klassen’, vertelt Lyen (10). Ashon (9): ‘We krijgen op vrijdagen iets lekkers bij onze boterhammen. We krijgen dan bijvoorbeeld een croissant, chocoladebroodje of wafel.’

Geen trek op school Amir (10): ‘Sommige ouders of verzorgers hebben niet genoeg geld om brood en broodbeleg te kopen. Sommige kinderen komen daardoor zonder eten naar school. De Boterhammenbar zorgt ervoor dat niemand op school trek heeft.’ Damir (10): ‘Ik nam vaak weinig eten mee naar school. Ik had daardoor soms trek als ik in de klas zat. Ik vind het heel fijn dat ik nu eten krijg op school. Ik heb daardoor nooit meer trek op school.’

Beter opletten

‘Ik kan niet goed opletten op school als ik niet of niet genoeg heb gegeten. Ik vind het daarom fijn dat ik brood krijg op school. Ik kan beter opletten en meedoen met de lessen als ik brood heb gegeten’, zegt Lyen. Tahir (10): ‘Ik heb meer energie en kan me beter concentreren als ik brood eet. Ik vind daarom dat alle leerlingen brood moeten krijgen op school.’

Hartig en zoet ‘De hulpmoeders smeren boterhammen met hartig broodbeleg en boterhammen met zoet broodbeleg. Iedere leerling krijgt 2 boterhammen met hartig broodbeleg en 1 boterham met zoet broodbeleg’, vertelt Neymar (9). ‘Kaas en kipfilet zijn voorbeelden van hartig broodbeleg. Hagelslag, jam, appelstroop en chocoladepasta zijn voorbeelden van zoet broodbeleg. Ik eet graag een boterham met kaas’, vertelt Tahir. Damir: ‘Ik eet het liefst een boterham met jam of hagelslag.’

SEPTEMBER 2023
Les van de brandweer
Verkeerslessen
en fietslessen Gelukslessen in de klas
4 7 8 12
Een insectenhotel maken De leerlingen helpen de hulpmoeders met het smeren van de boterhammen. Foto’s: Arjen Jan Stada

Leo zijn vader bekijkt het rapport van zijn zoon. Vader: ‘Ik mis de 10.’ Leo: ‘Welke 10?’

Vader: ‘De 10 voor de moed om dit rapport aan mij te laten zien!’

Mika (9)

Jan belt bij zijn onderbuurman aan en vraagt of hij de volgende avond de stereo-installatie mag lenen. ‘Natuurlijk. Heb je een feestje?’, vraagt de buurman. ‘Nee hoor. Ik zou eens een beetje willen slapen!’, antwoordt Jan.

Sophia (10)

Er komt een skelet bij de dokter. Zegt de dokter: ‘Kon u niet eerder komen?’

Stefanos (12)

De vader van Erik heeft 3 kinderen gekregen. Kwik, Kwek en ...?

Liam (10)

Wat krijg je als je een egel en een slang met elkaar kruist?

Vincent (11)

s l e c h t z i e n d s

o p p c o m p o s t a a

n m r g k l a p l t a l

d a u i a a r i e l r k

e a l n n e r e k a r l

r z l e k g b w n v e e

d r e e t a k s i f d k

e u n r f u t u w a n a

l u b l f i e t s t i h

e d a g a s t l e s k c

n n k r e g e l s e e s

a m i l i e u p a r k n Antwoord (1 woord):

analfabeet compost duurzaam fiets gastles kinderraad milieupark onderdelen plan prullenbak

Regels: de woorden vind je horizontaal, verticaal en diagonaal. Ook achterstevoren. Je mag letters meerdere keren gebruiken. Als je de overgebleven letters in de juiste volgorde zet, krijg je het antwoord. Mail dit antwoord samen met je voornaam, leeftijd en het telefoonnummer van je ouder(s) of verzorger(s) (zodat we contact met je kunnen opnemen als je hebt gewonnen) naar ANTWOORD@JONG010.NL. Alleen de winnaar krijgt bericht.

J e n n y en J i m m y

Ik moet snoep kopen! Maar ik heb geen geld. Wil jij me helpen? Tuurlijk.

regels restafval schakelklas slechtziend sleutel spreken springkussen winkel wrak

Het antwoord van de woordzoeker van juni is: ZESKAMP. De winnaar is Sara (10) Gefeliciteerd!

Michiel van de Vijver

Laat dat snoep maar zitten.

Probleem opgelost.

Prikkeldraad.

Waarom kan een ei niet bevriezen?

Erik. Omdat er een dooier in zit.

Inaya (12)

Zoek de lege blikjes in de kinderkrant!

Dat snoep is alleen suiker en kleurstof. Dat is niet gezond. Je wordt er dik van en het is ook nog heel slecht voor je tanden.

Kun jij ze allemaal vinden?

Vul hier het aantal in:

Jong010 wordt mede mogelijk gemaakt door:

Heb jij een tip voor Jong010?

redactie@jong010.nl

Lees alle kranten op onze website: www.jong010.nl

DE NIEUWE JONG010 VERSCHIJNT DONDERDAG 5 OKTOBER 2023

JONG010 - SEPTEMBER 2023

JAARGANG 14 - EDITIE 1

OPLAGE: 38.000 KRANTEN

Hoofdredacteur: Suzanne Huig

Journalisten: Marloes Brouwer, Lot Derks, Amy van Loon, Jesse Wagenvoord

Fotografen: Peter Snaterse, Arjen Jan Stada

Vormgeving: Marcel van den Assem

Redactiemedewerker: Sasja Hof

Aan deze editie werkte verder mee: George van Het Duikhuis

SEPTEMBER 2023

ROTTERDAM – Burgemeester

Ahmed Aboutaleb hoort graag van Rotterdammers wat zij van de stad vinden. Hij is ook benieuwd naar de meningen en ervaringen van basisschoolleerlingen. Lever jij lege blikjes in?

Tekst en foto's: Suzanne Huig

A HMED A BOUTALEB

‘Ik gooi mijn lege blikjes in de prullenbak. Vaak lekken er nog druppels drinken uit lege blikjes. Ik vind het daarom niet fijn om lege blikjes te bewaren.’

‘Ieder jaar komen ongeveer 150 miljoen lege blikjes als zwerfafval op straat of in de natuur terecht. Blikjes kunnen 50 jaar op straat blijven liggen. Er zit tegenwoordig statiegeld op blikjes. Een leeg blikje is 15 cent waard. Je betaalt het extra wanneer je een blikje koopt. Je krijgt het geld terug als je het blikje inlevert. Ik hoop dat mensen vaker hun blikjes inleveren doordat er statiegeld op blikjes zit. De natuur wordt schoner als meer mensen hun lege blikjes inleveren. En de lege blikjes kunnen worden gebruikt om nieuwe dingen van te maken. Lever jij lege blikjes in?’

‘Ik spaar lege blikjes. Ik lever de gespaarde blikjes in als ik een vuilniszak vol heb. Ik vind het belangrijk om lege blikjes in te leveren omdat de natuur daardoor minder wordt vervuild. Ik vind het ook fijn dat ik het statiegeld weer terugkrijg.’

JOUNAYD

8 JAAR

‘Ik lever lege blikjes in bij de supermarkt. Ik spoel de lege blikjes af onder de kraan voordat ik ze inlever. De blikjes zijn daardoor schoon. Mijn ouders sparen het statiegeld.’

‘Ik lever mijn lege blikjes in. Ik vind het goed dat de natuur minder wordt vervuild als blikjes worden ingeleverd. Ik gebruik het statiegeld om nieuwe dingen te kopen.’

‘Ik gooi mijn lege blikjes thuis in een zak. Mijn moeder levert die zak met blikjes in als de zak vol is. Mijn moeder gebruikt het statiegeld om boodschappen te betalen. Ik vind dat iedereen zijn blikjes moet inleveren zodat er minder zwerfafval is.’

JANNAT 12 JAAR

Lever jij lege blikjes in?

‘Ik gooi mijn lege blikjes in de prullenbak omdat ik niet weet waar ik de blikjes kan inleveren. Ik vind het wel zonde om de blikjes weg te gooien. De blikjes kunnen daardoor niet worden gerecycled.’

ALEXANDER

‘Ik verzamel thuis lege blikjes. Ik lever mijn blikjes in als ik er 10 heb verzameld. Ik vind het leuk dat ik een soort beloning krijg als ik een blikje inlever.’

‘Ik lever lege blikjes in. Je gooit eigenlijk 15 cent weg als je een leeg blikje weggooit. Ik vind het zonde om geld weg te gooien.’

‘Ik lever mijn lege blikjes in. Ik denk dat veel mensen hun lege blikjes inleveren omdat ze anders 15 cent per blikje weggooien. Ik vind het goed dat de blikjes worden gebruikt om nieuwe spullen van te maken. Het milieu wordt daardoor minder vervuild.’

SEPTEMBER 2023
11 JAAR
8 JAAR D'ANGELY
IMRAN 8 JAAR
N ENAD 7 JAAR
AFAF 11 JAAR
8
RAHAF 13 JAAR JASON
JAAR
Foto: Gemeente Rotterdam / Marc Nolte

NOORD – De leerlingen van basisschool Dominicus krijgen iedere week een geluksles met de Gelukskoffer van juf Babette. De leerlingen leren tijdens de lessen hoe zij er zelf voor kunnen zorgen dat ze zich gelukkig voelen. Tekst: Suzanne Huig

Otis (10): ‘Geluk is een gevoel. De dingen die je blij maken, zijn je geluk. We leren tijdens de gelukslessen om te kijken naar de dingen die ons blij maken. Mijn vrienden maken mij blij. Ik voel me gelukkig door mijn vrienden.’ ‘Ik word ook gelukkig door mijn vrienden. Mijn vrienden helpen mij als dat nodig is’, zegt Elise (11).

Gelukskoffer

In de klas staat een koffer. ‘We noemen die koffer de gelukskoffer. Iedere leerling heeft iets wat hem of haar gelukkig maakt in de gelukskoffer gedaan. We bekijken samen de verschillende voorwerpen in de gelukskoffer. We leren elkaar daardoor beter kennen. Ik heb mijn knuffelbeer in de gelukskoffer gedaan. Mijn klasgenoten weten daardoor wat mijn knuffelbeer voor mij betekent’, vertelt Ezenyah (10).

Praten over je gevoel

Dave (10): ‘We praten tijdens de gelukslessen over ons gevoel. We weten daardoor hoe iedereen zich in de klas voelt. We kunnen daardoor rekening houden met elkaars gevoel en elkaar steunen.’

‘Ik vind het fijn dat we in de klas praten over hoe we ons voelen. Ik voel me niet alleen doordat ik mijn gevoel met anderen kan delen. Dat vind ik fijn’, zegt Ezenyah.

In de klas staat de gelukskoffer. Iedere leerling heeft iets wat hem of haar gelukkig maakt in de gelukskoffer gedaan. Foto’s: Arjen Jan Stada

Positieve en negatieve gedachten

De leerlingen leren tijdens de lessen hoe ze hun gevoel kunnen beïnvloeden met hun gedachten. Sophie (9): ‘Je voelt je fijn als je aan positieve dingen denkt. Je voelt je niet fijn als je aan negatieve dingen denkt. We leren daarom om te kijken naar de dingen die goed gaan en die ons blij maken. Ik word gelukkig van mijn familie en mijn poezen. Ik denk daarom aan mijn familie en mijn poezen als ik me niet fijn voel.’

Complimenten geven

Otis: ‘De meeste mensen voelen zich blij als ze een compliment krijgen. We leren daarom om anderen complimenten te geven.’ ‘Ik vind het fijn om een compliment te krijgen.

De leerlingen schrijven complimenten in hun happertje.

Een happertje is een spel met behulp van een gevouwen stuk papier. De leerlingen van basisschool Dominicus maken een happertje om te oefenen met het geven van complimenten. Jimmy (9) legt uit hoe je een happertje met complimenten maakt.

‘Schrijf onder ieder flapje een compliment.’

‘Pak een vierkant papier. Vouw 2 punten van het vierkant naar elkaar toe zodat je een driehoek krijgt.’

‘Draai je papier om. Vouw weer alle hoeken naar het midden.’

Ik voel me bijvoorbeeld zelfverzekerd als iemand tegen mij zegt dat ik aardig of behulpzaam ben’, zegt Sophie. Elise: ‘Ik voel dat ik mezelf kan zijn als ik een compliment krijg.’ ‘Ik krijg meer zelfvertrouwen als ik een compliment krijg. Ik voel me gelukkiger met meer zelfvertrouwen’, zegt Dave.

‘Vouw de driehoek daarna weer open. Vouw de andere punten naar elkaar toe. Vouw ook die driehoek weer open.’

‘Vouw het papier dubbel en weer open. Vouw het papier daarna naar de andere kant dubbel en weer open.’

‘Laat een klasgenoot zeggen hoe vaak je moet happen. Beweeg je happertje dat aantal keren heen en weer. Je komt bij een flapje uit. Lees het compliment voor dat onder het flapje staat.’

‘Vouw nu alle punten naar het midden toe. Je hebt dan een kleiner vierkant.’

‘Je kunt aan de onderkant je vingers onder de hoeken schuiven. Je happertje is af.’

SEPTEMBER 2023

ROTTERDAM – Moiz (9) heeft sinds zijn geboorte een aandoening aan zijn ogen. ‘Ik heb de aandoening achromatopsie. Ik zie daardoor geen kleuren en niet scherp. Ik heb door de aandoening veel last van licht’, vertelt Moiz. Tekst en foto’s: Suzanne Huig

‘Ik deed als baby mijn handen voor mijn ogen als mijn ouders met mij naar buiten gingen. Mijn ouders zijn daarom met mij naar een oogarts gegaan. Die oogarts ontdekte dat ik de aandoening heb’, vertelt Moiz.

Verschillende tinten grijs

‘Ik ben kleurenblind. Ik weet niet hoe kleuren eruitzien omdat ik nooit kleuren heb gezien. Ik zie alles in verschillende tinten grijs. Ik zie sommige dingen in donkergrijs. Ik zie andere dingen in lichtgrijs’, legt Moiz uit.

Een bril met donkere glazen

Moiz: ‘Licht doet pijn aan mijn ogen. Ik wil mijn ogen dichtknijpen als ik overdag buiten ben of als ik in een ruimte ben waar een lamp brandt. Ik draag daarom bijna altijd een speciale bril met donkere glazen. De donkere glazen beschermen mijn ogen tegen licht. Ik vind het niet erg om de bril te dragen. Ik ben het gewend.’

Een camera in de klas Moiz heeft een camera in de klas zodat hij beter kan zien wat er in de klas gebeurt. ‘Ik heb op mijn tafel in de klas een camera staan. Die camera filmt wat er in de klas gebeurt. Ik kan de beelden op een scherm zien. Ik kan de camera zelf besturen. Ik kan de camera bijvoorbeeld op mijn leraar richten als mijn leraar iets uitlegt. Ik kan de camera ook op het bord richten als ik wil lezen wat er op het bord staat geschreven’, legt Moiz uit.

Ogen opereren

‘Een oogarts kijkt 2 keer per jaar hoe het met mijn ogen gaat. Dokters onderzoeken of ze mijn ogen kunnen opereren en mijn aandoening kunnen genezen. Het lijkt mij heel fijn als het dokters lukt om mijn aandoening te genezen. Ik hoef dan nooit meer een bril te dragen en kan dan alles goed zien’, zegt Moiz.

Een chronische ziekte is een ziekte die minimaal 3 maanden duurt, steeds terugkomt of niet genezen kan worden.

De organisatie geeft bijvoorbeeld geld om hulpmiddelen te kopen, voorlichting te geven of onderzoek te doen.

SEPTEMBER 2023
Fonds Kind & Handicap helpt kinderen en jongeren met een handicap of chronische ziekte. Een handicap is een beperking waardoor je sommige dingen niet zo goed kunt. Moiz draagt bijna altijd een bril. Moiz. Moiz bekijkt via een scherm de camerabeelden.
‘Ik heb een speciale zwart-witatlas.’

ROTTERDAM – In Nederland krijgt 69 procent van alle kinderen tussen de 5 en 12 jaar zakgeld. Zakgeld is een bedrag dat sommige kinderen van hun ouder(s) of verzorger(s) krijgen. Je kunt met geld leren omgaan als je zakgeld krijgt. De kans is kleiner dat je later geldproblemen krijgt als je al op jonge leeftijd met geld leert omgaan. Tekst en foto: Suzanne Huig

Je kunt zelf bijhouden hoeveel zakgeld je hebt. Je kunt bijvoorbeeld met je ouder(s) of verzorger(s) een bankrekening openen. Je kunt je geld dan op je bankrekening zetten. Je krijgt bij een bankrekening een betaalpas en een pincode. Je kunt daarmee bijvoorbeeld geld pinnen en betalen in een winkel. Je kunt via een app dan zien hoeveel zakgeld je hebt gespaard en waar je je geld aan uitgeeft.

Afspraken over zakgeld

Kinderen van 10 jaar krijgen gemiddeld € 2,00 zakgeld per week. Sommige kinderen gebruiken hun zakgeld om snoep, speelgoed, spelletjes of kleding te kopen. Sommige kinderen gebruiken hun zakgeld om te sparen voor iets dat ze graag willen hebben. Sommige kinderen moeten van hun zakgeld cadeautjes voor kinderfeestjes kopen. Het is belangrijk om met je ouder(s) of verzorger(s) af te spreken waarvoor je je zakgeld gebruikt als je zakgeld krijgt. Je kunt dan betere keuzes maken in wat je wel of niet kan en wilt kopen. Je kunt je geld maar 1 keer uitgeven. Je moet daarom goed nadenken wat je ermee doet.

Krijg jij zakgeld? Zo ja, beslis jij zelf waar je je zakgeld aan uitgeeft?

‘Ik krijg zakgeld. Ik spaar een deel van mijn zakgeld. Ik koop van het andere deel speelgoed en cadeautjes voor kinderfeestjes. Ik mag zelf beslissen waar ik mijn zakgeld aan uitgeef. Ik vraag mijn ouders wel om toestemming voordat ik iets koop. Ik vind het belangrijk dat zij controleren of ik geen rommel koop van mijn zakgeld. Ik vind het zonde om mijn geld aan rommel uit te geven.’ Fioravante (8)

Een bijzonder dak bezoeken

ROTTERDAM – Waterschap Hollandse Delta en Gemeente Rotterdam vinden het belangrijk dat er in Rotterdam plek is voor water en groen. De daken van sommige Rotterdamse gebouwen worden daarom gebruikt om bijvoorbeeld water op te vangen of plantjes op te zetten. De leerlingen van basisschool Willibrord bezochten het dak van Gebouw de Heuvel. Irene van Gebouw de Heuvel gaf de leerlingen een rondleiding op het dak. Tekst: Suzanne Huig

‘Veel gebouwen in Rotterdam hebben een plat dak. Platte daken kunnen bijvoorbeeld worden gebruikt als wateropslag. Het dak van Gebouw de Heuvel wordt voor verschillende dingen gebruikt’, vertelt Irene.

Het dak van bovenaf.

Regenwater bewaren

‘Een gedeelte van het dak wordt gebruikt om regenwater op te slaan. We noemen dat gedeelte het blauwe dak’, legt Irene uit. ‘Regenwater stroomt via regenpijpen naar de speciale opslag’, zegt Minas (11). Julius (10): ‘Het regenwater wordt bijvoorbeeld gebruikt om planten water te geven als het niet regent.

Ze besparen daardoor kraanwater.’ Irene: ‘De opslag zorgt ervoor dat er minder wateroverlast is in de stad als het veel of hard regent.’

Plantjes op het dak

‘Op een ander gedeelte van het dak staan plantjes. We noemen dat gedeelte het groene dak. De plantjes zorgen voor schaduw. Het dak en het gebouw worden daardoor minder warm. De plantjes vangen ook regenwater op’, legt Irene uit. Samita (11): ‘Plantjes zorgen ook voor een betere luchtkwaliteit.’ ‘Het groene dak is goed voor de natuur’, zegt Amaury (11).

Plek om leuke dingen te doen

‘Een gedeelte van het dak wordt gebruikt als plek om leuke dingen te doen. Mensen kunnen op dat gedeelte bijvoorbeeld met elkaar praten of naar muziek luisteren’, vertelt Irene. Celino (11): ‘Het dak van onze school wordt gebruikt als speelplein. Het dak van onze school wordt dus ook als plek gebruikt om leuke dingen te doen.’

Zakgeldactie van de Rabobank

Je ontvangt € 7,50 zakgeld van de Rabobank als je een Rabo JongerenRekening opent. Kijk voor meer informatie samen met je ouder(s) of verzorger(s) op rabobank.nl/jongerenrekening

Naam:

Reactie:

De leerlingen bekijken het dak. Foto’s: Peter Snaterse

SEPTEMBER 2023

ROTTERDAM – Marieke van Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) Rijnmond reageert iedere maand in Jong010 op een vraag of probleem van een leerling of klas. Ze beantwoordt deze maand de vraag van Daan (9) Tekst: Suzanne Huig

Heb jij een vraag aan Marieke of zit je ergens mee?

Daan: ‘Mijn ouders zijn gescheiden. Mijn moeder heeft sinds kort een nieuwe vriend. Ik vind dat lastig. Wat kan ik doen?’

Hoi Daan,

Ik begrijp dat je het lastig vindt dat je moeder een nieuwe vriend heeft. Het is een verandering in jullie situatie. Het kan lastig zijn als dingen veranderen.

Mensen ontmoeten

Je kunt het niet tegenhouden dat je moeder een nieuwe vriend heeft.

Je ouders zijn niet meer samen maar vinden het misschien wel weer fijn om met iemand anders te zijn. Je vader ontmoet misschien ook weer iemand. Dat is normaal.

Aan elkaar wennen

Je moeder wil misschien dat je haar nieuwe vriend leert kennen. Je hoeft hem pas te leren kennen als jij daar klaar voor bent. Je kunt hierover met je moeder praten. Je kunt aan haar uitleggen dat je de situatie lastig vindt. Je kunt met haar afspraken maken over wat je fijn vindt en wanneer je hem bijvoorbeeld wilt zien. Het is belangrijk dat jullie de tijd krijgen om aan elkaar te wennen. Je vindt de nieuwe vriend van je moeder na een tijd misschien heel aardig. Het kan dan leuk zijn dat hij in je leven is gekomen.

Je vader blijft je vader

Je hoeft niet bang te zijn dat je vader wordt vervangen door de nieuwe vriend van je moeder. Je hoeft de nieuwe vriend van je moeder ook geen ‘papa’ te noemen. Je kunt aan hem vragen hoe je hem mag noemen. Misschien kunnen jullie samen bedenken hoe jullie elkaar noemen.

Marieke beantwoordt ingestuurde vragen.

Stuur een mail naar REDACTIE@JONG010.NL

Of stuur een brief naar Jong010, Postbus 13037, 3004 HA Rotterdam.

Groetjes, Marieke

ROTTERDAM – Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond organiseert voorlichtingslessen op basisscholen.

Leerlingen leren tijdens die lessen hoe ze een brand kunnen voorkomen en wat ze moeten doen als er brand ontstaat. Leerlingen van basisschool De Fontein kregen les van brandweervrouw Sjors. Tekst: Suzanne Huig

Brandweervrouw Sjors: ‘Brand ontstaat door de combinatie van brandstof, zuurstof en warmte. Je blust een brand als je 1 van die 3 dingen weghaalt.’ Carice (11): ‘Je kunt een brand bijvoorbeeld blussen met zand, schuim of water. Je haalt de zuurstof weg als je met zand of schuim blust. Je haalt de temperatuur weg als je met water blust.’

3 minuten om te vluchten ‘Een voorwerp dat in brand staat, kan in een paar minuten een grote brand veroorzaken. Het is daarom belangrijk om jezelf snel in veiligheid te brengen bij een brand’, vertelt brandweervrouw Sjors. Elijah (11): ‘Het is verplicht om op iedere etage in een gebouw een rookmelder te hebben. Je hebt vanaf het moment dat een rookmelder gaat piepen 3 minuten om te vluchten en jezelf in veiligheid te brengen.’ Manar (12): ‘Het is gevaarlijk om rook in te ademen. Dicht bij de grond is minder rook. Je moet daarom proberen zo laag mogelijk bij de grond te blijven als je vlucht.’

Brandweervrouw Sjors laat met een filmpje zien hoe snel een brand verspreidt. Foto’s: Peter Snaterse

Leerlingen van basisschool De Fontein met brandweervrouw Sjors.

Junayd draagt het ademluchtmasker.

Brandwerende kleding, bluslaarzen en een helm ‘Brandweermannen en brandweervrouwen beschermen zichzelf met een brandwerende broek, een brandwerende jas, bluslaarzen en een helm. De kledingstukken en laarzen wegen samen ongeveer 25 kilo’, vertelt Sjors. Junayd (12) trekt een brandweerpak en bluslaarzen aan. ‘Ik vind de kledingstukken en laarzen zwaar en warm. Brandweermannen en brandweervrouwen hebben ook nog een ademluchttoestel bij zich waarmee ze veilig kunnen ademen op een plek waar rook is’, vertelt Junayd.

Lijkt het jou leuk om met je klas les te krijgen van een brandweerman of brandweervrouw? Je leraar kan voor meer informatie mailen naar

GEORGETTE.PLOMP@VR-RR.NL De lessen zijn gratis.

SEPTEMBER 2023
Foto: Peter Snaterse

ROZENBURG – Leerlingen van basisschool De Rozenhorst volgen na schooltijd tuin- en natuurlessen van meester Hans. De leerlingen leren tijdens de lessen van alles over de natuur. De leerlingen pluizen in 1 van de lessen uilenballen uit. Tekst en foto’s: Jesse Wagenvoord

De leerlingen krijgen per tweetal 1 uilenbal. ‘Uilen eten muizen. Een uil kan niet alles van een muis eten. Een uil kan het haar en de botjes van een muis bijvoorbeeld niet goed eten. Uilen spugen de dingen die ze niet goed kunnen eten uit. Je krijgt dan een uilenbal’, legt James (7) uit.

Op zoek naar botjes

‘Ik gebruik een satéprikker om de uilenbal uit elkaar te halen. Ik moet heel voorzichtig zijn. De botjes zitten vast in de pluizige uilenbal. De botjes breken snel als ik niet voorzichtig ben’, vertelt Shane (6). ‘Ik vind heel veel verschillende botjes van een muis. Ik heb al de kaken, een stukje rib, een onderbeen en een bovenbeen van een muis gevonden. Ik kan de botten herkennen met behulp van een poster’, zegt Dave (8).

Het skelet van een muis

Tycho (8): ‘Ik vind het best lastig om de botjes te herkennen.’ ‘Ik vind het kopje van een babymuisje. De schedel is veel kleiner dan de andere schedels’, vertelt Shekina (8). Mila-Jade (6): ‘Ik plak alle gevonden botjes met plakband op een papier. Ik kan mijn vondst dan goed laten zien.’ ‘Ik heb bijna alle botjes van een muis. Ik leg de botjes met behulp van de poster op de goede plek. De botjes vormen zo het hele skelet van een muis’, vertelt Nova (7).

Leuke les Maya (10): ‘Ik vind de uilenballen soms een beetje vies. Ik vind het toch leuk om de botjes te zoeken.’ ‘Ik ben heel nieuwsgierig naar wat ik allemaal vind’, zegt Dave. ‘Ik vind de les heel interessant. Ik weet nu hoe de botten van een muis er in het echt uitzien’, vertelt James. ‘Ik vind het leuk om botjes te vinden die ik nog nooit eerder heb gezien’, zegt Shane. ‘Ik vind uilenballen uitpluizen een leuke activiteit. Ik word enthousiast doordat ik veel verschillende botjes vind’, zegt Tycho.

PRINS ALEXANDER – Yasmine (11) maakt een insectenhotel in bibliotheek Ommoord. Een insectenhotel helpt insecten. Insecten leggen in het voorjaar eitjes in een insectenhotel. Insecten gebruiken een insectenhotel ook in de winter. Insecten kunnen in de winter schuilen en opwarmen in een insectenhotel. Yasmine legt uit hoe je een insectenhotel maakt. Tekst en foto’s: Marloes Brouwer

‘Ik zaag 5 planken met een afmeting van 7,5 centimeter bij 25 centimeter.

Ik schuur alle planken met schuurpapier. De planken worden daardoor glad.’

‘Ik lijm met houtlijm 4 planken aan elkaar. Ik maak van de 4 planken een vierkant. Ik plaats 1 plank in het midden van het vierkant.’

‘Ik maak nu de achterkant van mijn insectenhotel. Ik zaag 2 planken met een afmeting van 7,5 centimeter bij 20,5 centimeter. Die planken worden de achterkant. Ik maak de planken met spijkers vast aan het gemaakte vierkant.’

‘Ik zaag 2 plankjes met een afmeting van 7,5 centimeter bij 6 centimeter.

Ik plaats die plankjes als tussenschotjes in het insectenhotel.’

‘Ik vul de tussenschotjes met takjes, stro en rietstengels.’

‘Ik maak een rooster op het insectenhotel. Alleen insecten kunnen via het rooster het insectenhotel in. Het rooster beschermt insecten tegen bijvoorbeeld vogels.’

SEPTEMBER 2023
Meester Hans legt uit waar uilenballen vandaan komen. Hij laat een opgezette uil zien aan de klas. Shekina laat haar gevonden botjes zien. Mila-Jade en Shekina pluizen een uilenbal uit. Een compleet muizenschedeltje. SKELET Alle botten samen.

Stijn tijdens de nachtduik.

Foto: George van Het Duikhuis

IJSSELMONDE – Stijn (9) zit op duikles. Stijn krijgt om de week duikles in Zwembad IJsselmonde. Hij leert iedere les nieuwe dingen. Hij vertelt hoe hij in het donker duikt. Tekst: Marloes Brouwer

Stijn maakt zich klaar om het water in te gaan. ‘Ik heb een duikpak aan. Het duikpak houdt mij warm. Ik heb een luchttank op mijn rug. Er zit perslucht in mijn luchttank. Aan de luchttank zit mijn ademautomaat. Ik kan via de ademautomaat en luchttank onder water ademen. Er zit een meter aan mijn duikvest vast. Ik kan op de meter zien hoeveel lucht er nog in de luchttank zit. Ik kan met mijn duikbril onder water kijken. Ik heb vinnen aan mijn voeten’, vertelt Stijn.

Duiken in het donker

Stijn: ‘De lichten in het zwembad gaan uit en de gordijnen gaan naar beneden. We noemen dit nachtduiken. We gaan in het donker duiken. We nemen een zaklamp mee onder water. We schijnen met de zaklamp. Het is heel donker onder water. Je ziet bijna niks. Het kan ook erg donker zijn als je buiten duikt. Het is daarom belangrijk om in het donker te kunnen duiken.’

Communiceren met signalen

‘We communiceren onder water met duiksignalen. Je steekt je duim omhoog als je naar boven gaat. Je steekt je duim omlaag als je onder water gaat. Je wijst naar je tank als je perslucht bijna op is. Je maakt een rondje van je duim en je wijsvinger om te laten zien dat alles goed gaat’, legt Stijn uit.

Stijn heeft zijn duikuitrusting aan.

Foto's: Marloes Brouwer

COMMUNICEREN

KRALINGEN-CROOSWIJK – Je kunt rennen voor je plezier. Je kunt ook rennen voor een goed doel. Lenna (12): ‘We rennen 3 kilometer door het Kralingse Bos voor het Sophia Kinderziekenhuis.’

Ilse (10): ‘We laten ons sponsoren voor de afstand die we rennen. We zamelen daardoor geld in om de spoedeisende hulp van het Sophia Kinderziekenhuis mooier te maken.’ De spoedeisende hulp is een plek waar je komt als je ziek of gewond bent.

Tekst: Lot Derks

Raeenjo (10) rent met een gebroken pols. ‘Ik wil graag meedoen. Ik wil de kinderen in het ziekenhuis blij maken omdat het verdrietig is om in het ziekenhuis te zijn’, vertelt Raeenjo. Mick (10) komt als eerste over de finish. Mick: ‘Het gaat niet om winnen, maar om het goede doel.’

Noud

De zussen Emma (12) en Elfi (12) rennen mee voor hun broer Noud. ‘Onze broer Noud komt vaak in het Sophia Kinderziekenhuis omdat hij ziek is. Ik vind het belangrijk dat de spoedeisende hulp gezelliger wordt’, zegt Emma. Elfi: ‘Ik hoop dat er meer kleur komt op de spoedeisende hulp zodat het er vrolijker uitziet. Ik wil ook graag dat er meer speelgoed voor oudere kinderen op de spoedeisende hulp komt.’

De deelnemers rennen voor het goede doel.

Vriendinnen van Fleur halen € 10.188,00 op voor het Sophia Kinderziekenhuis.

Fleur

Noa (10), Julia (12), Aimée (13) en Lotte (12) rennen mee voor hun vriendin Fleur. Noa: ‘Fleur zit in ons basketbalteam. Ze is ziek en ligt in het ziekenhuis.’ De vriendinnen halen € 10.188,00 op voor het Sophia Kinderziekenhuis. Lotte: ‘We hebben onze vrienden en familie gevraagd geld te doneren via de website van de Stichting Vrienden van het Sophia.’ De renners halen samen in totaal € 57.337,00 op. Julia: ‘Het belangrijkst is dat we Fleur graag willen steunen. We hopen dat ze beter wordt.’

SEPTEMBER 2023
Mick komt als eerste over de finish. De renners halen samen in totaal € 57.337,00 op. Foto’s: Arjen Jan Stada Contact met elkaar hebben. Informatie delen. Bijvoorbeeld door te praten, te schrijven of iets uit te beelden.

Samen tegen pesten

ROTTERDAM – De Week Tegen Pesten 2023 is van 25 september 2023 tot en met 29 september 2023. Pesten gebeurt in de klas, op het schoolplein, op straat en via internet. Je kunt met je schoolgenoten zorgen voor een fijne en veilige school. Hoe zorg jij ervoor dat je klasgenoten zich fijn voelen in de klas? Tekst en foto’s: Suzanne Huig

‘Ik zorg dat mijn klasgenoten zich fijn voelen door naar al mijn klasgenoten te luisteren. Ik trek niemand voor. Ik zorg dat iedereen zijn of haar mening kan vertellen.’

‘Ik let op mijn klasgenoten. Ik vraag of iemand samen wil spelen als ik zie dat iemand alleen zit. Ik zorg er daardoor voor dat niemand zich buitengesloten voelt.’

Hoe zorg jij ervoor dat je klasgenoten zich fijn voelen in de klas?

De hulpmoeders smeren boterhammen met hartig en zoet … . PAGINA 1

Wat doet Jason met lege blikjes onder de kraan, voordat hij ze inlevert?

PAGINA 3

Wat leren de kinderen aan anderen te geven? PAGINA 4

Wat voor glazen heeft de bril van Moiz? PAGINA 5

Van wie krijgen veel kinderen zakgeld?

PAGINA 6

Je kunt een brand bijvoorbeeld blussen met zand, water of PAGINA 7

‘Ik zorg ervoor dat mijn klasgenoten zich fijn voelen door met al mijn klasgenoten te spelen. Ik speel in de pauzes bijvoorbeeld tikkertje met al mijn klasgenoten.’

‘Ik ben gepest. Ik vond het heel vervelend dat niemand voor mij opkwam toen ik werd gepest. Ik probeer daarom op te komen voor al mijn klasgenoten.’

Het antwoord van de puzzel van juni is: WEDSTRIJDEN.

De winnaar is Daan (8). Gefeliciteerd!

Hoe heet het voorwerp dat uilen uitspugen, waarin dingen zitten die ze niet goed kunnen eten? PAGINA 8

Wat zit er aan de luchttank van Stijn? PAGINA 9

Wat hebben de leerlingen elke middag?

PAGINA 11

‘Ik probeer aardig te zijn voor al mijn klasgenoten. Ik geef bijvoorbeeld complimenten aan mijn klasgenoten. Ik houd ook rekening met mijn klasgenoten. Ik zorg er bijvoorbeeld voor dat ik geen dingen doe die mijn klasgenoten niet fijn vinden.’

BOEKENBON TER WAARDE VAN 15 EURO

Wat moet je met je hand doen als je afslaat met de fiets? PAGINA 12

Aan wie delen de leerlingen tasjes uit? PAGINA 12

De antwoorden op de vragen vind je in deze krant!

SEPTEMBER 2023
Jan (13) Marwa (12) Lucy (12) Hannah (12) Jakob (7)

HILLEGERSBERG-SCHIEBROEK – De leerlingen van Verbazisschool Wow hebben elke middag een stiltemoment. Het stiltemoment heet ‘de Silence’. De leerlingen praten tijdens het stiltemoment 20 minuten niet met elkaar. Ze kunnen dan lezen, op hun kussen liggen of mediteren. Tekst en foto’s: Jesse Wagenvoord

De leerlingen doen tijdens ‘de Silence’ verschillende dingen. ‘Ik zit het liefst in het raamkozijn. Ik tel dan de vogelsoorten die ik buiten zie’, vertelt Wietze (9). Bob (8): ‘De juf zet altijd rustige pianomuziek op. Ik luister graag naar die muziek.’ ‘Ik denk tijdens ‘de Silence’ na over mijn plannen voor die dag’, zegt Jaylinn (8). Jelte (10): ‘Ik lees het liefst een boek. We hebben speciale boeken voor het stiltemoment. Die boeken gaan over emoties, ADHD en hoogbegaafd zijn.’

De leerlingen tijdens ‘de

DELFSHAVEN – De Emmausschool bestaat 100 jaar. Leraren hebben in de school daarom een museum gemaakt met oude spullen uit de kelder van de school. Chenaire (9): ‘In het museum hangen oude foto’s van de school en de buurt.’ Tekst en foto’s: Lot Derks

In het museum liggen schoolspullen die vroeger werden gebruikt. Juf Corrie: ‘Ik ben hier als kleuter naar school gegaan. Ik gebruikte deze spullen op school.’ Er ligt een kroontjespen op een tafel. Juf Corrie: ‘We noemden de tafels vroeger schoolbanken. We zaten met z’n tweeën in een schoolbank. We schreven met een kroontjespen. Op de hoek van de schoolbank stond een potje met inkt. Je moest je kroontjespen in het potje met inkt dopen als je wilde schrijven.’ Eda (9): ‘Ik denk dat ik knoei als ik met een kroontjespen moet schrijven.’

Verschillen met vroeger

Imrane (9): ‘Vroeger was er geen digiboard.’

Juf Corrie: ‘Je kon dus geen foto’s opzoeken of filmpjes kijken. De juffen en meesters deden toneelstukjes in de poppenkast.’ Rafiq (9): ‘Het lijkt mij saai om geen digiboard te hebben.’

Over 100 jaar

De leerlingen denken na over hoe de school er in de toekomst uitziet. Lorena (10):

‘Ik denk dat er over 100 jaar robots voor de klas staan.’ ‘Ik hoop dat de leerlingen over 100 jaar nog steeds mogen buitenspelen in de pauze’, zegt Adam (9).

Leren om stil te zijn

Jelte: ‘We leren door het stiltemoment om stil te zijn.’ ‘Ik vind het soms lastig om stil te zijn. Ik vind het saai om stil te zijn’, zegt Suus (9). ‘Andere leerlingen maken soms geluiden tijdens het stiltemoment. Ik vind het dan moeilijker om rustig te worden’, vertelt Pien (11). ‘Ik vind het juist makkelijk om stil te zijn. Ik vind het fijn dat er een moment is dat alle leerlingen even rustig zijn’, vertelt Wietze.

Rust in je hoofd

Het stiltemoment helpt de meeste leerlingen. ‘Ik voel me lekker ontspannen na het stiltemoment’, zegt Jaylinn. ‘Het stiltemoment zorgt voor meer rust in mijn hoofd en in de klas’, vertelt Bob. ‘De leerlingen zijn vaak druk na de pauze. Het stiltemoment zorgt ervoor dat alle leerlingen weer rustig worden’, zegt Jelte. Pien: ‘Ik heb door ‘de Silence’ weer genoeg energie om in de middag te spelen en leuke dingen te doen.’

PRINS ALEXANDER – Diwen (12) is een rekentalent. Ze vindt rekenen leuk en doet mee aan rekenwedstrijden. Tekst en foto’s: Amy van Loon

‘Ik reken thuis iedere dag. Ik oefen thuis met speciale rekenboeken. Die rekenboeken komen uit China. De sommen in die rekenboeken zijn moeilijker dan de sommen in Nederlandse rekenboeken’, vertelt Diwen.

Sommen oplossen

Diwen: ‘Ik vind het leuk om een manier te bedenken om een som op te lossen. Ik krijg op een gegeven moment vanzelf het antwoord op een som. Ik ben heel blij als ik het antwoord op een som weet. Mijn ouders kunnen ook goed rekenen. Ik vraag mijn ouders om hulp als ik een som niet begrijp.’

Zelf oefenen

Diwen heeft een tip voor kinderen die rekenen niet leuk of lastig vinden. ‘Je kunt het best oefenen met verhaaltjessommen. Je kunt op de website WWW.SLIMLEREN.NL oefensommen maken. Je wordt steeds beter in rekenen als je veel oefent’, zegt Diwen

SEPTEMBER 2023
Diwen is blij als zij een rekenwedstrijd wint. Diwen maakt een rekensom. Wietze zit in een holletje. De leerlingen voor de poppenkast. Juf Corrie laat plaatjes van vroeger zien. Silence’.

Verkeersveiligheid rondom scholen

ROTTERDAM – De gemeente Rotterdam vindt het belangrijk dat leerlingen veilig van en naar school kunnen lopen of fietsen. Gemeente Rotterdam zorgt daarom voor verkeerslessen en fietslessen voor basisschoolleerlingen.

Charlois

Leerlingen van de Beatrixschool, basisschool

Kindcentrum De Hoeksteen, basisschool

De Koppeling en basisschool Over de Slinge krijgen fietsles. De leerlingen leren tijdens de fietslessen hoe zij veilig naar school kunnen fietsen. Tekst en foto’s: Marloes Brouwer

‘Veel kinderen gaan op de fiets naar school. Ik vind het daarom belangrijk dat we veilig naar school leren fietsen’, vertelt Serena (12).

Oogcontact maken

‘We leren bijvoorbeeld om oogcontact te maken met automobilisten. Een automobilist weet dat je hem of haar ziet als je oogcontact maakt. De kans is daardoor kleiner dat er een botsing ontstaat’, vertelt Theresa (12).

De leerlingen oefenen met een stoplicht wanneer ze moeten stoppen.

Richting aangeven en stoppen

Serena: ‘We leren dat we onze hand moeten uitsteken als we links of rechts afslaan. Het verkeer achter je weet welke kant je opgaat als je je hand uitsteekt. Het verkeer achter je kan daardoor rekening met je houden.’ Bayan (7): ‘We oefenen met stoplichten op het schoolplein. We leren om bij een rood en oranje stoplicht te stoppen. We fietsen als een stoplicht op groen staat.’

Verkeersregels

De leerlingen leren ook verkeersregels. ‘Ik vind het belangrijk om de verkeersregels goed te kennen. De kans is kleiner dat er ongelukken gebeuren als iedereen de regels kent’, zegt Bayan. ‘Ik heb geleerd dat een fietser die van rechts komt voorrang heeft op een fietser die van links komt’, vertelt Theresa. Serena: ‘Ik heb geleerd dat het verboden is om een telefoon te gebruiken tijdens het fietsen.’

Kralingen-Crooswijk

Sommige automobilisten rijden te hard in woonwijken. Dat kan voor gevaarlijke situaties zorgen. Leerlingen van basisschool de Esch willen dat automobilisten zachter rijden in de buurt van hun school.

De leerlingen vragen samen met Stichting Move aandacht voor een veilige wijk.

Tekst en foto’s: Marloes Brouwer

‘We moeten een weg oversteken om op het schoolplein te komen. Automobilisten mogen op die weg 30 kilometer per uur rijden. Automobilisten rijden op die weg vaak veel harder dan 30 kilometer per uur. De bestuurders kijken ook niet goed uit´, vertelt Sabaoth (12). ‘Ik maak mij zorgen als mijn broertje naar school loopt. Ik wil dat de automobilisten zachter rijden’, vertelt Ameer (12).

Hoe zorg jij voor veiligheid in het verkeer?

Tekst en foto’s: Suzanne Huig

Een speech op het schoolplein Aylin (11) houdt een speech op het schoolplein. Aylin vertelt in haar speech waarom zij het belangrijk vindt dat de wijk veiliger wordt. ‘Het is belangrijk dat wij veilig kunnen oversteken. We willen dat er geen ongelukken gebeuren. Bestuurders moeten hun verantwoordelijkheid nemen´, vertelt Aylin. Ouders van leerlingen en mensen van Gemeente Rotterdam luisteren naar haar speech.

SPEECH

Een toespraak. Woorden waarmee je een groep mensen iets vertelt.

De leerlingen moeten deze weg oversteken om op het schoolplein te komen.

Flyers en stickers in de wijk

De leerlingen delen tasjes uit aan buurtbewoners.

Rana (7): ‘Het is belangrijk om niet zomaar over te steken als een stoplicht op groen gaat of als je voorrang hebt. Je moet altijd kijken voordat je oversteekt. Je weet dan zeker dat je veilig kunt oversteken.’

‘Bestuurders denken vaak niet na over wat voor ongelukken er kunnen gebeuren. Wij willen dat de bestuurders nadenken over de gevaren’, vertelt Meysa (12). Aylin: ‘We hebben stickers en flyers gemaakt. Op de stickers en flyers staat dat automobilisten niet harder dan 30 kilometer per uur mogen rijden. We hangen de stickers en flyers op in de wijk. We denken dat de automobilisten zachter rijden als ze de stickers en flyers zien.’

Zayn (8): ‘Ik zoek altijd de veiligste route als ik ergens naartoe ga. Ik zoek bijvoorbeeld de route waarbij ik zo min mogelijk hoef over te steken.’

Hoe zorg jij voor veiligheid in het verkeer?

SEPTEMBER 2023
Tekst: Suzanne Huig De leerlingen leren veilig fietsen op het schoolplein.
INZETTEN Je best doen voor iets. INZETTEN Je best doen voor iets.
OOGCONTACT Contact met iemand maken door hem of haar aan te kijken.
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.