Jong010, dé Rotterdamse kinderkrant - oktober 2023

CENTRUM – Dominique (11) is sinds september de kinderburgemeester van Rotterdam. Anuska (11), Mehdi (11), Alissia (11) en Yara (11) zijn sinds september de kinderraadsleden van Rotterdam. Zij zijn dit schooljaar de stem van alle 120.000 kinderen in de stad. Tekst: Amy van Loon

De kinderraad en kinderburgemeester organiseren bijvoorbeeld activiteiten en gaan in gesprek met mensen die belangrijke beslissingen nemen. Yara: ‘We vragen extra aandacht voor thema’s die wij belangrijk vinden. We werken allemaal aan een thema. We werken samen aan het thema armoede.’

Culturen leren kennen

Yara werkt aan het thema integratie. ‘Integratie gaat over hoe mensen met verschillende nationaliteiten met elkaar samenleven. In Rotterdam zijn er 175 nationaliteiten. Ik wil dat mensen meer over de verschillende culturen in Rotterdam leren.’

Groen en klimaat

‘Ik werk aan het thema groen. Ik wil workshops gaan geven over planten en de klimaatveranderingen’, zegt Anuska.

‘Ik werk aan het thema klimaat. Ik wil ervoor zorgen dat er minder plastic op straat en in het water komt’, vertelt Alissia.

Een veilige stad

Mehdi: ‘Ik werk aan het thema veiligheid. Ik wil ervoor zorgen dat iedereen veilig naar school kan. Ik wil ook dat iedereen veilig buiten kan spelen.’ Dominique werkt aan het thema pesten en het thema discriminatie. Ik wil pesten en discriminatie tegengaan door veel te praten met specialisten en leerlingen. ‘Ik wil Rotterdam veranderen in een fijne stad waar iedereen zich veilig voelt’, zegt Dominique.

Homa (7) zit op Taekwondo

De kinderraad, kinderburgemeester Dominique en burgemeester Aboutaleb. Foto’s: Rhalda Jansen

Sara gaat met haar oma naar de dierentuin. Als ze bij de kamelen zijn, liggen de dieren allemaal op de grond. ‘Waarom is dat oma?’, vraagt Sara. ‘Dan zijn de batterijen op’, zegt oma tegen Sara.

Ilaysha (10)

Jantje zit in bad. Zijn moeder zegt: ‘Kom er maar gauw uit Jantje. En droog je snel af anders krijg je kippenvel!’ Jantje vraagt: ‘Krijg ik dan ook veren?’

Vincent (12)

Pietje komt op school en laat zijn huiswerk aan de meester zien. De meester vraagt: ‘Heeft je vader je met de sommen geholpen, Pietje?’ ‘Nee meester, ik heb zelf al die fouten gemaakt’, zegt Pietje.

Tijl (8)

Waarom eet een koe geen mayonaise?

Omdat zijn kop niet in het potje past.

b g u r e t h c i d b b

l i l l u s t r a t o r

t k b n e k e t s e e l

k e r l e z e r k v k b

r o k e i z e e e s e l

e b m e k o n g t p n a

v p k m n k t n n a p d

ij i a e a i u h z t l z

r r f s u p n r e i a ij

h t t e k s t g d e n d

c s d n e n n a p s k e

s p e e r g r e t t e l

bibliotheek bladzijde boekenkast boekenplank dichter drukker illustrator kaft komma

Antwoord (1 woord):

Regels: de woorden vind je horizontaal, verticaal en diagonaal. Ook achterstevoren. Je mag letters meerdere keren gebruiken. Als je de overgebleven letters in de juiste volgorde zet, krijg je het antwoord. Mail dit antwoord samen met je voornaam, leeftijd en het telefoonnummer van je ouder(s) of verzorger(s) (zodat we contact met je kunnen opnemen als je hebt gewonnen) naar ANTWOORD@JONG010.NL. Alleen de winnaar krijgt bericht.

J e n n y en J i m m y

Waar hoort dit? Bij het groene glas? Of het bruine?

Ik zou zeggen bruin. Nee! Groen. Eh

Frida (9)

Kun jij hoger springen dan de Eiffeltoren?

Ja, want de Eiffeltoren kan niet springen.

Wacht! Ik weet iets.

leesteken lettergreep lezer punt rug schrijver spannend spatie stripboek tekening tekst uitgever zin

Het antwoord van de woordzoeker van september is: GRATIS. De winnaar is Zahid (9) Gefeliciteerd!

Michiel van de Vijver

Opgelost.

Timo (10)

Er zwemmen 10 vissen in een aquarium. Eentje verdrinkt. Hoeveel vissen zijn er nog over in de bak?

Laura (11)

10, want vissen kunnen niet verdrinken.

Zoek de appels in de kinderkrant!

Kun jij ze allemaal vinden?

Vul hier het aantal in:

Jong010 wordt mede mogelijk gemaakt door:

Heb jij een tip voor Jong010?

redactie@jong010.nl

Lees alle kranten op onze website: www.jong010.nl

JONG010 - OKTOBER 2023

JAARGANG 14 - EDITIE 2

OPLAGE: 38.000 KRANTEN

Hoofdredacteur: Suzanne Huig

Journalisten: Marloes Brouwer, Lot Derks, Amy van Loon, Jesse Wagenvoord

Fotografen: Peter Snaterse, Arjen Jan Stada

Vormgeving: Marcel van den Assem

Redactiemedewerker: Sasja Hof

Aan deze editie werkten verder mee: Rhalda Jansen, DFotografie

ROTTERDAM –

Burgemeester Ahmed

Aboutaleb hoort graag van Rotterdammers wat zij vinden. Hij is ook benieuwd naar de meningen en ervaringen van basisschoolleerlingen.

Lees jij graag een boek?

Tekst

‘Ik heb op mijn nachtkastje altijd een boek liggen. Ik vind het fijn om nog even te lezen voordat ik ga slapen. Ik lees in vakanties ook graag. Ik heb het gevoel dat ik op reis ga als ik lees. Ik beleef een avontuur vanuit mijn luie stoel als ik een boek lees. Sommige mensen vinden lezen stom. Hoe vind jij het om te lezen?’

‘Ik lees iedere avond een halfuur voordat ik ga slapen. Ik lees op school ook iedere dag. Ik leer veel nieuwe woorden doordat ik lees. Ik vind het leuk om fantasieverhalen te lezen.’

A HMED A BOUTALEB

‘Ik lees ongeveer 3 avonden per week. Ik vind het leuk om verhalen over avonturen te lezen. Ik vind het leuk dat ik een avontuur een beetje kan meemaken door een verhaal over een avontuur te lezen.’

‘Ik vind het niet leuk om te lezen. Ik verveel me als ik lees. Ik vind het leuker om plaatjes of filmpjes te kijken. Ik moet van mijn ouders soms wel lezen zodat ik beter word in lezen.’

ELON 7 JAAR

‘Ik lees op school. Ik lees thuis bijna nooit. Ik vind het leuk om te lezen als ik een verhaal lees over een tienerdrama. Ik vind het leuk om me in die verhalen te verplaatsen.’

RANIA 12 JAAR

‘Ik houd niet van lezen. Ik heb het gevoel dat mijn hoofd vol raakt als ik lees.

Ik word daardoor moe als ik lees.

Ik vind dat vervelend. Ik lees op school wel omdat ik daar moet lezen.’

JAYRO

‘Ik vind het leuk om te lezen. Ik lees graag spannende verhalen. Ik vind het leuk om in mijn hoofd te bedenken wat er zou kunnen gebeuren. Ik heb het gevoel alsof ik als een spion mee kan kijken met een gebeurtenis als ik lees.’

MILA 11 JAAR

BOJAN 7 JAAR E MIR 8 JAAR

‘Ik lees bijna iedere ochtend op school. Ik lees thuis ongeveer 3 keer per week. Ik vind het leuk om verhalen te lezen over leeftijdsgenoten. Ik verplaats me in die verhalen.’

SUZE

12 JAAR

‘Ik lees bijna iedere avond voordat ik ga slapen. Ik word rustig als ik lees. Ik vind dat fijn. Ik lees graag fantasieverhalen.’

‘Ik vind lezen niet leuk. Ik vind veel verhalen saai. Ik vind het daardoor moeilijk om me te concentreren en echt te lezen. Ik lees daarom thuis nooit.’

IZABELLA

12 JAAR

en foto's: Suzanne Huig

Lees jij graag een boek?

Foto: Gemeente Rotterdam / Marc Nolte

HILLEGERSBERG-SCHIEBROEK – De Raad voor de Kinderbescherming komt op voor de rechten en belangen van kinderen. De Raad voor de Kinderbescherming wordt om hulp gevraagd als er zorgen zijn over een kind. De Raad voor de Kinderbescherming onderzoekt dan wat de beste oplossing is voor het kind. De leerlingen van basisschool De Bergse Zonnebloem kregen een gastles van Iris en Esther van de Raad voor de Kinderbescherming. Tekst: Suzanne Huig

‘In het Kinderrechtenverdrag staat hoe iedereen met kinderen moet omgaan. Nederland heeft beloofd zich aan die afspraken te houden. Als het ouders of verzorgers niet lukt om kinderen goed op te laten groeien, kunnen organisaties helpen’, vertelt Esther.

BELANGEN

Hoe belangrijk iets is.

Een melding

Iris: ‘De Raad voor de Kinderbescherming krijgt een melding als iemand zich zorgen maakt over een kind tussen de 0 en 18 jaar. Het wijkteam of de organisatie Veilig Thuis kan bijvoorbeeld een melding maken. We kijken dan wat er nodig is om het kind veilig op te laten groeien. We vinden dat je veilig op kunt groeien als je zonder geweld en ruzie opgroeit, voldoende aandacht krijgt van je ouders, goed onderdak hebt en eten en drinken hebt.’ Janna (11): ‘Ik vind het goed dat de Raad voor de Kinderbescherming er is. Ik vind dat ieder kind het verdient om zich veilig en fijn te voelen.’

Onderzoek en advies

Esther: ‘We praten met de verzorgers, het kind en bijvoorbeeld leraren om te onderzoeken welke hulp er nodig is. We schrijven daarna een rapport met ons advies. We kijken altijd wat voor het kind het beste is. We kunnen bijvoorbeeld aan de rechter vragen of een kind onder toezicht kan worden gesteld. Een jeugdbeschermer gaat de verzorgers dan helpen met de opvoeding.’ Jayden (11): ‘Ik vind het heel goed dat de Raad voor de Kinderbescherming met kinderen praat. Kinderen kunnen zelf het beste vertellen hoe ze zich voelen.’

JEUGDBESCHERMER

Iemand die gezinnen helpt.

Ergens anders wonen

Iris: ‘We proberen altijd te onderzoeken wat er nodig is zodat een kind veilig thuis kan blijven wonen. Soms is er een situatie waarbij een kind een periode niet thuis kan blijven wonen omdat het thuis bijvoorbeeld te gevaarlijk is voor een kind. We kijken dan of een kind een periode ergens anders kan wonen. Sommige kinderen gaan dan bijvoorbeeld een tijdje bij een familielid wonen.’

Semke (11): ‘Ouders of verzorgers kunnen dan rustig problemen oplossen. De kinderen kunnen weer thuis wonen als de problemen zijn opgelost.’

De kinderrechter

Esther: ‘Sommige mensen willen geen hulp. Wij kunnen een kinderrechter dan na onderzoek om een maatregel vragen. Een kinderrechter kan hulp verplichten. De kinderrechter praat met de verzorgers en het kind als het kind 12 jaar of ouder is. De kinderrechter neemt daarna de beslissing of de verplichte hulp er komt.’

Imraan (11): ‘De Raad voor de Kinderbescherming gaat alleen naar de kinderrechter als er geen andere oplossing is.’

Een voorbeeldsituatie

De Raad voor de Kinderbescherming onderzoekt verschillende situaties. Esther en Iris vragen de leerlingen om hun advies bij een voorbeeldsituatie: ‘Mirthe (11) haar ouders gaan scheiden. Moeder wil dat Mirthe bij haar blijft wonen. Vader wil dat Mirthe bij hem gaat wonen. Mirthe wil het liefst bij allebei wonen. Dat kan volgens haar ouders niet omdat ze ver weg van elkaar gaan wonen. Mirthe haar ouders praten onaardig over elkaar. Mirthe vindt dat niet leuk. Ze houdt van haar moeder en van haar vader. Hoe zouden we Mirthe kunnen helpen?’

Help de Raad voor de Kinderbescherming

Achmed (9) heeft een broer en 2 zusjes. Achmed zijn moeder heeft het druk met de zorg voor zijn zusjes. 1 van de zusjes heeft een handicap waardoor ze vaak naar het ziekenhuis moet. De vader van Achmed woont ergens anders en helpt niet mee bij de opvoeding.

Achmed heeft vaak ruzie op school. Hij heeft geen vrienden. Hij is vaak verdrietig. De juf wil daarover met Achmed zijn moeder praten. De moeder van Achmed komt niet naar de afspraken op school. Het lukt de school daardoor niet om de situatie met Achmed zijn moeder te bespreken en de situatie te verbeteren. Achmed blijft zitten. De school doet een melding bij de Raad voor de Kinderbescherming.

Oplossingen bedenken

Mijntje (11): ‘Mirthe zit ermee dat haar ouders onaardig over elkaar praten. Ze wil niet tussen haar ouders kiezen.’ Marit (11): ‘Ze wil allebei haar ouders blij maken. Ze weet niet goed wat ze moet doen.’ Jinte (11): ‘De Raad voor de Kinderbescherming kan de ouders adviseren om goede afspraken te maken over hoe ze met Mirthe omgaan.’ Marit: ‘De Raad voor de Kinderbescherming kan een gesprek voeren met Mirthe en haar ouders. Ze kunnen dan op een rustige manier met elkaar praten.’ Mijntje: ‘De ouders kunnen het advies krijgen om dichter bij elkaar te gaan wonen zodat Mirthe bij allebei haar ouders kan wonen.’ Iris: ‘Jullie hebben goede oplossingen. De Raad voor de Kinderbescherming zou de ouders inderdaad helpen om weer goed met elkaar samen te werken zodat Mirthe zich fijner voelt.’

Hoe zou Achmed volgens jou het beste geholpen kunnen worden?

Naam:

Antwoord:

Esther en Iris geven de gastles. Foto’s: Peter Snaterse

De leerlingen gaan met elkaar in gesprek over de voorbeeldsituatie.

ROTTERDAM – Nikhil (14) heeft een aandoening aan zijn nieren. ‘Ik heb het nefrotisch syndroom. Het nefrotisch syndroom is een aandoening waarbij de filters in je nieren niet goed werken’, vertelt Nikhil. Tekst en foto’s: Suzanne Huig

‘Ik moest naar de dokter omdat ik niet goed groeide. Dokters hebben toen verschillende onderzoeken gedaan. Ze zijn erachter gekomen toen ik 4 jaar was dat ik het nefrotisch syndroom heb’, vertelt Nikhil.

Filters in nieren

‘Gezonde mensen hebben 2 nieren. Je nieren zitten achter je ribben in je buik. Nieren zijn nodig om bijvoorbeeld afvalstoffen uit je bloed te verwijderen. Iedereen heeft 1 nier nodig. Je kunt niet zonder nier. In een nier zitten filters. De filters zorgen ervoor dat de afvalstoffen uit je bloed worden gehaald. De afvalstoffen gaan naar je blaas. Je plast de afvalstoffen uit’, vertelt Nikhil.

Eiwitten plassen

‘In eten en drinken zitten verschillende stoffen die goed voor je zijn. Die stoffen helpen je om te groeien, om gezond te blijven of om energie te krijgen. Eiwitten zorgen er bijvoorbeeld voor dat je groeit en dat je lichaam sneller beter wordt als je ziek bent. De filters in mijn nieren werken niet goed. Mijn filters lekken. Ze laten daardoor bijvoorbeeld ook eiwitten uit mijn bloed gaan. Ik plas eiwitten uit. Dat is niet goed. Mijn lijf heeft eiwitten nodig’, legt Nikhil uit.

Medicijnen innemen

‘Ik slik iedere ochtend, middag en avond pilletjes. Die pilletjes zorgen ervoor dat de ziekte niet erger wordt. Ik krijg iedere donderdag op school via een infuus extra eiwitten in mijn lichaam. Ik zit dan 2 uur aan een infuus vast. Ik volg gewoon lessen terwijl ik aan het infuus zit. Ik moet ongeveer 4 keer per jaar een hele dag naar het ziekenhuis. Ik krijg dan heel de dag medicijnen via een infuus. Ik slik ook groeihormonen. Groeihormonen zorgen ervoor dat ik beter groei. Ik wil graag net zo groot als mijn leeftijdsgenoten worden’, vertelt Nikhil.

Niet ziek

‘Ik voel me niet ziek als ik mijn medicijnen goed inneem. Ik voel me daarom niet anders dan anderen. Ik houd vocht vast als ik mijn medicijnen niet goed inneem. Ik krijg dan een opgezwollen gezicht en voel me niet fijn. Het is daarom belangrijk dat ik mijn medicijnen altijd goed inneem. Ik vind het vervelend als mensen zeggen dat ik klein ben voor mijn leeftijd. Ik word door die opmerking steeds herinnerd aan mijn aandoening’, zegt Nikhil.

Een handicap is een beperking waardoor je sommige dingen niet zo goed kunt.

Een chronische ziekte is een ziekte die minimaal 3 maanden duurt, steeds terugkomt of niet genezen kan worden.

De organisatie geeft bijvoorbeeld geld om hulpmiddelen te kopen, voorlichting te geven of onderzoek te doen.

Fonds Kind & Handicap helpt kinderen en jongeren met een handicap of chronische ziekte.

INFUUS Een slangetje waardoor stoffen in je bloed worden gebracht.

Nikhil.

‘Ik houd deze knuffel vast als ik aan het infuus zit.’

Nikhil laat wat spullen van de schoolverpleegkundige zien.

ROTTERDAM – Steeds meer mensen worden het slachtoffer van cybercriminelen. De kans is kleiner dat je later slachtoffer wordt van cybercriminelen als je al op jonge leeftijd veilig met geld leert omgaan. Tekst en foto: Suzanne Huig

Cybercriminelen zijn online criminelen. Cybercriminelen gebruiken een computer, telefoon of ander netwerk om misdrijven te plegen.

Vreemd bericht

Cybercriminelen proberen bijvoorbeeld via een e-mail, WhatsAppbericht, sms of betaalverzoek gegevens van mensen te krijgen. De criminelen doen bijvoorbeeld alsof ze een vriend of familielid zijn. Of ze doen alsof ze van een online spel of de bank zijn. Ze overtuigen je met hun bericht om geld te betalen of inloggegevens te geven. Je ziet vaak typfouten in de berichten van criminelen. Criminelen gebruiken ook vaak vreemde en onbekende e-mailadressen en telefoonnummers. Controleer daarom altijd een bericht en de afzender. Verwijder een bericht als je iets vreemds ziet.

Asmin (11)

Klik niet op linkjes

Criminelen vragen je in hun berichten soms om op een link te klikken. Ze vragen je daarna bijvoorbeeld om je gebruikersnaam en wachtwoord in te vullen. Je geeft op die manier je inloggegevens. De criminelen gebruiken die gegevens voor slechte dingen. Ze gebruiken de inloggegevens bijvoorbeeld om geld van je bankrekening te stelen. Klik daarom nooit op een link van een afzender die je niet vertrouwt.

Beveiligen met codes

Je pincode en inloggegevens van je bankrekening zijn voorbeelden van beveiligingscodes. Het is belangrijk om je beveiligingscodes geheim te houden. Deel je beveiligingscodes niet met anderen. Je codes kunnen minder snel worden misbruikt als je ze met niemand deelt. Beveilig ook je telefoon, tablet en laptop goed zodat niemand daarmee bij je bankrekening kan.

‘Ik vertrouw online niemand. Ik blokkeer een afzender als de afzender om geld of mijn gegevens vraagt. Ik meld het bij het spel of bij de politie als ik een bericht van een cybercrimineel krijg. De politie kan dan onderzoeken wie de dader is. De politie kan daardoor misschien voorkomen dat meer mensen slachtoffer worden van die crimineel.’

Parken in de Rijnhaven

FEIJENOORD – Waterschap Hollandse Delta en Gemeente Rotterdam vinden het belangrijk dat er in Rotterdam plek is voor water en groen. De Rijnhaven wordt verbouwd zodat er meer plek komt voor groen in de stad. Jingjing werkt bij Gemeente Rotterdam. Ze gaf aan de leerlingen van groep 8 van basisschool Sterrenschool de Globetrotter een gastles over de verbouwing van de Rijnhaven. Tekst: Suzanne Huig

‘De Rijnhaven is een haven die ligt tussen Katendrecht en de Wilhelminapier. Vroeger kwamen veel schepen in de Rijnhaven. De Rijnhaven wordt nu bijna niet meer gebruikt door schepen. We gaan de Rijnhaven daarom veranderen’, vertelt Jingjing.

Jingjing.

Leerlingen van groep 8 met Jingjing. Foto’s: Peter Snaterse

Meer natuur in de stad

Jingjing: ‘We vinden het belangrijk dat er meer natuur in de stad komt. Bomen en struiken zorgen bijvoorbeeld voor schaduw. Ze zorgen er daardoor voor dat het minder warm wordt in de stad.’ ‘Bomen nemen ook CO2 op. Ze zorgen er daardoor voor dat de lucht schoner wordt’, zegt Mohamed (11). Krisi (12): ‘Ik vind dat de stad er mooier uit gaat zien als er meer natuur in de stad komt.’

Extra land

‘In de Rijnhaven lag veel troep van schepen. We hebben die troep weggehaald. We hebben daarna zand in een gedeelte van de haven gespoten. Het zand zorgt ervoor dat een gedeelte van de haven land wordt’, legt Jingjing uit. Elfida (11): ‘Een speciaal schip heeft zand van de bodem van de Noordzee gehaald. Het schip heeft dat zand in de haven gespoten.’ Jingjing: ‘Je mag nog niet op het zand staan. Het is nu drijfzand. Het duurt ongeveer 3 jaar tot het zand stevig is. Het is dan een nieuw stukje land.’

Naam:

Reactie:

Een plek om leuke dingen te doen Jingjing: ‘Op het nieuwe stukje land komen 3.000 woningen, winkels, een park en een strand.’ Abdessamad (11): ‘Ik vind het goed dat de haven wordt verbouwd. De verbouwing zorgt ervoor dat er een plek komt waar je leuke dingen kunt doen.’ ‘In de Rijnhaven komen ook 2 drijvende parken. De Rijnhaven wordt een plek waar je buiten kunt spelen en kunt zwemmen’, zegt Rania (11). ‘Ik denkt dat het een leuke plek wordt om met familie of vrienden naartoe te gaan’, zegt Kardelen (11).

Wat doe je als je in een online spel een bericht krijgt dat je niet vertrouwt?

ROTTERDAM – Marieke van Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) Rijnmond reageert iedere maand in Jong010 op een vraag of probleem van een leerling of klas. Ze beantwoordt deze maand de vraag van Nasir (9) Tekst: Suzanne Huig

Heb jij een vraag aan Marieke of zit je ergens mee?

Nasir: ‘Ik heb het gevoel dat ik anders ben dan mijn klasgenoten. Ik vind dingen leuk die zij niet leuk vinden. Ik voel me daardoor vaak alleen in de klas. Wat kan ik doen?’

Hoi Nasir, Ieder kind is anders. Iedereen ziet er anders uit. En iedereen heeft zijn eigen interesses. Dat is goed. Het zorgt ervoor dat iedereen uniek is. Je mag trots zijn op wie jij bent.

Marieke beantwoordt ingestuurde vragen.

Stuur een mail naar REDACTIE@JONG010.NL

Of stuur een brief naar Jong010, Postbus 13037, 3004 HA Rotterdam.

ROTTERDAM – Veiligheidsregio RotterdamRijnmond wil gevaarlijke situaties voorkomen. Brandweerman Bram vertelt met zijn zoon Kaylen (12) hoe je de hulpdiensten kunt helpen.

Tekst: Suzanne Huig

‘De meldkamer geeft aan ons door wat er aan de hand is, waar we naartoe moeten en hoe hoog de prioriteit is. Er zijn 3 verschillende prioriteiten. We moeten bij prioriteit 1 met spoed naar een incident. We gebruiken dan de zwaailichten en de sirene op het voertuig. We moeten bij prioriteit 2 direct naar het incident maar we hebben dan geen voorrang. We mogen dan wel op het fietspad rijden als dat nodig is. We mogen bij prioriteit 3 geen verkeersregels overtreden’, legt brandweerman Bram uit.

Aan de kant

‘Een brandweervoertuig is een voorrangsvoertuig als de sirene en zwaailichten van het voertuig aan staan. Het voertuig mag dan bijvoorbeeld door rood rijden en te hard rijden’, vertelt brandweerman Bram. Kaylen: ‘Sommige mensen schrikken als ze een sirene horen of zwaailichten zien. Het is belangrijk dat je aan de kant gaat voor hulpdiensten met zwaailichten en sirenes. Automobilisten kunnen bijvoorbeeld in een berm gaan staan. Fietsers kunnen bijvoorbeeld de stoep op gaan.’

Sportclub of hobbyclub

Ik begrijp dat het niet leuk is dat er niemand in je klas zit die hetzelfde leuk vindt als jij. Bedenk welke sport of hobby jij leuk vindt. Je kunt je dan aanmelden bij een sportclub of hobbyclub. Je leert dan leeftijdsgenootjes kennen die dezelfde sport of hobby leuk vinden als jij. Je kunt contact opnemen met het Jeugdfonds Sport & Cultuur Rotterdam als er thuis te weinig geld is om een lidmaatschap of lessen te betalen.

Vrienden maken

Je voelt je minder alleen als je vrienden hebt. Je kunt vrienden maken door met je klasgenoten te kletsen. Kies iemand uit waarvan je denkt dat hij of zij aardig is. Je kunt die persoon opzoeken als hij of zij alleen is. Je kunt dan een gesprek beginnen. Misschien is er wel iets dat die persoon en jij allebei leuk vinden.

Training volgen

Je kunt hulp vragen als het niet lukt om alleen vrienden te maken. Je kunt bijvoorbeeld je ouders, verzorgers, juf of meester om hulp vragen. Je kunt ook een speciale training volgen om vrienden te leren maken. Je ontmoet bij zo’n training kinderen die het ook moeilijk vinden om vrienden te maken. Je kunt op school meer informatie over de training vragen.

Groetjes, Marieke

Brandweerman Bram en Kaylen.

Foto’s: Arjen Jan Stada

Parkeren op de goede plek

‘Het is belangrijk dat mensen hun voertuig alleen parkeren op een plek waar ze mogen parkeren.

Het is belangrijk dat mensen hun auto bijvoorbeeld niet parkeren in de bocht van een straat.

Hulpdiensten kunnen een bocht soms niet maken als voertuigen verkeerd geparkeerd staan.

Ze kunnen dan niet zo snel mogelijk naar een incident toe’, legt brandweerman Bram uit.

PRIORITEIT Wat voorrang heeft.

Brandkranen voor bluswater

‘Een tankautospuit (TAS) wordt bijna altijd gebruikt bij een brand. Een TAS is een blusvoertuig. In een TAS zit een watertank met daarin 2.000 liter water. Je kunt met 2.000 liter water ongeveer 10 minuten blussen. De brandslang wordt aangesloten op een brandkraan of we halen water uit een sloot als de tank leeg is. De locaties van brandkranen staan aangegeven op rode bordjes. Je ziet die bordjes bijvoorbeeld op muren en lantaarnpalen’, vertelt

Kaylen. Brandweerman Bram: ‘Het is belangrijk om de ruimte rondom brandkranen vrij te houden zodat de brandweer er altijd bij kan.’

Foto: Peter Snaterse

Een bordje en een put van een brandkraan.

CHARLOIS — De schakelklas van basisschool Over de Slinge bezocht met organisatie De Stad Uit buurttuin De Groene Oase op Zuid. De leerlingen ontdekten waar een aardappel allemaal voor gebruikt kan worden.

Tekst en foto’s: Jesse Wagenvoord

‘Aardappels kunnen stroom doorgeven doordat ze nat en zuur zijn’, legt Ayse (11) uit. ‘We maken daarom een batterij van aardappels’, vertelt Estrella (9). De leerlingen duwen een muntje en een spijker in elke aardappel. ‘We doen een snoertje tussen het muntje van de ene aardappel en de spijker van de volgende aardappel. We maken een kring van 3 aardappels en een lampje ertussen. De aardappels wekken zo stroom op. Het lampje gaat daardoor branden. Je hebt een kring van 100 aardappels nodig om bijvoorbeeld een telefoon op te laden’, zegt Dilpreet (11). Djemsi (8): ‘Ik vind het leuk dat ik nu weet hoe ik een aardappelbatterij moet maken.’

Knutselen met aardappels

‘Ik snij een stempel uit een halve aardappel. Ik doe verf op mijn stempel. Ik maak zo een patroon op een papier. Ik vind het best gek dat je eten kunt gebruiken voor andere dingen’, zegt Sofia (9). ‘Ik maak een bloemenpatroon met mijn stempel’, zegt Feysa (11). ‘Ik maak een aardappelpoppetje. Ik stop in de bovenkant van zijn hoofd een watje met zaadjes. Ik ga de zaadjes thuis water geven. De zaadjes groeien uit tot plantjes. Het aardappelmensje krijgt dan plantjes als haar’, legt Asma (11) uit.

DELFSHAVEN – De leerlingen van basisschool De Ark leren tuinieren van tuinjuf Judith. De leerlingen leren tijdens de lessen hoe ze met de natuur moeten omgaan. Tekst en foto’s: Suzanne Huig

Op het schoolplein staan plantenbakken. De leerlingen hebben in de plantenbakken verschillende planten geplant. ‘Ik heb in deze plantenbak een aardappelplant en een radijsplant gezet’, zegt Maya (10). Melih (9): ‘Ik heb in deze plantenbak een tomatenplant, paprikaplant en komkommerplant gezet.’ Elif (9): ‘We zetten bij iedere plant een stokje met daarop de naam van de plant. We weten daardoor welke plant waar staat.’ Ayoub (9): ‘De planten hebben ruimte, zonlicht en water nodig.’ Enes (9): ‘We geven de planten 2 keer per week water.’

Onkruid weghalen

De leerlingen halen het onkruid rondom de planten weg. ‘Het onkruid neemt ruimte in beslag. De planten hebben daardoor te weinig ruimte om te groeien. We halen het onkruid daarom weg’, vertelt Sara (9). Feyza (10): ‘We brengen het onkruid naar de composthoop van onze school. Compost bestaat uit groente-, fruit- en tuinafval.’ Sara: ‘We strooien later compost bij onze plantjes. In compost zitten stoffen die grond, zaadjes en plantjes nodig hebben om te groeien. Het is hun voedsel.’

TUINIEREN Telen en kweken van planten, bloemen

De groep met hun aardappelpoppetjes.

De leerlingen met hun aardappelbatterij. Sofia snijdt aardappels voor de salade.

Ayse en Sofia met hun gestempelde kunstwerken.

De leerlingen verzorgen de planten.

of voedsel.

ROTTERDAM – Homa (7) zit op taekwondo bij Sportcentrum Oostervant.

Homa: ‘Ik wil later Olympisch kampioen taekwondo worden.’

Tekst: Marloes Brouwer

‘Taekwondo is een Koreaanse vechtsport en zelfverdedigingsport.

Tae betekent voet. Kwon betekent vuist. Do betekent de manier van trainen. Je krijgt dan samen het woord taekwondo. Je gebruikt je benen om te trappen. Je gebruikt je armen om te vechten. Je gebruikt je benen en armen ook om jezelf te beschermen’, vertelt Homa.

De spagaat en hoog trappen

Homa: ‘Mijn lievelingsoefening is Poomsae. Ik gooi mijn been in de lucht. Ik maak een vuist van mijn handen. Ik doe alsof ik tegen mijn tegenstander vecht. Ik train dan mijn techniek. We doen ook veel oefeningen om lenig te worden. Ik kan hoger trapper als ik lenig ben. Ik kan mijn tegenstander dan beter raken. Ik vind de spagaat soms moeilijk. De leraar drukt op mijn voorste been. De leraar drukt ook op mijn achterste been. Mijn benen worden daardoor wijder.’

Schreeuwen

Homa: ‘Je schreeuwt tijdens taekwondo. Het schreeuwen heet Kihap. Je schreeuwt om jouw tegenstander bang te maken. Ik krijg zelf ook veel energie van het schreeuwen. Ik train 4 dagen in de week. Ik wil later Olympisch kampioen taekwondo worden. Ik kan dan goud winnen. Ik houd van goud. Ik ga nooit opgeven.’

ROTTERDAM – Riley (11) zit op honkbal. Riley honkbalt in 4 honkbalteams. Hij moet veel reizen voor internationale wedstrijden. Hij zamelt daarom geld in. Tekst: Marloes Brouwer

Riley honkbalt.

‘Ik speel voor Neptunus U12-1, Little League Rotterdam U12 NK, Future Stars Academy Aruba B.I.P. U12 en Team Kingdom of the Netherlands U12 2023 EK. Ik deed mee aan try-outs. Je laat tijdens een try-out zien wat je allemaal kan. Ik ben toen geselecteerd door verschillende teams. Ik mag daarom in het buitenland honkballen. Ik ga met de auto naar Frankrijk om te honkballen. Ik ga met het vliegtuig naar Aruba om te honkballen. Ik vind honkballen in andere landen heel leuk. De velden in het buitenland zijn anders. In Nederland zijn de velden bijvoorbeeld van kunstgras gemaakt. Op Aruba zijn de velden van echt gras gemaakt’, vertelt Riley.

Geld inzamelen

‘Er zijn nog geen sponsors die mijn buitenlandse reizen betalen. Dat komt omdat honkbal nog niet zo’n bekende sport is in Nederland. Ik moet daarom zelf mijn reizen naar het buitenland betalen. Het is erg duur om naar het buitenland te reizen. De vliegtickets kosten veel geld. Ik zamel daarom geld in op de website GoFundMe. Ik betaal de reizen van het geld dat ik inzamel. Ik heb al meer dan 3.000 euro ingezameld’, vertelt Riley.

De New York Yankees

Riley: ‘Ik wil later op het hoogste niveau honkbal spelen. Het is mijn droom om later voor mijn favoriete team te spelen. Mijn favoriete team is de New York Yankees. Dat is een beroemde honkbalclub in Amerika. Ik ga erg mijn best doen om de top te bereiken.’

Riley laat zijn gewonnen prijzen zien.

Foto: Marloes Brouwer

Foto’s: DFotografie

Homa laat een paar oefeningen zien. Foto’s: Arjen Jan Stada

De Dag van de Leraar

ROTTERDAM – Het is op 5 oktober de Dag van de Leraar. De Dag van de Leraar is een soort feestdag voor alle leraren. Op die dag is er extra aandacht voor hoe belangrijk leraren zijn. Wat moet een leraar volgens jou goed kunnen? Tekst en foto’s: Suzanne Huig

‘Ik vind het belangrijk dat een leraar kinderen goed kan helpen. Ik vind dat een leraar bijvoorbeeld extra uitleg moet geven aan kinderen die dingen lastig vinden.

Ik vind het ook belangrijk dat een leraar veel kinderen tegelijkertijd in de gaten kan houden.’

‘Ik vind het belangrijk dat een leraar goed oplossingen kan bedenken als er iets gebeurt. Een goede leraar kan bijvoorbeeld voor een leuke en leerzame dag zorgen als een andere leraar ineens ziek is.’

‘Ik vind het belangrijk dat een leraar dingen op verschillende manieren kan uitleggen. Een leraar kan er dan voor zorgen dat alle leerlingen een les begrijpen.’

‘Ik vind het belangrijk dat een leraar het goede voorbeeld geeft. Ik vind bijvoorbeeld dat een leraar niet moet roken en aardig moet zijn tegen iedereen.’

‘Ik vind het belangrijk dat een leraar geen kinderen voortrekt. Een leraar moet alle leerlingen in een klas aandacht geven. Alle leerlingen voelen zich dan fijn in een klas.’

De kinderraad gaat in gesprek met mensen. Deze mensen nemen belangrijke … . PAGINA 1

Waar heeft de burgemeester altijd een boek liggen? PAGINA 3

Wat bedenken de kinderen bij de voorbeeldsituatie van Mirthe? PAGINA 4

Wat werkt niet goed in de nieren van Nikhil?

PAGINA 5

Waardoor wordt de Rijnhaven nu bijna niet meer gebruikt? PAGINA 6

Hoe moeten de hulpdiensten naar een incident bij prioriteit 1?

Met … . PAGINA 7

Wat moet een leraar volgens jou goed kunnen?

BOEKENBON TER WAARDE VAN 15 EURO

Het antwoord van de puzzel van september is: BOTERHAMMEN.

De winnaar is Annelien (8). Gefeliciteerd!

Welke klas bezocht De Groene Oase op Zuid?

PAGINA 8

Wat doet Homa om de tegenstander bang te maken? PAGINA 9

Wat krijgen Lisa en Nesrin gemaakt van glitter en Marokkaanse henna?

PAGINA 11

Waarmee leren de leerlingen omgaan bij de lessen ‘Lekker in je vel’? PAGINA 12

Wat doen de mensen op straat als de leerlingen een feestje maken? PAGINA 12

De antwoorden op de vragen vind je in deze krant!

Jayda (9)

Amani (8)

Aya (7)

Ferres (7)

Esila (12)

FEIJENOORD – Basisschool Sterrenschool de Globetrotter organiseerde de jaarlijkse culturenmarkt. Ouders organiseerden op de culturenmarkt activiteiten uit hun eigen cultuur. De leerlingen konden op de markt verschillende culturen ervaren. Tekst en foto’s: Jesse Wagenvoord

‘We krijgen tijdens de culturendag een kaartje met daarop verschillende activiteiten en gerechten. We kruisen op het kaartje af wat we hebben gedaan of gegeten’, zegt Vaydean (10). Lisa (9): ‘Ik krijg bij een kraampje een glitter tattoo.’ ‘Ik neem een Marokkaanse henna tattoo’, zegt Nesrin (9). ‘Ik laat als eerst mijn haren vlechten. Ik wil het liefst alles van mijn kaart afstrepen’, vertelt Ebral (10). ‘Ik speel oud-Hollandse spelletjes’, zegt Neo (9).

Nieuwe hapjes proeven

Familieleden van de leerlingen helpen mee op de markt. ‘Mijn zus helpt bij het Turkse eetkraampje’, zegt Nesrin. De leerlingen krijgen bij de kraampjes eten uit verschillende landen. ‘Ik vind de Turkse sarma het lekkerste hapje op de culturenmarkt. Sarma is een rol van groene bladeren, gehakt en rijst’, vertelt Nesrin. ‘Ik proef op de culturenmarkt voor het eerst Chinese koekjes. Ik vind de koekjes erg lekker’, zegt Vaydean. ‘Ik eet vandaag voor het eerst sushi uit Japan. Ik wil nu vaker sushi eten’, zegt Ebral.

Alle culturen door elkaar

Claydrion (10): ‘We kunnen op de culturenmarkt van alles leren, proeven en zien. We leren zo meer over de culturen van leerlingen van onze school.’ ‘Ik vind het belangrijk en leuk om allerlei culturen te ervaren. Je leert dan veel meer over je klasgenoten. Je leert bijvoorbeeld wat kinderen uit verschillende culturen eten’, zegt Neo. Lisa: ‘Ik zie normaal nooit veel van de verschillende culturen op school. Ik vind het bijzonder om op de markt alle culturen door elkaar te zien.’

DELFSHAVEN – In het klaslokaal van Juf Hester leren ontwerpers om zelf kleding te maken en op te knappen.

De ontwerpers werken met stoffen van oude kleding. Bobby (10): ‘Ik vind het belangrijk om kleding opnieuw te gebruiken. Je hoeft niets nieuws te kopen als je andere spullen kunt opknappen. Dat is beter voor de wereld.’ Tekst en foto’s: Lot Derks

De ontwerpers krijgen opdrachten van juf Hester. Naël (8): ‘Ik maak een tas. Een patroon is een tekening van hoe iets wordt. Ik speld op de stof het patroon van de tas. Ik knip het patroon daarna uit de stof. Ik naai daarna de stukken stof aan elkaar vast zodat het een tas wordt. Ik vind het spelden leuk omdat ik goed moet opletten dat ik mijn vingers niet raak.’

Ontwerpen

Lara (10): ‘Je kunt ook een eigen ontwerp kiezen als je zelf kleding maakt.’ In het klaslokaal liggen stoffen die de ontwerpers kunnen gebruiken. ‘Ik vind het leuk om nieuwe ontwerpen te bedenken en daar mooie stoffen bij te zoeken’, zegt Isabella (12). Emily (10): ‘Ik ontwerp een rugzak die ik graag wil hebben. Ik kon zo’n rugzak nergens kopen.’

Kleding verkopen

Amina (10): ‘Ik maak met mijn zus een rok van overhemden die mijn vader niet meer draagt. We gebruiken de naaimachine om de stoffen aan elkaar te naaien. Je moet precies werken om geen fout te maken.’ De zussen Safiyya (9) en Amina willen graag dingen ontwerpen en verkopen. ‘We gaan etuis maken en verkopen. We willen ook ooit kleding ontwerpen voor andere mensen. Ik heb nu een vestje van panterstof aan dat ik zelf heb gemaakt. Het lijkt me leuk om mensen tegen te komen die mijn ontwerpen dragen. Ik vind het cool als anderen mijn ontwerpen mooi vinden.’

Amina en Safiyya maken een rok.

Emily achter de naaimachine.

De leerlingen op de markt.

Neo speelt oud-Hollandse spelletjes.

Lara knipt het patroon uit de stof.

Ebral met haar gevlochten haren, henna tattoo en glitter tattoo.

Nesrin en Ebral eten Turkse hapjes.

Naël

Bobby

Leren omgaan met elkaar

ROTTERDAM – De gemeente Rotterdam vindt het belangrijk dat leerlingen leren omgaan met hun gevoelens en met elkaar. De gemeente Rotterdam zorgt er daarom voor dat basisschoolleerlingen verschillende trainingen en lessen over emoties kunnen volgen. Tekst: Suzanne Huig

Feijenoord

De leerlingen van basisschool De Nieuwe Haven krijgen iedere maandagmiddag, dinsdagmiddag en donderdagmiddag lessen via de organisatie YOU Talent om zichzelf en hun talenten te ontdekken. Een deel van de leerlingen volgt de lessen ‘Lekker in je vel’ van juf Najia. Tekst: Suzanne Huig

‘We leren tijdens deze lessen emoties kennen en herkennen’, vertelt Raymely (11). Saziye (10): ‘We leren daardoor met onze emoties omgaan.’

Gevoelens uitbeelden

De leerlingen krijgen allemaal een kaartje met daarop een gevoel geschreven. De leerlingen mogen om de beurt het gevoel op hun kaartje uitbeelden. De andere leerlingen raden welk gevoel wordt uitgebeeld. Yosmery (10) springt en lacht. Warvin (9): ‘Hij beeldt uit dat hij zich superblij voelt.’ Jaivon (10) beeldt zelfvertrouwen uit door tegen een muur te hangen en stoer te kijken. Kiye’lany (10): ‘Ik wiebel en kijk naar de grond. Ik beeld een onzeker gevoel uit.’ Raymely kijkt steeds naar haar horloge. ‘Zij beeldt uit dat ze ongeduldig is’, zegt Katrin (11).

Elkaar vertrouwen en helpen

Jaivon: ‘We praten tijdens de lessen over hoe we ons voelen. Ik vind dat fijn. Ik leer daardoor anderen vertrouwen. Ik leer dat ik met mensen kan praten als ik me niet fijn voel.’ Katrin: ‘Ik leer door de lessen te zeggen hoe ik me voel. Anderen kunnen mij daardoor beter begrijpen en mij helpen.’ Saziye: ‘Ik leer rekening te houden met anderen doordat ik emoties leer herkennen. Ik vind dat fijn.’

Centrum

De leerlingen van basisschool Het Landje wandelen met bewoners uit verpleeghuis Laurens Antonius. ‘We doen graag opdrachten om te leren. We leren tijdens de wandeling van de ouderen en de ouderen van ons’, zegt Sarah (11). Bruno (10): ‘We maken een gelukswandeling. Een gelukswandeling is een wandeling om ouderen vrolijker te maken.’ Tekst en foto’s: Lot Derks

Meester Misja vertelt dat de ouderen het fijn vinden om door de stad te wandelen. ‘Ouderen die in een verpleeghuis wonen, kunnen niet altijd naar buiten. Ze vinden het daarom fijn om te wandelen. Je kunt veel zien in de stad en samen zie je nog meer. Je komt gelukkiger terug dan voor je naar buiten ging’, zegt hij.

Wat doe jij om je fijn te voelen?

Tekst en foto’s: Suzanne Huig

De stad vrolijker maken

Bruno: ‘We blazen bellenblaas en versieren de stad met onze kunstwerken.’ ‘Ik beplak de lantaarnpalen met tekeningen.

De lantaarnpalen zijn nu gezellige palen’, zegt Sophie (11). Meester Misja zet muziek op als de leerlingen bellenblazen. Kaylin (9): ‘We maken een feestje op straat. De mensen op straat glimlachen naar ons.’

Younes (10): ‘Ik voel me fijn als ik een spel speel op mijn PlayStation. Ik vergeet alles om mij heen even als ik een spel speel.’

Wie bent u?

De leerlingen stellen de ouderen vragen om meer over hen te weten te komen. ‘Ik heb mevrouw Santoe gevraagd of ze een fijne dag heeft. Ik hoop dat ze blijer is door de wandeling. Mevrouw Santoe laat zien welke bloemen en gebouwen ze mooi vindt’, vertelt Zana (10). Mevrouw Santoe: ‘In de stad staan veel grijze gebouwen.

Nina (12): ‘Ik voel me fijn als ik teken of muziek luister. Ik teken graag mensen die ik zie.’

INZETTEN

Je best doen voor iets.

HERKENNEN Weten wie of wat je ziet.

Sommige gebouwen zijn beschilderd met verf of graffiti. Ik word daar vrolijk van.’ Madden (10) en Sammie (10) vinden dat het niets uitmaakt hoe oud je bent. Madden: ‘Ik heb op mijn schilderij geschreven dat je zo oud bent als je je voelt.’ ‘Je kunt ook op elkaar lijken als je verschilt in leeftijd. Meneer Marco is voor Feyenoord, net als ik’, zegt Sammie.

Wat doe jij om je fijn te voelen?

Raymely beeldt uit dat ze ongeduldig is.

Foto’s: Arjen Jan Stada Kiye’lany beeldt uit dat ze zich onzeker voelt.

Saziye beeldt uit dat ze zich sterk voelt.

Juf Najia en Katrin.

Sammie en meneer Marco wandelen langs het Eendrachtsplein.

Mevrouw Santoe laat Zana en Ted de muurschildering zien.