Jong010, dé Rotterdamse kinderkrant - mei 2024

Page 1

7 8 11

De leerlingen debatteren in groepjes. Foto’s: Peter Snaterse

ROTTERDAM – De bovenbouwleerlingen van de Elisabethschool en de Jacobusschool deden mee aan een debatwedstrijd van de DebatUnie. De leerlingen debatteerden in groepjes over verschillende onderwerpen. Tekst: Jesse Wagenvoord

Masa (11): ‘Een debat is een discussie over een stelling. Een stelling is een zin waar je het mee eens of oneens kan zijn.’ ‘We debatteren als groep tegen een andere groep. We bedenken met ons groepje argumenten voor of tegen een stelling. Argumenten zijn redenen waarom je het eens of oneens bent met een stelling’, zegt Daë (12).

Het debat voorbereiden

De leerlingen debatteren over of ouders mogen inloggen op sociale media van kinderen. Nadia (12), Daë, Kinan (9), Malik (9) en Masa zijn tegen. Een groepje van 5 andere leerlingen is voor. Ieder groepje mag 5 minuten overleggen. ‘Ik denk dat het andere groepje zegt dat ouders de telefoon kopen en daarom mogen meekijken op sociale media. We bedenken daarvoor nu alvast een weerlegging’, legt Masa uit. Een weerlegging is een argument dat het argument van de tegenstander onderuit haalt.

Argumenten klaar, debatteren maar

Het debat begint. Daë: ‘Je kunt geen verrassingen voor je ouders bewaren als je ouders op je sociale media kijken.’ De tegenstanders zeggen dat ouders kunnen voorkomen dat je via sociale media wordt opgelicht. Kinan: ‘Kinderen hebben recht op privacy. Ik vind dat ik zelf mag kiezen wat ik op mijn eigen telefoon doe.’ De tegenstanders zeggen dat kinderen te jong zijn om zelf te kiezen wat ze op hun telefoon doen. Nadia: ‘Ik wil niet dat mijn ouders alles zien wat ik op mijn telefoon doe.’

Handig voor later

Nadia: ‘Ik vind het leuk om mijn mening te kunnen vertellen.’ Malik: ‘Ik vind het handig om goed te leren debatteren. Ik kan misschien wel president worden als ik goed kan debatteren. Je moet als president je ideeën goed kunnen verdedigen.’

MEI 2024
De brandoorzaak onderzoeken Een kookboek maken Rotterdam in het klein Verhalen uit de oorlog
4

Jantje zegt tegen zijn moeder: ‘De juf zegt dat ik niet luister.’ Moeder vraagt:

‘Hoe bedoelt de juf dat?’ Jantje reageert: ‘Ze bedoelt dat ik niet gehoorzaam. Dat heb ik haar al 2 keer uitgelegd, maar ze luistert niet.’

Wesley (10)

Er lopen 2 zandkorrels op het strand. Zegt de ene zandkorrel tegen de andere zandkorrel: ‘Volgens mij zijn we omsingeld!’

Silvio (11)

Er komt een vrouw bij de dokter.

Ze vraagt: ‘Kunt u iets doen aan mijn verstopte neus?’ De dokter antwoordt: ‘Ja, ik help wel zoeken.’

Amira (12)

apen boerderij bokken bomen buitenles dier eieren haan hond kip koud kuiken

leefgebied lucht mesthoop paard planten regenwoud schaduw schapen takken tropisch uitlaten wind zon zuurstof

Wat is groen en skiet van een berg?

Een skiwi.

Evie (11)

Welk instrument ligt altijd dwars?

Debora (10)

Waarom gaat een boom niet naar school?

Bruno (9)

Omdat hij is geschorst. Een dwarsfluit.

J e n n y en J i m m y

Die gitaar is klein, zeg. Het is een viool. Ik heb pas twee lessen gehad, maar ik heb al veel geleerd. Luister!

Michiel van de Vijver

Zoek de druiven in de kinderkrant!

Mijn haar! Wat knap! En dat lukt me altijd! Bij iedereen! redactie@jong010.nl

Heb jij een tip voor Jong010? Kun jij ze allemaal vinden? Vul hier het aantal in:

Lees alle kranten op onze website: www.jong010.nl

Jong010 wordt mede mogelijk gemaakt door:

JONG010 - MEI 2024 JAARGANG 14 - EDITIE 9 OPLAGE: 38.000 KRANTEN

Hoofdredacteur: Suzanne Huig

Journalisten: Marloes Brouwer, Lot Derks, Lotte Keuzenkamp, Amy van Loon, Jesse Wagenvoord

Fotografen: Fleur Beerthuis, Peter Snaterse, Arjen Jan Stada

Vormgeving: Marcel van den Assem

Redactiemedewerker: Sasja Hof

MEI 2024
k b o p l a n t e n n l n u o e i d b o r n e t k e i e f k u e z e t r n s k k r o i o f r a o e t c k e d t g k e l p k h p h o n e s n i t i k c a i a b n r r e i s a u a a i p l e ij u u c t l r e n n e m o b u h w u d a h c s n e p a z d n i w m e s t h o o p h o n d u o w n e g e r
Ook achterstevoren. Je mag letters meerdere keren gebruiken. Als je de overgebleven letters in de juiste volgorde zet, krijg je het antwoord. Mail dit antwoord samen met je voornaam, leeftijd en het telefoonnummer van je ouder(s) of verzorger(s) (zodat we contact met je kunnen opnemen als je hebt gewonnen) naar ANTWOORD@JONG010.NL. Alleen de winnaar krijgt bericht.
Antwoord (1 woord): Regels: de woorden vind je horizontaal, verticaal en diagonaal.
Het antwoord van de woordzoeker van april is: PLANNEN. De winnaar is Abel (11) Gefeliciteerd!
Aan deze editie werkte verder mee: De Kinderombudsman DE NIEUWE JONG010 VERSCHIJNT DONDERDAG 20 JUNI 2024

ROTTERDAM – Burgemeester

Ahmed Aboutaleb blijft de burgemeester van Rotterdam totdat er een nieuwe burgemeester is. Hij hoort graag van Rotterdammers wat zij van de stad vinden. Hij is ook benieuwd naar de meningen en ervaringen van basisschoolleerlingen. Maak jij je soms zorgen over het nieuws? Tekst en foto's: Suzanne Huig

A HMED A BOUTALEB

Foto: Gemeente Rotterdam / Marc Nolte

‘Ik praat in de klas soms met klasgenoten over het nieuws dat ik hoor via het Jeugdjournaal. Ik maak me nooit zorgen over het nieuws. Ik ga me pas zorgen maken als er iets ernstigs bij mij in de straat gebeurt.’

‘Ik maak me soms zorgen over het nieuws. Ik maak me bijvoorbeeld zorgen als ik hoor dat er op plekken in Nederland overstromingen zijn geweest. Ik kan aan mijn leraar vragen stellen over het nieuws als ik me zorgen maak.’

‘Ik maak me soms zorgen om kinderen in oorlogsgebieden. Ik praat daarom vaak met mijn moeder over oorlogen. Ik voel me fijner als ik erover praat.’

‘Ik kan soms verdrietig worden van het nieuws. Ik schrik soms zelfs van beelden die ik zie. Ik schrik bijvoorbeeld als ik beelden zie van een oorlog en hoe kinderen lijden door een oorlog. In Rotterdam gebeuren soms ook heftige dingen zoals schietpartijen of ontploffingen. Ik bezoek de plekken in Rotterdam waar een heftige gebeurtenis heeft plaatsgevonden. Ik probeer dan mensen te troosten en gerust te stellen. Maak jij je soms zorgen over het nieuws?’

‘Ik maak me nooit zorgen over nieuws omdat ik alleen naar leuk nieuws kijk en luister. Ik vind het bijvoorbeeld leuk om over nieuwe ontdekkingen te horen.’

’Ik vind het belangrijk om te weten wat er in Europa allemaal gebeurt. Ik maak me geen zorgen over het nieuws. Ik maak me alleen zorgen als er iets met mijn familie gebeurt.’

‘Ik maakte me zorgen toen ik op het nieuws hoorde over een aardbeving in Turkije. Ik maakte me zorgen om mijn familieleden in Turkije. Ik heb veel met mijn moeder en oma gesproken over de aardbeving.’

‘Ik vind het belangrijk dat alle kinderen een goede toekomst hebben. Ik maak me soms zorgen om de toekomst van kinderen door het nieuws. Ik praat soms met familieleden of klasgenoten over mijn zorgen. Ik ga daarna snel iets leuks doen om mijn zorgen te vergeten.’

Maak jij je soms zorgen over het nieuws? Zo ja, waarover?

Wat

‘Ik maak me soms zorgen als ik hoor over een oorlog. Ik ben dan bang dat in Nederland ook oorlog komt. Ik ga dan tekenen, turnen of met mijn broertje spelen om mijn angst te vergeten.’

MEI 2024
DIYA 11 JAAR INES 7 JAAR MIL-ANGELY 9 JAAR SELANI 12 JAAR SEDAT 12 JAAR DESHAIRA 9 JAAR JAHRULE 12 JAAR EREN 12 JAAR
doe je als je je zorgen maakt?

CENTRUM – De leerlingen van basisschool Park16hoven bezochten Miniworld Rotterdam. Miniworld Rotterdam is een museum waar de stad Rotterdam in miniatuur te zien is. De leerlingen leerden tijdens het bezoek over de stad Rotterdam. Tekst en foto’s: Jesse Wagenvoord

‘Miniatuur betekent dat alles kleiner is dan in het echt. We zien hier Rotterdam in het klein’, legt Thijs (8) uit. ‘Ik zie de Euromast en de Erasmusbrug. Ik herken de gebouwen’, zegt Antonie (8). ‘Ik zie de kubuswoningen en de glazen pot. De kubuswoningen zijn woningen die lijken op een kubus’, vertelt Vesper (8). Fiene (8): ‘Ik zie de haven. Ik herken de haven aan alle boten.’ ‘We zien vooral heel veel huizen en gebouwen. Ik kan zelfs aanwijzen waar ik woonde. Het huis staat in de buurt van station Blaak’, vertelt Thijs

De leerlingen in Miniworld.

ROTTERDAM – De leerlingen van basisschool de Müllerpier hebben techniekweken op school. Het thema van de techniekweken is uitvindingen. Elke groep heeft een eigen onderwerp binnen het thema. Groep 7 heeft het onderwerp licht. De leerlingen van groep 7 bezochten het Nederlands Fotomuseum om meer te leren over licht. Tekst en foto’s: Jesse Wagenvoord ‘We leren in de techniekweek over licht en schaduw. We leren bijvoorbeeld hoe je kunt zien hoe laat het is op een foto. Je kunt namelijk aan het zonlicht zien hoe laat het is. Je ziet bijvoorbeeld een langere schaduw als de zon laag staat. De zon staat laag in de avond. Je weet dus dat het laat op de dag is als je een lange schaduw op de foto ziet’, vertelt Fynn (10).

Een speurtocht door mini-Rotterdam ‘We doen een speurtocht door Miniworld. We beantwoorden vragen over de stad Rotterdam’, zegt Mia (8). Antonie: ‘De vragen gaan vooral over jaartallen en functies van gebouwen in de stad. Een vraag is bijvoorbeeld welk gebouw bleef staan na het bombardement tijdens de Tweede Wereldoorlog. Mijn antwoord is het stadhuis.’ ‘Ik vind de vragen best moeilijk’, zegt Fiene. ‘We leren door de speurtocht veel over de stad. We zien precies hoe de stad eruitziet’, zegt Antonie.

Amon

Jonas

Bijzonder en creatief

‘Ik vind het bijzonder om alles in het klein te zien. Ik vind het knap en creatief hoe ze Rotterdam zo precies hebben nagemaakt’, zegt Mia. Vesper: ‘De gebouwen zijn heel klein. Ik kan er nu bovenop kijken. Ik vind het leuk om te zien hoe gebouwen er van bovenaf uitzien.’ ‘Ik vind het er gezellig uitzien dat alles zo klein is’, zegt Fiene.

Een foto maken zonder fototoestel ‘Licht is de belangrijkste benodigdheid om een foto te maken’, zegt Fynn. Bruun (10): ‘We maken in het museum een foto zonder fototoestel. We maken namelijk een blauwdruk.’ ‘Ik leg eerst takjes, kettingen en stofjes op lichtpapier. Ik leg dan het lichtpapier onder een uv-lamp. Het lichtpapier wordt blauw door het uv-licht’, legt Sanne (10) uit. Bruun: ‘Het lichtpapier blijft wit op de plekken waar dingen liggen. Je krijgt een soort afdruk van de spullen op het papier. Je noemt dat een blauwdruk.’ Jonas (10): ‘Mensen maakten vroeger foto’s met dit lichtpapier.’ ‘Ik vind het interessant om te leren hoe je een blauwdruk maakt’, zegt Amon (11).

De expositie

De leerlingen bekijken ook de foto’s in het museum. Jonas: ‘Ik vind het gek om zo veel verschillende foto’s door elkaar te zien.’ ‘Ik zie een foto van een man die gras aan het strijken is. Ik zie ook een foto van een kampeertent in een huis. Ik vind het grappig om zulke gekke foto’s te zien’, zegt Sanne. Bruun: ‘Ik zie een foto van een wit paard dat tussen de donkere paarden staat. Ik vind dat een mooie foto. Je ziet duidelijk verschil tussen licht en donker in die foto.’

MEI 2024
De leerlingen bekijken de Kuip. Fynn en Bruun leggen de blauwdruk in een bak water. De kleuren veranderen in het water. Sanne, en werken aan hun blauwdruk.

ROTTERDAM – Kyan (10) zijn broer heeft autisme.

Kyan: ‘Mijn broer heet Justin. Hij is 11 jaar oud. Mijn broer mist een soort puzzelstukje in zijn hersenen. Sommige dingen vindt hij daardoor lastig of kan hij niet. Hij kan bijvoorbeeld niet praten.’

Tekst en foto’s: Suzanne Huig

De hersenen van iemand met autisme werken een beetje anders. Voor kinderen met autisme zijn sommige dingen daardoor lastig. Er zijn verschillende vormen van autisme. Sommige kinderen met autisme vinden het bijvoorbeeld lastig om met anderen om te gaan. Anderen hebben moeite om te begrijpen wat er om hen heen gebeurt of vinden het bijvoorbeeld lastig om met veranderingen om te gaan.

Praten tegen Justin

‘Justin kan niet praten door zijn autisme. Ik vind het soms jammer dat Justin niet kan praten. Ik vind het bijvoorbeeld jammer dat hij niet kan vertellen wat hij op school meemaakt. Justin verstaat en begrijpt mij wel. Ik praat daarom gewoon tegen Justin. Ik vraag iedere ochtend aan Justin of hij lekker heeft geslapen. Ik vraag iedere avond aan Justin of hij een leuke dag heeft gehad. Ik vind het belangrijk om vragen aan hem te stellen. Justin weet daardoor dat ik aan hem denk en dat hij bij mij hoort. Hij hoeft zich daardoor niet alleen te voelen. Ik vind het belangrijk dat Justin voelt dat ik er voor hem ben’, legt Kyan uit.

Rekening houden met Justin ‘Justin kan niet vertellen hoe hij zich voelt. Ik kan gelukkig aan Justin zien hoe hij zich voelt. Hij huilt als hij verdrietig is. Hij doet zichzelf pijn als hij gefrustreerd is. Hij gooit met een knuffel als hij boos is. Hij lacht en rent als hij blij is. Ik vind het fijn dat ik kan zien hoe hij zich voelt. Ik kan daardoor rekening met hem houden’, vertelt Kyan.

en Kyan

samen.

Samen spelen

Kyan: ‘Justin vindt het leuk als ik hem kietel. Hij vindt het lastig om samen te spelen. We spelen daarom vaak naast elkaar. We spelen dan allebei met ons eigen speelgoed. Justin vindt het soms spannend om nieuwe dingen te proberen. Ik help hem daarom als hij iets nieuws probeert. Ik heb hem bijvoorbeeld laten zien hoe hij een bal kan gooien.’

Leren op zijn eigen niveau

‘Justin is snel afgeleid door zijn autisme. Hij heeft daardoor moeite om dingen te leren. Justin gaat daarom naar een speciale school voor kinderen met een beperking. Alle leerlingen op die school leren op hun eigen niveau en op hun eigen tempo. Justin kan zichzelf zijn op die school’, vertelt Kyan.

GEFRUSTREERD Ontevreden zijn.

Fonds Kind & Handicap helpt kinderen en jongeren met een handicap of chronische ziekte.

Een handicap is een beperking waardoor je sommige dingen niet zo goed kunt.

Een chronische ziekte is een ziekte die minimaal 3 maanden duurt, steeds terugkomt of niet genezen kan worden.

De organisatie geeft bijvoorbeeld geld om hulpmiddelen te kopen, voorlichting te geven of onderzoek te doen.

MEI 2024
Justin spelen Kyan.

ROTTERDAM – De kans is kleiner dat je later geldproblemen krijgt als je al op jonge leeftijd met geld leert omgaan. Je kunt je geld maar 1 keer uitgeven. Je moet daarom goed nadenken wat je ermee doet. Tekst en foto’s: Suzanne Huig

Mensen kunnen goed rondkomen als ze iedere maand genoeg geld hebben om alles te kunnen betalen. Sommige mensen komen iedere maand geld tekort. Mensen kunnen door verschillende redenen geld tekortkomen. Mensen kunnen bijvoorbeeld geld tekortkomen doordat ze ineens een grote uitgave hebben, geen baan meer hebben, lang ziek zijn of gokken. Mensen kunnen niet al hun rekeningen betalen als ze geld tekortkomen. Het geld dat nog moet worden betaald, noem je een schuld. Als jij geld van iemand leent, moet je dat een keer terugbetalen. Je hebt dan een schuld tot je het geld hebt terugbetaald. Leen jij weleens geld van iemand?

‘Ik heb nog nooit schulden gehad. Ik leen geen geld van anderen. Ik koop iets alleen als ik zelf genoeg geld heb om het te kunnen betalen. Ik krijg daardoor geen schulden.’

‘Ik leen soms geld van mijn zus als ik iets wil kopen en geen geld bij me heb. Ik kan geld verdienen door klusjes voor mijn moeder te doen. Ik betaal mijn zus het geleende geld terug als ik geld heb.’

‘Ik leen soms geld van mijn ouders als ik iets wil kopen. Ik leen het geld dan omdat ik nog niet genoeg geld heb gespaard om te kunnen kopen wat ik wil hebben. Ik geef het geleende bedrag terug zodra ik mijn zakgeld krijg.’

‘Ik leen soms geld van mijn moeder om bijvoorbeeld een spel te kopen. Ik vind het belangrijk om nooit een hoog bedrag te lenen omdat ik niet genoeg geld heb om een hoog bedrag terug te betalen.’

Leen jij weleens geld van iemand?

ROTTERDAM – De leerlingen van groep 8 van basisschool De Kralingsche School kregen een gastles van Lotte van waterschap Hollandse Delta. Lotte vertelde de leerlingen hoe de waterschappen ervoor zorgen dat er precies voldoende water is.

Tekst: Suzanne Huig / Foto’s: Peter Snaterse

Lotte: ‘Nederland heeft 21 waterschappen. Een waterschap zorgt voor het water in een gebied. Gemeente Rotterdam is verdeeld over 3 waterschappen. Waterschap Hollandse Delta zorgt voor het water in Charlois, Feijenoord, IJsselmonde, Rozenburg, Hoogvliet en Pernis. Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard en Hoogheemraadschap van Delfland zorgen voor het water in andere delen van gemeente Rotterdam.’

Leerlingen uit groep 8 van basisschool De Kralingsche School met Lotte van het waterschap.

Dijken, sluizen, stuwen en gemalen ‘De waterschappen zorgen er dag en nacht voor dat er precies voldoende water is’, vertelt Lotte. Belle (12): ‘De waterschappen zorgen er daardoor voor dat we in Nederland kunnen leven.’

‘Waterschappen bouwen en onderhouden bijvoorbeeld dijken om het land te beschermen tegen water van rivieren, plassen of meren. De waterschappen gebruiken sluizen, stuwen en gemalen om de hoogte van het water in sloten, plassen en meren te regelen’, vertelt Lotte. ‘Ze zorgen dat er nergens een overschot of een tekort aan water komt door water van de ene plek naar de andere plek te brengen’, zegt Floor (11).

Gaten in duinen maken

Benthe (12): ‘De waterschappen bedenken ook oplossingen om Nederland over 50 jaar nog tegen water te beschermen.’ Willem (11): ‘Ze hebben bijvoorbeeld bedacht om extra duinen te maken.’ Lotte legt uit: ‘Je ziet langs de kust vaak duinen die het land beschermen tegen zeewater. Duinen zijn een soort heuvels van zand. We hebben bedacht om gaten in sommige duinen te maken. De wind blaast dan zand door de gaten in de duinen. Achter de duinen ontstaan daardoor nieuwe zandheuvels. Die nieuwe zandheuvels beschermen het land extra.’

Waterschap Hollandse Delta is 1 van de 21 waterschappen in Nederland.

Kijk voor meer informatie en opdrachten op WWW.WSHD.NL/EDUCATIE. Ook voor ouders en leerkrachten!

Ajola (11) Joezsah (11) Berat (12) Samer (13) Naam: Reactie:
MEI 2024
De leerlingen luisteren naar Lotte haar verhaal.

ROTTERDAM – Marieke van Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) Rijnmond reageert iedere maand in Jong010 op een vraag of een probleem van een leerling of klas. Ze beantwoordt deze maand de vraag van Zayn (10). Tekst: Suzanne Huig

Marieke beantwoordt ingestuurde vragen.

Foto: Peter Snaterse

een vraag

Stuur een mail naar REDACTIE@JONG010.NL

Of stuur een brief naar Jong010, Postbus 13037, 3004 HA Rotterdam.

PRINS ALEXANDER – Veiligheidsregio

Rotterdam-Rijnmond organiseert voorlichtingslessen op basisscholen. Leerlingen van groep 7 van basisschool Pluspunt kregen les van brandonderzoeker Robert. Robert vertelde de leerlingen hoe brandoorzaken worden onderzocht.

Tekst: Suzanne Huig / Foto’s: Peter Snaterse

‘In 2023 zijn er in Nederland meer dan 7.000 woningbranden geweest. We vinden het belangrijk om te weten waardoor een woningbrand is ontstaan zodat we woningbranden kunnen proberen te voorkomen’, vertelt Robert.

Verbrande resten bekijken

‘De brandweer heeft een speciaal team dat branden onderzoekt. Het team gaat op zoek naar de oorzaak van de brand als de brand is geblust. De onderzoekers praten met de bewoners rondom de woning en met de brandweerlieden die de brand hebben geblust. Ze bekijken en fotograferen de verbrande resten. De onderzoekers ontdekken daardoor bijvoorbeeld een apparaat dat de brand heeft veroorzaakt’, legt Robert uit. Veneziano (11): ‘In woningen zijn vaak veel apparaten met een accu aanwezig. Al die apparaten kunnen brand veroorzaken.’

Zayn: ‘Ik game niet. Ik heb ook nog geen mobiele telefoon. Is dat erg?’

Hoi Zayn,

Veel kinderen gamen en hebben een mobiele telefoon als ze nog heel jong zijn. Het is heel belangrijk dat die kinderen niet te veel gamen en met hun telefoon bezig zijn. Het is belangrijk dat ze ook tijd hebben om andere dingen te doen. Ze moeten bijvoorbeeld de tijd hebben om buiten te spelen en met andere kinderen om te gaan.

Contact met andere kinderen

Het is belangrijk voor je ontwikkeling om buiten te spelen en contact te hebben met andere kinderen. Je leert daardoor bijvoorbeeld hoe je kunt reageren op anderen en wat je daarbij voelt. Je hebt al geleerd om echt te spelen met kinderen als je op een latere leeftijd een telefoon krijgt. De kans is groter dat je dan ook met anderen blijft spelen.

Een eerste telefoon

Het kan fijn zijn om een telefoon te hebben als je wat meer alleen gaat doen. Je bent dan altijd bereikbaar en kunt hulp vragen als dat nodig is. Het advies is om tussen de 11 jaar en 12 jaar een eerste telefoon te krijgen. Je kunt dan leren wat je met een telefoon kunt doen en waarvoor je moet uitkijken voordat je naar de middelbare school gaat.

Groetjes Marieke

Robert vertelt aan de leerlingen hoe hij een brand onderzoekt.

Meest voorkomende oorzaken ‘De brandonderzoekers schrijven een verslag over het onderzoek en de brandoorzaak. We weten daardoor wat de meest voorkomende brandoorzaken zijn. We zien dat woningbranden vaak ontstaan door een keukenbrand of een apparaat dat in brand vliegt. We doen ons best om nieuwe branden te voorkomen door mensen over die brandoorzaken te vertellen. We kunnen apparaten die heel vaak brand veroorzaken verbieden’, zegt Robert.

De leerlingen bekijken verbrande voorwerpen.

Zelf brand voorkomen ‘Mensen kunnen branden voorkomen door heel voorzichtig te zijn’, zegt Julia (11). Ebrahim (11): ‘Je kunt bijvoorbeeld bij een apparaat in de buurt blijven als je het apparaat oplaadt. Je kunt dan snel ingrijpen als het apparaat gaat branden.’ Destiny (11): ‘Je kunt apparaten beter overdag opladen dan ’s nachts. Je kunt ’s nachts niet zo snel reageren als je slaapt.’ Hedi (11): ‘Het opladen van een elektrische step kan ook brand veroorzaken. Ik laad mijn elektrische step daarom altijd in de schuur op.’

MEI 2024
Heb jij aan Marieke of zit je ergens mee?

ROTTERDAM – Leerlingen van de Emmausschool en leerlingen van Montessorischool Kralingen deden mee aan het geschiedenisproject van stichting De Muren hebben Oren. De leerlingen leerden tijdens het project meer over de geschiedenis vanaf 1940. Tekst: Suzanne Huig

De leerlingen interviewen een familielid van een leerling van de andere school. Sophia (11) van Montessorischool Kralingen heeft haar opa meneer Den Ouden (85) aangemeld voor het interview. Hamad (13), Ceylin (12), Melis (12) en Leigh-Anna (12) van de Emmausschool interviewen meneer Den Ouden.

De leerlingen met meneer Den Ouden. Foto’s: Arjen Jan Stada

Nederlands-Indië

Hamad: ‘Waar komt u vandaan?’ ‘Ik ben in Indonesië geboren. Indonesië was toen een kolonie van Nederland en heette Nederlands-Indië. Een kolonie is een gebied of land dat door een ander land wordt bestuurd. In Nederlands-Indië groeiden verschillende producten zoals koffie, thee en cacao. Die producten werden naar Nederland vervoerd en in Nederland verkocht’, vertelt meneer Den Ouden.

De Tweede Wereldoorlog ‘Hoe was de Tweede Wereldoorlog voor u?’, vraagt Ceylin. ‘Ik heb de Tweede Wereldoorlog meegemaakt in Nederlands-Indië. Japanners vielen in 1942 Nederlands-Indië binnen. Het was geen fijne tijd. We hadden weinig eten. Mijn moeder verkocht al onze spullen zodat ze geld had om eten voor ons te kopen’, vertelt meneer Den Ouden. Melis: ‘Ze vielen Nederlands-Indië binnen omdat daar veel grondstoffen waren.’

FEIJENOORD – Miek Denekamp-Mulder bezocht groep 8 van basisschool De Pijler. Miek vertelde over het leven van haar moeder Fia in de Tweede Wereldoorlog. Fia woonde met haar gezin in Den Haag tijdens de oorlog. Tekst: Jesse Wagenvoord

Miek: ‘Mijn moeder kwam uit een niet-Joods gezin. Niet-Joodse gezinnen hadden het ook moeilijk in de oorlog.’ Amélie (11): ‘Ik vind het gek om te beseffen dat de oorlog echt is gebeurd. Ik kan me niet voorstellen hoe het zou zijn om in oorlog te leven.’

Onderduikers

Miek vertelt een verhaal over onderduikers bij Fia in huis. ‘Onderduikers zijn mensen die zich tijdens de oorlog verstopten voor de Duitsers’, legt Lesane (12) uit. ‘Mensen die onderdoken waren vaak Joden of verzetsstrijders. De Duitsers wilden de Joden en verzetsstrijders namelijk oppakken’, vertelt Amélie. Lesane: ‘Miek vertelt dat een onderduiker wegliep. Ik vraag me af wat er met de onderduiker is gebeurd.’

VERZETSSTRIJDERS

Personen die zich verzetten tegen bezetters.

ONAFHANKELIJK

Zelfstandig. Zelf de baas zijn.

LEGITIMEREN

Een onafhankelijk land

Meneer Den Ouden: ‘Japan gaf zich in 1945 over. Indonesiërs wilden vrijheid. In 1945 begon daarom de onafhankelijkheidsstrijd om een onafhankelijk land te worden. Japanners hielpen de Indonesiërs toen. Het was heel onrustig tijdens de onafhankelijkheidsstrijd. Ik kon niet makkelijk over straat. Ik moest me overal legitimeren.’

Naar Nederland

Melis: ‘Wanneer bent u naar Nederland gekomen?’ ‘Ik ben met een boot naar Nederland gekomen toen ik 14 jaar oud was. Ik ben ongeveer 30 dagen onderweg geweest’, vertelt meneer Den Ouden. ‘Hoe voelt u zich in Nederland?’, vraagt Leigh-Anna. ‘Ik voel me goed in Nederland’, vertelt meneer Den Ouden.

Miek Denekamp-Mulder vertelt over de Tweede Wereldoorlog. Foto’s:

Naar het noorden

De winter aan het eind van de Tweede

Wereldoorlog werd de Hongerwinter genoemd. ‘Mijn tantes van 12 en 14 jaar vertrokken tijdens de Hongerwinter in 1944 met een groep kinderen naar het noorden van Nederland’, vertelt Miek. ‘Ik leer dat er heel weinig eten was tijdens de Hongerwinter. De kinderen gingen daarom naar gezinnen in het noorden waar wel genoeg te eten was’, zegt Amélie. ‘De kinderen wisten niet of ze hun ouders ooit nog terugzagen. Ik denk dat de kinderen best veel heimwee hadden’, zegt Lesane. Verhalen van vroeger ‘Ik vind het goed om te leren wat er vroeger is gebeurd. We kunnen leren van de fouten van vroeger’, zegt Lesane. ‘Wij kunnen deze verhalen van vroeger nu ook doorvertellen aan onze kinderen’, zegt Amélie.

MEI 2024
Arjen Jan Stada
Bewijzen dat je bent wie je zegt dat je bent.

ROZENBURG — Lynn (9), Megan (8), Dylan (8) en Xavy (7) sliepen op 3 mei een nachtje op kinderboerderij De Beestenboel. Ze sliepen in het klaslokaal op de boerderij. Ze vertellen hoe het was om op de boerderij te slapen. Tekst en foto’s: Lotte Keuzenkamp

Dylan en Xavy vonden het leuk om op de boerderij te slapen. Maar ze hebben niet lekker geslapen. ‘Ik sliep pas om 2:00 uur. Ik hoorde de koeien heel hard loeien. Ik heb daardoor slecht geslapen’, vertelt Dylan. Xavy: ‘Ik hoorde de ezels in de nacht geluid maken. Ik vond dat heel vervelend. Ik heb daardoor slecht geslapen en ben nog moe.’

Ze sliepen in het klaslokaal op de boerderij.

NOORD – Noa (11), Colbie (9), Isa (8) en Adam (8) doen iedere week de vechtsport taekwondo bij Ace Martial Arts. Isa: ‘Ik heb voor deze sport gekozen omdat ik sterker wil worden. Ik vind het leuk om iedere week nieuwe technieken te leren.’ Tekst: Lotte Keuzenkamp

‘We beginnen iedere les met het opwarmen van ons lijf. We leren elke les weer nieuwe combinaties’, vertelt Noa. Combinaties zijn meerdere stoten en trappen achter elkaar. Noa: ‘Ik vind de taekwondolessen heel erg fijn. Ik krijg nog meer zelfvertrouwen door de lessen.’

Kijken bij de geitjes Xavy vindt het leuk om ’s ochtends bij de geitjes te kijken. ‘De geitjes spelen veel. Ik vind het leuk om ze te zien spelen’, zegt Xavy. Megan: ‘De jonge geitjes hoesten als ze drinken. Dat komt omdat ze te snel en gehaast drinken.’

Nieuwe vrienden ‘Ik vond het spannend om met onbekenden op de kinderboerderij te logeren. Maar het was heel gezellig’, zegt Dylan. ‘Ik heb nieuwe kinderen leren kennen en vrienden gemaakt’, zegt Lynn.

Noa, Colbie, Isa en Adam tijdens een taekwondoles.

Foto’s: Arjen Jan Stada

Planken breken

Adam: ‘Ik vind het het leukst om planken te breken. We moeten dan tegen een plank schoppen zodat de plank breekt.’ Je breekt een plank om te kijken hoe snel en sterk je bent. ‘Ik schreeuw vaak bij het schoppen tegen een plank. Ik kan harder schoppen als ik schreeuw’, vertelt Isa.

Oefenen voor het examen

‘We oefenen veel voor het aankomende examen. Je kunt een nieuwe band krijgen bij een examen. Een band staat voor een niveau’, vertelt Colbie. Je begint met een witte band. Je kunt daarna een gele band, groene band, blauwe band, rode band en zwarte band behalen. Adam: ‘Ik doe examen om een blauwe band te behalen.’

MEI 2024

Vertel hoe het met jou gaat

ROTTERDAM – Alle kinderen hebben rechten. We hebben daarom afspraken over hoe iedereen met kinderen moet omgaan. We noemen die afspraken de kinderrechten. Margrite Kalverboer is de kinderombudsvrouw voor alle kinderen in Nederland. Ze komt op voor de rechten van kinderen en controleert of iedereen in Nederland zich aan de kinderrechten houdt. De landelijke kinderombudsvrouw wil graag weten hoe het met kinderen in Nederland gaat. Ze heeft daarom een online vragenlijst voor alle kinderen in Nederland. Tekst en foto’s: Suzanne Huig

Iedereen tussen de 8 en 18 jaar oud mag de vragenlijst invullen. Je vult de vragenlijst anoniem in. Dat betekent dat je jouw naam niet invult. Niemand weet daardoor wie de vragen heeft beantwoord. De vragen in de vragenlijst gaan over jouw leven. Je kunt door de vragen te beantwoorden laten weten hoe het met jou gaat en wat je zou willen veranderen voor kinderen in Nederland.

De uitkomsten van het onderzoek

De vragenlijst kan tot 20 juli worden ingevuld. De kinderombudsvrouw schrijft daarna een rapport over de uitkomsten van het onderzoek. De kinderombudsvrouw gebruikt de uitkomsten om beter op te komen voor wat kinderen belangrijk vinden.

Kinderombudsvrouw Margrite Kalverboer. Foto: De Kinderombudsman

Vraag 1

Vragen uit het onderzoek

Mehdi (11) en Rani (11) beantwoorden 2 vragen uit het onderzoek.

Wat zou jij willen veranderen voor kinderen in Nederland?

Mehdi: ‘Ik zou willen dat alle kinderen in Nederland gratis konden reizen met het openbaar vervoer. Kinderen kunnen dan zelf naar plekken toe.’

Rani: ‘Ik wil dat kinderen meer les krijgen over de verschillen tussen mensen. Ik hoop dat kinderen daardoor meer begrip krijgen voor elkaar.’

Jouw antwoord:

Scan de QR-code om naar de vragenlijst te gaan.

Vraag 2

Wat zou jij willen veranderen aan sociale media of online games?

Mehdi: ‘Ik wil dat schelden wordt verboden op sociale media en in online games. Ik vind dat je account gelijk moet worden verwijderd als je online scheldt.’

Rani: ‘Ik wil dat alle kinderen maximaal 2 uur schermtijd hebben per dag. Kinderen houden dan nog tijd over om buiten te spelen.’

Jouw antwoord:

De burgemeester bezoekt plekken waar een ……. gebeurtenis heeft plaatsgevonden? PAGINA 3

Wat voor soort tocht doen de leerlingen door Miniworld? PAGINA 4

Wat kan Justin niet door zijn autisme? PAGINA 5

Wat bedenken de waterschappen om Nederland over 50 jaar tegen water te beschermen? PAGINA 6

Wat kan fijn zijn om te hebben als je wat meer alleen gaat doen? PAGINA 7

Hoe wordt de laatste winter van de Tweede Wereldoorlog genoemd? PAGINA 8

Wat kun je breken met taekwondo? PAGINA 9

Het antwoord van de puzzel van april is: RIJMWOORDEN. De winnaar is Seline (11) Gefeliciteerd!

Wat heeft de kinderombudsvrouw online gezet voor alle kinderen van Nederland? PAGINA 10

Wat is belangrijk tijdens het schrijven van een verhaal? PAGINA 11

Welk ingrediënt heeft een beige kleur? PAGINA 11

BOEKENBON TER WAARDE VAN 15 EURO

Wat maakt de gemeenteraad waaraan iedereen in de gemeente zich moet houden? PAGINA 12

De antwoorden op de vragen vind je in deze krant!

MEI 2024
Mehdi Rani

DELSFHAVEN – De leerlingen van de Mariaschool krijgen iedere week les van kunstdocenten. De leerlingen maken tijdens een les een kookboek met daarin hun lievelingsrecept. Kiana (11), Italia (11), Nisa (11) en Nageely (12) leggen uit hoe ze een kookboek maken. Tekst: Amy van Loon

De leerlingen schrijven allemaal 1 recept op. ‘Ik heb samen met mijn zus een recept voor roti bedacht. Ik schrijf op welke ingrediënten je precies nodig hebt om het gerecht te maken’, zegt Kiana. Nisa: ‘Ik heb van mijn ouders een recept gekregen voor spaghetti met tomatensaus.’

INGREDIËNTEN

De dingen die je nodig hebt om een gerecht te maken.

RECEPT

Beschrijving van de manier waarop je iets klaarmaakt.

De leerlingen werken aan hun kookboek.

De kaft maken

Nageely: ‘We maken een kaft voor ons kookboek. We schrijven met een kroontjespen op de kaft van ons boek een titel. Ik vind het best moeilijk om met een kroontjespen te schrijven. Ik maak snel vlekken met de inkt van de pen.’ ‘Ik verf in detail met waterverf ingrediënten uit mijn recept. Ik verf als eerste gember. Gember heeft een beige kleur’, vertelt Italia.

Het boek inbinden

‘We maken van het recept en de kaft een boek door het in te binden. We maken 4 kleine gaatjes in het midden van iedere bladzijde. We naaien daarna met naald en draad door de gaatjes. We maken daardoor de bladzijdes aan elkaar vast’, legt Kiana uit. Nisa: ‘Ik bewaar mijn kookboek voor later.’

Leerlingen laten trots hun kookboek zien.

ROTTERDAM – De leerlingen van groep 4 van basisschool De Pijler schrijven met hun juf een kinderboek. Ze willen het boek uitgeven zodat meer kinderen gaan lezen. Tekst: Marloes Brouwer

‘Onze juf vertelde dat groep 5 een boek heeft geschreven. Onze groep werd toen heel enthousiast. Wij willen ook graag een boek schrijven’, vertelt Melanie (8). ‘We willen het boek uitgeven. Het boek wordt geprint. Alle kinderen kunnen het boek dan lezen’, vertelt Naïm (8). Jasmien (7): ‘Het is belangrijk om te lezen. We hopen dat meer kinderen gaan lezen als ze een boek kunnen lezen dat door kinderen is geschreven.’

ENTHOUSIAST

Veel zin in iets hebben.

De leerlingen laten hun verhalen voor in het boek zien. Foto’s: Peter Snaterse

Fantaseren

‘Fantasie is belangrijk tijdens het schrijven van een verhaal. Fantasie zit in je hoofd. Je verzint een verhaal’, vertelt Jasmien. ‘Je kan alles fantaseren. Je kan iets bedenken dat alleen in je fantasie kan. Ik fantaseer voor mijn verhaal dat ik met vrienden in een game leef’, vertelt Naïm. ‘Het is belangrijk dat je je niet schaamt voor wat je fantaseert. In je fantasie kan alles’, vertelt Melanie. ‘Je kan ook een verhaal schrijven over een bijzondere droom die je hebt gehad’, vertelt Naïm.

MEI 2024
Foto’s: Fleur Beerthuis

Rotterdam

Leerlingen van groep 8b van basisschool De Driemaster bezochten het stadhuis van Rotterdam. Ze speelden het spel Democracity van de organisatie ProDemos en ontmoetten gemeenteraadslid Marvin Biljoen. Marvin vertelde over zijn werk als gemeenteraadslid en speelde met de leerlingen een raadsvergadering na. Tekst: Suzanne Huig

De gemeenteraad maakt de regels waaraan iedereen zich in een gemeente moet houden. De gemeenteraad van Rotterdam bestaat uit 45 raadsleden. Marvin is 1 van de gemeenteraadsleden. De gemeenteraadsleden horen bij verschillende politieke partijen. Iedere politieke partij vindt andere dingen belangrijk. De gemeenteraadsleden hebben 1 keer per 3 weken een gemeenteraadsvergadering. Ze nemen dan beslissingen. Marvin: ‘We nemen alle beslissingen voor gemeente Rotterdam samen. De burgemeester mag als enige zonder overleg met de gemeenteraad beslissingen nemen op het gebied van veiligheid. Hij moet zijn beslissingen wel aan de gemeenteraad uitleggen.’

Een vergadering naspelen

De burgemeester is de voorzitter van de gemeenteraadsvergaderingen. De voorzitter is de leider van de vergadering. De voorzitter zorgt ervoor dat een vergadering goed verloopt. Noumidia van de organisatie ProDemos speelt de voorzitter van de vergadering van de leerlingen en Marvin. Noumidia: ‘In de gemeenteraadsvergaderingen wordt vergaderd over wat gemeenteraadsleden willen in een gemeente. De gemeenteraadsleden stemmen op de ideeën die in de vergaderingen worden besproken. Een idee wordt uitgevoerd als meer dan de helft van de gemeenteraadsleden voor stemt. Jullie overleggen tijdens deze vergadering over jullie wensen voor de stad. Je krijgt de beurt als je jouw idee voor de stad wilt vertellen. De andere leerlingen en Marvin mogen daarna vragen stellen over jouw idee. Alle leerlingen en Marvin mogen daarna voor of tegen het idee stemmen. Jullie vormen een raad van 25 leden. Dat betekent dat een idee wordt goedgekeurd als minimaal 13 mensen voor het idee stemmen.’

De leerlingen stemmen over een idee.

Een politiebureau, vuilnisbakken en een station De leerlingen vertellen om de beurt hun idee voor de stad. Noi (12) wil graag een extra politiebureau in de stad. ‘De stad kan goed worden beveiligd als er een extra politiebureau komt’, zegt Noi. Iedereen stemt voor het idee van een extra politiebureau. Dex (12) krijgt de beurt om zijn idee te vertellen. ‘Ik wil op straat graag vuilnisbakken waarin je afval kunt scheiden.’ Emily (12) vraagt waar de vuilnisbakken moeten komen. Dex: ‘De vuilnisbakken moeten op drukke plekken komen. De bakken kunnen bijvoorbeeld bij supermarkten, speeltuinen en parken komen te staan.’ Iedereen stemt voor het idee. Het idee wordt goedgekeurd. Marvin vindt het belangrijk dat er een station komt. ‘Een station zorgt ervoor dat je makkelijker naar een plek kunt reizen als je geen auto, rijbewijs of fiets hebt’, zegt hij. Marvin en 17 leerlingen stemmen voor het idee. Het idee wordt goedgekeurd.

Welk idee heb jij voor de stad?

Niet genoeg stemmen Tim (12) wil een opvang voor daklozen in de stad. ‘Ik vind het belangrijk dat daklozen ook een plek hebben waar ze naartoe kunnen.’ Ties (11) heeft een vraag over Tim zijn idee. ‘Hoeveel mensen kunnen er in de opvang slapen?’, vraagt hij. Tim: ‘Ik denk dat er plek moet zijn voor ongeveer 100 daklozen.’ Aiden (12): ‘Ik vind het een goed idee. Ik vind het wel belangrijk dat er aparte slaapruimtes zijn voor mannen en vrouwen.’ Ze stemmen over het idee. 10 leerlingen stemmen voor. Het idee krijgt niet genoeg stemmen. Marvin: ‘Het maakt mij soms verdrietig als een idee van mij wordt afgewezen. Ik probeer na een afwijzing altijd te kijken hoe een idee kan worden aangepast zodat het misschien toch kan worden goedgekeurd.’

Oefenen om in de gemeenteraad te komen Caro (11) vindt het leuk om mee te denken over ideeën voor de stad. Ze vraagt aan Marvin welke opleiding je moet volgen om in de gemeenteraad van Rotterdam te kunnen komen. Marvin antwoordt: ‘Het maakt niet uit welke opleiding je volgt. Je moet als gemeenteraadslid goed kunnen luisteren naar mensen en goed kunnen opkomen voor de ideeën van mensen. Het is dus belangrijk om daarmee te oefenen.’

Wil jij ook het spel Democracity spelen en een raadslid ontmoeten?

Dat kan! Jouw school mag gewoon naar het stadhuis komen. Mail naar voorlichtinggriffie@griffie.rotterdam.nl

MEI 2024
De leerlingen van De Driemaster vergaderen met gemeenteraadslid Marvin. Foto’s: Peter Snaterse Marvin vertelt waarom hij het een goed idee vindt om een station te plaatsen. Marvin plaatst het station op de plattegrond.

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.