HILLEGERSBERG-SCHIEBROEK –
De leerlingen krijgen verkeersles op het schoolplein. Foto’s: Peter Snaterse
De leerlingen van groep 7 van basisschool Hildegaert krijgen verkeerslessen. De leerlingen leren tijdens de lessen hoe ze veilig kunnen deelnemen aan het verkeer. Tekst: Amy van Loon Lilli (11) en Lise (12) zitten in de verkeerscommissie van basisschool Hildegaert. ‘We vinden het belangrijk dat alle leerlingen veilig naar school kunnen komen. Alle leerlingen leren daarom veilig naar school te lopen en te fietsen tijdens de verkeerslessen’, zegt Lilli.
Voorrang krijgen of geven
De leerlingen fietsen over het schoolplein. Ze oefenen hoe ze veilig een route kunnen fietsen. Mats (10): ‘We leren dat de persoon die van rechts komt voorrang heeft. Je hebt zelf voorrang als je van rechts komt. Je moet voorrang geven als iemand anders van rechts komt.’
Richting aangeven De leerlingen leren ook dat ze hun hand moeten uitsteken om hun richting aan te geven. Okyanus (11): ‘Het kan gevaarlijk zijn als mensen niet weten welke richting je op gaat. Je moet daarom je hand uitsteken als je de hoek omgaat. Je steekt je linkerhand uit als je naar links gaat. Je steekt je rechterhand uit als je naar rechts gaat.’
Fietsen in het donker ‘Het is gevaarlijk om zonder verlichting in het donker te fietsen. Mensen kunnen je dan niet goed zien. Je moet in het donker daarom je fietslampen aanzetten’, zegt Mats. ‘Mijn fietslampen gaan automatisch aan als ik in het donker fiets. Automobilisten zien mij goed door mijn lampen’, zegt Okyanus.
Pietje en Jantje gaan kamperen. Ze zetten hun tentje op. Midden in de nacht wordt Jantje wakker gemaakt door Pietje. ‘Wat zie je als je omhoog kijkt?’, vraagt Pietje. ‘Enorm veel sterren’, antwoordt Jantje. ‘En wat betekent dat?’, vraagt Pietje. ‘Als er zoveel sterren zijn, zou het kunnen dat er ook meer planeten zijn zoals de aarde. En als er meer planeten zijn zoals de aarde, dan is daar misschien ook wel leven’, zegt Jantje. Pietje zegt: ‘Nee domoor, dat betekent dat onze tent is gestolen!’
Arabella (11)
De meester spreekt Jantje na zijn slechte rapport bestraffend toe: ‘Jantje, als je dit rapport aan je vader laat zien, krijgt hij zeker grijze haren.’ Jantje lacht: ‘O, wat zal mijn vader dan blij zijn.’ ‘Hoezo?’, vraagt de meester.
Jantje: ‘Mijn vader is al jaren helemaal kaal!’
Leonel (12)
De vader van kapitein Erik heeft 3 kinderen gekregen: Kwik, Kwek en ....?
Liam (10)
Kapitein Erik
Je hebt 2 handen. Met welke hand kun je het beste schrijven, met links of rechts?
Als je met je hand schrijft, heb je vast magische krachten. Ik schrijf gewoon met een potlood.
Yusuf (10)
Hoe noem je het wanneer je vastzit in je hoofd?
Jiovanni (10)
Een hersencel.
THEMA: WEERBAARHEID
g l e p s n e l l o r g
f z l n k i e z e n i n
r e v u e v t k z d n b
o l i e i d r u n e e e
p f t t r s n a a e o s
l b g c i t t e g t d c
o e a h e s r e i e i h
s e r u f p o o r r n e
s l d l e n s p u e v r
i d e p r a t e n w n m
n z g n i n i a r t e e
g t n e m i l p m o c n
beschermen compliment denken
doen
gedrag hulp
kiezen luisteren oplossing positief
Antwoord (1 woord):
Regels: de woorden vind je horizontaal, verticaal en diagonaal. Ook achterstevoren. Je mag letters meerdere keren gebruiken. Als je de overgebleven letters in de juiste volgorde zet, krijg je het antwoord. Mail dit antwoord samen met je voornaam, leeftijd en het telefoonnummer van je ouder(s) of verzorger(s) (zodat we contact met je kunnen opnemen als je hebt gewonnen) naar ANTWOORD@JONG010.NL. Alleen de winnaar krijgt bericht.
J e n n y en J i m m y
Ik maak mijn lijstje voor mijn verjaardag, maar van mijn moeder mag ik er maar één ding opzetten.
Ik kan niet kiezen! Bouwset, fiets, drone, game, bordspel ...
praten respect rollenspel situatie training vertrouwen vragen vrienden zelfbeeld zelfstandig
Het antwoord van de woordzoeker van februari is: STATION. De winnaar is groep 8 van basisschool Goede Herder. Gefeliciteerd!
‘Alles.’ Ik weet niet of je moeder hierin trapt. Ik kies Ik kies
Zoek de fietsen in de kinderkrant!
Kun jij ze allemaal vinden?
Vul hier het aantal in:
Jong010 wordt mede mogelijk gemaakt door:
Pfoe! Dit was zwaar.
Heb jij een tip voor Jong010?
redactie@jong010.nl
Lees alle kranten op onze website: www.jong010.nl
DE NIEUWE JONG010
VERSCHIJNT DONDERDAG 13 APRIL 2023
JONG010 - MAART 2023
JAARGANG 13 - EDITIE 7
OPLAGE: 38.000 KRANTEN
Hoofdredacteur: Suzanne Huig
Journalisten: Lot Derks, Amy van Loon, Jesse Wagenvoord
Fotografen: Peter Snaterse, Arjen Jan Stada
Vormgeving: Marcel van den Assem
Redactiemedewerker: Sasja Hof
ROTTERDAM – Burgemeester
Ahmed Aboutaleb hoort graag van Rotterdammers wat zij van de stad vinden. Hij is ook benieuwd naar de meningen en ervaringen van basisschoolleerlingen. Wat vind jij ervan dat het verboden is om stadsdieren te voeren?
Tekst en foto's: Suzanne Huig
A HMED A BOUTALEB
‘Je mag in Rotterdam nergens meer eendjes, ganzen, duiven en andere stadsdieren voeren. Stadsdieren worden te zwaar of ziek als ze brood en etensresten van mensen krijgen. Daarnaast zorgen de etensresten die blijven liggen ervoor dat er meer ratten, muizen en meeuwen komen. Die dieren zorgen voor overlast in wijken. De poep van die dieren komt bijvoorbeeld in water terecht. Poep en etensresten in water zorgen voor algen en bacteriën in water. Die algen en bacteriën zijn slecht voor dieren en mensen.’
‘Ik vind het goed dat het verboden is om stadsdieren te voeren. Eenden en andere stadsdieren moeten zelf kunnen overleven. De dieren worden lui als ze eten van mensen krijgen.’
9 JAAR
‘Ik vind het jammer dat je stadsdieren niet meer mag voeren. De stadsdieren zijn gewend dat ze eten krijgen van mensen. Ik vind daarom dat er geen verbod moet zijn.’ OUSMAN
‘Ik vind het goed dat het verboden is om stadsdieren te voeren. Het verbod zorgt ervoor dat er minder ratten en muizen komen. Ratten en muizen knagen dingen kapot. Ik vind het daarom belangrijk dat er minder ratten en muizen komen.’
‘Ik vind het zielig voor de stadsdieren dat ze geen eten meer krijgen van mensen. Ik ben bang dat de dieren honger krijgen omdat ze niet meer worden gevoederd. Ik vind het wel belangrijk dat er geen etensresten op straat blijven liggen. Ik wil niet dat er meer ratten in de stad komen.’
‘Ik vind het jammer dat je geen eenden meer mag voeren. Ik vind het leuk om eenden te voeren. Ik vind het leuk dat eenden naar mij toe komen als ik brood in het water gooi.’
‘Dieren kunnen heel ziek worden of doodgaan als ze veel eten krijgen. Ik vind dat zielig voor de dieren. Ik vind het daarom goed dat het verboden is om stadsdieren te voeren.’
Wat vind jij ervan dat het verboden is om stadsdieren te voeren?
‘Ik vind het goed dat het verboden is om dieren op straat te voeren. Het voeren van dieren zorgt voor problemen voor mensen en dieren. Mensen die graag dieren willen voeren, kunnen op kinderboerderijen dieren voeren.’
‘Ik vind het zielig als stadsdieren zelf al hun eten moeten zoeken. Ik vind dat de gemeente ervoor moet zorgen dat er speciaal voer op straat staat voor de dieren.’
‘Ik vind het niet goed dat het verboden is om stadsdieren te voeren. De stadsdieren zijn het gewend dat ze worden gevoerd. Mensen die dieren willen voeren, moeten voer kopen dat goed is voor de dieren.’
KRALINGEN-CROOSWIJK – Playing for Success Excelsior is een programma voor leerlingen van groep 6 tot en met 8. Het programma bestaat uit 13 bijeenkomsten na schooltijd.
De leerlingen leren tijdens het programma doorzetten, voor zichzelf opkomen, zichzelf presenteren en samenwerken.
Tekst: Suzanne Huig
Iedereen vindt dingen lastig. Het programma Playing for Success
Excelsior helpt leerlingen te oefenen met dingen die ze lastig vinden. ‘Iedere leerling heeft een leerdoel. We bespreken ons leerdoel aan het begin van een bijeenkomst met een coach. De coach geeft tijdens het gesprek een tip. We oefenen daarna allemaal met ons leerdoel tijdens een activiteit’, legt Ruzgar (11) uit.
Verschillende leerdoelen
Brooklyn (12): ‘Mijn doel is om meer zelfvertrouwen te krijgen. Ik schaam me soms voor mezelf. Ik wil leren om het niet erg te vinden om fouten te maken. Ik wil mezelf durven te zijn.’
‘Ik geef snel op als ik iets lastig vind. Mijn doel is om door te zetten en positief over mezelf te denken. Ik wil leren dingen te proberen en in mezelf te geloven’, vertelt Ruzgar.
Thijs (11): ‘Ik wil leren om zelfverzekerder te worden en voor mezelf op te komen.’ Siraç (11): ‘Ik ben snel afgeleid. Ik wil leren om me beter te concentreren.’ Christy (12): ‘Ik vind het lastig om in mezelf te geloven. Ik wil leren om positiever over mezelf te denken. Ik wil ook leren om meer met anderen te praten en vrienden te maken.’
Tips van een coach
De deelnemers aan het programma
Playing for Success Excelsior worden geholpen door coaches. Anass (9) en Kenzo (9) praten met hun coach Yindi over hun leerdoelen. ‘Mijn doel is om door te zetten en om hulp te vragen als ik word gepest’, zegt Anass.
Kenzo: ‘Mijn doel is om rustig te blijven als er iets gebeurt wat ik vervelend vind.’ Coach Yindi: ‘Anass, jij krijgt de tip om niet op te geven als het even niet lukt. Kenzo, jij krijgt de tip om rustig te zeggen wat je niet fijn vindt als er iets gebeurt wat je niet fijn vindt.’
Cupcakes maken
De deelnemers maken cupcakes.
Foto’s: Peter Snaterse
‘We maken deze bijeenkomst cupcakes. Jullie werken in kleine groepjes. Ieder groepje krijgt ingrediënten om cupcakes te maken. Denk tijdens het maken van de cupcakes aan je eigen leerdoel’, zegt Bo van Playing for Success Excelsior. Kenzo: ‘Ik leer samen te werken door met andere kinderen samen cupcakes te maken.’ Thijs: ‘Ik vertel aan mijn groepsgenoten hoe ik de cupcakes wil maken en versieren. Ik oefen daardoor om voor mezelf op te komen.’ ‘Ik neem de leiding in mijn groepje. Ik oefen daardoor om mezelf te zijn’, zegt Brooklyn. Christy: ‘Ik overleg tijdens het maken van de cupcakes met mijn groepsgenoten. Ik praat daardoor met anderen en maak vrienden. Ik vind dat fijn.’
ACTIVITEIT
Iets waar je mee bezig bent. Iets dat je kunt doen.
COACH
Iemand die je helpt om te leren wat je wilt leren.
Een brief schrijven
De leerlingen sluiten de bijeenkomst af met het schrijven van een brief aan iemand die ze willen bedanken. Bo van Playing for Success Excelsior: ‘Je geeft een cupcake en een geschreven brief aan de persoon die je wilt bedanken.’ Siraç: ‘Ik schrijf een brief aan mijn zus omdat ze lief voor mij is. Mijn zus doet vaak leuke dingen met mij.’ ‘Ik schrijf een brief aan mijn juf. Mijn juf helpt mij als ik iets lastig vind. Ik vind dat heel fijn’, zegt Anass. ‘Ik schrijf een brief aan een vriendin. Die vriendin is aardig voor mij en laat mij vaak lachen. Ik ben blij met haar als vriendin’, zegt Christy.
ROTTERDAM – Levay (11) is slechtziend. In Nederland zijn ongeveer 3.000 kinderen slechtziend of blind. Iemand is slechtziend als hij of zij minder dan 30 procent ziet.
Levay: ‘Ik zie geen details. Ik zie de meeste dingen onscherp. Ik draag een bril. Ik zie iets scherper door mijn bril.’
Tekst en foto’s: Suzanne Huig
‘Ik zie op straat het verkeer bijvoorbeeld niet goed. Ik zie automobilisten of fietsers pas als ik heel dicht bij ze in de buurt ben. De kans is groot dat ik word aangereden doordat ik het verkeer niet goed zie. Ik ga daarom niet alleen naar buiten. Mijn vrienden halen mij op als ik naar buiten wil. Mijn vrienden letten buiten op mij. Ik vind dat heel fijn’, vertelt Levay.
Hulpmiddelen om te lezen
Levay.
‘Ik zit op basisschool Visio Onderwijs Rotterdam. Basisschool Visio Onderwijs Rotterdam is een school voor kinderen die slechtziend of blind zijn. Ik heb op school hulpmiddelen. Hulpmiddelen zijn dingen die ik gebruik om iets gemakkelijker te kunnen doen. Ik heb bijvoorbeeld een loep. Een loep is een vergrootglas. Ik gebruik mijn loep als ik iets wil lezen. Ik heb ook een leeskaart. Een leeskaart is een kaart met daarin een gleuf. Ik leg de leeskaart op de tekst die ik wil lezen. De gleuf zorgt ervoor dat ik maar 1 zin zie. Ik kan daardoor beter lezen’, vertelt Levay.
Werken achter de computer
‘Ik vind het lastig om te schrijven omdat ik niet goed zie wat ik schrijf. Ik heb op school daarom een computer met een groot toetsenbord. Ik type op het toetsenbord de antwoorden op vragen. Ik draag een koptelefoon als ik achter mijn computer werk. Ik hoor minder geluiden om me heen als ik mijn koptelefoon op heb. Ik kan me daardoor beter concentreren’, vertelt Levay.
Aanpassingen in de school
‘Op basisschool Visio Onderwijs Rotterdam zijn veel dingen aangepast zodat blinde en slechtziende leerlingen makkelijk door de school kunnen lopen. Alle deuren van de school gaan bijvoorbeeld automatisch open. En aan iedere muur zit een leuning zodat leerlingen zich kunnen vasthouden. Leerlingen kunnen daardoor voelen waar ze lopen. Ik gebruik de leuning als ik naar een ander lokaal loop. Voor de deuren van lokalen liggen speciale deurmatten. De leerlingen kunnen met een stok aan de deurmatten voelen dat ze bij de deur van een lokaal staan’, legt Levay uit.
In de leerlingenraad ‘Ik zit in de leerlingenraad van mijn school. De leerlingenraad bedenkt evenementen voor de leerlingen. We organiseren bijvoorbeeld feestjes en spelletjesavonden. De leerlingen leren elkaar beter kennen door de evenementen. Ik vind het heel belangrijk om mijn schoolgenoten goed te leren kennen. Ik voel me fijn en niet alleen op school doordat ik mijn schoolgenoten goed ken’, vertelt Levay.
AUTOMATISCH
Vanzelf, zonder hulp van mensen.
Fonds Kind & Handicap helpt kinderen en jongeren met een handicap of chronische ziekte.
Een handicap is een beperking waardoor je sommige dingen niet zo goed kunt.
LEUNING Een voorwerp waaraan je je kunt vasthouden.
Een chronische ziekte is een ziekte die minimaal 3 maanden duurt, steeds terugkomt of niet genezen kan worden.
De organisatie geeft bijvoorbeeld geld om hulpmiddelen te kopen, voorlichting te geven of onderzoek te doen.
ROTTERDAM – 1 op de 5 Rotterdamse kinderen groeit op in armoede. Gezinnen die in armoede leven, hebben een langere tijd niet voldoende geld om alles wat noodzakelijk is te kunnen betalen. Ze hebben bijvoorbeeld niet voldoende geld om een woonplek, eten, drinken, kleding of verwarming te kunnen betalen. Tekst en foto: Suzanne Huig
Mensen kunnen goed rondkomen als ze iedere maand genoeg geld hebben om alles te kunnen betalen. Sommige mensen komen iedere maand geld tekort. Mensen kunnen geld tekortkomen doordat ze bijvoorbeeld geen baan meer hebben, lang ziek zijn of gokken. Mensen kunnen niet al hun rekeningen betalen als ze geld tekortkomen. Ze krijgen schulden.
Inkomsten, uitgaven en sparen Een huis, eten, water, licht, energie en kleding kosten allemaal geld. Je ouders of verzorgers betalen die dingen. Je moet die dingen later zelf betalen. Het is belangrijk om later op te schrijven hoeveel geld je ontvangt. Je weet dan hoeveel geld je kunt uitgeven. Het is verstandig om iedere maand wat geld te sparen. Je kunt je spaargeld gebruiken als je een keer geld tekortkomt. De kans is dan kleiner dat je schulden krijgt.
Wat zou jij doen als je weet dat het gezin van een vriend of vriendin te weinig geld heeft om boodschappen te kopen?
‘Ik zou samen met mijn ouders aan het gezin vragen of zij hulp willen. Ik zou vragen welke boodschappen zij graag willen hebben. Ik zou die boodschappen samen met mijn ouders voor het gezin kopen.’ Ana
Het waterschap zorgt voor veilige wegen
CHARLOIS – Waterschap Hollandse Delta zorgt voor het water en de wegen buiten de bebouwde kom in Charlois, Feijenoord, IJsselmonde, Rozenburg, Hoogvliet en Pernis. Jacqueline en Jaco werken bij waterschap Hollandse Delta. Ze vertellen aan de leerlingen van groep 5 van basisschool De Klaver Carnisse hoe het waterschap voor de wegen zorgt. Tekst: Suzanne Huig
‘Het waterschap zorgt voor alle wegen buiten de bebouwde kom’, zegt Jacqueline. De bebouwde kom zijn gebieden waar veel bebouwing is. ‘Het waterschap zorgt ervoor dat de wegen veilig zijn’, zegt Ranim (8).
Naam:
Reactie:
Hulp bij geldproblemen
Het is belangrijk dat volwassenen contact opnemen met een bedrijf als ze de rekening van het bedrijf niet kunnen betalen. Ze kunnen met het bedrijf dan afspraken maken over het betalen van de rekening. Volwassenen met geldproblemen kunnen hulp vragen aan de gemeente. De gemeente kan helpen om een oplossing te zoeken voor de geldproblemen.
NOODZAKELIJK
Jacqueline en Jaco laten verschillende verkeersborden zien. Jaco: ‘Dit bord betekent een einde van alle verboden die op een verkeersbord zijn aangegeven.’ Foto’s: Arjen Jan Stada
Dit bord betekent dat je moet uitkijken voor overstekend wild.
Dit soort borden geven een maximum snelheid aan.
Borden plaatsen, wegen afzetten en zout strooien
‘We zorgen bijvoorbeeld dat er verkeersborden langs de wegen staan’, zegt Jacqueline. ‘We zorgen er ook voor dat een weg veilig wordt afgezet als een weg niet kan worden gebruikt’, vertelt Jaco. Maks (9): ‘Het waterschap kijkt ook of een weg is beschadigd. Het waterschap repareert een weg als een weg is beschadigd.’ Oskar (9): ‘Het waterschap strooit zout op de wegen als het vriest.’
Verschillende verkeersborden
De leerlingen bekijken met Jaco en Jacqueline verschillende verkeersborden. Aleezah (8): ‘Verkeersborden zijn belangrijk. Verkeersborden zorgen ervoor dat je weet hoe je je moet gedragen op een weg.’ ‘Verbodsborden vertellen wat je ergens niet mag doen. Verbodsborden zijn rond en hebben een rode rand’, vertelt Tasnim (8). ‘Gebodsborden vertellen wat je ergens verplicht moet doen. Gebodsborden hebben meestal een blauwe achtergrond met daarop een wit figuur’, zegt Nadia (9). Ranim: ‘Een gevarenbord geeft aan waarvoor je moet uitkijken. Een gevarenbord heeft de vorm van een driehoek. Het bord heeft een rode rand.’
Het waterschap gebruikt pionnen en hekken om een weg af te zetten.
ROTTERDAM – Marieke van het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) Rijnmond reageert iedere maand in Jong010 op een vraag of probleem van een leerling of klas. Ze beantwoordt deze maand de vraag van Denis (11) Tekst: Suzanne Huig
Heb jij een vraag aan Marieke of zit je ergens mee?
Marieke beantwoordt ingestuurde vragen.
Stuur een mail naar REDACTIE@JONG010.NL
Of stuur een brief naar Jong010, Postbus 13037, 3004 HA Rotterdam.
Denis: ‘Ik ben de enige in mijn klas met sproetjes. Ik heb daardoor het gevoel dat ik anders ben. Ik vind dat lastig.’
Hoi Denis,
Het is vast niet fijn om het gevoel te hebben dat je anders bent. Je hebt misschien het gevoel dat je door je sproetjes opvalt en dat iedereen naar je kijkt. Waarschijnlijk is dat helemaal niet zo. Je denkt waarschijnlijk dat het zo is omdat je zelf vaak denkt aan je sproetjes.
Kijk om je heen
Kijk eens goed om je heen. Iedereen is anders. Jij hebt sproetjes. Iemand anders heeft rood haar. Iemand is klein. En een ander is juist heel groot. Het is goed dat iedereen anders is. Het zou heel saai zijn als iedereen er hetzelfde uit zou zien. Jouw sproetjes horen bij jou. Jouw sproetjes maken jou bijzonder.
Trots zijn op jezelf
Mensen vinden dat wat ze niet hebben vaak heel mooi. Mensen met krullen willen bijvoorbeeld vaak steil haar. En mensen met steil haar willen vaak krullen. Jij vindt het lastig dat je de enige in jouw klas bent met sproetjes. Een ander vindt jouw sproetjes misschien heel mooi en zou misschien graag sproetjes willen hebben. Je mag trots zijn op hoe jij eruitziet. Je voelt je fijner als je trots bent op jezelf. Anderen zien dan ook dat jij je fijn voelt.
Groetjes, Marieke
ROTTERDAM – Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond wil gevaarlijke situaties voorkomen. Opladers en batterijen kunnen brand veroorzaken.
Brandweerman Patrick en zijn dochter Caitlin (12) vertellen hoe je brand door opladers en batterijen kunt voorkomen. Tekst: Suzanne Huig
‘Oplaadbare batterijen zitten bijvoorbeeld in smartphones, laptops, tablets, koptelefoons, oplaadbare tandenborstels, elektrische fietsen en elektrische steps. De batterijen kunnen oververhit raken en exploderen. Een oververhitte of geëxplodeerde batterij kan brand veroorzaken’, legt brandweerman Patrick uit.
Een goede oplader
Caitlin: ‘Het is gevaarlijk om iets op te laden met een oplader die niet bij het product hoort.’ ‘Een oplader die niet bij het product hoort, kent het product niet. De oplader blijft daardoor energie in het product stoppen als het product al helemaal is opgeladen. De batterij van het product kan daardoor oververhit raken of gaan branden’, vertelt brandweerman Patrick. Caitlin: ‘De oplader die bij een product hoort, stopt vanzelf met opladen als het product helemaal is opgeladen.’
Foto’s: Arjen Jan Stada
Caitlin: ‘Een iPad kan zijn warmte niet kwijt als hij op de bank ligt. Een laptop kan zijn warmte niet kwijt als hij onder kussens ligt.’
Warmte van een oplader of batterij
‘Een oplader en het product dat wordt opgeladen moeten hun warmte kwijt kunnen. De warmte kan anders brand veroorzaken. Het is daarom belangrijk om een oplader of product dat wordt opgeladen bijvoorbeeld niet onder een kussen of deken te leggen’, vertelt Caitlin. Brandweerman Patrick: ‘Haal een oplader uit een stopcontact als je de oplader niet gebruikt. De warmte van de oplader kan anders brand veroorzaken.’
Opletten tijdens het opladen
‘Het is belangrijk om producten in de gaten te houden als je ze oplaadt. Je kunt dan snel reageren als je merkt dat er brand ontstaat. Het is belangrijk om jezelf en anderen in veiligheid te brengen als er brand ontstaat’, zegt Caitlin.
ROTTERDAM – Paardencoach Jiska helpt kinderen om zich fijner te voelen met behulp van paarden. Fleur (12) krijgt hulp van paard Flokur. Fleur: ‘Ik heb door Flokur meer zelfvertrouwen gekregen. Ik kan daardoor makkelijker keuzes maken.’ Tekst en foto’s: Suzanne Huig
‘De paarden kunnen je helpen als je problemen hebt of als je je niet fijn voelt. De paarden kunnen kinderen bijvoorbeeld helpen om met hun boosheid om te gaan of om iets te durven’, vertelt Fleur.
Lastig om keuzes te maken
‘Ik vond het lastig om keuzes te maken. Ik vond het bijvoorbeeld lastig om te beslissen welk boek ik wilde lezen of om te beslissen wat ik wilde doen in mijn vrije tijd. Ik vond het ook lastig om te kiezen welke kleding ik wilde dragen of wat ik wilde eten. Ik kon uren, dagen of weken piekeren als ik een keuze moest maken. Ik kon ’s avonds vaak niet slapen als ik een keuze moest maken. Ik twijfelde aan mezelf. Ik vond dat heel vervelend’, vertelt Fleur.
Parcours van opdrachten
Fleur maakt voor Flokur een parcours van verschillende opdrachten. ‘Een paard reageert op hoe je je voelt. Flokur wordt onzeker als ik onzeker ben. Ik moet ervoor zorgen dat Flokur weet wat hij moet doen als we het parcours doorlopen. Ik moet de leiding nemen. Ik kan niet twijfelen of lang nadenken als ik met Flokur het parcours volg. Flokur doorloopt het parcours alleen als ik duidelijk ben’, zegt Fleur. Fleur loopt voorop en praat duidelijk. Flokur volgt haar.
Rekening houden
Fleur beloont Flokur aan het eind van het parcours. Ze aait zijn hoofd en hals. ‘Hoe vond je dat Flokur het parcours liep?’, vraagt Jiska aan Fleur. ‘Flokur werd bang toen ik een knuffel op zijn rug legde. Ik zag dat hij bang werd doordat hij zijn oren naar achteren deed en stil bleef staan. Ik heb daarom de knuffel van zijn rug gehaald’, vertelt Fleur. Jiska: ‘Goed dat je rekening met Flokur houdt en keuzes maakt.’
Leren door Flokur
‘Ik pieker tijdens het doorlopen van het parcours niet omdat ik op Flokur let. Ik vertel aan Flokur hoe ik me voel. Flokur ruikt aan mijn hand. Hij buigt zijn oren naar mij toe. Ik weet daardoor dat hij mij vertrouwt. Ik voel me fijn doordat Flokur mij vertrouwt en naar mij luistert. Ik leer hierdoor om beslissingen te nemen, duidelijk te zijn en op mezelf te vertrouwen. Ik kan daardoor sneller vragen beantwoorden en keuzes maken. Ik vind dat fijn’, zegt Fleur.
Kijk voor meer informatie op WWW.JIBACO.NL
KRALINGEN – Yoga is bewegen om je hoofd en lichaam soepel te maken. Je leert door oefeningen om goed te ademen en leniger te worden. Sommige leerlingen vinden het druk op school of hebben moeite met leren. Yoga kan helpen rustiger te worden. Julia (13): ‘Yoga is fijn om te ontspannen.’ De leerlingen volgen yogales bij juf Miranda in Studio 181. Tekst en foto’s: Lot Derks
Je oefent met yoga om lenig te worden. Je oefent om je spieren soepel te maken. Het is belangrijk om op te warmen. De leerlingen warmen op door recht te staan en hun schouders naar boven en beneden te bewegen. Juf Miranda: ‘Deze oefening is goed om je armen los te maken als je veel schoolwerk moet doen.’
Soepel in je hoofd
De leerlingen leren beter te ademen. Ze liggen op hun rug op een mat. De juf leest een verhaal voor.
De leerlingen voelen hoe hun buik meebeweegt tijdens het ademen. De leerlingen mogen na de oefening dansen en bewegen als een pinguïn. De leerlingen dansen met een ballon tussen hun knieën door de zaal. Jonas (9): ‘Ik vind het soms nog moeilijk om tot rust te komen. Ik vind het leuk om als een pinguïn te dansen.’
Samen en alleen
Je kunt alleen of met anderen oefeningen doen. Valerie (11): ‘Ik ben al best lenig. Ik vind de oefeningen niet moeilijk. De oefening ‘de zonnegroet’ lukt goed. Je doet bij die oefening in 1 keer verschillende oefeningen achterelkaar.’ Sarah (7): ‘Ik vind de oefening ‘de kaars’ het leukst. Je zit dan naast elkaar op de mat. Je maakt met je armen de vorm van een kaars.’ De leerlingen bedanken elkaar aan het eind van de les. Ze zeggen: ‘Namasté.’ Dat betekent dat ze respect voor elkaar hebben.
ROTTERDAM – Pieter (11) en Daco (11) tennissen bij tennisvereniging LTC Plaswijck ’62 en tennisvereniging T.C. Victoria. Pieter: ‘We trainen bij tennisvereniging T.C. Victoria in de selectiegroep. We trainen bij LTC Plaswijck ’62 omdat we het een heel gezellige vereniging vinden.’ Tekst: Suzanne Huig
Pieter en Daco doen iedere week mee aan tenniswedstrijden. Daco: ‘We horen bij de beste 200 tennissers van Nederland in onze leeftijdsgroep. Ik ben trots op ons.’ Pieter: ‘We geven elkaar tips zodat we nog beter worden. Ik hoop dat ik ooit professioneel tennisser word.’
Samen of alleen
‘Je kunt alleen tegen een tegenstander tennissen. Je noemt dat enkelspel. Je kunt ook met zijn tweeën tegen 2 tegenstanders tennissen. Je noemt dat dubbelspel’, legt Pieter uit. Daco: ‘Wij spelen allebei enkelspel en dubbelspel. Ik vind dubbelspel het leukste omdat ik het leuk vind om met iemand samen een team te vormen.’
Op je tegenstander letten
‘Ik probeer het mijn tegenstanders zo moeilijk mogelijk te maken tijdens een wedstrijd. Ik probeer een bal bijvoorbeeld vaak hard achterin het veld te slaan. Het is voor een tegenstander vaak lastig om de bal dan terug te slaan’, zegt Pieter. Daco: ‘Ik let goed op mijn tegenstander. Ik kijk wat mijn tegenstander lastig vindt. Ik probeer zoveel mogelijk ballen te slaan die mijn tegenstander lastig terug kan slaan. Ik probeer er ook voor te zorgen dat mijn tegenstander heel veel heen en weer moet rennen om de bal terug te slaan. Mijn tegenstander wordt dan sneller moe.’
SELECTIEGROEP
Een speciale groep waarvoor je wordt gekozen.
PROFESSIONEEL
Als iemand iets professioneel doet, doet hij of zij het als beroep.
Hoe zou het verkeer veiliger kunnen worden?
ROTTERDAM – Het verkeer in een woonwijk of rondom een school kan soms druk en gevaarlijk zijn. Heb jij een idee hoe je het verkeer veiliger kunt maken?
Tekst en foto’s: Suzanne Huig
‘Ik vind het gevaarlijk dat er bussen en vrachtwagens door woonwijken rijden. Het andere verkeer heeft weinig ruimte als een bus of een vrachtwagen door een woonwijk rijdt. Ik zou het verkeer veiliger maken door aparte wegen te maken voor bussen en vrachtwagens.’
‘Ik vind het gevaarlijk dat sommige automobilisten hard rijden in woonwijken. Ik zou daarom meer drempels in woonwijken plaatsen. Automobilisten moeten langzaam rijden als ze over drempels moeten rijden.’
‘Ik zou het verkeer veiliger maken door bij verkeerslichten slagbomen te plaatsen. De slagbomen zorgen er dan voor dat mensen niet door rood kunnen rijden. Ik denk dat er daardoor minder ongelukken gebeuren.’
‘Ik weet op een rotonde soms niet of ik voorrang heb of niet. Ik vind rotondes daarom heel gevaarlijk. Ik zou het verkeer veiliger maken door stoplichten te plaatsen bij rotondes.’
‘Ik vind het gevaarlijk dat sommige automobilisten niet stoppen als ik wil oversteken. Ik vind dat er in woonwijken en in de buurt van scholen daarom meer zebrapaden moeten komen.’
Heb jij een idee hoe je het verkeer veiliger kunt maken?
Vanaf welke kant heb je voorrang?
PAGINA 1
Leerlingen leren voor zichzelf opkomen, samenwerken en zichzelf presenteren tijdens Playing for Success Exelsior.
Wat leren ze nog meer? PAGINA 4
Wat liggen er voor de deuren van lokalen van basisschool Visio Onderwijs Rotterdam?
PAGINA 5
Welk bord heeft de vorm van een driehoek? PAGINA 6
Wat heeft Denis waardoor hij het gevoel heeft dat hij anders is? PAGINA 7
Het antwoord van de puzzel van februari is: BRANDWEREND.
De winnaar is Hafsa (8). Gefeliciteerd!
Waar bestaat het parcours uit dat Fleur voor Flokur maakt?
PAGINA 8
In wat voor groep trainen de tennissers?
PAGINA 9
Wat bedenkt Luc om het verkeer veiliger te maken? PAGINA 10
BOEKENBON TER WAARDE VAN 15 EURO
Wat wordt er iedere week besproken tijdens de morning circle? PAGINA 11
Wat kun je van compost bijvoorbeeld maken? PAGINA 12
Waarin wordt het afval op het milieupark gesorteerd? PAGINA 12
De antwoorden op de vragen vind je in deze krant!
CENTRUM – De leerlingen van basisschool Kindcentrum
Het Oude Westen komen iedere maandagochtend samen voor de morning circle. De morning circle is een moment waarop de leerlingen hun successen kunnen delen. Tekst en foto’s: Amy van Loon
‘Alle leerlingen zitten rond het podium tijdens de morning circle. Sommige leerlingen mogen vertellen wat ze hebben meegemaakt’, vertelt Nouhaila (10). ‘De morning circle zorgt ervoor dat we elkaar beter leren kennen’, vertelt Jay’lainy (9). Ibrahim (11): ‘De meester vertelt welke dingen er in de komende week gaan gebeuren.’
HILLEGERSBERG-SCHIEBROEK – Seline (10) en Maxime (11) zitten op naailes bij Studio Yet. Ze leren tijdens de naailes hoe ze knuffels en kleding maken. Tekst en foto’s: Amy van Loon
Maxime: ‘Ik vind de naailessen leuk. We mogen tijdens de lessen zelf beslissen wat we maken. Ik maak altijd dingen die ik kan gebruiken. Ik maak nu een knuffel voor mijn zusje.’ Seline: ‘Mijn oma was vroeger naaister. Ze maakte mijn kleding. Ik vond dat heel leuk. Ik ben op naailes gegaan om zelf kleding te leren maken.’
Een knuffel naaien
De meiden leggen uit hoe je een knuffel naait. ‘Je bedenkt als eerst wat je wilt maken. Je maakt daarna een patroon van wat je wilt maken. Je tekent het patroon over op de stof die je wilt gebruiken.
Je kunt het patroon dan makkelijk uit de stof knippen’, vertelt Maxime. Seline: ‘Je naait daarna de juiste stukken aan elkaar.’
Regels vertellen
Sirin (10): ‘Iedere week wordt er een schoolregel besproken. Als er bijvoorbeeld wordt gepest, wordt er besproken dat je op school niet mag pesten.’ Shayana (10): ‘De schooldirecteur vertelt iedere week tijdens de morning circle iets waarop we moeten letten. Hij vertelt bijvoorbeeld dat we zuinig moeten zijn op elkaars spullen. We leren daardoor respectvol met elkaar omgaan. Ik vind dat heel goed.’
Elkaar beter leren kennen
‘Iedereen die iets wil zeggen, mag tijdens de morning circle opstaan en zijn of haar naam en verhaal vertellen. Ik leer de leerlingen uit de andere klassen daardoor beter kennen’, zegt Akira (10). ‘We leren meer over andere leerlingen. Leerlingen vertellen bijvoorbeeld dat ze een diploma hebben behaald of dat ze jarig zijn’, vertelt Sirin (10).
Broeken en kussens
‘Ik heb de broek die ik nu draag zelf gemaakt. Ik heb ook een groene broek gemaakt. Mijn groene broek is mijn favoriete broek’, zegt Seline. ‘Ik heb 2 grote kussens gemaakt. Die kussens liggen in mijn kamer’, vertelt Maxime.
PATROON
De vorm van wat je gaat maken.
