JONG010 APRIL 2019

Page 1

april 2o19

5 Ziek door een tekenbeet

6

8

Fay (11) en Eddy (11) maken een toeter

Glijden uit een esdoornboom

11 100 tekeningen voor een film

De leerlingen bij het oorlogsmonument. Links de krans van de leerlingen. Rechts de krans van Stichting 4 mei. Foto: Arjen Jan Stada

FEIJENOORD – Leerlingen uit groep 8 van

basisschool De Mare legden op 3 april een krans bij oorlogsmonument Vreewijk. ‘Het oorlogsmonument herinnert de inwoners van Rotterdam aan de Tweede Wereldoorlog’, zegt Nicolai (12). Tekst: Suzanne Huig De leerlingen zijn 2 minuten stil nadat de krans is neergelegd. Sara (12): ‘Ik vind het respectvol om 2 minuten stil te zijn. Ik denk tijdens die minuten aan de mensen die zijn gestorven in de oorlog.’ Zerus (12): ‘De slachtoffers die vochten in de Tweede Wereldoorlog hebben voor onze

vrijheid gezorgd. Ik ben hen dankbaar. Ik vind het daarom belangrijk dat we de slachtoffers ieder jaar herdenken.’

Ondergedoken of vermoord

‘Joodse mensen werden tijdens de oorlog gediscrimineerd. Ze hadden niet dezelfde rechten als andere mensen. Ze leefden in angst voor de Duitsers’, vertelt Charlie (12). Pippa (13): ‘Sommige joodse families doken onder om niet opgepakt te worden. Anderen werden door de Duitsers naar werkkampen gebracht. Veel joden zijn vermoord tijdens de oorlog.’

Nieuwe oorlog voorkomen

‘Veel mensen waren bang tijdens de oorlog. Ik denk dat niemand in oorlog en angst wil leven. We moeten er daarom voor zorgen dat er geen oorlog meer komt’, zegt Luca (12). Fairouz (12): ‘Ik denk dat minder mensen discrimineren als ze denken aan de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog. Ik denk dat we nieuwe oorlogen kunnen voorkomen door niet te discrimineren. Iedereen is anders. Maar iedereen is gelijk en heeft dezelfde rechten.’


april 2o19

2 koeien zitten in bad. De ene koe vraagt aan de andere koe: ‘Mag ik je washandje lenen?’ De andere koe kijkt hem verbaasd aan en

G E

L

D

Y

P

E

T

E

S

‘Ik krijg mijn vlekken er niet af!’

E

B

E

U R S

T

H U

I

S S

Hamza (11)

L

F M H

E

D

B

D

I

N K O M E

vraagt: ‘Waarom dan?’ De koe antwoordt:

Nathalie en Boris lopen samen naar school.

Onderweg zegt Nathalie tegen Boris: ‘Weet

je wat ik gisteren heb gedroomd? Dat ik op de

kermis was!’ ‘Oh, wat leuk!’, antwoordt Boris. ‘Ik heb gisteren gedroomd dat ik mijn verjaardagsfeestje vierde. De hele klas was uitge-

U

I

T

L L

A S

A A T

O S

P A R

K N

R C A S

H A N U V

I

E

N

I

W J

‘Omdat jij op de kermis was!’

S

E

E

K O S N

B A N

Sanne (10)

L

E

E

R

L

G

P

L

K

E

P M A A R

Sem en zijn vader zitten op de bank. Sem:

‘Papa, ik ga met oma trouwen.’ ‘Maar Sem, dat kan toch niet. Oma is mijn moeder’,

antwoordt zijn vader. Sem: ‘Dat is ook flauw.

Jij bent toch ook met mijn moeder getrouwd!’ Maud (8)

T

A

L

T

R

O E

K

N N G Z R

I

N

E

EURO FINANCIEEL GELDTYPETEST GELDZAKEN HELD INKOMEN

N Q R

C N

niet uit?’, vraagt Nathalie. Boris antwoordt:

E

BANK BEURS CASH

N O A

E

nodigd, behalve jij.’ ‘Waarom nodigde je mij

P

G R

H

L

E

Z N N E

K

B R

T

I

I

A

K

K

N S

E

T

N

L

KLAS KRANT LEERLINGEN LES

MAART MUNTEN PINNEN

QUIZ RIJK SCHOOL SLOB SPAARVARKEN SPAREN THUIS WEEK

antwoord (ÉÉn woorD):

regels: DE WOORDEN VIND JE HORIZONTAAL, VERTICAAL EN DIAGONAAL. Je mag letters

meerdere keren gebruiken. Als je de overgebleven letters in de juiste volgorde zet, krijg je het antwoord. Mail dIT antWOORD samen met je voornaam, leeftijd

en het telefoonnummer van je ouder(s) of verzorger(s) (zodat we contact met je kunnen opnemen als je hebt gewonnen) naar antwoord@jong010.nl. Alleen de winnaar krijgt bericht.

HET ANTWOORD VAN DE WOORDZOEKER VAN MAART IS: woordenschat. DE WINNAAR IS groep 5 van Basisschool De Sleutel.

Puzzelcorner.nl

Wie ligt er ’s avonds eerder in bed, een konijn of een krokodil?

Een konijn, want die hoeft maar 2 tanden te poetsen.

Rens (8)

vegetarische broer van

Bruce Lee?

Wat krijg je als je Jong010 op zijn kop houdt?

Het antwoord op deze vraag.

Hoe heet de

Talyssa (11)

Brocco Lee. Isabel (10)

Jong010 wordt mede mogelijk gemaakt door:

Oprichter: Angelique van Tilburg hoofdredacteur: Suzanne Huig

Jong010 - APRIL Jaargang Oplage:

9

2019

- Editie

38.000

8

kranten

Fotografen: Johannes Odé, Peter Snaterse, Arjen Jan Stada Vormgeving: Marcel van den Assem redactiemedewerker: sasja hof Aan deze editie werkten mee: Puzzelcorner, Richard van der Ven, Bart Hoogveld


april 2o19

‘Ik ben vorig jaar gepest. Kinderen schopten en treiterden mij. Het maakte mij boos en verdrietig. Ik had het niet meer naar mijn zin op school. Ik zit nu op een andere school. Ik word niet meer gepest. Ik vind dat kinderen die worden gepest een oplossing moeten zoeken. Ze kunnen bijvoorbeeld hulp vragen aan een juf.’

ROTTERDAM – Burgemeester Ahmed Aboutaleb hoort graag van de Rotterdammers wat zij van de stad vinden. Ook naar de mening en ervaring van basisschoolleerlingen is hij benieuwd. Wat kun je doen tegen pesten? Tekst en foto’s: Suzanne Huig

‘De gemeente wil dat ieder kind plezier heeft op school. En dat ieder kind sterk in zijn of haar schoenen staat. De juffen en meesters letten daar goed op. Ik ben zelf weleens gepest terwijl ik onderweg was naar school. Kinderen die zelf spijbelden, scholden mij uit omdat ik wel naar school wilde. Ben jij weleens gepest? Of pest je weleens? En wat zou je kunnen doen tegen pesten?’

sina (8)

‘Ik vind pesten niet leuk. Iemand kan zich alleen en buitengesloten voelen als hij wordt gepest. Ik durf niet op te komen voor kinderen die worden gepest. Ik ben bang dat ik zelf word gepest als ik me ermee bemoei.’

Ahmed Aboutaleb. foto: gemeente rotterdam / marc nolte

‘Ik vind dat je mag plagen maar niet mag pesten. Ik denk dat alle kinderen weleens iemand plagen. Bijvoorbeeld door iets te zeggen wat iemand niet leuk vindt. Ik stop met plagen als ik weet dat ik iemand boos of verdrietig maak.’

miran (9) ‘Ik word soms gepest op school. Ik vind dat niet leuk. Het maakt mij verdrietig. De pesters gaan meestal door als ik vraag of ze stoppen. Ik krijg daardoor het gevoel dat ik niet door iedereen word geaccepteerd.’

‘Ik word soms gepest op straat. Kinderen lachen mij dan bijvoorbeeld uit. Dat zorgt ervoor dat ik minder zelfvertrouwen heb. Ik vind dat vervelend. Ik vind dat pesten moet stoppen. De sfeer wordt dan leuker op straat.’

‘Ik steun kinderen die worden gepest. Ik zeg tegen de pesters dat ze moeten stoppen als ik zie dat iemand wordt gepest. Ik denk dat pesten stopt als meerdere mensen pesters op hun gedrag aanspreken. Pesters ontdekken dan dat pesten niet leuk is.’

julia (9)

genevive (10)

Teken jezelf en vul in: Wat kun je doen tegen pesten?

sascha (9)

miyen (9) ‘Ik denk dat pesten kan stoppen als pesters zwaar worden gestraft. De straf moet zo erg zijn dat ze niet meer willen pesten. Mijn juf straft pesters bijvoorbeeld door ze niet buiten te laten spelen.’

elmira (9)

‘Kinderen die worden gepest, voelen zich niet fijn. Ik denk dat pesten kan stoppen als er meer over wordt gepraat. Pesters en de kinderen die worden gepest, moeten met elkaar praten. Ik denk dat pesters stoppen als ze weten hoe het gepeste kind zich voelt.’

amadou (8)

Naam:

‘Pesters kiezen vaak een stil of onzeker slachtoffer uit. Ze voelen zich dan sterker dan het slachtoffer. Ik vind dat alle kinderen op straat of in de klas voor een gepest kind moeten opkomen. De pester voelt zich dan minder sterk en stopt met pesten.’

adam (9)


april 2o19

ROTTERDAM – Je kunt je door verschillende dingen boos of verdrietig voelen. Bijvoorbeeld doordat een familielid ziek is of je huisdier is gestorven. Of omdat je wordt gepest of je ouders gaan scheiden. Hoe ga jij ermee om als je iets vervelends meemaakt? De leerlingen uit groep 7 van de Beatrixschool krijgen iedere week een les positieve psychologie van hun juf. ‘Juf Ramona leert ons tijdens de lessen hoe we met iets vervelends kunnen omgaan’, zegt Rosalia (11). Tekst: Suzanne Huig ‘Stel je voor dat je als enige verkleed op een feestje komt. Hoe reageer je dan?’, vraagt Rosalia aan haar klasgenoten. ‘Ik zou boos worden op de persoon die mij heeft gezegd dat ik me moet verkleden. Ik zou naar huis gaan als mensen een vervelende opmerking maken over mijn kleding’, zegt Melody (10). Lotfi (11): ‘Het maakt mij niet uit hoe ik eruitzie. Ik zou het grappig vinden om als enige verkleed te zijn.’

Lotfi: ‘Als je iemand niet vertrouwt, ben je gespannen. Je haalt je schouders dan omhoog.’

Rosalia: ‘De kinderen in onze klas steunen elkaar. We krijgen daardoor meer vertrouwen in onszelf en de klas.’ Foto’s: Arjen Jan

Melody: ‘Iemand die ontspant en iemand vertrouwt, heeft een lach op zijn gezicht.’

De leerlingen doen een oefening waardoor ze elkaar gaan vertrouwen. ‘We werken in tweetallen. Eén persoon laat zich naar achteren vallen. Hij of zij vertrouwt erop dat de ander hem of haar opvangt’, zegt Rosalia.

Vertrouwen

De leerlingen leren tijdens de lessen op zichzelf en anderen te vertrouwen. ‘Ik denk soms dat ik iets niet kan. Ik word dan zenuwachtig en heb weinig vertrouwen in mezelf. Ik vind het fijn als iemand mij dan steunt. Bijvoorbeeld door te zeggen dat ik het wel kan’, zegt Maroua (10). Lotfi: ‘We krijgen vertrouwen in elkaar door over elkaars goede kanten te praten. We letten niet op wat we vervelend van elkaar vinden.’ ‘Het vertrouwen in jezelf zorgt ervoor dat je jezelf durft te zijn en je niet schaamt’, zegt Rosalia.

Omgaan met faalangst

Rosalia had faalangst. ‘Ik twijfelde bij toetsen aan mezelf. Ik vulde daardoor vaak het verkeerde antwoord in terwijl ik het goede antwoord wel wist. Het maakte me nog onzekerder als dan bleek dat ik de toets niet goed had

‘Je kunt met elkaar een klasgenoot dragen. Je geeft iemand vertrouwen als hij weet dat je hem niet laat vallen’, zegt Maroua.

Stada

gemaakt. Ik heb geleerd dat het niet erg is om fouten te maken. Ik hoef niet te twijfelen aan mezelf. Dat idee geeft mij rust’, vertelt Rosalia.

Lessen helpen

‘De lessen helpen iedereen op een andere manier. Ik durf vreemde mensen nu aan te spreken. Ik heb daardoor nieuwe vrienden gekregen en voel me fijner’, zegt Lotfi. Melody: ‘Ik heb geleerd niet weg te lopen als ik boos of verdrietig ben. Ik probeer nu zo snel mogelijk rustig te worden. Ik kan naar oplossingen voor problemen zoeken als ik rustig ben. Ik vind het fijn om te weten wat ik ga doen als ik me verdrietig of boos voel.’ ‘Ik laat me minder snel overhalen door anderen als ik vooraf heb bedacht wat ik wil’, zegt Maroua.

Wil je meer informatie over positieve psychologie bij jou op school? Bel Avant Sanare op telefoonnummer 085 04 99 100 of mail naar n.anemaat@avantsanare.nl Of bel Indigo preventie op telefoonnummer 088-3571700 of mail naar preventie@indigorijnmond.nl


april 2o19

ROTTERDAM – Ieder jaar krijgen in Nederland ongeveer 25.000 mensen de ziekte van Lyme. Daarvan blijven 1.000 tot 2.500 mensen lang ziek. De ziekte van Lyme krijg je door de bacterie Borrelia burgdorferi. Je kunt de bacterie krijgen via de beet van een besmette teek. Een teek wordt besmet als hij bloed zuigt bij dieren die de bacterie bij zich dragen. Als de teek later een mens steekt, kan hij de bacterie doorgeven. Tekst: Suzanne Huig

Een teek ziet eruit als een klein plat spinnetje. Een teek die zich vast heeft gebeten, trekt zijn pootjes wat in. Hij lijkt op een moedervlek, een wratje of een korstje. Een teek zoekt het liefst een warm plekje op je huid. Bijvoorbeeld in je oksel, knieholte, navel, hals of tussen je tenen.

Een teek verwijderen

Verwijder een vastgezogen teek zo snel mogelijk. Je kunt de teek er met een speciale tekentang of een tekenkaart uittrekken. Houd de plek waar een teek heeft gebeten 3 maanden in de gaten. Ga naar een huisarts als je een rode kring rond de beet krijgt, spierpijn of gewrichtspijn krijgt of je ziek voelt.

Lees meer over tekenbeten op www.stinafo.nl/teek-out

Verschillende klachten Damian: ‘Ik heb iedere dag de druppels en medicijnen uit deze doos nodig.’

ROTTERDAM – Damian (14) heeft de ziekte van Lyme. ‘Ik was in juni 2006 op vakantie in Zuid-Frankrijk. Ik ben daar waarschijnlijk via een muggenbeet besmet geraakt. Die mug droeg de bacterie bij zich. Ik werd in augustus 2006 ziek. Ik kreeg keelontsteking. Ik was vanaf dat moment iedere maand ziek. Ik had vaak koorts. Ik was heel moe. Ik kon niet doen wat andere kinderen deden’, vertelt Damian.

Snel moe

Tekst en foto’s: Suzanne Huig

Damian: ‘Dokters konden niets voor mij doen omdat ze niet wisten wat ik had. Ik moest van de dokters rustig aan doen. Sommige mensen zeiden dat ik gewoon lui was. Ik vond dat heel vervelend. Ik bleef me moe en ziek voelen. Ik was 7 jaar toen ik bij een natuurarts kwam. Die arts deed testjes waaruit bleek dat het niet goed ging met mijn lichaam. Ik had bijna geen energie. Mijn nieren en darmen werkten daardoor niet goed.’

Pilletjes en druppels

‘De natuurarts heeft verschillende testjes gedaan. Uit de testjes bleek dat de bacterie van de ziekte van Lyme in mijn lichaam zat. Het was voor mij een opluchting dat ik na jaren eindelijk wist wat er met mijn lichaam aan de hand was. Het gaf mij rust. Ik neem vanaf dat moment 3 keer per dag pilletjes en druppels om de bacterie te doden. Ik slik ook veel extra vitamines om mijn lichaam sterker te maken. De arts doet één keer per 6 weken testen om te kijken welke pilletjes en druppels ik nodig heb’, zegt Damian.

ROTTERDAM – Naïm (14) is al bijna 12 jaar ziek. ‘Ik had vaak koorts toen ik 2 jaar was. Ik had de jaren daarna bijna iedere dag hoofdpijn en pijn in mijn gewrichten. Ik voelde me bijna altijd ziek en moe. Ik ging jaren lang bijna iedere maand naar de huisarts. Mijn huisarts zag dat er iets mis was met mij, maar wist niet wat’, vertelt Naïm.

Speciale behandelingen

‘Ik ben gebeten door een teek toen ik 2 jaar oud was. Die teek had meerdere bacteriën bij zich. Ook de bacterie die zorgt voor de ziekte van Lyme. De bacteriën kunnen worden gedood door trillingen. Ik zit daarom

Damian: ‘Ik ben snel moe doordat mijn lichaam vecht tegen de bacteriën van de ziekte van Lyme. Ik kan daardoor soms niet doen wat mijn vrienden doen. Ik heb na een schooldag vaak geen energie meer om iets leuks te doen. En ik ben bijvoorbeeld snel moe als ik zwem of voetbal. Dat voelt rot. Ik zou het liefst zo fit als andere kinderen willen zijn. Ik hoop dat de bacterie ooit helemaal uit mijn lichaam verdwijnt.’

Eigen kledingmerk

Tekst en foto’s: Suzanne Huig

Naïm: ‘Ik kreeg vanaf mijn twaalfde last van angsten. Ik voelde me in de war en in paniek. Ik kon me niet concentreren. Ik ben naar een speciale dokter gegaan die onderzoek doet naar de ziekte van Lyme. Hij ontdekte dat ik de ziekte heb. Ik was heel blij dat ik eindelijk wist wat ik had en dat ik geholpen kon worden.’

‘Ik voel me door mijn medicijnen beter. Ik ga iedere dag 6 uur naar school. Soms is de bacterie heel rustig. Ik voel me dan goed. De bacterie valt mijn lichaam soms hard aan. De bacterie valt mijn lichaam steeds op een andere manier en plek aan. Ik heb daardoor veel verschillende klachten. Ik heb bijvoorbeeld pijn in mijn spieren, gewrichten of buik. De klachten gaan over als ik rust neem’, vertelt Damian.

Naïm: ‘Ik wil dat Lymiez overal bekend wordt.’ ruim een uur per week op een speciaal matje. De trillingen van het matje maken de slechte bacteriën in mijn lichaam dood. Ik zit ook ruim een uur per week met mijn oren, voorhoofd, knieën en polsen onder een speciale lamp. Het licht van die lamp doodt ook bacteriën. Ik volg de speciale behandelingen sinds anderhalf jaar. Ik voel me iedere maand een beetje beter. Ik ben minder snel moe en kan steeds meer’, vertelt Naïm.

Kiezen wat ik kan doen

Naïm: ‘Ik voel me helaas nog bijna iedere dag ziek. Ik moet iedere dag

kiezen wat ik kan doen. Ik heb bijvoorbeeld weinig energie over om iets leuks te doen als ik naar school ben geweest. En als ik een dag iets leuks doe, moet ik daarna een paar dagen uitrusten. Veel mensen kennen de ziekte en de klachten die erbij horen niet. Ze begrijpen niet hoe ik mij voel. Ik voel me daardoor soms eenzaam. Ik neem iedere dag druppels en vitamines in om mijn lichaam sterker te maken. Ik hoop dat mijn lichaam op een dag de bacterie helemaal kan verslaan.’

‘Er zijn veel mensen die de ziekte van Lyme hebben zonder dat zij het weten. De medicijnen en behandelingen tegen de ziekte zijn voor veel mensen te duur. Ik heb daarom het kledingmerk Lymiez bedacht. Ik verkoop online petjes en kleding. Het geld dat ik daarmee verdien, gebruik ik om behandelingen en medicijnen te betalen. Ik hoop ook dat Lymiez ervoor zorgt dat meer mensen de ziekte van Lyme leren kennen. De ziekte kan dan eerder bij mensen worden ontdekt’, zegt Naïm.


april 2o19 ROTTERDAM – In eten en drinken zitten verschillende stoffen die goed voor je zijn. Deze stoffen helpen je om te groeien, om gezond te blijven of om energie te krijgen. Je hebt bouwstoffen nodig zoals eiwitten en water. Deze stoffen helpen je lichaam om te groeien. Je hebt beschermstoffen nodig zoals vitamines en mineralen. Die helpen je lichaam te beschermen tegen ziektes. Je hebt brandstoffen nodig zoals koolhydraten, eiwitten en vetten. Deze stoffen geven je lichaam energie. Tekst en foto’s: Suzanne Huig

Brood, graanproducten en aardappelen Het is belangrijk om op vaste momenten te eten, zodat je niet heel de dag door eet. Eet iedere dag 's ochtends, 's middags en 's avonds. Ella (8) en Selena (8) maken gerechten met brood, graanproducten en aardappelen.

Brood, graanproducten en aardappelen zijn belangrijk voor je lichaam. Je wordt minder snel ziek als je 3 opscheplepels graanproducten of 3 boterhammen per dag eet. Graanproducten geven je lichaam energie. Ze zorgen er ook voor dat je lichaam voedingsstoffen zoals vezels, eiwitten, vitamines en ijzer binnenkrijgt. Volkoren producten zijn de beste graanproducten. In volkoren producten zitten de meeste voedingsstoffen.

Belangrijke voedingsstoffen

Vezels zorgen ervoor dat je darmen goed werken en je naar de wc kunt. Vezels zorgen ook voor een vol gevoel. Je hebt daardoor minder snel weer trek. Eiwitten helpen je lichaam te groeien en te herstellen als je gewond bent. Vitamines beschermen je lichaam bijvoorbeeld tegen ziektes. IJzer zorgt ervoor dat je lichaam rode bloedcellen kan maken. Rode bloedcellen vervoeren zuurstof door je lichaam.

’s Avonds

’s Middags

’s Ochtends

Ella: ‘Eet als ontbijt roggenbrood met bosbessenjam.’

Selena: ‘In de pauze kun je een volkoren boterham met kaas en kommer eten. En je kunt bijvoorbeeld een volkoren boterham met humus en tomaat eten.’

Selena: ‘We eten een gekookte aardappel met daarbij gehakt en doperwtjes.’

Welk gerecht met brood, graanproducten of aardappelen wil jij deze week maken?

GENERATION

DISCOVER


april 2o19

Tom: ‘Ik word vaak uitgelachen omdat ik niet zo goed kan voetballen. Hoe kan ik indruk maken op kinderen?’

Hallo Tom, Ik kan me voorstellen dat het niet leuk is om uitgelachen te worden. Om iedereen wordt weleens gelachen. Als vaak dezelfde persoon wordt uitgelachen, is het een vorm van pesten. Kijk of het voor jou wel goed voelt om met kinderen te voetballen die pesten.

Verschillende manieren reageren

Er zijn verschillende manieren waarop je kunt reageren op kinderen die je uitlachen. Je kunt bijvoorbeeld met de kinderen meelachen. Je doet dan alsof het je niets doet. Je kunt het ook negeren en doen alsof je het niet hoort. Als je op het lachen reageert, laat je zien dat het je raakt. Kinderen gaan dan helaas vaak door met uitlachen. Illustratie:

Goed en leuk zoals je bent

Copal en Consorten

ROTTERDAM – Linda van het Centrum voor Jeugd en Gezin reageert iedere maand in Jong010 op een vraag of probleem van een leerling of klas. Ze beantwoordt deze maand de vraag van Tom (10). Tekst: Suzanne Huig

Heb jij een vraag aan Linda of zit je ergens mee? Stuur een mail naar redactie@jong010.nl of stuur een brief naar Jong010, Overschieseweg 10G, 3044 EE Rotterdam. Linda beantwoordt ingestuurde brieven. Foto: suzanne huig

Je vraagt hoe je indruk kunt maken. Wil je erbij horen? Iedereen vindt het fijn om aardig gevonden te worden en om een goede vriend te hebben. Je kunt er niet voor zorgen dat je indruk maakt op andere kinderen. Soms gebeurt dat vanzelf als je bijvoorbeeld goed bent in een sport of hobby. Of als je iets durft dat veel anderen niet durven. Het geeft niets als je nergens in uitblinkt. Je kunt aardig gevonden worden om wie je bent en hoe je doet tegen anderen. Misschien ben je grappig of kun je goed luisteren. Je bent goed en leuk genoeg zoals je bent. Groetjes, Linda

Dit artikel is gemaakt in samenwerking met

Vrienden en familie

Renato: ‘Ik heb een nieuwe lever gekregen. Ik ben geopereerd in een ziekenhuis in Groningen. Dat ziekenhuis is heel goed in leveroperaties. Ik vind het fijn dat ik nu in Rotterdam in het ziekenhuis lig. Mijn familie en vrienden wonen in Rotterdam. Zij kunnen hier bij mij op visite komen.’

Blij met een tekening

‘Ik teken zelf bijna iedere dag. Ik teken bijvoorbeeld spelende kinderen of een regenboog. Mijn schoolgenoten vragen vaak aan mij of ik iets voor hen wil tekenen. Ik vind het leuk om iemand blij te maken met iets dat ik maak. Edwin maakt mij vandaag blij omdat hij deze tekening speciaal voor mij maakt’, zegt Renato.

Edwin maakt een tekening voor Renato. ROTTERDAM – Jonge patiënten in Franciscus Gasthuis krijgen om de week bezoek van een tekenaar van stichting Tekenen voor Kinderen. De tekenaars vrolijken de kinderen op en maken een tekening voor hen. Ze zorgen ervoor dat de kinderen even hun ziekte of pijn vergeten. Tekenaar Edwin ging langs bij Renato (10) op de kinderafdeling in Franciscus Gasthuis. Tekst: Suzanne Huig ‘Wat vind jij leuk?’, vraagt Edwin aan Renato. ‘Ik houd van gamen. Ik speel vaak voetbalgames. Ik game soms ook in het ziekenhuis’, vertelt Renato. Edwin schetst met zijn potlood een jongen en een spelcomputer. ‘Ik maak de lijnen straks dikker en kleur de schets in’, vertelt hij.

Patiënt

Iemand die hulp krijgt van een dokter.

‘Ik hang de tekening op zodat mijn visite hem kan zien’, zegt Renato. Foto’s: Arjen Jan Stada


april 2o19

SCHIEBROEK – De leerlingen van groep 7 en 8 van de Stephanusschool gingen op 26 maart de natuur in met excursie Rups Avengers van De Stad Uit. Ze klommen in bomen en maakten een boot voor waterdieren. Tekst: Suzanne Huig

Boomwerkers verzorgen de bomen in de stad. Ze maken voor de leerlingen met touwen een kabelbaan in een esdoornboom. Yassin (12) klimt via een ladder de boom in. ‘Ik abseil vanuit de boom naar beneden. Ik vind het spannend. We slingeren vanaf ongeveer 8 meter hoogte uit de boom’, zegt hij.

ABSEILEN

Naar beneden gaan via een touw.

Klimbroekje en helm

‘We dragen een klimbroekje. Er wordt een touw aan het broekje vastgemaakt. We glijden via dat touw naar beneden’, legt Maseray (12) uit. Ze kijkt vanuit de boom naar beneden. ‘Er kan gelukkig niets gebeuren want ik zit vast aan een touw en heb een helm op.’

Yassin.

Waterbootjes maken

De leerlingen klimmen één voor één met begeleiding de boom in. Daarna glijden ze er aan een touw uit. Boomwerker Daan (15) helpt de leerlingen.

Romaissa en Ticha. Foto’s: Peter Snaterse

Romaissa (12) en Ticha (11) maken samen een waterbootje. ‘We maken het bootje voor waterdieren. Een eend kan bijvoorbeeld een nestje maken op een waterbootje’, zegt Ticha. ‘We leggen 6 takjes naast elkaar. We knopen aan allebei de uiteindes van het eerste takje een touw. We wikkelen de touwen daarna om de uiteindes van alle takjes heen. We maken een soort vlot. In het midden van het vlot steken we een dun takje. Op dat takje prikken we een blaadje’, legt Romaissa uit.

Dunja en Danyk scheppen aarde bij de bomen.

IJSSELMONDE – Op 13 maart was het Nationale Boomfeestdag. De leerlingen van basisschool Van Heuven Goedhart plantten 50 bomen tegenover hun school. De bovenbouwleerlingen plantten de bomen in de grond. De onderbouwleerlingen en middenbouwleerlingen lieten daarna wormen vrij bij de bomen. Tekst en foto's: Suzanne Huig Dunja (11) schept aarde rondom een boom. ‘Ik stamp de aarde aan zodat de boom stevig in de grond staat. De wortels van de boom halen voeding uit de aarde’, vertelt ze. Danyk (10): ‘In deze straat stonden alleen gebouwen. De bomen zorgen ervoor dat de straat er mooier en gezelliger uitziet.’

CO2 en zuurstof

‘Ik vind het belangrijk dat er veel bomen staan in Rotterdam. Mensen kunnen niet goed ademen als er niet genoeg bomen zijn’, vertelt Dunja. ‘Mensen ademen CO2 uit en zuurstof in. Bomen ademen CO2 in en zuurstof uit. Bomen en mensen hebben elkaar dus nodig’, zegt Ufuk (12).

Wormen bij de bomen

Yuel laat wormen vrij bij één van de bomen.

Yuel (10) en Xavi (7) laten wormen vrij rondom de bomen. ‘We laten bij iedere boom 4 handjes wormen vrij’, zegt Xavi. Yuel: ‘De wormen graven gangen in de grond. De wortels van de bomen krijgen meer water en zuurstof door de gangen. De wormen zorgen er daardoor voor dat de bomen beter gaan groeien.’

‘De wormen voelen vreemd’, zegt Xavi.


april 2o19

Doha haar favoriete onderdeel van de training is sparren.

SCHIEBROEK – Doha (10) zit dankzij het Jeugdfonds Sport Rotterdam op karate. Ze krijgt les van trainer Peter van Kimaita. Tekst: Angelique van Tilburg ‘Karate is een Japanse vechtsport’, vertelt Doha. ‘Ik leer bij karate om mezelf te verdedigen door te vechten. Ik weet nu wat ik kan doen als iemand op me afkomt en ik niet kan wegkomen. Ik leer slaan met mijn vuisten, schoppen en blokken of afweren. Kinderen mogen elkaar bij karate niet tegen het hoofd slaan en schoppen.’

Tweede blauwe slip

Doha: ‘Je kunt aan de band die iemand om zijn middel heeft, zien hoe goed iemand is in karate. Ik ben begonnen met een witte band. Ik kreeg daarna een oranje band. Daarna komt de eerste blauwe slip, de tweede blauwe slip en dan de blauwe band. Ik heb nu de tweede blauwe slip. Een slip is een gekleurd stukje stof op je band.’

Examen doen

‘Je moet examen doen om een nieuwe band of slip te verdienen. Je loopt tijdens een examen een kata. Een kata is een serie oefeningen die je achter elkaar uitvoert. Je bent geslaagd als je de kata helemaal of bijna helemaal goed doet’, vertelt Doha.

Sparren

Doha: ‘Ik vind sparren het leukst. Sparren is tijdens een training vechten tegen een ander kind. Je kunt tijdens het sparren goed zien hoe sterk je bent geworden. Als de ander ‘osu’ zegt, dan moet je zachter doen. Ik vind het leuk als de ander dat tijdens het sparren tegen me zegt. Dat betekent dat ik sterker ben. Dat geeft me zelfvertrouwen.’

Nieuwe vrienden

‘Ik heb bij Kimaita ook nieuwe kinderen leren kennen’, zegt Doha. ‘Niet iedereen die hier traint, zit bij mij op school. Ik weet sinds ik op karate zit dat ik ook buiten school vrienden kan maken.’

Doha: ‘Ik ben door karate sterker en zelfverzekerder geworden.’ Foto's: Arjen Jan Stada

Jeugdfonds SPORT Rotterdam Wil jij sporten, en is er thuis geen geld voor lessen? Kijk dan met je ouder(s), verzorger(s) of leerkracht op

www.jeugdfondsSPORTENCULTUUR.nl

Of vraag of er bij jou op school een contactpersoon is van het Jeugdfonds Sport Rotterdam.

Duco, Liora, Valérie, Joanne, Nanou, Yoni, Landy, Anoek, George, Robin (van links naar rechts) bij de start. Foto’s: Bart Hoogveld ROTTERDAM – Op zaterdag 6 april werden de NN Kids Runs georganiseerd. Duizenden kinderen renden één kilometer of 2,5 kilometer van het parcours van de NN Marathon Rotterdam. Duco, Liora, Valérie, Joanne, Nanou, Yoni, Landy, Anoek, George, Robin en Colin liepen met het Jong010-team 2,5 kilometer. Tekst: Suzanne Huig

Yoni, Nanou, Anoek, Landy, George, Suzanne en Angelique bij de finish.


april 2o19

ROTTERDAM – Hoe ga jij ermee om als je iets vervelends meemaakt? Bijvoorbeeld als een familielid ziek is of je huisdier is gestorven. Of als je wordt gepest of je ouders gaan scheiden. De leerlingen van groep 7 van de Beatrixschool krijgen les om met vervelende dingen om te gaan. Je kunt het verhaal van de leerlingen lezen op pagina 4 van deze krant. Wil jij leren hoe je met iets vervelends om kunt gaan? Of leer je dat al in de klas? Tekst en foto’s: Suzanne Huig

‘Ik zou op school graag willen leren hoe ik iemand in nood kan helpen. Bijvoorbeeld hoe ik iemand kan helpen die pijn of verdriet heeft. Ik weet nu niet hoe ik iemand goed kan helpen. Dat maakt mij onzeker. Ik durf daardoor niets te doen als ik iemand in nood zie.’

Rhea (10)

‘De sfeer in mijn klas was niet zo goed. We bedenken met elkaar daarom iedere week afspraken zodat iedereen zich veilig voelt in de klas. Eén van de afspraken is bijvoorbeeld om een week niet te schelden en geen ruzie te maken. We krijgen meer vertrouwen in elkaar doordat we zien dat iedereen zich aan de afspraken houdt. De sfeer wordt daardoor beter.’

‘Ik speel in de klas speciale spelletjes waardoor mijn klasgenoten en ik beter met elkaar leren omgaan. Ik heb door de spelletjes geleerd om rustig te zeggen wat ik wil en wat ik niet wil. Er ontstaan niet snel ruzies als iedereen rustig blijft.’

Yuri (12)

Noa (11)

Noor (13) ‘Ik vind het belangrijk dat alle kinderen in een klas elkaar vertrouwen. Je kunt dan goed samenwerken en elkaar helpen als dat nodig is. Nog niet alle kinderen in mijn klas vertrouwen elkaar. Ik denk dat de lessen die de leerlingen van de Beatrixschool krijgen ons kunnen helpen.’

‘Ik durf het meestal niet te zeggen als ik vind dat er iets vervelends gebeurt in de klas. Ik ben dan bang dat kinderen vervelend op mij reageren. Ik zou graag willen leren om zelfverzekerd te zeggen wat ik vervelend vind.’

Floor (11)

Lotte (12)

‘Sommige kinderen komen boos of verdrietig naar school toe doordat er thuis iets vervelends is gebeurd. Ze reageren hun gevoelens af op de klas. Ik zou het fijn vinden om te leren hoe ik die kinderen kan steunen.’

Wil jij leren hoe je met iets vervelends om kunt gaan? Of leer je dat al in de klas?

Sascha wordt soms gepest op straat. Hierdoor heeft hij minder … pagina 3 Van welke juf krijgen de leerlingen uit groep 7 elke week een les positieve psychologie?

Bomen ademen CO2 in. Wat ademen ze uit? Pagina 8 Hoe noem je bij karate een serie oefeningen die je achter elkaar uitvoert? Pagina 9

Pagina 4

Waarmee kun je een vastgezogen teek eruit trekken? Pagina 5

Hoe heet de schilder die surrealistische kunst maakt? Pagina 11

Naïm heeft het merk Lymiez bedacht. Wat verkoopt hij nog meer behalve petjes? Pagina 5 Welke ziekte heeft Damian? Pagina 5

HET ANTWOORD VAN DE PUZZEL VAN maart IS: dierenasiel. DE WINNAAR IS laila (12). GEFELICITEERD! Wil je nog meer puzzelen? Kijk dan eens op PUZZELCORNER.NL voor meer leuke puzzels!

Welke stoffen helpen je lichaam te groeien en te herstellen? Pagina 6 Waar houdt Renato van? Pagina 7 Hoe noem je het als iemand naar beneden gaat via een touw? Pagina 8

Wat zoeken Sarah en Anoek op internet op over het product? Pagina 12


april 2o19

NOORD – Basisschool de Bergse Zonnebloem doet mee met De Kunstweken. De leerlingen van groep 6a leren van alles over kunstenaar Miró. Ze bezochten op woensdag 27 maart het atelier van kunstenaar Klaas en kunstenares Iratxe om zelf kunst te maken. Tekst: Suzanne Huig ‘Miró maakte bijvoorbeeld schilderijen en beelden. Mensen mogen bij zijn kunstwerken zelf bedenken wat ze erin zien. Dat vind ik leuk omdat je dan je eigen fantasie kunt gebruiken’, zegt Ivy (10). ‘Miró maakte surrealistische kunst. Dat betekent dat je de dingen uit zijn kunstwerken wel herkent, maar dat ze niet helemaal kloppen. De dingen in zijn kunstwerken zien er niet uit zoals ze er in het echt uitzien’, legt Juneau (9) uit.

De leerlingen werken aan hun flipboekje. Foto’s: Johannes Odé Flipboek maken

Iedere leerling krijgt een flipboekje met daarin 100 lege blaadjes. ‘Tekenfilms worden gemaakt doordat er heel veel plaatjes achter elkaar worden gezet. Je hebt 24 plaatjes nodig voor één seconde film. Jullie maken op ieder blaadje een tekening. Iedere tekening is het volgende beeld in je filmpje’, legt kunstenares Iratxe uit. Ise (9): ‘Het is belangrijk dat je heel precies werkt. Je mag maar een kleine verandering per tekening doen. Het lijkt anders geen film als je door de tekeningen bladert.’

100 tekeningen maken

Nova met haar flipboek van de maan die opkomt en ondergaat.

Nova (9) tekent 100 keer een blauwe lucht. ‘Ik maak een filmpje waarin de maan opkomt en ondergaat. Ik weet zeker dat mijn maan iedere keer even groot is doordat ik stickers gebruik’, zegt ze. Jim (10): ‘Ik teken een boom die steeds een beetje hoger groeit.’ Rayane (10): ‘Ik heb op ieder blaadje figuren getekend zoals stippen en strepen. Het lijkt alsof de figuren bewegen als je door mijn flipboek bladert. Dit is ook surrealistische kunst.’

Zakariyya.

Jada. Verschillende materialen en vormen

De leerlingen hebben het doek bespoten met verf. ‘Jullie gaan het doek verder versieren door verschillende materialen en vormen over elkaar heen te plakken. Je kunt bijvoorbeeld verf, karton, plastic, stof, tape of draad gebruiken’, vertelt juf Henriette van de KunstPiloot. Zakariyya (11): ‘Ik vind verschillende patronen en kleuren door elkaar heel mooi. Ik denk dat ons kunstwerk heel bijzonder wordt omdat de fantasie van al mijn klasgenoten erin komt.’

Jada: ‘We maken al onze kunstwerken vast aan ons doek.’ Foto’s: peter snaterse OVERSCHIE – De leerlingen uit groep 7/8 van basisschool Cornelis Leeflang doen mee aan een kunstproject van de KunstPiloot. De leerlingen maken met elkaar een doek. Het doek wordt verkocht aan stichting BOOR. Het geld dat de leerlingen daarmee verdienen, geven zij aan Stichting Big Brothers Big Sisters of Rotterdam en Stichting Kinderkampen Rotterdam. De leerlingen maakten op 4 april versiering voor op het doek. Tekst: Suzanne Huig ‘Ons kunstwerk wordt in juli opgehangen in Museum Rotterdam. Ik ben trots op mijn klas en mezelf dat ons werk straks voor iedereen te zien is’, zegt Khatlin (13).

SJABLOON

Vorm om iets makkelijk na te maken.

Een eigen ontwerp Özge.

‘Iedereen in de klas maakt een figuur met daarop een eigen ontwerp. We maken de figuren met splitpennen vast aan het doek’, vertelt Özge (12). Özge en Ashlyn (13) maken een rondje met daarop een vlinder. Ashlyn: ‘We hebben een sjabloon van een vlinder op ons rondje gelegd. We gaan met een spons met daarop verf om het patroon heen. We krijgen daardoor een mooie afdruk van een vlinder.’ Jada (12) maakt een blauw hart. ‘Een hart beeld voor mij vriendschap en samenwerken uit.’

Ashlyn.


april 2o19

ROTTERDAM – De gemeente Rotterdam vindt het belangrijk dat kinderen goed leren omgaan met geld. De gemeente geeft daarom lessen over geld op basisscholen. Lijkt het jou leuk om les te krijgen over omgaan met geld? Kijk op www.rotterdam.nl/hetgoudenei voor meer informatie. Tekst: Suzanne Huig

CHARLOIS – Groep 8a van basisschool Christophoor kreeg op 15 maart een les over reclame van Ger van de Kredietbank Rotterdam. ‘Reclames proberen je over te halen om iets te kopen. Het is belangrijk om je niet te veel te laten beïnvloeden door reclames. Je gaat dan misschien spullen kopen die je eigenlijk niet kunt betalen’, zegt Ger. Tekst: Suzanne Huig Beïnvloeden Iemand of iets proberen te veranderen.

‘Ik zie bijna overal reclames. Bijvoorbeeld op televisie of op posters op straat’, zegt Armaan (12). Kyona (11): ‘Reclamemakers willen mensen overhalen om geld uit te geven.’ ‘Reclames werken goed bij mij. Ik wil iets hebben als ik het op televisie zie. Ik krijg dan het gevoel dat ik ergens bij hoor’, zegt Faaris (12).

De leerlingen maken opdrachten en bekijken filmpjes tijdens de les over geld en reclame.

Ger praat met de leerlingen over reclames. Foto’s: Arjen Jan Stada Verstopte reclames Nisa (11): ‘Ik heb het soms niet door dat ik naar reclames kijk. Reclames zitten soms verstopt. In sommige films dragen alle acteurs bijvoorbeeld merkkleding. Sommige mensen willen die kleding hebben omdat acteurs het dragen. Het merk maakt reclame via de acteurs.’ ‘Ik kijk vaak vlogs. Vloggers eten of drinken soms in hun filmpje. Ik krijg dan ook zin in wat zij eten of drinken. Dat is ook reclame’, zegt Kyona.

Voor de gek houden Faaris: ‘Reclames kunnen gevaarlijk zijn. Het lijkt soms alsof je korting krijgt terwijl dat niet zo is. Je wordt dan eigenlijk voor de gek gehouden.’ Sena (13): ‘Ik koop alleen spullen die ik echt nodig heb. Ik vergelijk de prijzen van verschillende winkels voordat ik iets koop. Ik weet dan zeker dat ik niet voor de gek wordt gehouden.’

FEIJENOORD – Krijg jij zakgeld? Zakgeld is een bedrag dat je van je ouder(s) of verzorger(s) krijgt. Kinderen van 11 jaar krijgen ongeveer € 9,40 zakgeld per maand. Sarah (11) en Anoek (10) krijgen € 5,00 zakgeld per week.

Tekst en foto’s: Suzanne Huig

‘We bewaren ons zakgeld in onze spaarpot. We kopen iets van ons geld als onze spaarpot vol zit’, vertelt Sarah. Anoek: ‘Ik koop alleen dingen die ik heel vaak gebruik of dingen waarvan ik slimmer word. Ik heb bijvoorbeeld een skateboard en een boek gekocht van mijn zakgeld.’ Sarah: ‘Het geld dat we niet gebruiken, sparen we voor later. We kunnen het geld later bijvoorbeeld gebruiken om een huis te kopen of reis te maken.’

Krijg jij zakgeld? Zo ja, waar gebruik jij je zakgeld voor? Tekst en foto's: Suzanne Huig

Anoek en Sarah met hun moeder Diane.

Anoek en Sarah hebben allebei een skateboard gekocht van hun zakgeld. Jordan (11): ‘Ik krijg iedere 2 weken € 5,00 van mijn vader. Hij stort het geld op mijn bankrekening. Ik gebruik het geld bijvoorbeeld om een spelletje of iets lekkers te eten te kopen.’

Krijg jij zakgeld? Zo ja, waar gebruik jij je zakgeld voor?

Goed nadenken ‘Wij vinden het belangrijk om goed na te denken voordat we ons zakgeld uitgeven. Ik zoek bijvoorbeeld iemand die het product al heeft. Ik vraag aan hem of haar of het product goed werkt’, zegt Anoek. ‘We zoeken op internet informatie over het product op. We vergelijken bijvoorbeeld de prijzen van verschillende winkels. We beslissen daarna of en waar we het willen kopen’, zegt Sarah. Elisabeth (11): ‘Ik krijg € 2,00 zakgeld per week van mijn ouders. Ik wil graag een iPad. Ik spaar daarom al mijn zakgeld totdat ik een iPad kan kopen.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.