Nota Bene juni 2014 - Zomer

Page 7

ACTUALITEIT

p e o r e b x e b o C t e H e d n tege rdeling van o o e n b e m a t n e t n e e

en: k a z d e o Speelg

Tekst: Vincent de Haan

“Indien u zich met de beoordeling niet kunt verenigen, kan beroep worden ingesteld bij het College van Beroep voor de Examens,” luidt het opschrift van menig tentamen. Deze uitdagende woorden zouden toch elk zichzelf respecterend rechtenstudent moeten uitnodigen om ten minste één keer in zijn studie een beroep bij dit college (het Cobex) aanhangig te maken. Voor mij kwam dat punt een jaar geleden, toen ik het cijfer 5 had behaald voor het vak Financieel Recht.

I

k wist dat een Cobexberoep eigenlijk altijd kansloos was, en het vak in kwestie was voor mijn afstuderen ook niet van levensbelang, maar gezien het feitencomplex leek dit mij een uitgelezen moment om toch eens de uitdaging aan te gaan. Ik had namelijk een antwoord gegeven

dat inderdaad in strijd was met het antwoordmodel, maar mijns inziens bevatte het antwoordmodel niet het enige juiste antwoord. Dit meende ik aan te kunnen tonen aan de hand van aanvullende literatuur. Het ging hier om de uitleg van de artt. 1:74 en 1:75 Wet financieel toezicht en art. 5:20 Algemene wet bestuursrecht (Awb). Voor ik dit echter aan het Cobex kon uitleggen, moesten eerst de nodige juridische hordes genomen worden. Art. 8:4 lid 3 sub b Awb Art. 8:4 lid 3 sub b Awb (vroeger art. 8:4 sub e) bepaalt: ‘Geen beroep kan worden ingesteld tegen een besluit inhoudende een beoordeling van het kennen of kunnen van een kandidaat of leerling die ter zake is geëxamineerd [...].’ Door dit artikel is bij velen de indruk ontstaan dat het Cobex in het geheel de beoordeling niet kan toetsen, en zich slechts met allerlei vormvereisten kan bezighouden. Dit is echter niet juist. Art. 7.61 lid 1 sub e Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW) bepaalt namelijk dat het Cobex bevoegd is ten aanzien van beslissingen van examinatoren. Dit artikel vormt een lex specialis op de bevoegdheidsregeling die in de Awb is opgenomen, en stelt dus administratief beroep open tegen dergelijke beslissingen. Overigens speelt dit probleem wel bij een eventueel hoger beroep. Tegen een beslissing van het Cobex is hoger beroep

mogelijk bij het College van Beroep voor het Hoger Onderwijs te Den Haag. Dit college is wel gebonden aan de beperking van art. 8:4 lid 3 sub b. Dat betekent dat dit college alleen de motivering van het Cobex kan toetsen aan art. 3:46 Awb. De vraag die het college dus moet beantwoorden is of het Cobex voldoende gemotiveerd heeft waarom de beoordeling van het tentamen de marginale toets kon doorstaan. Deze maatstaf is zo indirect dat het zeer moeilijk is om succesvol hoger beroep in te stellen tegen een beslissing van het Cobex over de beoordeling van een tentamen. Algemene beginselen van behoorlijke tentaminering Formeel is het Cobex dus bevoegd de beoordeling te toetsen. Deze toetsing zal echter wel zeer marginaal moeten plaatsvinden. In mijn zeven kantjes tellende beroepschrift heb ik aan de hand van de wetsgeschiedenis van de voorloper van de WHW – kamerstukken uit vergaderjaar 1979-1980 – uitgelegd dat er iets zou moeten bestaan als ‘algemene beginselen van behoorlijke tentaminering’: ongeschreven regels over hoe een goed tentamen eruit ziet die los staan van het specifieke vakgebied. Maar wat zijn deze beginselen dan? Een voor de hand liggend voorbeeld is het volgende: het Cobex zou zich mogen uitlaten over de leesbaarheid van het handschrift van een student. Met uitzondering van wiskundige symbolen of tekens uit vreemde schriften zoals die bij sommige talenstudies gehanteerd worden, zijn de

7


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.