92 STADSGLOSSY HRLM


Mede-oprichter en artdirector
Rob Eversen (1951-2018)
Uitgever en hoofdredacteur
Jeannette Eversen Vormgeving
Jeannette Eversen en Adrian de Groen
Tekst- en eindredactie
Marcel Lee Advertentieverkoop
Redactie HRLM Administratie
Romijn Bedrijfsadvies Distributie
Redactie HRLM en BusinessPost Raad van Advies Ella Blommaert-Zander, Hans Romijn, Bernt Schneiders en Baud Schoenmaeckers.
Aan HRLM werken mee
Jos Ahlers, Michaëla Bijlsma, Edwin van Balken, Jolanda Beyer, Marc de Beyer, Dolly Bellefleur, Falco Bloemendal, Eric J. Coolen, Julia Coolen, Joost Dobbe, Franklin van der Erf, Jonne van der Fange, Mylou Frencken, Madelon Griekspoor, Christhilde Klein, Gertien Koster, Linda Llambias, Warry van der Leen, Meta van der Meijden, George Moormann, Marelie van Rongen, Daan Ruijter, Henk Tijbosch, Jos Wienen, Hélène Wiesenhaan en Paula Zuidhof.
Redactie-adres Lange
Boogaardstraat 8 zwart, 2011 WV Haarlem, (023) 551 1227, post@haarlemse-stadsglossy.nl, www. hrlm-online.nl en volg ons ook op www.facebook.com/ haarlemsestadsglossy en Instagram @haarlemse_stadsglossy.
Mediapartner van Bevrijdingspop Haarlem, Theatergroep Eglentier, Project Fors, Theater De Liefde, Productiehuis de Verbinding
Samenwerking met Het Ampzing Genootschap, COC Kennemerland, Kunstlijn Haarlem, Noord-Hollands Archief, Nieuwe Gracht Producties en de Zingende Zaag.
Verspreiding Haarlem, Spaarndam, Heemstede, Overveen, Bloemendaal, Aerdenhout en Hoofddorp.
Gratis verkrijgbaar bij
Onze adverteerders, VVV Haarlem, bibliotheken, lees- en wachtruimtes, Primera, Ako, Bruna en Cigo.
Jeannette Eversen is hoofdredacteur, weduwe van Rob en haar hondje heet Saartje.
Ik schrijf dit welkomstwoord in mijn achtertuin. Heerlijk genietend van het zonnetje en van een smakelijke salade en een lekker glas rosé. Eindelijk zomer, daar hebben we lang na uitgekeken. De zomer kan me niet lang genoeg duren.
Wat wel jammer is dat ik in dit seizoen het theater moet missen. Ik verheug me dan ook op de opening van theaterseizoen met de openluchtvoorstelling Gelato (zie pagina 58/59) op het plein van de stadsschouwburg. Maar zover is het nog niet.
Eerst gaan we naar de Doelen bij de bibliotheek (zie pagina 8/13), daar staat een mega groot prehistorisch skelet van een dino, een Triceratops wel te verstaan. Wat een beest!
Jaren geleden vond een team van Naturalis niet één, maar vijf Triceropsen in de Verenigde Staten. Onderzoek wijst uit dat het gaat om een unieke vondst: het is een kudde! In de zomer kun je deze dino’s los van elkaar bewonderen in vijf steden verspreid over Nederland. En Haarlem is een van deze vijf steden.
En uiteraard gaan we ook weer genieten van Haarlem Culinair, Parksessie en al die andere gezellige buitenactiviteiten. Zoals gewoonlijk is er weer van alles te doen in onze mooie stad.
Geniet van deze editie en van de zomer.
INTERVIEW
8 Triceratops in de Bieb
37 Muziekdocent Martijn Breebaart
42 Frenk van der Linden
102 Openhartig gesprek met Noraly Hendriks
REPORTAGE
71 Theater de Liefde
93 Mijn stijl Dave Witkamp
96 Zaterdag bij Carla van Bochoven
112 C The Future Beleef de toekomst
WINKELEN
23 Bijde Heren
24 Sjenkels en KRIS. skin improvement
38 Design voor kat en hond
41 De Wereld van Jansje
100 Het leukste volgens HRLM
COLUMNS
7 Jos Wienen Verdienstelijke Haarlemmers
19Karbonkel CFRS N LTTRS
35 Jos Twintig jaar per ongeluk beroemd
39Falco Regen, slakken en hoop voor het voorjaar
53 Marc Vier de zomer in Teylers
61 Mylou Plotseling gemis
63 Jolanda Hoop, lef en trots
79 Dolly Bellefleur Vaar je eigen koers
HISTORIE
21 Toen Stationsplein
26 Pareltje Kunstbloemen
32 Toen en Nu Wilsonplein
36 Toen Soendaplein - Schoterweg
78 Toen Koudehorn
KUNST
48 George Moormann Trapgevels
86 Het Atelier Tonneke Sengers
LEZEN 94 Boeken Haarlemse Nieuwe
CULTUUR
50 Jong Talent Het Verbondt 52 Teylers Museum
54 Theater de Liefde
57 Verwey Museum Haarlem
58 Stadsschouwburg Gelato Vendetta
62 De Hoofdwacht De brandweer
64 Frans Hals Museum Frans is weer thuis
68 Caprera
69 Lava [Wit]wassen
PUUR HAARLEMS 14 HRLMSE BRTN
16 Zo Haarlems Haarlemse schapenkeutels
17 Zo Haarlems Koffieprut als basis
31 Gezichten van Haarlem Suzette Eelting
70 Onderweg
81 In Beeld
82 Architectuur in Haarlem
KOKEN
108 Heerlijke ijsjes
EN OOK
22 Nu verkrijgbaar: HRLMtje 16
34 Stadsmormels
85 Afscheid
99 HRLM-vrienden 114 Gespot
Adverteer vanaf € 200,in het leukste tijdschrift van Haarlem!
Samen met ondernemers bedenken en maken we mooie artikelen. Met jouw bedrijf als inspirerende informatiebron. Dat wordt gelezen, gewaardeerd én herinnerd!
HRLM ontvangt hartverwarmende en lovende reacties op de edities. Profiteer nu van het bereik en van de aandacht die jouw advertentie krijgt in het grootste tijdschrift van Haarlem.
Voor meer informatie ga naar www.hrlm-online.nl/adverteren
Zijlstraat 97 | 2011 TM Haarlem | 023 531 0181
Gedempte Raamgracht 28 zw 2011 WH Haarlem - 023 534 39 59
maandag en dinsdag gesloten
Op 26 april, de dag vóór Koningsdag, mocht ik in de Gravenzaal van ons stadhuis aan veertien verdienstelijke Haarlemmers een koninklijke onderscheiding uitreiken. Deze jaarlijkse Lintjesregen vind ik bijzonder waardevol.
Het is mooi dat vrijwilligers die zich langdurig inzetten voor de samenleving een keer goed in het zonnetje worden gezet. Zij verrichten hun werk met hart en ziel, zonder eigenbelang en vaak in alle bescheidenheid. Met hun belangeloze inzet vormen zij het cement van de samenleving. Ik ben ervan overtuigd dat de sociale cohesie in onze stad zonder onze vrijwilligers niet zo stevig zou zijn als nu het geval is. Het is mooi dat de koning dat met een koninklijke waardering beloont. Om de waardering voor hun verdiensten nog eens te onderstrepen, nodigt de gemeente alle Haarlemse gedecoreerden elk jaar op de avond vóór Koningsdag uit voor een feestelijke bijeenkomst. Uit reacties weet ik dat veel deelnemers dit bijzonder op prijs stellen en genieten van een leuk programma met muziek en een boeiende lezing en de ontmoeting met elkaar.
Een koninklijke onderscheiding is dus een mooie manier om waardering voor maatschappelijke verdiensten over te brengen. Ere wie ere toekomt. Die verdiensten kunnen lokaal zijn, maar ook regionaal, landelijk of internationaal. Wanneer vrijwilligers of professionals zich specifiek verdienstelijk hebben gemaakt voor onze stad of stedelijke gemeenschap kan een lokale onderscheiding ook een passend eerbetoon zijn. Sinds 1985 heeft het college van burgemeester en wethouders aan inmiddels 171 personen (Haarlemmers, maar ook niet-Haarlemmers) die hieraan voldoen een penning van verdienste toegekend. Ook hier onderstrepen we onze waardering voor alle inzet later nog eens extra. De houders van de
burgemeester van Haarlem.
penning van verdienste zijn jaarlijks eregast tijdens de ‘verjaardag van de stad’ op 23 november, de datum waarop Haarlem viert dat de stad in 1245 stadsrechten kreeg.
Naast de penning van verdienste kent Haarlem al veel langer de erepenning. Deze onderscheiding is het hoogste Haarlemse eerbewijs. De gemeenteraad heeft de erepenning sinds de instelling precies een eeuw geleden totaal veertig keer toegekend. Die toekenning geschiedt op grond van uitzonderlijke verdiensten voor de stad. Vroeger behoorden met name bestuurders en hoge ambtenaren tot de ontvangers. Later viel de erepenning vooral ten deel aan Haarlemmers uit de wereld van kunst en cultuur, zoals Mari Andriessen, Kees Verwey, Gerrit van Dijk, Louis Ferron en Boudewijn de Groot. Onlangs heb ik de veertigste erepenning van de stad Haarlem mogen uitreiken aan onze stadgenoot Thé Tjong-Khing. Met zijn uitzonderlijke bijdrage aan de jeugdliteratuur en stripcultuur behoort deze nationaal en internationaal gewaardeerde illustrator tot de ambassadeurs van boekenstad Haarlem.
Sinds 1994 wordt de erepenning ontworpen door een vermaarde collega van Thé Tjong-Khing: de Haarlemse tekenaar en vormgever Joost Swarte. Zijn rake ontwerpen en nauwe samenwerking met de graveur staan steeds garant voor een fraai kunstwerkje. Kortom: een heel bijzondere Haarlemse onderscheiding.
Het is fijn dat er mensen zijn die zich onderscheiden door hun inzet voor de samenleving. Ik ben onder de indruk hoeveel energie, enthousiasme, tijd en liefde mensen steken in hun vrijwilligerswerk of in uitzonderlijke invulling van hun werk. En mooi dat daar ook publieke erkenning voor is. Als u een Haarlemmer kent die u zou willen voordragen voor een onderscheiding, kunt u contact opnemen met mijn secretariaat.
Nee, geen namaak, het is een échte!
Zijn wetenschappelijke naam is Triceratops, een enorme dinosaurus met drie scherpe hoorns en een indrukwekkend nekschild. Ga maar
kijken in de bibliotheek in het centrum van Haarlem, waar je z’n skelet kunt bewonderen.
Zo’n belangrijke vondst is wereldwijd niet eerder vertoond
De Triceratops is de grootste gehoornde dinosaurus die ooit heeft geleefd. Deze reusachtige planteneter liep zo’n 67 miljoen jaar geleden rond in het gebied waar nu de Amerikaanse staat Wyoming ligt. Daar werd zijn skelet in 2013 opgegraven door medewerkers van Naturalis in Leiden. “De Triceratops blijft bij ons tot en met 14 augustus”, zegt Thilini Scherpenzeel, programmamaker bij de Haarlemse bibliotheek. “We hebben speciaal de historische Doelenzaal ingericht om het grote dino-skelet onderdak te kunnen geven. Ik verwonder me er nog steeds over dat er dieren van zo’n omvang op aarde zijn geweest en volledig zijn verdwenen. Voor mij is het heel interessant en spannend, een ‘once in a lifetime’-gevoel.’’
De expositie is uniek voor de Haarlemse bibliotheek. “Die keuze is door Naturalis gemaakt omdat er in de bieb veel verschillende mensen komen, ook mensen die niet zo snel naar een museum gaan. De bibliotheek is laagdrempelig en van iedereen. Omdat het daarbij ook nog eens gratis is, hopen we dat jong en oud zich uitgenodigd voelt om naar ‘onze’ dino te komen kijken. Het skelet wordt heel mooi uitgelicht in de verder donkere Doelenzaal. We houden de luiken voor de ramen gesloten. Er komt informatie bij, zodat je veel kunt lezen en leren over het leven van deze dinosaurus. De (Nederlandse) taal die we gebruiken houden we eenvoudig, zodat het voor de meeste mensen goed te begrijpen is. Een bibliotheek is iets anders dan een
museum, daarom is het fijn dat we kunnen samenwerken met Teylers Museum aan het Spaarne.’’
De medewerkers van de bibliotheek waren verrast en enthousiast toen ze van Naturalis in Leiden hoorden dat ze een skelet van een Triceratops mochten exposeren. “Na de eerste euforie dachten we wel: hoe gaan we dat doen? Er moesten heel wat obstakels overwonnen worden. Praktisch alleen al: we zitten in het oude centrum van Haarlem en de enorme, loodzware kisten waarin het skelet wordt vervoerd moeten door de stad, door onze historische toegangspoort én een stenen trap op.’’
In de uitvoering van de dino-expositie worden de bibliotheekmedewerkers geholpen door vrijwilligers. “Fantastisch dat zij op onze oproep hebben gereageerd. Er zijn veel mensen die zich tot het onderwerp aangetrokken voelen en zich deze zomer speciaal willen inzetten.’’
Wil je het skelet van de Triceratops zien, dan moet je een ticket reserveren op de website van de bibliotheek www.bibliotheekzuidkennemerland.nl. Op affiches van de tentoonstelling kun je ook de QR-code scannen die je naar de website leidt. In het bezoekersschema kies je een datum en tijd die je het beste uitkomt. Zorg dat je er op de gekozen tijd bent, dan heb je vervolgens een kwartier om de dino van dichtbij te bekijken. Waarom heeft de bibliotheek voor dit reserveringssysteem gekozen? “Het zou wel eens heel druk kunnen worden. We willen iedereen de gelegenheid bieden om op het gemak te kijken, zonder dat het dringen wordt of lang wachten. Er is een capaciteit van 20 à 25 mensen per tijdslot.’’
De bibliotheek werkt samen met Teylers Museum om naast de expositie een ambitieus opgezet programma te bieden,
waarin iedereen op verschillende manieren, van speels tot wetenschappelijk, veel te weten kan komen over de Triceratops en zijn tijdgenoten. “Het is een programma waarin alle leeftijden aan bod komen, van peuters tot volwassenen. Ook de regionale bibliotheken doen mee. Primair richten we ons op gezinnen met kinderen tot 12 jaar. Zij kunnen bijvoorbeeld ook een dino-speurtocht lopen door Haarlem, waarbij ze verstopte dino’s proberen te vinden. Er is een expositie van pop-up boeken over dino’s en een theatervoorstelling.’’
Zelfs de collectie dino-boeken om te lenen is uitgebreid. “Maar die zijn bijna allemaal al weer uitgeleend! Het onderwerp is enorm populair. Gelukkig is het de bibliotheek, dus de boeken komen ook weer terug.’’
In samenwerking met een aantal leerlingen uit groep zeven van verschillende basisscholen worden ‘triceratoppers’ geselecteerd. Het zijn leerlingen die veel van dinosaurussen weten en hun klasgenoten en anderen zelf kunnen rondleiden om over de Triceratops te vertellen.
Naast de vele dino-gerichte programmaonderdelen (zie voor de complete lijst: www bibliotheekzuidkennemerland.nl) is ook het binnenplein van de bibliotheek voor de duur van de tentoonstelling speciaal ingericht. Fietsen kunnen er niet meer staan. Die kunnen dichtbij geparkeerd worden in de gratis fietsenstallingen op de Botermarkt of bij het Hortusplein achter de Jopenkerk. ✶
Naturalis is een wetenschappelijk onderzoeksinstituut en natuurhistorisch museum in Leiden. In 2013 deden onderzoekers en preparateurs van Naturalis samen met paleontologiestudenten een unieke vondst in Wyoming (VS). Gedurende meerdere expedities naar de vindplaats vonden ze op één plek honderden versteende botten en botfragmenten van de dinosoort Triceratops. Het bleken botten van vijf dieren bij elkaar: een kudde!
Zo’n grote en belangrijke vondst is wereldwijd niet eerder vertoond. De skeletten werden overgebracht naar Nederland en bot voor bot in elkaar gezet tot vijf dinosaurusskeletten. Deze zomer gaan ze apart in grote, loodzware kisten op reis naar vijf verschillende steden. Naast de bibliotheek in Haarlem zijn er deze zomer Triceratopsen te zien in de bibliotheken in Delft, Leeuwarden, Maastricht en Tilburg, steden waar ook natuurhistorische musea zijn waarmee wordt samengewerkt.
Eén van de Naturalis-medewerkers die bij de vondst van de kudde aanwezig was, is Jimmy de Rooij, afkomstig uit Haarlem (Schalkwijk). Hij geeft op 21 juli een lezing over Triceratopsen voor iedereen vanaf 8 jaar in Teylers Museum. Vanaf 17 oktober zijn de vijf Triceratopsen als kudde bij elkaar te zien in een grote tentoonstelling in Naturalis in Leiden.
Mick en Rick krijgen van Pé Pipidum, een rondleiding door de 111 buurten van de stad. Deze zijn onderverdeeld in 21 wijken
Mick en Rick krijgen van Pé Pipidum, een rondleiding door de 111 buurten van de stad. Deze zijn onderverdeeld in 21 wijken
Illustraties Eric J. Coolen. Tekst Michaëla Bijlsma.Vormgeving: Henk Tijbosch
Illustraties Eric J. Coolen. Tekst Michaëla Bijlsma.Vormgeving: Henk Tijbosch
In Schalkwijk zijn vier wijken, de Boerhaavewijk, de Molenwijk, de Meerwijk en de Europawijk.
Winkelcentrum Schalkwijk
Spijkerboorbuurt
Nobelprijsbuurt
Poelpolder-zuid
Archimedesbuurt
Erasmusbuurt Meerwijkplas
We zijn in de Meerwijk waar 7 buurten zijn. Rondom het winkelcentrum wordt er veel nieuw gebouwd.
Dit zijn de oude maar weer vernieuwde ats aan de Kochlaan. Die vormen de grens met de Boerhaavewijk. Links op het plaatje staan de ats die in de Spijkerboorbuurt zijn gebouwd. Die liggen tegenover het Winkelcentrum.
Kijk eens wat een indrukwekkende torens dat zijn!
Ja, daar kan je de naam goed aan onthouden, deze torens heten de Tango en de Twister. Maar hier vernoemd naar een dans.
Dat park is in aanleg.
Die toren lijkt wel op een ijsje, een twister!
Schalkwijk swingt!
En wat is dit grote witte gebouw?
Zeker, want achter deze twee torens zijn nog twee ronde toren gebouwd. De Bossa Nova!
Dat is een dansstijl die een combinatie is van jazz en een Braziliaanse samba.
Ze zijn ontworpen door Geurts & Schulze architecten. Woww, wat een mooie flats!
Aan het Spijkerboorpad is het Islamitisch Cultureel Centrum Haarlem gevestigd met daarbij de Al Mohsinin Moskee.
Dat is het Sint Jacob woonzorgcentrum de Meerhoeve. Hier wonen ongeveer 104 ouderen met een vorm van dementie in kleinschalige woongroepen.
Dat zie je aan de sikkel die boven op de toren staat. Aan de hoeveelheid ballen die daaronder te zien zijn, lees je af hoe vaak er een gebed gehouden wordt.
Hoe kan je aan de buitenkant zien dat het een moskee is?
Aha,dat zijn er 3!
En wat is dit?
Dit is de Spaarnehal. Deze sporthal is gebouwd in 1975 en speelt men zaalhockey, zaalvoetbal, zaalkor al,
handbal, badminton, tennis en basketbal. Daarnaast wordt deze sporthal ook gebruikt voor verschillende evenementen zoals rommelmarkten.
Maar 1975... das best antiek toch?
De sporthal hee enige tijd geleden een metamorfose ondergaan en hee een prachtig gestylde sportzaal. Op de 1e verdieping kan je een hapje en drankje nuttigen in de gezellige kantine ’t Zeelcafé. Kom we gaan even
meedoen!!
Wordt vervolgd.
Drop met echte melkchocolade! Hier blijf je van eten, maar goed dat de keutels in een familieverpakking zitten. Smeuïger krijg je ze niet!
Te koop bij De Wereld van Jansje, € 12,50.
Zowel de bitterballen als de kroketten hebben een vulling van oesterzwammen die duurzaam worden geteeld op gerecyclede koffieprut. De oprichters van de Oesterzwammerij, Michiel de Ruiter en Erik Boele, aangevuld met Pepijn Rijks van de Food Union, hebben met elkaar de Haarlemse Parels ontwikkeld en in productie genomen. Zij hebben een nieuwe dimensie toegevoegd aan het lokaal ondernemen. Het gaat, naast het werken met lokale partijen, met name om een circulaire economie. Het geven van ‘taste aan waste’. Met het afval van bedrijven in de regio, die daarmee aan een green key werken en een afzetmarkt in de regio, snijdt het mes van de parel aan alle kanten. Iedereen draagt bij en mag trots zijn op zo’n mooi product.
Te koop bij Oesterzwammerij, info@oesterzwammerij.nl
Haarlem nóg mooier met unieke winkelpui-illustraties
Ook in Haarlem kan het gebeuren: een winkel die, al dan niet tijdelijk, leegstaat...
Een lege etalage die op een bijzondere en verrassende manier wordt ingevuld, kan sfeer verhogend werken. Het betreffende pand en zelfs de hele straat wat extra’s geven; de stad aantrekkelijker maken. Dat is precies wat Haarlem Marketing heeft gerealiseerd.
Op Kruisstraat 32 is de etalage van het voormalige pand van Jan Sikkes omgetoverd tot een levendige stripwereld door illustrator Michiel Offerman. Hij heeft zijn persoonlijke helden afgebeeld en het pand verfraaid met een tekening die een inkijkje biedt in zijn eigen wereld vol gedachten en inspiratie.
Michiels creatie omvat een scala aan figuren, van lokale tot internationale helden, zowel
fictief als bestaand. De tekening omvat niet alleen stripfiguren, maar ook muziekartiesten, filmsterren en personages uit de rijke geschiedenis van Haarlem.
Het verfraaien van de winkelpui gebeurde op initiatief van Centrum Management Groep Haarlem, naar een idee van Haarlem Centraal en werd uitgevoerd door Haarlem Marketing. Het biedt illustratoren en striptekenaars de mogelijkheid om lege winkelpuien op hun eigen unieke manier te verfraaien. Het opgeknapte pand is een aanwinst voor de stad en benadrukt dat Haarlem een echte stripstad is.
LEES HIER MEER: www.visithaarlem.com/verhalen-van-haarlem/
WANDELROUTE
Wil je meer creaties in Haarlem ontdekken? Wandel dan de nieuwe route Creatief Haarlem. www.visithaarlem.com/routes/ ontdek-creatief-haarlem
Ik ben van 11 jaar na de oorlog. Toen ik 6 was, en we op 4 mei klassikaal narcissen legden bij het monument aan de Dreef, was dat dus 18 jaar na de oorlog. Dat lijkt een rekenfout, maar is het niet.
Getallen hebben nu eenmaal een eigen willetje: als je aan iemand vraagt in het hoeveelste oorlogsjaar de Bevrijding was, zullen de meeste mensen zeggen – denkend aan het Nederlandse ’40-45’ - dat dat het vijfde jaar was, en iets ingelezener lui zullen het op het zesde jaar houden. Maar het is het zevende. Wat inderdaad raar lijkt voor een oorlog die zes jaar duurde. Maar u kunt het zelf uitrekenen, op de vingers van slechts twee handen: steek de eerste vinger op bij 1939, en verras uzelve.
‘De oorlog’ (voor de jongere kijkers en luisteraars: we hebben het dan over de Tweede Wereldoorlog) was voor mij als kind weliswaar een zeer voorbije zwart-wit historie, gevoelsmatig ergens tussen Willem van Oranje en Comedy Kapers en Ivanhoe in (de laatste twee waren toen, ook in zwart-wit, op de televisie te zien), maar was toch alomtegenwoordig. Alle grote mensen hadden hem meegemaakt. Van al je ouders, opa’s en oma’s, tantes en ooms en onderwijzers en onderwijzeressen tot de agent, die op halfjaarlijkse basis je bal afpakte als je voetbalde in het Frederikspark. Gelukkig was ik jarig op 5 juni, zodat ik eveneens op halfjarige basis een vervangende ‘leren pieper’ kon regelen, via mijn ouders in pyjama en via mijn oom Jan in sinterklaaspak.
En altijd je bord leeg eten, dat was ook zoiets. Omdat je als kind niet het verschil kent tussen honger en trek, dacht ik dat dat was omdat het verspillend was om dat niet te doen (misschien was ik daarmee wel de allereerste ecologisch aangestuurde inwoner van ons land), maar het had natuurlijk alles te maken met de Hongerwinter. Waarvan ik jaren lang heb gedacht dat de kinderen toen uit vuilnisbakken aten – een didactisch goed werkend, maar toch onjuiste interpretatie van filmbeelden waarin ik zulks meende te zien – alsof er
Karbonkel is publicist, geschiedenisfreak en Haarlemoloog.
Hij laat zijn licht schijnen op zaken van Wisselende Importantie...
toen iets eetbaars zou worden wéggegooid. Wat die uitgemergelde kinderen wél met hun houten lepels aan het doen waren, was het leegschrapen van de op vuilnisbakken uit 1964 gelijkende ijzeren gaarkeukengamellen, ter aanvulling van hun waterige dagelijkse kost. Je bordje leegeten dus.
Tegenwoordig is 11 jaar niks meer. De vuvuzela-finale tegen Spanje is langer geleden. Toch verrassen cijfers ook hier vaak weer: in de kroegen van vandaag kijkt, bijvoorbeeld, niemand raar op, als er muziek opstaat die vijftig jaar oud is (of, in het geval van de eerste ‘beatmuziek’, zestig jaar), terwijl het in 1974 ondenkbaar zou zijn geweest, dat de barkeeper een fijn plaatje uit 1924 zou opzetten…
Óver 11 jaar is het precies 100 jaar geleden dat in Duitsland het verdrag van Versailles officieel werd opgezegd, en de dienstplicht weer werd ingevoerd. Met de huidige ontwikkelingen in onze wereld, zou dat jubileum best wel eens kunnen samenvallen met een vergelijkbare herinvoering alhier. Want de oude wijsheid gaat ook nu weer op: als de laatste veteranen van de vorige oorlog óp zijn, komt er altijd weer een nieuwe geest aanwaaien, die de daardoor tandeloos geworden dit-nooit-meer-gedachte wegblaast over de vaak nog maar nauwelijks herstelde slagvelden. En wint ineens het onze-groep-eerstisme het stilaan weer van het idee, dat je er beter sámen uit kunt komen. En intussen weent de aarde. Wederom.
Ik ben van 11 jaar na de oorlog, en dat wil ik graag zo houden – om die mooie kreet, te lezen op een van de vele spandoeken tijdens de Vredesdemonstraties (al weer meer dan 40 jaar geleden – waar blijft de tijd), maar weer eens te paraciteren…
Bijde Heren is een bekende kookwinkel in Haarlem. Omdat de zaak wordt gerund door twee mannen leek de naam niet alleen origineel en aansprekend, maar ook zeer passend. In de afgelopen zestien jaar groeide de winkel in niveau en bekendheid. De klandizie komt uit Haarlem zelf, maar ook van ver daarbuiten. En toch stoppen Jeroen Idsinga en Joop Verbaan volgend jaar met hun activiteiten. Waarom? “De reden heeft niets te maken met tegenvallende omzet of veranderende privéomstandigheden”, antwoordt Jeroen. “We hebben altijd al de ambitie gehad om ‘ooit’ naar het buitenland te vertrekken en daar een toekomst op te bouwen. We zijn ons bedrijf ook helemaal niet beu, maar gaan een uitdaging niet uit de weg. Spanje is het land waar we in vakanties graag naar toe gaan en daar kwam een unieke kans op ons pad. We hebben het voorstel gekregen om een deel van een bestaand bedrijf over te nemen en nog wel op een plek waar we hoe dan ook al ‘verliefd’ op waren. Voor ons klonk het als een once-in-a-lifetime kans. Natuurlijk hebben we gewikt en gewogen. We hebben hier een mooi en gezond bedrijf opgebouwd en beseffen ons dat we behoorlijk wat in Nederland achterlaten, maar we zijn nu beiden op een leeftijd waarop we deze overstap nog kunnen maken en dat gaf de doorslag.”
Beide heren nemen ruim de tijd voor een ‘uitverkook’ van Bijde Heren. Deze maand is de uitverkoop begonnen met 10% korting op het basisassortiment en 20 tot 30% korting op geselecteerde producten.
Eind oktober 2025 denken de twee ondernemers definitief met de winkel te stoppen. December 2025 willen Jeroen en Joop definitief naar Spanje emigreren. “We vertrekken, niet omdat het moet, maar omdat het kan, en dat is natuurlijk de beste reden om het te doen.”
Tekst: Meta van der Meijden. Fotografie: Jonne van der Fange.
Een beauty- en kapsalon op verschillende verdiepingen in één pand die mooi op elkaar aansluiten. Kristi Riemens en Charlotte Charpentier hebben ieder hun eigen zaak in het hogere segment waar klanten gecombineerd graag gebruik van maken. Na een gezichtsbehandeling bij KRIS. skin improvement laten ze bij Sjenkels Koningstraat hun haar knippen en kleuren.
Kristi Riemens is eigenaresse van beautysalon KRIS. skin improvement. Ze is gefascineerd door de huid, het grootste orgaan van de mens. Samen met haar team zet ze zich in om mensen een fris en stralend uiterlijk te bezorgen. “We behandelen alle huidtypen en huidproblemen zoals couperose, rosacea, acne, hyperpigmentatie en littekens. Onze huidspecialisten werken echt aan huidverbetering. Geen standaardbehandelingen, maar verzorging op maat.” De beautysalon maakt gebruik van hoogwaardige apparatuur en bewezen effectieve huidverzorgingsproducten.
Op basis van een grondige huidanalyse, maakt Kristi samen met haar cliënten een persoonlijk behandelplan. Eerst wordt er een scan van de huid gemaakt om diep in de huid te kijken. “Daar liggen de meeste problemen. Ik ben blij met deze techniek, zo kunnen we nog beter de oorzaak van de problemen ontdekken en werken aan verbetering.” Kristi en haar collega’s kijken niet alleen naar de huid, maar ook naar de leefstijl van de persoon. “We kijken naar het hele plaatje. Wat is hun voedingspatroon, wat doen ze voor werk, bewegen ze veel of zitten ze de hele dag? We weten inmiddels dat uv-straling heel slecht is voor de huid. De straling van een computer en telefoon is ook schadelijk, blijkt uit onderzoek, met mogelijk huidveroudering en huidkanker tot gevolg. Vet eten, roken en alcohol zijn eveneens nadelig voor de huid. Dat suiker slecht is weet niet iedereen, het breekt het collageen in de huid af wat tot diepere lijnen in het gezicht kan leiden.”
HUID VERANDERT ELKE DAG Naast het bespreken van de leefstijl van haar cliënten doet Kristi tevens suggesties. “We stellen ze bijvoorbeeld voor om bij de huisarts hun vitaminenen mineralenwaarden te laten controleren of hun hormoon- en darmhuishouding. Daar komen ook huidproblemen uit voort.
‘We versterken elkaar’
Vervolgens kijken we naar wat de huid nodig heeft om te verbeteren met daarbij een plan van aanpak. Dat is bij iedereen anders. Bij elke behandeling kijken we opnieuw naar de huid. Huid verandert namelijk elke dag. Als je op vakantie bent geweest of een week ziek, verlangt de huid een andere behandeling. We willen liever niet dat onze cliënten bij de huisarts of dermatoloog terecht komen, zij hebben een andere visie op huid. Wij willen de huid echt verzorgen, opbouwen en sterk maken. Een huisarts schrijft sneller een hormoonzalf voor om de klacht te behandelen. We proberen de oorzaak te vinden.”
Interesse in de huid ontstond bij Kristi al op jonge leeftijd. Ze had last van acne en hield daar littekens aan over. Ze werd goed geholpen door een huidspecialist en besloot zelf ook mensen met huidproblemen te gaan helpen. “Ik begrijp hoe ze zich voelen. Een huidprobleem kan psychisch heel zwaar zijn.”
Charlotte Charpentier is eigenaresse van kapsalon Sjenkels Koningstraat. KRIS. skin improvement en Sjenkels zitten in hetzelfde gebouw in de Koningstraat. Charlotte en Kristi kennen elkaar sinds de basisschool. Volgens de dames versterken ze elkaar. Charlotte: “We sluiten heel mooi op elkaar aan, klanten maken daar gebruik van. Na een gezichtsbehandeling bij Kristi vinden ze het fijn om daarna bij ons hun haren te laten wassen en stylen.”
Het kappersteam van Charlotte werkt altijd met A-merk producten. Ze vindt de ontwikkeling en educatie van haar personeel erg belangrijk. “We werken op het hoogste niveau, zo kunnen we aan de vraag van de consument voldoen. De klant heeft steeds meer wensen, dit komt mede door social media. Ze raken erdoor geïnspireerd. We merken dat mensen steeds beter geïnformeerd zijn over nieuwe technieken en producten. Het is van belang dat we up to date blijven.”
Charlotte is altijd geïnteresseerd geweest in haar. Als jong meisje kleurde ze al het haar van vriendinnetjes. “Ik maakte mooie vlechten
of knipte er een model in, niet altijd succesvol”, zegt ze lachend.
Naast haar werk in de kapsalon geeft Charlotte onderwijs aan vakgenoten, met name op het gebied van knippen en kleuren. “Ik geef ook training in ‘denkstijlen’. We bespreken wat voor type persoon de kapper zelf is en wat voor soort klanten er in de stoel kunnen zitten. Ik leer de collega’s hoe ze de consument het best advies kunnen geven. Wat past bij de klant?
Wat betekent dat model of die kleur qua onderhoud en gaat dat samen met de leefstijl van de klant? Het gaat niet alleen om het creëren van een mooi kapsel, maar ook of de consument het zelf kan onderhouden. Ik vind het leuk om met mijn klanten in gesprek te gaan en te ontdekken wat voor hen belangrijk is.”
grootste deel van de klanten komt naar Sjenkels Koningstraat om het haar te laten kleuren. “We zijn inmiddels specialist in kleuren. Nieuwe klanten die voor een kleurbehandeling komen stellen we eerst een aantal vragen over wensen en leefstijl. Voor zo’n kleurconsult nemen we echt de tijd. We hebben een aantal klanten dat van ver komt. Aan de hand van foto’s van het haar geven we advies en wordt al duidelijk wat voor behandeling we inboeken. Kleuren luistert nauw, dat moet echt in alle opzichten goed worden uitgevoerd.”
De kapsalon van Sjenkels Koningstraat is ruim opgezet. De sfeer is er prettig volgens Charlotte. “Zelfs als het druk is, heb je niet het gevoel dat je in een ‘knipfabriek’ zit. We nemen altijd de tijd voor de klant. Iedereen is welkom. We werken met verschillende prijsniveaus, zo zijn we aantrekkelijk voor een breed publiek.”
www.krisskinimprovement.com of @krisskinimprovement en www.sjenkels.nl/salons/haarlem-koningstraat/ of @sjenkelskoningstraat
‘Een blik in de fabriek, waar vele handen de sierlijkste bloemen schikken’, 1927.
In juni 1897 opende de 22-jarige Pieter Engelenberg in Haarlem de Eerste Nederlandsche Fabriek van Kunstbloemen. Vanaf 1890 was Engelenberg al actief in de kunstbloemensector.
Dat er al voor zijn geboorte kunstbloemfabrieken in Den Haag, Breda, Den Bosch en Amsterdam te vinden waren, hinderde Engelenberg niet. Zijn fabriek was volgens een artikel uit 1928 in Nederland de enige in haar soort. In de fabriek aan de Anegang, in feite een magazijn, werden in de beginjaren vooral grassen en strobloemen gedroogd. De gedroogde strobloemen, te herkennen aan goudgele bloemblaadjes, werden gebruikt als versiering van kaarten, kalenders en cadeauverpakkingen.
Later werden kunstbloemen aangeschaft om donkere ruimten in huizen op te vrolijken. In de tweede helft van de negentiende eeuw waren vooral Makart-boeketten in trek, vernoemd naar de Oostenrijkse schilder Hans Makart. Deze grote droogbloemenboeketten bestonden uit gebleekte palmbladeren, pampasgras en rietpluimen. Het boeket werd verder opgefleurd met pauwenveren en felgekleurde vlinders.
Advertentie in het Haarlemsch Advertentieblad, 18 mei 1898.
Naast het drogen van bloemen, werden er in de fabriek ook kunstbloemen gemaakt van linnen en papier. De bloemen moesten zo echt mogelijk lijken, bijvoorbeeld door glazen dauwdruppels en geprepareerde ‘natuurlijke Braziliaansche torren’ op de bloemen te plakken. Deze en andere benodigdheden konden in grote hoeveelheden worden aangeschaft in de fabriek. Met een bloemenwerkdoos erbij kon men zelf de kunstbloemen in elkaar zetten. Die werkdozen van Engelenberg moesten vooral niet worden verward ‘met de in den handel voorkomende ordinaire soorten’.
De zaken gingen goed. In 1898 was Engelenberg op zoek naar vijf meisjes in de leeftijd van 13 tot 15 jaar die kunstbloemen konden maken. In juni 1901 verhuisde de fabriek van de Anegang naar de Schoutensteeg. Aan de Barteljorisstraat werd een winkel geopend met deftige, zwarte hoge kasten voorzien van spiegelglas, ‘zoodat de frissche kleuren [van de bloemen] aangenaam voorkomen’.
De Nieuwe Haarlemsche Courant voorspelde dat ‘de smaakvolle étalage en de electrische verlichting’ de aandacht van het publiek zeker zouden opwekken. Achter de winkel hield Engelenberg kantoor. Ook het atelier, de bergplaats en de pakkamer bevonden zich in het pand.
ARBEIDSWET
In mei 1906 moest Engelenberg voor het kantongerecht in Haarlem verschijnen. Hij had een maand eerder drie vrouwen laten doorwerken in de werkplaats tot
na 20.00 uur. Dit was in strijd met de Arbeidswet uit 1890, die overmatige en gevaarlijke arbeid door vrouwen en kinderen moest tegengaan. De ingestelde Arbeidsinspectie moest hierop controleren. In eerste instantie werd Engelenberg door een vormfout vrijgesproken: in de dagvaarding was men vergeten te vermelden dat de winkel óók als werkplaats werd gebruikt. Een essentieel punt, want een werkplaats, te herkennen aan een arbeidslijst aan de muur, moest sluiten om 20.00 uur. Volgens Engelenberg werkten de drie vrouwen als winkeljuffrouwen in zijn winkel. Ze hielpen klanten door bloemstukken voor hen samen te stellen in de winkelruimte. De vrouwen lieten zich niet in de werkplaats zien, ‘omdat zij geen bloemen kunnen maken en ook niet hebben te maken’. Kortom, de winkel kon niet als werkplaats worden aangemerkt. In een verslag van de rechtszaak in de krant werd het verschil tussen arbeid in
een werkplaats en in een winkel nog eens haarfijn uitgelegd:
‘Iemand wil in een galanterie-winkel een salonlamp koopen. De winkeljuffrouw helpt, maar komt tot de ontdekking dat de gewenschte lamp alleen in het magazijn voorhanden is. Ze gaat daar de nog ingepakte lamp halen, maar moet dan de uit verschillende onderdeelen bestaande lamp nog in elkaar zetten, waarbij wel eens de gipspot of het verguldfleschje te pas moeten komen. Zal men zoo’n winkeljuffrouw dan eene maakster van salonlampen heeten?’
Toch zagen de getuigen iets anders. Elisabeth Tilanus, een arbeidsinspecteur uit Amsterdam, zag Jannetje Engelenberg de etalage afstoffen en Maria Cramer en Lena Druif bloemen vervaardigen. Twee Haarlemse agenten die op verschillende momenten langs de winkel liepen, bevestigden dit beeld. Ze hadden
Nota voor verkoop van twee dozen kaarsenhouders aan de vereniging van de vrijwillige brandweer, de Vereeniging de Tien, 1905.
Druif zelfs zien lopen met bloembladen, ijzerdraadjes steeltjes, vloeipapier en een lijmpot. De drie winkeljuffrouwen beweerden dat de bloemen al voorzien waren van een steel en deze vervaardigd waren in de werkplaats achter de winkel, welke sloot om 20.00 uur.
De kantonrechter ging hier niet in mee en legde twee geldboetes van drie gulden op. Engelenberg ging tevergeefs tegen de uitspraak in beroep; de arrondissementsrechtbank bekrachtigde het vonnis van de kantonrechter.
De uitspraak werd in de krant betreurd: ‘Is het vervaardigen van bloemstukken een gevaarlijke of zware arbeid? Immers niet!’
BLOEMENDAGEN
In 1914 overleed Engelenberg op 40-jarige leeftijd. Zijn weduwe, Johanna Roeland, werd commissaris van de fabriek en Johannes Machielse directeur. Een grote inkomstenbron voor het bedrijf in de periode na Engelenbergs overlijden waren kleine bloemspeldjes, die in de fabriek op grote schaal werden vervaardigd. In 1917 werden er 700.000 kleine bloemspeldjes gemaakt, tien jaar later was dit aantal toegenomen tot maar liefst 2.500.000. Deze speldjes waren in trek bij liefdadigheidsinstellingen. Op zogenaamde bloemendagen werden de speldjes ten bate van een goed doel verkocht. De bekendste was de Emmabloem, vernoemd naar koningin Emma, die zich inzette voor de bestrijding van tuberculose. In 1942, twee jaar na het overlijden van Machielse, werd de Eerste Nederlandsche Kunstbloemenfabriek opgeheven. ✶
Pagina uit de prijscourant van de fabriek, 1896.
“Alweer zeventien jaar geleden, net nadat mijn oudste zoon was geboren, zijn wij vanuit Amsterdam naar Haarlem verhuisd. De gezellige binnenstad, dichtbij het strand en meer ruimte maakte Haarlem een aantrekkelijke omgeving voor ons om te gaan wonen. Destijds was het ook al een hele zoektocht, de huizen die wij leuk vonden waren meestal verkocht. Na talloze bezichtigingen konden we ons uiteindelijk settelen in de Indische buurt. Daar vonden we een leuk, licht huis waar we nog steeds met veel plezier wonen. Ik heb altijd van reizen gehouden, andere landen en culturen leren kennen, daar hou ik van. Met name Zuid-Amerika heeft mijn hart gestolen. Al meer dan 20 jaar organiseer ik reizen naar Suriname. Mijn tweede thuis is te vinden in de Burgwalbuurt. Daar is mijn kantoor te vinden in een van de mooiste pandjes aan de Spaarnwouderstraat mét uitzicht op de Vissersbocht. Veel mensen die op kantoor langskomen komen niet uit Haarlem. Ze zijn vaak heel verrast over de schoonheid van de stad en de omgeving. Op dat soort momenten ben ik trots op onze stad!”
Foto’s die je ontroeren of versteld doen staan van het verborgen leven van dieren in onze stad en omstreken.
jaar per
Dit jaar is het precies twintig jaar geleden dat Simon de Vakkenvuller even wereldberoemd was in Nederland. Je kon die zomer de radio of de tv niet aanzetten of je hoorde ‘vak voor de melk, vak voor de kaas’ uit je toestel schallen.
Simon was een parodie op Eamon, een rapper die een wereldhit had met Fuck it. Fuck werd ‘vak’, Eamon werd Simon en een Nederlandstalige klassieker was geboren.
Omdat de maker van het nummer, Alain Clark, hele andere carrièreplannen had, werd mijn man, Hans Goes, door de toenmalige manager van Alain, Daan van Rijsbergen, gevraagd het karakter Simon te spelen. “Een paar radio-interviews, misschien een tv-dingetje en heel misschien een videoclip. Gewoon een paar weken lachen”, zei Daan. Hans zei natuurlijk ja en binnen een week was onze wereld ontploft. De aandacht was overweldigend. Ochtendshows op de radio, persdagen, wekenlang de meest aangevraagde videoclip op The Box, tv-opnames, een top 10-notering in de hitlijsten en veel optredens. Heel veel optredens.
En ik ging natuurlijk altijd mee, want we hadden al snel besloten dit samen te doen. Hans als ster en windvanger, ik als entourage. De zomer van 2004 werd een aaneenschakeling van bizarre momenten. Samen met tourmanager Bri scheurden we bij nacht en ontij door het land. In het weekend deed Simon vaak twee optredens per avond/nacht. Dan waren we om elf uur in Tynaarlo (Drenthe) in een discotheek om vervolgens twee uur later in een andere uithoek, in een andere discotheek het kunstje te herhalen. Zonder Bri hadden we het niet gered. Ze was tegelijkertijd bewaker, chauffeur en moeder. “Zonder bewakers stappen we niet uit de auto”, riep ze als we aankwamen. “Simon wil twee flesjes Spa Blauw
is naast schrijver, spreker en acteur ook ondernemer.
beroemd en een bewaker op het podium. En bij het eerste gegooide glas bier vertrekken we. Helder? Ik zei: helder?! Kom Hans, we kunnen.” Mobiel internet bestond nog niet, dus we reden door Nederland met uitgeprinte routeplanningen in de hand. Vaak dwaalden we vloekend over vage weggetjes in een onverlicht achterland, wanhopig op zoek naar discotheek het Hoekje, het Schuurtje, het Dijkje of hoe ze ook maar heetten. Aangekomen bleken dat vaak enorme uitspanningen te zijn waar honderden jongeren uit de wijde omtrek verzameld waren om zich helemaal klem te zuipen. En om Simon de Vakkenvuller te zien, natuurlijk.
Simon stond voor tv-opnames op een stormachtig parkeerterrein waar het decor steeds wegwaaide. Simon werd tijdens Rondje Texel geadopteerd door een groep vervaarlijk uitziende rappers. Simon trad op tijdens het Kinder Prinsengrachtconcert met een piepjonge Remy van Kesteren en groot orkest. Simon zong in de Arena voor zo’n dertigduizend ‘thuisblijvers’ tijdens de EK in Portugal en Spanje. In een halfjaar verzamelden we genoeg anekdotes voor een heel leven.
Na die wilde zomer van 2004 pruttelde de carrière van Simon de Vakkenvuller nog even door, maar bij Hans en mij was het naïeve enthousiasme waarmee we begonnen er wel af. We waren al rond de veertig en hadden niet de blinde dadendrang die je wel nodig hebt om het vol te houden. Lange nachten onderweg, weinig verdienen, nauwelijks tijd voor vrienden en familie, je eigen smaak uitzetten, bookers en platenmaatschappijen die alles willen bepalen, het was mooi geweest.
Twintig jaar geleden werd Simon per ongeluk beroemd. Voor een hele generatie, nu dertigers, was hij een held. En voor ons eigenlijk ook wel. Simon ligt achter ons, maar soms missen we die rare vakkenvuller ook een beetje.
WANNEER BEN JE OP HET ECL BEGONNEN?
“In 2012, dus ik heb er een lange tijd gezeten. Ik ben niet de langstzittende docent, maar wel de oudste, haha.”
WAS JE VOOR HET ECL
OOK AL BEZIG IN HET MUZIEKONDERWIJS?
“Jazeker, ik sta al 50 jaar voor de klas. Op mijn zeventiende ben ik begonnen op de school waar ik eindexamen deed. Daar ging de muziekdocent weg; ik heb toen zijn werk overgenomen, naast mijn studie aan het Conservatorium in Amsterdam.”
BEN JE NAAST DOCENT OOK ACTIEF ALS MUZIKANT?
“Voordat ik bij het ECL kwam werken, was ik veel aan het optreden als theaterpianist. Zo heb ik onder anderen Liesbeth List, Ramses Shaffy, Lenette van Dongen, Sara Kroos en Karin Bloemen begeleid. Op een gegeven moment speelde ik vijf tot zes keer in de week. Vaak kwam ik dan om 2 uur ‘s nacht thuis en stond ik om half 9 weer voor de klas. Op een gegeven moment werd me dat te veel. Heel toevallig zag ik toen een advertentie van het ECL. Ineens kon ik op normale tijden naar het werk en dat ook nog op de fiets! In al die jaren heb ik dat altijd fluitend gedaan.”
Het Eerste
Christelijk Lyceum
(ECL) in Haarlem is een hele leuke en goede muziekdocent armer.
Dit jaar gaat namelijk Martijn Breebaart met pensioen. Wij spraken hem over zijn afscheid en de afgelopen jaren als docent.
WAT MAAKT HET LESGEVEN
ZO LEUK?
“Ten eerste vind ik de leeftijd van de leerlingen, tussen de 12 en 18, heel boeiend. Er gebeurt nogal wat met ze. En ten tweede vind ik het fantastisch om iets van de liefde voor het vak over te brengen op de jonge generatie.”
HOE HEB JE DAT AL DIE JAREN AANGEPAKT?
“Ik zeg altijd maar dat je tijdens het lesgeven voortdurend op een verantwoorde manier aan het vereenvoudigen bent. Muziek zit best ingewikkeld in elkaar, maar het is aan jou de taak om het op een zo boeiend mogelijke manier over te brengen. En ik hoop dat dat is gelukt.
Bij sommige leerlingen ben je al blij dat je ze hebt leren noten lezen, maar er zitten er ook een paar bij die je jaren later nog eens opbellen om te zeggen dat ze aan
mijn lessen moesten denken. Dat zijn toch wel mooie complimenten...”
EN HOE ZIT HET MET HET MUZIKAAL ECL-TALENT VAN HET AFGELOPEN SCHOOLJAAR?
“In al die jaren heb ik ontzettend veel talent voorbij zien komen, maar het jaar waar ik nu mee afsluit, is echt fantastisch. Zo heb ik nu een HAVO-5 groep van 8 leerlingen, van wie er 5 op conservatorium-niveau zitten. Dat is bizar goed.”
EN NU MET PENSIOEN… GA JE WEER HET THEATER IN?
“Toevalligerwijs ben ik via een collega op het ECL uitgenodigd om toetsen te spelen bij CineMusic, een groot orkest dat filmmuziek speelt. Dat vind ik heel leuk. Waarschijnlijk zie ik weer de theaters van toen terug, maar een keer in de week optreden is nu wel voldoende.”
Tekst: Joost Dobbe. Fotografie: Franklin van der Erf.
EEN MOOIE BAK
Een automatische drinkbak voor je kat of hond. De bak heeft vervangbare filters waardoor je er verzekerd van bent dat je huisdier altijd schoon water krijgt. De inhoud van de drinkbak is 2,5 liter en de bak is in meerdere kleuren verkrijgbaar. Ook leuk voor jou dus!
Deze zelfreinigende kattenbak heeft niet alleen een mooi design, het is ook nog eens een ‘intelligente’ bak. Hij is te bedienen via een LED-touch display of een app. Ook in deze stijl te verkrijgen en te bedienen via de app, zijn de automatische waterfontein en de voerbak voor kat en hond.
Producten van PETLUX zijn te koop bij Bea’s Dierenboetiek, Gierstraat 60-64.
Is centrummanager in Haarlem en actief in verschillende besturen. Hij houdt zich in zijn vrije tijd bezig met imkeren, tuinieren en duurzaamheid.
Regen, regen en nog meer regen. Het is half juni als ik deze column schrijf en buiten is het te nat en ook nog eens te koud. Ik hoop dat de temperatuur nog wel iets gaat stijgen. Nu hoor ik van veel mensen om mij heen dat ze verlangen naar mooi weer. Maar los van mijn hoop op een lekker terras-zonnetje, is het weer voor mij als imker en moestuinier erg belangrijk.
Het weer heeft namelijk een enorme invloed op zowel de moestuin als op de bijenkasten. Een nat voorjaar kan desastreus zijn voor gevoelige gewassen, terwijl bijen minder nectar verzamelen.
De lage temperatuur remt namelijk de sapstroom in de planten, wat zorgt voor minder nectar en uiteindelijk dus ook minder honing.
Verder hebben, door de zachte winter in combinatie met het natte weer, veel meer slakken de winter overleefd dan gebruikelijk.
Dat heeft geleid tot een flinke naaktslakkenplaag, waardoor met name de kool, sla en aardappel het flink te verduren hebben gehad. De nattigheid zorgt er overigens ook voor dat planten in een soort groeiversnelling zitten en dus goed kunnen groeien en bloeien.
Dan gaat het met name om planten die slakken niet lekker vinden, maar jammer genoeg zijn dat nou juist weer geen moestuinplanten.
Voor mij betekent dat nu dus veel extra schoffelen en de slakken die ik vind verplaatsen naar een plek waar niemand er last van heeft. De slakken zullen er zelf niet heel blij mee zijn dat ik ze weghaal bij de verse groente, maar hopelijk delen ze mijn mening dat dat minder erg is dan de dood. We moeten niet op alle slakken zout gaan strooien natuurlijk.
De kunst voor moestuiniers en imkers is om flexibel te blijven en zich aan te passen aan wat de natuur brengt: elk jaar heeft immers zijn eigen uitdagingen. Toch blijf ik optimistisch. Hopelijk zal 2024 nog
een mooi jaar worden voor mijn planten en bijen. Misschien brengt de komende tijd zon en warmte, waardoor de gewassen kunnen herstellen en de bijen volop nectar kunnen verzamelen. Tot die tijd blijf ik schoffelen en hopen op drogere en zonnigere dagen en geniet ik van de kleine overwinningen als de eerste bloemknoppen die zich langzaam openen. Op zoek naar zon!
Al jaren zijn ze bij Pineut druk in de weer met water. Want, water is gezond en lekker. Tóch zijn er nog heel veel mensen die water maar ‘zo zo’ vinden. Een beetje saai. Vandaar dat ze bij Pineut ooit ‘Tafelwater’ bedachten. Water met een twist. Dankzij de twist maak je van water voor elk wat wils. Fris, fruitig en botanisch. Lekker voor op tafel, heerlijk voor bij de borrel en perfect voor op het werk. Hydrateren was nog nooit zo fijn!
Het Pineut Productiehuis
Je eigen lot bepalen en met plezier door het leven stappen. Bij Pineut vinden ze dat iedereen die mogelijkheid moet hebben. Alle Pineut-producten bieden directe kansen voor mensen die aansluiting missen of simpelweg even achterop zijn geraakt. In het Pineut productiehuis werken de Pineut helden en heldinnen met veel plezier aan de mooiste producten. Hoe meer producten hier worden gemaakt, hoe meer kansen ze kunnen bieden voor een ander. En 1% van de omzet doneert Pineut aan een goed doel. Sociaal genieten dus!
Wil je ook eens een mooie High Tea voor gasten organiseren met een feestelijk aangeklede tafel en met uitleg over Jansje door gastheer Pim?
Of wil je bij Jansje iets anders gezelligs organiseren? Mail dan naar catering@jansje.org en deel je wensen. Dan gaat het keukenteam kijken hoe ze je hiermee kunnen verrassen.
SAMEN STAAN WE STERK
Sinds kort heeft Jansje de tulpenkaarsjes van Happy Mug uit Haarlem in de winkel. Als dat geen geweldige samenwerking is! En Jansje gaat het assortiment met deze toffe dagbesteding nog verder uitbreiden.
Happy Mug Dagbesteding is een creatieve, arbeidsmatige dagbesteding voor mensen met LVB, autisme en lichte GGZ-problematiek. Er worden mooie producten gemaakt, die je terug vindt bij diverse verkooppunten in Haarlem. Zo blijft iedereen maatschappelijk betrokken bij elkaar!
De Wereld van Jansje is een initiatief van de Doopsgezinde Gemeente Haarlem en De Hartekamp Groep.
SSAMEN MET
PIETER WEBELING SCHREEF
FRÉNK VAN DER LINDEN
HOE BESTA JE NA?
EEN BOEK VOL INTERVIEWS
OVER VERLIES EN TROOST, EN ESSAYS OVER ROUWEN ANNO NU.
‘Ik kon tientallen jaren niet huilen om de dood van mijn broertje’
Journalist Frénk van der Linden vindt het leven ingewikkeld en de dood onaanvaardbaar. Toch kan hij er soms ook naar verlangen. Gertien Koster sprak met Frénk, ook over de veertigjarige liefdesoorlog tussen zijn ouders.
Welke affiniteit heb je met de dood?
“Ik ben inmiddels 47 jaar journalist en het grote kapitaal van een interviewer is nieuwsgierigheid. Is er een groter raadsel in ons leven dan de dood? Het is voor mij persoonlijk een van de grootste vragen, hij zit aan de top van de pyramide. Het raadselachtige, het ten diepste onbevattelijke én het voor mij onaanvaardbare van de dood is intrigerend.”
Onaanvaardbaar. Je moet er niet aan denken?
“Ik denk de hele tijd; ik moet er niet aan denken.”
Maar dat doe je wel?
“Ja, ik denk er heel vaak aan. Dagelijks. Vanwege de kracht van die vraag en de lading ervan. Het is spannend en onbeantwoordbaar. Het raakt aan een ander mysterie: wat maakt een mens tot wie hij of zij wordt? Ik maak door middel van interviews portretten van mensen en wil snappen hoe zij gegroeid zijn tot wie ze zijn. Waar stoelt dat op? Opleidingen? Levenservaring? Ontmoetingen? Het klimaat, de tijd waarin je leeft, wel of geen oorlog? Die vraag is niet te beantwoorden en wordt alleen maar ingewikkelder naarmate ik ouder word. Een mens kan zo gelaagd en paradoxaal zijn. Het vraagstuk omtrent de dood neemt ook alleen maar toe aan raadselachtigheid. Het is heel raar; hoe meer ik er van begrijp, hoe minder ik er van begrijp.”
Voor sommige mensen is die vraag wel beantwoordbaar.
Bijvoorbeeld voor de Christen Unie politicus Paul Blokhuis die zijn dochter Julia verloor. Hij vertelt in jouw boek heilig te geloven in een fysiek weerzien.
“Ja, hij gaat er zelfs vanuit dat hij haar kan omarmen en kan vragen: hoe is het hier? Ik kan absoluut meevoelen met het verlangen dat je op een dag je dierbaren weer zal ontmoeten, maar ik kan voor geen millimeter mee in het idee dat dit ook echt zal gebeuren. Ik denk dat er uiteindelijk niets anders over te zeggen valt dan dat we het niet weten. Ik denk wel dat de mate van waarschijnlijkheid dat er niets is ongelooflijk veel groter is dan de mate van waarschijnlijkheid dat er een Walhalla is met Petrus aan de
poort. Ik snap wel dat het voor veel mensen een enorme troost is om te denken dat er van alles is. Ik kom zelf ook weleens in die verleiding.”
Je bent veel bezig met de dood en je wilt er niet aan. Doe je iets om de dood op afstand te houden?‘
“Ik maakte ooit een geniaal bedoelde schijnbeweging op een zaalvoetbalveldje, ik eindigde in de operatiekamer met een dubbel gescheurde kruisband. Sindsdien mag ik niet meer voetballen en badmintonnen. De fysiotherapeut zei dat ik moest oefenen en dat doe ik sindsdien iedere ochtend, al dertig jaar. Oók als ik om negen uur in Arnhem moet zijn. In het weekend ren ik een uur aan één stuk en samen met mijn vrouw Mylou wandel ik veel. Maar ik doe ook allemaal dingen die niet kloppen met de wens om lang te leven. Ik drink twintig glazen wijn per week, formeel ben ik alcoholist, en ik eet te vet en werk te hard.”
Als je er niet te veel stress van hebt en plezier aan beleeft, en dat lijkt bij jou het geval, kan werk je ook energie geven.
“Het is onvermijdelijk dat ik er stress van krijg. Als ik op Radio 1 Kunststof presenteer, gaat er om zeven uur ’s avonds een rood lampje branden dat aangeeft dat we begonnen zijn. Er luisteren dan 100.000 mensen naar het gesprek dat ik heb met een kunstenaar. Natuurlijk geeft dat nervositeit. Journalist zijn is een stresskipberoep met allerlei deadlines, maar tegelijkertijd is het ook het allermooiste vak. Van iedere geïnterviewde leer ik iets. Al met al heb ik veel meer plezier dan stress.”
Ik sprak laatst iemand die zei: “Ik weet heus wel dat ik ooit doodga, maar toch bekruipt me af en toe de gedachte dat ik misschien de eerste ben die de dans ontspringt.” Herken je dat?
“Harry Mulisch zei ooit: ‘Dat ik sterfelijk ben moet nog worden bewezen.’ Ik heb dat soort gedachten niet. Er zijn zelfs momenten dat ik verlang naar de dood. Dan denk ik: het is best een helletocht geweest af en toe, dat heb ik maar mooi overleefd. Ik heb een aantal dingen weten te helen in mijn leven, met name de veertigjarige liefdesoorlog tussen mijn ouders. Journalistiek gezien heb ik alles gedaan wat je maar kan doen. Ik heb wereldleiders geinterviewd, mocht tv-documentaires maken en had veel primeurs. Wat valt er nog te wensen? En dan heb ik ook nog eens de leukste vrouw van de wereld. Er is veel om tevreden mee te zijn en genoeg is op een gegeven moment genoeg.”
Zo’n leuke vrouw en geweldig werk kunnen ook redenen zijn om nog lang door te willen.
“Ja, maar er kan ook een verlossing uitgaan van het idee dat het gedaan is. Dat heb ik tot vier, vijf jaar geleden nooit zo gevoeld.”
Je hebt veel nabestaanden geinterviewd. Heb je zelf verliezen meegemaakt?
‘Ik drink twintig glazen wijn per week, formeel ben ik alcoholist, en ik eet te vet en werk te hard’
“Toen ik zeventien was verloor ik mijn broertje Benno. Hij was pas anderhalf jaar oud. Benno kwam onder een vrachtwagen van ons eigen transportbedrijf. Het gebeurde achter het huis, vlakbij mijn slaapkamer. Hij was uit mijn vaders tweede huwelijk en vormde de brug tussen de twee gezinnen, mijn zus Desiree en ik aan de ene kant en Greet met haar drie kinderen aan de andere. Benno was niet gepland, een ongelukje, maar ontwikkelde zich tot een mooi wezentje dat ons met elkaar verbond. Dat hij wegviel was superpijnlijk, maar ik kon er destijds geen traan om laten.”
Dat is wel een beetje passend bij de leeftijd.
“Nou, ik heb het tientallen jaren volgehouden. Ik kon überhaupt heel matig bij mijn emoties. Dat ontstond rond de scheiding van mijn ouders. Tussen mijn twaalfde en veertiende hebben mijn vader en moeder heel wat afgevochten. Dat ging gepaard
‘Waar ik nog steeds moeite mee heb is dat er een enorme bloedvlek zichtbaar was op het pleintje achter mijn slaapkamer. Die ging er niet uit’
met leugens en bedrog, maar ook wel met geweld, in ieder geval psychisch geweld. Ik denk dat ik het verdriet om het verlies van Benno er niet bij kon hebben en het daarom onbewust in de vrieskist heb gezet. Ik weet nog dat ik die dag thuiskwam, ik was telefonisch ingelicht over het ongeluk, er zat allemaal familie in de woonkamer. In de gang heb ik mijzelf een paar klappen in het gezicht gegeven zodat ik een traan tevoorschijn kon toveren. Ik vond dat dat moest. Pas na de verzoening tussen mijn ouders, zo’n veertig jaar na de dood van Benno, kon ik bij het verdriet om mijn broertje. Ik ontdooide.”
Speelden er ook schuldgevoelens bij jou? Je zat als tiener misschien niet op een halfbroertje te wachten en toen ging hij ook nog dood. “Een jaar of tien geleden zei mijn zus Desiree tegen mij: ‘Nu is het genoeg geweest, dat van Benno en jou. Ik kom naar je toe met een doos foto’s
en dan gaan we zitten.’ Ze heeft een heel goed, fotografisch geheugen. Ze blies met haar gedetailleerde verhalen en foto’s Benno weer leven in en binnen tien minuten had ze me aan het huilen. Dat was ook haar missie. Dat heeft me een gevoel van bevrijding gegeven. Je vraagt naar schuldgevoelens. Toen ik die middag met Desiree praatte, bedacht ik me dat het misschien allemaal anders was gelopen als ik die middag was gaan bollen pellen in de schuur achter ons huis. Ik had een pleurishekel aan dat pellen, dus ik verzon vaak iets waardoor ik me eraan kon onttrekken.”
Wat is het verband tussen bollen pellen en het ongeluk van Benno?
“Dat is er niet, het slaat ook nergens op, maar ik dacht dat dan misschien álles anders zou zijn gelopen. Een idiote redenering, maar je kunt soms dat soort gedachten hebben. Ook een soort schuldgevoel. Waar ik nog steeds moeite mee heb, is dat er een enorme bloedvlek zichtbaar was op het pleintje achter mijn slaapkamer. Die ging er niet uit. Niet met schoonmaakmiddelen en niet door de regen. Dat bloed was er helemaal ingetrokken en zag ik continu vanuit mijn slaapkamer. We hebben overwogen om die stenen te vervangen, maar dan zou je het verschil blijven zien. Ik had dus vaak mijn gordijnen dicht. Ik ben nooit meer van dat beeld afgekomen en denk er nog vaak aan. Als zijn naam valt, is dat het eerste wat op mijn netvlies komt. Benno werd in een klein wit kistje begraven vanuit de Martinuskerk in Hillegom. Vier van mijn vrienden droegen hem. De priester meende tegen mijn vader en Greet te moeten zeggen: ‘God moet wel heel veel van Benno hebben gehouden dat hij hem al zo snel tot zich heeft geroepen.’ Die idiote uitspraak vergeet ik nooit.”
Wat deed het verlies van Benno met de relatie van jouw vader en stiefmoeder?
“Ik moest daar sterk aan denken toen ik Arthur en Lucy interviewde. Zij verloren een zoontje dat bij de Azoren ongemerkt van het dek van hun boot verdween. Rouw bindt én scheidt hen. Het is al dertig jaar geleden en ze houden nog steeds veel van elkaar, maar ze kunnen niet samen zijn. Ze komen steeds bij elkaar en gaan dan weer uit elkaar. Arthur leeft vooruit, kijkt naar de horizon, Lucy naar het verleden. Naar wat ze had en kwijt raakte. Dat is allebei heel valide en begrijpelijk. Ze zijn intieme vreemden voor elkaar. Ik kom uit een regelrecht achterstandsmilieu, er waren geen boeken, geen kunst en cultuur en geen krant. Mijn vader en Greet hadden geen middelbare schoolopleiding. Wat ik heel knap vind is dat Greet en Jan vanuit een soort intuïtieve wijsheid elkaar gunden dat ieder het op een eigen manier mocht doen. Dat betekende dat er nooit over werd gesproken in het bijzijn van Greet. Zij was Benno vlak voor dat ongeluk uit het oog verloren en kwelde zichzelf daar ernstig mee. Daar stond tegenover dat mijn vader het recht had om er met Jan en alleman, te allen tijde, over te praten. Mijn vader lulde het behang van de muren over Benno.”
Nam jouw vader het zijn vrouw kwalijk dat ze Benno uit het oog verloren was?
“Nee, totaal niet. Ik heb altijd een gecompliceerde verhouding gehad met mijn vader, ik heb veel van hem gehouden, maar ik heb hem ook verafschuwd. Hij was een charmante man, maar ook een narcist. Toen hij direct na het ongeluk de kamer binnenkwam, zei hij tegen zijn broer, die de vrachtwagen bestuurde waar Benno onder kwam: ‘Mart van der Linden, één ding: ik ben ook chauffeur en dat is eigenlijk alles wat we er over hoeven te zeggen.’
Dat ontroert me iedere keer weer. Ik vind dat een grandioze reactie. En zo heeft hij zich ook opgesteld tegenover Greet. Hij heeft haar nooit gevraagd: hoe kan dat nou, had je niet dit of dat kunnen doen? Het was een ongeluk. Punt. Een verwijt vond hij ongepast.”
Het zou wel menselijk zijn om dat nu en dan wel te voelen. “Inderdaad. De reactie van mijn vader was eigenlijk bovenmenselijk.”
Veel mensen die een kind verliezen gaan uit elkaar. Dat heeft vaak te maken met verschillende manieren van rouwen. Bij zo’n ongeluk lijkt me dat nog gecompliceerder.
“Ik heb een boekje van Khalil Gibran, De Profeet. Ik pak het er nog wel eens bij omdat er mooie dingen instaan. Over de liefde schrijft hij iets wat ik heel waardevol vind: de eik en de cipres groeien niet in elkaars schaduw. Dus als je een leuke boomgaard wilt, waarin het nodige kan bloeien, moet je elkaar over en weer ruimte geven en elkaar niet het zonlicht ontnemen. Mijn vader en Greet konden dat, ik vind dat heel bijzonder.”
Zeker! Maar Greet hád die schuldgevoelens wel en doordat jouw vader die wegwuifde zou je kunnen zeggen dat haar schuldgevoelens er niet mochten zijn…
“Dat is waar. Misschien is dat wel het allermoeilijkste in liefdesrelaties, in staat zijn om te communiceren over de communicatie. Dat vind ik zelf ook ingewikkeld. Er is geen emotie die meer particulier is dan rouw. Iedereen gaat daar op een unieke manier mee om en de paradox is: hoe particulierder een verhaal wordt verteld hoe universeler het wordt ervaren.”
Wat vind je van openbare rouw?:
“Daar heb ik heel veel moeite mee, maar mensen moeten dat natuurlijk zelf weten; we leven in een vrij land.”
Wat vind je er lastig aan?
“Paul Witteman zei een keer tegen mij in een interview dat hij nooit huilde. Nooit. Hij zei dat huilen overdramatisering is en dat je er niet verder door komt. Recht je rug en probeer te handelen, dat soort rationele uitspraken deed hij. Ik zie soms wel elementen van overdramatisering. Daar heb ik moeite mee.”
Hangt het af van de persoon die openbaar rouwt?‘
“Ja, en ook de mate waarin de tranen worden vergoten en kreten worden geslaakt. In alle eerlijkheid: als ik beelden zie uit Gaza waar mensen zich op lijkkisten werpen en ik hoor die lange litanieën, dan heb ik moeite om mee te kunnen voelen. Het lijkt soms wel opera. Maar ik weet ook dat in die cultuur alle emoties groter zijn dan hier. Ook bij verliefdheid bijvoorbeeld.”
In bepaalde landen mag je die juist toch niet uiten in het openbaar?
“Zeker, in het Midden-Oosten kan het er emotioneel uitbundig aan toe gaan. Het gaat er ook enorm poëtisch aan toe. Als je schrijver Kader Abdollah hoort praten… zijn antwoorden duren nooit korter dan zes minuten. Ik denk ook vaak: ieder het zijne, ik hoef daar niet van alles van te vinden. Ik was fan van André Hazes, maar ben niet naar het stadion gegaan toen zijn kist daar op de middenstip stond. Ik heb na zijn dood met dierbare gevoelens teruggedacht aan het interview dat ik met hem had. Dat bijna uitsloverig rouwen is niets voor mij. Maar goed, mijn moeite met al te nadrukkelijk rouwen en weeklagen zegt vermoedelijk vooral iets over mij, ik ben de man die mijn rouw over Benno jarenlang in de ijskast zette. Er zit nog steeds een soort emotionele knoop in mij, ik heb dat nooit helemaal kunnen oplossen en dan is het confronterend om te zien dat anderen het wel kunnen.”
Hoe kijk je naar de boeken van Connie Palmen over haar overleden partners?
“Literair vind ik dat heel knap en tegelijkertijd vind ik het ook erg stevig aangezet en zo nadrukkelijk beleden dat ik daar tegenaan hik. Maar ik wil niets afdoen aan haar recht om dat op haar eigen manier vorm te geven. Ik vind dat ze mooie dingen kan zeggen over gevoelsleven en rouw. Er zijn ook anderen die mijn bewondering afdwingen doordat ze publiekelijk woorden zoeken
‘Hopelijk wordt de afscheidsbijeenkomst gehouden in Mylou’s theater De Liefde, met veel omhoog krullende mondhoeken en blijdschap over wat we deelden’
voor verlies. Dominee Nico ter Linden kon dat heel goed en ook de overleden folkzangeres Sandy Denny. Daar ben ik groot fan van. Iedere noot die zij ooit heeft gezongen heb ik, en de manier waarop zij haar verdriet toonzette vind ik geweldig. Mijn vrouw Mylou heeft een lied gemaakt naar aanleiding van het overlijden van haar eerste echtgenoot, Bert Klunder. Wegwaaien heet dat. Tekstueel en melodieus vind ik dat een onwaarschijnlijk mooie uiting van rouw.”
Denk je na over wat voor een uitvaart je wilt?
“Dat mag maar een klein beetje van mij komen. Ik moet de kans krijgen om uit te drukken wie ik was en wat voor mij belangrijk was, maar ik hoop dat anderen veel ruimte nemen om op hun manier te laten zien hoe ze naar mij kijken. In ieder geval moet het nummer Who knows where the times goes van Sandy Denny gedraaid worden, dat is mijn lijflied. En hopelijk wordt de afscheidsbijeenkomst gehouden in Mylou’s theater De Liefde, met veel omhoog krullende mondhoeken en blijdschap over wat we deelden.”
Er is veel veranderd op het gebied van rouw. Denk je dat er over dertig opnieuw veel veranderd zal zijn?
“Ja, nog meer openheid. Ik zie dat ook bij andere culturen. Ik ben heel vaak in China geweest, vanaf 1980, daar zie je dat mensen nu veel meer hun emoties en persoonlijke ideeën uiten dan vroeger. Ik heb destijds de opstand op het Plein van de Hemelse Vrede van
het begin tot het einde verslagen. De dag na het bloedbad zag ik een jongen die onder een legervrachtwagen was gekomen. Hij lag daar met een gekraakt hoofd. Ik had nog nooit eerder een dode gezien, bij Benno kon dat niet, want er was niets van hem over. Krankzinnig dat ik daar iemand zag die, net als mijn broertje, onder een vrachtwagen was gekomen. Ik stond te tollen op mijn benen.”
Je hebt veel mensen geinterviewd over hoe zij nabestaan. Heb je daar iets van geleerd?
“Zeker: dat praten helpt, dat woorden verlichting kunnen betekenen. Ik ben mijn geinterviewden dankbaar voor wat ze mij allemaal toevertrouwden. Ik ben me in de loop der jaren gaan realiseren dat alle interviews die ik maak één grote hulpkreet van mij zijn. Ik vind het leven ingewikkeld. Hoe sla je je daar doorheen? Dat kunnen veel mensen me uitleggen en daar steek ik veel van op. Eigenlijk interview ik voortdurend mijzelf. Als mensen iemand verliezen hebben ze niet alleen verdriet, er is vaak ook boosheid over iets wat mis is gegaan in relaties met anderen. De vraag is dan: wat is vergeven, hoe doe je dat? Hoe werk je dat bittere gevoel uit je lijf? Ik ben meermalen voor grote bedragen opgelicht, daar ben ik nog steeds pissig over, en ik heb ruzies gehad met collega’s. Die heb ik onvoldoende vergeven, dat is blijkbaar ingewikkeld voor ondergetekende.”
Misschien is dat makkelijker als het einde in zicht is?
“Dat denk ik wel. Dat is ook een zegen van de in je nek hijgende dood, dat je kippendrift afneemt. Mijn vader wilde tientallen jaren geen woord wisselen met mijn moeder. Ik zei: ‘Ga daar vooral mee door. Mama weet niet hoe haatdragend je nog steeds bent, zij voelt niet iedere dag jouw woede, bitterheid en pijn, maar jij wel, je marineert je daar iedere dag in. Wie heeft daar nou last van? Jij!’ Hij begreep dat maar half, denk ik en hij kon haar niet vergeven dat ze er met een ander vandoor was gegaan. Toen mijn moeder de diagnose Alzheimer kreeg, heb ik mijn ouders gevraagd om mee te werken aan een documentaire. Ik zei dat mijn enige vraag was of die nare verhouding de manier was waarop ze dood wilden gaan. Ze stemden in en ik heb hen allebei vijf keer geinterviewd op camera. De film eindigt met enkele woorden van mijn vader: ‘Ik wil jouw moeder nooit meer zien, ik ga nog liever dood.’ En daarna verschijnt de tekst in beeld dat mijn ouders elkaar een week voor de uitzending hebben ontmoet en omhelst. Dat was een van de mooiste momenten van mijn leven. Ik heb dat bewust niet gefilmd. Het was bijzonder om mijn ouders als tortelduiven – echt waar – op de bank te zien zitten. Ik heb die avond drie uur gehuild, er gingen een paar dozen Kleenex doorheen. Dat waren heerlijke tranen. In de laatste anderhalf jaar van het leven van mijn moeder hebben mijn ouders, mijn zus en ik een aantal keer samen gegeten en gewandeld. Toen mijn moeder stierf stond mijn vader met een rode roos bij haar kist.” ✶
Tekst: Gertien Koster.
is naast dichter en beeldend kunstenaar ook essayist, boekenmaker en schrijfdocent (Schrijversvakschool Amsterdam). Hij was onder meer werkzaam als redacteur bij Tirade (Uitgeverij Van Oorschot) en als eerste officiële stadsdichter van de Gemeente Haarlem. Met zijn poëzielaboratorium De Zingende Zaag verbindt hij sinds 1989 poëzie, performance, beeld en grafische vormgeving met elkaar.
Op de door George gemaakte foto enkele van de ‘dansende gevels’. Ze bevinden zich aan de Bakenessergracht waar de auteur niet alleen woont, maar de afgelopen 36 jaar ook duizend-en-een gedichten geschreven heeft.
Meer informatie: www.dezingendezaag.com
Legendarisch maar hoe ze precies heten hij zal het je waarschijnlijk niet kunnen zeggen
liever kijkt hij hoe een hond zich droog schudt hoe een drom toeristen zich verschuilt
het ritme dat de ingewijde in vuur en vlam zet het ritme dat koud langs de kuddes stroomt
de wereldberoemde dansende gevels — aan het einde van de gracht draait enkel
de loslopende viervoeter zich om.
Het Verbondt maakt energieke Nederpopnummers met vleugjes funk en rock. En met veel succes! Zo speelde de band al op de Rob Acda Awards in het Patronaat, in theater De Liefde én in het radioprogramma Sound of Haarlem. De bandleden zijn Sergio Spadon (gitaar), Jeremi Koster (gitaar), Bjarn van den Berg (bas en zang), Jasper Dekker (drums), Maarten Verhoef (saxofoon) en Milan van Munster (trompet). Wij spraken met Bjarn.
Hoe is de band ontstaan? “Het Verbondt is ontstaan in 2020 middenin de coronacrisis. Ik had toen meer tijd om ideeën voor liedjes te schrijven en met de andere bandleden ze verder uit te werken. Dat resulteerde in onze eerste single Dan Breekt De Hel Los, die we zelf in onze repetitieruimte hebben opgenomen. Begin 2021 kregen we de kans om bij P60 in Amstelveen het nummer voor het eerst live te spelen.”
Waar kennen jullie elkaar eigenlijk van?
“Van de middelbare schooltijd. Niet dat we allemaal in dezelfde klas zaten, maar tijdens bandavonden en lunchconcerten kwamen we elkaar tegen en leerden we elkaar kennen.”
Hoe zijn jullie op de bandnaam Het Verbondt gekomen? “In het oudNederlands wordt het verbond vaak met ‘dt’ geschreven. Ik vind het daarbij leuk om met de Nederlandse taal te spelen, zo ook in mijn songteksten. Dus de naam paste wel bij ons. Daarnaast valt het ook op; we zijn zo beter vindbaar op bijvoorbeeld internet.”
Schrijf jij ook alle teksten van jullie liedjes? “Tot nu toe heb ik alle teksten geschreven. Daarbij bedenk ik ook vaak een eerste versie voor de muziek. Dat werk
ik dan als demo uit in het programma Garageband, om het vervolgens met de andere bandleden in de oefenruimte verder uit te werken tot een nummer.”
Heb je nog muzikale invloeden bij het schrijven van jullie liedjes? “Vooral bands uit de jaren ’80, zoals De Dijk en Doe Maar. De combi van Nederlandse teksten, poprockmuziek en blazers hoor je ook bij die twee bands vaak terug.”
Jullie hebben nu de nieuwe single Digitale Serenade uit. Kun je er iets meer over vertellen? “Het is onze derde single. Onze eerste kwam in 2020 uit en Laat Het Duren in 2022. Die eerste twee hebben we in onze homestudio/oefenruimte opgenomen, maar Digitale Serenade is in een professionele studio opgenomen. Het was fijn dat we iemand erbij hadden die er met frisse oren naar kon luisteren en ons ook tips kon geven om alles nog beter te laten klinken.”
Hebben jullie al veel optredens gedaan? “Jazeker, vooral in cafés. En we hebben aan
een aantal popprijzen meegedaan, zoals Rob Acda Awards en Popprijs van Amstelland. Vorig jaar deden we ook mee met het Regio Songfestival. De Noord-Hollandse finale werd toen gehouden in Theater De Liefde in Haarlem. We hebben niet gewonnen, maar via deze wedstrijd mochten we wel in de Wisseloord Studio’s spelen. Al met al leren we steeds meer mensen kennen en komen we op toffe professionele plekken, waar we ook weer veel van groeien.”
Tot slot: wat zijn de muzikale plannen de komende tijd? “We gaan sowieso nieuwe singles uitbrengen. We hebben er nu al eentje op de plank liggen. Dit nummer hadden we al extra opgenomen ten tijde van Digitale Serenade. Maar we willen ook vooral veel spelen. Zo hebben we nog nooit op een festival gespeeld en dat lijkt ons superleuk. Dus luister naar onze muziek op Spotify en boek ons!”
Meer info op: www.facebook.com/hetverbondt en www.instagram.com/hetverbondtband.
Voor het derde jaar op rij is iedereen van harte welkom om de zomer te vieren in Teylers Museum. Van 6 juli tot en met 1 september is het oudste museum van Nederland weer in zomerse sferen en bruist het in de zalen van de activiteiten voor jong en oud. Bezoek de tentoonstelling De Grote Illusie, doe mee aan een workshop, rondleiding, demonstratie of college en ontdek – aansluitend bij het triceratops-skelet dat te zien is in de Bibliotheek Haarlem Centrum – meer over de leefwereld en tijdgenoten van de triceratops.
Deze zomer komt de grootste triceratops van Naturalis naar Haarlem. Van 1 juli tot en met 14 augustus is zijn skelet te zien in de Bibliotheek Haarlem Centrum. In Teylers Museum kun je je de hele zomer lang verdiepen in deze reusachtige dino en zijn wereld. De historische Gehoorzaal op de eerste verdieping, die normaliter geen onderdeel is van je museumbezoek, verandert in een expeditiegebied waar je veldwerk kunt doen. Er staan onderzoekskisten, je kunt ervaren hoe zijn huid voelde en een 3D-geprinte kop van de triceratops, een aantal geprinte botten en échte tanden bekijken. Onderzoek hoe hij geleefd moet hebben! Ga mee op een familierondleiding door de Fossielenzalen, ontdek welke wonderlijke levensvormen nog meer (hebben) bestaan en teken je eigen fantasiebeest. Laat je voorlezen uit de mooiste dinoboeken of creëer een optische illusie van een dino in de workshop Kunst en Vliegwerk.
COLLEGES DOOR EXPERTS
Wil je experts horen over de triceratops? Sluit dan aan bij een college van Jimmy de Rooij op 21 juli of Anne Schulp op 7 augustus. Jimmy doet onderzoek naar vijf triceratops-exemplaren, waaronder het Haarlemse. Ze zijn bij elkaar gevonden en hij stelt vast dat de triceratops daarom een kuddedier moet zijn geweest. Anne vertelt over het baanbrekende onderzoek dat in de afgelopen tien jaar is verricht naar deze vijf triceratopsen.
FASCINERENDE GESCHIEDENIS
Naast alle activiteiten rondom de triceratops, ontdek je tijdens Vier de zomer in Teylers de fascinerende geschiedenis en collectie van het oudste museum van Nederland. Het is een ongedwongen ontdekkingstocht langs de drie pijlers van het museum: wetenschap, kunst en de idealen van grondlegger Pieter Teyler (1702-1778). Zo zijn er rondleidingen naar plekken die normaliter niet opengesteld worden, zoals de Sterrenwacht bovenop de Ovale Zaal en de historische Bibliotheek. Je kunt de Elektriseermachine zien vonken tijdens demonstraties en de locatietheatervoorstelling De Lorentz Formule. Leer handen tekenen tussen de romantische schilderijen. Maak in het huis van Pieter Teyler, die droomde van een betere wereld, met krullende letters en zegellak een document waarin staat wat jij belangrijk vindt.
Heb je De Grote Illusie - 200 jaar Virtual Realities nog niet gezien? Dat kan nog tot en met 1 september. Deze tentoonstelling neemt je mee terug naar de negentiende eeuw, naar de roots van virtual reality, augmented reality en fakes. De tentoonstellingszaal is veranderd in een spiegelpaleis. Dompel je onder in negentiende-eeuwse en hedendaagse illusies: neem een kijkje in Teylers topstuk, het Kaiserpanorama, stap in een caleidoscopische
ruimte, kijk door een VR-bril of laat je verrassen door beelden die met kunstmatige intelligentie (AI) gemaakt zijn – of toch niet? Van spiegels en projectoren naar het digitale vernuft van AI: De Grote Illusie laat zien dat de fascinatie voor illusies van toen niet zoveel verschilt met die van nu. Hooggeëerd publiek, komt dat zien!
Het museum is van 6 juli tot en met 1 september dagelijks geopend van 10.00 tot 17.00 uur. Kijk op teylersmuseum.nl om te zien wat er te doen is op de dag van jouw museumbezoek. Alle activiteiten zijn gratis, uitgezonderd de triceratops-colleges door de experts. Op de dag zelf kun je een deelnamevoucher afhalen in het museum (zolang de voorraad strekt). Je hebt wel een ticket voor het museum nodig, te bestellen via: teylersmuseum.nl.
Wil je het triceratops-skelet in de Bibliotheek Centrum bezoeken? Reserveer dan je (gratis) kaartje op de website van de bibliotheek.
Deze column wordt afgewisseld door Marc de Beyer (directeur Teylers Museum), Hans Looijen (directeur Het Dolhuys) en Lidewij de Koekkoek (directeur Frans Hals Museum).
Zet je schrap, want Teylers Museum is weer getransformeerd tot een zomers walhalla vol activiteiten voor jong en oud. Of je nu een doorgewinterde museumbezoeker bent of gewoon een leuke dag wilt beleven, het oudste museum van Nederland heeft deze zomer voor iedereen wat te bieden. Bezoek de spectaculaire tentoonstelling De Grote Illusie, doe mee aan boeiende workshops, rondleidingen, demonstraties en colleges, en ontdek meer over de fascinerende triceratops en zijn tijdgenoten.
De Gigantische Triceratops in Haarlem
Ja, je hebt het vast gehoord: tot en met 14 augustus staat de grootste triceratops van Naturalis in Haarlem. Je kunt zijn indrukwekkende skelet bewonderen in de Bibliotheek Haarlem Centrum. Maar dat is nog niet alles. In Teylers Museum duik je de hele zomer diep in de wereld van deze reusachtige dinosaurus. De historische Gehoorzaal wordt omgetoverd tot een expeditiegebied waar je als een echte paleontoloog aan de slag kunt. Voel de huid van een triceratops, bekijk een 3D-geprinte kop, onderzoek echte tanden en geprinte botten en leer alles over hoe deze gigantische planteneter leefde. Gezinnen kunnen mee op een rondleiding door de Fossielenzalen, waar je nog veel meer wonderlijke levensvormen ontdekt en je eigen fantasiebeest tekent. En voor de jonge dino-fans zijn er voorleesmomenten en creatieve workshops zoals Kunst en Vliegwerk, waar je je eigen optische illusie van een dino maakt.
Colleges van dino-experts
Wil je nog dieper in de dino-wereld duiken? Mis dan niet de colleges van echte dino-experts! Zij vertellen alles over de meteorietinslag die 66 miljoen jaar geleden het einde van de triceratops betekende. Of over de vijf triceratopsen die samen zijn gevonden, wat erop wijst dat triceratopsen kuddedieren waren. Het zijn unieke gelegenheden om meer te leren van deze onderzoekers die de geheimen van deze prehistorische giganten ontrafelen.
Een Historische Ontdekkingstocht
Naast alle dino-activiteiten biedt Teylers Museum deze zomer ook een verfrissende duik in zijn eigen rijke geschiedenis en indrukwekkende collectie. Ontdek de drie pijlers van het museum: wetenschap, kunst en de idealen van grondlegger Pieter Teyler. Verken normaal gesloten plekken zoals de Sterrenwacht bovenop de Ovale Zaal en de historische Bibliotheek tijdens speciale rondleidingen. Bekijk de vonken van de Elektriseermachine tijdens spectaculaire demonstraties en geniet van de locatietheatervoorstelling De Lorentz Formule. Je kunt zelfs leren handen tekenen tussen de romantische schilderijen, en in het huis van Pieter Teyler, met krullende letters en zegellak, een document creëren waarin jouw idealen staan.
De Grote Illusie: 200 Jaar Virtual Realities
Heb je de tentoonstelling De Grote Illusie al gezien? Nee? Dan kun je je deze zomer laten verrassen door een reis door 200 jaar virtual reality, augmented reality en fakes. De tentoonstellingszaal is omgetoverd tot een spiegelpaleis vol negentiende-eeuwse en hedendaagse illusies. Bekijk samen met familie of vrienden negentiende-eeuwse 3D-foto’s met het topstuk van Teylers: het Kaiserpanorama, stap in een caleidoscopische ruimte, gebruik een VR-bril of laat je verbazen door AI-gegenereerde beelden. De Grote Illusie toont dat de fascinatie voor illusies van vroeger niet veel verschilt van die van nu.
Nederlands grootste illusionist Hans Klok vertelde er op tv enthousiast over bij Sophie & Jeroen
Je leest het: deze zomer bruist het oudste museum van Nederland als nooit tevoren. Voor jong en oud!
Begijnhof 10 | www.theaterdeliefde.nl
Op zondag 8 september zie je in De Liefde een voorproefje van wat je in het nieuwe seizoen op de eerste of laatste woensdag van de maand kunt verwachten. Tijdens O.P. de Liefde krijgt jong talent de kans hun komische, muzikale of anderszins theatrale kunsten te laten zien. Dit keer met Jeroen Bouwhuis, Aren Scholte en De Vriendelijke Stiefvaders. Op de laatste woensdag zie je De Dubieuze Avond, met altijd een gevarieerd programma door de leukste, geestigste, slimste en begaafdste vrouwen die Nederland rijk is. Met medewerking van Anne Neuteboom, Marjolijn van Kooten en Ruth Ellings. Presentatie: Maaike Dirkje Hop en Miranda Hijink. Muzikale omlijsting: huisband De Lieverdjes. Zondag 8 september, 15.30 uur
Ronald Snijders vertelt in zijn nieuwe programma Als mens verhalen over zijn echte leven, als mens. Wie is de man achter de absurdist? En vooral: hoe komt-ie daar? Maar waarschijnlijk zal hij toch ook gewoon weer met taalgrappen strooien, vreemde liedjes zingen en over de randen van de logica heen banjeren. ‘Groot feest van absurditeiten, woordgrappen, slapstick en maffe liedjes’, oordeelde de Volkskrant eerder.
Donderdag 12 september, 20.30 uur
In Homonologen en andere queer stories draait alles om coming out-verhalen en liefdesgeschiedenissen voor en door mensen van alle kleuren van de regenboog. Vertellingen die vrolijk, ontroerend, verdrietig of opbeurend zijn. Afgewisseld met liedjes, een lesje over taal en heel veel Liefde. Met medewerking van onder anderen Sjamke de Voogd, Marja van Katendrecht en Vera Marijt. Theater De Liefde maakt zich hiermee sterk voor het verbeteren van de acceptatie, veiligheid en emancipatie van de LHBTI+-gemeenschap in Haarlem.
Zaterdag 14 september, 20.30 uur
Theater De Liefde staat tijdens het Vinyl Festival bol van de muziek. Rosa Spruit bijt op vrijdagavond het spits af. De 24-jarige singer-songwriter staat bekend om haar pakkende en diepgaande popgeluid. Pianist en soulful Hammond-speler Roel Spanjers is een veelgevraagd (sessie)muzikant in de Europese rhythm & blues, soul en roots/americana-scene. Hij toerde met artiesten als Normaal, Frédérique Spigt, Ricky Koole, JW Roy, Dayna Kurtz, Curtis Salgado, Smokey Wilson en vele anderen. In De Liefde presenteert hij zijn nieuwe album Birdcatcher II. Ook Tornado Beat presenteert een nieuw album tijdens het festival. De Haarlemse band speelt rauwe rhythm ‘n blues, authentieke boogie, opzwepende rock-a-billy en een enkele soulvolle ballad.
27, 28 & 29 september
Houd de website in de gaten voor meer informatie: verweymuseumhaarlem.nl
Samen met zevenenvijftig maskers van hedendaagse kunstenaars uit het kunstproject Sign of the Times (SOTT) toont Dubbelfocus – Verwey en maskers een selectie (zelf)portretten van Kees Verwey (1900-1995). Portretten van sculpturen, gezichten, maskers en koppen van dieren zijn een terugkerend onderwerp in het artistieke oeuvre van Verwey.
Maskers en (zelf)portretten worden door kunstenaars in alle tijden en kunststromingen als expressiemiddel gebruikt. Ze tonen aspecten van de innerlijke wereld, emoties, persoonlijkheid en identiteit. De portretten van Verwey hebben vaak een mystiek karakter. En wie zijn zelfportretten kent kan zich voorstellen dat hij zich hier soms achter verbergt.
Het kunstproject SOTT is gestart door kunsttransporteur en cultureel ondernemer Frank van der Linden. In 2016 ontwierp hij een keramieken masker en nodigde verschillende kunstenaars uit om zijn basisontwerp naar eigen inzicht te bewerken. De bewerkte maskers representeren de kunstenaars en hun manier van werken.
Dubbelfocus – Verwey en maskers toont de verschillende betekenissen van het masker en onthult de ware identiteit van de kunstenaar: bevindt die zich vóór of áchter het masker?
Te zien: t/m 3 november 2024
Waar: Verwey Museum Haarlem, Groot Heiligland 47
Tijd: zondag en maandag 12.00-17.00 uur, dinsdag t/m zaterdag 11.00-17.00 uur
TENTOONSTELLINGSAGENDA 2024
DE NATUUR VAN SJOERD BUISMAN
Het werk van deze beeldend kunstenaar, een pionier in het experimenteren met natuurlijke materialen, nodigt de toeschouwer uit om op een vernieuwende manier naar de natuur te kijken.
Te zien: t/m 13 oktober
HET GEHEIM VAN DE DIEPE TIJD
De oude negende-eeuwse boomstobbe (773 – 937) uit de collectie van het museum, te zien in de historische tentoonstelling Allemaal Haarlemmers, dient als uitgangspunt voor Het geheim van de diepe tijd, de tweede in de reeks van drie transhistorische kunsttentoonstellingen
Laat los en koester.
Te zien: t/m 29 september
THE UNTANGLED TALES - MICHELLE PIERGOELAM
The untangled tales - Michelle Piergoelam belicht het slavernijverleden van Haarlem en is de derde en laatste in de reeks van drie transhistorische kunsttentoonstellingen Laat los en koester.
Te zien: 4 oktober – 26 januari 2025
LAAT LIEFDE REGEREN - DOLLY BELLEFLEUR
Dolly Bellefleur vraagt al 35 jaar aandacht voor mensenrechten in het algemeen, en de acceptatie van LHBTIQ+ in het bijzonder. Een goede reden om feestelijk uit te pakken met een kleurrijke en urgente overzichtstentoonstelling.
Te zien: 1 november – 26 april 2025
ACTIVITEIT
WORKSHOP VAKANTIE EN VRIJE TIJD
Voor kinderen van 6 tot 12 jaar
Wanneer: 24 juli tot 28 augustus 09.00-11.00 uur
Dé openlucht zomervoorstelling bij de Stadsschouwburg
Club Kenau staat deze zomer voor de vijfde keer op rij op het voorplein van de Stadsschouwburg met een oer-Haarlemse familievoorstelling. Dit keer met een Italiaans smaakje. Tegelijkertijd viert Gelateria Garrone, één van Haarlems bekendste ijssalons, haar 75ste verjaardag: een mooie samenloop van omstandigheden. Geïnspireerd op het ultieme liefdesverhaal Romeo en Julia, brengt Club Kenau de nog niet eerder vertelde, op fantasie gebaseerde, stadslegende over de rivaliserende ijssalons Garrone en Giraudi.
De vaste club van Club Kenau bestaat uit: Jasper van Hofwegen, Bart Sietsema, Emma van Muiswinkel en Marlies Bosmans. Daarbij is Marlies ook altijd de schrijver van de stukken en schrijft Bart alle liedjes. Dit jaar wordt de club aangevuld door acteurs Jacob de Groot en Lulu Streefkerk. Evelien Pfeiffer ontwerpt, zoals altijd, alle kostuums. We spraken met Emma van Muiswinkel en Marlies Bosmans in ‘hun’ Stadsschouwburg.
Hoe zijn jullie deze keer op het onderwerp van de nieuwe voorstelling gekomen?
Emma: “Tijdens onze jaarlijkse brainstormsessies kwam ik ineens met het verhaal over de strijd tussen mijn ouders over authentiek Italiaans ijs. Mijn vader en zijn familie gingen altijd naar Garrone in Haarlem en mijn moeder en haar familie naar Giraudi in Zandvoort. Over welke van die twee ijssalons het beste was, hadden mijn ouders echt ruzie. Dus met mijn vader gingen we altijd naar Garrone en met mijn moeder naar Giraudi…”
Hoe maak je van zo’n beginidee uiteindelijk zo’n grote voorstelling?
Marlies: “Uiteindelijk bedenken we het definitieve onderwerp en de insteek ervan met zijn vieren en vervolgens ga ik het stuk schrijven. Dat gaat echt in fases; in totaal ben ik er zo’n drie maanden mee bezig.”
Emma: “Steeds als Marlies een deel heeft geschreven, gaan we het met elkaar doorlezen. Dan gaan we er heel veel over praten en past Marlies het vervolgens weer aan. Stapsgewijs komt Marlies dan tot het definitieve stuk.”
Marlies: “Het verhaal is gebaseerd op Romeo en Julia en uiteindelijk gaat het over polarisatie; hoe er een kloof kan ontstaan tussen twee groepen. En dat het vaak helemaal niet meer duidelijk is hoe die kloof is ontstaan. We leven in best polariserende tijden, dus het is interessant hoe je dat met zo’n klassiek verhaal kunt aanstippen.”
Emma: “Het hele idee achter het stuk wordt ook versterkt door de verschillende rollen die door dezelfde acteurs worden gespeeld.”
Kun je meer vertellen over die dubbelrollen?
Emma: “Anna Giraudi, de Julia, wordt gespeeld door Lulu en Rocco Garrone, de Romeo, wordt gespeeld door Jacob. En de familieleden rondom het liefdeskoppel worden allemaal door de rest gespeeld. Buiten Lulu en Jacob heeft iedereen dus een dubbelrol. Bart, Jasper, Marlies en ik zijn met ons vieren de familie van Giraudi, maar ook die van Garrone. Binnen de twee families wisselen we ook nog van roltypen. Dus de ene keer ben ik bijvoorbeeld de oma van de
ene familie en de andere keer de godfather van de andere familie.”
Marlies: “Het is de eerste keer dat we dat gaan doen, dus het is een enorme uitdaging, ook met het verkleden. We hebben deze keer bijna allemaal twee kostuums. Dat is geweldig, want onze ontwerper Evelien maakt altijd de prachtigste kostuums!”
Emma: “Het zijn eigentijdse kostuums: de ene familie gaat gekleed in een Godfather-stijltje en de andere familie is meer Versace. We hebben er nu al ontzettend veel zin in.”
Wanneer beginnen jullie met repeteren?
Marlies: “Vanaf 22 juli beginnen we met repeteren in de repetitieruimte van de Stadsschouwburg. Dan is het natuurlijk zomervakantie en is hier niemand. Het voelt dan echt als ons clubhuis.”
Emma: “In de laatste weken, voordat we naar buiten gaan, komt de techniek en de decorbouwer erbij. Dan krijgt het steeds meer vorm en zijn we ook fulltime met onze vaste regisseur aan het repeteren.”
Jullie staan nu al voor de vijfde keer op rij met een zomervoorstelling voor de Stadsschouwburg. Wat maakt jullie team zo succesvol?
Emma: “Al sinds onze schooltijd zijn we dikke
vrienden. Ook buiten het toneel zoeken we elkaar continu op.”
Marlies: “We kunnen volledig op elkaar vertrouwen en daardoor heb je een heel veilige en fijne sfeer tijdens het maken en het repeteren. We halen het beste in elkaar naar boven. Deze reeks voorstellingen is echt het leukste dat ik dit jaar doe.”
Tot slot: waarom moeten mensen naar Gelato Vendetta komen kijken?
Marlies: “Ik denk dat deze voorstelling wel onze beste is tot nu toe. We hebben ook heel veel plezier in het ontwikkelen ervan gehad. Het is mega-Haarlems, maar ook heel Italiaans. En dat is natuurlijk ook heerlijk in de zomer.”
Emma: “Het verhaal is een klassieker, dus bij iedereen, zowel jong als oud, bekend. En ons verhaal heeft in tegenstelling tot Romeo en Julia, een zoet eind. Het heeft iets met ijs te maken… Misschien komt Garrone nog wel langs met een ijskar…”
Vanaf 22 augustus speelt Club Kenau twee weken lang Gelato Vendetta op het voorplein van de Stadsschouwburg in Haarlem. Kaarten zijn te koop via www.stadsschouwburghaarlem.nl.
Deze column wordt afgewisseld door Mylou Frencken (artistiek leider Theater De Liefde), Edwin van Balken (directeur Stadsschouwburg en PHIL) en Marelie van Rongen (directeur De Schuur).
In de zomermaanden, als Nederland uit z’n voegen barst van de festivals, houden we de deuren van Theater de Liefde zorgvuldig gesloten. Even rust in de tent. Het is dan ook niet niks wat zich binnen de muren van ons huis heeft afgespeeld. Week na week, maand na maand. De kleedkamer dampt nog na van alle zenuwen die er hebben rondgewaard, het podium haalt diep adem en trekt langzaam weer recht nu het al het aanstormend talent en het gewicht van gevestigde cabaretiers niet meer hoeft te dragen. De lampen slapen, de gordijnen hangen zwaar onderuit en de bar zucht en leunt licht tegen de enige bezoekster die er op deze late namiddag aan zit te schrijven. Die ene bezoekster ben ik. Buiten is het bijna 30 graden, de zon schijnt fel. Ik ben het ontvlucht, miste het donker, de rode stoeltjes en onze filterkoffie van bedenkelijk allooi.
Een theater in de zomer. Het heeft iets onthechts, iets lege nesterigs. Ik peins over een theatermoment dat me het meest is bijgebleven dit seizoen: de hommage aan Theo Nijland in de Kleine Komedie. De kleinkunstliedgrootmeester (drie keer woordwaarde) werd geëerd met een avond waarop verschillende artiesten een greep uit zijn mooiste liedjes vertolkten. Het was een even vrolijk als verdrietig samenzijn, omdat het iedereen duidelijk was dat de schrijver van al die bijzondere nummers na een herseninfarct zelf nooit meer zou optreden.
Bij de bor rel na afloop ging het laatste nieuws rond: tekstschrijver en oud Don Quishocking-lid George Groot was overleden.
Ooit was ik leer ling van George Groot. Het waren mijn gelukkigste en meest geïnspireerde uren op de Kleinkunstacademie. “Schrijf jij nou maar lekker over een boom, het publiek begrijpt heus wel dat die boom eigenlijk je vader is”, dat soort dingen zei hij. En “nee, nou vlieg je uit de bocht, nu zit je ineens in de verleden tijd, dat klopt niet.”
Twee jaar geleden hadden we in De Liefde ook een ‘Klasje van George’, als onderdeel van het radioprogramma Zomerveren dat (net als dit jaar) bij ons in De Liefde werd opgenomen. En weer lachte hij ieder schrijfsel van zijn leerlingen vriendelijk tegemoet terwijl hij hen tegelijkertijd vlijmscherp op leerpunten wees.
Ach, wat zoek ik hier deze namiddag, in mijn eentje aan de bar?
Een plotselinge aanval van behoefte aan gemis. Daar lijkt het nog het meeste op. Het theater voor mij alleen, als tempel om grote meneren te eren.
En ja, in het weekend van 7 en 8 september openen wij vrolijk en trots onze deuren met een spetterend openingsprogramma. Een prachtig nieuw seizoen komt eraan.
Maar geen George meer met z’n klasje.
En zo spijtig voor onze vleugel dat Theo Nijland er nooit achter zal zitten.
In 1926 kreeg Haarlem zijn eerste gemotoriseerde brandweervoertuig, de Magirus.
Een brandspuit als deze staat nog steeds op de zolder van de Bavo.
Wie wil weten waarvoor brandspuithuisjes dienden en waarom de Bavotoren een bedstee herbergt, kan deze zomer in de Hoofdwacht zijn licht opsteken. Daar blikt de Historische Vereniging Haerlem in een expositie terug op vuurbestrijding door de eeuwen heen. Aanleiding: het 333-jarig bestaan van de Haarlemse brandweer.
Brand was in de middeleeuwen een enorm gevaar. Houten huizen met open schouwen en strooien daken, verlicht door kaarsen en olielampen, stonden dicht op elkaar. Eén vonkje kon een stadsbrand ontketenen. Tot ver in de 17de eeuw was brandbestrijding in Haarlem een plicht voor de burgers. De gemeente legde allerlei wettelijke verplichtingen op en boetes voor wie zich hieraan onttrokken. Hoog in de Sint-Bavo waakten twee wachters. Er was een kamertje met een oven en een bedstee. Zo kon de een rusten terwijl de ander waakte. Zodra zij rook zagen, hingen zij een lamp of een vlag in die richting, bliezen de trompet en luidden de kerkklok. Beneden op straat trommelden de schutters iedereen wakker. Alle mannen moesten helpen blussen. Vanwege het armzalige gereedschap, leren emmertjes, gingen grote delen van de stad verloren.
Die tijd ligt gelukkig achter ons. Eind 17de eeuw ontwikkelde de Amsterdammer Jan van der Heijden een revolutionaire slangbrandspuit. Haarlem kocht er zes. De bediening vergde nogal wat kundigheid en daarom gaf het stadsbestuur in 1691 Albert de Clerq opdracht een brandweerkorps te formeren. Hij werd de eerste commandant. Om het materiaal degelijk op te bergen, werden verspreid door de stad brandspuithuisjes ingericht, onder meer bij het stadhuis, de Janskerk, brouwerij ‘t Scheepje en in de Doelen. Omdat voor het bedienen van de spuit veel mankracht nodig was, moesten burgers nog steeds assisteren. Tot ver in de 19de eeuw werd het vuur zo bedwongen. Een grote verbetering was de waterleiding waarover de brandweer vanaf 1884 kon beschikken. De telefoon maakte het nachtelijk getrommel
1928: brandweerlieden oefenen met de vrijstaande ladder.
overbodig. En de komst van gemotoriseerde voertuigen in de 20ste eeuw bracht een aanzienlijke verlichting.
De brandweertaken zijn daarna enorm uitgebreid: preventie, hulpverlening bij ongelukken, wateroverlast, stormschade, enzovoorts. Blussen is nog maar een klein percentage van het werk.
De Haarlemse brandweer is tegenwoordig onderdeel van de Veiligheidsregio Kennemerland. In de kazerne aan de Zijlweg is de Centrale Meldkamer voor bijna heel Noord-Holland gevestigd.
De Bavo is al jaren voorzien van een sprinklerinstallatie. Maar op zolder is nog een van de twee brandspuiten te bezichtigen die daar eeuwenlang klaarstonden. En de toren herbergt nog steeds het kamertje van de wachters.
DE TENTOONSTELLING:
‘t Sant brandt! 333 jaar Haarlemse brandweer
Te zien (gratis): t/m 29 september
Waar: De Hoofdwacht, Grote Markt 14 Openingstijden: vrij.-za.-zo. 13.00-17.00 uur
Algemeen directeur Patronaat
Prachtige woorden, dat zeker, maar het waren niet de woorden die in me opkwamen bij het lezen van de inhoud van het Hoofdlijnenakkoord 2024-2028 van PVV, VVD, NSC en BBB. De zon ging wel schijnen in Haarlem, maar die scheen al, dus dat telt niet. De woorden die in mijn hoofd opkwamen waren eerder zorg, onbegrip en teleurstelling. Zorg over de toekomst, onbegrip over de gemaakte keuzes en teleurstelling over de positie van cultuur.
Dat zit in vele aspecten en ik kan er hele epistels aan wijden, maar ik beperk me hier even tot mijn eigen onbegrip en teleurstelling over de positie van de cultuur.
Zo begrijp ik maar niet hoe het toch kan dat kunst & cultuur in de linkse hobby hoek beland is. Maarrrr niet alle cultuur; voor een deel van de cultuur wordt het btw-percentage niet verhoogd van 9 naar 21%, voor een deel wel. En dus ook voor popconcerten. Van alle cultuuruitingen heeft popmuziek het grootste en breedste publieksbereik en precies dát zouden we in mijn ogen moeten blijven koesteren. Veel concertkaarten, met name voor de ‘grote’ artiesten zijn al best prijzig. Een prijsverhoging zal de toegankelijkheid zeker niet ten goede komen en heeft vooral gevolgen voor het ‘grote publiek’. De suggestie om de btw-verhoging dan maar zelf te slikken snap ik wel, maar is eenvoudigweg niet haalbaar. Patronaat zou krap € 280.000,- meer af moeten dragen, en nee, die ruimte is er bij lange na niet. Het idee dat artiesten toch al genoeg verdienen gaat volledig voorbij aan het feit dat voor het overgrote deel van de artiesten fair pay op dit moment totaal onhaalbaar is.
Er zijn vanuit de verschillende brancheorganisaties al vele reacties gekomen met betrekking tot de mogelijke gevolgen van deze maatregel. Voor podia & festivals, voor de beginnende artiesten, maar naar verwachting vooral voor de burger zelf. En dan meer specifiek de door deze club veelvuldig genoemde ‘gewone man’. Met een hoge belasting wordt het voor mensen met een laag inkomen onbetaalbaar om nog regelmatig een mooi avondje uit te hebben.
Het waarom van dit alles, anders dan de benodigde dekking voor de begroting, ontgaat mij. Het Hoofdlijnenakkoord biedt daar ook geen antwoord op. Het woord cultuur wordt vier keer genoemd, steeds om duidelijk te maken dat boeren en vissers bij de Nederlandse cultuur horen. Over kunst gaat het in het akkoord niet. Vanwaar dan toch de gedachte om cultuur zwaarder te belasten en waarom dan eigenlijk wel musea, theaters en concerten en niet bioscopen. Wie bepaalt nu waar de scheidslijn ligt, welke cultuur is een linkse hobby voor de elite die best meer kan betalen en waarom dan? Hoe kan het nu toch dat voor mij cultuur als zuurstof van de samenleving is en voor een ander een linkse hobby die toch echt aangepakt moet worden, via het duurder maken van het kaartje, het afschaffen van de giftenaftrek en vooral het wegzetten van cultuur als linkse subsidie slurpende hobby?
Zoveel vragen, ik heb de antwoorden niet en ik snap het oprecht niet. Ik ga vaak naar concerten en niets van wat ik daar zie roept bij mij de gedachte van een linkse hobby op. Niet de artiesten op het podium, niet het publiek en niet al die hardwerkende mensen achter de schermen. Muziek gaat door alle lagen, gaat van links naar rechts en alles daartussen in. Geen polarisatie maar verbinding, niet links niet rechts maar van en voor iedereen. En nog even tot slot: geen hobby maar een vak; een vak voor vrije en creatieve geesten die het verdienen om gewaardeerd te worden voor wat ze ons brengen. Een vak dat ervoor zorgt dat het onbegrip, de teleurstelling, de zorg en polarisatie voor even ver weg is en de zon in onze harten even echt kan schijnen.
Frans Hals, Feestmaal van de officieren van de Sint Jorisschutterij, 1616, Frans Hals Museum.
Drie werken van Frans Hals die tijdelijk te zien waren in het Rijksmuseum, zijn in juni teruggekeerd naar het Frans Hals Museum. De werken waren uitgeleend in het kader van de grote overzichtstentoonstelling van de Haarlemse meesterschilder, die met speciale medewerking van het Frans Hals Museum tot stand kwam.
Het gaat om twee schuttersstukken, Feestmaal van de officieren van de Sint Jorisschutterij, éen uit 1616 en éen uit 1627, en Regentessen van het Oudemannenhuis uit 1664. Een vierde schilderij, Regenten van het Oudemannenhuis, is nog op doorreis naar de Gemäldegalerie in Berlijn, waar van 12 juli tot en met 3 november ook een tentoonstelling over Frans Hals plaatsvindt.
Lidewij de Koekkoek, directeur Frans Hals Museum in Haarlem, is blij dat de werken van Frans Hals in topmusea mogen schitteren. “Op deze manier wordt de nalatenschap van Frans Hals zo breed mogelijk toegankelijk gemaakt. Natuurlijk vind ik het ook fijn dat onze topstukken nu weer voor iedereen in het Frans Hals Museum te bewonderen zijn.”
Het Frans Hals Museum heeft de grootste collectie werken van Frans Hals ter wereld. Met de terugkeer van de uitgeleende werken zijn er vijftien werken van Frans Hals te zien. Om de terugkeer extra luister bij te zetten, kunnen bezoekers de komende periode iedere zondag tussen 13.00 en 15.15 uur in het museum luisteren naar verhalen over Frans Hals en de schuttersstukken. Museumdocenten vertellen waarom juist deze schilderijen zo bijzonder zijn en gaan met bezoekers in gesprek over wat ze zien. Het verhaal op zaal is inbegrepen bij de ticketprijs.
Het Frans Hals Museum in Haarlem biedt een gratis podwalk over Frans Hals, die langs plekken in de historische binnenstad van Haarlem voert die voor Hals belangrijk waren. De Nederlandse versie van de audiowandeling is ingesproken door actrice en presentatrice Monic Hendrickx. Er is ook een Engelstalige versie beschikbaar. De podwalk is op de eigen mobiele telefoon te beluisteren in het Nederlands en in het Engels via www.franshalsmuseum.nl. Frans Hals, Regentessen van het Oudenmannenhuis
Van 28 september 2024 tot en met 19 januari 2025 te zien in het Frans Hals Museum, Stedelijk Museum Alkmaar en Teylers Museum: de eerste overzichtstentoonstelling van Maarten van Heemskerck. Elk museum toont, 450 jaar na zijn dood, een periode uit de fascinerende loopbaan van deze invloedrijke en succesvolle kunstenaar. In de tentoonstelling wordt duidelijk hoe vernieuwend, expressief en theatraal het werk van deze Hollandse Renaissancekunstenaar is.
In het Frans Hals Museum staat onder de noemer Vernieuwer met lef het vroegst bekende werk van Heemskerck centraal, gecombineerd met dat van tijdgenoten als Jan van Scorel en Jan Gossart. Van zijn religieuze schilderijen vol expressie tot zijn levensechte portretten van de opkomende burgerij, compleet met rimpels. In Naar Rome vertelt Stedelijk Museum Alkmaar over Heemskercks reis naar Italië en laat zien hoe die ervaring uitmondde in gedurfde en voor die tijd spectaculaire en vernieuwende werken. Teylers Museum zet Heemskerck in Pionier op papier neer als vernieuwer van de Nederlandse prentkunst. Met ruim zestig prenten toont het museum het succesvolle
ondernemerschap van de kunstenaar: zijn prenten werden op grote schaal verspreid en waren een inspiratiebron voor onder meer Rembrandt.
In het Frans Hals Museum zijn enkele bijzondere vroege portretten van Heemskerck te zien. Een van de topstukken is Portret van een spinnende vrouw (circa 1528) uit Museo Nacional Thyssen-Bornemisza in Madrid, dat nooit eerder in Nederland te zien was. Heemskerck beeldde op dit schilderij een vrouw af terwijl ze in een kamer werkt aan een spinnenwiel. In die tijd was zo’n realistische, huiselijke achtergrond in een portret enorm vernieuwend.
Speciaal voor deze tentoonstelling is ook het iconische schilderij De heilige Lucas schildert de Madonna (1532) uit de eigen collectie
van het Frans Hals Museum uitgebreid onderzocht en gerestaureerd. Tijdens dit proces werd duidelijk dat het schilderij oorspronkelijk uit twee delen bestond. Deze delen zijn aan het einde van de zestiende eeuw, na de Beeldenstorm, met een tussenstuk aan elkaar verbonden. Ook bleek de achtergrond van het schilderij in de zeventiende eeuw overschilderd. Dat het gelukt is om de zeventiende-eeuwse overschildering van de zestiende-eeuwse verflaag te halen, is baanbrekend. Nu zijn de oorspronkelijke kleuren weer te zien, die het werk meer diepte en ruimtelijkheid geven. De restauratie geeft ook meer inzicht in de vernieuwende atelierpraktijk van de kunstenaar. Het schilderij zal voor het eerst sinds vier eeuwen in twee delen te zien zijn.
Meer informatie over de drie exposities is te vinden op ontdekvanheemskerck.nl
The Art of Drag, nog tot en met 13 oktober te zien in locatie HAL van het Frans Hals Museum in Haarlem, is de eerste tentoonstelling in Nederland over drag vanuit een kunsthistorisch perspectief.
Bezoekers ontdekken hoe kunstenaars hun liefde voor drag uiten op manieren die nog regelmatig op tegenstand stuiten. De tentoonstelling is een viering van vrijheid en uitbundigheid en jezelf kunnen zijn.
LANGE GESCHIEDENIS
Drag is overal. Denk aan het populaire tv-programma RuPaul’s Drag Race en Songfestival-winnaar Conchita Wurst. Toch is drag zeker niet nieuw: al in Griekse tragedies werd aan drag gedaan en op theatrale wijze de spot gedreven met stereotype genderrollen.
GELIEFD ONDERWERP VOOR KUNSTENAARS
Ook voor kunstenaars is drag een geliefd onderwerp. Hartjesdag, de van oorsprong Haarlemse feestdag waarop mannen als vrouwen verkleed gingen en andersom, is rond 1900 vaak geschilderd. Sommige kunstenaars deden zelf aan cross dressing of drag, zoals Ferdinand Erfmann (1901-1968), of maakten portretten van mensen die door deze uitingsvormen zichzelf konden zijn, zoals Kees van Dongen (1877-1968).
BREKEN MET STEREOTYPEN
In de tentoonstelling vind je ook hedendaagse kunstwerken van onder anderen Sin Wai Kin, Sarah Lucas, Gillian Wearing, Yamuna Forzani, Charles Atlas, Julius Thissen, Erwin Olaf, Ton van Rijn en Roza Ahmad. Hun werk breekt met de verwachtingen en stereotypes van mannelijkheid en vrouwelijkheid.
Wai Kin, Tell me everything you saw and what you think it means, 2018, Frans Hals Museum.
Op zaterdag 17 augustus wordt Caprera het decor voor een avond vol latin vibes met de zwoele klanken van Rolf Sanchez, de onbetwiste King of Dutch Latin! Laat je meeslepen door de onweerstaanbare mix van salsa, bachata en pop, en dans mee als een echte latino of latina. Een optreden van Rolf Sanchez belooft, zoals hij zelf zegt, “een rollercoaster vol emotie.”
Zaterdag 17 augustus - 20:30 uur
Het prachtige wandelpark rondom Openluchttheater Caprera is de perfecte locatie voor deze avontuurlijke muziekroute! De dag wordt geopend door cabaretier René van Meurs in het theater, waarna je wandelt langs vier verschillende podia in de natuur. Na een hapje en drankje, sluit je de dag af met een optreden van Tim Knol & Blue Grass Boogiemen op het grote podium.
Zondag 18 augustus - 14:30 uur
In Ongewone Nederlander legt Dolf Jansen 2024 onder de loep, het jaar waarin de ‘gewone Nederlanders’ hun opmars voortzetten. Dolf vraagt zich af: als de gewone Nederlander bestaat, hoe ziet die er dan uit? En zeker zo belangrijk: wat betekent het als je dat níet bent? Een voorstelling met poëzie waar nodig en improvisatie waar mogelijk. Donderdag 29 augustus – 20:30 uur
Huilende honden, kwinkelerende vogels, chaos van de schepping, een opgaande zon. In Ode aan de Natuur speelt het Nederlands Kamerorkest een programma waarin natuur en het dierenrijk centraal staan, met als centrum Vivaldi’s meesterwerk De Vier Jaargetijden Vrijdag 30 augustus - 20:30 uur
Kom genieten van drie heerlijke filmavonden onder de sterrenhemel tijdens Cinema Caprera, in samenwerking met de Schuur en Patronaat. Op 4 september gaat de rode loper uit voor de feestelijke Nederlandse première van De Wilde Noordzee, over een spectaculaire onderwaterwereld die heel dichtbij maar tegelijk onbekend is. Op 5 september volgt Back to Black, een ode aan één van de meest iconische muzieksterren van de 21ste eeuw: Amy Winehouse. En dans op vrijdag 6 september mee bij één van de best concertfilms aller tijden: Stop Making Sense met The Talking Heads. Woensdag 4, donderdag 5 en vrijdag 6 september - 20:00 uur
Ergens op locatie, maar altijd in Haarlem, voltrekt zich een snelle metamorfose gelijk een stroom lava. Voor even wordt zo het decor naar hun hand gezet, om net zo snel weer te verdwijnen als het gekomen is, keer op keer weer, een dag of wat aaneen, zolang de voorstelling speelt.
De Haarlemse geschiedenis heeft zoveel te bieden, er valt uit zoveel verhalen te putten; ze prijzen zich rijk, maar worden telkens weer voor een keuze geplaatst. Nu hebben ze de keuze al terug weten te brengen tot alleen de geschiedenis van vier industriële takken, die de stad groot hebben gemaakt, achtereenvolgens Bier, Binnenvaart, Bleek en Tulpen, maar toch?
Oude beroepen waarbij het sociale aspect groot was en dat dan uitvergroot op de bühne. In de weinige jaren van hun bestaan al zovele onderwerpen aangesneden en gespeeld te hebben, wat te denken van Viswijf op Landgoed Elswout, daar waar het oh zo bekende visserspad kruist. Of Kolder, waar anders dan in Museum ’t Dolhuys. Of Spring natuurlijk, in dat fraaie en ooit zo fijn weten te behouden Zwembad de Houtvaart. Tot zelfs een oude SRV-wagen aan toe van waaruit Van de Melkboer het levenslicht zag.
Naast het bedenken, schrijven, produceren en uiteraard het zelf spelen, is het vinden van de perfecte Haarlemse locatie iedere keer weer een mooie en grote uitdaging. Logisch dan ook dat altijd gezocht wordt naar samenwerking met Haarlemse locaties, creatieven en organisaties.
THEATRAAL K3
Niet omdat hun namen met eenzelfde letter begint, maar meer omdat ook bij hen de kleur van het haar verschilt, te weten rood, blond en donker. “Maar dan wel een oudere versie van K3 hè”, luidt de aanvulling.
Marije en Liesbeth, buren en destijds vrijwilliger bij het Badhuis in de Leidsebuurt. Aldaar ontstond al grappend het idee om een voorstelling over en van het Badhuis te maken. Niet zo verwonderlijk gezien de kunstzinnige achtergrond van beide dames. Jiske, een oud-collega bij Buitenkunst, erbij gehaald en zo vormden deze drie professionele acteurs en theatermakers vanaf dat moment het driemanschap tgLAVA. Met een eerste stuk over inderdaad het Badhuis, eenvoudigweg genaamd Baden.
LOCATIETHEATER
Van alle drie is hun grote passie: de plek overnemen, iets wordt even anders om dan weer terug te worden gegeven aan de originele, dagelijkse bestemming. Doldwaas theater, bomvol scènes, muzikaal ook, met ‘haast’-verkledingen en altijd tjokvol humor. Dat is toneelgroep Lava ten voeten uit, met steeds maar weer ieder jaar twee hagelnieuwe stukken. Eén in de winter rond de kerst en één in hartje zomer.
En nu dan [WIT]WASSEN in een wasserette, een rijdende dat wel, maar niet minder kenmerkend voor dat praatje, waar de buurt even bijkletst of juist verder praat daar waar gebleven. Tot medio september ook in Haarlem, op het buitenterrein van de Koepel dit hilarisch, bruisend en muzikaal theaterspektakel. Een voorstelling over een schoon geweten en vuile handen. Een ode aan de SOAP vol met onwaarschijnlijke plotwendingen, affaires, VUILE WAS en heel veel zwart geld. Wat zou jij doen met 10 MILJOEN? Speellijst zie www.tglava.nl
Fotograaf Daan Ruijter observeert de straten van onze stad.
De Liefde is een sfeervol klein theater in de ‘rosse buurt’ van Haarlem, in de oude binnenstad. De voorverkoop voor het nieuwe seizoen is in volle gang. In het programma kleinkunst, cabaret en muziek.
Naast bekende namen veel nieuw talent in verrassende voorstellingen.
Het theater wordt gerund door enthousiaste vrijwilligers.
Zes van hen vertellen over hun ‘liefde voor De Liefde’.
Theater De Liefde, Begijnhof 10, theaterdeliefde.nl
“Naast Mylou, Gerrie en Annemarie stond ik aan de wieg van Theater De Liefde. Nu ben ik voorzitter van het bestuur en doe de marketing. Na drie succesvolle theaterseizoenen kunnen we rustig zeggen dat De Liefde haar bestaansrecht heeft bewezen. Klein en intiem is ideaal voor beginnend talent of prille programma’s en verrassend voor het publiek. Voor iedereen geldt: wie hier binnen is geweest, komt terug en dan heb ik het niet alleen over het publiek en beginnende artiesten, maar ook over grote namen als Brigitte Kaandorp en Jochem Myjer. Ons theater draait volledig op vrijwilligers, inclusief het bestuur. Daardoor kan het grootste deel van onze inkomsten naar de gages van de artiesten. Theater De Liefde is van en voor Haarlem. We bieden graag ruimte aan lokale culturele groepen of muzikanten en haken ook aan bij bijvoorbeeld het Queer- en Vinyl Festival in de stad. Ons eigen ‘Open Podium’ vind ik telkens weer verrassend. We hebben nu zelfs een Open-Podiumband, De Lieverdjes. Een kaartje kost maar 14 euro, zodat ook jongeren het kunnen betalen.’’
“Ik ben een De Liefde-vrijwilliger van het eerste uur, toen één van de weinige mannen. Cabaret heeft mijn voorkeur, daarom ben ik graag in dit kleine theater. Het is een broedplaats voor nieuw talent. Ieder op eigen wijze probeert een plekje te veroveren in de theaterwereld. Cabaretiers zijn voornamelijk mannen, vrouwen hebben het moeilijker. Ik kijk graag naar cabaretiers in wording en ik niet alleen, er komt steeds meer publiek naar de Open-Podiumavonden. Soms zie je het talent meteen en soms denk je: dit wordt niks. Mijn vrijwilligersplek is bij de deur, zowel binnen als buiten. Ik draag dan een ‘apenpakkie’, een jacquet. Ik ben én speel de gastheer. Ik heet de bezoekers welkom, met een knipoog naar de dames links en rechts in de rosse buurt. Er viel eens een heer flauw in het publiek, zó voor mijn voeten. Toen heb ik geroepen of het licht aan mocht en stelde ik de klassieke vraag: ‘Is er een dokter in de zaal?’ En wat denk je? Twee dokters en een verpleegster! Het is allemaal goed afgelopen.’’
“In mijn studententijd heb ik gewerkt in Carré en in de Stopera in Amsterdam. Ik las dat er vrijwilligers werden gezocht voor een nieuw theatertje in het centrum van Haarlem en meteen dacht ik: dat is iets voor mij. Ik ging van massaal Amsterdam naar klein en knus in Haarlem. Achter de bar is mijn plek en soms bij de deur, voor de kaartjes. De bar vind ik het gezelligste, daar kun je sfeer maken. We zijn er meestal een uurtje voor aanvang om alles klaar te zetten. Niks moeilijks: filterkoffie, thee, bier, wijn en frisdrankjes. Natuurlijk is het wel eens aanpoten, maar nog steeds geen vergelijk met Carré! De vrijwilligers die dienst hebben mogen meekijken naar de voorstelling. Ik zag bijvoorbeeld een optreden van Kirsten van Teijn over polyamorie. Zelf zou ik daar nooit een kaartje voor hebben gekocht, maar ik vond het geweldig. Bekende namen trekken vanzelf publiek, maar juist die verrassende voorstellingen maken het bijzonder. Ik kan het iedereen aanraden om eens iets onbekends te proberen.’’
“In september 2021 stapte ik het nieuwe theatertje De Liefde binnen en was meteen verkocht. De sfeer, de collegavrijwilligers, het enthousiasme en de drive van de vier organiserende dames, daar wilde ik wel onderdeel van zijn.
Het theater is laagdrempelig, niet duur en het heeft precies de goede maat voor try-outs van voorstellingen en de eerste stappen op het podium van beginnende artiesten. Mijn ervaring als geluidsman kwam goed van pas. Daarnaast leerde ik het licht te bedienen, wat steeds beter gaat. Zelf ben ik fotograaf en dat gebruik ik ook. Als artiesten een eigen technicus meenemen, ben ik vrij om foto’s te maken voor de socials, posters en programma’s.
Natuurlijk ben ik direct betrokken bij de ontvangst en begeleiding van artiesten, bekende en onbekende. Ik was eens bij een voorstelling van een matige zanger met een prima zangeres als backing vocal. Na afloop kwam ze me bedanken en kreeg ik een knuffel van haar. Ik fluisterde in haar oor: ‘Ik vond jou de allerbeste.’’’ Zegt ze: “Ik ook.’’
“Het is mooi om iets voor een ander te kunnen doen. Ik zet me graag ergens voor in, al had eerder vrijwilligerswerk niets met theater te maken. Ik woon in de buurt van De Liefde en zo ben ik in deze functie gerold. Muziek en theater, dat leek me een leuk wereldje. Ik geniet ervan om mensen een ontspannen theateravondje te bezorgen. Ik werd eerst ingedeeld bij de groep bardienst en kaartcontrole, maar ik wilde best meer klussen doen. Nu doe ik de inkoop van de barvoorraad erbij. Ook daarin willen we als ‘eigenwijs theatertje’ onderscheidend zijn. Aan de bar worden zoveel mogelijk biologische dranken verkocht. Geen wijnen uit Chili of andere verre landen, maar uit Europa. Onze frisdranken zijn van het merk Fritz, net even anders. Groot voordeel van dit werk zijn de voorstellingen. Ik heb genoten van cabaretier Chris Verlaan. Van hem is de quote ‘Aanschouw mijn wankel evenwicht’, die ik altijd in mijn hoofd heb als ik ergens sta te dansen. Ik had nog nooit van hem gehoord, maar komend seizoen komt hij weer en ik ben er zeker bij.’’
“Theater speelt al lange tijd een rol in mijn leven, ik heb voor verschillende theaters gewerkt. Het was erg leuk om met Mylou Frencken, Gerrie Hondius en Simone Lensink ons eigen Haarlemse theatertje te starten. We vullen een cultureel gat in Haarlem, er is verder geen podium waargevestigde namen kunnen try-outen en aanstormend talent hun eerste programma’s kunnen presenteren. Ik nam de programmeertaak op me. Mijn netwerk in de theaterwereld is groot. We hadden goede connecties met Podium deMess in Naarden-Vesting, waar we een beetje af konden kijken. Het programma voor het volgend seizoen is klaar, het zit weer vol muziek, kleinkunst en vooral cabaret. Veel nieuw talent, maar ook ‘oud’ talent, zoals Karel de Rooij van Mini & Maxi. Theo Maassen komt terug, André Manuel en Lebbis. Ik tip ook een nieuwe naam: Luuk Ransijn. Onthoud die naam en bestel kaartjes. Een jong, opkomend talent met een heel eigen stijl.’’
Koudehorn – Jaar onbekend.
There was a boy
A ver y strange enchanted boy
They say he wandered very far, very far
Over land and sea
A little shy and sad of eye
But very wise was he
Dolly Bellefleur is het alter ego van cabaretier en tekstdichter Ruud Douma. Als boegbeeld van de LHBT+-beweging vraagt Dolly al ruim drie decennia op haar geheel eigen wijze aandacht voor mensenrechten in het algemeen en de acceptatie van LHBT+ in het bijzonder. Voor haar tomeloze inzet voor de emancipatiestrijd van LHBT+ mocht ze in 2014 uit handen van Eberhard van der Laan de Andreaspenning van de stad Amsterdam ontvangen. In 2020 werd door COC Nederland de Bob Angelo Penning aan Dolly uitgereikt.
Deze zomer staat voor mij meer dan ooit in het teken van de liefde. Wat dat betreft is er niets nieuws onder de zon. 'Laat liefde regeren' is immers al 35 jaar mijn levensmotto. Het is ook de titel van een overzichtstentoonstelling die vanaf 1 november te zien is in het Verwey Museum Haarlem. Ik zal er deze zomer met hart en ziel aan werken. De eerste zaal krijgt als titel There was a boy. Een verwijzing naar de beginregel van Nature Boy. Een song uit het repertoire van Nat King Cole. Wat heb ik dit lied in mijn jeugd grijsgedraaid op mijn sneeuwwitte platenspeler met bolvormige speakers. Als kind dat werd gepest omdat ik ‘anders’ was dan de rest trok ik mij steeds meer terug in mijn slaapkamer. Het was mijn escape room. In dit kamertje met foto’s en uitspraken aan de muur van idolen en inspiratiebronnen als Audrey Hepburn, Johan Cruijff, Olivia Newton-John, Willem Nijholt, Rutger Hauer (als Floris), ABBA en Martin Luther King voelde ik mij veilig en kon ik mij onttrekken aan de harde werkelijkheid. Ik zie en hoor mij nog met een haarborstel als microfoon in de hand Nat King Cole imiteren:
And then one day
A magic day he passed my way
And while we spoke of many things
Fools and kings
This he said to me
The greatest thing you’ll ever learn Is just to love and be loved in return
Met name de laatste twee regels uit de liedtekst die hierboven is te lezen leken toen mijlenver en onbereikbaar. Ik had in die tijd niet het gevoel dat ik ooit de liefde zou vinden. Als ik toen had geweten dat ik op een dag mijn droomprins George Moormann zou ontmoeten. Achteraf gezien leverde dat gepest worden ook iets positiefs op, namelijk de brandstof om op latere leeftijd als Dolly Bellefleur op de
bres te springen voor buitenbeentjes. Mijn jongenskamer blijkt met de kennis van nu de kraamkamer te zijn geweest waar de zaadjes zijn geplant waaruit later Dolly Bellefleur is opgebloeid. Hier speelde ik bijvoorbeeld met vilten poppen van De Fabeltjeskrant. Het verklaart mijn voorliefde voor dit materiaal en waarom ik als Dolly vaak vilten applicaties verwerk in mijn creaties. Denk hierbij aan aardbeien, vlinders, bijtjes, lieveheersbeestjes en natuurlijk harten!
Ik hoop met deze expositie alle buitengewone buitenbeentjes die lekker ‘anders’ zijn dan de rest een hart onder de riem te steken en hen vooral te inspireren om zich niets aan te trekken van de soms zo boze buitenwereld. Wat had ik het jongetje dat ik ooit was destijds graag bij de hand genomen en toegezongen:
Dag kereltje
Daar in je eigen wereldje
Voel jij je moederziel alleen?
Een buitenbeen?
Ik sleep je er doorheen
Het ver gt wat tijd, en soms tweestrijd
Maar dan word je bevrijd
Als je ontpopt
Is er niet één die jou nog stopt
Dus breek maar snel uit je cocon
Vlieg naar de zon
Verleg je horizon
Te lang gewacht, grijp nu de macht
Ja vertrouw nou op jouw vleugelkracht
'Laat liefde regeren' is ook het thema van de boot waar mee ik op 3 augustus door de Amsterdamse grachten zal varen. De hele route zal ik, zoals het publiek sinds mijn allereerste deelname aan de Canal Parade in 1996 van mij gewend is, een speciaal voor deze botenparade geschreven lied vertolken. Ook deze gelegenheid zal ik met beide handen aangrijpen om iedereen aan de kade nog eens aan te sporen:
‘Vaar je eigen koers
Doe wat je wil, de mensen kletsen toch wel’
Een boodschap die mijn ouders mij met de paplepel hebben ingegoten. Als je trouwens deze Canal Parade goed kijkt zie je mij schitteren op maar liefst twee boten. De boot van AVRO/TROS heeft als thema ‘het vieren van iconen uit de cultuurwereld en dan met name iconen uit de regenboog-community’. Het jongetje van toen mag trots zijn dat hij met zijn alter ego Dolly Bellefleur zal schitteren naast roze pioniers en LHBT+-rolmodellen uit heden en verleden. Dat verlegen ventje had nooit durven dromen om in één adem genoemd te worden met Albert Mol, Frida Kahlo, Freddie Mercury, Nikkie de Jager, Conchita Wurst, Jos Brink en George Michael.
Gierstraat 78 023 532 4600
• 12 bieren op de tap
• 12 wereldwijnen
• Ruim assortiment jenevers en malt whisky’s
• Heerlijke happa’s
• Dat alles op een oergezellig en warm terras!
• Het Seinwezen: duurzaam verbouwd industrieel erfgoed.
• Voor ruime flex-werkplekken en bijzondere vergaderzalen.
• Ongedwongen zakelijkheid dichtbij Haarlem CS.
• Broedplaats van sociale innovatie in de buurt.
Seinwezen.nl
Inspirerend erfgoed aan het spoor
Er was weer heel veel te doen in Haarlem.
HRLM-fotograaf Franklin van der Erf legt voorstellingen en evenementen vast.
HOUTFESTIVAL
DOOR JULIA COOLEN (ARCHITECT) & ERIC J. COOLEN (ILLUSTRATOR)
In deze rubriek telkens aandacht voor Haarlemse architectuur.
De Haarlemse architect Johannes Bernardus van Loghem (1881-1940) was geïnspireerd door de tuinstadbeweging. De socialistische tuinstadbeweging (1898) is een stedenbouwkundig model dat is opgericht door Ebenezer Howard om de arbeiders te bevrijden van de narigheden van industriële steden. Het uitgangspunt was om wonen en werken weer gescheiden te houden. Een tuinstad was eigenlijk een soort kleine, zelfvoorzienende stad middenop het platteland, maar wel in de buurt van een grote stad om de afstand tussen wonen en werk klein te houden. In het werk van Van Loghem is deze inspiratie vooral terug te zien in het vele groen en de ruime opzet in zijn ontwerpen om zo arbeiders weer ‘licht en lucht’ te geven. Denk bijvoorbeeld aan de woningen van Huis Ter Cleeff, de woningbouwvereniging Rosehaghe en het Tuinwijk-Zuid-complex.
Op de dag van de uitvaart proberen nabestaanden steeds meer een sfeer te creëren die past bij de overleden dierbare. Dat kan door na afloop de favoriete borrelhapjes van de overledene te serveren, te toosten met het biertje dat diegene altijd dronk of door persoonlijks items van de dierbare rondom de kist uit te stallen. Vrienden en familie krijgen vaker de vraag iets mee te nemen naar het afscheid. Dat kan van alles zijn, menen Martine en Elise van hart & ziel uitvaarten. Elise: “Nabestaanden vragen genodigden bijvoorbeeld een kaars mee te nemen, of een foto waar ze samen op staan.” Martine: “Of ze vragen iets mee te nemen van het strand als de overledene daarvan hield, zoals stukjes hout, schelpjes of zand.” Elise: “Of een bloem uit eigen tuin of uit het gemeenteperkje voor een milieubewuste tuinierder. Of een stekje van een plant die je ooit hebt gekregen van de overledene en die je zo weer kan doorgeven aan een familielid van deze persoon. Soms wordt de vraag gesteld iets mee te nemen wat je doet denken aan de overledene. Een fietsbel bijvoorbeeld, omdat jullie altijd samen fietsten. Je hebt gelijk een verhaal. Bij de nazit kunnen deze meegebrachte spullen het begin zijn van een gesprek met elkaar over de overledene.”
Meer betrokken bij een uitvaart
Elise: “Als je iets meeneemt, loop je bij binnenkomst eerst naar de kist of de mand toe om het daar neer te leggen. Je maakt in gedachte even contact met de overledene, dat doet wat met de sfeer.” Martine: “Het zorgt voor meer betrokkenheid en eigenheid bij een afscheid. De overledene komt beter tot zijn recht, het gaat echt over diegene en niet alleen over het verlies.”
Persoonlijke items in de aula
Elise: “We zien vaker dat nabestaanden een eigen sfeer creëren tijdens de uitvaart door persoonlijke items in de aula te zetten. Bijvoorbeeld door de schilderijen van een overleden kunstenaar naast de kist te plaatsen.” Martine: “Of door de motor van een overleden motorfanaat tijdens het afscheid bij het graf te parkeren op de begraafplaats.” Elise: “Durf verder te kijken dan de plechtigheid van een uitvaart en kies wat echt past bij de overledene.” Martine: “Praat open over de dood met je dierbaren en maak je wensen kenbaar. Bespreek de uitvaarten waar je geweest bent met elkaar, die kunnen je op ideeën brengen. Als je weet wat iemands wensen zijn, dan geeft dat ruimte op het moment dat je afscheid moet nemen.”
HEB JE VRAGEN AAN ELISE EN MARTINE OVER EEN UITVAART?
Je kan hart & ziel uitvaarten altijd bellen en een vrijblijvende afspraak maken. Een eerste oriëntatiegesprek is zonder kosten. (023) 820 0920 of kijk op www.hartenzieluitvaarten.nl.
42 kleurrijke kaarten met inspirerende vragen die uitnodigen om het leven te koesteren van een geliefde die je mist. Iedere kaart bevat een vraag die je uitnodigt om herinneringen op te halen aan een dierbare overledene. Of je dit nu alleen doet of met anderen, deze kaarten kunnen je helpen bij het verwerken van rouw. Deel verhalen, roep mooie herinneringen op en koester het leven van degene die je mist. Te bestellen op: www.stories-to-cherish.nl
Bij Beautiful Closure maken ze sluitschroeven met een persoonlijk tintje. Bekijk het assortiment op www.beautifulclosure.com
Een zachte, dubbel gevoerde lijkwade. Ze zijn verkrijgbaar in meerdere combinaties en tinten. De wades hebben aan de ene kant wafelkatoen en aan de andere kant geweven katoen. Kijk voor voorbeelden op www.viekuitvaart.nl, daar zijn ze ook te bestellen.
‘Ik ga door tot de essentie’
Het zijn geometrische vormen meestal in zwart-wit gesneden uit aluminium.
Bij de wandobjecten van Tonneke Sengers speelt schaduw een belangrijke rol.
Het vergroot het ruimtelijk effect: “Lege ruimte fascineert mij.”
t‘Je moet goed kijken om te zien wat het is’
Tonneke heeft haar atelier in De Greiner, een monumentaal schoolgebouw in de Voorhelmstraat. Haar werkplek oogt opgeruimd. Op planken aan de wand liggen donkergrijze platte dozen met kleine werkjes van Tonneke. Aan de muur ernaast hangen linialen in verschillende maten. De tafels zijn leeg op een laptop na. Ze is geheel gekleed in favoriet donkerblauw, haar lange zwarte haar zit bijeen in een knip. Zes kunstwerken hangen tentoongesteld aan een lange wand.
Tonneke studeerde in de jaren tachtig monumentale vormgeving aan de Gerrit Rietveld Academie. De eerste jaren van haar kunstenaarschap maakte ze muurschilderingen, dat bleek niet echt praktisch. “Ik werd steeds vaker gevraagd om te exposeren, maar kon niet overal een muurschildering maken. Ik ging op zoek naar een mobiele variant.” Ze liet dezelfde vormen met een laser uitsnijden in aluminium. Door profielen aan de achterkant kwamen de wandobjecten een stukje van de muur. Sindsdien is schaduw, die ontstaat door de uitgesneden vormen, onderdeel van haar werk. “Het vergroot de ruimtelijkheid.”
De basisgedachte achter het werk van Tonneke is het vormgeven van leegte. “Ik heb altijd al een fascinatie gehad voor leegte en ruimte. Op mijn achttiende ging ik naar New York, daar fotografeerde ik veel flatgebouwen. Ik was niet zo zeer geïnteresseerd in de contouren van de wolkenkrabbers, maar in de vorm in de lucht die ze samen creëerden. Leegte heeft ook vorm.” Tonneke wijst op een groot wandobject in kleur. “Net als bij dit werk Dancing cubes without sixpointed star. De cirkel van zes kubussen vormt in het midden een ster van leegte. Without vind ik een mooi woord, ‘met en uit’. De ster is er niet, maar toch zichtbaar. Een soort van ‘met zonder’, daar hou ik van. In het Nederlands heb je die samenvoeging niet.”
Haar werken gaan een relatie aan met de muur waar het hangt, meent de kunstenaar. “Zonder muur heb ik niets. Mijn objecten hangen up the wall, op de muur in plaats van aan de muur. Een schilderij hangt passief aan de muur, mijn werk actief. Schaduw verbindt het object met de wand
‘Mijn atelier is mijn universum’
waaraan het hangt. De aluminiumvormen zijn hard, door schaduw worden de objecten zachter. Die tegenstelling spreekt mij aan. Die schaduwvormen veranderen ook gedurende de dag. ‘s Morgens ziet het er heel anders uit dan aan het einde van de middag. Helemaal als de zon schijnt, de schaduwlijnen worden dan hard. Het zijn verrassende elementen waar je geen grip op hebt, maar die wel cadeautjes zijn.”
Het werk van Tonneke heeft vaak architectonische elementen zoals skylines en gevelvlakken als uitgangspunt. “De basisvormen voor mijn werk komen uit de architectuur, daar ligt mijn interesse. Het hoort natuurlijk ook bij mijn opleiding architectuur en vormgeving. Kunst in relatie tot architectuur. Ik vind mezelf ook meer vormgever dan kunstenaar.” Ze loopt naar een groot wandobject van ruitvormen in zwart-wit. “Je zou hier net zo goed ramen en deuren in kunnen zien, de ruimtes van een huis.”
De kunstenaar werkt met minimale lijnen, rasters en vierkanten, waarmee ze optimale ruimtelijkheid creëert. “Die ruimtelijkheid is vaak een optische illusie. Ik verkocht laatst op internet een werk. Bij aflevering zei de koper: ‘Hé, er zitten gaten in.’ Mensen zijn erg geconditioneerd en kijken vaak niet goed. Ze zien schaduw, maar denken dat het een grijs geschilderd vlak is. Bij mijn wandobjecten is het soms niet wat je denkt dat het is. Je ziet pas hoe het zit als je echt goed kijkt. Sommige toeschouwers raken ervan in verwarring. Bij een schilderij kijk je in het werk, daar gebeurt ‘het’. Bij mijn objecten vindt de ‘actie’ vaak plaats voor het werk, het lijkt dan net of de lijnen naar voren komen.” Tonneke gebruikt geen perspectief, alleen isometrie: evenwijdige lijnen. “De ruitvormen zijn nooit symmetrisch omdat de hoeken niet precies 45 graden zijn. Te meetkundig kloppend wordt snel saai, heb ik gemer kt.”
Tonneke werkt bijna altijd met strakke, rechte vormen. Het werk Pink Flower aan de wand in haar atelier is daarop een uitzondering. De bloem heeft ronde vormen en geeft een roze schijnsel op de muur. De kunstenaar ontwierp ook een gele en een oranje variant. “Die strakke lijnen komen ook voort uit luiigheid. Rechte lijnen zijn makkelijker af te plakken voor het schilderen dan ronde vormen. Het is niet zo dat ik niet hard werk, maar als het makkelijk kan ga ik niet moeilijk doen. Daarom laat ik mijn objecten ook
‘Ik wil zo min mogelijk franjes in mijn werk’
laseren en zaag ik de vormen niet zelf uit. Mijn werk zal nooit groter worden dan de kofferbak van mijn auto, omdat ik geen zin heb om een busje te huren”, zegt ze lachend.
Ze haalt inspiratie uit haar directe omgeving. De kunstenaar kan bijvoorbeeld getriggerd worden door een afbeelding in een biologieboek. “Er zit altijd een soort radertje in mijn hoofd op zoek naar interessante zaken. Waarnaar precies, dat kan ik niet uitleggen. Het gebeurt onbewust. Ineens valt me iets op waar ik dan verder mee wil.” Ze pakt er ter illustratie een schematisch werk van hout bij, nog in ontwikkeling. “Dit is gebaseerd op de nerven van een blad, die vond ik zo mooi. Ik werk mijn ideeën eerst op de computer uit. Het is altijd een heel gepuzzel voordat ik echt tevreden ben. Soms door zomaar een handeling op mijn laptop ontstaat toevallig precies wat ik wil. Het valt ook regelmatig tegen, dan is het niet waar ik op hoopte. Ik ga net zolang door tot het wel goed is. Ik zoek naar een soort vanzelfsprekendheid. Het moet er uitzien alsof het niet anders zou kunnen. Voor mij heeft het dan pas bestaansrecht. Vaak maak ik het ontwerp eerst in papier, modellen van twintig bij twintig centimeter. Ik doe dat ook natuurlijk omdat het uitsnijden van de objecten in aluminium heel duur is.“
De wandobjecten van Tonneke zijn unica. Als ze heel tevreden is met het resultaat maakt ze het ontwerp in verschillende formaten small, medium en large. “Die termen heb ik uit de mode gepikt, dat vind ik leuk.”
De meesten zijn in zwart-wit. Dat komt het dichts bij de essentie van wat ze wil laten zien. “Alle mooidoenerij mik ik eruit, uiteindelijk blijft datgene over wat ik wil tonen. Een krulletje hier en daar leidt af, franjes zijn snel te mooi en niet de essentie. Ik laat me soms wel verleiden door kleur, eigenlijk mag dat ook niet als je echt tot de kern wil gaan.” Bij het werk Dancing cubes without sixpointed star maakte ze gebruik van verschillende kleuren. “Ik moet af en toe met kleur werken, daar heb ik dan zo’n zin in. Als ik heel lang met zwart-wit werk, word ik somber en verlang ik naar kleur. Dat kan ik ook met aluminium hebben, een koud materiaal. Ik krijg dan echt behoefte aan warmte. Hout is een mooi alternatief en veel warmer net als kleur.”
De kleuren mengt de kunstenaar zelf, ze brengt ze aan met een kwast. “Ik gebruik vaak kleuren uit mijn jeugd, van speelgoed van vroeger bijvoorbeeld. Het mengen doe ik op gevoel.”
Tonneke wijst weer op het wandobject met de zes kubussen. Ieder vlak heeft een andere kleur. “Ik heb gekozen om de lichtinval van de linkerkant te laten komen en daar de kleurtinten op aangepast. Links dus lichtere kleuren op de vlakken van de kubussen. Aan de schaduwkant schilderde ik meer donkere kleuren en in het midden een tint er tussenin. Zo ben ik alle zes de blokken
afgegaan, net zolang tot het klopte. Dit klinkt allemaal erg voor de hand liggend, maar dat is het niet. Het is een zoektocht, de vlakken van de kubussen hebben de meest uiteenlopende kleuren gehad die ik later weer overschilderde. Kleuren zijn mooi, maar als ik in kleur de essentie zoek, zou ik uitkomen op de primaire kleuren rood, geel en blauw. Die wil ik niet gebruiken, deze kleuren associeer ik teveel met de Nederlandse kunstbeweging De Stijl.”
TEVEEL PRIKKELS
De kunstenaar noemt zichzelf super chaotisch en snel overprikkeld. “Mijn objecten zijn netjes en geordend. Veel mensen nemen aan dat ik net zo precies ben. Dat ben ik helemaal niet”, zegt ze lachend. “Ik kan ook last hebben van de chaos in de wereld. Zodra ik mijn atelier
binnenstap, laat ik alles buiten. Hier zijn geen prikkels. Ik werk maar met een paar vormen, heel fijn en overzichtelijk. Mijn werkplek is mijn overleving, ik voel er rust. Het is mijn universum.” ✶
Haar werk is te zien in de tentoonstellingen:
In Dialogue II, Galerie ZSart, Wenen (tot 3 september).
Cirkel in Cirkel, Est Art Foundation, Leiden (7 augustus tot 15 september)
Art Noord VI, Galerie BLEND projects, Museum Belvédère, Heerenveen (25 tot 29 september).
Voor meer informatie zie: www.tonnekesengers.com
Gierstraat 60-64
Met veel passie en toewijding hebben wij onze boetiek tot een heel gezellige winkel gemaakt. Je bent altijd welkom en we geven je graag een goed advies, en je kunt kiezen uit diverse kwaliteitsproducten tegen een betaalbare prijs. Sinds 1933 willen wij het beste voor je huisdier. Wij hebben een breed assortiment met veel diversiteiten. En keer op keer willen wij je ook verrassen met unieke, vernieuwende en creatieve producten in de gehele breedte van ons assortiment.
Kom gerust langs in onze boetiek.
Geopend van dinsdag t/m zaterdag van 09.00 tot 17.00 uur
Tot ziens, team beasdierenboetiek
UITVAARTVERZORGING LOES HOFHUIS
De dood vormt een wezenlijk onderdeel van het leven. En toch komt een overlijden in de meeste gevallen onverwacht. Naast alle emotionele zorgen zijn er plotseling veel praktische zaken die geregeld moeten worden. Het kan u veel troost geven als een persoonlijk afscheid goed georganiseerd is.
Ik informeer u graag over de mogelijkheden en denk met u mee, zodat u ondanks alle verdriet er met een goed gevoel op terug kunt kijken.
Voor informatie of vragen kunt u bellen met 06 55 79 75 85.
WWW.LOESHOFHUIS.NL
S T I E N S O P T I E K
sinds 1930
Geef je ogen de precisie die ze verdienen
95% van alle mensen hebben ogen die gevoeliger zijn dan de huidige standaard oogmeting kan registreren.
AVA is ontwikkeld om iedere brildrager de meest geavanceerde kijkbeleving te geven.
Ontgrendel het volledige potentieel van je ogen en geef ze de precisie die ze verdienen.
Maak een afspraak voor een preciezere oogmeting.
Gierstraat 27 | Haarlem | (023) 531 1921 www.stiensoptiek.nl
WAT TYPEERT JOUW STIJL?
Het begon bij mij met de boots. Mijn eerste pet vond ik later in een hoedenwinkeltje in Berlijn. Dat was nog vóór de serie Peaky Blinders, maar sinds die tijd is er meer kleding in die stijl.
WAAR KOOP JIJ JE KLEDING?
Ik koop veel in vintage winkels en combineer het met dingen die ik al had in mijn kledingkast. Het heeft voor mijn gevoel iets tijdloos. Dat vind ik mooi.
Pet: Brixton
Shirt: Paul Smith
Stropdas: Antonio Fusco
Gilet: Pike Brothers
Broek: No Excess, regular fit
Boots: Sacha Dandy
Het inspirerende, waargebeurde levensverhaal van verzetsstrijder Corrie ten Boom, die samen met haar familie onderdak bood aan onderduikers tijdens de Tweede Wereldoorlog en dat bijna met de dood moest bekopen. Corrie groeit op in een eenvoudig gezin in Haarlem, een familie van horlogemakers. Samen met haar zus wordt zij gedeporteerd naar concentratiekamp Ravensbrück. Als door een wonder overleeft Corrie het kamp, maar de meeste gezinsleden overleven de oorlog niet. Boekerij, € 21,99.
Vrolijke gedichten
Het nieuwe boek van de Haarlemse
Liesbeth Kabel beperkt zich niet tot vaste rijmschema’s, waardoor de bundel blijft verrassen. Op humoristische wijze dicht Liesbeth over allerlei onderwerpen. Gedichten met een knipoog over hedendaagse, soms lastige onderwerpen aan de hand van observaties van de schrijfster. Bij elk gedicht is er een verklaring die voor de lezer soms niet te vatten is en dat maakt juist dat de nieuwsgierigheid groter wordt. Uitgeverij Boekscout, € 16,50.
Wandelen langs monumentale bomen Bomen met een omtrek van drie, vier of zelfs vijf meter lijken niets bijzonders in Haarlem. De stad is rijk bedeeld met monumentale bomen, wel een stuk of 110. 40 daarvan zijn in dit boekje opgenomen in drie wandelingen door de Haarlemmerhout, over de bolwerken en over het begraafpark Kleverlaan. Monumentale bomen bij jou in de buurt vind je op: www.bomenstichting.nl. Verkrijgbaar bij VVV en de boekhandel en via de website van de Bomenstichting, € 3,-.
Hoe ver ben je bereid te gaan om iets voor een ander te betekenen?
Dit is de uitdaging in het spel dat twee getalenteerde pubers, Susan Sontag en Cody Garner, eind jaren ’40 bedenken na ontmoetingen met Thomas Mann en Igor Stravinsky in Los Angeles. De inzet is dan nog kinderlijk vrijblijvend, maar de vraag blijft hen levenslang bezighouden. Decennia later, tijdens de belegering van Sarajevo, spelen zij hun spel opnieuw, alleen nu op leven of dood. De Arbeiderspers, € 24,99.
Alle boeken op deze pagina’s zijn verkrijgbaar bij De Vries Van Stockum.
DE STAD EN ZIJN ONVASTE MUREN
De eerste roman van Haruki Murakami in zes jaar is een heerlijke koortsdroom.
Een zeventienjarige jongen wordt verliefd op een meisje van zestien. Ze vertelt hem over een door muren omsloten stad, waar haar échte ik woont. Wanneer het meisje verdwijnt, zoekt hij de ommuurde stad met eenhoorns, een bibliotheek met oude dromen, een torenklok zonder wijzers. Kiest hij voor de werkelijke wereld of voor de stad met onvaste muren? Uitgeverij Atlas Contact, € 34,99.
Cees Nooteboom lezen is zelf reizen. In Frankrijk neemt hij ons mee naar het Parijs van de jaren zestig, de havenarbeiders aan de mistige kust van Bretagne en naar het Frankrijk van Cézanne. Niemand heeft zo’n scherp vermogen tot observatie als Nooteboom. Dit boek nodigt uit je onder te dompelen in het verhaal van een land van uitersten.
Uitgeverij De Bezige Bij, € 21,99.
BLOEM, SUIKER, BOTER…
Met eenvoudige ingrediënten én een oven kan iedereen bakken. Hoe je dat doet als de beste, legt supertalent Nicola Lamb uit in deze nieuwe bakbijbel. Een praktische gids met alle technische informatie over de basisbenodigdheden bloem, suiker, eieren en boter, plus meer dan 100 recepten. Nicola leert je alles over textuur, kleur en natuurlijk smaak, en wat je moet doen als je beslag in de schift gaat of de suikersiroop te heet is. Park Uitgevers, € 33,99.
O’ PINOKKIO
Meesterlijke hervertelling van Collodi’s Pinokkio door grootmeesters Imme Dros en Carll Cneut. Dros tovert met taal, zoals Cneut dat met zijn penseel doet. Samen brengen ze Gepetto’s beroemde houten pop op een schitterende manier tot leven. Kinderen van alle leeftijden zullen zich in deze Pinokkio herkennen. Singel uitgeverijen, € 25,-.
ZEVENPOOT
Een unieke samenwerking van Arnon Grunberg en Thé Tjong-Khing. “Onze liefde overwint alles”, zeggen mevrouw en meneer Knoblauch wanneer ze een piepklein zoontje met acht beentjes krijgen, “we houden van hem zoals hij is.” Maar de buitenwereld heeft haar bedenkingen. Arnon Grunbergs satirische vertelling is ook een zachtaardig commentaar op kunst, cultuur, ideologie en maatschappij. Thé Tjong-Khing zorgde voor de illustraties – zeker zo speels als de tekst. Singel Uitgeverijen, € 23,99.
Liz Nugent: De donkere kant van Sally Diamond
Ja, waar zal ik beginnen…
Dit boek is vrij uniek: een erg griezelig en schokkend verhaal met gelukkig genoeg humor om het niet te zwaar te maken. Verschillende keren heb ik mijn adem ingehouden en tot het einde kon ik het boek niet meer wegleggen!
A.W. Bruna Uitgevers, € 22,99.
Carla van Bochoven doet heel veel vrijwilligerswerk. Ze is EHBO-er bij het Bloemencorso, helpt mee op het Houtfestival en werkt in de ouderenzorg. Én ze doet nog iets totaal anders: wasplaatjes tellen in de Amsterdamse Waterleidingduinen.
“De meeste mensen kennen ze niet”, zegt Carla. “Wasplaatjes zijn kleine paddenstoelen. Ze hebben felle kleuren: rood, geel, oranje, groen. Hun namen zijn grappig, bijvoorbeeld de Puntmutswasplaat of de Kabouterwasplaat. Wasplaatjes glimmen een beetje, alsof er een waslaagje op zit. Ze zijn prachtig om te zien, ook de onderkant van de hoed.’’
“Het is wetenschappelijk natuuronderzoek. Bij ander vrijwilligerswerk kwam ik iemand tegen die dit deed. Ik ben een keertje meegegaan en heb me toen opgegeven als teller. Je hebt telvakken waarbinnen je de paddenstoeltjes zoekt en telt. We moeten ver de Waterleidingduinen in, dus hebben we ontheffing, alleen wij mogen daar fietsen. Het tellen is serieus en gestructureerd werk. Soms gaat het om hoeveel er staan, soms om hoeveel verschillende soorten. Ik leer er heel veel van. Als er twijfel is over een soort, dan kunnen we een deskundige raadplegen.’’
Fotografie:
Arjan krijgt energie van zonnepanelen. Check z’n verhaal op haarlem.nl/gasvrijer
voor slechts € 32,50 per jaar!
Als dank krijg je thuisgestuurd:
• 6x HRLM stadsglossy én
• 2x HRLMtje
Omdat wij van lezen houden en ook blij zijn met onze vrienden, verrassen we elke editie een vriend(in) met een boek uit onze boekenrubriek.
Dit keer het boek: De donkere kant van Sally Diamond van Liz Nugent.
Wil je ook kans maken op een boek? Ga dan naar onze website en word vriend! – De winnaar krijgt schriftelijk bericht –
Ga naar www.hrlm-online.nl/vrienden
De redacteuren van HRLM tippen wat je écht moet zien, hebben, lezen, horen of doen!
Ambachtelijk zuurdesem brood, dat vind je bij Artesano Bakkerij.
Deze bakkerij zit in de Tempelierstraat en wordt gerund door Gaby en Maca. Alles wat hier wordt gemaakt is artisanaal en met liefde bereid. Dat proef je ook!
Samenwerken is een belangrijke kernwaarde voor Artesano.
De Focaccia staat bijvoorbeeld als special op het menu bij Pip Deli.
Artesano Bakkerij
Tempeliersstraat 28 www.artesanobakkerij.com
Een speciale boxer voor dames: de boyshort. Met een hogere taille en een dubbele voering zit de boxer ultiem comfortabel. Ideaal onder je kleding, of gewoon relaxed als shortje in huis. De boyshort komt in de maten S-XL en is gemaakt van 95% katoen en 5% elastaan. Zeeman, € 2,99
De Alliance Française Kennemerland maakt deel uit van een wereldwijd netwerk dat Franse cursussen, ateliers en een uitgebreid aanbod aan culturele evenementen met een Frans tintje aanbiedt. Tijdens de lessen van het Atelier Philosophie vertelt Sara je onder meer wat de filosoof Foucault met de (oude) gevangenis in Haarlem te maken heeft en hoe Simone de Beauvoir zich verhoudt met Me too. In september start de Alliance met een atelier dessin de portret, waarbij je onder leiding van een Franstalige docent leert tekenen. Gaat het lukken om twee dingen tegelijk te leren? Een dégustation de vin met culinaire hapjes mag niet ontbreken in het culturele aanbod. En wat dacht je van een wandeling met gids, waarbij je op zoek gaat naar de historische banden tussen Haarlem en Frankrijk? Weet je waar de broer van Napoleon Bonaparte heeft gewoond? Wij je meer weten? www.alliance-francaise.nl/kennemerland/
Als de zomervakantie ten einde loopt, kan je in de Vishal genieten van werk van Aline Thomassen, Blanka De Bruyne, Didi Overman, Domenique Himmelsbach, Emo Verkerk, Koen Vermeule en Lucas Hoeben. Elke dag vinden er om 15.00 uur artist talks plaats met de verschillende kunstenaars.
Te zien van 27 juli t/m 1 september in de Vishal
Veelzijdig, hydraterend vegan serum speciaal voor gekleurd haar. Je kunt de spray op zowel nat als droog haar aanbrengen. Door het gebruik van de kracht van robijnalgen en diepzeewaterferment geeft het je gekleurde haar een ongekende bescherming en glans. Het bevat een UV-filter en hittebescherming tot wel 230(!) graden.
Verkrijgbaar bij Sjenkels Koningstraat.
Groen in het interieur heeft een grote impact. Het ziet er niet alleen fris uit, het doet ook iets met je. Planten voegen net dat beetje extra toe in een interieur. Dat planten daarnaast de luchtkwaliteit verbeteren is een fijne bijzaak.
De ultieme gids voor hondenliefhebbers. Ontdek samen met ervaren hondenmentor Nicolle en nieuw hondenbaasje Nynke van hond Olaf de geheimen van een gelukkige hondenrelatie. Of je nu een beginner bent of al jaren een viervoeter hebt, hier vind je inzichten om elke staart te laten kwispelen. Mis geen moment van de waardevolle en gezellige verhalen. Tune in en ontdek hoe je de beste band met je hond kunt opbouwen en onderhouden.
Deze ‘plantenlamp’ is gemaakt van gerecycled materiaal, heeft een lange levensduur en is volledig circulair. Oslo, vanaf € 1.325,-. www.gronn.eu
Heerlijke pastagerechten en een groot terras vind je bij Rigatoni, gevestigd in De Vierhoek, de nieuwe ontwikkeling op de hoek van de Tempeliersstraat. Tempeliersstraat 31| www.rigatoni.nl
Superhandig, deze draagbare accu, voor je elektronische apparaten, elektrische koelboxen, mobieltje, camera’s en drones. En hij heeft een ingebouwde LED-zaklamp. Of je nu je kampeerplek opzet of over donkere paden wandelt, hij heeft voldoende energie voor een heel weekend op pad.
Dometic PLB15 € 279,- is nu verkrijgbaar bij erkende retailers en online winkels.
‘Muziek is mijn expressie’
Singer- songwriter Noraly Hendriks (31) schrijft en zingt over de paradoxen in het leven. Ook rouw, pijn en verdriet zijn vaak terugkerende thema’s. De teksten zijn voor een groot deel autobiografisch, ze kampte jarenlang met depressies en een eetstoornis. “Ondanks de ‘zware’ onderwerpen zit er altijd lichtheid in mijn muziek.”
Begin dit jaar kwam haar debuutalbum Accidentally Happy uit. Een gelaagde, elektronische indie-popplaat met 5 nummers, die trouw is aan haar singer songwriter-afkomst. Noraly heeft een achtergrond in theater en poëzie en een opleiding in dramatherapie. Expressie en mentale gezondheid zijn de belangrijke onderwerpen in haar leven én in haar muziek.
Als klein meisje was Noraly al creatief en expressief. Ze voerde zelfbedachte toneelstukjes op voor haar ouders. Op jonge leeftijd begon ze ook al met schrijven. In eerste instantie gedichten. Rond haar achttiende kocht haar moeder een tweedehands gitaar en zette die in een hoek van de kamer in de hoop dat Noraly hem zou oppakken. En zo geschiedde. “Op gitaarles durfde ik niet, ik pingelde zelf maar wat. Filmpjes op YouTube waren voor mij een fijne leerschool. Op een gegeven moment kende ik drie akkoorden, daar heb ik zo’n twintig nummers mee geschreven”, zegt ze lachend. Vier jaar later nam ze wel gitaarles en van het een kwam het ander. “Het spelen ging steeds beter. Uiteindelijk voelde het goed genoeg om mijn muziek aan vrienden te laten horen. Zij herkenden zich in mijn teksten, dat stimuleerde mij om beter te worden. Vorig jaar heb ik voor het eerst zangles genomen.”
De teksten van Noraly gaan over ‘zware’ onderwerpen zoals rouw, pijn en verdriet, maar ook over hoop. “Er zit altijd lichtheid in. Ik schrijf over het procesmatige van het leven, over dat een mens altijd in wording is. Natuurlijk mag je rouwen, verdrietig zijn of boos, maar in the end kun je geen ruzie maken met het leven. Het leven is in beweging. Iets kan waar voelen, maar het hoeft geen waarheid te zijn. Er is altijd nuance.”
Noraly worstelde vanaf haar twaalfde jaar tot begin twintig met een eetstoornis en depressies. Of het een nu het gevolg
was van het ander weet ze niet, ze hielden elkaar wel in stand. “De eetstoornis begon met minder eten of eten overslaan. Het verliep in fases, de ene periode leek het meer op anorexia en de andere meer op boulimia. Ik ben dan ook nooit heel erg mager geweest. Mijn ouders zagen wel mijn gewicht schommelen en mijn stemming wisselen, maar verbonden dat niet aan een eetstoornis. Ik had niet het typische uiterlijk van iemand met een eetstoornis.”
ALLESOVERSTEMMENDE SOMBERHEID
Op haar zeventiende bereikte ze een dieptepunt. Ze raakte enorm verstrikt in haar gedachten over eten. Het verstoorde haar sociale leven. “Ik durfde niet meer mee te gaan als vrienden spontaan gingen eten of drinken. Ik werd voor het eerst verliefd, maar was doodsbenauwd om te worden aangeraakt. De eetstoornis nam zoveel ruimte in beslag, mijn identiteit raakte erdoor aangetast. Ik kon niet meer zijn wie ik werkelijk was.” Dat was het moment waarop Noraly hulp zocht. De zes jaar therapie die volgden gingen niet van een leien dakje.
Ze had onderschat hoe diepgeworteld de eetstoornis zat en kon het moeilijk loslaten. “Het was het enige zekere wat ik had in het leven. Wat zou er met mij gebeuren als ik die obsessie over eten losliet? Ik werd constant in beslag genomen door gedachten over wat ik gegeten had of nog ging eten.” Het calorieën tellen, het uithongeren en de eetdrang wisselden zich af met periodes van depressie.
“Dan overstemde mijn somberheid alles. Ik kon amper in beweging komen. Opstaan,
‘Mijn teksten gaan over het
leven in al zijn facetten’
aankleden, tandenpoetsen, het was me allemaal te veel. Mijn leven speelde zich alleen nog af in mijn hoofd. Ik voelde me radeloos, ik wist niet hoe ik eruit kon komen. Depressie kent meerdere lagen. De onderste laag is zwart, het punt waarop het allemaal niet meer uitmaakt. Ik dacht als ik nu niet meer wakker wordt, is het ook prima. Dan hoef ik tenminste niet meer, ik was ontzettend moe. Dat raakt me nog steeds”, zegt ze aangeslagen.
Noraly kan de eetstoornis en de depressies niet goed van elkaar scheiden. Ze denkt achteraf dat de stoornis een poging is geweest om depressie te hanteren. “Het bleef bij een poging, ik kon er niet mee omgaan. Depressie voelde altijd als iets wat me overkwam. Niet een gevoel dat ik tegen kon houden. Ik denk dat mijn gevoeligheid en mijn blik op de wereld een rol hebben gespeeld in de oorsprong van mijn depressiviteit. Ik voelde me onveilig en dacht: als ik voldoe aan mijn ‘dwangmatige eetgedrag’, dan kan ik misschien gelukkig worden of de aansluiting vinden die ik verlang. Volgens mij is het een misvatting te denken dat het schoonheidsideaal de oorzaak is. Voor mij was het een poging tot veiligheid. Als je wegglijdt, probeer je je ergens aan vast te houden.”
TE ANGSTIG OM TE VOELEN
Een ander punt dat meespeelde bij het onveilige gevoel van Noraly was de scheiding van haar ouders. “Ik was nog
‘Ik schreef mezelf uit mijn depressie’
erg jong. De grond werd onder mijn voeten vandaan getrokken. Door mijn gevoeligheid ervoer ik ook de pijn van mijn ouders. Ik ging ze ontzien en paste me aan in de hoop zo ook veiligheid te vinden, denk ik. Het blijven theorieën, ik kan nog steeds niet exact zeggen waarom ik in die eetstoornis verstrikt raakte.”
Na jaren behandeling kwam Noraly uiteindelijk bij een therapeut terecht die haar werkelijk wist te helpen. “Nadat ik mijn leven met haar had gedeeld, zei ze: ‘Goed verhaal, maar voel je er ook iets bij?’ Shit, dacht ik, nu moet ik echt aan de bak. Ze wist me uit mijn hoofd mijn lijf in te trekken. Wat voelde ik eigenlijk? Door de depressies was ik angstig geraakt om te voelen. Ik had zo vaak ervaren hoe gevoel me kon overspoelen. Ik wist niet goed meer wie ik was en wat ik wilde. We kwamen ook tot de conclusie dat ik meestal mijn gevoel secondair maakte aan dat van anderen.”
Onder begeleiding van de therapeut leerde Noraly weer haar identiteit opbouwen waardoor ze het leven aan kon. In plaats van te werken aan de eetstoornis werkte ze aan haar persoonlijkheid zodat ze de eetstoornis minder nodig had, denkt zij zelf. “Ik ontdekte hoe belangrijk expressie is, het uiten van gevoelens. Het proces van heling begon met het loslaten van allerlei overtuigingen en manieren die niet bij mij hoorden. Ik kwam terug bij wie ik ooit was, het creatieve en expressieve meisje.”
Na een studie dramatherapie werkte Noraly een aantal jaren in de GGZ als therapeut met jongeren met ook een eetstoornis. Ze merkte dat in de zorg het grootste doel is de stoornis onder controle te krijgen. “Ik had juist ervaren dat je een eetstoornis echt achter je kan laten. Dus niet trachten een modus te vinden om
‘Je kunt geen ruzie maken met het leven’
er mee om te gaan, maar werkelijk deze jas uitdoen. Dat vergt meer dan alleen cognitieve gedragstherapie, daar is expressie bij nodig.”
Ze besloot zzp-er te worden en helpt nu jongeren volgens haar visie. “Ik ben groot voorstander van ervaringsdeskundigheid. Er is een soort ongeschreven regel dat als je beiden een vergelijkbare ervaring hebt gehad, je elkaar beter begrijpt en scherper kan zijn. Ook is er meer ruimte voor galgenhumor.”
Noraly schrijft teksten over de paradoxen in het leven. “Ik vind het interessant als mensen zeggen dat ze heel erg hun best doen om minder perfectionistisch te zijn. Die tegenstelling prikkelt me. Verkrampt je best doen werkt vaak niet, een open houding wel. Kijk naar de natuur, daar gaat veel vanzelf. Er zitten elementen in die mooi te gebruiken zijn als metaforen voor wat wij voelen. Mijn teksten gaan over het leven.” Door te schrijven leerde ze zichzelf steeds beter kennen. Dat was lange tijd dé functie van muziek voor haar. “Het schrijven heeft mij geholpen om dichter bij mezelf te komen. Ik denk zelfs dat ik mezelf uit mijn depressie heb geschreven. Mijn muziek was in eerste instantie alleen iets voor mijzelf, niet om te delen met anderen. Hoe meer ruimte ik mezelf gaf, hoe opener ik durfde te zijn en zo kon ik mijn eigen ‘geluid’ ontdekken. Expressie heeft mij geholpen mijn stem te vinden. Ik ben heel blij dat ik nu weer echt kan voelen. Als ik op mijn best ben, is dat altijd met een gitaar in mijn handen. Muziek is mijn expressie. Op een gegeven moment ben ik hardop
gaan zeggen: ik ga een plaat maken. Met mijn album Accidentally Happy als resultaat.”
De singer-songwriter hoopt dat door haar muziek onderwerpen als depressie en eetstoornissen makkelijker bespreekbaar worden. “Een mooi nummer, maar ook een mooi interview zoals dit kan een aanleiding zijn voor een gesprek waarmee mensen elkaar helpen. Laat mijn muziek een aanzet zijn tot openheid en een stimulans naar erkenning van wie je werkelijk bent. Dat is mijn boodschap.” ✶
Zie voor meer informatie www.noralyhendriks.com en @noraly.hendriks Het album Accidentally Happy is te beluisteren via www.noralyhendriks.com/listen Noraly heeft een mooi boekje gemaakt met haar songteksten en achtergrondverhalen, het is te verkrijgen via www.noralyhendriks.com/support
Doordat de bananen in dit ijs eruit worden gezeefd, blijft de structuur heerlijk romig en zacht en heb je geen stukjes in je ijs. Hoe langer je de ijsbasis laat trekken, hoe intenser de bananensmaak.
VEGAN IJSBASIS
• 500 ml sojamelk (of havermelk)
• 100 g kristalsuiker
• 45 g maïzena
• 1/4 tl zout
• 230 g gezoete, gecondenseerde vol vette kokosmelk
• 1 el vanille-extract
OOK NODIG
• 250 g ijsblokjes
Doe de ijsblokjes in een grote kom en giet er koud water bij tot het ijs bijna onderstaat.
Stap 1
Voeg de melk, kristelsuiker, maïzena en het zout toe. Roer tot er geen klontjes meer zichtbaar zijn. Verwarm al roerend op laag vuur tot het mengsel kookt en dikker wordt. Giet door een zeef in een kom en zet de kom in het ijsbad. Blijf regelmatig roeren tot het mengsel is afgekoeld. Dek af met een stukje plasticfolie direct op de ijsbasis, zodat er geen velletje kan ontstaan. Zet opzij.
Stap 2
Klop in een kom de gecondenseerde kokosmelk en het vanille-extract tot een lobbig gehaal. Voeg al roerend voorzichtig aan de sojamelkbasis toe tot alles een geheel is. Dek af en zet minimaal 4 uur in de koelkast. Giet het mengsel in een ijsmachine en laat draaien volgens de gebruiksaanwijzing.
NODIG
• 5 zeer rijpe bananen
• 300 ml slagroom
• 400 ml volle melk
• 180 g kristalsuiker
• 5 eidooiers
• 1/4 tl zout
• 1 tl vanille-extract
OOK NODIG
• 150 gr ijsblokjes, keukenthermometer
1 recept vegan-ijsbasis (zie kader links)
Pel en snijd de 5 zeer rijpe bananen zoals hieronder staat omschreven. Volg hierna het recept voor de vegan-ijsbasis vanaf stap 1. Breng de 500 ml sojamelk en 100 g kristalsuiker op middelhoog vuur aan de kook en blijf roeren zodat de suiker oplost. Haal het pannetje van het vuur als het melkmengsel kookt en giet dit over de bananenstukjes. Laat afkoelen tot kamertemperatuur en zet 12 tot 24 uur in de koelkast, zodat de bananensmaak goed in de melk kan trekken. Ga hierna verder met het recept van de vegan-ijsbasis vanaf stap 2, waarbij je de bananenmelk met de maïzena en het zout verwarmt.
Pel de bananen, snijd ze in stukjes en zet apart in een hittebestendige kom met een inhoud van minimaal 1 liter. Breng de slagroom, melk en kristalsuiker in een pannetje op middelhoog vuur aan de kook en blijf roeren zodat de suiker oplost. Haal het pannetje van het vuur als het melkmengsel kookt en giet dit over de bananenstukjes. Laat afkoelen tot kamertemperatuur en zet 12 tot 24 uur in de koelkast, zodat de bananensmaak goed in de melk kan trekken. Doe de ijsblokjes in een grote kom en giet er koud water bij tot het ijs bijna onder staat. Klop de eidooiers los in een hittebestendige kom. Haal de bananenmelk uit de koelkast en roer nog even goed door. Giet door een zeef in een pannetje om de bananenstukjes te verwijderen en breng aan de kook. Giet het melkmengsel, zodra het kookt, al roerend beetje bij beetje bij de eidooiers om deze te temperen. Giet alles weer terug in de pan en zet het vuur laag. Blijf roeren met een spatel tot de custard 80°C is, of dikker wordt. Giet opnieuw door een zeef in een grote kom en zet de kom op het ijsbad. Blijf regelmatig roeren tot de ijsbasis is afgekoeld. Roer het zout en vanille-extract erdoor en zet minimaal 4 uur, maar liever een hele nacht, in de koelkast. Dek af met een stuk plasticfolie direct op de ijsbasis, zodat er geen velletje op komt. Giet het ijsmengsel in de ijsmachine en laat deze draaien volgens de gebruiksaanwijzing.
Frozen yogurt is heerlijk verkoelend en fris van smaak. Als je het direct uit de ijsmachine eet, heeft het meer de textuur van softijs.
Dit boek is voor iedereen, van geoefende ijsmaker tot iemand die nog nooit ijs heeft gemaakt.
Alle recepten zijn te maken met een ijsmachine, maar ook zonder.
Auteur Aniek Keijsers is er van overtuigd dat ze jullie kan inspireren om zelf ijs te maken.
Veel ijsmaakplezier!
Uitgeverij Gook Cook, € 24,50.
• 10 g maïzena
• 2 el + 150 ml volle melk
• 200 ml slagroom
• 200 g kristalsuiker
• 400 g Griekse yoghurt (5-10% vet)
Meng de maïzena met de 2 eetlepels melk en zet opzij.
Breng de 150 ml melk, de slagroom en kristalsuiker in een pannetje aan de kook. Zet, zodra het kookt, het vuur laag en voeg het maïzenapapje toe. Roer goed en laat 1 min. zachtjes koken.
Giet het melkmengsel in een kom en laat afkoelen tot kamertemperatuur; roer regelmatig. Voeg de Griekse yoghurt toe en roer tot een egaal geheel.
Dek af met plasticfolie direct op de ijsbasis en zet minimaal 4 uur, maar liever een hele nacht, in de koelkast.
Giet het ijsmengsel in de ijsmachine en laat deze draaien volgens de gebruiksaanwijzing. De frozen yogurt kan direct gegeten worden (het heeft dan de textuur van softijs) of zet minimaal 4 uur in de vriezer, zodat het de textuur van schepijs krijgt.
Op zaterdag 5 oktober is Haarlem het bruisende hart van circulariteit, cultuur, innovatie, digitalisering en creativiteit!
Haarlem zet in op een duurzame, groene en schone toekomst. Met doelen als aardgasvrij en circulair in 2040 en klimaatbestendig in 2050, loopt de stad voorop in circulariteit en innovatie.
Maar deze doelen kunnen we alleen samen bereiken. Daarom bouwt Haarlem, samen met 3D Makers Zone, MAAK Haarlem en BouwLab R&Do, aan C-district, een inspirerend netwerk van bedrijven, overheden en kennisinstellingen in en rond Haarlem. De ‘C’ staat voor Cultuur, (co-) Creatie, Circulariteit en Conceptueel denken. C-district wil de transitie naar een circulaire en duurzame economie versnellen en is de enige plek in de Metropoolregio Amsterdam waar technologie, digitalisering, innovatie en circulariteit samenkomen. Het MAAK-terrein in de Waarderpolder is de fysieke thuisbasis.
BRUISEND FESTIVAL
C the Future is het jaarlijkse hoogtepunt
van C-district. Een bruisend festival rondom circulariteit en innovatie.
C the Future draait om de vijf transitieagenda’s voor een circulaire economie: kunststoffen, bouw en biomassa, consumptiegoederen, maakindustrie en voedsel. Ontdek de nieuwste technologische snufjes, verrassende toepassingen en unieke producten! Laat je inspireren door visionaire denkers, pioniers, engineers, duurzame organisaties en maakbedrijven. Van cobots en robots tot 3D-printen en bio based materialen – je vindt het allemaal op C the Future.
C the Future is voor iedereen – van jong tot oud – met een passie voor eco design, technologie, digitalisering en duurzaamheid. Of je nu een toekomstgerichte pionier bent of gewoon nieuwsgierig naar de wereld van morgen
WAT IS ER TE DOEN?
• Workshops: leer nieuwe vaardigheden en ontdek innovatieve technieken.
• Demonstraties: ervaar de kracht van de nieuwste technologieën.
• Kledingruil: geef kleding een tweede leven.
• Interactieve exposities: duik in de wereld van circulaire innovatie.
• MAAK Haarlem: kijk binnen bij lokale maakbedrijven.
• 3D Makers Zone: ontdek het Smart Industry Fieldlab.
• Proeverijen: geniet van duurzame en verrassende lekkernijen.
• Robots en cobots: ontmoet de robots van de toekomst.
• 3D-printen: zie hoe 3D-printen de wereld verandert.
• Food trucks: proef heerlijke gerechten van lokale food trucks.
Vrijdag 4 & zaterdag 5 oktober
MAAK-terrein | Oudeweg 91-95
Vrijdag (Business day): Exclusief voor bedrijven, overheden en kennisinstellingen.
Zaterdag (Weekend day): Toegankelijk voor iedereen.
C the Future is onderdeel van Weekend van de Wetenschap.
Schrijf je nu in op www.cthefuture.nl
Lopend in onze mooie stad moet je soms even stilstaan bij een opvallend en verrassend beeld.
waar je kwaliteit beleeft
De specialist in Haarlem en omgeving voor al uw audio-, video- en witgoedapparatuur. Al sinds 1965 staan wij voor u klaar.
Offline & Online!