
3 minute read
De kerkscheepjes - T. de Vries
from Het kerkje aan zee
Tromp de Vries
In elke Urker kerk hangt wel een scheepsmodel. De vissersbevolking brengt als het ware het dagelijks bedrijf onder Gods aandacht en vraagt om zijn zegen daarover.
In het ,,kerkje aan de zee” zijn niet minder dan drie scheepsmodellen te zien: een oorlogsschip, een turfpraam en een vissersboot.
Dr. J.M.G. van der Poel, gebruik makend van de gegevens van anderen, schreef daarover in het Peperhuis het volgende: ,,1. Model van een driemaster, hangend blokmodel, lengte over de
Steven (af te korten als l.o.s.) 84 cm, 36 kanonnen.
Volgens overlevering zou dit model, dat zoals men ons zei: ,,in het schip van de kerk hangt”, in de Bataafsche Tijd gemaakt zijn door Jaap Teunis Woord. Deze Urker visser zou met zijn maat Arie Jans in die tijd tijdens het vissen bij Texel door een
Engels oorlogsschip overvallen zijn; hun schip werd geconfiskeerd en zij zelf werden gevangen genomen om de Engelsen inlichtingen te geven over het verloop van de stroomgaten en zandbanken, hetgeen zij weigerden. Na enkele maanden wist Arie
Jans, na overboord gesprongen te zijn, veilig de Nederlandse kust bij Nieuwediep te bereiken. Jaap Teunis Woord werd enige tijd later vrijgelaten. Ter herinnering aan dit voorval zou hij het model ten geschenke gegeven hebben aan de kerk. Het model zou het Engelse oorlogsschip voorstellen waarop hij gevangen gezeten had. De naam van het schip is daarmee niet in overeenstemming. Oorspronkelijk stond op de spiegel ,,T. Schip
Spitsbergen” (Van Arkel en Weissman V (1902), p. 17; Reijers en Moerman 1921). Dit is voor 1921 door overschildering veranderd in ,,De Spitsbergen”.
Aan weerszijden van de groen en rood geschilderde spiegel staat een gouden zee-(?)leeuw. Het schegbeeld stelt een leeuw voor. 2. Model van een turfpraam, staand spantmodel (eiken?), l.o.s. 128 cm, 1912.
Het model is gebouwd en aan de kerk geschonken door de turfschipper J. Spithorst, die destijds met een praam uit het Drentse veengebied turf op Urk aanvoerde. Achter op het model staat: ,,19 12
J. Spit Horst” 3. Model van een vissersschip, type: hotter, staand blokmodel (ei-

63
Het model van het oorlogsschip. (Foto Dubois).

Het model van een turfpraam en de bouwer J. Spithorst. (Foto J.P. Otter).

64
ken), l.o.s. 24 cm, ca. 1959. Het model draagt het registratienummer UK 78; dit schip zou het eigendom geweest zijn van Teunis Woord (of Woort?). De bouwer van het model is Gerrit Ekkelenkamp te Urk. De koster heeft het model ca. 15 jaar geleden boven de kansel voor het orgel geplaatst, waar het nu nog staat.”

Dat een Engels oorlogsschip ,,’t Schip Spitsbergen” zou heten is niet te veronderstellen. Zoals gezegd: naam en scheepstype zijn niet met elkaar in overeenstemming. Nu zijn er in de eerste helft van de 17e eeuw achtereenvolgens enige schepen van die naam geweest. In mei 1639 maakte Dirck Albertsz. Raven van Hoorn als commandeur van het laatste schip van die naam voor de Groenlantsche Compagnie een reis naar het noorden om daar walvissen te verschalken. Storm en ijs veranderden op 22 mei het schip in een wrak. Twee dagen later haalde de ,,Oranje Boom” van Harlingen de twintig overlevenden (van de 86 bemanningsleden) van het wrak. Ze hadden er in de meest ellendige omstandigheden ca. 44 uur op doorgebracht. De hoogbootsman overleed daarna nog aan zijn bevroren ledematen, terwijl een matroos een stuk van een grote teen moest missen. Op 24 augustus kwamen de geredden in Hoorn terug. We wagen het te veronderstellen dat een van hen van het eiland Urk afkomstig was, een model van het verongelukte schip maakte en het uit dankbaarheid en ter herinnering aan de kerk ten geschenke gaf. Dat kerkje verdween in zee. In 1714 werd een nieuwe kerk geplaatst op de plek waar nu nog het kerkje van 1786 staat. We kunnen ons voorstellen, dat het model van de walvisvaarder door ,,de tand des tijds” en de kerkelijke verhuizingen verloren ging, maar dat de naam in herinnering gebleven is en opnieuw gebruikt voor de ,,man of war” (oorlogsschip) die in het gebouw van 1786 werd opgehangen, al was dat schip dan ook mogelijk de herinnering aan een andere redding. Naar wij hopen zal nader onderzoek nog iets aan het licht brengen.

65