1 minute read

Rekenkundige en meetkundige rijen 3

❒ Ik ken de definitie van een rij.

❒ Ik ken het verschil tussen het recursief en het expliciet voorschrift van een rij.

❒ Ik ken de definitie en de kenmerken van een rekenkundige rij.

❒ Ik ken de formules (recursief en expliciet) om de algemene term van een rekenkundige rij te bepalen.

❒ Ik kan een rekenkundige rij grafisch voorstellen.

❒ Ik ken de eigenschap tussen drie opeenvolgende termen van een rekenkundige rij.

❒ Ik kan de som van de eerste n termen van een rekenkundige rij bepalen.

❒ Ik kan de formules van rekenkundige rijen gebruiken om patronen te beschrijven en problemen op te lossen.

❒ Ik ken de formules (recursief en expliciet) om de algemene term van een meetkundige rij te bepalen.

❒ Ik kan een meetkundige rij grafisch voorstellen.

❒ Ik ken de eigenschap tussen drie opeenvolgende termen van een meetkundige rij.

❒ Ik kan de som van de eerste n termen van een meetkundige rij bepalen.

❒ Ik kan de formules van meetkundige rijen gebruiken om patronen te beschrijven en problemen op te lossen.

❒ Ik ken het verschil tussen enkelvoudige en samengestelde intrest.

This article is from: