
JAARGANG 2 | MAART 2025 | EDITIE 8

Verpandingen en aankoop van edelmetaal DISCREET, VAKKUNDIG EN TRANSPARANT
www.goudbloem.nl


JAARGANG 2 | MAART 2025 | EDITIE 8
Verpandingen en aankoop van edelmetaal DISCREET, VAKKUNDIG EN TRANSPARANT
www.goudbloem.nl
Sinds het jaar 2008 is Chimera actief in de inkoop en verkoop van edelmetalen zoals goud, zilver en diamant.
Chimera gelooft in eerlijke prijzen en garandeert daarom de hoogste goudprijs van Limburg.
www.goudinkoopchimera.nl
“AFVALSTOFFENHEFFING EN RIOOLHEFFING OP BASIS VAN VERVUILINGSEENHEID IS EERLIJKER”
John Steijns
Afvalstoffenheffing en rioolheffing wordt opgelegd op basis van het bezit of gebruik van woning. Is dit reëel? Maastricht telt liefst 42.289 eenpersoonshuishoudens tegenover 30.980 meerpersoons huishoudens. Op basis van deze gegevens is de vraag gerechtvaardigd of het huidige heffingssysteem NIET moet worden geactualiseerd.
De heffingen
Elke woning wordt ongeacht het aantal bewoners voor de afvalstoffenheffing jaarlijks voor een vast bedrag aangeslagen.
Voor de rioolheffing wordt de eigenaar van het pand aangeslagen voor een vast bedrag en daarnaast kent het heffingssysteem een heffing voor het gebruik van het pand. Is dit reëel ? Waarom betalen alleenstaande ouderen die thuis een keer per week wordt gedoucht / verzorgd en minder gebruik maken van toilet, wasmachine etc. evenveel als een gezin met 3 kinderen? Sluit dit aan op “de vervuiler betaald?” Is een heffing op basis van vervuilingseenheid niet eerlijker?
Wat is een vervuilingseenheid?
Een vervuilingseenheid staat voor de hoeveelheid vervuiling. Een meerpersoonshuishouden zorgt in het algemeen voor meer afvalwater dan een eenpersoonshuishouden. Dat is zeker ook zo voor wat betreft het aanbieden van huishoudelijk afval. Het Waterschap belast een eenpersoonshuishouden met 1 vervuilingseenheid voor de zuiveringsheffing en een meerpersoonshuishouden met 3 vervuilingseenheden.
Beste lezers,
Trouwe lezers van onze website zal het niet ontgaan zijn, De Nieuwe Ster bestaat deze maand precies één jaar. We begonnen met een website met Maastrichts nieuws en vroegen de lezers om zich in te schrijven voor de dagelijkse nieuwsbrief. Dat heeft u massaal gedaan, want we sturen nu elke dag een nieuwsbrief naar ruim 22.000 lezers. En elke week komen daar gemiddeld 100 nieuwe abonnees bij.
De Nieuwe Ster is opgericht vanuit de gedachte dat iedereen in de stad gratis toegang moet hebben tot kwaliteitsjournalistiek. Een krant gemaakt door ervaren journalisten die betrouwbaar nieuws over de stad gratis beschikbaar stellen.
Gratis stadsmagazine voor Maastricht. Jaargang 2, editie 8, Maart 2025. Verschijnt elke maand. Het magazine is af te halen bij de supermarkten in Maastricht.
KANTOORADRES
Boschstraat 28 6211 AX - Maastricht
UITGEVER
Maurice Ubags 06 53 70 26 38
Niet iedereen in Maastricht heeft immers de financiële middelen om een abonnement op een regionale of landelijke krant te nemen.
De Nieuwe Ster maken we samen. Dankzij de tips die we krijgen van onze lezers kunnen we mooie verhalen maken en dankzij onze adverteerders blijft het nieuws gratis. Dit jaar willen we investeren in de toekomst van nog betere lokale journalistiek. U kunt ons daarbij helpen. Waardeert u ons werk? Dan mag u ons altijd een klein financieel steuntje in de rug geven. Scan de QR-code voor meer informatie. Dit magazine is onze 8e uitgave en ook deze editie staat vol met mooie verhalen over onze stad.
Ik wens u veel leesplezier!
Peter Eberson Hoofdredacteur
LEES HET MAASTRICHTSE NIEUWS
OOK ELKE DAG ONLINE: WWW.DENIEUWESTERMAASTRICHT.NL
HOOFDREDACTEUR
Peter Eberson 06 55 93 29 18
DIRECTEUR
Maurice van der Linden 06 51 50 57 44
SALES
Maarten Goes 06 36 50 12 84 verkoop@denieuwestermaastricht.nl
TIP DE REDACTIE redactie@denieuwestermaastricht.nl
Geluk is in ons leven steeds belangrijker geworden omdat we de luxe hebben om ons ermee bezig te houden, we ons bewuster zijn van de impact ervan, en omdat het steeds meer als een maatstaf voor succes wordt gezien. Josje Smeets uit Maastricht is gelukspsycholoog, een titel die ze ooit zelf bedacht. Iedere week wordt ze wel een keer of acht gevraagd haar mening te geven over geluk bij nationale televisie- of radiozenders. Ook wordt ze met regelmaat geïnterviewd voor kranten of magazines over het thema.
Josje Smeets groeide op in Bunde en studeerde Forensische Psychologie aan de universiteit in Utrecht. Na haar afstuderen werkte ze bijna 10 jaar als psycholoog voor het Pieter Baan Centrum in Utrecht. De liefde bracht haar uiteindelijk terug naar Limburg, naar Maastricht. “Na dik negen jaar Pieter Baan Centrum was ik wel een beetje klaar met het vak. Dat was best een heftige tijd. Ik kreeg de kans om bij de commerciële tv-zender TV Limburg aan de slag te gaan. Omdat ik ook de master Media- en Marketingpsychologie op zak had, zag de toenmalige directeur van de zender wel kansen voor mij als accountmanager. Het werden twee prachtige jaren. Als ik tijdens netwerkbijeenkomsten wel eens vertelde dat ik eigenlijk psycholoog ben, kreeg ik steeds vaker van directeuren of managers te horen dat ze wel een medewerker thuis hadden zitten met een burn-out. Of ik daar wellicht eens bij kon helpen?
Enorme markt
Uiteindelijk begon ‘mijn vak’ toch weer te kriebelen. In 2011 ben ik daarom begonnen
met lesgeven aan de universiteit van Maastricht. Zes jaar lang heb ik dat gedaan. In die periode kwam ik ook in aanraking met de master Positieve Psychologie. Toen ik studeerde, bestond dat nog niet. Ik ontdekte dat er een enorme markt was voor werkgeluk. In het laatste jaar als docent ben ik daarom mijn eigen bedrijf gestart. Ik schreef brutaal een brief naar de drie grote bedrijven Hello Fresh, Hema en Bloomon en vroeg ze of ze nog iemand zochten die werkgeluk binnen hun organisatie op de kaart wilde zetten. Tot mijn verbazing kon ik bij ze alle drie aan de slag. Dat betekende voor mij naast het doceren aan de universiteit ook nog drie keer per week op en neer naar Amsterdam. In het westen waren ze toen al veel verder dan in Limburg op het gebied van werkgeluk. ‘Hoe houd je de millennials aan boord?’, was een vraag waarmee bedrijven zich in de Randstad al bezighielden.
Boek en theatershow
“Ik weet nog dat ze me in Limburg niet echt serieus namen als ik zei dat ik gelukspsycholoog was. Toen een artikel over mij verscheen in het AD, veranderde alles in één klap. De term gelukspsycholoog was het sleutelwoord. Mediatechnisch brak de hel los. Daar kon geen reclamecampagne tegenop. Overal moest ik opdraven en dat is tot op de dag van vandaag zo gebleven.”
Josje Smeets coachte bestuurders, CEO’s, managers en complete teams en schreef het boek ‘Happy in 100 dagen’. Tegenwoordig is ze vooral druk met het geven van lezingen en cultuurveranderingstrajecten binnen bedrijven. “Toen ik de directeur van Schouwburg Venray, Paul Franssen, coachte, zei die tegen mij: ‘Wat jij te vertellen hebt, moet je in het theater laten zien.’ Ik was vereerd, maar wilde dit niet in mijn eentje doen. Dus verdween het idee in de ijskast. Totdat ik samen met Bas van Mulken het sportgala van Maastricht mocht presenteren. We wilden allebei iets in het theater doen en hadden een klik. Ik ben terug naar
“ Het gezegde
‘Geld maakt niet gelukkig’ kan in de prullenbak”
Paul Franssen gegaan en die boekte gelijk drie voorstellingen. De theatershow ‘Geluk zonder bullshit’ hebben we zo’n twintig keer in Limburgse en Brabantse theaters mogen opvoeren en zo’n 30 keer voor bedrijven. Op dit moment zijn we aan het nadenken over een vervolg op die show.”
Dat geluk zo in de belangstelling staat, komt volgens de gelukspsychologe mede door de ‘sociale vergelijking’ op internet.
“Het perfectionisme is in de laatste decennia verdrievoudigd en dus ook de faalangst. We zijn alleen maar bezig met kortetermijn successen. We zijn verslaafd geraakt aan dopamine. Dat is een stofje dat hoort bij het beloningssysteem van de hersenen. Langetermijn is echter veel belangrijker. Berusting, even stilstaan en dankbaar zijn voor wat je hebt, is naar de achtergrond geraakt. We slaan als het ware de eerste twee trappen van de piramide van Maslow over. We zijn niet bezig met een dak boven ons hoofd en eten en drinken. We gaan direct naar de vijfde en hoogste trap: de zelfactualisatie. En dat kan niet want je moet eerst de eerste vier behoeftetrappen doorlopen om je uiteindelijk met de vijfde bezig te houden.”
De digitale revolutie en met name sociale media zijn volgens Josje Smeets de oorzaak. Vroeger was je bezig met school, een baan, vrienden of het stichten van een gezin. De kring waarin je leefde was redelijk beperkt. Dat is tegenwoordig wel anders.
Je leeft als het ware over de hele wereld, ziet alles en hoort alles. Je wil meedoen met de sociale vergelijking. Het aantal burn-outs onder jongeren was nog nooit zo hoog.
Geluk en gezondheid
Het gezegde ‘Geld maakt niet gelukkig’, kan volgens de psychologe ook in de prullenbak. “Tot twee keer het modale inkomen, maakt geld namelijk wel gelukkig. Je kunt je kinderen laten studeren, wel een huis kopen in plaats van huren, een keer extra met vakantie gaan of je ouders op leeftijd ondersteunen. Het is geen overleven meer. Het gezegde geldt wel nog boven twee keer modaal inkomen, want in principe maakt een nog duurder huis, nog meer vakanties of een nog grotere auto niet gelukkig. En natuurlijk staat gezondheid altijd voorop. Mensen die gezond zijn, worden een-op-een gelukkiger. En geluk leidt weer tot een betere gezondheid.”
“ Wat jij te vertellen hebt, moet je in het theater laten zien”
Tot slot: op welke plek in Maastricht wordt Josje Smeets gelukkig? “Ondanks dat ik mezelf een ADHD’er vind, kies ik toch voor de rust. Als ik ’s morgens om half zeven ga joggen in het ENCI-bos op de Sint-Pietersberg en de vogeltjes hoor fluiten, voel ik me heel gelukkig.”
Dit jaor make veer in Mestreech al 175 jaor pepier. Dat is toch hiel bezunder en toch eigelek ouch weer neet. Pepier besteit al väöl langer. ’t Is ’n ambach mèt ’n oetgebreid proces dat veuraof geit ie me oetindelek pepier kint make.
Wat me es keend neet wis waors ’t feit tot de lomelekriemer dee vreuger door de straote trok um lomele op te hole eigelek al bezeg waors mèt ’t proces um pepier te make.
De hoeshawwes bestoonte destijds oet mierdere kinder en de jongste kinder móste dèks de kleier vaan de awwer kinder opdrage. Cent veur nui kleier waore d’r neet. En es de kleier daan gans verslete en oetgeleef waore woorte ’t lomele.
De lomelekriemer verzamelde die lomele (aofgedrage kleier) um die aon ’t pepierfebrik te verkoupe. Heer vong dao e paar cent veur meh of heer devaan kós leve is de vraog.
In ’t pepierfebrik ginge die lomele in e bad mèt chemicalië um alle lomele te bleike, alle kleur woort d’roet gehaold zoetot me allein ’n witte substasie euverheel. Teves woort dees substansie klein gesnooje, zoe fien meugelek, zoetot allein vezels euverbleve. Vezels zoe klein meugelek um astrein sjoen glad pepier devaan te kinne make. Oetindelek had me ’n aontal klein machienes in de febrik stoon boe me pepier kós make.
Pepier waors destijds (175 jaor geleie) nog get bezunders. Kinder woort op sjaol gelierd um op e leike te sjrieve en pas es dat good ging mochte ze op pepier sjrieve. Alfons Olterdissen wis dat sjoen te besjrieve in zien verhaol euver d’n ierste nuijaorsbreef dee de kinder mochte sjrieve. Bij op pepier sjrieve kaom naomelek ouch ink loere, ’n kreunsjespen en netuurlek en versjrikkelek vlekke en nog ‘ns vlekke.
E paar weke geleie moch iech e bezeuk bringe aon Sappi en höb iech door ’t ganse febrik mage loupe mèt teks en oetlègk wat allewijl gebäord in dat groet gebouw aon de Maos. Indrökwekkend is dat proces. Allewijl weurt in Mestreech gei pepier mie gemaak vaan lomele. De cellulose kump noe haos kant en klaor nao ’t febrik. De pulp um pepier te make weurt gans automatisch gemaak en via allerhande buize kump ’t oetindelek bij de pepiermachien terech boe pepier mèt ’n geweldege snelheid door de machien löp en oetindelek op groete rolle weurt opgerold.
De vaklui hawwe via computers de boel in de gate. Oetindelek weurde aon ’t pepier nog twie laoge touwgevoog zoetot ’t indproduk ‘ne sjoene glans heet en weier, in d’n drökwereld, good verwèrk kint weure. Pepier is en blijf bezunder.
‘ne Pepierwinkel is veur sommege lui, wie miech, e walhalla umtot pepier oetdaag um get demèt te doen. Pepier bringk d’ne geis en d’n fantasie op gaank.
Jan Janssen
DOOR:MAURICE VAN DER LINDEN BEELD: INFERNO ATHLETICS
Sinds dit jaar bezit Maastricht een cheerleading-vereniging voor jeugd tussen de 10 en 18 jaar. Onder de naam Inferno Athletics wordt er op maandag en zaterdag getraind in de sporthal in Daalhof. De vijf initiatiefnemers zijn Simone Schols, Isa Martens, Mitchel Berger, Luc Sparidans en Louis van den Eijnden. Alle vijf hebben hun sportieve roots liggen bij het Maastricht University Cheerleading Team.
Bij cheerleading denk je in eerste instantie aan vrouwen. Het waren echter mannelijke studenten aan de Amerikaanse Princeton University die in 1880 een zogenoemde ‘pep club’ begonnen om het publiek aan te moedigen om voor hun school te juichen. Vandaar ook de uiteindelijke naam ‘cheer’. Vrouwen moesten nog dik 40 jaar wachten. Pas in 1923 werden ze toegelaten tot de cheerleadingteams.
De reden om Inferno Athletics op te richten was volgens hoofdcoach Simone Schols het feit dat in de teams van de universiteit geen continuïteit zit. “Vaak stoppen studenten ermee als hun studie klaar is. Hierdoor moet je iedere keer opnieuw een team gaan opbouwen. Dat was voor ons de aanleiding om een eigen vereniging te starten.”
Cheerleading is wel degelijk een sport en niet alleen maar met een paar pompoms zwaaien. De sport bestaat uit vier elementen: stunts, sprongen, dans en turnen.
“Hierdoor is er ook voor iedereen een plek in een team”, zegt voorzitter Isa Martens. “Het zijn allemaal verschillende posities met ieder een eigen discipline. Een team bestaat uit minimaal vier cheerleaders. Om aan wedstrijden of optredens mee te doen, heb je drie van die teams nodig die samen de uitvoering doen. Tijdens een wedstrijd beoordeelt een jury dan de uitvoering. Dat gaat op dezelfde manier als bij kunstschaatsen of turnen.”
Twee en een halve minuut
“Tijdens een wedstrijd heb je twee en een halve minuut om de stunts, de sprongen, de dans en het turnen te tonen in een samenhangende choreografie”, legt coach Mitchel Berger uit. “Na die 150 seconden ben je ook bekaf.” De Inferno Athletics zijn ook niet verbonden aan een American Football- of basketbalteam. Veel teams zijn er niet in Limburg. Over de grens in Duitsland of België tref je er wel een paar aan.
Teamsport
De oprichters hopen op termijn 15 leden te hebben, dan spelen ze financieel quitte. “De huur van de sporthal betalen we nu met eigen geld”, zegt Isa. “Net zoals de kosten voor de oprichting van de vereniging. Zelf worden we niet betaald, het is voor ons echt een hobby. Trainen kan al in een trainingspak en gymschoenen.”
“Laat vooral angst je niet tegenhouden om het een keer tijdens een gratis proefles te proberen”, benadrukt Mitchel. “Het is een echte teamsport waar je blindelings op elkaar moet vertrouwen. Door deze sport krijg je ook ontzettend veel zelfvertrouwen. Het is zowel een fysieke als mentale
sport, maar bovenal een hele leuke waar het enthousiasme vanaf spat.”
Eerste wedstrijd
Wij als coaches begeleiden je vanaf de basis”, vult Simone aan. “Zodat je deze sport op een veilige manier en vol vertrouwen leert te beoefenen. Rond de zomer zullen we onze voortgang tonen tijdens een optreden voor vrienden en familie. Daarna is het onze ambitie om volgend schooljaar mee te doen aan onze eerste wedstrijden.”
Iedere woensdag om 7 uur het laatste ondernemersnieuws in je mailbox.
Nieuws dat je als ondernemer écht interesseert.
Schrijf je in voor deze gratis nieuwsbrief. Wil je als ondernemer ook toegang tot de exclusieve artikelen, neem dan een jaarabonnement voor 45 euro.
Voor minder dan een kop koffie per maand blijf je op de hoogte van alle ondernemersnieuws uit Zuid-Limburg.
Scan de QR-code, meld je aan en blijf op de hoogte van het laatste nieuws.
DOOR: PETER EBERSON BEELD: SEM AUGUSTIN
Louis Prompers mag met recht Mister A2-tunnel genoemd worden. Meer dan 15 jaar van zijn werkzame leven was hij betrokken bij een van de grootste infrastructurele projecten van ons land en zes jaar bij Zuid Limburg bereikbaar. In De Nieuwe Ster blikt hij terug op een project dat de stad veranderde en stappen werden gezet in duurzame mobiliteit.
Louis Prompers voelt zich nog fit en energiek. In mei wordt hij 75 jaar en komt een einde aan een werkzaam leven bij de A2 en Zuid-Limburg bereikbaar. Zelf had hij nooit kunnen bedenken dat zijn loopbaan zo zou verlopen. Prompers, in 1972 bij de gemeente Maastricht begonnen, was jarenlang directeur Stadsontwikkeling en in die functie nauw betrokken bij grote stedebouwkundige projecten zoals Céramique en Belvédère. In 2006 was Louis Prompers 56 jaar en in de veronderstelling dat hij als ambtenaar van de gemeente Maastricht daar wel zijn pensioen zou halen. Dat liep anders. De A2-tunnel kwam op zijn pad.
Verkeersriool
De eerste plannen om de A2 aan te pakken ontstonden al in de jaren tachtig van de vorige eeuw. Maastricht is dan nog de enige plek aan de autoweg A2 vanuit Amsterdam naar het zuiden waar zes verkeerslichten de boel ophouden en het vele verkeer de leefbaarheid van de bewoners aantasten. De stadstraverse in Maastricht
ontstond in 1959. De snelweg vanuit het noorden eindigde in Maastricht bij een rotonde aan de Geusselt. Van daar af liep een tweebaansweg, de President Rooseveltlaan verder naar het zuiden van de stad. In de jaren negentig werd de A2 voltooid als ononderbroken noord-zuid verbinding met een totale lengte van 217 kilometer. Ononderbroken, met één uitzondering: de N2 stadstraverse in Maastricht. De President Rooseveltlaan was bij de aanleg met aan weerszijden luxe portieketageflats een vooraanstaande en aantrekkelijke locatie om te wonen. Deze ooit zo aantrekkelijke stadsboulevard groeide door de enorme toename van het verkeer uit tot een verkeersriool, een soort Berlijnse muur die MaastrichtOost in tweeën hakte. Voor de stad was het duidelijk dat er iets moest gebeuren.
Het duurde nog tot 2006 voordat dat ‘iets’ gebeurde, met de ondertekening van een Bestuursovereenkomst. De ondertunneling was er eindelijk door. Voor de projectorganisatie werd het Projectbureau A2 Maastricht opgericht, met daarin
“ Voor de stad was duidelijk dat er iets moest gebeuren”
vertegenwoordigers van de gemeente Maastricht, de provincie Limburg, Rijkswaterstaat en de gemeente Meerssen als betrokken partijen. Deze partijen zouden intensief gaan samenwerken met de private partijen die de tunnel zouden bouwen. “ Het moest een gezamenlijk project worden,” vertelt Louis Prompers. Ik was in de jaren voordat de Bestuursovereenkomst werd getekend vanuit de gemeente Maastricht nauw betrokken bij het tunnelproject als directeur Stadsontwikkeling vertelt.
Groene Loper
Nadat er groen licht was en een Projectbureau A2 werd opgericht moesten we op zoek naar een projectdirecteur die de kar zou gaan trekken. Verschillende sollicitanten heb ik destijds gesproken, maar de geschikte kandidaat
zat er niet bij. Totdat de toenmalige directeur-generaal van Rijkswaterstaat zei: ‘Louis waarom ga jij het niet doen?’
En zo werd Louis op 56-jarige leeftijd projectdirecteur en zou de A2 tunnel tot zijn 74ste als een rode draad door zijn leven lopen, want pas in 2023 werd het projectbureau opgeheven. De tunnel is dan open en de Groene Loper in gebruik en de woningen langs de Groene Loper zo goed als gereed. Voor Louis Prompers nog geen reden om te stoppen met werken. Hij gaat aan de slag bij Maastricht-Bereikbaar, dat inmiddels Zuid-Limburg Bereikbaar is gaan heten.
Louis Prompers is trots op wat in Maastricht is bereikt door de ondertunneling van de A2, maar blijft bescheiden. Ook zijn afscheid is bescheiden.
Geen grote receptie, maar een bijeenkomst met zijn collega’s van het Projectbureau in maart 2023 en van ZuidLimburg Bereikbaar april.
“Natuurlijk ben ik ontzettend trots op wat is bereikt. Als ik over de Groene Loper wandel of fiets denk ik dat veel mensen ook tevreden zijn met het resultaat. Er is weer verbinding tussen de wijken. De Groene Loper is een gebied waar het aangenaam is om te verblijven. Een van de doelen van het A2-project was ook levendigheid terug te krijgen in de buurt. Ook dat is gelukt” zegt Prompers.
Balkenende
Dat de tunnel er uiteindelijk is gekomen heeft volgens Prompers heel wat voeten in de aarde gehad. “Maastricht ligt nogal ver van Den Haag en verkeersproblemen of problemen met luchtkwaliteit hebben zeker niet de prioriteit op het Binnenhof. Een paar personen wil ik toch met name noemen die cruciaal zijn geweest in het traject. Wethouder John Aarts van de VVD heeft zich bijna drie decennia lang ingezet voor het plan. Ook de toenmalige burgemeester Gerd Leers, die voor zijn burgemeesterschap twaalf jaar in de Tweede Kamer zat voor het CDA, wist heel goed hoe de hazen lopen in het Haagse. In januari 2003 vlak voor de Tweede Kamerverkiezingen liet Leers elke politicus die campagne kwam voeren voor de camera iets zeggen over de A2-tunnel. Iedereen uit politiek Den Haag vond dat de tunnel er moest komen. Toen het kabinet Balkenende II de A2 dreigde te schrappen confronteerde Leers zijn partijgenoot en premier Balkenende met
de eerder gedane beloftes van politici. Ze konden niet meer terugkomen op hun uitspraken.
Ik heb zes ministers, vier burgemeester en zes wethouders zien zien passeren in die periode, maar ze waren allemaal consistent in hun beleid: de tunnel moest er komen, gebaseerde op integrale aanpak, te weten: zorgen voor een robuuste oplossing, doorstroming verkeer en helen van Maastricht. Uiteindelijk is het de toenmalige minister Karla Peijs geweest die er definitief een klap op heeft gegeven. Er kon gegraven gaan worden.”
Voor de bouw van de tunnel werd gekozen voor een onorthodoxe aanpak. “Marktpartijen konden zelf met een plan komen voor het project. We hebben niet van tevoren alles tot in detail vastgelegd, alleen onze visie in een Ambitie document met 12 functionele topeisen. Die visie was dat het een gezamenlijk project moest zijn. Bij alle grote infrastructurele projecten zie je verkokering. Elke partij doet zijn ding zowel bij overheidspartijen als markt partijen . Wij wilden een integrale aanpak omdat het niet alleen om het oplossen van een verkeersprobleem ging. Het ging ook over investeren in mensen, over verbinden. Ik heb daarbij altijd het Rijnlandse model aangehouden waarin verbinden, vertrouwen en vakmanschap tellen.” Probeer van Stakeholders Shareholders te maken en eenieder verliefd wordt op de opgave. En last but least creëer een omgeving van bondgenootschappelijkheid.
In een project dat bijna tien jaar duurt kan van alles mis te gaan. Dat dreigde te gebeuren toen de bouwers Ballast Nedam en Strukton in 2015 bekend maakten verlies te hebben geleden.
Ballast Nedam dreigde zelfs failliet te gaan. Voor Louis Prompers een spannende tijd. “Spannend, omdat we zelf als opdrachtgever niks konden doen, maar je wilt niet dat een project komt stil te liggen.” In een boek dat over de
A2-tunnel is verschenen zegt Prompers er het volgende over: “De tegenvallers waardoor Strukton en Ballast Nedam verliezen leden kwam door tegenvallers zoals de onvoorzien zwaardere ondersteuning van de
bouwput. Of het consortium Avenue2 te krap had begroot, kan ik niet zeggen.”
Louis Prompers denkt dat Ballast Nedam wellicht het verlies kan verminderen door de positieve vastgoedrealisatie. De Groene Loper is nog niet
af. Hier en daar is nog een braakliggend stuk grond te zien. Onder andere op het terrein waar vroeger het KPN Hoofdkantoor stond is nog ruimte. “Dat gedeelte valt buiten de ontwikkeling van de Groene Loper, omdat het
in handen is van een andere partij. In de toekomst zal er zeker gebouwd gaan worden verwacht ik. Ook de twee geplande woontorens, één aan de zuidkant en één bij de Geusselt moeten nog gebouwd worden.
De markt voor dit soort projecten is nu anders, maar ook hier verwacht ik dat ze aan de slag gaan.”
Randwyck
De bouw van de tunnel mag in meerdere opzichten een huzarenstukje worden genoemd. Het project werd op tijd en binnen het budget van bijna 890 miljoen euro opgeleverd. Koning Willem Alexander mocht in 2016 de tunnel die zijn naam draagt officieel openen. De opzet om het verkeer soepel te laten
doorstromen is gelukt. “We hebben bij de planontwikkeling alles doorgerekend. Over verkeerstoename, verkeersstromen etc. Een bottleneck die we niet voorzien hadden is de afslag bij Randwyck richting ziekenhuis. Het verkeer loopt daar op drukke momenten vast omdat er maar weinig afstand is tussen de tunneluitgang en de afrit. De tunnel wordt dan afgesloten omdat we absoluut niet willen dat het verkeer vast komt te staan in de tunnel. Ondanks alle berekeningen
blijkt de praktijk hier toch weerbarstiger,” Momenteel wordt dit issue geanalyseerd en bezien hoe een oplossing mogelijk is.
Voor Prompers zit het voor de A2 en Zuid-Limburg Bereikbaar erop. Vlak voor zijn 75ste verjaardag is het tijd om het rustiger aan te doen. Alhoewel. “Helemaal niks doen zal mij niet lukken. Waar om mijn advies wordt gevraagd help ik graag.”
Op zoek naar een unieke locatie waar je kunt vergaderen, lunchen, borrelen, feesten én genieten van een avontuurlijk potje GlowGolf? Bij GlowGolf Maastricht denken we graag met je mee om jouw activiteit perfect vorm te geven.
Een veelzijdige ontmoetingsplek
GlowGolf Maastricht staat bekend om de spectaculaire glow-in-the-dark minigolfervaring, waarbij je in 18 holes een wereldreis maakt langs iconische plekken als New York, Australië en Italië. Maar wist je dat onze locatie nog zoveel meer te bieden heeft? Ook zonder golfclub ben je bij ons van harte welkom!
Of je nu een informele borrel organiseert, een bedrijfspresentatie houdt of gewoon wilt genieten van een goede kop koffie, ons sfeervol eetcafé biedt de perfecte setting. Onze sfeervolle brasserie, met kleine lunch- en dinerkaart, gratis parkeren én een centrale ligging achter winkelcentrum De Brusselse Poort, maakt ons de ideale plek voor elk type samenkomst.
Van kinderfeest tot bedrijfsuitjes
Van een origineel kinderfeest tot een gezellig vrijgezellenfeest, van een zakelijke brainstormsessie tot een ontspannen uitje met je vereniging, bij GlowGolf Maastricht kan het allemaal. Onze gastvrije medewerkers zorgen ervoor dat het je aan niets ontbreekt. Eigenaresse Patricia Beekers benadrukt: “We maken graag een maatwerkarrangement dat perfect aansluit bij jouw wensen. Laat je verrassen door alles wat we te bieden hebben!”
Dus, of je nu komt voor een uitdagend potje minigolf of gewoon een gezellige bijeenkomst plant, GlowGolf Maastricht biedt meer dan je denkt!
GLOWGOLF MAASTRICHT – DE IDEALE LOCATIE VOOR IEDERE GELEGENHEID!
GlowGolf Maastricht – around the world in 18 holes
Porseleinstraat 1b www.glowgolf.nl/maastricht/ Woensdag tot en met zondag geopend
Glowgolf Kerkrade
Roda JC Ring 2F Kerkrade
Alle dagen van de week geopend www.glowgolf.nl/kerkrade/
Maastricht staat als meest Bourgondische stad van Nederland bekend om zijn fijne restaurants, gezellige kroegen, Mediteraanse terrassen én al z’n lekkernijen!
Maar welke lekkernijen zijn er dan zoal te krijgen in, maar ook rondom Maastricht en wat is het verhaal, achtergrond, recept of geheim?
DOOR: RENÉ PERSOON BEELD: DE NIEUWE STER
René Persoon beschrijft maandelijks in De Nieuwe Ster typische Maastrichtse lekkernijen. Van klassieke Mestreechse Praline tot ’t traditionele ‘Stumpke’ of een verrassende nieuwe vondst zodat u daarna zelf de proef ‘in de mond’ kunt nemen.
LOCATIE:
Adriaan de Smaakmaker Sint Pieterstraat 36 6211 JN Maastricht. Geopend di-vrij van 10.00-18.00 uur, zaterdag 10.00-17.00 uur. zondag & maandag gesloten.
LEKKERNIJ:
Maastrichtse kruidenmosterd. Potje 200 gram 5,- euro.
IN GESPREK MET:
James en Angeliek Lumsden, eigenaren.
Het Maastrichtse carnavalsliedje uit 1973 (!) ‘Boe Boe Boe’ waarin de regel “Boe Abraham de mosterd haolt?, klinkt nóg steeds in mijn oren na een grandioze Mestreechter Vastelaovend 2025. Een antwoord op de vraag waar Abraham dan de mosterd haalt heb ik nooit gekregen. Wél waar mijn moeder de mosterd haalde, maar daar is nooit een liedje van gemaakt dus, vooruit. Ik zal het verklappen: bij Adriaan de Smaakmaker in de Sint Pieterstraat.
In 1985 begint ene Adriaan een klein winkeltje waar op meer dan ambachtelijke wijze
en met uitsluitend natuurlijke ingrediënten en zonder kunstmatige toevoegingen overheerlijke producten gemaakt worden zoals de Maastrichtse Kruidenmosterd, jams, azijnen, vinaigrettes, mayonaises etcetera. De productie vond plaats achter in het winkeltje en werd al snel door vele Maastrichtenaren én toeristen ontdekt.
Mosterd of op z’n Frans ‘Moutarde’ heeft al een eeuwenlange historie achter de rug en is derhalve een van de meest verbouwde en gebruikte specerijen ter wereld, met zijn oorsprong vermoedelijk in het oude Egypte.
Ook de Grieken en Romeinen waren al bekend met de mosterd en gebruikte deze voor allerlei doeleinden bij voedselbereidingen maar ook als medicijn. De Romeinen brachten de mosterd naar Noord-Frankrijk waar het door monniken werd verbouwd en de kloosters aanzienlijke inkomsten genoten uit de verkoop van mosterd. De naam ‘mosterd’ is mogelijk afkomstig van het Latijnse ‘mustum’, dat halfvergist druivensap betekent. Maar in de Middeleeuwen werd ook al over mosterd geschreven in relatie tot de Franse stad Dijon die een monopolie had op de mosterdfabricatie. Zo was de burgemeester van Dijon, Jean Poissonnet, ten tijde van Filips de Stoute mosterdmaker van beroep en gebruikte hij de lijfspreuk van Filips “Moult me tarde” (ik kan niet wachten) als reclame-slogan op zijn mosterdpotjes. Zou hier mogelijk de naam ‘Moutarde’ van afstammen?
Zeker is in ieder geval dat mosterd toentertijd al zeer geliefd was ook aan het pauselijk hof in Avignon, waar Paus Johannes XXII zelfs al een ‘Grand Mourtardier du Pape’ (Grote Mosterdmaker van de Paus) in dienst had.
Ook in onze tijd is mosterd nog altijd een zeer geliefd product met vele culinaire gebruiksmogelijkheden.
Mosterd wordt gemaakt van mosterdzaad, azijn, water en zout en vaak op smaak gebracht met suiker, honing, kruiden en/of specerijen. Er zijn vele soorten mosterd met allerlei geuren en kleuren. Een befaamd mosterdhuis uit Frankrijk gelegen in Dijon is Edmond Fallot. Hier maakt men mosterds in allerlei gastronomische smaken: au vin blanc, cassis en grains, provencale, poivre, miel, truffe,à L’estragon enzovoort. Ook uit Frankrijk en wel Meaux komt de Moutarde Pommery, naar een receptuur van Franse monniken en in 1760 door de Pommery-familie overgenomen en qua receptuur nooit veranderd.
Uit de Verenigde Staten komt de gele mosterd. Zeer mild en felgeel van kleur door de kurkuma die erin gebruikt wordt en deze past derhalve dan ook niet toevallig goed bij hamburgers!
Maar ook in Nederland zijn er bekende mosterdfabrikanten zoals Marne Mosterd uit Groningen, de Doesburgsche Mosterd-en Azijnfabriek uit Doesburg, de Zaanse Mosterd uit Wormerveer en van Ton uit Zierikzee. En vergeet dan niet de grove mosterds. Iedere streek of stad in Nederland heeft wel z’n eigen grove mosterd voor bij de stamppot. Allemaal nogal grote spelers en bijna allemaal te vinden in de supermarkten en foodhallen. Dus ook grote productie, hetgeen niets hoeft af te doen aan de kwaliteit, maar het blijft natuurlijk erg fijn dat wij in Maastricht een klein en ambachtelijke bedrijfje hebben dat onder meer onze eigen
Maastrichtse kruidenmosterd produceert onder de enaam Adriaan de Smaakmaker.
De twee eigenaren Angeliek en James Lumsden hebben net als de mosterd een flinke reis gemaakt om uiteindelijk in Maastricht te landen. Angeliek geboren in Eersel en James ‘born in Londen’ werkten samen in de keuken èn service op een luxe hotelboot in Frankrijk. Deze hotelboot bleek voor hen -zoals ze het zelf noemen- ook een love boat te zijn. Gezamenlijk trokken ze in 1998 naar Maastricht waar James nog een tijd werkte als kok bij ‘t Plenkske en Angeliek in de catering.
Maar de drang naar een eigen zaak werd steeds sterker en toen in 2004 dan ook duidelijk werd dat de Sjaak Caris en zijn partner Liesbeth zouden stoppen als eigenaren van ‘Adriaan’, grepen zij deze kans en namen de zaak in 2005 over. Vanaf dat moment zijn zij begonnen met het drukken van hun eigen stempel op de zaak én het assortiment, waarbij de Engelse achtergrond van James en de culinaire fantasie van Angeliek hand in hand gingen bij het ontwikkelen van nieuwe producten.
‘Famous’ zijn hun lemoncurd, orange marmalade, pickled celery en chutney’s, waarbij de hot-aubergine chutney wel erg bijzonder én lekker is! Kortom, Adriaan de Smaakmaker was aan z’n derde leven begonnen, maar met respect voor de traditionele ‘Adriaan’ producten waarvan de Maastrichtse kruidenmosterd een mooi voorbeeld van het eerste uur is. Deze mosterd, naar geheim receptuur in Maastricht bereid, smaakt zacht, rond en kruidig maar toch ook mild. Zelfs iets zoet. Dat laatste door het marineren van de kruiden in
azijn en ‘brojne sokker’. Dus toch een tipje van de sluier van de receptuur opgelicht!
Angeliek en James vertellen in hun gezellige en ambachtelijke winkel (en keuken!) vol enthousiasme over hun zaak, de producten en hun klanten van over de hele wereld én natuurlijk Maastricht. Ook de actuele situatie m.b.t. de mosterdzaadhandel heeft alle aandacht, want door de oorlog in Oekraïne, een van de grootste mosterdzaadproducenten van de wereld, is mosterdzaad schaars en dus duur geworden, hetgeen zich ook in de verkoopprijzen laat zien. Ook mosterd wordt daardoor steeds exclusiever. Exclusief kan mosterd dan wel zijn geworden, maar het kan ook als reddingsboei functioneren tijdens een Franse lunch.
Op doorreis met mijn opa vanuit Reims naar Beaune moest er voor de lunch gestopt worden in Troyes om daar de plaatselijke specialiteit te proeven. De ‘Andouillette de Troyes’, smakelijke worstjes en gegaard in een krachtige bouillon. “Hemels van smaak”, zei mijn opa. Het water liep hem al uit de mond: “Bei us bijnao neet te kriege, soms nog wel ‘ns in Luik.”
Nou, de verwachtingen waren dan ook hoog gespannen bij mij en verheugd op wat komen ging, nam ik samen met opa en zijn Franse vrienden plaats aan de lunchtafel in een kleine echte Franse Bistro. Het zat er vol met lunchende gasten en eerlijk gezegd, het rook er verdomd onaangenaam.
Gevraagd naar wat er gegeten zou worden werd er niet, want we waren toch in het land van de Andouillettes en dus werden deze ook meteen besteld. En ja hoor, daar kwam
een hele schaal flets gekleurde worstjes op tafel en iedereen nam zijn portie. Ik ook uiteraard. Maar bij het opensnijden van de worstjes kwam ik er meteen achter waar de - laat ik het vriendelijk zeggen – ‘aparte’ geur in de bistro vandaan kwam.
Toen mij de ingrediënten (repen varkensdarm en maag) uitvoerig werden verteld, begon ik steeds meer pittige Dijon-mosterd op mijn worstje te smeren. Met het zweet op m’n voorhoofd sneed ik het eerste worstje open en kwam de reuk van de inhoud mij spontaan tegemoet. Ik pakte snel de mosterdpot. Allerlei associaties kwamen bij mij op qua geur die ik nu niet zal benoemen omdat dit een net artikel moet worden, maar een Maastrichts woord dat er bij in de buurt komt is ‘pöt-loch’. Dus nog meer mosterd erop en alles snel wegslikken. Verheugd zag mijn opa dat mijn bord als snel leeg was. “Lekker hè jong”, zei hij en prikte in het volgende worstje om dat aan mij te geven. Ik heb dit, zo u zult begrijpen, vriendelijk doch resoluut afgewezen. Ook al omdat de mosterd op was.
Bij Adriaan de Smaakmaker zal de mosterd niet snel op zijn. Er zijn genoeg potjes met allerlei smaken. De kans is dan ook klein dat het hier ‘mosterd na de maaltijd’ wordt met twee van zulke gedreven mosterdmakers.
Angeliek en James: ik kijk al uit naar het volgende potje Maastrichtse kruidenmosterd, “Moult me tarde”.
“Laot uuch de mosterd smake!
René Persoon
Geniet van een heerlijk brunchbuffet in de ochtend of van ons 3 gangen hotplate diner inclusief een uurtje bowlen
Op zoek naar het ultieme paasei? Lees dan vooral verder.
Allereerst een weetje: het verstoppen van paaseieren is een oud Germaans gebruik, dat aan het begin van de lente plaatsvond. De eieren waren een symbool voor vruchtbaarheid en om voor extra vruchtbare grond te zorgen werden er eieren in de akkers gestopt. Dit gebruik is omgevormd tot wat we nu kennen: het verstoppen van chocolade paaseieren!
La Fève heeft de afgelopen tijd weer flink liggen broeden op een aantal mooie smaakcombinaties en daarnaast een aantal ‘side products’ verzorgd waaronder onze kloek combinaties en Calimero! Onder het motto ‘voor iedere Paashaas wat wils’ treffen jullie de volgende smaken aan in ons assortiment:
Yuzu | crunchy praliné | crème brûlée | fudge karamel met Oosterschelde zeezout en de framboos met wilde rode roos
Tot slot: wij hebben het la Fève paasassortiment niet verstopt op onze site maar je kunt het vinden middels de volgende QR code:
De Calimero’s, de design paaseieren en onze Picasso kippen zijn alleen verkrijgbaar in ons atelier op de Statensingel 148 B te Maastricht.
Met uw advertentie in De Nieuwe Ster bereikt u niet alleen uw lokale doelgroep online en in print, maar houdt u ook het nieuws van onze stad
GRATIS VOOR ALLE MAASTRICHTENAREN.
Informatie: verkoop@denieuwestermaastricht.nl OND PREMIER PR O
Hier groeit plezier!
Het adres voor al uw tuin-, dier en bakbenodigdheden Op 2 minuten rijden van Maastricht UMC+
Vogelzang 7a 6229 VM Maastricht(Heugem) 043-3672835 avevemaastricht@aveve.nl Ma-vr: 9.00-18.00u Za: 9.00-17.00u
DOOR: MAURICE VAN DER LINDEN BEELD: LUC HOMMES
Aduscha Hommes had een mooie muzikale carrière in het verschiet. Op haar zestiende kreeg ze -terwijl ze de middelbare school nog moest afmaken- al te horen dat ze was aangenomen op het conservatorium. Tweeëneenhalve week na het bericht van het conservatorium, sloeg echter het noodlot toe. Aduscha werd getroffen door een hersenbloeding.
Ondanks alles speelt muziek nog steeds een grote rol in het leven van de 50-jarige Maastrichtse. In haar woonkamer staan keurig naast elkaar opgesteld drie harpen. Maar ook boeken schrijven behoort inmiddels tot haar passie. Na een kinderboek in 2022 en een jeugdboek in 2024 verschijnt dit jaar haar derde boek: ‘Een bariton in Maastricht’, een thriller.
Ongelooflijke prestatie
“Na mijn hersenbloeding kon ik niet meer lopen, niet meer praten en was ik halfblind”, vertelt Aduscha. “Ik moest flink revalideren. Ondanks alles werd ik uiteindelijk toch toegelaten tot het conservatorium. Dat betekende heel veel voor mij.” Heel bijzonder is dat Aduscha als harpiste afstudeerde aan het conservatorium. “Mijn toenmalige neurochirurg vond het een ongelooflijke prestatie.”
Na haar afstuderen speelde Aduscha nog een tijdje bij amateurgezelschappen, gaf ze negen jaar lang les in Nijmegen op zaterdag en won ze het Andrée Bonhomme compositieconcours in 2007. “Uiteindelijk heb ik het muziek maken toch op een laag pitje moeten zetten. Omdat ik zelf geen auto mag rijden, ben ik afhankelijk van het vervoer van anderen en je kunt je voorstellen dat je een harp niet in iedere auto vervoerd kunt krijgen.”
Emoties
Hoewel Aduscha al op jonge leeftijd graag verhalen en met name gedichten schreef, duurde het tot een aantal jaren geleden voordat ze zich op het schrijven van een boek stortte. “Ik wilde in eerste instantie een boek schrijven over alles wat me was overkomen door de hersenbloeding. Maar dat riep zoveel emoties op dat ik uiteindelijk na twee hoofdstukken gestopt ben.” Uiteindelijk werd het dus een kinderboek: ‘Tobias de talentvolle tekenaar’. Ze had de smaak zo te pakken dat twee jaar later het boek ‘Floortje Vlierbes en de eigenzinnige wereld van Rosa Senzafasía’ volgde. Bijzonder daarbij is dat haar vader Pol de illustraties voor beide boeken tekende.
kan ik vertellen dat die bariton na een voorstelling in Maastricht bijna vermoord wordt. Wat volgt is een zoektocht naar de dader. Bekende plekken en de nodige cafés in de Limburgse hoofdstad passeren daarbij de revue.” Ook voor dit boek schakelt ze weer familie in. Oom Luc, de bekende Maastrichtse fotograaf, zal de foto’s maken voor in het boek.
“ Ik kon niet meer lopen en niet meer praten”
Bijna moord in Maastricht Het derde boek wordt deze keer geen kinderboek, maar een thriller die zich afspeelt in Maastricht. De titel: ‘Een bariton in Maastricht’. “Tien jaar geleden zong ik bij Opera Zuid in het koor, en zo ontstond het idee om een bariton de hoofdrol in het boek te laten spelen. Zonder te veel te verklappen
Energie doseren Wanneer het boek dit jaar verschijnt, durft de schrijfster nog niet te zeggen. “Schrijven is eigenlijk iets wat ‘boven mijn macht’ ligt. Ik moet constant mijn energie doseren. Daardoor heb ik fases waarin ik veel schrijf en fases waarin het een tijdje stilligt. Aan de buitenkant zie je niets aan mij, totdat ik moe word. Dan gaat de motoriek en de spraak achteruit. Maar door hard te vechten en niet op te geven, heb ik enorm veel bereikt in mijn leven.”
DOOR: KARLIJN VAN DER GRAAF
In de rubriek Het Afscheid verschijnt elke maand een necrologie van iemand die recent is overleden.
Een rotsvast geloof in alles wat ze deed. Daar was Dorothy van, en daar hield ze vol overtuiging aan vast. En tegelijkertijd bood geloven haar zelf ook houvast. Niet voor niets toog ze begin jaren ’90 met man Pierre en zoontje Casper naar India om zich onder te dompelen in het hindoeïsme. Een jaar lang zouden ze daar van Ashram naar Ashram trekken, en vol overgave doen wat de Hindoeïstische voorgangers hen opdroegen. Zij geloofden ‘heilig’ volgens Pierre, en waren dusdanig overtuigd van een lotsbestemming voor hen binnen deze leer, dat ze vanuit India terugkeerden naar Nederland met het plan om op de Veluwe een Hindoeïstisch conferentieoord te leiden. Toen men daar niet echt open bleek te staan voor de verandering die met name Dorothy voor ogen had, zagen ze ervan af. En dus moesten huis, haard en inkomsten opnieuw opgebouwd worden.
Een nieuwe bestemming werd gevonden in de vorm van een interieurwinkel. Zonder de geringste ervaring startten Pierre en Dorothy hiermee in een huurpand aan de Hoogbrugstraat. Wonen deden ze boven de zaak, die Verwondering werd gedoopt. Werden er in eerste instantie nog vooral Sari’s en Indiase spulletjes verkocht, in de loop
van de tijd richtten Dorothy en Pierre zich meer en meer op een diverse aanbod van eigentijdse design artikelen, hetgeen tegenwoordig een zogenaamde ‘conceptstore’ genoemd wordt. Dorothy’s overtuigingskracht kwam ook hier van pas; ze bemoeide zich volgens Pierre overal mee. Zo kon het gebeuren dat klanten binnenkwamen voor een cadeautje, en met een nieuwe sjaal en oorbellen voor zichzelf naar buiten liepen. Plus dat zij en passant wat stylingadvies ontvingen over bijvoorbeeld een haarkleuring. Dorothy heeft menige vrouw de figuurlijke ‘helm’ laten afzetten door dames over te halen om hun haar grijs te laten worden. En als zij vond dat bijvoorbeeld de hoed die gepast werd de klant niet stond, dan liet ze dat blijken. Om vervolgens uiteraard alternatieven aan te reiken.
Omzien naar elkaar
De winkel is naast mooie spullen, vol van verhalen. Met vele mensen is in de loop van de 28 jaar dat de Verwondering bestaat, een band opgebouwd. Dorothy vond dat er ruimte moest zijn om te verbinden. Vooral in deze tijd, waarin mensen volgens Pierre hun stam kwijt zijn en verward door social media als pluisjes in de wind rond waaien. En waar iedereen een mening meent te moeten hebben over ontwikkelingen op wereldschaal, riepen hij en Dorothy op om eerst maar eens een beetje vrede met de buren te stichten. Dat was in hun geval ook letterlijk zo: een zonderlinge buurvrouw op leeftijd die vanwege haar eigen gedrag door buurtgenoten genegeerd werd, was op een zeker moment verstoken van gas, water en licht. Ze had geen idee van internet en er was niemand die haar bijstond. Totdat Dorothy haar met emmers water en een verlengsnoer hulp bood. Uiteindelijk hebben Pierre en
zij haar uitvaart georganiseerd. Dorothy vond dat omkijken naar elkaar, zeker wanneer iemand in een kwetsbare positie verkeert, essentieel is voor hoe wij mensen ons tot elkaar dienen te verhouden. Betrokkenheid in nabijheid.
Zingeving
Spiritualiteit bleef een rode draad in haar bestaan. Dorothy gaf een tijd meditatietrainingen op de Bemelerberg, waarbij ze citaten aanhaalde van goeroes. Haar oudste zoon herinnert zich dat de wandelingen die op zondag (vóórdat de koopzondag werd ingevoerd) met bevriende gezinnen werden afgelegd, soms ook in stilte plaatsvonden. Dan was het de bedoeling dat er gezwegen werd, hetgeen voor de kinderen een beproeving was, maar wel gebeurde, zoals met alles dat zij voor ogen had; overtuigd als ze was. Bewust stilstaan bij de dingen die ertoe doen vond ze belangrijk, en gaf ze vorm met rituelen. Haar zonen Casper en Tycho roemen de manieren waarop ze inhoud gaf, een diepere laag aanboren. Hun opvoeding werd ook bewust vormgegeven. Zo kozen Dorothy en Pierre ervoor om hen naar de Vrijeschool te brengen, terwijl dat logistiek lastiger was dan de school om de hoek, en extra kosten met zich meebracht.
Voortouw
Dat laatste was geen sinecure; de opbrengsten uit de winkel waren wisselend, en de diverse crises nogal uitdagend op financieel vlak. Een paar keer werd hun ondernemerschap tot het uiterste op de proef gesteld. Op wonderbaarlijke wijze diende zich dan een oplossing aan. Zoals die keer dat Dorothy, nadat ze bij Albert Heijn had geïnformeerd of zij als poetshulp daar extra inkomsten kon genereren, bij terugkomst in de winkel op een echtpaar stuitte dat vanwege een nieuwe woning een enorme
aankoop aan meubels deed. Dat gaf weer een paar maanden ‘lucht’. Dorothy had een inventieve gees ten zag altijd weer een uitweg. Ze kon na een nacht woelen in bed, Pierre in de ochtend vertellen dat ze het helemaal anders gingen doen. Met de winkel, met het leven ernaast, of met de jongens. Dorothy was doortastend en initiatiefrijk.
Anderen helpen
Ook binnen haar vriendengroep was dat het geval. Zij nam vaak het voortouw en bracht mensen bij elkaar. Soms had ze daar tabak van en gooide een balletje op om iemand anders te verleiden die rol op zich te nemen. Als dat balletje niet opgevangen werd, kon ze diep teleurgesteld zijn en daar over mopperen. Haar vroegere buurvrouw Diane Biezeman stelt dat Dorothy alsnog haar zin krijgt, nu haar vriendinnen hebben afgesproken voortaan elk jaar op haar verjaardag bijeen te komen en het glas op haar leven te heffen. De dames zullen een hoop missen verwacht Diane. Zelfs Dorothy’s commentaar dat zij nooit onder stoelen of banken stak. Ze kon daarin belerend zijn en streng van toon, maar met de intentie om de ander te helpen of om voor zichzelf op te komen.
Zusterliefde
Marinka, Dorothy’s zusje, herkent dat. Ook zij kreeg zo af en toe aanwijzingen van haar zus. Dorothy, die zelden een zelfde combinatie van kleding droeg en liefst elke avond een nieuwe -vegetarische- maaltijd bereidde, was volgens Marinka als kind al een echt ‘meisjemeisje’. Zij niet. De zussen verschilden sowieso. Marinka was een dartelende, blije gup zoals ze zelf zegt. Dorothy was serieuzer. Thuis was het niet altijd fijn door de bange en sombere aard van hun moeder. Als puber deed Dorothy meerdere pogingen om de
relatie tussen haar ouders te verbeteren. Ze hoopte op meer begrip over en weer, maar het mocht niet baten.
De zusjes deelden als kind een kamer en omdat er in huis weinig ruimte was voor expressie, creëerden ze dat op hun eigen plekje. Dorothy vertelde Marinka zelfverzonnen verhalen, die zij met de duim in de mond ‘opzoog’. Dat Dorothy in die tijd blijk gaf van een dwangneurose, kon Marinka plaatsen omdat ze wist dat het haar zus op een bepaalde manier grip op de situatie gaf.
Tegen de tijd dat ze tieners waren, was Dorothy volgens Marinka idolaat van jongens en gek op de overbuurjongen. Als dank voor het aanhoren van haar eindeloze geklets over die verliefdheid, schonk Dorothy haar zusje destijds een bos Mimosa’s. Toen Marinka sprak tijdens Dorothy’s uitvaart, viel haar oog op het bloemstuk op de kist. Was het toeval dat daar Mimosa in zat?
Pierre zal zeggen van niet. Er is geen toeval, het ís. Daar waren hij en Dorothy van overtuigd. Zij geloofden intussen al jaren in non-dualiteit. Dat hielp hen om te gaan met de asbestkanker die in augustus geconstateerd werd bij Dorothy. Ze hadden het te nemen zoals het kwam, het te doen met wat zich aandiende. Dat maakte het proces op zichzelf niet minder pijnlijk, maar er tegen vechten zou volgens hen niet helpen. Zo overtuigd als Dorothy normaliter was, vroeg ze zich af hoe dat nu eigenlijk moest: doodgaan. Net na Kerst gleed ze weg uit dit leven, haar mannen, zus, vrienden en vele klanten in verwondering achterlatend.
Als Wim Sonneveld in Berg en Terblijt had gewoond, had hij zeker garage Bergsteyn bezongen in zijn iconische liedje Het Dorp. Bergsteyn is in zijn uitstraling altijd die typische dorpsgarage geweest waar service vanzelfsprekend was.
“Als iemand uit de straat belde dat de auto niet startte, gingen we dat even verhelpen. Dat doen we nog steeds. Dan ga je toch geen geld vragen”, zegt Maurice Bergsteyn.
Verlost
Maurice Bergsteyn: “Wij kennen dat systeem van ook van Opel. We konden de klanten altijd tegemoetkomen met een flinke korting, omdat de marge op onderdelen daarvoor groot genoeg was. Nu we verlost zijn van Opel, kunnen we de klanten nog beter bedienen.”
Bergsteyn legt het simpel uit. “Iemand die een nieuwe accu nodig heeft, kan nog steeds een officiële automerk-accu kiezen. Als hij dat wil en bereid is daarvoor te betalen. Maar als je de Opelsticker van die accu afpeutert, zie je dat de accu bij Varta wordt gemaakt. En je ziet het type- en serienummer van de accu.
zou zetten. De man kon zijn oren niet geloven. Hij had een prijsopgave gekregen die een veelvoud was bij de merkdealer. Ja, als je in zo’n glaspaleis komt, waar een ticket wordt aangemaakt, waar je moet wachten in een luxe wachtruimte, waar die auto op de brug wordt gezet en de monteur dan zonder te hoeven bukken het lampje kan vervangen: dan wordt het al snel duur. Ik ga even op mijn knieën zitten en het is binnen een paar minuten gefixt.”
‘Dorpse’ service Service is het grote verschil waar Bergsteyn al heel lang op drijft en het is die bijna ‘dorpse’ service
Precies dezelfde accu rechtstreeks kopen, is een stuk goedkoper. Dat is dan vaak de beste oplossing voor een klant. Ja, als je een Chinese accu koopt, kan het nog goedkoper, maar dat doen we niet. Bergsteyn staat al negentig jaar voor kwaliteit.”
Eerlijk verhaal
Bergsteyn is nu aangesloten bij ‘Autorepar’, en dat is geen tikfout. Bergsteyn: “We kunnen alle merken auto’s servicen. En daarbij werken we samen met andere specialisten. “Als er een lastig technisch probleem is, leg ik dat liever even voor aan een collega uit de branche die in dat betreffende merk gespecialiseerd is, dan dat ik zelf vier uur ga zoeken die ik de klant in rekening moet brengen. Dat is het eerlijke verhaal.”
Bergsteyn: “Laatst kwam een klant helemaal onthutst bij ons. Hij stelde vraag wat een lampje vervangen kostte. Ik zei dat we die lampjes voor in de winkel hadden liggen voor bijna twee tientjes en dat als hij even wachtte, ik dat lampje even erin
die nu weer steeds meer toekomstperspectief biedt. “Je kunt misschien op internet wel een andere auto gaan kopen in Arnhem of Utrecht, maar voor de service wil je toch een vertrouwde garage in de buurt hebben. Daar ga je natuurlijk niet het halve land voor doorrijden. Je wil ook gewoon iemand kunnen bellen, kunnen langskomen. Maar hoe groter de bedrijven worden, of het nu gaat om dealers, om banken of om zorgverzekeraars: je krijgt niemand meer te spreken.”
Geen targets
Maurice Bergsteyn lijkt wel verlost van een grote last, zo blijkt. “We kunnen hier nu precies doen wat we willen. We kunnen de tijd nemen voor een klant als die een vraag heeft. We hebben geen targets over aantallen auto’s die we moeten verkopen. Nu hebben we hier ook occasions van andere merken. Je kunt nu ook bij Bergsteyn terecht voor een BMW of wat anders. En natuurlijk: we mogen ons nog steeds specialist in Opel noemen.”
De zorg- en welzijnssector is de grootste bedrijfstak van Nederland met ruim 1,8 miljoen banen. Doordat we met z’n allen steeds ouder worden, neemt de vraag naar zorg steeds verder toe. Omdat het aantal zorgmedewerkers niet evenredig stijgt, zijn innovatieve oplossingen nodig om de zorg draaiende te houden. Zorg bestaat niet alleen uit medische ondersteuning, maar ook uit het bevorderen van het welzijn van de cliënt en het behouden van regie over het eigen leven. De zorgen welzijnssector is een dynamische bedrijfstak die uiteindelijk voor iedereen van ons van belang is.
Iedereen heeft het tegenwoordig over Community Care. En dat is goed! Willen we de komende jaren het leven aangenaam willen houden voor eenieder, zullen we dit echt samen moeten doen. Tekorten aan professionals gaan we in alle sectoren voelen, zo ook in de zorg. We zullen rekening houdend met de veranderende wereld, ons echt samen in moeten zetten voor (duurzaam)wonen en een totaal andere manier van zorgverlening.
Community Care sluit perfect aan bij de huidige tijd en het traditionele concept van ‘naoberschap’. Dit gedachtegoed benadrukt de waarde van wederzijdse hulp binnen gemeenschappen, zonder directe tussenkomst van formele instanties. Door mensen samen te brengen en samenwerking tussen professionals en burgers te stimuleren, draagt Community Care bij aan betrokken en veerkrachtige wijken waarin iedereen een rol kan spelen.
De afgelopen drie jaar is Sevagram, samen met vele partners in Zuid-Limburg, bezig geweest om vanuit de Community Care gedachte initiatieven gericht op het verminderen van eenzaamheid, het versterken van zelfredzaamheid en samenredzaamheid vorm te geven. Samen met meer dan 60 partners zet Sevagram zich via Community Care in voor het versterken van wijken en gemeenschappen. Het doel is om ouderen de zorg, welzijn en ondersteuning te bieden die zij nodig hebben om zo zelfstandig mogelijk te blijven wonen, met behoud van hun levenskwaliteit. Tot nu toe zijn er al 39 initiatieven ontwikkeld en in gang gezet die aan deze doelstelling bijdragen. Zie ook ons platform www. communitycarezuidlimburg.nl en vul vooral aan, want er komen iedere dag mooie initiatieven bij!
Binnen de ontwikkeling van initiatieven en samenwerkingen speelt de Community Care-coördinator een cruciale rol. Dankzij de gekozen projectmatige aanpak kan de coördinator/buurtverbinder effectief nieuwe initiatieven opzetten en samenwerkingsverbanden aangaan. Zo weten burgers de coördinator steeds vaker te vinden. Zoals bijvoorbeeld om een Odensehuis op te starten in Valkenburg. Het Odensehuis is een plek waar mantelzorgers en hun naaste met dementie binnen kunnen lopen voor activiteiten of een luisterend oor.
Ook zien we een toenemende verbinding tussen zorg en welzijn, zoals in Maastricht. Daar zien we dat organisaties vanuit welzijn en zorg hun krachten willen verbinden en zijn er concrete plannen om een ‘dagbeleving’ te creëren waar echt iedereen terecht kan. Om de impact van Community Care ook op de lange termijn te borgen, is het essentieel om samen te blijven werken aan een toekomst waarin gemeenschappen sterker, zorgzamer en veerkrachtiger worden. We zijn er nog niet, maar we zijn wel goed op weg!
Pim Steerneman Bestuursvoorzitter Sevagram
Heeft u voetklachten, knie, heup of rugpijn dan bent u bij Voetkliniek Sven Iser in goede handen.
3 locaties Meer dan 15 jaar ervaring Innovatieve behandelingen Afspraak binnen één week
Blijf niet langer doorlopen met pijn en maak snel een afspraak.
Bel 043-3437684 of bezoek www.vksi.nl
BEEK JACOBS
Potgieterstraat 5 6191 EA Beek
Stel je een uitvaart voor als een levensverhaal dat verteld wordt door persoonlijkheid en kleur. Bij Uitvaartstudio geloven we in het unieke en kleurrijke karakter van elk geleefd leven en een uitvaart die precies dát weerspiegelt.
UITVAARTSTUDIO BOVENS WORDT VERNIEUWD
We zijn momenteel hard aan het werk op onze locatie in Maastricht. Hier creëren we een afscheidshuis met drie moderne afscheidskamers, waar rust, privacy en een warme sfeer centraal staan. In deze gastvrije ruimtes wordt afscheid nemen een betekenisvolle ervaring, waarbij herinneringen worden gedeeld en het leven wordt gevierd.
We houden je op de hogote van de vooruitgang en kijken ernaar uit om je onze vernieuwde ruimte te laten zien! Zodra de verbouwing is afgerond heten we je van harte welkom tijdens een open dag.
BUCHTEN HOESKAMER
Dorpstraat 53 6122 CE Buchten BERG EN TERBLIJT Doctor Goossensstraat 2 6325 BV Berg en Terblijt
MAASTRICHT BOVENS Gerard Walravenstraat 65 6227 TA Maastricht
MEERSSEN Volderstraat 22A 6231 LC Meerssen
HEERLEN POST Kruisstraat 16 6411 BT Heerlen
“ Met iemand samen dansen, dát zou gezellig zijn.”
De Sociale Kaart Maastricht biedt informatie over sociale organisaties en diensten in de stad. Van hulp bij eenzaamheid en mantelzorg tot sport, cultuur en onderwijs.
Wat je ook zoekt, de sociale kaart brengt het dichtbij. socialekaartmaastricht.nl
In de ruim 40 jaar dat ik als verpleegkundige, directeur en bestuurder in de zorg werkzaam ben, heb ik veel mooie en verdrietige dingen meegemaakt. Zeker in een grote organisatie als Envida, met 4.000 medewerkers en 10.000 kwetsbare cliënten, wisselen mooie en verdrietige momenten elkaar af.
Meestal zijn dit ‘kleine’ momentjes die zich achter de voordeur of aan het bed afspelen. De mooie momenten noemen we bij Envida de gouden randjes en die moeten we proberen te koesteren. Maar ook verdrietige momenten kunnen soms iets moois hebben, zoals het overlijden van een dierbare. Zeker wanneer er naast verdriet ook ruimte is voor dankbaarheid, kan de laatste etappe in iemands leven ontzettend waardevol zijn. Bij al die mooie en verdrietige momenten is er bij Envida één woord dat altijd naar boven komt, en dat is SAMEN. Zorgmensen (en niet te vergeten de vrijwilligers) werken vanuit hun hart en willen niets liever dan ervoor zorgen dat het leven van hun vaak oudere cliënten en bewoners nog de moeite waard is, óók wanneer er sprake is van dementie, ziekte of bedlegerigheid. Zelfs in situaties die ‘gewone’ mensen als vies of onsmakelijk bestempelen, gaat bij zorgmensen ‘de knop om’ en doen ze het gewoon!
Hoe kan het dat duizenden mannen en vrouwen van verschillende generaties elke dag opnieuw zwaar, belastend en soms vies werk doen en toch zeggen: ‘Ik heb de mooiste baan van de wereld?’ Daar zijn twee redenen voor: reden één is dat je er vaak een hoop dank en waardering voor terugkrijgt, en reden twee is dat je het samen met je team doet. Doordat je als team lief en leed deelt, voelt het soms als een ‘functionele familie’: een hechte, maar diverse groep mensen die er voor elkaar is in goede en slechte tijden. Die goede en slechte tijden hebben we de afgelopen weken bij Envida meegemaakt, bijna alsof we in een film zaten. Carnaval was ook bij ons één groot feest; een feest waarbij Envida zich van zijn mooiste kant liet zien en bewoners, vrijwilligers en medewerkers SAMEN voor dat bekende gouden randje zorgden, geholpen door vele artiesten en carnavalsverenigingen. Ik kan daar intens van genieten.
Echter de dinsdag vóór carnaval werden we volledig verrast door iets waar je wel rekening mee houdt, maar hoopt dat het nooit gebeurt. Vanwege een grote en risicovolle storing in de stroomvoorziening, veroorzaakt door een lekkage, werden we gedwongen om in korte tijd alle 84 bewoners van Koepelhof te evacueren. In zo’n crisissituatie laat Envida zien dat onze kernwaarden: samen – dichtbij – kundig – krachtig geen loze kreten zijn. Hoe blij ben je dan met de opgebouwde deskundigheid op het gebied van crisismanagement. Maar ook met deskundige collega’s op het gebied van vastgoed en installaties, die weten wat ze moeten doen om erger te voorkomen. We hebben wederom laten zien dat Envida niet alleen groot, maar ook krachtig is. Binnen enkele uren waren we in staat om alle bewoners een alternatieve plek te bieden, waar een warm bed, een natje en droogje, en vooral lieve collega’s klaarstonden om de bewoners liefdevol te ontvangen en gerust te stellen.
Dit alles zouden we nooit voor elkaar krijgen zonder onze regionale partners en collega’s, die gezorgd hebben voor extra bedden, vervoer, schoonmaak, techniek en tijdelijke opvang. Natuurlijk mogen we ook heel dankbaar zijn voor alle hulpdiensten die uit heel Zuid-Limburg richting Koepelhof kwamen en ons fantastisch geholpen hebben.
Maar het belangrijkste was dat we het SAMEN deden. Envida voelt dan bijna als één grote familie die voor elkaar klaarstaat. Zowel in Koepelhof als in de opvanglocaties meldden collega’s zich spontaan om te helpen en zorgde het management ervoor dat het voelde als één geoliede machine. Na enkele dagen keihard werken was Koepelhof weer veilig en schoon en konden bewoners en collega’s voor de carnaval weer terug naar hun vertrouwde plek. Dat de bewoners het gelukkig goed doorstaan hebben werd mooi omschreven door de inmiddels 95-jarige Netta Brands. Ze zag het geheel als een schoolreisje en vertelde in de regionale media, zoals De Limburger, L1 en Wat is Loos opgetogen over het bijzondere ‘uitstapje’ van haar en haar medebewoners.
Envida is een grote organisatie, maar die op zo’n moment klein aanvoelt, omdat je het SAMEN doet. Wat mooi om in één week te mogen ervaren hoe we er voor elkaar zijn in goede en slechte tijden en hoe zo’n grote organisatie niet alleen over veel kennis en kracht beschikt, maar tegelijkertijd ook als één grote familie kan voelen. Iets om enorm dankbaar voor te zijn!
Roger Ruijters Bestuurder Envida
Van Huis naar Thuis bij Zorg Groep Beek, Elsresidenties Sittard en Margraten
Twintig jaar geleden zag Zorg Groep Beek op initiatief van Hannelore en Michael Hamers het levenslicht vanuit het ideaal dat de zorg anders moest én kon. Hannelore had immers in al haar jaren werkervaring goed voor ogen hoe het wél, maar ook hoe het juist niet moest.
In 2005 werd gewerkt aan een concept waarbij thuiszorg mogelijk moest zijn met vaste gezichten per route.
Geen duur gebouw, maar gewoon vanuit de garage aan huis.
Hier begonnen 2 medewerkers met 1 zorgroute door Beek voor een aantal cliënten. Dit verliep zo goed dat er steeds meer collega’s en cliënten volgden. De visie van Hannelore is vandaag de dag nog altijd onveranderd. 2 vaste collega’s hebben een route met eigen cliënten met uitzonderding van ziekten of vakantie. De cliënttevredenheid is ontzettend hoog waaruit blijkt dat deze werkwijze ook door de cliënten gewaardeerd wordt. Er is een vertrouwd gevoel voor zowel de cliënten als de medewerkers en de medewerkers kennen hun cliënten uitermate goed.
Na ruim 12,5 jaar werd de Elsresidentie Sittard geopend; een kleinschalige woonvorm met 24uurs zorg voor mensen met de ziekte van Alzheimer en andere vormen van dementie.
In 2018 werd de tweede Elsresidentie in Margraten geopend.
Dit jubileumjaar (2025) is voor ons een mijlpaal. We staan stil bij het verleden, heden en kijken door naar de toekomst waarin we blijven zorgen en ondersteunen.
Kijk op www.elsresidentie.nl of op www.zorggroep-beek.nl voor meer informatie.
ZORG GROEP BEEK
‘Een persoonlijk en bijzonder afscheid voor iedereen.’
Susanne Rongen-Schols uitvaartverzorger bij DELA
2 APRIL 2025
INFORMATIE - COACHING - BEGELEIDING ‶Het Werkhuis″ Hunnenweg 4 Maastricht 12.00-17.00 uur | Toegang gratis
Wilt u meer informatie of een persoonlijk gesprek?
Behoefte aan een luisterend oor, rust of informatie? Je bent meer dan welkom! Kijk voor meer info op www.toonhermanshuismaastricht.nl
jaar volledige garantie Gratis thuisbezorgd Gratis onderhoudsset
“Altijd eerlijke prijzen en kundig advies”
Bezoek onze showroom op de Woonboulevard in Heerlen of kijk op onze website voor meer informatie.
Een jaar geleden stuurden we onze allereerste nieuwsbrief uit. Wat begon met een paar abonnees groeide binnen een week naar 1000. Inmiddels hebben we bijna 23.000 abonnees en blijven we groeien.
Gratis journalistiek
De Nieuwe Ster is opgericht met de overtuiging dat iedereen gratis toegang moet hebben tot kwaliteitsjournalistiek. Met het verdwijnen van huis-aan-huisbladen ontstond ruimte voor ons initiatief.
Vanaf het begin is de belofte: De Nieuwe Ster blijft gratis!
Hoe blijven we gratis?
Onze inkomsten komen volledig uit advertenties. Veel bedrijven steunen ons, omdat ze weten dat De Nieuwe Ster een groot bereik heeft. Dankzij hen kunnen wij het nieuws gratis aanbieden. We moedigen lezers aan om bij onze adverteerders te kopen in plaats van buitenlandse webshops.
Groeiplannen
Op dit moment werken drie journalisten en een salesmanager dagelijks aan nieuws en ons maandelijkse magazine. We willen uitbreiden met meer freelancers, vaste journalisten en betere fotografie. Ook hebben we plannen voor video’s en een dikker stadsmagazine.
Help mee!
Op onze verjaardag vragen we om steun voor verdere groei. Waardeert u ons werk? Geef ons dan een financieel steuntje via de QR-code. Samen maken we De Nieuwe Ster nóg beter.
BEDANKT NAMENS
Goede en gezonde voeding is essentieel voor senioren in een zorgcentrum. Zo blijven ze niet alleen langer fit, maar behouden ze ook hun energie en versterken ze hun immuunsysteem. Verder speelt het ook een cruciale rol bij het bevorderen van welzijn en het ondersteunen van een actieve levensstijl. Wie nog steeds denkt dat een maaltijd in een zorgcentrum een ‘opgewarmd prakje’ is, zit er flink naast.
Tekst: De Media Experts | Beeld: Jean-Pierre Geusens
“Bewoners van onze huizen kijken iedere dag uit naar de drie eetmomenten”, vertelt Caroline Schmetz, Contractmanager bij Sevagram. “Dat vinden ze heel belangrijk. Als we onze bewoners wel eens vragen hoe ze de zorg bij ons vinden, krijgen we heel vaak als antwoord wat ze van het eten vinden. Dat is natuurlijk een indicatie van hoe belangrijk eten voor ze is.”
Totaalleverancier
Sevagram werkt al sinds 2011 samen met Daily Fresh Food in Geleen. “In het begin waren wij de leverancier van warme maaltijden en het verspakket”, zegt Mirjam Smetsers, commercieel directeur van Daily Fresh Food. “Sinds 2020 zijn we echter totaalleverancier en samenwerkingspartner van alles rondom eten en drinken, met uitzondering van het brood en banket. Sevagram
is er -net zoals wij- van overtuigd dat gezond en lekker eten bijdraagt aan het welzijn van de mens. Samen zetten we ons elke dag in om de bewoners van de 22 locaties van Sevagram te laten genieten van maaltijden die niet alleen voedzaam, maar vooral lekker zijn.”
“Diversiteit in het eten vinden we belangrijk.”
Presentatie
Het blijft niet bij alleen maar het leveren van gezonde en lekkere voeding. “Het totaalplaatje moet kloppen”, legt Caroline Schmetz uit. “Als de door Daily Fresh Food geleverde producten door onze koks en keukenmedewerkers op het bord worden gekwakt, bereiken we nog niets.
De presentatie van het eten is minstens zo belangrijk. Onze keukenmedewerkers worden ook getraind hoe ze de aangeleverde producten op de juiste manier moeten klaarmaken én op het bord uitserveren. Verder voert iedere kok een kwaliteitscontrole uit bij aanlevering van de producten. We laten niets aan het toeval over en zorgen dat alles tot in de puntjes klopt.”
Dagelijks producten leveren om de ruim 1.700 bewoners van alle Sevagramhuizen van eten te voorzien, vraagt om een goede samenwerking. “Diversiteit in het eten vinden we belangrijk”, zegt Mirjam Smetsers. Elke zes weken en elk seizoen passen we de producten aan.” Het is overigens niet zo dat in ieder huis hetzelfde gekookt wordt. Caroline Schmetz: “Dat bepalen de koks. Die kijken ook wat bewoners lekker vinden. Bewoners in het Heuvelland eten bijvoorbeeld graag aardappelen, groente en vlees. In Heerlen gaat de voorkeur vaker uit naar een samengesteld gerecht zoals ovenschotel en pizza. De tijd van vaste weekmenu’s, zoals gehaktballen op woensdag komt steeds verder achter ons te leggen. Je moet kijken naar de behoefte van de bewoners.”
laatste vorm is geen kwestie van in de mixer gooien en vervolgens in een beker met een rietje. De gepureerde versie van aardappel, zalm en broccoli wordt zo mooi gepresenteerd dat ook deze maaltijd er smakelijk uitziet.”
Volgens Caroline Schmetz worden zachte of gemalen maaltijden steeds belangrijker. “Het aantal bewoners dat deze maaltijden nuttigt wordt steeds groter. Dus is het zaak dat we hier de juiste aandacht aan besteden.”
Sous vide
Daily Fresh Food heeft zich gespecialiseerd in sous vide maaltijdcomponenten. Dit is een gastronomische techniek waarbij verse ingrediënten in vacuümverpakkingen op lage temperatuur en gedurende een lange tijd gegaard worden, het zogenoemde slowcooking. “De schaal waarop wij dat doen, maakt ons uniek in Nederland”, zegt Mirjam Smetsers. “Door op deze manier de ingrediënten te bereiden, blijven ze volop smaak én voedingswaarde behouden. Daarnaast zijn de producten lang houdbaar zonder conserveringsmiddelen en kunnen ze in verschillende verpakkingshoeveelheden geleverd
Proefsessies
“Bij Sevagram werken mensen met kennis van eten en drinken en dat maakt de samenwerking erg fijn”, vindt Mirjam Smetsers. “We zijn ook best kritisch naar elkaar. Alleen zo kun je je niveau steeds verhogen en het beste bieden aan de bewoners.” Een aantal keer per jaar worden er ook zogenoemde proefsessies gehouden bij Daily Fresh Food. Keukenmedewerkers, leden van de cliëntenraad, diëtisten en logopedisten testen dan nieuwe producten. Een logopedist kijkt bijvoorbeeld of een maaltijd ook voor bewoners met slikproblematiek geschikt is. Verder wordt ieder product in verschillende consistenties geprobeerd. Van vast tot zacht en gemalen. Die
worden. Hierdoor zijn koks veel flexibeler en hoeven ze geen eten weg te gooien. Wat dus ook enorm duurzaam is.”
‘Samen zorgen dat het leven smaakt’ is een mooie uitspraak van het Geleens bedrijf.
Sevagram en Daily Fresh Food hebben dat ‘samen’ goed voor elkaar, waardoor het leven van de bewoners zonder twijfel goed smaakt.
DOOR:STEFAN VRANCKEN
De afgelopen vijf jaar was zij steeds meer gaan houden van Catharina Douven, het kind waarvoor zij de zorg had gekregen, zo verklaarde Catharina Maesen toen zij op 12 januari 1735 aan tafel zat bij notaris Alexander Welters. Catharina Maesen was de pleegmoeder geworden van de kleine Catharina Douven, nadat deze door Maria à Campo was uitbesteed bij Catharina Maesen. Catharina had dit niet gratis gedaan, zij was door Maria à Campo de afgelopen jaren betaald geworden. Wie Maria à Campo was, en wat haar verhouding tot de kleine Catharina was, blijkt niet uit de akte die notaris Welters die dag opstelde. Zij was in ieder geval niet de moeder van het kind, want die ouders waren overleden, zo noteerde de notaris in zijn akte.
Catharina Maesen was bang dat zij haar pleegkind zou gaan missen als Maria à Campo de kleine Catharina bij haar zou weghalen. Om die reden was Catharina Maesen bereid om haar pleegkind vanaf nu te verzorgen en op te voeden voor de helft van het bedrag dat zij de afgelopen jaren had ontvangen. Notaris Welters zette de tussen Catharina Maesen en Maria à Campo gemaakte afspraken zwart op wit. Dankzij deze Maastrichtse notariële akte uit 1735 weten we anno 2025 dat de kleine Catharina Douven niet zomaar een pleegkind was. Haar pleegmoeder Catharina Maesen verzorgde haar pleegdochtertje met veel liefde, en was zelfs bereid om de helft van de eerder overeengekomen vergoeding af te staan.
Bierbrouwer Jan Maes wil met pensioen
Het archief van de Maastrichtse notarissen omvat veel akten waarbij de zorg voor iemand werd geregeld. Niet enkel de zorg voor kinderen, zoals de hiervoor genoemde akte van notaris Welters uit 1735 laat zien, maar zeker ook de zorg voor ouderen. Bierbrouwer Jan Maes, die burgemeester van Sint Pieter was geweest, en zijn tweede echtgenote Agnes Salden, waren respectievelijk zeventig en tweeënzestig jaar oud toen zij op 30 maart 1728 notaris Franciscus Dominicus Janssens op bezoek
kregen in hun huis in de heerlijkheid Sint Pieter. Lange tijd hadden Jan en Agnes in Maastricht gewoond, waar het merendeel van hun kinderen werd geboren, maar op latere leeftijd waren zij verhuisd naar Sint Pieter, waar de wieg van Jan had gestaan. Jan en Agnes vertelden notaris Janssens dat ze door hun ouderdom de brouwerij niet langer konden exploiteren, en daardoor niet meer in hun levensonderhoud konden voorzien. Hierdoor zouden zij, evenals hun nog ongetrouwde kinderen, armlastig kunnen worden. Om dat te voorkomen waren zij met hun oudste zoon, de dertigjarige Willem Maes, overeengekomen dat zij aan hem al hun roerende eigendommen zouden afstaan. In ruil daarvoor zou Willem zijn ouders blijven verzorgen, zoals hij dat altijd al had gedaan. Willem moest zijn ouders daarnaast voorzien van eten, drinken en linnengoed.
Willem Maes, de zoon van Jan en Agnes, was nog ongehuwd toen hij samen met zijn ouders de akte van notaris Janssens ondertekende. Ruim een jaar later, op 15 mei 1729, trouwde hij in het kerkje van Sint Pieter met Maria Elisabeth de la Veux. De bruid van Willem was toen al in blijde verwachting, want vijf maanden later, op 16 oktober, lieten Willem en Maria Elisabeth hun eerste kind dopen in de Sint Nicolaaskerk. Het was een zoon die vernoemd werd naar opa Jan Maes. Nog
geen twee maanden na de geboorte van dit kind overleed opa Jan. Op 9 december 1729 vond de uitvaart plaats in het kerkje van Sint Pieter. Of de weduwe Agnes Salden nog lang in Sint Pieter bleef wonen is niet bekend, maar op enig moment moet zij naar Maastricht zijn verhuisd. Dankzij een akte die op 15 mei 1733 werd gepasseerd door notaris Ludovicus Burtin weten we dat Agnes zich als weduwe had teruggetrokken in het klooster Sint Catharinadal. Dit klooster is beter bekend onder de naam Faliezustersklooster. Volgens de akte van notaris Burtin woonde Agnes samen met de geestelijke Maria Notten in het klooster. Een maand voordat de akte passeerde, was de ‘sinneloose’ Aldegonda Stassen onder curatele gesteld door het Brabants Hooggerecht van Maastricht. Haar vermogen was daarbij onder bewind gesteld. De curatoren en bewindvoerders waren met Agnes Salden en Maria Notten overeengekomen dat zij in het klooster voor Aldegonda zouden zorgen. Agnes en Maria moesten zorgen voor ‘kost, dranck, logijs, vuer, light’, en tevens zouden zij in verband met de ‘sinneloose’ toestand van Aldegonda goed op haar moeten passen. Op jaarbasis ontvingen Agnes en Maria veertig rijksdaalders als vergoeding. De curatoren en bewindvoerders zouden zorgen dat Aldegonda zelf een bed zou meebrengen, evenals een hoofdkussen, twee kussens, twee dekens, drie paar lakens, drie kussenslopen,
kleren, servetten, alsmede een theepot met kop en schotel. Op haar oude dag droeg Agnes Salden dus nog zorg voor een ander. Op 30 december 1737 werd Agnes begraven op het kerkhof van de Sint Nicolaaskerk. Zij was toen eenenzeventig jaar oud.
Notaris Hendrick Bruijsterbos wordt blind
Financieel misbruik en mishandeling van ouderen is in onze tijd een belangrijk thema. Maar als je denkt dat dit iets is dat bij de moderne tijd hoort, dan kom je bedrogen uit. In 1704 was Hendrick Bruijsterbos door het Maastrichtse stadsbestuur aangesteld als notaris. In datzelfde jaar werd ook Wijnand Kicken notaris in Maastricht. Twee jaar later zou Wijnand in het huwelijk treden met Anna Bruijsterbos, een zus van zijn ambtgenoot Hendrick. In september 1737 overleed Anna. Notaris Kicken bleef als weduwnaar achter. Mogelijk dat Hendrick Bruijsterbos toen al inwoonde bij het echtpaar Kicken-Bruijsterbos in de Boschstraat. Op latere leeftijd was de op de Grote Gracht woonachtige Hendrick namelijk blind geworden, zodat hij hulpbehoevend werd. Ook Christina Bruijsterbos, een andere zus van Hendrick,
was ingetrokken bij haar zus en zwager. Christina was de weduwe van luitenant Adam van Aldenbroeck. Het ligt voor de hand dat Hendrick zijn vermogen geheel of gedeeltelijk heeft afgestaan aan zijn zwager Wijnand, in ruil voor verzorging van hem en zijn zus Christina.
Toen zus Anna Bruijsterbos nog leefde zal alles correct en vredig zijn verlopen in het huishouden van het echtpaar KickenBruijsterbos. Maar na het overlijden van Anna moeten de omstandigheden zijn veranderd. Wijnand Kicken, die behalve notaris ook procureur was, viel al vrij snel voor de charmes van een nieuwe vrouw. Op 15 februari 1738 schakelde zijn broer Christiaen Kicken, die notaris in Scharn was, notaris Ludovicus Burtin in om het voorgenomen huwelijk van zijn broer Wijnand met een buitenechtelijke dochter van een zekere Margaretha Vliex tegen te houden. De pastoor van de Sint Catharinakerk zou de afkondigingen van het voorgenomen huwelijk moeten stoppen, zo vond Christiaen. Waarschijnlijk vond Christiaen de nieuwe bruid van zijn broer niet ‘ebenbürtig’, en wilde hij voorkomen dat Wijnand zijn familie voor schut zou
zetten door beneden zijn stand te trouwen. De pastoor van de Sint Catharinakerk weigerde het verzoek van notaris Burtin om de afkondigingen van het voorgenomen huwelijk te stoppen. Of het huwelijk met de buitenechtelijke dochter alsnog plaats zou vinden is niet bekend. In het trouwregister van de Sint Catharinakerk is geen aantekening gevonden van een nieuw huwelijk van Wijnand Kicken. Maar hij zou niet lang daarna toch een tweede huwelijk aangaan, zo blijkt uit een akte die op 30 oktober 1738 werd gepasseerd door notaris Renier Veugen.
Dienstmeid Helena Hertogh luidt de noodklok
Op die bewuste dag in oktober 1738 ontving notaris Veugen de dienstmeid Helena Hertogh. Helena verklaarde dat zij in dat jaar 1738, van Pasen tot oktober, als dienstmeid had gewoond bij notaris Kicken en zijn nieuwe echtgenote. Uit een andere notariële akte blijkt dat die tweede echtgenote van notaris Kicken Joanna Cotshuijsen heette. Helena Hertogh had tijdens haar dienstverband gemerkt dat notaris Bruijsterbos en zijn zus zeer slecht eten voorgeschoteld kregen door notaris Kicken, en dat de nota-
ris en zijn zus zelfs mishandeld werden. Ook had Helena gehoord dat notaris Kicken en zijn echtgenote dikwijls notaris Bruijsterbos hadden nageroepen met uitlatingen als ‘gij ouden blinden schelm’, ‘bobbeler’ (blijkbaar bibberde notaris Bruijsterbos) en ‘buffel’ (onbeschofte kerel). Helena had de opdracht gekregen om notaris Bruijsterbos weg te jagen als hij naar de keuken zou komen om zich daar op te warmen. Op een zeker moment had notaris Bruijsterbos geklaagd dat als hij geen beter eten voorgeschoteld zou krijgen, hij zijn geld en goederen terug wilde hebben. De echtgenote van notaris Kicken was notaris Bruijsterbos na die opmerking te lijf gegaan, en had met haar vuisten op zijn lichaam geslagen. Notaris Bruijsterbos had zijn wandelstok opgeheven om zich te verdedigen, maar toen hij dat deed, greep notaris Kicken de wandelstok uit zijn hand en gaf hij hem een vuistslag op het hoofd. Notaris Bruijsterbos was hierdoor duizelig geworden, en bovendien liep er bloed uit zijn neus.
Omdat Helena medelijden had met notaris Bruijsterbos en zijn zus, had zij dikwijls een halve stuiver gespaard van haar loon, en had daarmee groenten gekocht die ze stiekem aan hen gaf. Op die wijze kregen de notaris
en zijn zus tenminste nog iets fatsoenlijks te eten, zo redeneerde Helena. In de avond kregen zij namelijk niet meer dan een ‘slecht booteraemke’ te eten. Helena moest van haar werkgever het goede bier dat bestemd was voor notaris Bruijsterbos en zijn zus aanlengen met een minder goed bier. Helena was een keer betrapt door haar werkgever toen zij voor notaris Bruijsterbos en zijn zus stiekem een stukje vlees wilde afsnijden zodat zij belegd brood konden eten. Notaris Kicken en zijn echtgenote waren furieus geworden en droegen Helena op om notaris Bruijsterbos en zijn zus in de avond niet meer te geven dan een ‘bloot booteraemke’. Helena verklaarde aan notaris Renier Veugen dat zij bereid was om al haar verklaringen desnoods onder ede nogmaals af te leggen.
Blauwe en zwarte plekken
De situatie zou na de verklaring van Helena Hertogh niet verbeteren, want uit het archief van de Indivieze Raad van Maastricht blijkt dat Hendrick Bruijsterbos bij het stadsbestuur geklaagd had omdat zijn zwager Wijnand Kicken hem op 5 oktober 1739, een jaar na de verklaring van Helena, vreselijk had mishandeld. Hij had zich onder behandeling moeten laten stellen van de chirurgijn Daemen. Op het lichaam en
de armen van notaris Bruijsterbos had de chirurgijn blauwe en zwarte plekken ontdekt. De linkerhand van de notaris vertoonde bovendien een wond. Volgens notaris Kicken was het zelfverdediging geweest omdat zijn zwager hem had aangevallen. In mei 1743 overleed notaris Bruijsterbos. Op 24 mei vond zijn uitvaart plaats in de Sint Catharinakerk. Hij kreeg een graf in de kerk. Volgens het begraafregister woonde hij in de Boschstraat, zodat het waarschijnlijk is dat hij nog steeds inwoonde bij zijn zwager. Acht maanden later zou zijn zus Christina haar laatste adem uitblazen. Haar uitvaart vond ook plaats in de Sint Catharinakerk, maar zij kreeg een graf in de kerk van het Augustijnenklooster. Helaas is in het begraafregister niet genoteerd waar zij toen woonachtig was. Wijnand Kicken passeerde op 20 oktober 1751 zijn laatste akte. Het is waarschijnlijk dat hij daarna ernstig ziek is geworden of een beroerte heeft gekregen, want negen dagen later, 29 oktober, vond zijn uitvaart plaats in de Sint Catharinakerk. Ook hij kreeg een graf in de kerk. Dankzij het begraafregister weten we dat hij toen nog steeds in de Boschstraat woonde. Maar liefst zevenenveertig jaar lang had hij het leven van de Maastrichtenaren vastgelegd in zijn akten.
Precies een jaar geleden kwam naar buiten dat een groep Maastrichtse ondernemers was opgestaan om MVV te redden. De Nieuwe Ster maakte een reconstructie van de bijna-doodervaring van MVV en de verrijzenis. We hebben ons archief nog eens omgespit en met Huub Waterval, namens het Maastricht Collectief, de zaken nog eens de revue laten passeren.
Het was een zonnige maandagochtend op 25 maart 2024 toen een groep Maastrichtse ondernemers bij elkaar kwam in een vergaderruimte in Maastricht. Op het beeldscherm verscheen Laura van Leeuwen, de toenmalige directeur van MVV vanuit Amsterdam. MVV zat met een probleem en Van Leeuwen had hulp nodig. De ondernemers waren niet allemaal bekenden van elkaar maar hadden één gezamenlijke factor: een passie en hart voor MVV en Maastricht.
Van Leeuwen lichtte de situatie toe. MVV had tekorten geleden en de dekking zou moeten komen uit de verkoop van alle resterende aandelen (76%) aan de Amerikaanse aandeelhouder, Dutch Soccer Holdings. Hiermee zouden de schulden, op dat moment ongeveer 2,2 miljoen euro, kunnen worden afgelost. Vervolgens zou onder de vleugels van de Amerikanen jaarlijks geld in MVV moeten worden geïnvesteerd om te kunnen bestaan en eventueel te groeien. Het tekort van het lopende seizoen was circa 1,4 miljoen euro en dit was ook het vooruitzicht voor de volgende seizoenen. De Amerikaanse aandeelhouder wist dus wat haar te wachten stond.
Toen viel er een stilte. Want dit was nog niet het slechte nieuws waarmee de ondernemers die ochtend naar de afspraak waren gelokt. De Amerikanen waren op dat moment onbereikbaar. De ondernemers vroegen direct naar de juridische en financiële positie van MVV. Ligt er een goede overeenkomst onder deze deal? Kan MVV hiervan nakoming vorderen? Hoeveel geld heeft MVV nu nog? Kunnen we het seizoen uitspelen? Duidelijke antwoorden volgden er niet en de zaak bleek daarnaast ook nog eens zeer complex te zijn.
Er ontstond een speelveld met meerdere problemen die het voortbestaan van MVV in gevaar brachten. De schuldenlast moest worden terugbetaald en op dat moment was MVV niet in staat om aan de lopende verplichtingen, zoals salarissen van personeel en spelers, te voldoen. De korte termijn problemen zorgden voor veel interne onrust. Om het seizoen uit te kunnen spelen en de minimale betalingen te doen, had MVV tot 30 juni ten minste 250.000 euro nodig.
Na het verhaal van Van Leeuwen is de harde conclusie van de ondernemers dat beide problemen voor MVV van levensbelang zijn omdat, zonder oplossing voor beide, MVV heel snel in een faillissementsprocedure komt. Dat wil
zeggen dat er op korte termijn geld in de club geïnvesteerd moet worden om te kunnen blijven leven, maar ook dat er een oplossing moet komen voor de schuldenlast. Zonder oplossing voor de schuldenlast is de extra investering simpelweg geld duwen in een bodemloze put en zonder extra geld op de korte termijn heeft het ook geen zin om te kijken naar de schuldenlast.
Gevraagd naar de ideeën van Van Leeuwen en de mogelijkheden, doet ze een beroep op de groep ondernemers voor hulp. Waterval en zijn collega’s twijfelen geen moment. “We moeten iets doen, anders is het snel voorbij voor MVV.” De ondernemers verenigen zich in ‘Plan B’. Een appgroep wordt opgericht en er wordt dag en nacht gewerkt aan het uitwerken van de scenario’s om inzicht te krijgen in de huidige situatie van MVV, en wat er juridisch en financieel moet gebeuren.
De benodigde 250.000 euro om het seizoen uit te voetballen ligt al snel op tafel en wordt achter de hand gehouden voor de totaaloplossing. De ondernemers zijn wel goed, maar zeker niet gek. Die totaaloplossing wordt gevonden in een pijnlijke, maar noodzakelijke procedure: de Whoa (Wet homologatie onderhands akkoord). Deze wet helpt gezonde ondernemingen om schulden uit het verleden te saneren. Hierbij is het mogelijk om met schuldeisers in gesprek te gaan en ze aan te bieden een deel van het geld over te maken waarmee ze afstand doen van het resterende deel. Indien voldaan wordt aan een aantal voorwaarden kan de rechtbank dan de schuldeisers die niet akkoord zijn dwingen alsnog mee te gaan in deze regeling.
Samen met de RvC halen Van Leeuwen en de ondernemers meteen twee advocaten van Boels Zanders erbij die bij VVV-Venlo al met het Whoa-bijltje hebben gehakt. Hiermee staan ze meteen op lange tenen. Of het niet goedkoper kan, met bevriende advocaten? Nee dus, kwaliteit en snelheid kunnen eisen zijn essentieel. MVV leeft al in de reservetijd.
Onderdeel van de Whoa-procedure is dat MVV moet kijken naar een toekomstscenario. Hoe kan de club aan schuldeisers laten zien dat ze levensvatbaar is en op basis van een gezonde toekomst ook aanspraak maken op het juridisch afdwingen van de sanering bij onwelwillende schuldeisers. Van Leeuwen krijgt de belangrijke taak om namens de onderneming te kijken hoe het voortbestaan op de lange termijn van de club gegarandeerd kan worden. Alternatieve scenario’s liggen er op dat moment niet op tafel.
De huidige Amerikaanse aandeelhouder gaat niet meer bijstorten en van een overname van de resterende aandelen is dan geen sprake meer.
Kwaliteiten en expertise
Waterval geeft aan zijn collega’s van ‘Plan B’ aan dat het enkel hebben van een kortetermijnoplossing voor MVV niet voldoende is en is van mening dat deze ondernemers meer kunnen doen voor MVV. Waterval kijkt om zich heen en heeft een moment zoals hij dat zakelijk al vaker heeft gehad. Waterval zag wie allemaal aan tafel zat en wie welke kwaliteiten en expertise had. Dit moet kunnen lukken met Quincy Tilli, Harold Kostons, Jos Ubachs, Jasper Jongen, Mark Thiessen en Angelo van Hooren. Toussaint Rosier en Michel Badeaux schuiven desgevraagd snel aan, vanwege hun expertises.
‘Plan B’ transformeert in ‘Maastricht Collectief’ waarmee de ondernemers gaan kijken wat de mogelijkheden zijn om de club écht te redden. Niet alleen het uitvoetballen van het seizoen maar ook het wegwerken van de schuldenlast en het zorgen voor een gezonde toekomst.
Eerste primeur
Het nieuws dat er een Maastricht Collectief is opgestaan dat MVV wil redden van de ondergang, is de eerste grote primeur in het prille bestaan van De Nieuwe Ster. Het collectief werkt achter de schermen aan een nieuwe begroting. MVV schakelt naast de hulp van Boels Zanders ook Hypercube van Pieter Nieuwenhuis in.
Het collectief ontvangt een overweldigende hoeveelheid positieve reacties uit de stad. Waar ze tot dan toe in beslotenheid hebben geopereerd, komt een golf van enthousiasme los in Maastricht waarvan ze niet hadden durven dromen. Sympathisanten van MVV en Maastricht melden zich bij het collectief en andere ondernemers geven aan ook bereid te zijn om een financiële bijdrage te doen om bij te dragen aan de toekomst van MVV.
Gelukszoekers
Onderdeel van de Whoa-procedure is dat Van Leeuwen vooral moet kijken naar het belang van de club. Dat de ondernemers bereid waren om te kijken naar de toekomst wilde niet zeggen dat dit ook een verplichting voor MVV was. Het nieuws dat MVV in financieel slecht weer zit, is breed bekend gemaakt in de
publiciteit en partijen van heinde en verre melden zich met interesse om in MVV te investeren of aandelen te willen kopen. Exotische gelukszoekers, Internationale makelaars, onbekende consortia die graag een Nederlandse club willen kopen en nog ander pluimage. Veel partijen vallen na een eenvoudige Google-zoekopdracht al af vanwege hun beperkte betrouwbaarheid.
Vertrouwen
Een van de partijen die dan op het toneel verschijnt is Alexander Demetriou. Waterval probeert herhaalde malen in contact te komen met Alexander Demetriou. Het collectief wil kijken of er gemeenschappelijke grond met de Amerikanen is te vinden. “Want de basis om samen te werken moet toch chemie en vertrouwen zijn. Als je als actieve aandeelhouders in een kleine club samenwerkt, ga je toch een soort huwelijk aan. Als je dat niet wil, kun je je geld beter beleggen op de beurs, daar kun je ook aandelen kopen.”
Eén keer treft een delegatie van het Maastricht Collectief de Amerikanen. In Château Neercanne. De sfeer is vijandig. De Amerikanen willen het collectief afschepen met een soort aalmoes. Wat de Amerikanen met MVV zelf willen, wordt niet duidelijk. Dat is nog steeds een van de onbeantwoorde
vragen voor het Maastricht Collectief. “Misschien is het wel niet meer dan dat het hebben van een voetbalclub prestigieus is.”
De chemie ontbreekt. Geen gezamenlijke redding, maar twee concurrerende redding scenario’s worden ontwikkeld. Alexander Demetriou besluit een voorstel bij MVV neer te leggen hoe hij de toekomst van MVV ziet. Maastricht Collectief doet dit ook en MVV ontvangt in totaal vier, concrete en minder concrete, voorstellen. Directeur Van Leeuwen moest uiteindelijk de knoop doorhakken. Maastricht Collectief en Alexander Demetriou gaan door naar de finaleronde.
‘Maastrichtse’
Uiteindelijk komen er twee presentaties van de plannen. Niemand kan nog om het plan van het Maastricht Collectief heen. Het is goed doortimmerd, er ligt een nieuw businessmodel, er is weer een visie op de toekomst. In de stad is veel momentum ontstaan: politiek, fans, sponsoren en anderen hebben een duidelijke voorkeur voor een ‘Maastrichtse’ oplossing. De ondernemers presenteren hun plan aan een selectiecommissie die was samengesteld door Van Leeuwen. De belangrijkste vraag aan de ondernemers: ‘hoe zit het met het geld dat jullie beloven’? De ondernemers →
die hebben toegezegd garant te staan, zijn die vraag op een gegeven moment zo beu dat ze een statement maken. Binnen enkele uren staat een burgerman’s fortuin op de derdenrekening van Boels Zanders en wordt daarvan een screenshot naar MVV gestuurd. “Echte ondernemers hebben het geld niet op de bank staan, maar ondernemen met het geld En als het nodig is, gaat het erom of je snel de middelen op tafel kunt leggen.”
Van Leeuwen voelt zich na afloop van de presentaties en na het zien van de gepresenteerde stukken gesterkt in de gedachte dat de Maastrichtse route echt mogelijk is. Het onmogelijke blijkt toch mogelijk. MVV kan weer terug naar Maastricht. Een redding van MVV waarbij Maastrichtse ondernemers een grote rol van betekenis spelen. Het collectief sluit een overeenkomst om de 24 procent aandelen over te nemen van de zittende Amerikaanse aandeelhouder en stelt zich garant voor de komende vijf jaar voor MVV.
Gevaarlijk gedachte
Het Maastricht Collectief wil na een jaar zeker nog niet van de redding van MVV spreken. Want dan lijkt het alsof ze er al zijn en dat vinden ze een uiterst gevaarlijke gedachte. Jazeker, er is achter de schermen
veel vooruitgang geboekt en veel stappen gezet. “Wat bij een normale club in tien jaar tijd gebeurt, is bij MVV in één jaar tijd gepasseerd. De schuldsanering, nieuwe begroting, het uitkopen van de Amerikanen, een nieuwe governance, een nieuwe directie, nieuwe catering, een nieuw sponsorbeleid en het voorbereiden van een onderzoek naar de toekomstige huisvesting. Nieuwe aandeelhouders uit Japan zijn bijna aan boord, en er is een goede chemie met hen ontstaan. Elke week vergadert het collectief in de Geusselt op vrijdagochtend. Steeds neemt iemand anders de broodjes en de croissants mee. Wat overblijft gaat naar de mannen die altijd in het stadion te vinden zijn, het ‘schaduwbestuur’.”
Emotie
Het collectief heeft veel geleerd het afgelopen jaar. Bijvoorbeeld hoe de besluitvorming gaat in de lokale politiek. Maar ook hoezeer een voetbalclub emotie is. Werkelijk alles wat bij een club gebeurt, wordt breed uitgemeten in de lokale en soms zelfs landelijke pers. “Je krijgt ook zo ontzettend veel free publicity, daar zou je als ondernemer van dromen. Maar als een kleine club word je eigenlijk totaal overvraagd. Je kunt dat niet bijhouden.” Waterval zal zich één uitspraak nog lang
heugen. “Hoe moeilijk kan dat nu zijn om een club met een begroting van vier miljoen euro te redden?” Het antwoord is dat MVV qua euro’s een bescheiden mkb-bedrijf is, maar qua rekening houden met de belangen van alle stakeholders het formaat van een multinational heeft.
‘A-team’
Of de ondernemers van het Maastricht Collectief dit avontuur achteraf gezien opnieuw zouden aangaan? “We hebben
A gezegd en we zeggen ook B. Voor de ondernemers voelt dat ook als een stukje community service. Corvee. Laten we dit probleem oplossen, anders doet niemand het. Dat was de gedachte om te beginnen. Het is fantastisch om te zien dat we ook echt iets hebben kunnen betekenen. Alle negen zijn ze nog steeds erbij. “Dat we dit ‘A-team’ hebben gebouwd, is voor ons misschien wel het grootste succes. Zo’n team willen we ook van MVV maken. Met de nieuwe directeur Tom Daemen hebben we weer een grote stap gezet.”
Het afgelopen jaar was een herstructureringsjaar, waarbij de focus op de organisatie heeft gelegen. Pas als die staat als een huis, kan de aandacht weer volledig naar de sportieve prestaties gaan.
Volgens directeur
Valentijn Byvanck biedt Marres, Huis voor Hedendaagse Cultuur in de Capucijnenstraat, letterlijk en figuurlijk een ruimer blikveld. “Marres is een plek waar je binnenkomt en je niet precies weet wat er gaat gebeuren”, zegt de directeur. “Ik hoop altijd dat wat er dan gebeurt, bezoekers doet stilstaan. In verwondering en verwarring misschien, maar daarmee ook de ruimte schept om de wereld even helemaal anders te zien.”
Alle hoeken van het monumentale pand worden benut, zoals bij de huidige tentoonstelling Vultures & Fireflies van de Mexicaanse kunstenaar Alejandro Galván. “Hij komt ons in allerlei kleurschakeringen vertellen hoe het is om daar te wonen en ons misschien een klein beetje inzicht te geven in een wereld die totaal verschilt van de onze”, vertelt Byvanck. “Het is een tentoonstelling die werkt als een vivid dream: een
levendige droom. Die krijg je ’s ochtends net voor het ontwaken. De beelden zijn dan zo krachtig dat je ze de hele dag meedraagt. Je kunt erin verkeren, je kunt het voelen. Het is een tentoonstelling die zo alomvattend is dat je als bezoeker wordt uitgedaagd om erin te bewegen.”
Voor iedereen
Het zijn dit soort tentoonstellingen waarmee Marres jaarlijks zo’n 15.000 bezoekers trekt. Byvanck: “Ik wil dat Marres wordt gezien als een mooi en toegankelijk cultuurhuis van en voor
Maastricht.” Een gemeentelijk subsidie van bijna 200.000, die vrijwel helemaal opgaat aan huur, genereert een rijkssubsidie van bijna 800.000 euro. “We hebben een taakstelling van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, maar we willen absoluut geen alien spaceship zijn dat geland is in Maastricht. Iedereen is hier welkom, de stadstuin is openbaar, onze openingen ook en we organiseren verschillende activiteiten waar eigenlijk niemand zich onwelkom hoeft te voelen. Sinds een paar jaar hebben we een outreach-beleid. Dat betekent dat we er niet meer van uitgaan dat mensen naar ons toe komen, maar dat jezelf naar de wereld toegaat. We zijn met allerlei groepen in gesprek en organiseren speciale rondleidingen of activiteiten.”
Educatief programma
“Onze educatieafdeling gaat iedere week naar scholen toe. Niet alleen scholen in Maastricht, maar ook in Kerkrade, Sittard en zelfs in Roermond en Venray. Het afgelopen jaar bereikten we 3.000 leerlingen en komend jaar gaat dat cijfer nog omhoog. Veel scholen, met name het bijzonder onderwijs, weten ons te vinden. Ze willen dat kinderen niet alleen taal en rekenen leren, maar ook hun andere talenten proberen te ontwikkelen. Ons educatieve programma is gericht op de zintuigen. Je kunt naar een kunstwerk kijken of het voelen en dan zeggen wat het betekent. Je kunt ook proberen om het op een andere manier te ervaren.”
Soms moeilijk
“Ik begrijp dat mensen hedendaagse kunst soms moeilijk vinden. Dat is soms ook zo. Maar wat mensen vaak als een ingewikkeld experiment
zien, is tegelijk ook een verhaal over onze eigen tijd, vertelt door een kunstenaar in een taal die niet altijd gemakkelijk te verstaan is.”
“Kunstenaars kiezen er vaak voor om de stad te verlaten na hun opleiding in Maastricht. Er is vaak meer te doen in de grotere steden: meer publiek, maar ook meer kunstenaars.
Toch zijn er ook die hier blijven. Niet omdat dit de beste plek is voor hun praktijk, maar omdat het een rustige en mooie stad is, en je ook
moeten ook kunnen wonen en werken na hun opleiding.”
Brouwersfamilie
Het 25-jarig jubileum van Marres wordt dit jaar uitgebreid gevierd met tentoonstellingen en evenementen. Om de brouwersfamilie Marres te eren, die het huis drie generaties lang bewoonde en waaraan de naam is ontleend, wordt een stadswandeling ontwikkeld en is er een nieuw Marres-bier gebrouwen. “Het valt in de smaak, want het vliegt de deur uit”, zegt Byvanck.
kan aanzetten om in relatieve eenzaamheid en stilte je eigen werk te maken. Voor de stad is het belangrijk om kunstenaars een goed klimaat te bieden. Zorg dat het rijke talent dat hier aanwezig is, kansen krijgt en de ruimte om te bloeien en iets op te bouwen. Maastricht heeft hele goede instellingen. Ik heb het niet alleen over een kunstacademie, maar ook over de Jan van Eyck Academie, het Bonnefantenmuseum, Bureau Europa en het Museum aan het Vrijthof. Er is heel veel hier. Maar de kunstenaars
Het is dezelfde ondernemende geest als bij het opzetten van de Limburg Biënnale. Byvanck: “De Limburg Biënnale is geboren tijdens de coronapandemie. Ik ben altijd een grote fan geweest van de Royal Academy of Arts Summer Exhibition in Londen. Iedereen, van professionele kunstenaar tot amateur, kan zich inschrijven. Uit een enorme hoeveelheid inzendingen nodigt een jury en curatorenteam kunstenaars uit om samen met hen
in een kamer hun werk te exposeren. Zo ontstaat ook een verbinding tussen professionele en amateurkunst en solidariteit tussen allerlei verschillende soorten kunstenaars. Ik denk dat het belangrijk is om te laten zien dat er ontzettend veel mensen zijn die kunst maken en dat het verschil tussen amateuren professionele kunst lang niet zo scherp als we denken. De biënnale is een enorm succes. We begonnen met 600 inzendingen, bij de derde editie in 2024 hadden we er al meer dan 3.000.”
Noodzaak
Voor Byvanck zijn kunst en cultuur noch noodzaak, noch franje. “Als je dat tegenover elkaar zou zetten als noodzaak en franje, dan onderschrijf je een hele enge definitie van cultuur die vaak gaat over dingen die je toch al niet lust. De brede opvatting van cultuur gaat over zoveel zaken die ons leven kleur geven. Stel nou dat alle musea, muziek, theaters, film, carnaval en dans uit ons leven zouden verdwijnen? Waar werk je dan nog voor? Waar heb je dan nog plezier van?”
Zekerheid en rust
“Ik vind het huis intiem, de tuin prachtig en het restaurant is ook geweldig. Ook hebben we het leukste team ter wereld. Wat ons zou versterken is meer zekerheid en rust, en de mogelijkheid om dit gebouw toegankelijk te maken voor iedereen. Mensen die slecht ter been zijn, kunnen nu niet naar de bovenverdieping. Ik zou daarom ontzettend graag een lift voor Marres willen en wat meer ruimte om groepen te ontvangen. Het plan ligt klaar, maar we zullen in de komende jaren geld en draagvlak moeten verzamelen”, besluit Byvanck.
DOOR: STEFAN VRANCKEN
Deze foto werd in mei 1962 gemaakt. Het was een zonnige dag. Fotograaf G.Th. Delemarre staat aan het Vrijthof en kijkt richting de Grote Staat. We zien een auto die de Grote Staat inrijdt. Wat zou de bestemming zijn?
Op het wegbewijzeringsbord (helemaal links) lezen we dat je via de Grote Staat onder meer Sittard en Luik kon bereiken. Helemaal rechts (Vrijthof 3) zien we CaféRestaurant Monopole liggen, tegenwoordig Brasserie Monopole geheten. Dit caférestaurant werd toen geëxploiteerd door het in 1943 getrouwde echtpaar Theo Gadet en Marieke Rikers. In de maand dat deze foto
werd gemaakt, overleed Theo Gadet door een noodlottig ongeval op zevenenveertigjarige leeftijd. Zijn weduwe zette de zaak voort. Links van Café Monopole zien we het atelier en woonhuis (Vrijthof 2) van de bekende fotograaf Werner Mantz liggen. Hij woonde hier met zijn gezin. Net zoals het gezin Gadet-Rikers, kreeg het gezin van Werner Mantz ook te maken met een tragische gebeurtenis.
Op dinsdag 28 juli 1959 werd Robbie, het negenjarige zoontje van de fotograaf, door een bestelwagen uit Venlo aangereden. Het tragische ongeluk vond plaats Achter de Oude Minderbroeders.
De aanrijding was fataal.
Bron informatie: diverse kranten op de website www.delpher.nl
Deze foto werd op 9 januari 1976 gemaakt door fotograaf Rob Mieremet. Op die dag was Hare Majesteit Koningin Juliana in Maastricht voor de ondertekening van de oprichtingsakte van de Rijksuniversiteit Limburg. Die ondertekening betekende de officiële opening van de universiteit.
In 1996 werd de naam van de universiteit gewijzigd naar Universiteit Maastricht, en sinds 2008 wordt de internationale naam Maastricht University gebruikt. De koningin staat op het Henric van Veldekeplein. Op de achtergrond zien we de Sint Janskerk. Naast de koningin staat Fons Baeten, die in de periode 1967-1985 burgemeester van Maastricht was.
In 1969 besloot het toenmalige kabinet De Jong om een universiteit in Maastricht te stichten. Een belangrijke beweegreden hiervoor was dat het kabinet wilde dat Limburg nieuwe economische kansen kreeg. Na het sluiten van de vele mijnen was de provincie er op economisch gebied namelijk hard op achteruit gegaan. Het Henric van Veldekeplein kreeg haar naam in 1911.
Vóór die tijd stond het plein bekend als het Vredesplein, een naam (‘Place de la Paix’) die in 1795 door de Fransen aan het plein was gegeven.
Daan Schatteman (89), Belg van geboorte, maar opgegroeid in het Nederlandse Sas van Gent, kwam op 22-jarige leeftijd naar Maastricht om stage te lopen bij de Stichting Bijzondere Sociale Zorg. Deze stichting was een uitvloeisel van de ‘Commissie Onderzoek van de Asocialiteit te Maastricht’, met als opdracht een gedocumenteerd advies uit te brengen over de verplaatsing van de bewoners van de te saneren Stokstraat naar woonschool De Ravelijn.
“ Ze hadden te veel van te weinig”
Schatteman studeerde destijds aan de Sociale Hogeschool in Leuven en was helemaal klaar met de taalstrijd in het gebied rondom Brussel en Leuven. “Ik wilde mijn stage daarom in Nederland doen. Per toeval kwam ik hier terecht. Ik wist niet wat me te wachten stond. Het Stokstraatkwartier werd toen gesaneerd. In het buurthuis in de Plankstraat maakte ik kennis met Pater Castorius en met een groep bewoners
die ging verhuizen naar de zogenoemde woonschool De Ravelijn.” Wat de jonge stagiair in het Stokstraatkwartier aantrof, was met geen pen te beschrijven. Armoede, ondervoeding, slechte hygiëne en vooral een wantrouwen naar iedereen die niet uit het Stokstraatkwartier kwam. “Ze hadden te veel van te weinig”, drukt Schatteman het mooi uit.
Niet eens met Litjens
De jonge Belg studeerde na anderhalf jaar stage af op een scriptie over woonscholen. “Dat was overigens nog even spannend, want ik had kritiek op het onderzoek van sociograaf en aalmoezenier Harry Litjens. Hij stelde in zijn proefschrift ‘Onmaatschappelijke gezinnen’ vast dat in het Stokstraatkwartier de hoogste ‘asocialiteit’ van het land heerste. Volgens Litjens waren armoede en het ontbreken van werk niet de oorzaak van de situatie in het Stokstraatkwartier. Hij vond het gedrag en de levensstijl van de mensen de oorzaak. Ik was het hier niet mee eens. Kijk nu eens wat mensen wel kunnen in plaats van wat ze niet kunnen of fout doen. Hoe kunnen we ze helpen om wel mogelijkheden te ontplooien? Een rugzak kun je niet wegnemen bij mensen, maar hem misschien wel iets lichter maken.”
Pater Castorius
Uiteindelijk wist hij in Leuven zijn scriptie toch zodanig te verdedigen dat hij de titel Sociaal Assistent mocht gaan voeren. Een Wettelijk beschermde titel in België. “Vervolgens moest ik in militaire dienst in mijn vaderland. Na mijn diensttijd ben ik terug naar Maastricht gekomen en kreeg ik een vaste baan bij de Stichting Bijzondere Sociale Zorg. Ik mocht gelijk, samen met
een senior maatschappelijk werker en pater Castorius, bij drie gezinnen in de Stokstraat een aantal huisbezoeken afleggen om de verhuizing voor te bereiden en te begeleiden. De gezinnen kregen toen een krediet van 750 gulden van de Maastrichtse Bank van Volkskrediet voor de verhuizing en inrichting van de nieuwe woning. Daarnaast kregen ze een garantieverklaring van het toenmalig Burgerlijk Armbestuur.”
‘Bemoeizorg’
“De beleving van de nieuwe bewoners van De Ravelijn was dat er mensen over de vloer kwamen die je vertelden wat je moest doen. Er was te veel ‘bemoeizorg’. Het was dus heel belangrijk om vertrouwen te kweken bij de bewoners. Je moest letterlijk tussen ze in staan. Buurthuizen en wijkcentra hadden daarom ook een hele belangrijke functie. Vandaaruit konden we hulp en on-
dersteuning bieden. Ik vind het jammer dat de hulpverlening door sommigen werd verweten dat ze de stigmatisering bevorderde. Wij hielpen mensen met zaken die ze nog nooit gezien of gedaan hadden. Persoonlijk was ik ook altijd op zoek naar de talenten van de bewoners.
“ We plakken nog steeds etiketten op mensen”
Vertel ze niet wat ze niet kunnen, maar help ze verder ontwikkelen met wat ze wel kunnen.”
Acht gulden huur
De een vindt de woonscholen een zwarte bladzijde uit de geschiedenis, terwijl de ander het dé oplossing vond om gezinnen een ‘heropvoeding’ te geven. De 104 woningen die in 1955 in De Ravelijn werden gebouwd kostten in totaal 1,3 miljoen gulden. De huur was gemiddeld zo’n acht gulden per week en werd persoonlijk door iemand van bouwvereniging Sint Servatius aan de deur opgehaald. Er werden drie type huizen gebouwd. Gezinnen met de laagst geachte woonbeschaving kregen type B en C. Die lagen ook in het hart van De Ravelijn. Boekte je vooruitgang dan ging je naar woningtype A, dat aan de rand van de woonschool lag. Hadden gezinnen de ‘heropvoeding’ doorlopen, dan was het de bedoeling dat ze zouden doorstromen naar ‘normale’ woonwijken. De woningen gingen overigens niet alleen naar gezinnen uit het Stokstraatkwartier. Ze kwamen uit bijna 20 wijken in Maastricht en alleen de meest ‘kansrijke’ kwamen in aanmerking.
Isolatie of integratie?
Schatteman werkte vervolgens lang in Caberg waar een 45-tal woningen in de Bazuinstraat en Celestastraat ook werden ingezet als woonschool. “Wij opereerden vanuit twee woningen in de Bazuinstraat die waren ingericht als buurtcentrum. Hierdoor zat je ook weer dicht tussen de mensen. In Caberg leek de woonschool al veel meer op integratie dan op isolatie,
zoals in De Ravelijn. Later zou planoloog Van de Venne als Hoofddirecteur Openbare Werken van Maastricht ervoor kiezen om in nieuwbouwwijken integratie van woonschoolgezinnen toe te passen. De wijk Malberg is daar een voorbeeld van.”
Kloof arm en rijk
Op de Boschstraat werd op 27 november 1965 ter gelegenheid van het 125-jarig bestaan van de Sphinx een standbeeld van Petrus Regout onthuld door Prins Bernhard en burgemeester Michiels van Kessenich. In bijna alle lagen van de Maastrichtse bevolking was flink verzet tegen de Maastrichtse kapitalistenfamilie Regout. Toch kwam het standbeeld er. “Het mag van mij worden weggehaald”, zegt Schatteman.
“Maar aan de andere kant is het ook een waarschuwing uit het verleden. Er zijn weliswaar geen Regouts meer en de kerk heeft nog maar weinig tot geen invloed, maar toch zien dat er nog steeds een grote kloof is tussen rijk en arm. Nog geen twintig jaar geleden was er plotseling de Vogelaarwijk. We plakken nog steeds etiketten op mensen. Grote bedrijven nemen nog steeds beslissingen op basis van het kapitaal in plaats van de medewerkers. Hetzelfde geldt voor de vraag of er excuses van de stad nodig zijn voor die erbarmelijke tijd. De veroorzakers van toen zijn er echter niet meer. Mij lijkt het veel belangrijker om ervoor te zorgen dat de geschiedenis zich niet herhaalt, maar daar lijkt het helaas wel op.”
Bloedend hart
Op de vraag hoe het met de bewoners is afgelopen zegt Schatteman in het NRC van januari 1998 dat zijn hart bloedt omdat we ze losgelaten hebben. “Ik denk dat je er kort bij moet blijven staan en dat doe je niet door een bureau te creëren met al die procedures en indicatiestellingen.
Wij wisten wat de primaire behoeften waren: eten en een dak boven je kop en een beetje warmte en ‘ne cent. Dat was al heel wat.” Schatteman ervoer dat ook toen hij van 1973 tot 2000 werkte in het Psycho Medisch Centrum Vijverdal. “Verwaarloosde maatschappelijke hulpvragers kwamen bij ons in de psychiatrie terecht. Naar mijn mening waren de voornaamste oorzaken het blijvend verschil tussen arm en rijk, het gebrek aan goede opvang én een luisterend oor in de directe woonomgeving waar de hulpverlening door centralisatie en regionalisatie ver weg was.”
Totaalpakket voor blijvend afvallen
Gericht afvallen middels een arrangement van bewegingstherapie, voedingsadvies, energiemeting, huidverbetering en persoonlijke coaching.
Cryolipolyse voor vetvermindering
Een zeer effectieve behandeling voor veilig definitief verwijderen van overtollig vetweefsel. Mooiere contouren, een slanker silhouet. Geen ingreep nodig.
Compressietherapie en Bodywraps
Deze behandeling is een intensieve massage van benen, billen en onderrug met een positief effect op cellulite vermindering en slankere en gladdere benen.
Bewegingstherapie
Bewegen en sporten hoeft niet zwaar of belastend te zijn. In slechts 2 x 20 minuten voel jij je weer fit en vol energie!
Skin Refresh therapie
Met de unieke ozon-zuurstoftherapie wordt je huid weer strak en glad en krijgt ze haar flexibiliteit weer terug. De behandeling is een moment van ontspanning.
LADYLINE MAASTRICHT HOCHTERPOORT 17
T: 043 - 325 46 66
LADYLINE.NL Volg ons op:
Koop lokaal, ook online!
De mooiste boeken over Maastricht en omgeving vind je bij Boekhandel Dominicanen
BEZOEK
BETAALWIJZE ROLKRAAG KNAAGDIER BEELDDRAGER
SCHILDERSGEREI STRELING
FLARD, PRUL KROEG MET DE MOND
UITLEENCENTRUM
GROOTMOEDER
DEEL ZWAARDWALVIS
NOOT
INGELEGDEGROENTE AMFIBIE SCHEEPSTYPE
JAPANSE KRIJGER
De voorverkoop van The M is gestart!
Wonen aan de Maas, leven in de stad – dát is The M. Een unieke kans om te wonen op een historische plek, midden in het bruisende Sphinxkwartier. Ontworpen door toparchitecten uit Madrid en geïnspireerd door de dynamiek van Maastricht.
Jouw appartement aan de Maas wacht op je – reserveer nu: www.the-m.life