
JAARGANG 2 | FEBRUARI 2025 | EDITIE 7


JAARGANG 2 | FEBRUARI 2025 | EDITIE 7
‘We zijn elkaar een beetje kwijtgeraakt’
Maastricht telt af naar carnaval. Voor veel mensen de mooiste tijd van het jaar. Het lijkt er op dat er volop gespaard wordt voor carnaval, want in januari en ook begin februari was het over het algemeen opvallend rustig in de stad. In de horeca, in de winkels en in de straten. Rust was er ook op de pleinen. Een leeg Vrijthof – het is even wennen -, een leeg Onze Lieve Vrouweplein. De terrassen zijn weg. Rust en ruimte. Over ruim een week is de rust voorbij en stromen de pleinen weer vol.
Carnaval staat dit jaar in het teken van vernieuwing en traditie. Vernieuwing in de vorm van de hardcup plastic beker die in de hele stad verplicht is. Het maakt carnaval iets duurder, want voor de beker moet 1 euro afgetikt worden. Het is nodig om carnaval veiliger, want geen glas, en duurzamer te maken. De bekers zijn herbruikbaar.
Gratis stadsmagazine voor Maastricht. Jaargang 2, editie 7, februari 2025. Verschijnt elke maand. Het magazine is af te halen bij de supermarkten in Maastricht.
KANTOORADRES
Boschstraat 28 6211 AX - Maastricht
UITGEVER
Maurice Ubags 06 53 70 26 38
Naast vernieuwing is er ook plek voor traditie. Een oude traditie keert terug. Op Aswoensdag geeft het Salon Orkest van André Rieu een Hieringebieteconzèr op het Onze Lieve Vrouweplein. De orkestleider zelf komt wel kijken, maar zal niet spelen. Hij geeft het stokje op Aswoensdag over aan Frank Steijns. Dat Rieu niet speelt heeft met veiligheid te maken. Zou bij de fans in binnen- en buitenland bekend worden dat Rieu in zijn eigen stad gratis zou optreden dan zou het Onze Lieve Vrouweplein snel te klein zijn.
We besteden in deze uitgave van De Nieuwe Ster ruim aandacht aan carnaval en aan kunst, want snel na carnaval start de Tefaf, ’s werelds grootste kunstbeurs. Niet alleen in het MECC is kunst te zien. Ook in de stad kan van kunst genoten worden.
Heel veel leesplezier!
Peter Eberson Hoofdredacteur
LEES HET MAASTRICHTSE NIEUWS
OOK ELKE DAG ONLINE: WWW.DENIEUWESTERMAASTRICHT.NL
HOOFDREDACTEUR
Peter Eberson 06 55 93 29 18
DIRECTEUR
Maurice van der Linden 06 51 50 57 44
SALES
Maarten Goes 06 36 50 12 84 verkoop@denieuwestermaastricht.nl
TIP DE REDACTIE
redactie@denieuwestermaastricht.nl
Het Sint-Nicolaasfeest, omstreeks 1665-1668 geschilder door Jan Steen. Linksonder is peperkoek afgebeeld. In 1715 ging Pieter van Beeresteijn als leerling aan de slag om het ambacht van peperkoekbakker te leren. Beeld: Rijksmuseum
Johan Krafft had uitstekend zijn best gedaan als leerling, en later als gezel (werknemer), van de Maastrichtse boekbinder Johan Ignatius Christan. Johan Krafft wilde daarom graag een document ontvangen dat we tegenwoordig zouden omschrijven als een stageverklaring of getuigschrift. Boekbinder Christan wilde daar graag aan meewerken. Omdat Johan Krafft de geldigheid van een dergelijk
document belangrijk vond, wilde hij dat het document opgemaakt zou worden door een notaris. Op 17 april 1727 ontving de Maastrichtse notaris Guillaume Caris de boekbinder om de verklaring op papier te zetten. Christan verklaarde dat Krafft voor een periode van drie onafgebroken jaren het vak van boekbinden bij hem had geleerd, en dat Krafft aansluitend nog drie à vier jaar als gezel bij hem had gewerkt. Tijdens zijn
leer- en werkperiode had Johan Krafft zich gedragen als ‘een vroom ende getrouw leerling en gesel’, zo noteerde notaris Caris.
De diamant van de dertienjarige Jan Rutten Johan Ignatius Christan was als boekbinder een zogenaamde meester, bevoegd om leerlingen op te leiden. Ooit was hij zelf in de leer gegaan bij een boekbinder die ook meester was. Na zijn leertijd werd hij gezel. Een gezel kende de basis van het vak, maar was nog niet klaar om zelfstandig te gaan werken. Je moest als gezel eerst nog een meesterproef (examen) afleggen om te laten zien dat je je vak volledig verstond. Vaklieden waren lid van een ambacht. Onder ambachten verstaat men groepen van mensen die aaneengesloten zijn met het doel een gemeenschappelijk ambacht (vak) uit te oefenen en dit ambacht te beschermen. Het ‘Hollandse’ equivalent voor ambacht is de term gilde. De term gilde was in Maastricht niet gebruikelijk. Ook toen wilde Maastricht al graag anders zijn. Als je wilde werken in een ambacht, dan moest je al op jonge leeftijd in de leer gaan bij een meester. Over het algemeen ging een leerling ook wonen bij de meester. De dertienjarige Jan Rutten uit ’s-Gravenvoeren werd in 1669, vier jaar voordat Maastricht zou worden veroverd door de Zonnekoning Lodewijk XIV, door zijn vader Thomas Rutten voor een periode van vier jaar in de leer gedaan bij de Maastrichtse ‘glaesemaeker’ Hendrick van der Smidden, die beloofde om Jan de kneepjes van het vak te leren. Een ‘glaesemaeker’ maakte het glas dat geplaatst kon worden in raamkozijnen. Om het glas de gewenste vorm te geven, werd een diamant gebruikt. Een diamant was een handwerktuig waaraan een splinter diamant was bevestigd. Op die wijze kon het glas worden gesneden. De gesneden ruitjes werden omzoomd door loden strips. Notaris Henricus van der Stam legde op 1 mei 1669 de afspraken vast tussen vader Thomas Rutten en de leermeester van zijn zoon. Leerling Jan zou kost en inwoning krijgen, en ook zou zijn linnengoed gewassen worden. Hendrick van der Smidden zou zijn leerling een diamant, het hiervoor genoemde handwerktuig, geven om het glas te snijden. Die diamant was een kostbaar goed. Thomas Rutten zou in ruil hiervoor aan Hendrick leveren een hoeveelheid boter ter waarde van twaalf gulden, vier paar slaaplakens, alsmede een grote hoeveelheid spelt en gerst. Als Hendrick van der Smidden binnen gemelde periode van vier jaar zou komen te overlijden, of als zijn leerling Jan binnen die periode van vier jaar zou weglopen van zijn meester, dan zou Thomas Rutten niets kunnen terugvragen van de geleverde goederen.
Een ‘winckel meijt’ uit Nuth
Het was niet ongebruikelijk dat tieners van buiten Maastricht naar de ‘grote stad’ werden gestuurd om een vak te leren. Ida Brants uit Nuth, weduwe van Servaes Canisius, had besloten dat haar dochter Ida Canisius in Maastricht aan de slag zou moeten gaan als ‘winckel meijt’. Op 28 december 1708 was dochter Ida in de leer gegaan bij de Maastrichtse koopman Egidius Luycx. Volgens het doopregister van de kerk van Nuth werd Ida daar gedoopt op 12 maart 1691. Zij was dus zeventien jaar toen zij vanuit Nuth naar Maastricht verhuisde. Moeder Ida Brants zat op 3 februari 1709 samen met Egidius Luycx aan tafel bij notaris Jean Louis Veugen. Dochter Ida
zou drie jaar lang bij Egidius gaan wonen. In die periode zou Egidius haar alles leren op het gebied van zijn winkel. Voor de eerste twee jaar zou moeder Ida dertig rijksdaalders als kostgeld betalen. Het derde jaar zou dochter Ida gratis kost en inwoning genieten.
Wie ook in de leer ging bij een koopman, was Pieter van Beeresteijn, de zoon van majoor Van Beeresteijn en Elisabeth Soomers. Zijn ouders hadden het besluit genomen dat Pieter het ambacht van peperkoekbakker zou moeten leren, en
wie hem dat kon leren was de Maastrichtse koopman Isaac Clignet. Op 21 augustus 1715 hadden moeder Elisabeth Soomers en Isaac Clignet een afspraak met notaris Matthijs Brull. Elisabeth verklaarde haar zoon Pieter voor een periode van vier jaar ‘besteet en ter leeringe uijtgedaen te hebben’ bij Isaac. Pieter zou tijdens zijn leerperiode kost en inwoning genieten bij zijn meester. Isaac zou voor die vier jaar kost en inwoning een vergoeding krijgen van zestig rijksdaalders. Uitdrukkelijk werd afgesproken dat Isaac niet verplicht was het linnengoed van zijn leerling te wassen. Zoals gebruikelijk
werden ook financiële afspraken gemaakt voor de situatie dat de leerling binnen de periode van vier jaar zijn meester zou verlaten. Maar ook werden nog meer speciale afspraken gemaakt. Zo moest Pieter ‘met sijne andere caemeraten en huijsgenoten in vreede’ leven. Hij kreeg ook een geheimhoudingsverplichting opgelegd over al hetgeen hij van zijn meester zou leren. Pas als Pieter zelf ooit een meester zou worden, mocht hij een leerling opleiden. Als Isaac een tekort zou hebben aan knechten, dan zou Pieter mee moeten helpen in de onderneming van zijn meester, en zou hij ook goederen moeten bezorgen. Alleen met toestemming van Isaac mocht Pieter het huis verlaten. Pieter mocht geen herberg bezoeken om te gaan drinken of gokken. En hij mocht zich absoluut niet ophouden in ‘onbehoorlicke geselschappen’. Voor Isaac Clignet was zijn reputatie en goede naam een groot goed, want Pieter moest zich gedragen als een ‘vroom en getrouw leerjonge’. Ingeval van wangedrag had Isaac het recht om zijn leerling naar huis te sturen.
‘De conste der pharmacie’
Een zilveren drie-kranen kan, omstreeks 1758-1760 vervaardigd door de Maastrichtse zilversmid Joannes Andreas Gerardus L’Herminotte (1732-1802), een zoon van zilversmid Engelbertus L’Herminotte. In 1729 nam Engelbertus de veertienjarige Johannes Brabant aan als zijn leerling. Beeld: Vereniging Rembrandt
Hendrick zou hem in die periode alle vaardigheden leren op het gebied van het ‘cooper slaen’, zoals een goed meester betaamt. Een koperslager was een ambachtsman die handmatig platen koper of andere zachte metalen bewerkte tot ketels, dakbedekking of sierlijk bewerkt koperen keukengerei
Een Maastrichtse zilversmedendynastie
Pas veertien jaar oud was de Maastrichtenaar Johannes Brabant toen hij als leerling aan de slag ging bij Engelbertus L’Herminotte, een lid van de bekende Maastrichtse zilversmedendynastie
Op 19 juni 1727 hadden de Maastrichtse apotheker Willem Gelinck, gehuwd met Catharina Mettevier, en Carolus Robertus Quirini, procureur van de universiteit van Leuven, een afspraak met notaris Guillaume Caris. Willem en Carolus Robertus waren met elkaar overeengekomen dat Guilielmus Franciscus Quirini, de minderjarige broer van Carolus Robertus, drie jaar lang zou gaan inwonen bij Willem. In die periode zou Willem de jonge Guilielmus Franciscus ‘de conste der pharmacie’ leren. Carolus Robertus zou voor die drie jaar aan Willem betalen een bedrag van vijfenzeventig rijksdaalders. Guilielmus Franciscus zou elke dag aan tafel mogen eten, samen met Willem en zijn gezin. Zijn linnengoed zou gewassen worden. Willem was verplicht om aan zijn leerling alles te leren, zonder iets achter te houden. Na gemelde periode van drie jaar was Willem ook verplicht om een verklaring af te leggen over de leerperiode van zijn leerling. Dat zal waarschijnlijk dezelfde soort verklaring zijn geweest als de verklaring die Johan Krafft, genoemd aan het begin van dit verhaal, ontving van zijn meester.
Wie ook een leerplaats regelde voor zijn minderjarige broer, was Christiaen Fabers. Op 27 oktober 1709 schoof Christiaen samen met de Maastrichtse koperslager Hendrick Strang aan tafel bij notaris Jean Louis Veugen. Lambertus Fabers, de minderjarige broer van Christiaen, zou voor een periode van vier jaar de leerjongen zijn van Hendrick.
L’Herminotte. Op 1 maart 1730 lieten Engelbertus en de moeder van Johannes, Maria Cornelia Simons, weduwe van Charles Louis Brabant, de tussen hen gemaakte afspraak zwart op wit zetten door notaris Arnold Morren. Johannes zou gedurende zijn leerperiode van zes jaar niet gaan inwonen bij zijn meester, maar bij zijn moeder blijven wonen. Engelbertus hoefde dus niet voor kost en inwoning te zorgen, zoals vaak gebruikelijk was tijdens een leerperiode. Maria Cornelia moest er voor zorgen dat haar zoon tijdens zijn leerperiode elke dag ‘vlijtigh en naerstigh’ in de winkel van Engelbertus zou komen werken en hem zou gehoorzamen. Over een vrije dag werd niet gesproken. Zou Johannes zeven dagen per week hebben moeten werken voor zijn meester?
Indien Johannes iets zou ontvreemden uit de winkel van Engelbertus, dan zou Maria Cornelia dit vergoeden, zo noteerde notaris Morren in de akte.
Andries L’Herminotte, de vader van Engelbertus, was chirurgijn van beroep en woonachtig in de Cortenstraat. Andries kan gezien worden als de stamvader van de dynastie van zilversmeden. Zijn zoon Nicolaes, broer van Engelbertus, werd door hem voor zes jaar in de leer gedaan bij de in de Boschstraat woonachtige zilversmid Frederik Wery, wiens moeder een telg was uit de Maastrichtse gouden zilversmedenfamilie Van Bloemendael. Notaris Jacobus à Cruce legde de afspraken op 23 oktober 1692 vast in een akte. In de tweede helft van de achttiende eeuw kende Maastricht een culturele heropleving die goed is terug te zien in de vervaardiging van luxe zilverwerk. Deze productie stond bekend om de hoge kwaliteit en trok klanten tot ver buiten Maastricht. Joannes Andreas Gerardus L’Herminotte (1732-1802), een zoon van Engelbertus, stond bekend als één van de meest vooraanstaande Maastrichtse zilversmeden uit die tijd. Ook zijn broers Andreas Dominicus en Petrus Servatius waren zilversmeden.
Zwembaden komen, zwembaden gaan, maar het zwembad Jekerdal blijft altijd bestaan. Het lijkt er wel op, nu het zwembad, bijna 75 jaar na de bouw, beter draait dan ooit tevoren. Dat het zwembad nog bestaat was echter niet vanzelfsprekend.
Het is te danken aan de vrijwilligers die 40 jaar geleden het bad van de ondergang redden nadat de gemeente zwembad Jekerdal had gesloten. Het bad was niet meer nodig, omdat op de Dousberg een nieuw gemeentelijk zwembad werd gebouwd. Ruim dertig jaar na de feestelijke opening van zwembad Jekerdal, ging het bad dicht, maar niet voor lang. In 1984 nam een tiental mensen samen met Bureau Inspraak en Ondersteuning van de gemeente Maastricht het initiatief om zwembad Jekerdal als buurtproject te heropenen. Als het zwembad in staat zou zijn zichzelf te bedruipen en niet zou concurreren met De Dousberg mocht er een herstart plaatsvinden. Met dat doel werd op 4 september 1984 de Vereniging Zwembad Jekerdal als project van vrijwilligers opgericht en tot op de dag van vandaag draait Jekerdal op vrijwilligers en is er nooit één cent belastinggeld naar
“ Er is nog nooit belastinggeld naar het zwembad gegaan”
toe gegaan. Een jaar na de oprichting van de vereniging, in 1985 ging zwembad Jekerdal weer open.
Vereniging
Binnenkort verschijnt een boek over het 40-jarig bestaan van Vereniging Zwembad Jekerdal, dat onder meer door Ronald Smulders en Ron Hendricks wordt samengesteld. Hendricks is voorzitter van de vereniging en legt uit hoe het kan dat het zwembad steeds kon
overleven, terwijl overal in de regio zwembaden gesloten worden, recent nog Mosaqua in Gulpen.
Hendricks: “We zijn een heel gezonde vereniging met 8.000 leden. Deze leden zorgen door vrijwilligerswerk ervoor dat het zwembad nog steeds bestaat, 75 jaar na de bouw. Zwembad Jekerdal draait volledig op vrijwilligers en omdat we zoveel leden hebben kunnen we ook investeren en het zwembad exploiteren.”
Dat het bad populair is blijkt uit de wachtlijst waar bijna 4000 mensen op staan die ook graag lid willen worden van de Vereniging Zwembad Jekerdal. De voorzitter wil benadrukken dat Jekerdal een zeer sociaal zwembad is. Hij reageert daarmee op geluiden dat het zwembad elitair is, omdat alleen leden mogen zwemmen. “Het zwembad is geen openbaar zwembad dat klopt, maar het bad wordt ook niet betaald door de gemeente met belastinggeld. De leden betalen en onderhouden het bad. Zij betalen een jaarcontributie van bijna 50 euro en kunnen voor dat geld een hele zomer zwemmen. Dat is al een heel sociaal bedrag want je kunt voor nog geen vijf tientjes elke dag gebruik maken van het bad. De enige voorwaarde die aan het lidmaatschap hangt, is dat iedereen zijn steentje bijdraagt aan het in stand houden van het bad. Verplicht vrijwilligerswerk dus. Dat is ook een voorwaarde om lid te kunnen worden. We hebben de laatste jaren meer leden toegelaten. Dat kan omdat we een geautomatiseerd toegangssysteem hebben met een app. Zo weten we precies hoeveel mensen binnen zijn en wat de drukke momenten zijn. Op basis van die gegevens heeft het bestuur besloten meer leden toe te laten omdat er nog capaciteit was,” zegt voorzitter Hendricks.
Winterklaar
In het boek, dat ongeveer 150 pagina’s telt wordt de geschiedenis van 40 jaar Vereniging Zwembad Jekerdal beschreven. In het boek staan ook tientallen historische foto’s. Het boek is vanaf juli te koop in de boekhandel.
Niet onderschat mag worden hoeveel werk het onderhouden van een zwembad is. Ron Hendricks: “Een grote groep vrijwilligers is het hele jaar bezig om ervoor te zorgen dat er hier in de zomer gezwommen kan worden. Na het seizoen moet het water er voor een deel uit en wordt alles winterklaar gemaakt. Het groenonderhoud en het schoonhouden van de terrastegels en gebouwen gaat het hele jaar door. En in het voorjaar worden de baden helemaal schoongemaakt, waar nodig geverfd en weer gevuld met water. Ook de technische installaties moeten voortdurend onderhouden worden. We mogen blij zijn dat onze vrijwilligers dit werk doen, want als je hier bedrijven voor moet inhuren zou het snel gedaan zijn met zwembad Jekerdal, dat is niet te betalen,” zegt de voorzitter.
Ron Hendricks: “Zonder twijfel heeft Zwembad Jekerdal een sociale functie. “Het is niet alleen een plek om te zwemmen of te zonnen, maar ook een ontmoetingsplaats voor de buurtbewoners die lid zijn. De meeste leden komen uit de directe omgeving van het zwembad. Vaak generatie op generatie zijn er lid en die genieten van hun zwembad.”
Het 40-jarig jubileum wordt op 28 juni met een jubileumfeest voor de leden gevierd. Daar wordt ook het jubileumboek gepresenteerd.
Geschiedenis
Zwembad Jekerdal werd in 1950 ontworpen door Frans Dingemans. Hij was in die jaren stadsarchitect van Maastricht en verantwoordelijk voor veel woonwijken en gebouwen die na de Tweede Wereldoorlog hard nodig waren in Maastricht. Opdrachtgever was de Dienst Stadsontwikkeling. In 1951 ging het zwembad open. Bijna 20 jaar later, in 1972 ging de gemeenteraad akkoord met de bouw van het zwembad op de Dousberg. Het bad opende in 1973 en dat leidde uiteindelijk tot het (voorlopig) einde van zwembad Jekerdal. De gemeente sloot Jekerdal in 1982. Het bad was niet meer nodig vanwege het nieuwe zwembad op de Dousberg. Zwembad De Dousberg sloot in 2013 toen er een nieuw zwembad kwam bij de Geusselt. Dankzij een groep vrijwilligers werd zwembad Jekerdal in de jaren tachtig van de sloop gered. Tegenwoordig is de Vereniging Zwembad Jekerdal met 8000 leden een bloeiende vereniging die met vrijwilligers het zwembad exploiteert.
/ participants
Artichoque Art Gallery
Bredestraat 4 • artichoque.nl
Galerie Cesart
Tongersestraat 50 • galerie-cesart.eu
Peter Slegers
Stenenwal 18b • peterslegers.com
Galerie Augustinus Interart
Hoogbrugstraat 19
Mariastraat 13
Mariastraat 13 • sam-ateliers.nl
Kalkman Vinyl Records & Art Hondstraat 2a • hubertkalkman.com
Galerie Kunstuitleen Maastricht Boschstraat 87 • kunstuitleenmaastricht.nl
ARTcafé Maastricht Wilhelminasingel 70 • artcafemaastricht.nl
Hotel Mabi Kleine Gracht 24 • hotelmabi.nl
Townhouse Hotel Sint Maartenslaan 5 • townhousehotels.nl
The Social Hub
Sphinxcour 9a • thesocialhub.co
Vaeshartelt Weert 9 • vaeshartelt.nl
Bar Beurre Sint Pieterstraat 54 • barbeurre.nl
Lumière Bassin 88 • lumiere.nl
Bikke Hoogbrugstraat 43a • bikkemaastricht.nl
De Tribunal Tongersestraat 1 • detribunal.nl
Tuur de Luxe Sint Maartenslaan 31a • tuurmaastricht.nl
Blanche Dael Aan de Brikkebouw 10 • blanchedael.nl
Tijdens en rondom de wereldberoemde kunstbeurs
TEFAF bieden 18 Maastrichtse locaties lokale kunstenaars tot en met 30 jaar een podium. Onder de naam ‘Emerging Artists Unveiled’ wordt zo voor jong talent de mogelijkheid gecreëerd om zich voor het eerst te presenteren aan het grote publiek. Van inwoners van de stad tot bezoekers van de prestigieuze kunstbeurs. Door kunst zichtbaar te maken op prominente plekken in de stad, zoals hotels, restaurants en galeries, worden de TEFAF-bezoekers getrakteerd op een artistieke stedelijke beleving tijdens hun verblijf in Maastricht.
Met de 18 locaties verspreid over Maastricht wordt de openbare ruimte omgetoverd tot een dynamisch podium voor kunst. Bezoekers kunnen via een speciaal ontworpen wandelroute kennismaken met opkomend talent te midden van de rijke cultuurhistorie van de stad.
Op zaterdag 8 maart vindt de officiële kick-off plaats. Elke deelnemende locatie organiseert een activiteit samen met de daar tentoongestelde kunstenaar(s). Bezoekers kunnen vooraf hun eigen route samenstellen en zich laten inspireren door het jonge talent. Hierna zijn de 18 exposities nog tot en met 15 april te bezichtigen tijdens de reguliere openingstijden van de deelnemende locaties. Het project ondersteunt jonge kunstenaars tot 30 jaar en werkt daarvoor samen met diverse kunstonderwijsinstellingen zoals de Academie Beeldende Kunsten Maastricht. Een professionele jury heeft uit alle aanmeldingen een selectie gemaakt van 23 kunstenaars die zich mogen presenteren op de locaties. Naast exposure krijgen de deelnemers ook begeleiding op het gebied van cultureel ondernemerschap om ze klaar te stomen voor een succesvolle toekomst in het culturele veld.
Artichoque Art is een galerie in Maastricht die hedendaagse kunst toegankelijk wil maken voor een breed publiek. Door innovatieve projecten zoals ‘Emerging Artists Unveiled’ wil de galerie Art de zichtbaarheid en ontwikkeling van jong artistiek talent stimuleren.
EXPO
• vaste collectie ART & DESIGN van Boedapest tot Maastricht
• kunst van Emerging Artists Unveiled
Meer info & programma: instagram & www.artcafemaastricht.nl
• Wilhelminasingel 70, Maastricht
2 BLESSED BY
ART in de Lutherse Kerk Maastricht tijdens TEFAF.
Laat je tijdens deze expo inspireren door werken van zeven lokale beeldend kunstenaars in deze voormalige schuilkerk.
Opening vrijdag 14 maart om 17.00 uur.
8 Expositie Objects de notre Affection : 25 jaar
Atelier Les Deux Garçons
Artichoque Art Gallery
Grote overzichtstentoonstelling toont het gehele oeuvre van het kunstenaarsduo: collages, bronzen en taxidermie.
13 maart t/m 13 april. Do t/m zon 13.00 - 17.00 of op afspraak.
• www.artichoque.nl
Schilderkunst | Videokunst Installatiekunst | Werken in opdracht
Stenenwal 18b
• art@peterslegers.com
Ontdek topstukken uit binnen en buitenland in de Kruisheren-collectie van Kroon gallery. Van Bronzen beelden tot fotografie en schilderkunst!
• www.Kroongallery.com
Al 56 jaar zijn wij gevestigd in Boschstraat 74. Een vertrouwd adres, gespecialiseerd in antiquiteiten uit verschillende tijdperken.
Geopend: Do en Vrij 13.00 tot 17.00 uur
Zat 10.00 tot 17.00 uur
• www.vaneyckantiek.nl
Sinds juli 2019 mijn eigen Atelier/Galerie: “FAMKE” in het centrum van Maastricht. Openingstijden: indien aanwezig of op afspraak.
Rechtstraat 84
• kunstinzicht.nl/ famke-rousseau
10
Expositie Dialoog tijdens ‘Emerging Artists Unveiled’ 7 maart tot 23 maart 2025
Open op vrijdag, zaterdag en zondag van 14-19 uur
Projectruimte Mariastraat 13 6211 EP Maastricht.
• Meer info op Instagram: mariastraat13sam
Een familiebedrijf waar passie en liefde voor kunst vertaald worden in vakmanschap en ambacht.
Rechtstraat 77 043-3250510
• www.maaslands.nl
3 Bij Boekhandel Dominicanen ontdek je steeds wisselende exposities. Van 9 maart tot en met 5 april bewonder je de unieke kunst van Giorgio Laveri.
Dominicanerkerkstr. 1 6211 CZ Maastricht
• www.boekhandel dominicanen.nl
‘Een persoonlijk en bijzonder afscheid voor iedereen.’
Wilt u meer informatie of een persoonlijk gesprek? Kijk op dela.nl/maastricht of bel 043 711 27 52 Susanne Rongen-Schols uitvaartverzorger bij DELA
Hoge Frontenpark
Check live waar het te druk is op thuisinmaastricht.nl/ carnaval. Of laat zelf weten waar het te vol is. Zo maken we er samen weer een gezellige vastelaovend van!
DOOR: PETER EBERSON BEELD: DE TEMPELEERS
Het is 2015. Stadsvastelaovendsvereineging De Tempeleers heeft steeds meer moeite om voldoende sponsoren te vinden. Tempeleer Frits Jongen en René Persoon bespreken in De Tribunal de situatie. Er moet snel geld gevonden worden, want de nieuwe Stadsprins reikt gemiddeld 6000 medailles uit, maar die moeten wel betaald worden. “Ik haal het geld bij elkaar roept René, “en verdomd” zegt Frits. “Het geld was er!”
Dat vormde tien jaar geleden de start van de Sosjeteit veur Medaaljes & Sjariteit. Ondernemers die de Mestreechter Vastelaovend een warm hart toedragen.
Eén van de drijvende krachten achter de Sosjeteit vanaf de start is ondernemer René Persoon. “Mijn doel was tien jaar geleden om 20 bedrijven te vinden die lid wilden worden van de Sosjeteit.
Ze betalen minimaal 1111 euro en zorgen met hun bijdrage ervoor dat de Tempeleers financieel ondersteund worden om elk seizoen de 6000 medailles aan te schaffen die Stadsprins Carlo I zal opspelden en de club zorgt ervoor dat sjariteit extra aandacht krijgt,” zegt René.
Betekenis
Guido Quaden, bij de Tempeleers een van de mensen die verantwoordelijk is voor de binnenkomende gelden, vult aan: “Wanneer we het hebben over sjariteit bedoelen we dat niemand wordt vergeten. De Mestreechter Vastelaovend is er voor iedereen. De Tempeleers hebben altijd bijzondere aandacht voor deze doelgroep. De Vastelaovend heeft voor veel mensen een heel bijzondere betekenis. Het is veel meer dan alleen een moment om te feesten … het is ook een moment om samen te komen (verbroedering), elkaar een helpende hand toe te steken (sjariteit) en de lach en de traan met elkaar te delen,” zegt Quaden.
Achtergrond
Mede dankzij de Sosjeteit veur Medaaljes & Sjariteit is die aandacht er, zodat iedereen - arm of rijk - carnaval kan vieren en niemand aan de kant hoeft te staan. Wat de Sosjeteit doet is niet zichtbaar en dat is bewust. Bedrijven staan niet met hun logo op een website. Het gaat om het goede doel en niet om de ondernemers. Die maken het wel mogelijk, maar doen dat uit overtuiging en hoeven niet op de voorgrond. Frits Jongen wil wel een voorbeeld geven over het goede werk van de Sosjeteit. “We organiseren activiteiten waar we een hele lage entree vragen, zodat iedereen kan deelnemen. Zonder de Sosjeteit zouden we misschien wel 15 euro toegang moeten vragen, maar dankzij de ondernemers is dat bijvoorbeeld 3,50 euro. Vergeet niet dat onze vereniging geen eigen locatie heeft. We moeten telkens de locaties huren en ook daar zien we dat de kosten jaar na jaar stijgen.”
“ Sjariteit betekent dat niemand wordt vergeten”
In de tien jaar dat de Sosjeteit bestaat is het aantal ondernemers dat lid is geworden, flink gegroeid; van 20 in het eerste jaar naar bijna 100 in 2025. René Persoon vertelt dat de Sosjeteit zelden op de voorgrond treedt, maar zonder de Sosjeteit zou het voor de Tempeleers een stuk lastiger zijn om alles te kunnen organiseren. Van de jaarlijkse kosten voor het lidmaatschap gaat het merendeel rechtstreeks naar sjariteit, het bekostigen van de medailles valt daar ook onder.”
René Persoon is trots dat 100 Maastrichtse bedrijven hun hart voor sjariteit op de
Hier krijgen de leden als eerste het ontwerp en thema te zien en horen van de nieuwe medailles. Tenslotte maken de ondernemers het mogelijk dat de medailles er komen. Bij het lidmaatschap hoort ook toegang tot het Soirée de la Charité, een gala-avond in de grotten van Neercanne. Het werk binnen de Sosjeteit wordt naast René, Lou, Frits en Guido ook gedaan door Elfie Bergmans, Nicole Brans Brabant en Philippe Mouthaan.
Binding
goede plaats hebben zitten. “Deelnemers van het eerste uur zijn nog altijd lid. Ik hoor van ondernemers dat ze het vooral gezellig vinden om andere ondernemers te ontmoeten op de bijeenkomsten die de Sosjeteit organiseert. Het netwerken is een beetje naar de achtergrond geschoven. Wat ook opvalt dat we steeds meer jonge ondernemers aan ons weten te binden. Dat is natuurlijk fantastisch. Jaarlijks bieden we de leden een zestal activiteiten aan. Een van de druktbezochte avonden is ‘t Medaaljele diner.
Lou Brans Brabant onderstreept de waardering voor de Sosjeteit. “Voor de Tempeleers was het steeds moeilijker om sponsoren te vinden. Dat had alles te maken met het vertrek of sluiten van bedrijven die normaal royaal de beurs trokken om carnaval mogelijk te maken. ENCI, banken, Nutsbedrijven, Mosa, KNP Papierfabriek waren bedrijven waar we altijd konden aankloppen, maar door sluiting, vertrek of een nieuwe directie werd de binding tussen het bedrijfsleven en de Tempeleers steeds minder. Ik ben hartstikke blij dat bijvoorbeeld papierfabrikant SAPPI lid is geworden van de Sosjeteit. Dat geeft aan dat ook een internationaal bedrijf het belang in ziet van het instandhouden van plaatselijke tradities.”
Wat de toekomst van de Sosjeteit betreft droomt René Persoon stiekem van 111 leden. “Dat zou een mooi aantal zijn. Maar ik wil altijd verder kijken. Toen we begonnen vonden we maximaal 50 leden een mooi aantal. Dat werden er 6 x 11, 7 x 11 en nu zitten op bijna 100. Dat is fantastisch want hoe meer leden, hoe meer de Tempeleers aan sjariteit kunnen doen.”
Maastricht staat als meest Bourgondische stad van Nederland bekend om zijn fijne restaurants, gezellige kroegen, Mediteraanse terassen... én al z’n lekkernijen!
Maar welke lekkernijen zijn er dan zoal te krijgen in maar ook rondom Maastricht en wat is hun verhaal, achtergrond, recept of... geheim?
DOOR: RENÉ PERSOON BEELD: DE NIEUWE STER
René Persoon beschrijft maandelijks in De Nieuwe Ster typische Maastrichtse lekkernijen. Van klassieke Mestreechse Praline tot ‘t traditionele “Stumpke” of een verrassende nieuwe vondst... zodat u daarna zelf de proef ‘in de mond’ kunt nemen.
We vervolgen deze ontdekkingstocht met een smakelijke Vastelaovendsseizoenslekkernij... “Kneinsbatsen op z’n Mestreechs” (Maastrichtse konijnenbouten) van “De Hazendans”.
LOCATIE:
Poelierswinkel De Hazendans Hesertstraat 18, Maastricht Geopend: di-vrij van 08.30-12.30 uur, 13.30-18.00 uur. zaterdag 08.30-16.00 uur. zondag & maandag gesloten.
LEKKERNIJ:
Kneinsbatsen op z’n Mestreechs. (Maastrichtse Konijnenbouten). Prijs:1,70 per 100 gram
IN GESPREK MET:
Jos Kerkhofs en Jonathan Cielen.
Traditioneel opgegroeid werd én wordt er bij ons thuis ook traditioneel naar de seizoenen gekookt en gedronken. Ook de keuken heeft gelukkig zo zijn culinaire ‘jaor-krans.’
“Alles op ziene tied”... zei mijn moeder dan ook altijd, dus de asperges vanaf april tot uiterlijk St. Jan op 24 juni met een mooi glas Elzasser Muscat, daarna
in juni de maatjes-haring met een ijskoud Korenwijntje. Dan vanaf september de mosselen met bij ons thuis een eenvoudige maar heerlijke Muscadet, gevolgd in oktober met ‘t Bockbier en Gigondas in ‘t glas en op het bord de haas, fazant, bloodweurs en appel en Hiemelse Modder.
Vervolgens gleden we zo smakelijk genietend richting de decembermaand met al z’n lekkernijen van Peperkokemennekes, wildzwijnragout, canard à L’Orange en Kerststol
tot eindejaars champagne én oliebollen.
Kortom... het culinaire leven is op deze manier een groot feest. En in Maastricht niet alleen het Culinaire leven maar zeker ook het Culturele leven met in deze maanden het accent op “dee Zaolege Mestreechter Vastelaovend”! En “Mestreech zou Mestreech neet zien” als er ook in deze periode van het jaar geen heerlijke traditionele gerechtenen lekkernijen zouden zijn. Denk maar eens aan de Hieringe,’ t Zoervleis, ête de Veau, de Nonnenvotten
maar zéker de “Kneinsbatsen op z’n Mestreechs” oftewel de Maastrichtse Konijnenbouten.
Bij ons thuis was het traditie om vóór dat we met z’n allen naar de Groete Optocht togen, er eerst samen knien of konijn werd gegeten met handgesneden frieten, dikke appelmoes, kropsla met mayonaise-dressing,’ n “hèl eike” en tomaten. Iedereen was present, van klein tot groot en jong tot oud plus alle “aonhaangk”, de pick-up draaide het nieuwste Vastelaovendsliedje gekocht bij de Harp
op de Spilstraat. Mijn moeder maakte een grote ketel ‘kneinsbatse” naar haar moeders recept die dat weer van haar moeder had geleerd, die dat weer van háár moeder had enfin... dus op “Grootmoederswijze”. U kunt zich voorstellen dat met ‘n Eelske en “pötsje beer” erbij al flink aan tafel opgewarmd werd voor de optocht!
Op heel wat plaatsen heb ik al konijn gegeten rondom de Vastelaovend en toch telkens weer iets anders... Het ene recept gebruikte weer meer peperkoek, dan weer stroop of rode wijn in de saus, meer of minder “unne” en zelfs zwarte pruimen... kortom heel wat variaties op ‘t traditionele recept met ieder z’n eigen historie.
Samenvattend zou je dus kunnen zeggen dat de “Kneinsbatsen op z’n Mestreechs” een overkoepelende naam én hulde is voor al de bereidingswijzen van al die moeders, oma’s, bomma’s, ama’s en tantes die ieder hun eigen recept hadden.
Dus voor deze rubriek nu op zoek in Maastricht naar een winkel waar deze Vastealaovendslekkernij,”Kniensbatse op z’n Mestreechs” te koop zijn.
Lang hoef ik daar niet voor te zoeken, want ik kwam bijna vanzelfsprekend uit bij de poelierswinkel van de Hazendans, waar al sinds 1955 door de familie Kerkhofs en nu Cielen,een poelierswinkel gerund wordt.
Een kort stukje geschiedenis... Willy Kerkhofs was een van de vele zonen van Boerderij de Hazendans en zocht zijn heil niet op de boerderij waar z’n broers aan de slag gingen, maar begon naast de boerderij een kleine kippenfarm, waar hij de kippen zelf slachtte en deze net als de eieren “kakelvers” verkocht. Hij deed dit gewoon vanuit de veranda van zijn huis,
waar bij wijze van spreken ook de wasmachine stond.
Echter, toen het bedrijf verder uitgroeide en er naast de kippen ook vele andere gevogelte-,wild- en vleessoorten in het assortiment kwamen kon de veranda-verkoop natuurlijk niet meer en werd er onder leiding van de tweede generatie Jos Kerkhofs,een échte poelierswinkel gebouwd, vlak naast het woonhuis (en de veranda!) van Willy Kerkhofs.
De vrouw van Jos Kerkhofs, Lidy, introduceerde in deze nieuwe setting ook de traiteurs-formule, waar volgens haar recepturen en traditionele kookkunst nu ook kant en klare gerechten in de winkel konden worden gekocht.
In deze winkel ontmoet ik Jonathan Cielen, getrouwd met de derde generatie Kerkhofs op de Hazendans, Chantal Kerkhofs. Zij hebben in 2021 het bedrijf overgenomen van Jos, die wel nog “hand- en spandiensten levert als het nodig is. En dat is zeker nodig in de drukke wild- en decembertijd vertelt Jonathan mij en nu ook weer in de tijd van de “kneinsbatsen”...want die worden nu al flink verkocht, zowel vers als “op z’n Mestreechs”bereid. Het recept van Lidy gaat uit van de basis “in ‘t zoer” en daarna proef ik toch ook weer heerlijk wat “unne” en “sj-
roep”......het lijkt qua smaak op de “kneinsbatsen” van mijn moeder en tante Lisa. Een échte Mestreechse lekkernij, vakkundig en duidelijk met ‘n hand vol leefde bereid. Dat is ook duidelijk te merken aan alle klanten die er tijdens mijn bezoek in de winkel kwamen...vakkundig en met geduld werd alles waar nodig uitgelegd of verpakt.
De liefde voor het ambachtelijke poeliers-mètier straalt ervan af. Nu begrijp ik maar weer eens waarom mijn oma Josephine en moeder er kind aan huis waren.
Wij hebben er thuis menige feestmaaltijd van mogen genieten... de hazenbouten van de Hazendans én mijn moeder doen mij als ik er aan terug denk nóg dansen!
Zo zijn er natuurlijk en wellicht voor bijna iedereen herkenbaar, talloze dierbare herinneringen rondom ‘t Vastelaovends-eten in familie verband....
Zo gingen wij na de kinderoptocht altijd eten bij Tant Lisa en noonk Zjèraar, uiteraard konijn,en Tant Lisa maakte die uiteraard weer op háár manier. Het was er altijd feest want iedereen, alle noonks en tantes, neven en nichten liepen zo maar binnen en vroegen dan meestal of “de knien ziene jas nog aon had... iets wat wij als kinderen toen nog niet begrepen, maar later wisten wij dat er bedoeld werd...”of ‘t konijn al gevild was”.
Het waren onvergetelijke familie Vastelaovends-etentjes... konijn, frieten met mayo, appelmoos... de rode Côtes du Rhone van van Wissem en de flesjes Ridder Pilsener vloeiden rijkelijk... en wij als kinderen hadden gazeuse!
En er was noonk Zjèraar... een geweldige leuke man. Hij en Tant Lisa hadden geen kinderen, maar noonk Zjèraar
was gek op ons... Van Tant Lisa kregen we nooit iets buiten een droog Mariakoekje... maar noonk Zjèraar verwende ons altijd met allerlei snoep... toverballen, Belga-kauwgom, krissiepoejer, witte- en melksjokolate nougatknotse, sokkerpapier etc. En hij zat altijd vol met grappen en grollen... maar een ding was heel bijzonder aan hem... hij had een gruwelijke hekel aan... “Hollènders”!
Op z’n werk waren er ook een paar vertelde hij vaker en die trakteerden nooit als ze jarig waren en waren altijd gierig als er geld bij elkaar moest worden gelegd voor een bloemetje of Sinterklaas-surprises. Daarom haalde hij iedere Vastelaovend voordat we begonnen met ‘t eten hetzelfde grapje uit...
Als de grote oranje gietijzeren ketel op tafel stond nam hij er met de vleestang een “dikke kneinsbats” uit, drappeerde die op het bord,deed er rijkelijk saus overheen,een flinke portie frieten en appelmoes ernaast, rijkelijk sla en mayo en ketchup erbij en liet het volle bord vol trots aan iedereen zien... kiek ‘ns ...”KNIEN OP Z’N MESTREECHS!”zei hij dan.
Vervolgens pakte hij een nieuw bord, pakte een “magere kneinsbats” uit de ketel, liet de saus ervan af druipen en legde de “kneinsbats” kaal op een leeg wit bord,met niks erbij, erop of eraan... “Zoe...” zei hij dan vrolijk gniffelend en Tant Lisa aankijkend...”en dit is noe... KNEIN OP Z’N HUILLANDS !!”
Dat Tant Lisa geboren was in Den Haag heb ik later pas vernomen.
Laot uuch de Knien good smake! Iech wins uuch ‘ne Zaolege Vastelaovend!
René Persoon
Het adres voor al uw tuin-, dier en bakbenodigdheden
Op 2 minuten rijden van Maastricht UMC+
Vogelzang 7a 6229 VM Maastricht(Heugem) 043-3672835
avevemaastricht@aveve.nl Ma-vr: 9.00-18.00u Za: 9.00-17.00u
De fractie vaan MAASTRICHT van NU
wins uuch allemaol unne onvergetelijke vastelaovund touw
’t Groetste geheim vaan Mestreech is toch ’t gegeve tot op zoondagmiddag, veer weke veur de vastelaovend, iemes op de Merret oonder ’t maske oetkump en geine mins ’t vaan teveure heet gewete wee dat zouw kinne zien. D’r weurt wel vaan te veure gegis wee ’t zouw kinne zien, meh zeker wete deit geine dat. ’t Blijf raoje en gisse en dat moot ouch altied zoe blieve. Nao ’n lang vergadering mèt alle Tempeleers geit ’n lies nao de Kanselarijraod mèt kandidaote. De kandidaote zien de lui die door de Mestreechter bevolking zien veurgedrage es kandidaot prins. Lui geve aandere op umtot ze vaan meining zien tot hunne kandidaot aon alle eise voldeit en dat opziech is al e komplemint veur de kandidaot.
Alle Tempeleers geve in ’n vergadering hun oordeil euver de kandidaote en dao moot de Kanselarijroad mèt aon de slaag. Ze wikke en wege alle oordeile die zien gegeve en loere daan spesjaol nao de mins es kandidaot, of ‘t ‘ne Mestreechteneer is en me Mestreechs sprik en of de kandidaot ziech good kint prizzentere.
Zoe oontsteit ’n lies vaan Prins-kandidaote. ’t Dreimaansjap, drei lui oet de Kanselarijraod, make de oetindeleke käös en goon, op ’n slinkse meneer, de kandidaot benadere. Zoe gaw es de kandidaot “jao” heet gezag weurt heer door ’t dreimaansjap veurbereid op ’t prinssjap. In ’t deepste geheim weurt e rokkostuum aongemete. Zelfs de couturier wèt neet wee ’t is umtot de kandidaot geblindook ’t pak moot passe en niks maag zègke. Zoe geit dat ouch mèt sjeun passe. ’t Is e groet geheim en zoe moot dat ouch altied blieve. Alles gebäört stiekem. De kandidaot, normaal ‘nen ierleke mins, moot zelfs op gegeve meminte kinne lege esof ’t gedrök steit.
Zelfs de Tempeleers, op drei maan nao, wete neet wee ’t is en koume dat pas op de Merret te wete es ’t maske aof geit. De vrouw vaan de prins, de Tempeleers neume en behandele häör es prinses, meh ze is neet gekleid wie ’n prinses mèt e kruunsje en e mäntelke, betrekke de Tempeleers bij alles wat gezag of gedoon moot weure. Zij is eve belaankriek es de Prins veur de Tempeleers en weurt ouch ummertouw begeleid door ‘nen adjudant es ze nao boete trejt.
Vastelaovend is e speul en dat speul moot good en zjus gespäöld weure aanders stèlt ’t niks veur. Oet ervaring wete de Tempeleers tot de Prins door ederein in Mestreech ouch es Prins gezeen weurt. Gans Mestreech is gruuts op ziene Prins en ’t is sjiek este weurs oetgekoze, es koppel, um Mestreech te mage veurgoon mèt de vastelaovend.
E sjoender ambt besteit neet, nump dat vaan miech mer aon.
Jan Janssen
“Het verhaal moet kloppen”, zegt Nol Beckers (67) van Maaslands Lijstenmakerij en Galerie. Daarmee wil hij zeggen dat een lijst het kunstwerk tot zijn volle recht moet laten komen. Nol: “Als iemand binnenkomt met een kunstwerk onder de arm, zie ik al uit welke periode het komt. Dan weet ik wat daarbij zou kunnen passen. En dan nog is het soms zoeken naar de perfecte lijst.”
Als lijstenmaker moet je ook veel over kunst weten. “Dat is wat mij betreft een absolute voorwaarde”, zegt hij. Ik zelf startte als werkstudent bij boekhandel Henric van Veldeke. “Dat was de grootste boekhandel van Zuid-Nederland. 26 mensen in dienst. En een hele grote kunstcollectie. Daar is het begonnen. In 1996 stapte hij over naar het Maaslands Antiquariaat. Hij deed toen al zaken met lijstenmakerij Rive Gauche die hij in 2011 overnam.
Nol zette niet alleen in op lijsten, maar ook op de verkoop van kunst, met name schilderijen uit de 19de en 20ste eeuw èn eigentijds, maar dan wel figuratief en niet abstract. “Ik hou wel van die tegenstelling.” Nol: ”Klanten die voor een goede lijst komen, zijn ook geïnteresseerd in wat we hebben hangen. Andersom geldt ook dat mensen die voor kunst komen, ook een lijst aanschaffen.”
Pol (44) neemt de zaak nu over. Dat is al vijf jaar geleden uitgebreid besproken.
“Ik heb veel uit de boeken geleerd over kunst. Zeker de basis. Uit welke tijd komt een werk? Welke verf en welke technieken zijn gebruikt? Maar ik heb de afgelopen jaren toch het meeste geleerd van mijn vader in de zaak”, zegt hij.
Pol schoolde om van hovenier gespecialiseerd in stedelijke binnentuinen tot lijstenmaker. “Je moet van kunst houden, je moet handig en creatief zijn. En je moet projecten goed kunnen afmaken. Dat kan hier allemaal. We werken veel samen met kunstenaars, galerieën en doen bijvoorbeeld grotere projecten voor bedrijven. Dat samenwerken met anderen is hartstikke mooi.”
“Het verhaal moet kloppen”, zegt Nol. De zaak is recent gemoderniseerd, maar het ambacht straalt er nog steeds vanaf. Het is nu aan Pol om zijn eigen accenten toe te voegen. Nol zal nog ongeveer twee dagen in de week aanwezig zijn en op de achtergrond helpen. En hij is altijd beschikbaar voor zijn zoon om te sparren. “Het is nu aan Pol, ik kan het loslaten.”
De feestelijke overdracht is gepland op vrijdag 14 maart om 19.00 uur. The Soundsmith & Co (jazz) luisteren de avond op. Dan is ook de opening van de expositie ‘De kunstenaar en zijn model’ met (naakt-) portretten van beeldend kunstenaar Dirk Bal uit Sint-Geertruid (te zien t/m 29 maart).
Op 15 + 16 maart schildert Dirk in de galerie, op zondag is ook zijn model aanwezig.
Maaslands Lijstenmakerij en Galerie is gevestigd in de Rechtstraat 77.
KOOP LOKAAL • ADVERTEER LOKAAL
Met uw advertentie in De Nieuwe Ster bereikt u niet alleen uw lokale doelgroep online en in print, maar houdt u ook het nieuws van onze stad GRATIS VOOR ALLE MAASTRICHTENAREN.
Informatie: verkoop@denieuwestermaastricht.nl OND PREMIER PR O
DOOR: KARLIJN VAN DER GRAAF
Dat er enkel en alleen gekookt mag worden op de splinternieuwe inductieplaat indien er gebruik wordt gemaakt van onderzetters, was iets dat Patrick zijn zoon zelfs in het hospice op het hart drukte. Het is tekenend voor een eigenschap die iedereen die hem gekend heeft, zal herkennen: zuinigheid. Patrick was zuinig op zijn spullen, op zijn relaties en op zijn lijf. En met geld; als goede vriendin Claudia bij hem op bezoek kwam verzocht ze hem vooraf vriendelijk de verwarming alvast een paar graden hoger te zetten.
Hij onderhield dit alles met grote overgave. Niet op de laatste plaats zijn heilige koe; alleen aan auto’s gaf hij met gemak geld uit. Dat wil zeggen: aan de aanschaf ervan. Dat hij zo eigenwijs was om vanwege de kosten het advies van zijn broer in de wind te slaan om zijn oldtimer, een Volkswagen Karmann Ghia, te laten taxeren, kwam hem letterlijk duur te staan toen de auto gestolen bleek uit een Heugemse garage.
Zijn tweede kind
Patrick had zijn lesje geleerd dus toen er een dakpan op de motorkap van een volgende auto viel, een Fisker Karma, deed
hem dat in ieder geval minder pijn in zijn portemonnee. Maar balen dat hij deed, en de schade werd direct hersteld. Alles moest immers altijd spic en span zijn voor hem. Toch durfde hij het aan om zijn, zoals hij zei: ‘tweede kind’ eens uit te lenen. Maar toen een kennis dat deed om als trouwauto te dienen, trok Patrick na enkele uren zijn hardloopschoenen aan en rende naar het kasteel waar het kersverse echtpaar receptie hield. Daar verscheen hij zwetend en wel om naar de sleutel te vragen, omdat de auto volgens hem toch maar beter veilig bij hem thuis kon staan.
In de rubriek Het Afscheid verschijnt elke maand een necrologie van iemand die recent is overleden.
Dat hardlopen was voor Patrick geen opgave. Hij was een en al sportiviteit. Graag zag hij de mensen van wie hij hield ook in fitte toestand, en daagde vrienden en familie daarom uit. Zo ontstond een hardloopgroepje dat in de vroege ochtend verzamelde bij Dokter Wennekens aan de Kennedybrug, om vanuit daar op en neer naar Eijsden te rennen. Patrick’s tempo was dusdanig verschillend van de anderen dat hij hen bij terugkomst fris gedoucht kon begroeten. ‘Kip’ zoals zijn bijnaam luidde vanwege het fiere rechtop rennen met de borst vooruit, had een berenconditie. De basis ervan werd gelegd in zijn jeugd. Patrick voetbalde jaren bij RKVV Heer in een gouden lichting met onder andere latere profs als Maurice Hofman en Mark Luijpers. Hij was razendsnel en fanatiek, maar net voor het moment waarop de doorbraak leek te komen, raakte Patrick geblesseerd.
Personal trainer
Hij viel buiten de selectie en moest dus een andere toekomst zoeken. Die vond hij in dezelfde hoek: sport. Hij werd Personal Trainer. Het gaf hem veel voldoening om mensen één-op-één te begeleiden. Patrick was daardoor tegelijkertijd een soort maatschappelijk werker, een rol die hem bij zijn latere werk als assistent-makelaar bij Damen ook van pas zou komen. Hoewel hij er niet mee te koop liep, was hij er trots op dat hij een aantal bekende Limburgers tot zijn klantenkring kon rekenen. Patrick kon mensen op een charmante wijze uitdagen tot uiterste inspanningen; hij verlegde de grens steeds weer.
Volgens Patrick heeft een mens namelijk altijd nog een vaatje om uit te tappen als hij het zwaar heeft. Als zijn broer Richard klaagde ‘hoonger wie ‘ne Belsje pony’ te hebben, zei Patrick dat hij zat reserves had om een week niet te eten. De broers, naast 13 maanden in leeftijd verschillend, ook 19 centimeter in lengte en 45 kilo aan gewicht, konden het goed met elkaar vinden. Ze groeiden samen op in het Heugemerveld, deelden lang een slaapkamer en hadden dezelfde vriendjes uit de buurt. Er bestond een hechte band tussen een aantal families in de wijk, en toen de kastelein van het lokale café een reis naar Lloret de Mar organiseerde gingen ze allemaal mee met de bus. Op naar Hotel Samba, voor 199 gulden met logies en ontbijt, voor 299 gulden inclusief avondeten. De broers kregen de smaak te pakken en gingen als tieners met hun vrienden terug, waar ze bij discotheek Fame
voor 1000 peseta’s een avond lang telkens opnieuw hun beker konden laten vullen. Voor Patrick met naar chloor smakend kraanwater, want alcohol drinken deed hij nooit. Dat paste niet bij zijn gezonde leefstijl en hij zou er maar dik van worden, hetgeen hij te allen tijde wilde vermijden.
Mooi dat zijn vrienden daardoor nooit verlegen zaten om een ‘bob’. En bovendien niet om een poetshulp, want wie een weekendje weg ging of op vakantie was in het bijzijn van Patrick, kon er zeker van zijn dat de borg retour kwam; hij hield alles piekfijn in orde. En de grootse flauwekul uithalen en lol trappen kon hij uitstekend in nuchtere toestand. Hij had standaard een lach op zijn gezicht. Waar hij moeite mee had, was dat de band met zijn zoon Denzel een tijdje niet zo hecht is geweest als hij het graag had gezien. Patrick deed de dingen liefst op zijn manier en had zo zijn principes. En hij wilde Denzel beschermen en behoeden. Dat leidde wel eens tot wrijving, zeker toen zijn zoon in de puberteit was.
Eerlijk en transparant
Daarnaast miste hij een partner. Meisjes en vrouwen die interesse in hem hadden, waren er in overvloed. Volgens vriendinnen Claudia en Danielle, die hem lang gekend hebben, was hij een dan ook een prachtkerel, een echte ‘catch’: lief, knap, sportief en een perfecte huishouder. Zijn Tinderaccount stond roodgloeiend. Toch kwam het zelden verder dan de ‘friendszone’. Misschien wel omdat hij op de eerste date standaard zijn hele hebben en houden op tafel legde. Dan wist de dame meteen wat voor vlees ze in de kuip had. Zo was hij; eerlijk en transparant. Bitterzoet dat toen een ware verliefdheid eens wederzijds bleek, van een relatie geen sprake kon zijn voor hem omdat zij gehuwd was.
In het voorjaar van 2023 ontdekte Patrick dat hij ernstig ziek was, en ongeneeslijk daarenboven. Dat verbaasde hem omdat hij geen klachten had. En alle behandelingen ten spijt, bleef dat lang zo. Hij onderging behandelingen met de laptop op schoot, werkte tot afgelopen kerst door. Het was vaste prik om na een dagopname bij zijn broer en schoonzus Veronique te eten. Patrick bleef dan gerust tot een uur of 1 hangen, en als Richard dan aangaf: “Zigk, veer motte mörrige wirreke!”, reageerde hij doodleuk: “Iech ooch!”. Later hoorde Richard terug dat Patrick het voor elkaar kreeg op dat soort avonden nog even in het
holst van de nacht bij een vriend op visite te gaan.
Zijn behandelend arts vond dat het beeld op de scans totaal niet correspondeerde met de man die voor hem stond; Patrick voelde zich lang springlevend en zei dat hij dansend het ziekenhuis uit zou lopen. Het vermoeden is dat het alles te maken heeft met zijn gezonde levensstijl, waardoor zijn lichaam lang stand hield. Wat ook geholpen kan hebben is dat Patrick een helder doel voor ogen had: hij wilde de boel graag goed achter zich laten. In materiële zin, op de eerste plaats voor Denzel naar wie hij in het laatste anderhalve jaar sterk toegroeide, maar ook voor vele anderen die hij lief had. Zo sleepte hij -intussen doodziek- goede vriendin Daniëlle, die een moeilijke tijd doormaakte, mee naar concerten in de Muziekgieterij, waar zijn broer een plekje voor hen organiseerde op het balkon. Een avond lang in de mensenmassa staan ging voor Patrick niet meer, maar hij moest en zou Daniëlle van de bank af krijgen voor wat vertier en afleiding. Andersom kon hij rekenen op de steun en liefde van zijn familie, van Nadia, ex-partner en moeder van Denzel met haar gezin, en vele vrienden.
Goud waard
Exemplarisch voor dat laatste was de verrassing die Patrick op Tweede Kerstdag 2023 ten deel viel. Hij was in de veronderstelling een glühwein te gaan drinken op het Vrijthof met Daniëlle, maar eenmaal aangekomen bleek zij samen met vriend Remco een hele groep vrienden opgetrommeld te hebben. Volgens Daniëlle was zijn blik bij de ontdekking goud waard, zo verrast en verguld was hij met het gegeven dat zoveel mensen op een feestdag speciaal voor hem bijeen gekomen waren.
En hoewel toen niemand ervan uitging dat Patrick er de volgende Kerst nog zou zijn, was dat wel het geval, al was hij toen opgenomen in het hospice aan de Abtstraat. Daar ontving hij volop bezoek. Een neef die hem een tijd niet gezien had en schrok van zijn vermagering, maande hij toe ‘zich niet aan te stellen’; hij wilde het graag een beetje licht en luchtig houden. Samen met zijn broer en zoon had hij zijn toekomstige afscheid in de Muziekgieterij al eerder vormgegeven. Tijdens de laatste, lange dagen leek hij te slapen, maar bleek alles mee te krijgen. Het was nog maar nèt 2025 toen zijn sportieve lijf, waar hij zó zuinig op was geweest, de eindstreep bereikte.
Ze heeft de hele wereld gezien, maar op een gegeven moment dacht Marlou Dijk (55): “Moet ik dit doen tot mijn pensioen?” Haar passie voor het werk nam af, en ze besloot haar hart te volgen en de zorg in te stappen. In 2019 begon Marlou als zorghulp bij Envida, aanvankelijk nog naast haar baan als stewardess, het werk beviel haar. “Het gaf me veel voldoening om iets voor anderen te kunnen betekenen,” zegt ze.
Oude muts
Hoewel ze aanvankelijk twijfelde over de overstap, raakte ze steeds meer overtuigd. Marlou besloot een assessment te doen en bleek het in zich te hebben om verpleegkunde te gaan studeren. Nu volgt ze binnen Envida een leerwerktraject en combineert ze haar zorgwerk met haar studie. “Het was wel een omschakeling om na je vijftigste weer naar school te gaan. De digitale skills die mijn medestudenten hebben, had ik in het begin niet. Soms had ik het gevoel een ‘oude muts’ te zijn,” vertelt ze al lachend. “Inmiddels heb ik die wel onder de knie. Ik vind het dan ook leuk om mezelf uit te dagen en om nieuwe dingen te leren. Het houdt je jong”
Uitdaging
Marlou werkt nu als verpleegkundige in opleiding en heeft veel geleerd over ziektebeelden, het klinisch redeneren en het uitvoeren van verpleegtechnische handelingen. “Ik ben trots op de stappen die ik maak. Het geeft me veel voldoening om meer verantwoordelijkheid te dragen.” Ze kijkt met vertrouwen naar de toekomst en is benieuwd waar haar carrière haar verder zal brengen. “Ik wil mijn laatste werkjaren iets doen wat me echt uitdaagt en waar ik enthousiast van word.”
Nieuwe wegen
Marlou benadrukt dat het voor iedereen mogelijk is om een nieuwe weg in te slaan, ongeacht je leeftijd. “De zorg moet je liggen, maar het geeft je zoveel terug,” zegt ze. “Je kunt echt iets voor anderen betekenen, en dat is voor mij het mooiste van alles.” Met haar vastberadenheid, enthousiasme en de steun van Envida is Marlou een inspirerend voorbeeld van hoe het nooit te laat is om een nieuwe richting in je carrière te kiezen.
Meer info over leerwerktrajecten bij Envida?
Scan de QR-code.
‘Je moet als ghostwriter niet over een groot ego beschikken’
DOOR: MAURICE VAN DER LINDEN BEELD: SELMA COMES
Ruim dertig jaar heeft Maastrichtenaar Frans Hermans (75) zich beziggehouden met alle facetten van het schrijverschap. Een aantal jaren geleden besloot hij een stapje terug te doen en zich volledig te concentreren op ghostwriting. Het schrijven van boeken in opdracht van mensen die hun gedachten, hun levenswerk of (auto)biografie op papier vast willen leggen.
Ghostwriting is een vak apart. “Als ghostwriter of schaduwschrijver blijf je meestal anoniem en wordt je naam niet vermeld als auteur. Je laat het verhaal van een ander in een boek tot zijn recht komen”, legt Hermans uit.
Hijman waar ben je! Het begon allemaal zo’n zes jaar geleden toen Hermans het oorlogsverhaal optekende van de in 2023 overleden Maastrichtse joodse zakenman, Hijman Gans. Het boek, Hijman waar ben je!, werd een succes.
Ruim vijfduizend exemplaren gingen over de toonbank. Er werd ook een documentaire over het boek gemaakt door cineast Siert van den Berg die veel werd bekeken. Het boek leidde er ook toe dat Hermans en Gans veelvuldig werden uitgenodigd om in het hele land lezingen en voordrachten te geven.
“Tot corona roet in het eten gooide”, verzucht Hermans. Maar hij had de smaak te pakken, ook omdat hij inmiddels zijn eigen uitgeverij was gestart. “Toen ik voor een opdrachtgever een uitgever zocht, toonden twee uitgeverijen interesse. Maar ja, de een wilde dat ik 2.500 euro meenam, de ander had een redacteur in dienst die er geen hout van begreep”, zegt hij lachend. “Dat kan ik zelf beter, dacht ik.”
Niet altijd in de boekhandel
“
De ander had een redacteur in dienst die er geen hout van begreep”
Overigens, is het niet zo, dat iedere opdrachtgever per se wil dat zijn of haar boek in de boekhandel terecht komt. “Iemand die in zijn familiegeschiedenis duikt heeft een ander lezerspubliek dan de auteur die een roman schrijft”, vertelt Hermans. “Je moet als schrijver dus altijd vooraf goed je doelgroep bepalen. Met de huidige druktechnieken kun je bij wijze van spreken, één boek laten drukken in ieder formaat.”
tak van sport
Hermans schreef tijdens zijn journalistieke loopbaan, al dan niet in co-auteurschap, een achttal historische boeken over onderwijs, design, monumenten en architectuur in opdracht van ngo’s, Limburgse marketingbureaus en overheden. Ook was hij bijna 15 jaar hoofdredacteur van Limburg Onderneemt, een economische bijlage in dagblad De Limburger.
“Maar ghostwriting is toch een andere tak van sport. Een ghostwriter geeft de auteursrechten uit handen. Je schrijft namens een ander de tekst van een boek. Jouw naam staat niet op de voorpagina vermeld als auteur. Je moet als ghostwriter niet over een groot ego beschikken”, merkt hij fijntjes op. “Je schrijft in opdracht. Dus de toon en stijl moet passen bij de identiteit van de opdrachtgever en herkenbaar voor, en afgestemd zijn op de doelgroep.”
Lokale relevantie
Waar moet een goede ghostwriter nog meer aan voldoen? “Een vlotte pen, inlevingsvermogen, geduld en je moet beschikken over onderzoeksvaardigheden”, somt hij snel op. Als auteur en uitgever heeft Hermans goede ervaringen met de Maastrichtse boekhandels Boekhandel Dominicanen en De Tribune. “Ze zijn beide, als er voldoende lokale relevantie voor je werk is, heel toegankelijk rechtstreeks te benaderen bij diverse vormen van boekpromotie.”
Naar buiten gesmokkelde tekening van voormalig dwangarbeider Hans Sørensen. Na zijn bevrijding verklaarde Sørensen: “Het is een tekening die onze dagelijkse situatie in het concentratiekamp weergeeft. Een SS’er slaat er ongenadig en wreed op los.Het was schering en inslag en volstrekt willekeurig.”
Bron: KZ Gedenkstätte Neuengamme
Meeslepend oorlogsdrama
Momenteel legt Hermans de laatste hand aan het boek Sluimerende Wonden dat hij in maart uitgeeft in het kader van tachtig jaar bevrijding. “Ik ben daarvoor benaderd door een vrouw uit Amsterdam die haar verhaal van een veertigjarige vriendschap met een getraumatiseerd oorlogsslachtoffer wilde laten optekenen. Deze waargebeurde geschiedenis speelt zich af zowel in Nederland als in Duitsland, dus het heeft nogal wat tijd en inspanning gevergd aan degelijk onderzoek. Maar al zeg ik het zelf, het heeft de moeite geloond. Het is een meeslepend oorlogsdrama geworden waarin de lezer meeleeft met de persoonlijke lotgevallen van de hoofdpersoon tijdens de oorlogsjaren. En de daaruit verstrekkende gevolgen voor zijn directe omgeving in de naoorlogse jaren. Geschreven tegen de achtergrond van het veranderende zelf- en wereldbeeld van de jaren ’60 en ’70 van de vorige eeuw.”
SluimerendeWonden (232 pagina’s) bevat ook een tiental unieke foto’s van mensen en situaties in oorlogstijd. Het boek is vanaf 15 maart verkrijgbaar in alle boekhandels van Nederland en via www.boekenbestellen.nl en kost 23,90 euro.
Met 2000 zakelijke evenementen per jaar en 380 bruiloften op tien verschillende locaties is de Event Management Group (EMG) uit Maastricht uitgegroeid tot een van de grootste spelers op de evenementenmarkt in Limburg. Centrummanagement Maastricht ging op onderzoek uit en ontdekte dat EMG een succes is, maar dat succes kwam niet vanzelf!
Het gesprek met eigenaar Danny Keppels vindt plaats in de monumentale Augustijnenkerk aan de Kesselskade in Maastricht. De voormalige kerk uit 1659 is de uitvalsbasis van de Event Management Group en is tevens een van de belangrijkste locaties voor grote evenementen. De kerk is op het moment van het interview helemaal leeg, links en rechts wordt gepoetst. “Twee dagen geleden was hier nog een grote vintage
kledingbeurs en een porseleinbeurs en een paar weken geleden zaten 400 ondernemers aan een diner tijdens de uitreiking van ondernemersprijzen,” legt Danny Keppels uit. Om maar aan te geven hoe veelzijdig de inmiddels tot Rebelle omgedoopte kerk is. “Binnenkort staan hier 600 mannen in smoking te genieten van optredens, een pilsje en hapje tijdens de traditionele Hierezitting Mestreech, al meer dan twintig jaar een begrip bij ondernemend Maastricht.”
De Augustijnenkerk is een van de acht locaties in Limburg die onder de Event Management Group vallen. Vaak zijn het bijzondere gebouwen, zoals de Groote Sociëteit op het Vrijthof of de voormalige Tapijnkazerne. Sinds kort is ook Studio Radium toegevoegd in een samenwerkingsverband. Danny Keppels over de groei van zijn bedrijf: “In 2014 kreeg ik de kans om Kasteelhoeve De Grote Hegge in het Midden-Limburgse Thorn over te nemen. Vrijwel gelijktijdig kwam de Schinvelder Hoeve in Schinveld erbij, dat bedrijf was net failliet gegaan, maar ik zag de enorme potentie. Die eerste jaren waren zeker niet gemakkelijk en ik heb ook wel slapeloze nachten gehad, maar de locaties gingen steeds beter draaien en ik kreeg de kans om nieuwe locaties toe te voegen. De Augustijnenkerk, De Groote Sociëteit, De Stadbroekermolen in Sittard. Ik krijg energie van steeds opnieuw van een plek een succes te maken. Momenteel doen we 2000 zakelijke evenementen per jaar. Van groot tot klein. Er zijn bedrijven die elke jaar hun personeelsfeest bij ons vieren. Daarnaast is voor ons de particuliere markt belangrijk met afgelopen jaar 380 huwelijken op een van onze locaties en ook 2025 staat weer vol.”
Je zou denken dat EMG een aaneengesloten succesverhaal is. Dat zou het ook zijn, ware het niet dat in 2020 de wereld veranderde door corona. “Ik was in Spanje toen ik een telefoontje kreeg dat er annuleringen binnenkwamen. Maak je maar niet te druk, dat zal wel meevallen, was mijn reactie. Maar het bleef annuleringen regenen. Ja, toen ben ik meteen in het vliegtuig gestapt om te redden wat er te redden viel. In één klap waren we 2 miljoen euro aan geprognotiseerde omzet kwijt en toen premier Rutte ook nog de sluiting van horeca aankondigde stond ook bij ons de hele wereld stil. Dan kun je twee dingen doen. In paniek raken of creatief nadenken. Ik koos voor het laatste. Als we geen gasten kunnen ontvangen moeten we iets anders verzinnen.”
De ondernemer Danny Keppels is in die situaties op zijn best. “We hadden goede relaties met onze leveranciers, cateraars en groothandels die opeens met grote voorraden voedsel voor de horeca zaten. Met dat eten maakten we 30.000 maaltijdpakketten die we bezorgden bij zorgmedewerkers en later bij eenzame ouderen. De dankbaarheid was enorm. Zelf zat ik met enorme voorraden frisdrank op de verschillende locaties. Op dat moment draaiden de supermarkten als een tierelier en ik kon mijn voorraad aan hen verkopen. Had ik weer wat centjes. Het was in de eerste maanden niet voldoende. Ik stopte nog 300.000 euro eigen geld in de zaak, want ik wilde niet opgeven. We creëerden 30 concepten gericht op de coonsument. Een ijsverkooppunt bij onze locaties buiten en we begonnen koekjes te bakken in onze lege keukens. We noemden het The Dutch Cookie Factory en we verkochten ze aan iedereen die ze maar
wilde hebben. Zo hebben we ons door de coronacrisis gesleept en konden we overleven. Eind 2022 begon het weer beter te lopen en in 2023 hadden we weer een fantastisch jaar,” zegt Danny.
De ondernemer zegt jaarlijks ongeveer 40 keer een aanbod te krijgen om een locatie over te nemen, maar meestal zegt hij nee. “Het moet wel bij ons passen. We zijn wel altijd in overleg over nieuwe locaties. Ben al een paar keer nu in Brabant geweest en dat ziet er goed uit. Ik kan er helaas nog niks over zeggen. Kijkend naar de toekomst zou ik 15 tot 20 locaties een mooi aantal vinden, dan moeten er nog vijf bij.”
Op de vraag hoe al deze locaties goed te runnen zijn is Keppels duidelijk. “Om te beginnen heb ik alles optimaal geautomatiseerd. Ik kan via een app realtime zien hoe we er financieel voorstaan, hoe locaties draaien. Zo kan ik goed sturen als ik zie dat ergens iets niet goed loopt. Verder kun je dit alleen met een heel goed team. Het zijn niet alleen collega’s, maar ook vrienden en ik zorg dat de mensen die de locaties runnen ook aandeelhouder worden. Zo zijn ze maximaal betrokken en toegewijd, omdat het ook hun zaak is. Ze zijn zelf ondernemer en dat werkt.”
Dit artikel is tot stand gekomen in samenwerking met Centrummanagement Maastricht. Beluister via de QR-code Maastricht Stad, de podcast van Centrummanagement Maastricht: “Tien jaar ondernemerschap met Danny Keppels”.
Meer dan 250 keer kroop Dave Dritty (40) al in het mascottepak van MVV Maastricht. Sinds 2009 vermaakt hij de kinderen en supporters tijdens iedere thuiswedstrijd als Bèr de Batteraof. En dat mag je ook een sportieve prestatie noemen, want je bewegen in het pak is geen appeltje-eitje. Het is zwaar en de temperaturen in het pak stijgen soms tot het kookpunt.
Dave Dritty in het mascottepak is uitbundig. Zo snel hij het pak uittrekt, is hij een timide man die heel rustig over zijn hobby vertelt. Zijn ‘functie’ bij MVV begon toen hij in 2008 gevraagd werd om een keer uit te helpen bij de kidsclub. “Dat beviel me zo goed, dat ik een jaar later meteen ‘ja’ heb gezegd, toen ik werd gevraagd om mijn voorganger op te volgen.”
Gamin-tribune
Dave heeft maar een enkele keer verstek moeten laten gaan. “Als MVV op vrijdagavond om 20.00 uur speelt, ben ik om 18.00 uur in het stadion. Dan maak ik hier en daar een praatje en om 19.15 uur hijs ik mij in het pak. Vervolgens ga ik naar de Gamin-tribune waar de kinderen zitten. High fives geven, op de foto en sommige kinderen willen zelfs een handtekening. Daarna ga ik richting spelerstunnel en loop met de twee teams richting middencirkel voor het Mestreechs volksleed.”
Zon en regen
Tijdens de wedstrijd draagt Dave het mascottepak niet. Dan kijkt hij de wedstrijd vanaf de tribune. Maar als MVV wint, moet hij zich weer snel omkleden, want na de wedstrijd mag hij dan met de spelers de overwinning vieren. “Ik moet bijna alles op gevoel doen, want ik kan alleen een beetje zien door de snavel van het pak. Gelukkig is huidige pak lichter dan het eerste waarmee ik begonnen ben, maar bij hoge buitentemperaturen voelt ook dit pak alsof je in een sauna zit. Ik ben een keer bijna van mijn stokje gegaan. Sindsdien draag ik als het erg warm is een koelhesje. Als het regent wordt het pak twee keer zo zwaar. Dat is ook geen pretje.”
Gebarentaal
In de zomer- en de winterstop neemt Dave het pak mee naar huis. Veilig opgeborgen. De rest van het jaar ligt Bèr in het stadion. “Ik doe dit voor de kinderen, geweldig hoe zij op Bèr reageren.” Al is het best moeilijk om met de kinderen te communiceren, want als Dave de kop van het pak aantrekt, is hij niet meer te verstaan. Alles gebeurt met gebarentaal. “Soms trekken kinderen aan mijn staart en dan moet ik zonder geluid toch even heel duidelijk maken dat dat niet de bedoeling is.”
Met plezier
“ Als het erg warm is, draag ik tegenwoordig een koelhesje”
Naast de thuiswedstrijden van MVV maakt Bèr de Batteraof ook zijn opwachting bij het kinderfeest van de Tempeleers, de intocht van Sinterklaas, Zweit veur Leid en af en toe een kinderfeestje bij MVV. “Ik hoop dat we nog een reserve Bèr vinden, want het is best wel een belasting. En ik mag natuurlijk niet ziek worden, want dan is er niemand op in het pak te kruipen. Maar tot nu toe doe ik het met plezier en zolang ik het leuk vind, blijf ik het doen.
“ Ik doe dit voor de kinderen, geweldig hoe zij op Bèr reageren ”
De beleving van kunst en cultuur gaat voor wethouder Frans Bastiaens over gevoel en inspiratie. “Daar begin je niet met ratio. Voor mij is het superfijn om geïnspireerd te raken door verhalen van mensen.” Mede daarom deed hij tijdens de culturele nieuwjaarsbijeenkomst een oproep voor het uitdragen van verdraagzaamheid. “De noodzaak voor het culturele veld om te laten zien hoe de wereld er wel kan uitzien, is belangrijker dan ooit. De verbeeldingskracht van cultuur is essentieel en kan zorgen voor een betere samenleving.”
Belangrijk voor mij persoonlijk is investeren in jeugd en jongeren. Ik ben ervan overtuigd dat je basisschoolleeftijd de tijd is waarin je cultureel actief en geëngageerd wordt. Daarna wordt vele malen moeilijker. Als je dat wel bent, dan is het onderdeel van je DNA. Het kan ook helpen te ontdekken wie je bent, helpen je identiteit te ontwikkelen, waardoor dat
koers en richting geeft in je leven.”
Mensen die we niet bereiken
“Ik zou elk kind in deze stad gunnen om in dat culturele veld iets te mogen doen. Wat mij betreft investeren we daar meer in.” Bastiaens roemt het initiatief van de familie Rieu en het Elisabeth Strouven Fonds om met de Stichting Toekomstmuziek een vioolorkest voor
kinderen op te zetten. Zijn focus stopt niet bij jeugd en jongeren.
“We moeten investeren in mensen die we nu niet bereiken. Dat gaat over geld, maar ook over nieuwe manieren van contact maken. Liefst multidisciplinair vanuit de culturele instellingen met professionals én amateurs.”
De wethouder bezoekt vanuit zijn functie, maar ook privé, met grote regelmaat cultuuractiviteiten en probeert daarbij het
college op sleeptouw te nemen. “Ik heb enorme spijt dat ik niet zelf een instrument heb leren bespelen. Maar zodra ik hier, stop ga ik ook zeker weer zelf zingen.”
Cultureel ecosysteem Bastiaens is trots op het cultuuraanbod van Maastricht. “We zijn tweede cultuurstad, mede door onze monumenten, en van de tien Limburgse BIS-instellingen zijn er
negen in Maastricht.” BISinstellingen zijn landelijk erkende en gesubsidieerde cultuurorganisaties.
“We hebben een fantastisch cultureel veld dat een belangrijke bijdrage levert aan het leefklimaat in deze stad. We hebben naast de BIS-instellingen, kunstvakopleidingen, een postacademische opleiding, veel amateurgezelschappen en ook kunstonderwijs voor het amateurveld voor iedereen die jong en ook ouder is. Het is centrumstad overstijgend en grensoverschrijdend.”
Desondanks past bestuurlijke bescheidenheid. “We zien dat we als gemeente een relatief kleine rol hebben. We zijn vaak gewoon één van de financiers. Maar eigenlijk denk ik dat onze belangrijkste rol ligt in het behoud van het culturele ecosysteem. Dat het systeem minimaal blijft bestaan, dat het zich kan ontwikkelen en dat zoveel mogelijk mensen in deze stad eraan meedoen. Hiervoor voel ik grote verantwoordelijkheid. Want het is niet vanzelfsprekend. Cultuur staat vaak onder druk en wordt toch te vaak gezien als een soort bijzaak.”
Samenwerking in ZuidLimburg
Maastricht kijkt verder dan haar stadsgrenzen. “Ik voel ook de urgentie en ik vind het ook de verantwoordelijkheid van Maastricht om in Zuid-Limburg meer met een cultureel narratief te komen over de complementariteit en de verschillen tussen de steden. Wij trekken enorm hard aan een meer en betere samenwerking in brede zin, niet alleen op cultureel gebied. Maastricht neemt in Limburg de positie in die de Randstad heeft in Nederland. Wij zijn cultureel gezien echt heel erg groot. Je merkt ook dat de provincie daarmee worstelt. Moet al dat geld nou naar Maastricht, zou dat niet beter verdeeld moeten worden?
Het gaat over de positie die we willen hebben als hoofdstad van Limburg, ook in relatie tot de internationale stad die we zijn. We willen het bedrijfsleven aan ons binden en ook daarvoor is de culturele sector belangrijk als vestigingsfactor. Dus zijn we voortdurend in gesprek met het rijk, met de Raad voor Cultuur, met de provincie om deze regio op de kaart te houden, om middelen voor de culturele instellingen te behouden.”
Investeren in de toekomst Vanuit een andere portefeuille is Bastiaens bezig met de omgevingsvisie van Maastricht. Ook de inrichting van het culturele veld heeft zijn aandacht. “Alles gaat in golfbewegingen en komt en gaat. Het is zo dat TEFAF is ontstaan in deze stad. André Rieu is hier opgegroeid, heeft hier het conservatorium gedaan en is vanuit daar groot geworden. Ik denk dat dat heel erg laat zien dat wij enorm trots moeten zijn op de kracht de culturele kracht die deze stad bezit.”
Maar niets is vanzelfsprekend. “Ik vind het dus van groot belang dat wij, het culturele veld en gemeente, samen op zoek gaan naar waar we als stad meer impulsen kunnen verstrekken die de artistieke en de maatschappelijke kwaliteit nog verder zou kunnen laten ontwikkelen. Hoe gaan we cultureel toekomstbestendig als centrale stad in Zuid-Limburg en in de euregio onze toekomst vinden? Anders gezegd, op welke plek zou je nou echt het verschil kunnen maken waardoor er nieuwe niveaus, nieuwe kwaliteiten ontstaan en dat culturele ecosysteem verder brengt. Wat de duurzaamheid ervan versterkt en wat ook de positie van Maastricht op de lange termijn versterkt.”
Deze zoektocht blijft niet beperkt tot de politiek-bestuurlijke of ambtelijke tekentafel. Bastiaens heeft de vraag neergelegd bij het culturele veld.
“Dat is niet zo simpel, want in het culturele veld ben je naast collega’s ook concurrenten op het moment van verdeling van middelen.”
Meer geld voor kunst en cultuur
Die ambitie heeft wat hem betreft consequenties voor de gemeentelijke begroting. “Mijn inzet zal zijn om meer geld voor cultuur vrij te maken. Je moet geloven in de toekomst! Ik denk dat het Rijk, de provincie en de gemeente meer moeten doen omdat cultuur positieve gezondheid en ontwikkeling ineen is en dus in het sociaal domein tot besparing kan leiden. Je moet komen tot een verschuiving van die middelen van het ene veld naar het andere en dat vraagt om durf. Ik denk dat we dat nog beter moeten onderbouwen. Wat is de sociale, maatschappelijke en economische impact van kunst en cultuur? Als je dat onderbouwt door onafhankelijk onderzoek zijn de gesprekken daarna 100 keer gemakkelijker.”
Van de totale gemeentelijke begroting van ruim 633 miljoen euro is zo’n 16,5 miljoen euro geoormerkt voor kunst en cultuur. “Ik hoop in ieder geval in de gemeenteraad bij het sluiten van een nieuw bestuursakkoord over te halen om meer geld te besteden aan kunst en cultuur. Dat is fair als je kijkt naar onze hele begroting en het aandeel van kunst en cultuur.”
Maastrichtse identiteit Kunst en cultuur zijn voor de wethouder van groot belang voor de identiteit van alle Maastrichtenaren. “We zijn elkaar een beetje kwijtgeraakt. Er is een enorme behoefte om samen die identiteit terug te vinden, vast te houden en weer richting te geven. We zien dat het verenigingsleven erg onder druk heeft gestaan. Dit jaar is een van de grote harmonieën opgeheven in deze stad. Ook allerlei vormen van overheidsbeleid hebben
helaas bijgedragen aan die individualisering. We staan op een kantelpunt. Of we het collectief weer terug gaan vinden. Of we het elkaar gunnen om het samen te doen of dat alleen nog maar het persoonlijke belang vooropstaat. In een tijd waar we waar wij als internationale stad willen groeien, is het behouden van je identiteit ook belangrijk zodat je de brug kunt slaan tussen iedereen die Maastricht is en was. Je geschiedenis en identiteit zijn de basis voor je toekomst.”
Het Maastrichts is essentieel en veel initiatieven worden ondersteund door gemeente met een nieuwe subsidieregeling. “Het
gaat erom dat we de taal actief ondersteunen, het gebruik van het Maastrichts voor iedereen die het al spreekt of wil spreken, dat het niet verloren gaat. Er is heel veel animo om Maastrichts te leren. Ik geloof dat het enorm helpt dat je dat ook onderkent, dat je moedertaal belangrijk is voor de toekomst.”
Het door Bastiaens extra geld voor de Nederlandse Dansdagen en Bureau Europa zorgde voor beroering. “Ik voel dat ik me langzaam op glad ijs begeef door dit te doen. Het wordt niet door iedereen in dank afgenomen. Het lijkt ook alsof een keuze
voor alleen professionals wordt gemaakt. Maar voor mij zijn amateurs en professionals echt gelijk. We hebben amateurs nodig om ooit professional te kunnen worden, dus die zijn echt gelijkwaardig aan elkaar. Sterker nog amateurs zijn een voorwaarde voor de professionals.”
Hij wil opnieuw zijn nek uitsteken, nu voor het behoud van Opera Zuid. “Wij hebben als stad zwaar ingezet op een lobby in Den Haag. We hebben veel tijd geïnvesteerd, ook mijn collega collegeleden hier in huis, dat is echt fantastisch.” Helaas tot nu toe zonder het gewenste resultaat. “Iedereen houdt de
belofte voor, de politiek maar ook ambtelijk, dat het vanaf 2029 beter wordt voor Opera Zuid.” Samen met de provincie hoopt de gemeente die periode te overbruggen door financiering te vinden op een netwerkbijeenkomst tijdens TEFAF waarbij naast de Einstein Telescoop ook cultuur op het menu staat.
Solidariteit
Tegelijkertijd hoopt hij op solidariteit. “Het zou mooi zijn als ook het culturele veld bereid is om een duit in de zak te doen. Als collega’s onder elkaar, om het systeem in de lucht te houden. Dat zou een ultiem gebaar zijn van de sector zelf.
Dan wordt het makkelijker om bedrijven bereid te vinden om mee te doen.”
Bastiaens verwacht ook dat de gemeente een extra bijdrage levert. “Ik heb dit de raad gevraagd.” Als politiek dier gaat hij het debat hierover niet uit de weg en put hij ook hierin hoop in de kracht van kunst en cultuur. “We kunnen beter gaan samenwerken door cultureel actief te zijn. Dat brengt veel meer op dan vergaderen over de manier waarop we beter kunnen samenwerken. Dan komen we automatisch dichter bij elkaar. Dat is de kracht van cultuur!”
De protestantse Waalse Kerk aan de Pieterstraat in Maastricht werd in 1732 gebouwd. Voor die tijd stond op dezelfde plek bijna 500 jaar lang de katholieke Sint-Hilariuskapel. In 1680 werd de kapel tijdelijk toegewezen aan uitgeweken Franse protestanten, want Maastricht was in die tijd een van de weinige plaatsen waar protestanten, mede door de invloed van de Republiek, enige vrijheid genoten. De kapel was echter in dermate slechte staat dat hij uiteindelijk rond 1686 werd afgebroken om plaats te maken voor de Waalse Kerk zoals we hem vandaag de dag kennen.
Momenteel ondergaat de kerk een renovatie die zijn weerga niet kent. Klaas Koelewijn is voorzitter van de Stichting Waalse Kerk Maastricht en een van de kartrekkers van de verbouwing. “In 2016 zijn we gestart met de plannen. Ik vond het zonde dat de kerk enkel op zondag een functie had. Wat zou het mooi zijn als naast de zondagse kerkelijke functie het gebouw gedurende de rest van de week een sociale, maatschappelijke en culturele functie zou krijgen. Maar dan moest de kerk wel grondig gerenoveerd worden.”
Voor het haalbaarheidsonderzoek schakelde Klaas Koelewijn de Italiaanse architect Laura Piovan van ArCharis Architecture in. “Laura
woont net als ik al ruim 20 jaar in Maastricht en heeft ons enorm geholpen in deze eerste fase. In 2020 kregen we een principeakkoord van de gemeente en konden we de stichting samenstellen. Vervolgens zijn we met de omgevingsvergunning aan de slag gegaan die eind 2023 goedkeuring kreeg. De totale kosten werden geraamd op 3,9 miljoen euro. Omdat we in 2020 met niets begonnen, moesten we de financiering en dus ook de renovatie, gefaseerd aanpakken. Daarom hebben we de verbouwing in drie delen opgeknipt. Het eerste deel is inmiddels gereed en dat is de ontmoetingsruimte die is aangebouwd aan de kerk. Hier kunnen trainingen, vergaderingen en lezingen worden gehouden. Binnen de muren van de kerk hebben we een prachtige bar gerealiseerd die alle faciliteiten biedt voor een gezellig samenzijn.”
Bijzondere vondst
Oktober vorig jaar werd gestart met de voorbereiding voor fase 2, de renovatie van de kerk zelf. Fase 3 wordt de renovatie van de toren en de zolderverdieping. Deze voorbereiding werd echter abrupt stilgelegd toen Klaas Koelewijn op 7 oktober een telefoontje van de aannemer kreeg. “Of ik even in de kerk wilde komen kijken, want ze hadden een onbekende kelder aangetroffen. Met een kleine camera zagen we vervolgens dat op de bodem schedels en botten lagen. We hebben toen besloten om eerst een scan te maken van de hele vloer. We troffen naast een tweede kelder ook het graf aan van Adrien Pelerin, de eerste Maastrichtse hoogleraar geneeskunde. In totaal liggen er 16 grafstenen in de kerk met eronder nog daadwerkelijk 8 graven. Verder werden er ook nog twee tombes ontdekt.”
Vloek of zegen?
Uit bouwhistorisch onderzoek blijkt nu dat de twee kelders uit 1732 stammen, het bouwjaar van de kerk. De twee tombes stammen, tot ieders verbazing, uit 1300. “Dat zijn dus overblijfselen van de Sint-Hilariuskapel”, zegt Klaas Koelewijn met enorm veel enthousiasme in zijn stem. Dit soort oudheidkundige vondsten zijn natuurlijk van onschatbare waarde. Maar is het een vloek of een zegen voor de renovatie? “Voor de lange termijn en voor de doelstelling van onze stichting is het natuurlijk geweldig. We geven letterlijk een stuk geschiedenis terug aan de stad. Op de korte termijn kost het ons een puist meer geld. Alle archeologisch onderzoek moeten we zelf betalen. De vertraging en dat onderzoek gaat ons minimaal een half miljoen euro extra kosten. Voordeel is wel dat onze kerk door de vondsten zelfs landelijk in de aandacht stond en dat leidt weer tot donaties voor de renovatie.”
Missie geslaagd
Klaas Koelewijn hoopt dat voor de zomer het archeologisch onderzoek is afgerond. “Ik ben op 19 mei jarig en dat zou een prachtig verjaardagscadeau zijn. Ons doel is om de renovatie met Pasen 2026 af te ronden.” Vervolgens haalt hij de artist impressions erbij hoe de kerk eruit komt te zien. Het wordt een prachtige ontmoetingsplek voor maatschappelijke en culturele activiteiten, maar ook voor de kerkdienst op zondag. Het past helemaal binnen de doelstelling van de stichting om het monumentale pand in te zetten als ontmoetingsplek om zielsarmoede tegen te gaan. “Zielsarmoede is een samentrekking van eenzaamheid en armoede, en als we dat door het teruggeven van de Waalse Kerk aan de stad tegen kunnen gaan is onze missie geslaagd.”
Op dit moment heeft de stichting 3,6 miljoen euro ontvangen uit donaties en subsidies. Maar er is nog 900.000 euro nodig. Wie mee wil helpen aan dit juweeltje van Maastricht kan via de QRcode een donatie doen. Omdat de stichting de ANBI-status heeft, kan een bedrijf de donatie voor 150% aftrekken van de VPB. Een particulier heeft recht op 125% aftrek bij de IB. Ook is het mogelijk renteloze leningen te verstrekken.
Meer informatie is te vinden op www.waalsekerkmaastricht.nl/contact.
Koop lokaal, ook online!
De mooiste boeken over Maastricht en omgeving vind je bij Boekhandel Dominicanen
Van Huis naar Thuis bij Zorg Groep Beek, Elsresidenties Sittard en Margraten
Iedereen wil toch liefdevolle zorg?
Twintig jaar geleden zag Zorg Groep Beek op initiatief van Hannelore en Michael Hamers het levenslicht vanuit het ideaal dat de zorg anders moest én kon. Hannelore had immers in al haar jaren werkervaring goed voor ogen hoe het wél, maar ook hoe het juist niet moest.
In 2005 werd gewerkt aan een concept waarbij thuiszorg mogelijk moest zijn met vaste gezichten per route.
Geen duur gebouw, maar gewoon vanuit de garage aan huis.
Hier begonnen 2 medewerkers met 1 zorgroute door Beek voor een aantal cliënten. Dit verliep zo goed dat er steeds meer collega’s en cliënten volgden. De visie van Hannelore is vandaag de dag nog altijd onveranderd. 2 vaste collega’s hebben een route met eigen cliënten met uitzonderding van ziekten of vakantie. De cliënttevredenheid is ontzettend hoog waaruit blijkt dat deze werkwijze ook door de cliënten gewaardeerd wordt. Er is een vertrouwd gevoel voor zowel de cliënten als de medewerkers en de medewerkers kennen hun cliënten uitermate goed.
Na ruim 12,5 jaar werd de Elsresidentie Sittard geopend; een kleinschalige woonvorm met 24uurs zorg voor mensen met de ziekte van Alzheimer en andere vormen van dementie.
www.boekhandeldominicanen.nl
In 2018 werd de tweede Elsresidentie in Margraten geopend.
Dit jubileumjaar (2025) is voor ons een mijlpaal. We staan stil bij het verleden, heden en kijken door naar de toekomst waarin we blijven zorgen en ondersteunen.
Kijk op www.elsresidentie.nl of op www.zorggroep-beek.nl voor meer informatie.
ZORG GROEP BEEK
7 jaar volledige garantie Gratis thuisbezorgd Gratis onderhoudsset
Ontdek 70+ verschillende relaxfauteuils & sta- op fauteuils
“Altijd eerlijke prijzen en kundig advies”
Bezoek onze showroom op de Woonboulevard in Heerlen of kijk op onze website voor meer informatie. In de Cramer 198, 6412 PM Heerlen T 045-2031067 W www.relaxxz.nl
“ONAFHANKELIJK ONZE
John Steijns
Op welke manier onderscheid de Senioren -stads- Partij Maastricht zich?
De SPM is al meer dan 45 jaar een onafhankelijke lokale politieke partij, die haar handelen bepaalt op basis van uitsluitend Maastrichtse, lokale omstandigheden en niet op basis van een landelijke partijlijn. Zo hebben wij maximale ruimte voor maatwerk op lokaal niveau in het belang van de Maastrichtse burger. Belangen op het gebied van zorg, leefbaarheid, veiligheid en werkgelegenheid.
Welke positie neem de Senioren -stads- Partij Maastricht in binnen het stadsbestuur?
Vanaf 2010 maakt SPM deel uit van de coalitie en draagt bij aan een stabiel stadsbestuur. Als fractie werken wij ongebonden en onafhankelijk. Hierdoor is in de loop der jaren een stevige vertrouwensband tussen burgers en SPM
gegroeid. Wat onze leden bindt is dat ze het beste met Maastricht voor hebben en willen dat ook hun kinderen en kleinkinderen een goed toekomst tegemoet gaan. Wij laten ons niet gijzelen door het denken “wij tegen zij” maar werken op basis van “wij voor hun” Met andere woorden: oud voor jong, maar evenzeer jong voor oud!
Wat maakt Maastricht?
De SPM hecht veel waarde aan behoud van de Maastrichtse identiteit; niet als onveranderlijk gegeven, maar als bindmiddel waarmee mensen die in Maastricht wonen, werken en studeren, zich graag identificeren.
Deze raadsperiode is dan ook volop aandacht gegeven aan het bieden van zorg, ontmoeten, communicatie, wonen, onderwijs, aan werk en innovatie, aan betrokkenheid, veiligheid en duurzaamheid en zeer zeker aan een financieel solide gemeente.
De Senioren -stads- Stad- Partij Maastricht werkt aan een stad waar het goed samen wonen, werken en leven is voor alle inwoners, nu en in de toekomst. Dus volop aandacht voor Maastricht van morgen in het belang van onze kinderen en kleinkinderen. Dat vergt de gezamenlijke kracht en inzet van bewoners, bedrijven en overheden. Want... Maastricht, dat zijn we allemaal!
Info: john.steijns@gemeenteraadmaastricht.nl
Meer dan 100 jaar ervaring in de media. Hoe kunnen wij u helpen?
www.demediaexperts.nl
Dinsdag 25 maart vanaf 19:00 uur
Themabijeenkomst
Meld u vrijblijvend aan
Maarten Schalley nodigt u tijdens een filosofische themabijeenkomst uit om verder te denken dan de gebaande paden van de wetenschap. Ontdek nieuwe antwoorden over het voortbestaan van uw bewustzijn na de dood.
De vernieuwde aula Pisartlaan 8, Eijsden
Sinds het jaar 2008 is Chimera actief in de inkoop en verkoop van edelmetalen zoals goud, zilver en diamant. Chimera gelooft in eerlijke prijzen en garandeert daarom de hoogste goudprijs van Limburg.
www.goudinkoopchimera.nl
Al sinds 1951 is er iedere zondag muziek op de radiozender ‘Vrolijke Medicijnen’ bij het Maastrichtse ziekenhuis MUMC+ en zijn voorlopers. De presentatoren Helma Overhof en Luc Hommes hebben al respectievelijk 27 en 53 ‘dienstjaren’ bij de omroep. Voorzitter Peter Wijkman 38 jaar.
Luc Hommes, Helma Overhof en Peter Wijkman
Op 2 september 1951 was de eerste uitzending te beluisteren. Die werd destijds gemaakt in het ziekenhuis in de Abtstraat. Tegenwoordig is daar zorgorganisatie Envida gevestigd. Initiatiefnemer was Jack Retrae. Hij was toen adjudant van de stadsprins en tijdens een bezoek van de Tempeleers aan het ziekenhuis ontdekte hij in de portiersloge een microfoon en een omroepinstallatie. Jack bedacht dat die apparatuur niet alleen geschikt was om er personen mee op te roepen, maar ook om
er een gezellig verzoekplatenprogramma mee te maken. Jack was alleen vergeten dat het ziekenhuis geen muziekinstallatie bezat. Dus moest iedere keer de platenspeler en de platen naar het ziekenhuis worden gesjouwd. Dat deed Jack overigens in enkele kistjes achterop de fiets. Maar ziekenomroep ‘Vrolijke Medicijnen’ was geboren.
Verzoekjes ophalen
In het verleden werden vlak voor de uitzending van ‘Vrolijke Medicijnen’ alle andere radiozenders uit de lucht
gehaald. Hierdoor was er maar naar één radiozender te luisteren in het ziekenhuis. “Dat ging toen nog”, vertelt Luc. “Destijds had je maar vier andere radiozenders. Tegenwoordig is dat niet meer mogelijk.” Op zaterdag worden in het ziekenhuis de verzoekjes verzameld. Dit gebeurt beneden in de hal en op de afdelingen waar de patiënten liggen. “Maar patiënten kunnen natuurlijk ook tijdens de uitzending op zondag inbellen voor een verzoeknummer”, zegt Helma.
Plaatje lenen
In totaal heeft de radiozender veertien vrijwilligers. Een deel neemt de presentatie voor zijn rekening, anderen de techniek. Onder de vrijwilligers behoren ook de hostessen die de verzoeknummers in het ziekenhuis verzamelen. Een groot verschil met vroeger is het hedendaagse Spotify. Via deze muziekstreamingdienst is werkelijk ieder verzoeknummer te draaien. Vroeger ging Luc naar Muziekwinkel De Harp in de Spilstraat. “Op zaterdag mocht ik dan de platen meenemen die waren ingediend als verzoeknummer. Op maandag bracht ik ze weer terug naar de platenzaak. Een prachtige gratis service, anders was het niet te betalen. Ook met Disco De Man in de Muntstraat hadden we later zo’n afspraak.”
Naast de zondagse uitzending, verzorgt de omroep ook op eerste kerstdag en de dinsdag voor carnaval een speciale uitzending. Nee, niet veel interviews, de uitzendingen draaien altijd om muziek. “De patiënten zitten niet te wachten op ellelange gesprekken”, legt Peter uit. “Ze willen luisteren naar muziek. De carnavalsuitzending wordt ook via het ziekenhuis-tv-kanaal uitgezonden. Dan bouwen we in het personeelsrestaurant een grote studio en is iedereen ook welkom
“ De patiënten zitten niet te wachten op ellelange gesprekken”
om de uitzending bij te wonen.” Ook dit jaar staan er weer bekende artiesten op het programma. Zo zal Beppie Kraft, Due X-Elle, Ziesjoem, Katja Henz en Ruud Appelhof een optreden verzorgen. Ook Zaate Hermenie Oet de Kuns en de nieuwe stadsprins zullen acte de présence geven.
Jubileum
Wat tegenwoordig niet meer op de programmering staat, is het live-verslag van de thuiswedstrijden van MVV, het prinsuitroepen en de ‘Boonte Störm’. Dat behoort tot de goede oude tijd. Lokale en regionale omroepen hebben dit overgenomen. Wat wel nog in het verschiet ligt, is het 75-jarig jubileum dat volgend jaar wordt gevierd. Luc is daar al druk mee bezig. “De uitzending is op 6 september 2026. Samen met Helma zal ik het programma presenteren.
We hebben al grote artiestennamen weten te strikken, ik ga nog niet verklappen wie dat zijn. Dat blijft een verrassing.”
Driekwart eeuw ziekenomroep is een prachtige prestatie. De meeste ziekenomroepen zijn ontstaan in het begin van de jaren 60. In die tijd was het heel normaal dat patiënten langdurig in ziekenhuizen moesten verblijven. Daardoor bleven ze verstoken van informatie. De ziekenomroepen zorgden ervoor dat iedereen op de hoogte bleef van het nieuws en verzoekplaatjes waren er om de patiënt een hart onder riem te steken. De tijden van informatie zijn echter veranderd. Waren er ooit 200 ziekenomroepen in Nederland, tegenwoordig zijn het er geen 40 meer. De grote wens van Helma, Luc en Peter is dan ook dat ‘Vrolijke Medicijnen’ nog lang mag blijven bestaan. “En aanwas van jonge vrijwilligers zou ook heel mooi zijn”, besluit de voorzitter.
Wie interesse heeft om als vrijwilliger aan de slag te gaan bij ‘Vrolijke Medicijnen’ kan een berichtje sturen naar vrolijkemedicijnen@live.nl.
DOOR: STEFAN VRANCKEN
Deze foto werd gemaakt in het jaar 1917. Op de foto is afgebeeld het huis met als adres Sint Pieterstraat 22. Dit pand bestaat tegenwoordig niet meer.
Volgens de landelijke Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG) werd het pand dat we tegenwoordig op deze locatie vinden, de locatie van het bekende Café de Pieter, gebouwd in het jaar 1929, twaalf jaar na het maken van deze foto. Op het linker raam lezen we de naam ‘P. Satijn’, terwijl op het rechter raam het woord ‘Café’ is vermeld. Volgens het Maastrichtse bevolkingsregister woonde vanaf 31 december 1900 op dit adres de ‘koffijhuishouder en winkelier’ Petrus Hubertus Satijn. Ruim twee weken vóór die datum, op 14 december, was hij op vijfentwintigjarige leeftijd in zijn
geboortedorp Sint Pieter getrouwd met de zes jaar oudere Anna Maria Beks. De bruid woonde op dat moment met haar ouders, de machinist Gerardus Hubertus Beks en Maria Margaretha Ceulen, op het adres Sint Pieterstraat 21. Toen Petrus Hubertus in 1900 trouwde, was hij nog landbouwer, net zoals zijn moeder Maria Anna Hubertina Jongen, weduwe van Antoon Satijn. Petrus Hubertus Satijn was een kleinzoon van de Maastrichtse vondeling Joseph Satijn, van wie alle leden van de Sint Pieterse en Maastrichtse familie Satijn afstammen. In de periode 1902-1915 werden op het adres Sint Pieterstraat 22 acht kinderen geboren uit het huwelijk Satijn-Beks. Volgens een advertentie
in het Advertentieblad voor Limburg (1 april 1922) opende Petrus Hubertus Satijn in dat jaar een kruidenierswinkel op het adres Sint Pieterstraat 19, waar tegenwoordig Snackers Antiques & Fine Art is gevestigd. Volgens het Advertentieblad voor Limburg opende zoon Arnold Satijn op 23 juli 1927 in zijn geboortehuis Sint Pieterstraat 22 een winkel waar hij ‘eerste kwaliteiten Comestibles “Hero”, Conserven en Fijne Vleeschwaren’ verkocht. Arnold was ook telefonisch bereikbaar in zijn winkel. Zijn telefoonnummer was 13.
Bron informatie: Bevolkingsregister Maastricht en www.delpher.nl
Deze foto werd gemaakt op carnavalszondag 28 februari 1954 in de Maastrichter Brugstraat. De natte stenen, de hoeveelheid paraplu’s en de dikke kleding laten zien dat het een vochtige en koude dag was. We zien ook sneeuwvlokken neerdalen.
De stadsprins in dat jaar was Jacques I. Hij was op 9 augustus 1905 in Meerssen geboren als Jacques Hubert Joseph Mathieu Chappin. Op de voorgrond zien we een carnavalswagen van de Ôrde van ’t Klaaveblâd uit Hasselt, tegenwoordig de Koninklijke Orde van ’t Klaeverblât geheten. De prins die boven op de wagen staat, is Willy I (Jeurissen). De fotograaf kijkt richting de Kersenmarkt en de Kleine Staat. Aan het einde kijken we recht tegen de Grand Bazar aan, de huidige locatie van De Bijenkorf. Grand Bazar was een Belgisch warenhuisconcern met vestigingen in België, Nederland en Duitsland. Aan
het einde van de jaren zestig ging het slecht met het concern. In 1970 sloot Grand Bazar haar deuren. Het gebouw op de foto werd overgenomen door Vroom & Dreesmann. Op de foto zien we de namen van bekende winkels uit het verleden, zoals Florop (nummer 14), een winkel waar wijnen en delicatessen werden verkocht, en Schreuder lederwaren (nummers 10 en 12). De familie Schreuder woonde al in de negentiende eeuw in de Maastrichter Brugstraat. Franciscus Cornelis Schreuder, de stamvader van de Maastrichtse tak, was zadelmaker van beroep, en geboortig van ’s-Hertogenbosch. Hij trouwde in 1857 in Nijmegen met Catharina Elisabeth Pilgram,
een zadelmakersdochter. Franciscus Cornelis woonde toen al in Maastricht, evenals zijn vader, die deurwaarder van beroep was. Rechts van het pand van Schreuder zien we nog juist de winkel van Albert Heijn liggen. Hoewel de Maastrichter Brugstraat nog geen honderd meter lang is, en de gehele zuidelijke straatwand aan het einde van de negentiende eeuw werd vervangen door ‘nieuwbouw’, telt deze straat maar liefst veertien rijksmonumenten. Ook de panden van Schreuder zijn rijksmonumenten.
Bron informatie: www.tempeleers.nl, www.kovkhasselt.be en bevolkingsregister Maastricht
Het verzamelen van gegevens speelt tegenwoordig in bijna elke branche een grote rol. Zo ook in de zorg. Community Care Zuid-Limburg, waarin zestig organisaties samenwerken om ouderen langer thuis te laten wonen, gaat nu ook gebruik maken van de zogenoemde wijkdata.
Tekst en beeld: De Media Experts
“In de afgelopen drie jaar zijn we bezig geweest met het opzetten van Community Care”, zegt Nelleke Tinbergen, programmamanager Community Care bij Sevagram. “Daarbij hadden we drie onderzoeksvragen. Een van die vragen was welke data er beschikbaar is? Welke data kun je gebruiken om Community Care in de wijk op te zetten of door te ontwikkelen.”
Innovatielab
Om dit te realiseren werd de hulp ingeschakeld van het Innovatielab van Sevagram. “Met die vraag zijn we aan de slag gegaan”, legt projectleider Innovatie bij Sevagram, Martijn Steijns, uit. “We zijn eerst gaan kijken welke data überhaupt beschikbaar is. De Gezondheidsatlas van de GGD Zuid-Limburg gaf de beste aanknopingspunten. Maar er zat heel erg veel data in. Te veel, waardoor het voor Community Care gebruikersonvriendelijk zou worden. Vervolgens zijn we gaan kijken welke data in de Gezondheidsatlas raken aan de vier indicatoren van Community Care: sociale participatie, eenzaamheid, zelfredzaamheid en samenredzaamheid.”
“Als je die beïnvloedt, dan wordt langer thuis wonen mogelijk”, vervolgt Nelleke Tinbergen. “Dan versterk
je de sociale cohesie, wat wetenschappelijk bekend is. Dus op die dingen wil je invloed hebben. Om dit te realiseren moet je wel eerst weten hoe het er nu voorstaat op gemeentelijk- en wijkniveau. En daar komt de data om de hoek kijken.”
Maatwerk
Om de data op maat te krijgen voor Community Care, zijn er eerst een aantal sessies geweest met de coördinatoren van Community Care de Universiteit Maastricht en het Lectoraat Wijkgerichte Zorg van Zuyd Hogeschool. Ze hebben gekeken welke data er voorhanden is en welke daarvan nu past bij Community Care. Deze gegevens zijn vervolgens gebundeld in een eigen monitor onder de naam Wijkdata. Sommige thema’s worden eens per twee jaar onderzocht door de GGD, andere eens per vier jaar. Hierdoor gaat het verversen van de data ook snel en gemakkelijk. Technisch gezien is er een koppeling tussen de Gezondheidsmonitor en de monitor Wijkdata, waardoor de gegevens niet iedere keer opnieuw hoeven te worden ingevoerd. De data kan op gemeente- en op wijkniveau worden geraadpleegd.
Tijd nodig
Een keer per twee of vier jaar nieuwe data lijkt erg lang? “Maar dat is het niet”, zegt Nelleke Tinbergen. “Veranderingen binnen de vier thema’s van Community Care hebben tijd nodig. Als je vandaag iets verandert in de wijk, wil dat niet zeggen een hele groep bewoners zich bijvoorbeeld direct minder eenzaam voelen. Het duurt nou eenmaal twee tot vier jaar voordat je echt een verschil zult meten binnen een hele populatie.”
Geen heilige graal
De data is overigens niet de heilige graal waarmee je antwoorden krijgt om sociale participatie, eenzaamheid, zelfredzaamheid en samenredzaamheid op te lossen of te bevorderen. “Nee, zeker niet”, benadrukt Nelleke Tinbergen. “De data is een startpunt. Je moet vervolgens aan de hand van die data vragen gaan stellen en onderzoeken waar de meeste winst valt te behalen. Op dit moment draaien er drie proefprojecten Community Care; in Maastricht bij zorgcentrum Scharwyerveld, in Heerlen bij zorgcentrum Douvenrade en in Valkenburg bij zorgcentrum
Oosterbeemd. In 2026 willen we rondom alle huizen van Sevagram, en dat zijn 18 wijken, Community Care geïmplementeerd hebben. De zelf ontwikkelde monitor Wijkdata gaat ons daar enorm bij helpen.”
Voor iedereen
Simpelveld, Sittard-Geleen, Stein, Vaals, Valkenburg aan de Geul en Voerendaal.
Eenvoudig te gebruiken
Als voorbeeld tovert Martijn Steijns de Wijkdata monitor op een groot scherm. Hij laat zien hoe je het verschil in eenzaamheid tussen Valkenburg en Maastricht in kaart kunt brengen. Het is een kwestie van aanvinken. Vervolgens pakt hij er ook nog de onderliggende indicator kwaliteit van leven bij. Met één druk op de knop zie je vervolgens het verschil tussen de twee steden in de loop der jaren in een grafiek. Om dieper te graven kunnen specifieke wijken in de gemeente worden geselecteerd en de uitkomst ervan leidt al direct tot vragen bij Nelleke Tinbergen. “Kijk daar zie je een bijzondere ontwikkeling. In die wijk daalt de eenzaamheid, maar gaat de kwaliteit van leven achteruit. Hier moet je dus verder onderzoek naar verrichten. Wat is de oorzaak en wat kunnen we eraan doen? Hoe zit dat in andere wijken?”
Sevagram heeft dus de monitor Wijkdata ontwikkeld, maar gaat die via de website van communitycarzuidlimburg.nl voor iedereen beschikbaar stellen. “Community Care is een samenwerking van veel partijen, dus dan moet je ook de tools aan elkaar bieden”, is de visie van het projectteam. Coördinatoren, beleidsadviseurs, casemanagers, wijkverpleegkundigen of sociaal werkers zullen er profijt van hebben in hun werk. De gegevens in de Wijkdata omvatten de gemeenten Maastricht, EijsdenMargraten, Meerssen, Beek, Beekdaelen, Brunssum, Gulpen-Wittem, Heerlen, Kerkrade, Landgraaf,
Het mooie van de monitor is dat je ook gelijk gegevens kunt exporteren. Die kunnen dan weer gebruikt worden in een presentatie. Vaak is de interpretatie van een van de vier indicatoren van Community Care in een wijk buikgevoel. Door de Wijkdata is dit nu ook te onderbouwen met cijfers en kun je dus ook doelgerichter zaken aanpakken.
Een grote aanwinst voor de verdere ontwikkeling van Community Care!
Wie meer wil weten over de monitor Wijkdata kan een berichtje sturen naar Nelleke Tinbergen (nelleke.tinbergen@sevagram.nl) of naar Martijn Steijns (martijn.steijns@sevagram.nl). De monitor zelf is te vinden op https://monitor.communitycarezuidlimburg.nl of scan de QR-code.
Voor wie de eerste keer het Pesthuys Podium bezoekt, is het vaak ‘liefde op het eerste gezicht’. Het intieme en uiterst sfeervolle theater aan de Vijfkoppen biedt plaats aan 55 gasten en heeft een podium van 35 vierkante meter voor cabaret, muziek en toneel. Waar ooit buskruit en later papier werd gemaakt, staat nu cultuur centraal.
In 1546 werd een kruitmolen gebouwd op de plek waar nu het theater staat. Deze molen bleef tot 1648 in bedrijf voor de productie van buskruit. Na een explosie in 1733, waarbij de molen grotendeels werd verwoest, werden de overblijfselen in 1774 verkocht aan Willem Frederik de Jacobi, die op dezelfde plek een papierfabriek liet bouwen die de naam ‘Het Ancker’ kreeg. Na de dood van De Jacobi in 1781 werd de molen verkocht aan de Maastrichtse uitgever en drukker Paulus Lambertus Lekens. Het bedrijf bleef floreren tot de Franse tijd. In de loop van de 19e eeuw ondervond de molen echter problemen door onder andere de aanleg van het Kanaal Maastricht-Luik, waardoor de watertoevoer werd belemmerd. Uiteindelijk werd de molen in 1876 ontmanteld.
“ We willen geen concurrent zijn voor de Maastrichtse horeca.”
Misvatting
Later kreeg het pand de naam Pesthuys hoewel het gebouw nooit als pesthuis heeft gefunctioneerd. Deze misvatting ontstond waarschijnlijk doordat voor de 18e eeuw aan de overkant tegen de stadsomwalling barakken stonden voor pestlijders. Voordat de Stichting Pesthuys Podium in 2006 het pand betrad, zat toneelvereniging M’46 in het gebouw. Vandaag de dag is M’46 een van de huisgezelschappen van het theater.
Bijna kopje-onder
Yves Coenegracht is sinds 2019 voorzitter van de stichting. “Precies een jaar later was ik voorzitter zonder theater door het coronavirus”, zegt hij lachend. Ook het Pesthuys Podium leed er zwaar onder. “We hebben maar twee inkomstenbronnen”, vult penningmeester Niek Janssen aan. “De verhuur van de zaal en de horecaomzet. De opbrengst
van de tickets gaat naar de huurder van de zaal. We krijgen geen cent subsidie, maar hebben met Stichting Maasvallei gelukkig wel een zeer plezierige huisbaas. Daardoor kunnen we hier alles draaiende houden. We doen dit niet om geld te verdienen, maar om het theater in stand te houden. Gelukkig hadden we wat vet op de ribben, anders waren we tijdens corona kopje-onder gegaan.”
Geen concurrent Inmiddels floreert het theater weer met zo’n 150 voorstellingen per jaar. Het Historisch Café Maastricht, het Literair Podium en de kerstvoorstelling ‘Leuk is Anders’ zijn eigen producties. Daarnaast maken de huisgezelschappen M’46, Blik en Papaver gebruik van het Pesthuys Podium. Ook bedrijven en instellingen huren het theater voor bijeenkomsten. “Hierdoor zijn
we zes dagen per week bezet”, zegt Niek Janssen. “Maar we verhuren niet voor feesten en partijen. Daar trekken we een streep. We willen geen concurrent zijn voor de Maastrichtse horeca. Alles wat hier gebeurt, moet een culturele inslag hebben.”
Vrijwilligers
Het theater draait volledig op de 45 vrijwilligers. “Daar zijn we erg blij mee”, zegt Yves Coenegracht. “Want per voorstelling heb je vijf vrijwilligers nodig. Voor de bemensing achter de bar en de kassa maken we ons geen zorgen. Vrijwilligers voor de techniek vinden, is een grotere uitdaging. We hebben er nu vier, maar met 150 voorstellingen per jaar komt er veel werk op hun schouders. Dat is ook een van de redenen dat we steeds vaker aanstormend talent een podium bieden. Dat trekt weer jonger publiek en stiekem hoop je dat er ook een paar de stap naar vrijwilliger willen maken. Het ergste wat ons kan gebeuren dat het theater met ons als vrijwilliger uitsterft, want we zijn bijna allemaal niet meer de jongste.”
Bekendheid
Activiteit zit er nog genoeg in het Pesthuys Podium. Ze zijn een samenwerking aangegaan met het Vesting Museum, Roots Unlimited en D’n Hiemel. ‘Roontelum de Hèlpoort’ heet het samenwerkingsverband dat enerzijds promotie maakt voor de vier deelnemende partijen en anderzijds gezamenlijk evenementen organiseert. Het is opmerkelijk dat ons prachtige theater bij velen nog onbekend is”, vindt Niek Janssen. “Er komen hier massa’s mensen voorbij, maar meestal staan ze dan met de rug naar onze voordeur om zich te vergapen aan de Helpoort. Daar mag best verandering in komen.”
ZWEEDS RAADSEL (ZOEK HET WOORD) Zweeds raadsel (Zoek het woord en Win!)
GORDELROOS
KLOOSTERZUSTER
VLEESPRODUCT
SCHOUDERVERSIERING
VERDWENEN
BAARDJE
GEBEUK
SCHAAPKAMEEL NACHTVOGELS
ACHTERZIJDE DOELWIT NIETINGEWIJDEN
BOERDERIJDIEREN ZULK ESSENTIE Vorm met de letters uit de gekleurde vakken het gezochte woord:
TOT 70% KORTING OP GESELECTEERDE MONTUREN
MEERSSEN | MAASTRICHT | MARGRATEN mestrini.nl