Veeteeltvlees februari 2024

Page 1

Extra aandacht voor organische stof in de bodem

Groesbeekse broers selecteren stieren op groei en karakter

COT-stierenveiling slaat online nieuwe weg in

FEBRUARI 2024
VEETEELT VLEES IS EEN UITGAVE VAN CRV BV IN OPDRACHT VAN COÖPERATIE KONINKLIJKE CRV U.A.

Virtuose d’Argenton

Rejoui x Kubitus

Op 33 mnd: 1158 kg en 151 cm (+11)

Fenomeen in dagelijkse groei

Ki-code: 945085

⊲ Economische bloedvoering

⊲ Geeft uitzonderlijk lengte en gestalte

⊲ Mannelijke karkasindex van 118

Wilt u sperma van Virtuose of andere stieren bestellen, bezoek dan onze webshop op shop.crv4all.nl of shop.crv4all.be

RUBRIEKEN

5 Van de redactie

6 Fokkerijnieuws

15 Winnaars VeeteeltVlees-kerstquiz

30 Managementnieuws

32 Marktinfo voer

33 Marktinfo vee

34 Agenda

35 CRV-nieuws

HOOFDARTIKEL

8 Extra aandacht voor bodemgezondheid en organische stof

REPORTAGE

12 De broers Lamers kopen stieren op de COT-veiling op basis van groei en karakter

MANAGEMENT

16 De brand blussen voordat die begint

26 Hoogtechnologie met zaaizaadcoatings

28 Voerwijzer: e ciënte eiwitsturing bij vleesvee

CRV ACHTERGROND t

20 Vernieuwd CRV Mineraal blijft vertrouwd hulpmiddel

FOKKERIJ

22 COT-stierenveiling slaat nieuwe weg in

DE BOERIN

25 Inspirerende boerin Janine Keller

hoofdartikel

BIJ DE COVER

Een nieuwsgierige, doch rustige blik in de stal van de broer Lamers (foto: Quinten van Ooijen)

De Boerin Janine Keller

Gerry Lamers: ‘Dieren waarbij het karakter onvoldoende is, worden niet geveild’

Voerwijzer eiwit

John van Kouwen: ‘Wij zoeken dan ook de topstieren om de fokkerij vooruit te helpen’

FEBRUARI 2024 Extra aandacht voor organische stof in de bodem Groesbeekse broers selecteren stieren op groei en karakter COT-stierenveiling slaat online nieuwe weg in VEETEELTVLEES IS EEN UITGAVE VAN CRV BV IN OPDRACHT VAN COÖPERATIE KONINKLIJKE CRV U.A. VV02-cover.indd 16:29
12 22 16 8 28
bodemgezondheid
3 INHOUD veeteeltvlees FEBRUARI 2024

Benut het groeipotentieel van uw lammeren maximaal met: LAMMERENKORREL

• Voor goede spierontwikkeling van uw lammeren; een hoge maar veilige groei zonder vervetten.

• Met alle toegevoegde mineralen en sporenelementen zoals kobalt.

Starmilk

Colo-Start Elite

Zuivere biest als vervanging of aanvulling.

N°1

BESTE

BIEST IN BELGÏE

Zakjes van 200 g en doos van 2kg

• Erkend als de beste biest Minstens 89% biestpoeder

• 29% IgG per 100g

• Selenium om de opname van de biest te verhogen

• Voeradvies na spenen 150 -250g per dag gericht op een groei van 2kg per week.

Kies voor een optimale opstart van je kalveren

• Bevat probiotica voor de darmflora

Informeer naar onze dealeradressen, vraag naar VOERWAARTS bij uw dealer of bestel via VLEESVEEVOER.NL (vanaf 250kg totaal) of 123voer.nl (per zak)

VOERWAARTS.N L Tel. 0315 23 00 83 • info@voerwaarts.nl

Onze hele gamma www.starmilk.be

JEAN-FRANÇOIS LERICQ

+32(0) 484/11.86.38 - jf.lericq@starmilk.be

Kenmerken

3 Elegant, sterk ras

3 Lange levensduur

3 Natuurlijke geboortes

3 Uitzonderlijke vleeskwaliteit

3 Goede afzetmogelijkheden

Ook

Word lid van ons stamboek: info@blondestamboek.nl

4 veeteeltvlees FEBRUARI 2024
d’Aquitaine? Kijk
alle info
www.blondestamboek.nl
benieuwd naar de Blonde
voor
op
GROEI
S P E C I A L I S T I N S T A R T E N M E T S U C C E S V O O R M E L K - E N V L E E S V E E W E O N T W I K K E L E N V O E D E R S A A N G E P A S T A A N D E O N T W I K K E L I N G S F A S E S V A N U W V E E H I E R B I J Z I J N D E N U T R I T I O N E L E W A A R D E N E N V E R T E E R B A A R H E I D E S S E N T I E E L V O O R D E K W A L I T E I T V A N O N Z E V O E D E R S W I L T U E E N A A N G E P A S T V O O R S T E L V O O R U W J O N G V E E ? C O N T A C T E E R O N S V E R V E K A @ V E R V E K A N L O F T + 3 1 ( 0 ) 1 8 4 6 5 1 3 0 0

Laat ons eens een gek idee lanceren

Het begon met een lach, even later volgde een bedenkelijke blik, de lach verdween en het woord ‘hallucinant’ kwam op in mijn gedachten.

Voorgaande overkwam me vorige week, toen ik in de krant een artikel las met de kop ‘Peta wil af van dieren in draaimolens’. Wie het nog niet wist, de dierenrechtenorganisatie wil de plastieken paardjes uit de bekende kermisattractie weghalen. Te zot voor woorden, dacht ik. Een comedian omschreef het als ‘te veel tijd, te weinig zuurstof’.

Belangrijk nieuws is het niet, en er moet niet meer aandacht aan gegeven worden dan nodig. Alleen zegt het wel iets over de mindset van mensen en organisaties die een stem hebben in het debat omtrent land- en tuinbouw en dus ook enige invloed hebben. Het getuigt, voor mij althans, niet van veel inzicht in wat er momenteel belangrijk is in de maatschappij. We gaan het leven van mens en dier echt niet beter maken door plastieken paarden weg te houden van de lokale kermis. Hoe kom je tot zo’n idee? Was er echt iemand bij Peta die gewoon eens lekker zot wou doen?

De voorbije weken waren best rumoerig in Europa. In verschillende landen ontsponnen zich diverse acties vanuit de landbouwsector, heel vaak spontaan en divers qua achtergrond en eisenpakket. Niets zot, maar bloedserieus is de protesterende sector. Te veel regels en te lage prijzen maken dat boeren in Europa niet tevreden zijn. De timing is daarbij niet geheel vreemd, in juni zijn er in diverse landen verkiezingen. Niet alleen voor Europa trekken we dan naar de stembus, hier en daar worden ook nieuwe parlementen samengesteld. En dan zijn politieke partijen en regeringsleiders gevoeliger voor onrust en acties. Verkiezingen zijn immers een populariteitspoll en daar horen natuurlijk populaire maatregelen bij. Het debat staat op scherp en dat merk je ook aan de resultaten. In België verhoogden verschillende supermarkten eindelijk hun prijzen aan de veehouders. Hoe dit gaat standhouden in de concurrerende markt, is nog maar de vraag. Maar het is een stap in de goede richting. En de sector kan er wel nog een paar gebruiken, de politiek is aan zet.

5 VAN DE REDACTIE veeteeltvlees FEBRUARI 2024

Veiling opent feestjaar voor Lanaud

In 2024 viert het Franse opfokstation Lanaud zijn veertigste verjaardag. Midden januari had er de eerste veiling van dit jubileumjaar plaats. In totaal werden er 137 limousins te koop aangeboden, onderverdeeld in twee categorieën: RJ en Espoirs.

De veilingtopper was de RJ-geklasseerde Trianon, een zoon van Nassau RR VS uit een dochter van Bresil MN-RRE VS. Trianon veranderde van eigenaar voor een prijs van 14.100 euro. Deze jonge stier, geboren op 2 oktober 2022 op het bedrijf van gaec du Patural, toonde zich bijzonder goed presterend in zijn opfok, volumineus met een mooi open bekken. Zijn 400 dagengewicht lag berekend op 585 kilogram bij een gemiddelde groei van 1,583 kg per dag.

In totaal werden 67 van de 69 RJ-geklasseerde stieren verkocht voor een gemiddeld bedrag van 5.430 euro.

Bij de Espoirs werden 63 van de 68 stieren verkocht. Dertien ervan werden aan buitenlandse fokkers verkocht, waarbij vooral Poolse kopers actief waren. De gemiddelde verkoopprijs lag op 3.903 euro.

De veilingtopper in deze groep was Tornado, een jonge stier geboren op 29 september 2022 op het bedrijf van scea Domaine du Colombier. Deze zoon van Intrepide-RR VS uit een dochter van Engy-RRE VS showde lengte in zijn bekken en zijn lichaam. De stier kenmerkt zich met een sterke bouw in de rug en veel fijnheid.Hij haalde een 400 dagengewicht van 628 kg bij een dagelijkse groei van

1,357 kilogram per dag. De volgende veiling is gepland op 13 en 14 maart 2024.

Verbeterd roodbont kent twee nieuwe preferente koeien

In het voorbije jaar heeft het Nederlandse stamboek verbeterd roodbont twee preferente dieren kunnen verwelkomen. Een vrouwelijk dier kan dit predicaat ontvangen als er minstens drie van haar nakomelingen ingeschreven werden met 85 punten of meer. De eerste nieuwe preferente koe is Bo van Halfweg van Theo Veerman uit Zuidoostbeemster. Deze Rambodochter had drie nakomelingen die haar dit predicaat bezorgden. Van die drie hadden twee nakomelingen 87 punten en een 85 punten. Zo is Boris van Halfweg een zoon van haar met Lautinus. Hetzelfde predicaat hangt nu ook in de stal van Corné van de Ven uit Wijk en Aalburg. Zijn Judith 12 van de Loevesteinhoeve zorgde voor eenzelfde topprestatie. De dochter van Groot Rassert 592 kreeg net haar vijfde kalf. Drie nakomelingen werden ondertussen al met respectievelijk 86, 87 en 88 punten ingeschreven. Daarbij ook de bekende verbeterdroodbontstier Jacob van de Loevesteinhoeve (v. Maarten).

Opvallend is dat beide preferente koeien meerdere titels wisten te winnen in de voorbije jaren en op de keuring in Enter van 2017. Ze stonden zelfs er samen op het hoogste podium.

Trianon (v. Nassau RR VS) veranderde van eigenaar voor 14.100 euro Ook Judith 12 van de Loevesteinhoeve (v. Groot Rassert 592) werd preferent verklaard
FOKKERIJ NIEUWS 6 veeteeltvlees FEBRUARI 2024
De preferente Bo van de Halfweg (v. Rambo)

Frederik Backaert, landbouwer en gewezen profwielrenner:

‘Op wereldniveau speelt de Vlaamse landbouw in een ongelijk speelveld. Wij willen boter bij de vis’

Uit: Het Nieuwsblad, 4 februari 2024

Twee prijstoppers op Franse veiling

De eerste verkoopveiling van het nieuwe jaar, op 8 februari jongstleden in het Franse Casteljaloux, leverde stevige prijzen op voor twee nieuwe topstieren.

De blonde d’Aquitainestier Tigre, gekwalificeerd met RRJ (Reconnu Reproducteur Jeune), werd verkocht voor een topprijs van 11.100 euro. Titus, ook RRJ, deed het met 12.700 euro nog beter. De gemiddelde verkoopprijs op deze veiling lag op 4.780 euro. De veiling bood 52 stieren te koop aan. Titus is een stier van het mixte-type, geboren op 13 december 2022 op het bedrijf van gaec

Fontes in Montpinier. Hij is een Nougatzoon uit een dochter van Aramis. De jonge stier wist op het opfokstation goede eigenprestaties waar te maken, met onder meer een groei van 1321 gram per dag en een gewicht van 502 kg, gewogen een maand voor de veiling.

Ook Marvelouszoon Tigre is van het mixtetype. Zijn moeder is een Fromantdochter. Deze stier, gefokt door David Basset uit Plessala, is geboren op 7 december 2022. Zijn dagelijkste groei lag met 1369 gram iets hoger bij een gewicht van 541 kg.

Belgische supermarkten gaan de veehouder meer betalen voor rundvlees

Diverse Belgische supermarkten zijn veehouders meer gaan betalen voor het rundvlees dat ze aanbieden. Het gaat daarbij onder meer om supermarkten Delhaize, Colruyt en Lidl. De prijsverhoging is een gevolg van overleg tussen de landbouwsector en de distributiesector.

Bij Delhaize ging de prijsverhoging midden februari in en geldt voor een periode van zes maanden. Hoeveel de verhoging zal inhouden, is niet bekendgemaakt, maar de woordvoerder noemt die bij Belga substantieel. De keuze voor een prijsverhoging op rundvlees is gemaakt omdat die sector momenteel het hardst geraakt wordt door de crisis. Delhaizeklanten zouden de verhoging niet voelen. Colruyt volgde ook en stelde dat de prijsverhoging geldt voor de aankoopprijzen voor stieren. Colruyt wil de verhogingen na drie maanden evalueren. In een mededeling stelde Colruyt dat de supermarktketen ervan overtuigd blijft dat overleg werkt en dat dit opnieuw bewezen is. Tot slot verhoogde ook Lidl de aankoopprijs.

Zowel de landbouwsector als de betrokken supermarkten hopen dat ook de rest van de keten de prijsverhoging zal volgen.

7 veeteeltvlees FEBRUARI 2024
Tigre (v. Marvelous) werd verkocht voor een topprijs van meer dan 12.000 euro

Extra aandacht voor

HOOFDARTIKEL BODEMGEZONDHEID 8 veeteeltvlees FEBRUARI 2024

organische stof

Drijfmest kan in het tijdperk zonder derogatie in principe worden vervangen door een andere meststof. Het is vooral de aanvulling van organische stof die om extra aandacht vraagt. Want zonder een goede organischestofbalans is de bodem veel minder goed in staat om nutriënten vast te houden voor een goede ruwvoeropbrengst.

Dit bemestingsseizoen zijn de regels weer anders dan voorgaande jaren. Door de afbouw van derogatie mag er in Nederland dit jaar nog maximaal 230 kg stikstof uit dierlijke mest per hectare worden uitgereden, uitzonderingsregio’s daargelaten. Per 2026 is dat voor iedereen 170 kg. In Vlaanderen is er door het afgewezen MestactiePlan (MAP) 7 momenteel weinig duidelijkheid en geldt vooralsnog het MAP 6. Dat is zonder derogatie, dus geldt in Vlaanderen de 170 kg stikstof uit dierlijke mest al als limiet. De gevolgen van het werken met minder dierlijke mest zijn in allerlei aspecten van het bedrijf voelbaar, zeker financieel. Maar ook de bodem merkt de gevolgen. ‘Het afschaffen van derogatie en een beperktere stikstofruimte binnen bemesting kunnen best grote uitdagingen met zich meebrengen’, verwacht Karst Brolsma, productspecialist bij Eurofins Agro. Niet zozeer omdat drijfmest een onmisbare meststof is, maar omdat de toevoeging van meststoffen überhaupt meer aan banden wordt gelegd.

‘Drijfmest brengt nutriënten in de bodem, die gras en mais laten groeien, belangrijk voor de opbrengst van het gewas. De nutriënten kun je vervangen door andere meststoffen. Maar ook die mag je door regelgeving omtrent stikstof en fosfaat maar beperkt inzetten’, geeft Brolsma aan. Ten opzichte van kunstmest heeft drijfmest twee bijkomende voordelen. Ten eerste zitten de mestkelders er vol mee en daarom is het de goedkoopste meststof die er is. ‘Daarnaast bevat drijfmest koolstofmateriaal, dat de bodem kan omzetten tot organische stof.’

Bodem draait op organische stof

De organische stof is een grote speler in de bodem en heeft verscheidene taken. Via de organische stof worden belangrijke nutriënten aangevoerd. Die organische stof is daarnaast de voeding voor het bodemleven. Dat bodemleven verteert de organische stof, waardoor er nutriënten vrijkomen. De bodem kan de nutriënten vastleggen in het kleihumuscomplex (zie infographic op pagina 10). In dat kleihumuscomplex heeft de organische stof ook een belangrijke rol. ‘De effectieve organische stof die in drijfmest zit, is goed voor de bodem. Als je minder drijfmest uitrijdt, is het opletten geblazen dat de organische stof niet achteruitholt. Nu zit er niet overdreven veel effectieve organische stof in

drijfmest, maar het is alsnog een aanvulling die door derogatie wel kleiner wordt’, geeft Brolsma aan. Organische stof moet aangevuld worden, want het kan namelijk opraken. Net als meststoffen wordt het omgezet en opgenomen uit de bodem. ‘De organischestofbalans is heel bepalend voor de bodemvruchtbaarheid. Die moet je daarom goed op peil houden’, vertelt Gerard Postma, ruwvoerspecialist bij Van Iperen. ‘De vraag is: hoeveel haal je weg en hoeveel moet daarvoor terugkomen? Met het wegvallen van derogatie kan de aanvoer lager uitvallen, maar hoe groot het gevolg daarvan is, blijft vooralsnog koffiedik kijken.’ En het verschilt ook per gewas, geeft Postma aan. ‘Op een maisperceel is de organische stof moeilijker op peil te houden dan bij gras.’ Gras is dankzij het wortelstelsel dat af en toe vernieuwt en de maairesten die op de bodem achterblijven, zelf een aanvuller van organische stof. ‘Al ben ik wel benieuwd wat een lagere mestgift doet met de productiviteit van het grasland’, geeft Brolsma aan. ‘Als het grasland met minder mestgift minder groeit, betekent dat een lagere ruwvoeropbrengst en kan het de aanvulling van materiaal voor organische stof verminderen.’

Voedsel voor het bodemleven

Opletten op de organischestofbalans dus, als er minder drijfmest wordt uitgereden. ‘De organischestofbalans kun je aanvullen met groenbemesters op maisland of misschien iets als compost’, geeft Postma aan. ‘Eigenlijk is het vooral de opdracht om nog meer gebruik te maken van het bodemleven. Daarvoor moeten we het bodemleven blijven voeden.’ Het bodemleven speelt een cruciale rol in het beschikbaar maken van mineralen voor de planten en in de structuur van de bodem. In één gram grond zit al ontzettend veel bodemleven, weet Postma. ‘In één gram grond kunnen tot wel 6000 verschillende bacteriesoorten en tot 600 meter aan schimmeldraden zitten. Op een hectare zitten er aan gewicht evenveel bacteriën als zeven koeien. En denk ook aan regenwormen en protozoën. Het bodemleven zit vooral boven in de bodem, want het bodemleven haalt plantenresten en andere deeltjes van de oppervlakte.’ Aangezien het bodemleven vooral aan de oppervlakte actief is, houdt het ook in dat de aanvulling van organische stof niet te diep in de bodem gebracht moet worden. ‘Je ziet dat

9 veeteeltvlees FEBRUARI 2024
TEKST GRIETJE DE VRIES

wanneer je de schop in de grond zet op sommige akkerpercelen waar groenbemesters zijn ondergewerkt. Als de bodemkwaliteit niet goed is, kom je op 25 centimeter diepte een laag tegen met de groenbemesters. Die zijn daar door een tekort aan zuurstof blauw verkleurd, maar door het bodemleven weinig geconsumeerd’, verklaart Dieter Anseeuw, docent bodemkunde aan hogeschool Vives in Roeselaere. ‘Dat veroorzaakt een soort grens voor de nieuwe gewassen die geteeld worden en die niet goed kunnen wortelen. Aanvulling van organische stof kun je het best op of nabij het oppervlak achterlaten.’

Bodemleven helpt organischesto alans

Met drijfmest injecteren valt zo’n grens in de bodem nog mee. ‘Het organischestofgehalte in drijfmest is namelijk erg laag vergeleken met compost en andere koolstofrijke bemesting’, geeft Anseeuw aan. Met 10 ton drijfmest per hectare komt er volgens hem slechts een aanvulling van 150 tot 200 kg organische stof op een hectare. ‘Wat er aan organisch materiaal in drijfmest zit, is vrij gemakkelijk verteerbaar door het bodemleven. Wel heeft injecteren een negatief effect op het bodemleven vanwege de zouten in de drijfmest, die rechtstreeks in het leefmilieu van de bacteriën en schimmels komen.’

De sneetjes in de bodem zelf brengen ook schade aan het bodemleven, geeft Postma van Van Iperen aan. ‘Neem de

schimmeldraden die door de bodem lopen, die snijd je ermee door. Maar vanuit het oogpunt van emissies is de zodebemester dan weer de beste optie, is de gedachte. Door drijfmest bovengronds uit te rijden is er meer sprake van ammoniakuitstoot. Daar heeft de bodem ook niets aan, want de stikstofdelen vervluchtigen dan.’ Er zit ook verschil in de koolstofdeeltjes waar het bodemleven wat mee kan. ‘Je kunt het bodemleven vergelijken met de darmflora. Niet alle bacteriën verteren dezelfde voeding. Bij een eentonig voedselpatroon is het gevolg dat bepaalde bacteriesoorten verdwijnen. Voor het bodemleven geldt hetzelfde. In drijfmest zitten bijvoorbeeld wel koolstofrijke deeltjes, maar deze worden in korte tijd afgebroken door een bepaalde groep bacteriën’, geeft Anseeuw aan. Drijfmest is maar korte tijd een aanvulling voor de organischestofbalans. Met andere, structuurrijkere plantmaterialen is het bodemleven langer bezig. Ook is er een grotere variatie van bodemleven mee actief. ‘Neem bijvoorbeeld houtsnippers, daar kan het bodemleven langer mee aan het werk. Die zijn een langduriger aanvulling op de organische stof in de bodem. En de grotere variatie in bodemleven komt de bodemstructuur ook weer ten goede.’ De bodemstructuur is naast het vastleggen van nutriënten een van de belangrijkste functies van de organische stof. De bodemstructuur heeft ook een direct effect op de opbrengst van de gewassen die worden geteeld. ‘Los van het beschik-

De plussen en minnen van de bodem

In de bodem gaan tal van scheikundige processen schuil. Een van de belangrijkste is het vastleggen van voedingssto en voor de groei van gewassen. Dat vindt plaats in het klei-humuscomplex (a eelding links). De kleimineralen in dit complex, dat ook in zand-, löss- en veengronden aanwezig is, hebben een (dubbele) negatieve lading. Dankzij deze negatieve lading kan het mineralen met (dubbele) positieve lading aan zich binden. Dat zijn bijvoorbeeld calcium (Ca),

magnesium (Mg), natrium (Na) en kalium (K). Ook stikstof kan zich aan de negatief geladen deeltjes binden (a eelding rechts), mits deze in de vorm van ammonium (NH4+) in de bodem komt. NH4+ kan echter snel omgezet worden in nitraat (NO3–) en verzurende waterstofprotonen (H+). Nitraat kan zich door de negatieve lading niet binden aan het klei-humuscomplex en is daarom uitspoelingsgevoelig.

Een andere voedingsstof van planten is fos-

for (P). Fosfor is vooral anorganisch vastgelegd, dus aan kalkmateriaal, kleimineralen en organisch materiaal. Er is maar een klein deel opgelost in de bodem, de plantbeschikbaarheid is dus beperkt. De fosforopname hangt daarom vooral samen met de doorworteling van het gewas. Hoe dieper die is, hoe beter de fosforopname. De doorworteling is a ankelijk van de bodemkwaliteit. Als de doorworteling niet goed is, kan fosforbemesting bij de wortels dit compenseren.

KLEIHUMUSCOMPLEX stikstofuitspoeling ––––––K Ca Mg Na + ++ ++ + NO3– NH4+ HOOFDARTIKEL BODEMGEZONDHEID
10 veeteeltvlees FEBRUARI 2024

baar houden van nutriënten zorgt de organische stof ervoor dat de aarde uit veerkrachtige kruimels bestaat. Die voorkomen bodemverdichting en houden de vochtbalans op peil’, legt Anseeuw uit.

Vitaler door weersextremen

Met een hoog organischestofgehalte is de bodem beter bestand tegen weersextremen en houdt deze voedingsstoffen beter vast. ‘De rol van de organische stof staat meer en meer in de aandacht vanwege de klimatologische uitdagingen. Het is in principe zo dat je een gewas alles kunt geven wat het nodig heeft: precisiebemesting, beregening tijdens droogte en hulp in het bestrijden van ziektes met gewasbeschermers. Maar als er een captatieverbod is – en daar is steeds vaker sprake van – dan is het de bodem die ervoor kan zorgen dat het gewas overleeft’, aldus Anseeuw. ‘Het is alleen niet direct in financiële opbrengst te duiden, waardoor investeren in de bodem vooral een kost lijkt. En daarnaast vraagt het om een lange adem. Nu beginnen met bodemverbetering is iets waar de volgende generatie pas wat aan heeft.’

Organische stof behouden is daarom een grote uitdaging. Anseeuw: ‘Planten zijn niet de grootste gebruiker van organische stof. Het is vooral grondbewerking wat de organische stof in de bodem aantast. Voor een gezonde bodem is dat iets om tot een minimum te beperken.’

Dat de organische stof goed onderhouden moet worden, vinden Anseeuw, Postma en Brolsma allemaal. De rol van drijfmest daarin is beperkt vergeleken met stromest, compost of houtsnippers, maar is groter dan die van kunstmest. ‘Je wilt de organische stof hebben in de bodem, het is een belangrijke parameter voor de gezondheid en daarmee productiviteit van de bodem. En het speelt een rol in het voorkomen van uitspoeling. Minder organische mest in de vorm van drijfmest vraagt om compensatie, zoals compost. En dat is ontzettend duur, waardoor de afbouw van derogatie haaks staat op wat we willen met de bodem’, is Brolsma van Eurofins van mening.

De kosten van het aanvullen van organische stof op de bodem zijn volgens Anseeuw de grootste belemmering om ze in te zetten. ‘De regelgeving wil aansturen op bemesting met materiaal dat armer is aan stikstof- en fosforzouten, maar de economie volgt daar niet in. Drijfmest, dat rijker is aan nutriënten dan aan organische stof, is spotgoedkoop en we hebben er veel van. Groenbemesters, plantenresten en compost zijn veel gunstiger voor de bodem, maar daar hangt dan weer een prijskaartje aan.’ Wanneer de financiële ruimte het niet toelaat om die investering te doen, komt dat de bodemkwaliteit volgens Anseeuw niet ten goede.

Zorgen om nitraatuitspoeling

Een andere bedenking bij de afbouw van derogatie heeft ruwvoerspecialist Postma bij de nutriënten die in drijfmest zitten. ‘Drijfmest bevat een positief geladen stikstofvorm van ammonium, die aan het klei-humuscomplex vastgelegd wordt. Deze stikstofvorm wordt door de natuur geproduceerd en kan worden opgenomen door de plant of door bacteriën worden omgezet naar nitraat. Met drijfmest voer je dus meer positief geladen meststoffen aan die het klei-humuscomplex kan vastleggen.’

‘Drijfmest wordt vaak vervangen door een meststof waar door nitraat een negatief geladen stikstofvorm in zit’, legt Postma uit. ‘Daar heb ik misschien nog wel de meeste zorgen over. Doordat negatief geladen elementen in het bodemvocht blijven zitten, is de kans op uitspoeling van nitraat vele malen hoger. Daarom adviseren wij als vervanging een vloeibaar, aangezuurd ureum dat aansluit op de stikstofkringloop in de bodem.’

Brolsma vraagt zich af wat de gevolgen van minder drijfmest voor de opbrengst van ruwvoer zijn. ‘Dat er minder opbrengst komt als je minder bemest, is wel te beredeneren, maar wat er precies gebeurt, is afhankelijk van de praktijk. Er zijn studiegroepen die nu bewust al een aantal percelen met maximaal 40 kuub drijfmest bemesten. Zo krijg je dit jaar al inzicht en ben je iets meer voorbereid op de tijden zonder derogatie.’ l

11 veeteeltvlees FEBRUARI 2024

Gerry (links) en Theo (rechts) Lamers houden 280 tot 300 blonde d’Aquitainerunderen

Stieren kopen op de veiling is een sport

Als fervente kopers van stieren op de COT-veiling zijn de broers Gerry en Theo Lamers niet onbekend bij liefhebbers van blonde d’Aquitaine.

In twintig jaar tijd groeide hun veestapel van 20 tot 300 runderen, maar bij gebrek aan een opvolger is het nu tijd om rustig aan af te bouwen.

In het heuvelachtige en bosrijke gebied van het Gelderse Groesbeek ligt het vleesveebedrijf van Gerry en Theo Lamers. Tot 2003 liepen op hun land nog vijftig melkkoeien, maar tegenwoordig grazen er ’s zomers twee of drie koppels blonde d’Aquitainerunderen. De broers groeiden hier op de boerderij van hun ouders op en zijn nooit meer weggegaan. In hun kinderjaren was de boerderij een gemengd bedrijf met varkens, melkkoeien en vleeskoeien, maar toen Gerry en Theo het bedrijf van hun vader overnamen, vormde het melkvee de grootste tak en liepen er enkel nog schapen en zo’n twintig vleeskoeien.

Door de goede verkoopprijs van het melkquotum, omdat ze geen opvolger in het vizier hadden en door een tekort aan grond besloten de broers in 2003 om te stoppen met melken en zich te focussen op de vleestakken. De melkveestal werd gebruikt voor de vleesrunderen en de schapen kregen een aparte stal. Inmiddels richten de broers zich volledig op de vleesrunderen en is de veestapel uitgegroeid naar 280 tot 300 dieren. ‘Drie jaar geleden wil-

den we het werk op de boerderij wat minderen. Het meeste werk zat bij onze 400 schapen, dus die hebben we afgestoten’, geeft Gerry aan. De schapenstal bouwden de veehouders om tot koeienstal en de melkveestal werd een opslagplaats voor het hoveniersbedrijf van Theo’s zoon Jan. Jonge stiertjes staan in een potstal en ook in een aanbindstal staan nog wat runderen.

Karakter op de eerste plaats

Al jaar en dag kopen de broers dekstieren bij het Centraal Opfok- en Teststation COT van het blonde d’Aquitainestamboek. In 2011 telden ze op de eerste COT-veiling het toenmalige recordbedrag van 4500 euro neer voor de stier BAC Ernst (v. Amegui). ‘Dat is een van de beste stieren die we hebben gehad. Hij fokte goed. De kalfjes werden heel klein geboren en groeiden uit tot prachtige koeien’, vertelt Gerry trots. Fokkerij speelde altijd al een grote rol op het bedrijf van de familie Lamers. Een snelle groei staat daarbij voorop. ‘We kopen alleen stieren aan die een minimale groei van

BEDRIJFSREPORTAGE LAMERS
veeteeltvlees FEBRUARI 2024 12

anderhalve kilogram per dag hebben’, stelt Theo. Hoewel de veehouders de groei van de dekstieren belangrijk vinden, omdat ze daar uiteindelijk geld mee verdienen, is het karakter van de dieren net zo belangrijk voor ze. Dat is dan ook een van de redenen dat de broers stieren aankopen bij de COT-veiling. ‘De dieren zijn al geselecteerd op karakter. Dieren waarbij het karakter onvoldoende is, worden niet geveild’, vertelt Gerry. ‘Bovendien wordt er daar veel met de stieren gewerkt. Ze zijn halstermak en zijn zelfs net zo braaf als onze koeien. We kunnen ze in de wei zo pakken en ze makkelijk leiden. Met stieren moet je natuurlijk altijd oppassen, maar we hoeven niet bang voor ze te zijn’, vervolgt hij. De stieren verbeteren ook het karakter van de koeien. Theo: ‘Blondes kunnen pittige dieren zijn, maar door altijd streng te selecteren op karakter zijn al onze dieren supermak.’

Voorbereiden op de veiling

De broers bezoeken elk jaar de COT-veiling, niet altijd om een nieuwe stier mee te nemen, maar ook voor de gezelligheid. De fysieke veiling heeft dan ook hun voorkeur. ‘Dan zie je echt wat je koopt’, stelt Theo. ‘Bij een online veiling heb je voorafgaand wel een kijkdag, maar dat is toch anders dan wanneer de stier op de veiling wordt voorgebracht. Dan zie je ook hoe de stier omgaat met menigte en geluid’, legt hij uit. De veehouders dekken hun koeien met vier stieren om verschillende bloedlijnen in hun bedrijf te brengen. Bij

BEDRIJFSPROFIEL

eigenaren Gerry (62) en Theo (68) Lamers aantal dieren 280 tot 300 blonde d’Aquitainerunderen

grondgebruik 75 ha, waarvan 45,5 ha grasland, 14 ha mais, 1,5 ha voederbieten en 14 ha gepacht natuurland

die vier stieren zit één jonge stier die ze op een aantal dieren testen.

Momenteel staan er drie stieren in de stal: BAC Navaro (v. Imposant), BAC Duivendal Rocco (v. Guernica) en BAC Rob (v. Max). Binnenkort is het dus weer tijd voor een nieuwe stier. De veehouders hebben al een stier op het oog, maar welke dat is houden ze nog voor zichzelf. ‘Van te voren zoeken we al veel uit over de stieren die aangeboden worden bij de veiling en bepalen we op welke stier we gaan bieden. De dieren zijn al getest op groei, karakter en exterieur, dus er is veel informatie voorhanden’, vertelt Gerry. De veiling is voor de broers een sport. ‘De beste stieren worden als laatste verkocht. Dat maakt het een uitdaging, want als je voor zo’n stier gaat, heb je geen back-up meer. De andere stieren zijn al weg’, weet Theo.

Elke stier blijft vier tot vijf jaar op het bedrijf van de familie Lamers. Rond mei, als de koeien de wei in gaan, gaat de stier bij het koppel. Het koppel koeien wordt

Groesbeek

BAC Rob (v. Max) is een van de stieren die op het bedrijf voor nakomelingen zorgt

13 veeteeltvlees FEBRUARI 2024

ingedeeld in drie groepen op basis van afstamming. Bijna alle koeien kalven zelfstandig af in het voorjaar. ‘We hebben maar één of twee keer per jaar een dier dat een keizersnede nodig heeft. Bijvoorbeeld door een slag in de baarmoeder of een kalf dat achterstevoren ligt. We willen dat een kalf levend ter wereld komt en soms is een keizersnede dan nodig’, vertelt Theo.

Verschillende rassen geprobeerd

Zelfstandig kalven vinden de broers belangrijk. In het begin van hun carrière hielden ze verbeterdroodbontrunderen, maar vanwege de keizersneden bij dat ras stapten ze over op blonde d’Aquitaine. Ze keken ook naar andere zelfstandig afkalvende rassen, zoals limousin en charolais, maar knapten af op het karakter van die rassen. ‘Bovendien zijn blondes makkelijk om te voeren. Doordat ze sober zijn, worden ze zwaar en hebben ze mooi vlees’, geeft Theo aan.

De geboorte van de kalfjes blijft bijzonder voor de veehouders. ‘Elk kalf is anders en het is telkens een verrassing wat een combinatie van een koe en een stier oplevert’, vertelt Gerry. Alle geboren kalfjes – zo’n tachtig dieren per jaar — zetten de veehouders op een leeftijd van 10 maanden af naar een vaste afmester via Vleesvee Integratie Twente. Oudere koeien gaan pas weg als ze geen kalf meer krijgen, vaak pas als ze meer dan tien tot twaalf jaar oud zijn. ‘Zolang de koeien goed functioneren, blijven ze hier. Oudere koeien kalven over het algemeen het makkelijkst’, vertelt Gerry. De afmestdieren krijgen kuilgras, 10 kilogram voederbieten en 4 kilogram brok, aangevuld met mais. De rest van de dieren krijgt voornamelijk kuilgras.

Al het voer verbouwen de veehouders zelf. Ze gebruiken 14 hectare van hun grond voor de teelt van mais en anderhalve hectare voor voederbieten. De rest van het land wordt gebruikt als maai- en graasland. Het jongvee wordt al ruim dertig jaar geweid in een natuurgebied van Natuurmonumenten op zo’n acht kilometer van

het bedrijf. ‘Natuurgras is voor deze dieren voldoende’, weet Gerry.

Langzaamaan afbouwen

Door gebrek aan opvolging bouwen de broers het aantal dieren nu langzaamaan af. De 150 aanwezige pinken worden niet meer gedekt. ‘Zo wordt het aantal dieren vanzelf minder. We mesten de pinken nu af. Op een leeftijd van twee jaar en drie maanden en met een minimum gewicht van 400 kilogram gaan ze naar Vleesvee Integratie Twente’, vertelt Gerry. De broers kijken terug op een mooie tijd, al had de goede prijs voor vlees al wel tien jaar eerder mogen komen. ‘De vraag naar goed vlees is de laatste jaren echt toegenomen’, aldus Gerry. l

Alle geboren kalfjes gaan op een leeftijd van 10 maanden naar een vaste afmester

Het merendeel van de koeien staat tegenwoordig in de omgebouwde schapenstal

BEDRIJFSREPORTAGE LAMERS
14 veeteeltvlees FEBRUARI 2024

Limburg boven in de kerstquiz

Willy Roosen uit het Zuid-Limburgse Rijckholt is samen met zijn vrouw

Corry de gelukkige winnaar van de hoofdprijs van de kerstquiz. Hij kreeg zijn prijs van René Boons van zaaizaadbedrijf Saaten-Union.

De winnaar van de kerstquiz bevindt zich dit jaar in het mooie Zuid-Limburg. Samen met zijn vrouw Corry vult vleesveehouder Willy Roosen uit Rijckholt nabij Maastricht al jaren trouw de kerstquiz in. ‘We vullen samen in, maar mijn vrouw checkt en dubbelcheckt tot ze zeker weet dat het goed is’, lacht Roosen.

Zij ontvingen de hoofdprijs, vijf hectare maiszaad aangeboden door Saaten-Union, uit handen van René Boons, areamanager Benelux bij dit zaaizaadbedrijf. ‘Het dubbeldoelras Bone is het ideale maisras voor dit bedrijf en deze regio’, zegt Boons. ‘Bone is een middenvroeg maisras dat het uitstekend zal doen hier in Zuid-Limburg op de lössgrond. Bone geeft een stevige plant met een grote kolf, dus een hoog zetmeelgehalte en bovendien een hoge opbrengst per hectare.’

Het bedrijf van Willy en Corry was oorspronkelijk een melkveebedrijf, maar in 2004 stopten ze met melken en schakelden ze over op vleesvee. Vandaag werken ze met een dertigtal dieren en jongvee, enkel blondes.

‘Het jongvee wordt via ki geïnsemineerd, voor de oudere

dieren werken we met een eigen stier.’ Die stier kocht Roosen als kalf aan bij Jan Eggerink uit Wierden. ‘Hij is een zoon van Idalgo uit een dochter van Fromant, de excellente Nancy JE. Zij was ooit Nederlands kampioene in Enter.’

500 kg krachtvoer naar Noord-Limburg

Jos en Ben Derickx uit Hamont-Achel wonnen dan weer

500 kg krachtvoer nr. 10 Linex HiEnergy. Zij ontvingen hun prijs van Jens Goossens van Aveve-veevoeding. ‘Dit is een voeder op basis van geëxtrudeerd lijnzaad, waarin zeer veel energie zit door het hoge vetgehalte’, vertelt de Aveve-vertegenwoordiger. ‘De extrusie maakt het mogelijk om een hoog vetgehalte in het rantsoen te brengen zonder verstoring van de pens. Het kan gebruikt worden in zowel de groeifase aan een halve kilo per dag als in de afmestfase aan een kilo per dag naast de gebruikelijke voeders.’

Vader en zoon Derickx houden naast een voltijdse job buitenshuis ongeveer 35 witblauwen. Elk jaar worden een paar dieren afgemest. l

Jens Goossens van Aveve (midden) overhandigde de prijs aan Ben Derickx (links) en Jos Derickx

KERSTQUIZ PRIJSUITREIKING
TEKST WIM VEULEMANS Willy Roosen kreeg de hoofdprijs, vijf hectare mais, uit handen van René Boons van Saaten-Union
15 veeteeltvlees FEBRUARI 2024

De brand blussen voordat die begint

De meeste stalbranden vinden plaats in de rundveehouderij. Hoewel de oorzaak in de helft van de gevallen onbekend blijft, blijkt brand vaak door menselijk handelen te ontstaan. Ook elektrificatie op het veebedrijf speelt een grote rol in het ontstaan van brand. Welke maatregelen kun je nemen om brand in de stal te voorkomen?

TEKST QUINTEN VAN OOIJEN

Het is de angst van elke veehouder om rook uit de stal te zien komen. Hoewel iedereen hoopt dat brand hem of haar nooit overkomt, is de kans op stalbrand in de rundveehouderij groter dan in andere veehouderijsectoren. Dat blijkt uit de Risicomonitor Stalbranden van het Verbond van Verzekeraars. In 2022 waren in Nederland 21 van de 42 stalbranden in rundveestallen en werden 328 runderen slachtoffer van brand.

Ook in Vlaanderen komen stalbranden regelmatig voor, maar officiële cijfers zijn er volgens Brandweer Vlaanderen niet. Preventieadviseur Kris Collier van de Vlaamse Vereniging voor brand- en diefstalbestrijding ANPI schat op basis van de beschikbare cijfers dat er jaarlijks 25 stalbranden in Vlaanderen en 16 in Wallonië zijn.

Voorkomen en beperken

Hoewel het aantal slachtoffers in rundveestallen kleiner is dan in bijvoorbeeld pluimvee- of varkensstallen, is elk

slachtoffer er een te veel. In Nederland hebben de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OvV), LTO Nederland, Brandweer Nederland, Verbond van Verzekeraars, Dierenbescherming en de ministeries van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) daarom de handen ineengeslagen om het aantal stalbranden en slachtoffers te verminderen met het Actieplan Brandveilige Veestallen. ‘Verzekeraars geven persoonlijke adviezen en stellen preventieve voorwaarden om veehouders te helpen bij het brandveiliger maken van hun bedrijf voor de aanwezige dieren en mensen’, vertelt beleidsadviseur Tuğçe Serinkan van het Verbond van Verzekeraars. ‘We werken onder andere samen met Brandweer Nederland en Stichting Salvage en voeren geregeld overleg met ministeries en andere betrokken partijen. Daarbij betrekken we ook de agrarische sector’, vervolgt ze. Slachtoffers beperken is belangrijk, maar nog belangrijker vindt Ellard Roersma het voorkomen van brand in

ACHTERGROND STALBRANDEN 16 veeteeltvlees FEBRUARI 2024

de stal. Als hoofd incidentenbestrijding en officier van dienst bij Brandweer Drenthe weet hij uit ervaring dat er op rundveebedrijven niet altijd genoeg bluswater beschikbaar is. Maar zelfs als een stal een watervoorziening heeft, valt er meestal niet veel meer te redden. ‘De meeste stallen liggen in een afgelegen gebied, waardoor we als brandweer vaak te laat ter plaatse zijn. Als een stal eenmaal brandt, gaat de brandverspreiding zo verschrikkelijk hard. Het is dan fijn als er op de locatie genoeg bluswater is, maar brand voorkomen blijft het allerbelangrijkste’, stelt hij.

Bewustwording van de agrariër zelf en een goede samenwerking tussen partners, zoals verzekeringsmaatschap-

pijen en het ministerie, is volgens Roersma cruciaal om het voorkomen van stalbranden aan te pakken.

Bewustwording creëren

Iemand die dagelijks bezig is met bewustwording van de agrariër, is risicodeskundige Wim Niessen van Interpolis. Voordat een agrariër een verzekering kan afsluiten, vindt er een bedrijfsbezoek plaats, waarbij een risicodeskundige met de ondernemer een rondje over het bedrijf loopt en risico’s in kaart brengt. ‘Als we een risicovolle situatie tegenkomen, geven we dat aan en gaan we in gesprek over mogelijke verbeteringen. Brand kun je nooit voor honderd procent voorkomen, maar de impact

Veel verzekeringsmaatschappijen eisen elektrakeuring

Hoewel een elektrakeuring niet verplicht was in Nederland, komt daar dit jaar verandering in. Via een Kamerbrief maakte landbouwminister Adema in januari bekend dat alle rundveehouderijen verplicht worden om elk jaar een brandveiligheidskeuring op het bedrijf uit te laten voeren en elke vijf jaar een uitgebreide elektrakeuring, de SCIOS Scope 10 elektrisch materieel. Zijn er zonnepanelen aanwezig, dan moet ook een zonnestroominstallatiekeuring – de Scope 12 zonnestroominstallaties – worden uitgevoerd.

Melkveebedrijven met minimaal 175 dieren en

vleeskalverbedrijven met minimaal duizend dieren moeten de uitgebreide elektrakeuring en zonnestroominstallatiekeuring elke drie jaar uitvoeren. In Vlaanderen is het al langer verplicht om eens in de vijf jaar de laagspanningsinstallatie van het bedrijfsgedeelte te laten keuren.

Elektrakeuringen moeten inzicht geven in de brandrisico’s. ‘Met de voorgenomen keuringen wordt de bewustwording bij de stalgebruiker en daarmee de kans op het ontstaan van brand significant beperkt’, stelde minister Adema in de Kamerbrief.

Bijna alle verzekeraars eisen al een SCIOS Scope 10-keuring, weet risicodeskundige Wim Niessen van Interpolis. Daarbij wordt gekeken naar de hoofdverdeler en de verdeelkasten die daarachter zitten, maar ook naar verlichting en stopcontacten. Ook wordt gemeten of er ergens hotspots zitten. De kosten van zo’n SCIOS Scope 10-keuring zijn afhankelijk van de omvang van de installatie, maar beginnen volgens Niessen grofweg bij 800 tot 1000 euro. Bij Interpolis is de zonnestroominstallatiekeuring, de SCIOS Scope 12-keuring, ook al verplicht.

17 veeteeltvlees FEBRUARI 2024

van een brand kun je wel verkleinen’, geeft hij aan. Problemen met elektra zijn een veelvoorkomende oorzaak van stalbrand in de rundveehouderij, blijkt uit de Risicomonitor. Roersma ziet dat veel apparaten aan elkaar worden gekoppeld of installaties ondeugdelijk zijn. Maar ook werkzaamheden in de stal, voertuigen, broei en een haard of kachel zijn mogelijke veroorzakers van brand. Bij meer dan de helft van de stalbranden blijft de brandoorzaak echter onbekend. ‘Wettelijk is het niet verplicht om een brandonderzoek uit te voeren waarbij we kijken naar de oorzaak en de ontwikkeling van de brand. Sommige veiligheidsregio’s doen dit wel, maar vaak is er onvoldoende capaciteit om de onderzoeken uit te voeren’, legt hij uit.

Volgens Roersma is deugdelijk, uitgebreid en structureel onderzoek naar stalbranden noodzakelijk om de brand-

veiligheid te waarborgen. ‘Als we de oorzaken weten, kunnen we betere maatregelen nemen.’

Stal is voor dieren

Die maatregelen hoeven niet groot te zijn. Elektra laten keuren, oude lampen vervangen door ledverlichting en geen voertuigen in de stal laten staan, zijn enkele voorbeelden. ‘Op veel oudere trekkers of machines zit geen hoofd- of massaschakelaar, waardoor je ze niet volledig kunt uitschakelen en ze in brand kunnen vliegen. Staat een trekker of machine altijd op de voergang, dan werkt ammoniak daar ook nog eens op in. Bovendien zijn de in de machine aanwezige olie, rubber en plastic ingrediënten voor een flinke brand’, licht Niessen toe. ‘Zet de trekker en andere voer- en werktuigen daarom in een andere schuur waar geen dieren staan of buiten.’

Gert van Adrichem: ‘Preventieve maatregelen om brand te voorkomen maken je bedrijf zekerder’

‘Een brand zou echt een nachtmerrie zijn. Niet alleen de dieren komen in gevaar, maar ook de dagelijkse werkzaamheden worden verstoord. Alle maatregelen die je preventief kunt nemen om brand te voorkomen, maken je bedrijf zekerder’, stelt Gert van Adrichem. Samen met zijn vrouw en twee zonen melkt hij 280 koeien in het Brabantse Fijnaart. In 2005 bouwde Van Adrichem een nieuwe stal, waarbij hij veel rekening hield met brandveiligheid. Met een doordachte stalindeling, brandveilige bouw- en isolatiematerialen en een technische ruimte met brandvertragende deur heeft hij het risico op een grote brand aanzienlijk verkleind.

Ook bij de bouw van een tweede stal in 2012 en in de jaren die volgden, bleef brandveiligheid een grote rol spelen voor de veehouder. Met de komst van een carrouselmelkstal, een mestverwaardingsinstallatie en elektrische

koeborstels komen er elke keer brandveiligheidsrisico’s bij. De veehouder laat daarom regelmatig een elektrakeuring uitvoeren. ‘Het is een kostenpost, maar je wordt je veel bewuster van risico’s. Vakmensen herkennen slijtage of afwijkingen die je zelf niet ziet’, vertelt hij. Met de 2300 zonnepanelen die op de stal liggen, is Van Adrichem extra alert op een goede werking van de stroomvoorziening. ‘We wekken zes keer zoveel op als we zelf gebruiken. Dat moet wel veilig gebeuren’, stelt hij. Vakkundige installatie, omvormers met vlamboogdetectie en aardlekbeveiliging in een aparte ruimte ver van de stal af, een veilige afstand tussen het dak en de zonnepanelen en een SCIOS Scope 12zonnestroominstallatiekeuring verkleinen het risico op brand.

De melkveehouder is nu bezig met de aanleg van een accusysteem, waarbij hij zich op-

nieuw goed laat voorlichten. Dat doet hij het liefst door zijn verzekeraar. ‘Verzekeraars hebben veel kennis en zijn onafhankelijk, toeleveranciers willen daarentegen nog weleens onjuiste informatie geven. Je krijgt kostprijstechnisch misschien niet altijd het fijnste antwoord, maar het helpt echt qua veiligheid’, geeft Van Adrichem mee.

ACHTERGROND STALBRANDEN 18 veeteeltvlees FEBRUARI 2024

Simpele maatregelen voor brandveilig boeren

Ruim de stal op en haal brandbare materialen weg.

Plaats machines niet in de buurt van de stal of een brandbare opslag.

Laat alleen een erkend installateur elektrische installaties aanleggen en aanpassen.

Laat elektrische installaties keuren volgens SCIOS Scope 10.

Laat de zonnepaneleninstallatie keuren volgens SCIOS Scope 12 en plaats omvormers buiten de stal.

Let op hooibroei, herkenbaar aan de chemische geur van zwavel en tabak.

Laad accu’s op in schone, geventileerde ruimtes en vermijd kabels op de grond.

Voer las- en slijpwerk buiten de stal uit of zorg voor blusmiddelen.

Verplaats verwarmingsbronnen naar een aparte technische ruimte buiten de stal of een brandwerend compartiment.

‘Een stal is voor dieren, niet voor voertuigen’, vult Roersma van Brandweer Drenthe aan.

Ook accu’s en acculaders van machines kunnen spontaan gaan branden. Hetzelfde geldt voor apparaten met een accu, zoals handgereedschappen. ‘Het gevaar van accu’s wordt echt onderschat’, stelt Niessen van Interpolis. Leg apparaten met een accu en acculaders daarom in een stalen omgeving of stalen kast op minimaal twee meter afstand van brandbare materialen, als de accu aan het opladen is en als de accu in het apparaat zit. Het gebruik van oude elektrische apparaten in de stal is ook risicovol door het grotere risico op kortsluiting of oververhitting. Roersma vertelt dat oude koelkasten, oude radio’s en oude wasmachines vaak van huis naar de stal worden gebracht. ‘Probeer dat soort risicovolle activiteiten te voorkomen. Wil je de oude apparaten wel gebruiken? Zet ze dan in een andere schuur, maar niet in de stal.’ Een effectieve, maar kostbare maatregel is een technische of risicovolle ruimte, zoals een werkplaats, compartimenteren in een brandwerende ruimte. Elektrificatie brengt nog een risico met zich mee: de vraag naar energie neemt toe, waardoor er op steeds meer stallen zonnepanelen liggen. Niessen van Interpolis geeft aan dat bij het plaatsen van zonnepanelen gelet moet worden op de plek van de omvormers en de soorten isolatiematerialen. ‘We hebben goede contacten met bedrijven die zonnepanelen leggen, zodat we advies kunnen geven nog voordat de klant investeert.’ Serinkan vult aan dat het Verbond van Verzekeraars samen met de installatie- en inspectiebranche inspectiemethodiek ontwikkeld heeft voor elektra en zonnepanelen. Verder wijzen Roersma en Niessen erop hooi, stro en voerzakken in een aparte opslag te bewaren. Door hooibroei, maar ook door bliksem, kortsluiting in elektra of een brandende machine kunnen hooi, stro of voerzakken vlam vatten en zorgen voor razendsnelle verspreiding.

Schakel mestrobots, voerstations, verlichting en andere apparatuur uit tijdens mestmixen. Vermijd open vuur en roken. arme vloeren is het oppassen geblazen. ‘Vaak zit er hier en daar toch een kleine opening in de mestkelder. Als daar een vonk bijkomt, explodeert de afgesloten kelder’, vertelt Niessen.

Maar ook een open put vraagt om voorzichtigheid. De risicodeskundige legt uit dat een open put niet snel explodeert, maar dat de kans wel groot is dat koeien gewond raken. Bovendien kan de brand in de put zich uitbreiden tot de hele stal.

Moet er toch gelast of geslepen worden in de stal, dan is het van belang om blusmaterialen in de buurt te hebben. ‘Een brandblusser is een goed blusmiddel. Toch is het ook handig om een krachtige waterslang in de buurt te hebben, zodat je daar ook mee kunt ingrijpen’, raadt Niessen aan. Ook de mestkelder afdekken en zorgen voor een schone omgeving geeft hij als tips mee. Dat laatste is bovendien altijd belangrijk. ‘Op een schoon en net bedrijf gebeuren überhaupt minder ongelukken’, weet Niessen. Ga er daarom regelmatig met een blower doorheen om nesten en spinnenwebben weg te halen.

Dierkenmerken als basis

Niet alleen op de bedrijven zelf, ook op het gebied van regelgeving valt er nog veel te verbeteren als het gaat om brandveiligheid in stallen, vindt Roersma. ‘Vanuit de wet worden runderen gezien als industrieproduct. Het zou mooi zijn als de regelgeving zich richt op het houden van dieren. Dierkenmerken meenemen in de wet is de basis voor brandveiligheid.’

Schoon en netjes

De specialisten raden ook af om brandgevaarlijke werkzaamheden, zoals lassen of slijpen, in de stal uit te voeren als er dieren binnen zijn. ‘En rook zeker niet in de stal’, stelt de brandweerman. Een kleine vonk is genoeg om voor een grote brand te zorgen door de aanwezige mestgassen en brandbare middelen. Zeker bij emissie-

Brandweer Nederland adviseert daarom om een apart document te ontwikkelen over brandveiligheid in stallen op basis van dierkenmerken, zoals het aantal te houden dieren per compartiment. Dat advies wordt nu opgevolgd, schreef demissionair landbouwminister Adema in een Kamerbrief op 25 januari 2024. Hij geeft aan dat het belang van dieren eigenstandig en volwaardig meegenomen moet worden in het denken over brandveiligheid en de wet- en regelgeving. Zo ligt er onder andere een advies voor een denkkader, ‘Basis voor brandveiligheid’, voor het bedrijfsmatig houden van dieren, waarin dierkenmerken worden opgenomen. ‘Het beperken van dierlijke slachtoffers moet meegewogen worden als brandveiligheidsdoel bij alle nieuw te bouwen of te verbouwen stallen’, schreef de landbouwminister. l

19 veeteeltvlees FEBRUARI 2024

Vernieuwd CRV Mineraal blijft vertrouwd hulpmiddel

CRV Mineraal is vernieuwd. Vanaf maart kunnen Nederlandse veehouders en adviseurs kennismaken met de nieuwe applicatie.

Deze ziet er wat anders uit dan het oude CRV Mineraal, maar blijft het vertrouwde hulpmiddel voor de mest- en mineralenboekhouding.

Eén machtiging voor alle data

CRV Mineraal maakt gebruik van bedrijfsdata zoals veestapelmutaties en voer- en kunstmestaankopen. Vrijwel alle gebruikers van CRV Mineraal hebben hun leveranciers en afnemers afzonderlijk gemachtigd om deze data automatisch in te lezen. Als veehouders overstappen naar een andere leverancier,

moet daarom vaak een nieuwe machtiging worden ondertekend.

Het nieuwe CRV Mineraal maakt gebruik van een machtiging aan JoinData voor de uitwisseling van alle bedrijfsdata voor CRV Mineraal. JoinData heeft deze machtiging voor alle CRV Mineraal-gebruikers klaarge-

zet voor ondertekening. Om veehouders hierop te attenderen ontvangen ze een e-mail van de CRV-klantenservice. Natuurlijk is een veehouder niet verplicht een machtiging voor het delen van data af te geven. Zonder machtiging kunnen data ook handmatig worden ingevoerd in CRV Mineraal.

CR V ACHTERGROND 20 veeteeltvlees FEBRUARI 2024

Duizenden agrarisch ondernemers in Nederland en hun adviseurs maken gebruik van CRV Mineraal voor het bijhouden van hun mest- en mineralenboekhouding en het maken van bemestingsplannen. De applicatie geeft gebruikers alle benodigde informatie om het mest- en mineralenmanagement te optimaliseren. En het hulpmiddel maakt het een stuk eenvoudiger om aan de administratieve eisen te voldoen.

‘De eerste versie van het huidige CRV Mineraal is gebouwd in 2005. De software waarop het programma is gebaseerd, is inmiddels verouderd en wordt steeds lastiger om te onderhouden. Daarnaast worden nu veel hogere eisen gesteld aan de beveiliging van databestanden en de bescherming van de privacy van gebruikers dan destijds’, vertelt Robert Giesen van CRV over de aanleiding om een nieuw CRV Mineraal te ontwikkelen. ‘De regelgeving op het gebied van mest en mineralen is in de loop van de jaren bovendien steeds complexer geworden’, vult hij aan. ‘Wettelijke aanpassingen zijn altijd met creatieve oplossingen doorgevoerd in CRV Mineraal. Gebruikers merkten daar weinig van, maar op de achtergrond werd het programma daarmee steeds minder functioneel en lastiger te onderhouden door ontwikkelaars.’ Giesen begrijpt dat veehouders niet zitten te wachten op een nieuwe applicatie. ‘Maar vernieuwing was echt nodig’, benadrukt hij en hij maakt een vergelijking met een stal die in de loop van de jaren steeds stukje bij beetje is aangepast en uitgebreid. ‘Er komt een moment waarop je moet besluiten een nieuwe stal te bouwen om de koeien te kunnen geven wat ze nodig hebben en zelf efficiënt te kunnen werken.’

Samen met adviseurs ontwikkeld

Giesen is bij CRV eindverantwoordelijk voor de ontwikkeling van het nieuwe CRV Mineraal. ‘Bij de bouw en het ontwerp

van de nieuwe applicatie is nauw samengewerkt met een vaste groep van adviseurs van mengvoerbedrijven, accountants en gespecialiseerde advieskantoren’, vertelt hij. ‘In de praktijk zijn zij namelijk degenen die het meest intensief met CRV Mineraal werken.’

De vaste gebruikersgroep blijft betrokken bij de doorontwikkeling van de nieuwe applicatie. ‘We blijven werken aan de gebruiksvriendelijkheid en de meest recente veranderingen in de regelgeving, zoals verlaging van de gebruiksnormen in bepaalde gebieden en de invoering van bufferzones. Dat zullen vast niet de laatste zijn …’, verwacht Giesen. Het nieuwe CRV Mineraal werkt op hetzelfde platform als CRV Dier, CRV Bedrijf en CRV Fokkerij. Het heeft dan ook hetzelfde uiterlijk en een vergelijkbare opbouw. Inloggen kan direct via het Mijn CRV-account van de gebruiker.

Overstap soepel

Veehouders die nu al gebruikmaken van CRV Mineraal, hoeven voor de omschakeling naar de nieuwe applicatie enkel een nieuwe machtiging goed te keuren voor het inlezen van data. Het nieuwe CRV Mineraal neemt vastgelegde gegevens over uit het huidige CRV Mineraal. Ook een eventueel afgegeven toestemming aan adviseurs om met de veehouder mee te kunnen kijken gaat automatisch mee. Overigens blijft het oude CRV Mineraal nog dit hele jaar in de lucht om de mestboekhouding over 2023 in te kunnen zien en te starten met het opstellen van een wettelijk geldig bemestingsplan voor komend groeiseizoen. Vanaf maart komt de nieuwe applicatie beschikbaar. Alle gegevens uit het oude CRV Mineraal worden automatisch overgezet. De nieuwe applicatie is volledig en functioneel, maar in samenspraak met veehouders en adviseurs zal het gebruiksgemak in de loop van dit jaar nog verder worden verbeterd. l

Ook in het nieuwe CRV Mineraal zijn de belangrijkste kengetallen zichtbaar in een overzichtsscherm

Net als het oude CRV Mineraal toont het nieuwe CRV Mineraal geregistreerde percelen op een duidelijk kaartje

21 veeteeltvlees FEBRUARI 2024

COT-stierenveiling slaat nieuwe weg in

Ook met de nieuwe opzet wil het COT steeds de betere stieren aanbieden, stelt COT-voorzitter

John van Kouwen

ras naam geb.dat. vader moeder

piemontese

piemontese

Duncan de Derde 24-03-2023

Duke 31-01-2023

blonde d’Aquitaine Urbanus van de Woeste Hoeve 10-01-2023

blonde d’Aquitaine Tonnano van de Menningweer 28-12-2022

blonde d’Aquitaine Tiesto van de Menningweer 30-12-2022

blonde d’Aquitaine Tornado 02-10-2022

hereford De Holterhoeve Fernado 24-04-2023

hereford Hu Dior P van de Bommel 13-04-2023

limousin Lievenoogen Timon 27-10-2022

limousin Cowporation Tomtom 22-09-2022

limousin Cowparation Tundra 07-10-2022

limousin Cowporation Talent 18-12-2022

limousin Cowporation Tigris 19-09-2022

limousin Cowporation Ulrich 12-01-2023

limousin Tosten van ’t Hoogeveld 20-10-2022

limousin Tanguy van ’t Hoogeveld 12-10-2022

limousin Usetto P van ’t Hoogeveld 25-02-2023

charolais Ossekop Toby 26-10-2022

Asu Marian 14

Valentino Griota 33

Orage Odil du Moulin

D.C. Santos Riva van de Menningweer

Jabu

Madonna du Moulin

Magic Nadia (8350)

Wirruna Peace P198 De Holterhoeve Sunny P

Larry Burak P Hu Doutzen P van de Bommel

Julius vom Eiderland Peggy

Ampertaine Gigolo Cowporation Ria

Ampertaine Gustav Cowporation Roos

Cowporation Rambo Claeys Loretta

Swarland Eddie Cowporation Priceless

Foxhillfarm Jasper Claeys Lieve

MP Juri Molly

MP Juri Mabelie

Rustic Rosette

Meloman Ossekop Polly

Tabel 1 – Aanbod COT-veiling maart 2024
FOKKERIJ VEILING 22 veeteeltvlees FEBRUARI 2024

Hoe werkt aanmelden voor de COT-stierenveiling?

Voor de stierenveiling dienen de jonge stierkalveren via de deelnemende stamboeken aangemeld te worden. Naast de geldende sanitaire regels bepaalt elk stamboek zelf de stamboekvoorwaarden waaraan het kalf en zijn afstamming moeten voldoen. Daarbij

speelt leeftijd een rol, maar ook algemeen voorkomen van de moeder en de vader.

Bij de opfok zal het 400 dagengewicht teruggerekend worden op het einde van de opfokronde. De stieren worden dan zes weken voor de keuring gekeurd door het betref-

fende stamboek, het COT weegt ze op datzelfde moment. Ook het karakter wordt geevalueerd; dit zal zelfs accurater zijn doordat de inzender zelf meer betrokken is. Ook nieuw is dat gedurende de opfokronde een dier mag deelnemen aan keuringen.

Met het wegvallen van de beschikbare stallen voor de centrale opfok van de stieren moest het bestuur van het COT een nieuwe weg inslaan. Centraal is de opfok niet meer, maar het aanbod van stieren blijft breed en onderbouwd.

TEKST WIM VEULEMANS

In 2010 startte in Toldijk een centrale opfok van stieren. Een goed jaar later, op 2 april 2011, werden de eerste stieren geveild. Met daarin een aanbod van drie rassen. ‘Begin deze eeuw hadden diverse stamboekverenigingen, waaronder die van blonde d’Aquitaine en limousin, diverse eigen opfokprogramma’s om de leden van de vleesrassen vooruit te helpen met mooie fokstieren.’

Aan het woord is John van Kouwen, huidig voorzitter van COT of de stichting Centraal Opfok- en Teststation. ‘In Frankrijk waren al langer mooie projecten met centrale opfokstations. Deze manier van werken werd door een aantal stamboeken hier overgenomen en zo begonnen diverse stamboeken met een eigen opfokstation op verschillende plekken.’

In 2012 is stichting Centraal Opfok- en Teststation (COT) opgericht. Onder meer Henk Tessemaker was

toen mee de drijvende kracht. Verschillende stamboeken stapten in het verhaal. Dat waren de Nederlandse stamboeken voor blonde d’Aquitaine, limousin, piemontese, hereford, verbeterd roodbont en charolais. Ook blonde d’Aquitaine Vlaanderen sloot daarbij aan.

Beschikbare opfokstallen

In de eerste jaren werden er gezamenlijk een opfokronde en een veiling georganiseerd bij de familie Reussink in Toldijk. Later verhuisde het COT naar de stallen van de familie Stegeman in Laren. De samenwerking met het laatste station eindigde uiteindelijk in het voorjaar van 2023.

Niet alleen het wegvallen van de stal voor de centrale opfok deed het COT-bestuur een nieuwe richting zoeken. Ook de wereld waarin we bewegen is de

moedersvader fokker, woonplaats ontwikkeling rastype bespiering benen av 400 dgn. gewicht (kg) Tosca J. H. Nijhof, Holten 85 86 87 83 85 489 Ostus J. H. Nijhof, Holten 86 84 85 86 85 489 Ingenieur Johan Schilder, Hoogwoud 88 87 85 87 87 597 Hilario De Menningweer, Zuidschermer 88 86 88 86 87 601 Athos De Menningweer, Zuidschermer 85 87 87 84 86 545 Arlequin C. Mintjens/Blommerschot, Oostmalle 89 88 89 87 88 573 Roost 1 Hannibal P Ribbink-Hogeboom, Holten 462 Romany 1 Lawbreaker A. J. Kreun, Waddenoijen 498 Manni limousinbedr. Van Lievenoogen, Soerendonk 89 87 88 86 88 583 Ampertaine Foreman Cowporation bv, Alblasserdam 90 88 87 84 87 575 Nevada Rep Cowporation bv, Alblasserdam 86 83 88 85 86 598 Grand-Duc Cowporation bv, Alblasserdam 88 80 93 83 86 564 Manitou Cowporation bv, Alblasserdam 93 85 89 88 87 642 Ivan-Claeys Cowporation bv, Alblasserdam 87 81 90 79 84 661 Carnot Hoogeveld bv, Eelde 89 87 87 87 87 593 Fortiche Hoogeveld bv, Eelde 86 86 88 86 87 524 Lenni Hoogeveld bv, Eelde 87 88 87 88 88 511 Denneboom-Bolle, Deventer 86 87 88 85 87 481 23 veeteeltvlees FEBRUARI 2024

Nieuwe veiling op 9 maart

Op zaterdag 9 maart aanstaande wordt er een online stierenveiling georganiseerd. Dieren van vijf verschillende vleesveerassen worden dan geveild. De COTstierenveiling van zaterdag 9 maart is enkel online te volgende via de website van stichting COT. Het aanbod bestaat uit diverse rassen, met momenteel 4 blonde d’Aquitaines, 9 limousins, 1 charolais, 2 piemonteses en 2 herefords in het aanbod. De stieren zijn allemaal op het bedrijf van de eigenaar/fokker opgefokt. www.cot-stierenveiling.nl

het organiserend bestuur ook snel dat er nieuwe en een veel groter aantal kopers afkwam op de digitale veilingen. Zo wordt tegenwoordig meer dan 80 procent van de stieren gekocht door kopers die thuis achter de pc zitten. De combinatie van het wegvallen van de beschikbare stal en het groeiend online-gebruik deed het bestuur besluiten om ook het centraal opfokken los te laten. ‘De langetermijnvisie van stichting COT is en blijft echter het ondersteunen van de leden van de aangesloten stamboeken om voor en aan hen goede dekstieren te veilen’, bevestigt Van Kouwen. ‘Wij zoeken dan ook de topstieren bij de stamboeken om de fokkerij vooruit te helpen.’ Geïnteresseerde fokkers kunnen altijd nieuwe, beloftevolle kalveren aanmelden bij hun stamboek of de stichting COT, nu reeds voor de veiling van september 2024.

voorbij jaren sterk veranderd. In de covidperiode konden er lange tijd immers geen fysieke veilingen meer plaatsvinden. De stichting speelde daar echter goed op in.

De opfok van de stieren is sinds kort dus niet meer centraal. De voorwaarden voor de stieren en het aanmelden van de jonge stiertjes blijven hetzelfde (zie kader pagina 23). De stieren blijven voortaan op het bedrijf aanwezig, wat vanuit gezondsheidsaspect zeker veilig is. Ze dienen wel nog steeds vrij van ibr, bvd en leptospirose te zijn. Op deze bedrijven worden de jonge dieren dan verder opgevolgd, waarbij zowel de lineaire beoordeling vastgelegd wordt als het karakter. Via wegingen worden ook de groeicijfers vastgelegd. Op die manier blijven de opfok- en groeigegevens van de stieren beschikbaar voor eventuele kopers. De stieren zijn via video-opnames en foto’s ook te bekijken op de website van het COT.

Alle stieren worden voorafgaand aan de veiling gewogen en gekeurd

FOKKERIJ VEILING 24 veeteeltvlees FEBRUARI 2024

INSPIRERENDE BOERIN

JANINE KELLER

KRINGLOOPBOERIN

leeftijd: 42 • woonplaats: Lage Zwaluwe • bedrijf: stierenafmesterij en akkerbouwbedrijf BIO in de Polder • baan: fulltime boerin • dieren: 100 stieren • grond: 43 ha

GROOTSTE SCHAT

‘In 2018 namen mijn man Paul en ik het traditionele akkerbouwbedrijf van mijn ouders over. We schakelden volledig over naar een biologisch bedrijf. We geloven namelijk dat duurzaam boeren financieel loont in de toekomst. Bij een biologisch bedrijfsmodel is een gezonde bodem je grootste schat. Het organischestofgehalte was te laag, dat wilden we graag opkrikken.’

STIEREN AFMESTEN

‘De bodem opkrikken kon alleen met stalmest van dieren. Met die insteek besloten we om stieren af te mesten van externe bedrijven. De dieren worden op een biologisch bedrijf geboren en komen op een leeftijd van drie maand bij ons. Het gaat om verschillende rassen, zoals hereford, speckle park en charolais. Het vlees verkopen we zo veel mogelijk in de korte keten.’

MALSE BODEM

‘Dankzij de stalmest is het organischkoolstofgehalte van onze bodem in vijf jaar tijd twee procent hoger. Dat geeft alleen maar voordelen. De bodem krioelt van het bodemleven, is veel malser en weerbaarder tegen weersextremen. De dieren sluiten als het ware de kringloop.’

NOTENBOMEN

‘Met onze natuurinclusieve visie hebben we 500 notenbomen in de wei en het akkerland geplant, die interessant zijn in het kader van de eiwittransitie. De bomen zijn in volle groei, maar vruchten dragen ze nog niet. Op termijn willen we de walnoten op grote schaal mechanisch oogsten en verwerken tot olie. Onze afnemers voor het vlees, zoals restaurants, zijn alvast vragende partij. Zo boeren we natuurinclusief met een korte keten. De kringlopen sluiten is onze grootste drijfveer.’

INSPIRERENDE BOERIN

Hoogtechnologisch met zaaizaadomhullingen

De overheid en het weer maken ruwvoer telen steeds uitdagender. Gelukkig kunnen zaaizaadomhullingen helpen. De allernieuwste technieken maken de plant meer droogtetolerant of zorgen voor een betere stikstofopname. Ook steeds meer micro-organismen in de zaadomhulling dragen bij aan een duurzamere teelt.

Met de juiste zaaizaadbehandeling is het gewas in de eerste 4 à 6 weken beschermd tegen insecten en schimmels. Maar ook tijdens het groeiseizoen heeft een coating nog effect. Door de klimaatverandering en strengere wetgeving draait innovatie op het gebied van zaadomhullingen op volle toeren. De functies van coatings worden steeds rijker en diverser.

De nieuwe technieken zijn interessant. De signaalmolecuul in de Limagrain-coating Starcover Active Plus is daar een voorbeeld van. ‘Die molecuul in onze nieuwe maiscoating heet hydroxykaneelzuur’, vertelt Jos Groot Koerkamp, commercieel manager bij Limagrain. ‘Als de bodem droger wordt, geeft die het signaal door aan de plant om de huidmondjes te sluiten. Op die manier ademt het gewas minder vocht uit en beperken we het hele groeiseizoen droogteschade.’

Biostimulanten alleen maar toekomst

De signaalmolecuul is niet het enige bestanddeel dat in de Starcover Active Plus-coating zit. Limagrain voegde er ook een bacterie aan toe. ‘Ook deze bacterie hecht zich aan het worteloppervlak’, vervolgt Groot Koerkamp. ‘De plant neemt de bacterie op en de bacterie produceert plantenhormonen die de groei stimuleren. Daarnaast scheidt de bacterie ook een enzym af.’ Dit enzym lost vastgebonden fosfaat in de bodem op en maakt dit nutriënt vrij voor de plant. En dat is voordelig, want het fosfaatelement stimuleert de wortelontwikkeling.

Volgens Groot Koerkamp worden biostimulanten of natuurlijke stoffen, zoals bacteriën, in coatings alleen maar populairder in de toekomst. ‘De chemische gewasbeschermingsmiddelen staan door wetgeving onder druk’, zegt hij. ‘Alternatieven zijn er niet direct, maar de plant stresstoleranter maken met biostimulanten gaat wel.’

Vogelafweermiddel onder vuur

Naast biostimulanten is er ook rond vogelafweer veel onderzoek gaande. Zo is Korit, het veelgebruikte fungicide in de zaadbehandeling van mais, effectief tegen vogelvraat. Het middel staat echter sterk ter discussie vanwege het gezondheidsrisico voor de gebruiker. ‘Korit is verwant aan de inmiddels niet meer toegelaten stof TMTD’, weet John Penning, manager seeds bij Agrifirm. Door het toxische profiel besloot Agrifirm het middel niet meer toe te passen. Als alternatief heeft Agrifirm gekozen voor Kuanavo, dat in combinatie met Force 20CS goed werkt tegen allerlei plagen. Kuanavo is een biologische meststof die ontwikkeld is door Wageningen Universiteit in samenwerking met Syngenta. De stof zorgt voor een betere begin- en wortelontwikkeling, waardoor de mais sneller uit zijn kritieke fase groeit. Force 20CS is een insecticide met een goede werking tegen ritnaalden. Door beide producten te combineren wordt het gewas minder aantrekkelijk voor vogels. Ook insecticiden en fungiciden in coatings gaan volgens Pieter Bogaert, productmanager seed care Benelux bij

ACHTERGROND ZAAIZAADBEHANDELINGEN 26 veeteeltvlees FEBRUARI 2024
TEKST JUSTINE POPPE

Syngenta, de duurzame richting op. ‘Momenteel is nog een groot deel van de insecten- en schimmelbestrijding via zaaizaadbehandeling chemisch’, vervolgt Bogaerts. ‘Ons productportfolio wordt in de toekomst deels vervangen door biologische middelen op basis van micro-organismen. Maar daarnaast blijven in een aantal gevallen specifieke chemische middelen noodzakelijk. Een goed evenwicht is hier van belang.’

Over duurzaam gesproken, met een coating worden er meer chemische middelen bespaard dan vaak gedacht. ‘Met een insecticide- of fungicide-zaaizaadbehandeling bescherm je de plant in de eerste vier à zes levensweken’, zegt Bogaerts. ‘Tijdens deze periode hoef je dus minder te spuiten tegen ongedierte en schimmels. Daarbij wordt het middel ingezet op de plaats waar het echt nodig is.’

Luchtstikstof voor mais

Naast gewasbeschermingsmiddelen worden ook meststoffen effectiever ingezet met zaadbehandelingen. Dat geldt vooral voor graszaden. De ProNitro-stikstofcoating van DLF is daar een voorbeeld van. Met stikstof in de coating wordt het zaadje gevoed. Net zoals aan een mestgift zijn aan de uitzaai van zaaizaadmengsels met een stikstofcoating voorwaarden verbonden. Bij de ProNitrograsmengsels bijvoorbeeld moet je, afhankelijk van de zaaidichtheid en het type mengsel, zo’n 1 tot 4,5 kilogram stikstof opgeven aan de mestboekhouding. Ook de uiterste zaaidatum is begrensd.

Naast zaaizaadbehandelingen met extra stikstof zijn er ook coatings voor vlinderbloemigen. Deze planten binden stikstof uit de lucht dankzij hun symbiose met rhizobiumbacteriën in de bodem. Meestal zijn die bacteriën al in de bodem aanwezig. ‘Maar vaak in lage aantallen’, weet Roy Kuenen, productmanager ruwvoer bij DSV zaden. ‘Onze DynaSeed LegumeMaxx-coating bevat extra bacteriën voor vlinderbloemigen, als klaver en luzerne.’ Uit onderzoek van DSV blijkt dat luzerne tot 33 procent meer stikstof bindt uit de lucht met de juiste bacteriestammen aan de plantenwortels. Ook de kiemkracht en de beginontwikkeling worden gestimuleerd. Daardoor neemt de kans op ziekten af. ‘Dit zie je terug in de opbrengst van de snedes’, zegt Kuenen. ‘Bij het onderzoek was die een derde hoger dan bij de niet-gecoate luzerne.’ Er zijn al bacteriën op de markt die voor mais stikstof uit de lucht binden. Dat gebeurt nu door stikstofbindende bacteriën in de huidmondjes van het gewas te spuiten. Met middelen als Vixeran of Utrisha N kan de teler zo op zijn stikstofgift besparen. Deze middelen hoef je niet aan te geven op de mestbankaangifte, want in principe dien je geen stikstof toe. ‘Deze technologie kan ook toegepast worden op maiszaad’, weet Bogaerts. ‘De stikstofbindende bacterie is dan vanaf het prille begin aanwezig in de plant en kan zo optimaal werken. In Engeland is dit product al op de markt voor graangewassen en we zien ook mogelijkheden voor België en Nederland. Mooie vooruitzichten dus.’l

27 veeteeltvlees FEBRUARI 2024

Aan de hand van praktijkcases schrijven verschillende voeradviseurs van Aveve (B.) en Agrifirm (Nl.) over rantsoenberekeningen in de vleesveehouderij. Deze editie beschrijft Anne Vandelannoote van Aveve veevoeding de eiwitsturing bij vleesvee.

E ciënte eiwitsturing bij vleesvee

Een van de belangrijkste nutriënten voor (spier-) groei is het darmverteerbaar eiwit (dve). Eiwitrijke voedermiddelen brengen dit aan, maar ze zijn duur en verhogen de kostprijs van het rantsoen. Hoe kunnen we vanuit het basisrantsoen de bestaande voedermiddelen beter benutten en via een verbeterde penswerking de beschikbaarheid van dve verhogen? Voor een vleesveerantsoen wensen we al gauw 85 tot 100 gram dve per kilogram droge stof. Als praktijkvoorbeeld vertrekken we vanuit een basisrantsoen met mais, voederbieten, voordroog en geplette tarwe. Voor het groeirantsoen van de stieren

kunnen we zo meer dan 80 procent van het rantsoen op drogestofbasis invullen met de aanwezige voeders op het bedrijf. In een vaarzenrantsoen met dezelfde producten kan dit met meer dan 90 procent van het rantsoen op drogestofbasis. Voor de kostprijs betekent dit voorbeeld dat je bij de stieren tijdens de groeifase 60 procent van de totale voerkost uit eigen teelt kan voorzien en 75 procent bij de vaarzen.

Microbieel eiwit

Om economische redenen zoeken we naar een efficiënt gebruik van eiwit in de rantsoenen. We kijken

veeteeltvlees FEBRUARI 2024 28 VOER WIJZER

daarbij naar de behoefte nodig voor groei. Ook is het goed om een overmaat aan eiwit te vermijden om de lever niet te belasten en ammoniakemissie te beperken.

Door het eiwitniveau in de rantsoenen te optimaliseren en de productie van microbieel eiwit te stimuleren is ook de gewenste hoeveelheid dve in het rantsoen te bereiken. In het praktijkvoorbeeld passen we een geconcentreerde eiwitbron toe in de rantsoenen op basis van Europese grondstoffen, aangevuld met ‘slow-release’ ureum.

Hoe werkt dit principe? Meer dan twee derde van de

Het kenmerk dve

Dve of darmverteerbaar eiwit is het eiwit dat de dunne darm bereikt en daar kan worden verteerd. Dit eiwit omvat alle voedereiwit dat niet werd afgebroken in de pens en het eiwit afkomstig van microbiële eiwitvorming in de pens. Het dier gebruikt dve voor onderhoud, groei en eventuele melkproductie. Bij vleesvee zorgt dve vooral voor een toename van de spiergroei.

Bij de ruwvoeders vinden we een hoger aandeel dve bij voldoende voorgedroogd gras en hooi, maar ook bij voederbieten. Maiskuil brengt eerder een beperkte hoeveelheid dve aan. Perspulp, bierdraf en de eiwitrijke nevenproducten uit de bio-ethanolproductie leveren dan weer een sterke bijdrage aan dve en zijn ook vanwege een hogere vevi-waarde interessant. Geplette tarwe of triticale brengt vooral energie uit zetmeel aan, maar hebben ook een mooie dve-waarde. Ook veldbonen en erwten passen in deze categorie.

Een efficiënt gebruik van eiwit is belangrijk bij vaarzen en stieren,

pensbacteriën heeft ammoniak (NH3) nodig als voedingsbron. Deze komt deels vrij uit de plantaardige eiwitten in het voeder (onbestendig eiwit) en deels vanuit het ‘slow-release’ ureum. Door een coating toe te passen waarbij dit ureum langzaam vrijkomt, kan het door zijn geleidelijke vrijgave volledig benut worden door de pensbacteriën. Deze zorgen daardoor voor een betere vertering van de celwanden uit de ruwvoeders en verhogen bovendien de pens-pH. Het verbetert de pensfermentatie en de vorming van microbieel eiwit.

Tabel 1 Een praktijkvoorbeeld van eiwitsturing voor de groei van stieren en vaarzen
zeker in de groeifase voedermiddel kg vers kg ds kg vers kg ds maiskuil 8 3 6 2,3 voordroogkuil 2,5 1,3 7 3,7 voederbieten 6 0,9 5 0,8 geplette tarwe 1,5 1,3 0,5 0,4 nr 11 Euromix 40 1,6 1,4 0,9 0,8 totaal 19,6 8,0 19,4 8,0 rantsoenkenmerken drogestofgehalte (%) 41 41 vevi /kg ds 1.062 989 re g/kg ds 170 161 dve g/kg ds 98 89 oeb g/kg ds 15 12 rc g/kg ds 151 209 zetmeel g/kg ds 251 143 vaarzen stieren 29 veeteeltvlees FEBRUARI 2024 DE CIJFERS

Vlaamse veehouders halen doel methaanreductie niet

KLIMAAT – De Vlaamse veehouderij ligt niet op schema om de methaanreductiedoelstellingen van het Convenant Enterische Emissies Rundvee (CEER) te halen. In dit convenant is afgesproken dat de methaanemissie van rundvee tegen 2030 24 procent lager is dan in 2021. Een van de oorzaken is dat methaanreducerende maatregelen nog niet zo populair zijn onder rundveehouders. ‘De methaanemissies zijn de laatste jaren zelfs nog gestegen’, meldt het Agentschap voor Landbouw en Visserij. ‘En dat is jammer, want dat kan gevolgen hebben.’

‘Met het convenant kan de agrosector aantonen dat die zelf de methaanuitstoot kan reduceren, zonder dat verplichtingen van de overheid nodig zijn’, zegt Jonas Vandicke, coördinator van het Expertisecentrum Landbouw en Klimaat (ELK) van het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO). ‘Vandaag zijn de methaanreducerende

maatregelen vrijwillig. Maar met de slechte huidige cijfers is het maar de vraag of er in de toekomst geen verplichtingen gaan komen.’ Hij raadt veehouders aan om kansen te nemen in methaanreductie waar dat kan. Zo mogen voedermaatregelen om methaan te verlagen nog aan populariteit winnen. Ondanks de subsidies via de ecoregeling uit het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid komen deze maatregelen niet van de grond. Slechts een kleine groep veehouders past ze toe. Om deze redenen werd de ecoregeling voedermanagement bij rundvee aangepast. Vanaf 2024 komen enkel nog de meest effectieve voedermaatregelen in aanmerking voor de ecoregeling. Ook zijn de subsidiebedragen verhoogd. Ten slotte zijn de randvoorwaarden van enkele voedermaatregelen aangepast, waardoor ze gemakkelijker en op meer bedrijven uit te voeren zijn. Het Vlaamse Klimaatbeleidsplan 2021-2030

Vlaamse landbouw krimpt

ECONOMIE – Een ouder wordende sector, een lager arbeidsinkomen en weinig potentiële opvolgers. Dat zijn een aantal van de vaststellingen die het nieuwe Vlaamse landbouwrapport tonen. Daarnaast is de land- en tuinbouwsector goed voor een totale productiewaarde van meer dan zes miljard euro. Vlaanderen heeft zijn jaarlijkse landbouwrapport gepubliceerd. Voor het eerst worden daarin de Vlaamse kerncijfers vergeleken met die van andere EU-lidstaten. In Vlaanderen bedraagt de productiewaarde per bedrijf dat actief is in de land- en tuinbouw gemiddeld 255.000 euro. Enkel in Nederland en Denemarken ligt die waarde hoger. Daarentegen ligt het aandeel van rechtstreekse steun in inkomen met 15 procent onder het EU-gemiddelde. Alleen in Italië en opnieuw Nederland is dat percentage nog lager. ‘Met onze hoge omzet per bedrijf en de lage afhankelijkheid

van subsidies staan we twee keer op het Europese podium’, geeft Vlaams landbouwminister Jo Brouns aan.

De totale productiewaarde van de Vlaamse land- en tuinbouw bedroeg in 2021 6,3 miljard euro. Meer dan de helft (57%) daarvan komt uit de veeteelt. De vijf belangrijkste subsectoren zijn varkens (1,3 miljard euro), melk en melkderivaten (1,1 miljard euro), groenten (940 miljoen euro), sierteeltproducten (580 miljoen euro) en runderen (575 miljoen euro). De voorbije vijftien jaar steeg deze productiewaarde licht.

In 2022 telde Vlaanderen 22.450 landbouwbedrijven. Dit aantal is sinds 2012 gedaald met 11 procent. Veeteelt is de belangrijkste specialisatie (46%), gevolgd door akkerbouw (33%) en tuinbouw (13%). De veestapel telde in 2022 5,4 miljoen varkens, 1,2 miljoen runderen en 45,5 miljoen stuks pluimvee. Het

geeft aan welke bijdrage Vlaanderen levert aan de realisatie van de Belgische emissiereductiedoelstelling. Specifiek voor de landen tuinbouw wordt een broeikasgasreductie van 31 procent ten opzichte van 2005 beoogd. Voor de enterische emissies stelt de Vlaamse overheid een reductie voor met 0,3 megaton CO2-eq ten opzichte van 2005 of 0,5 megaton CO2-eq ten opzichte van 2021, of het beperken van het uitstootniveau tot 1,9 megaton CO2-eq in 2030.

aantal zoogkoeien en varkens daalde ten opzichte van 2012, het aantal melkkoeien en kippen nam toe.

In 2022 bewerkte de land- en tuinbouwsector 620.000 hectare, wat overeenkomt met 46 procent van de Vlaamse grondoppervlakte. De Vlaamse landbouwer was in 2022 gemiddeld 56 jaar. In 2009 was dat nog 52 jaar. Slechts 15 procent is 40 jaar of jonger, 20 procent van de bedrijfsleiders is vrouw. Slechts 13 procent van de bedrijfsleiders ouder dan 50 jaar beschikt in 2020 over een vermoedelijke opvolger.

Het gemiddelde arbeidsinkomen per familiale arbeidskracht (FAK) voor landbouwbedrijven bedroeg 33.700 euro, wat flink onder het gemiddelde inkomen van een loontrekkende ligt (48.600 euro). De tuinbouwbedrijven doen het met 84.100 euro per FAK aanzienlijk beter dan de landbouwbedrijven.

MANAGEMENT NIEUWS 30 veeteeltvlees FEBRUARI 2024

Nieuw keurmerk Belgische variant op Beter Leven-keurmerk

MAATSCHAPPIJ – Vanaf 2026 ligt er rundvlees met het dierwelzijnskeurmerk ‘Beter voor Dieren’ in de schappen van Belgische supermarkten. Het dierwelzijnskeurmerk, met drie scores, geeft de extra inspanning aan die boven op de wettelijke eisen door de volledige keten is geleverd om het dierwelzijn te verhogen. Varkensvlees met dit keurmerk is dit jaar al te vinden in de schappen en Beter voor Dieren-kippenvlees vanaf 2025. Hoewel het een Vlaams keurmerk is, zal het keurmerkvlees ook in supermarkten in Wallonië liggen, omdat vleesproducenten vaak door heel België leveren.

Het nieuwe dierwelzijnskeurmerk ‘Beter voor Dieren’ moet de consument meer inzicht geven in het dierwelzijn over de gehele keten – van boerderij tot slachthuis. ‘Met het keurmerk kunnen de consumenten bewustere keuzes maken in de winkel en worden de extra inspanningen van de veehouders rond dierenwelzijn beloond. En vooral: het komt het welzijn van de landbouwhuisdieren ten goede’, schrijft Sarne De Vliegher, voorzitter van de Vereniging voor de Bevordering van het Welzijn van Landbouwhuisdieren (VVWL), in een persbericht. De VVWL beheert en controleert de naleving van dit label. Wat de beloning voor de extra inspanning wordt, is nog niet bekend.

Momenteel zijn er al verschillende keurmerken in België, maar is het dierwelzijn moeilijk te vergelijken voor de consument, doordat de dierwelzijnseisen per keurmerk verschillen en ieder een verschillend controlesysteem hanteert. Dankzij het scoresysteem van het nieuwe keurmerk komt daar volgens minister Weyts verandering in. ‘In één oogopslag zie je welke producent extra inspanningen doet voor dierenwelzijn en dus ook wie dat niet doet.’

Er zijn drie scores: +, ++ en +++. Hoe meer plussen, hoe meer stappen er zijn genomen om het dierwelzijn te verbeteren. Hieronder vallen onder meer het vermijden van onnodig transport, het aanbieden van extra verrijking en extra ruimte voor de dieren. Het Belgische keurmerk lijkt met dit scoresysteem dus op het Beter Leven-keurmerk in Nederland. Bij de ontwikkeling van het keurmerk is er dan ook samengewerkt met het team van de Nederlandse Dierenbescherming, die het Beter Leven-keurmerk introduceerde, evenals met de sector en onafhankelijke wetenschappers. De Vereniging voor de Bevordering van het Welzijn van Landbouwhuisdieren werkt momenteel nog aan lastenboeken voor veehouders, transporteurs en slachthuizen en aan een systeem om de naleving van het keurmerk te controleren.

Hartendorf opnieuw voorzitter

LTO-vakgroep vleesveehouderij

MAATSCHAPPIJ – Anderhalf jaar na zijn afscheid van de vakgroep vleesveehouderij is Wouter Hartendorf opnieuw aangetreden als voorzitter van dezelfde vakgroep. Hartendorf is vleesveehouder op een bedrijf in het Noord-Hollandse Santpoort-Zuid. Samen met zijn vrouw Femke en zijn schoon-

ouders baat hij er een vleesveebedrijf met marchigiana’s uit. Sinds kort is het bedrijf ook verbreed met een bed and breakfast. Hartendorf ziet sinds zijn afscheid in medio 2022 verschillende nieuwe dossiers, maar weinig zijn er van de agenda verdwenen.

Rietzwenkgras goed voor jongvee

GRAS – Jongvee dat geweid wordt op percelen rietzwenkgras groeit harder dan jongvee dat geweid wordt op percelen Engels raaigras. Dit blijkt uit graasproeven van het Vlaamse onderzoeksinstituut ILVO en de universiteit van Gent. Zij concluderen dat graasweides voor jongvee, maar ook voor vleesvee, perfect ingezaaid kunnen worden met rietzwenkgras zonder negatieve gevolgen voor de ontwikkeling van de dieren.

De graasproeven werden in de afgelopen drie jaar uitgevoerd met drachtige holsteinpinken van 15 tot 22 maanden oud. De vier proefperiodes waren in verschillende seizoenen en onder uiteenlopende weersomstandigheden. Bij het onderzoek werden groepen van vijf tot zeven dieren afwisselend vier weken geweid op percelen met Engels raaigras of rietzwenkgras. De dieren werden iedere twee weken gewogen. In alle vier de graasproeven groeiden de dieren harder als ze geweid werden op rietzwenkgras. In de helft van de experimenten was dit verschil statistisch significant. De uitkomsten lijken in tegenspraak met de lagere verteerbaarheid van rietzwenkgras ten opzichte van Engels raaigras. De onderzoekers denken dat de lagere passagesnelheid in het verteringskanaal van de dieren echter zorgt voor een betere benutting van voedingsstoffen. Daarbij is de behoefte van jongvee lager dan van melkvee en is hun opname van droge stof ook minder snel beperkend voor hun prestaties. Voordelen van rietzwenkgras zijn de goede persistentie en diepe beworteling. Gemiddeld brengt dit gras volgens het ILVO 20 tot 30 procent meer op dan Engels raaigras. In droge jaren kan dit opbrengstverschil oplopen tot wel 45 procent. Graasweides met rietzwenkgras voor jongvee hebben dan ook meestal een groter en constanter grasaanbod. De methaanuitstoot van de dieren bleek niet te verschillen.

Meer actueel nieuws?
31 veeteeltvlees FEBRUARI 2024 veeteeltvlees.be veeteeltvlees.nl

2024 begint met dalende eiwitprijs

– De huidige voederwaardeprijzen zijn berekend door Wageningen Universiteit (WUR) op 6 februari 2024. De waarde van 1000 vem (kvem-prijs) daalt naar 15,2 eurocent, de waarde van eiwit daalde begin dit jaar sterk, tot nu in februari naar 141,7 eurocent per kg dve.

– In de onderstaande tabel met de voederwaardeprijzen staan verschillende producten opgesomd met bijhorende voederwaarde. De voederwaarde van het product wordt berekend aan de hand van de cijfers die WUR publiceert. Er wordt daarbij een vergelijking gemaakt tussen de marktwaarde en de voederwaarde. Bij een voederwaardeprijs onder de 100 is het voedermiddel prijstechnisch interessant. Evalueer ook eerst welke producten in het rantsoen passen en kies binnen deze producten de goedkoopste optie.

– Begin 2024 zijn de eiwitprijzen hard gedaald. Dit zien we terug in de eiwittoeslag en de prijzen van het krachtvoer. De berichten zijn echter wisselend. De fysieke voorraad is momenteel niet groot en het is ook van belang dat de Europese fabrieken blijven draaien om aan de vraag te voldoen. De berichten vanuit Zuid-Amerika blijven hoopvol. Ondanks dat er momenteel droogte is in Argentinië, blijft men een hoge opbrengst verwachten. De oogst in Brazilië loopt daarnaast ook voorspoedig.

– Ook de prijs van raapschroot is gedaald. Het aanbod is toegenomen, terwijl de vraag direct wat is verminderd. De reden hiervoor is de dalende sojaprijs.

– De graanprijzen zijn afgelopen week stabiel gebleven, maar de granen staan wel onder druk. Hierdoor hebben de Europese markten behoorlijke concurrentie vanuit de regio rond de Zwarte Zee. Door de prijsdaling komen er weer internationale kopers op de markt.

– De markt van de vulmiddelen is stabiel.

– Natte aardappelproducten kunnen momenteel een alternatief zijn voor de zetmeelbronnen in het rantsoen, deze zitten namelijk rond de 75 procent van de voederwaardeprijs.

VOEDERWAARDEPRIJZEN

ENERGIE- EN EIWITPRIJZEN VOER

in eurocenten, excl. btw (bron: Wageningen Livestock Research)

februari

2024 m/m y/y

kg dve 141,70 mestvee kvevi 15,10 kg dve 135,00

m/m = vergelijking t.o.v. vorige maand y/y = vergelijking t.o.v. dezelfde maand vorig jaar

Zoek, vervang en bespaar

Voederwaardeprijzen geven de verhouding weer van de voederwaarde van mengvoer, grondstoffen en bijproducten in relatie tot de marktprijs. Bij een voederwaardeprijs onder de 100 procent is het voedermiddel prijstechnisch interessant.

voerwaardeprijs (€/ton)vevi marktprijs t.o.v. voederwaardeprijs(%) bewaringsverlies(%) vevig/kgds

fokvee kvem 15,20
(bron: Liba) februari 2024 ruwvoer maiskuil 34 940 74 52 975 4 0,0 71,0 graskuil 45 888 173 67 908 4 0,0 98,3 structuur luzerne 89 694 185 75 666 0 240,0 179,6 134 gerstestro 89 509 49 2 438 0 130,0 61,3 212 graszaadstro 89 583 70 21 529 0 160,0 96,3 166 grondstoffen energie ccm 58 1.182 97 79 1.290 4 165,1 167,8 98 tarwe 87 1.180 128 113 1.307 0 241,0 304,4 79 gerst 87 1.122 120 115 1.291 0 233,0 304,7 76 maismeel 87 1.265 94 117 1.414 0 254,0 323,2 79 droge bietenpulp 87 1.038 97 103 1.172 0 299,0 274,9 109 lijnzaadschilfers 87 1.129 344 161 1.235 0 450,0 351,3 128 palmpitschilfers 87 968 158 102 1.177 0 227,0 274,4 83 grondstoffen eiwit sojaschroot 44/7 87 1.153 482 251 1.249 0 480,0 458,9 105 raapzaadschroot 87 942 400 158 1.008 0 316,0 318,0 99 DDG tarwe 87 1.071 324 202 1.146 0 365,0 387,8 94 natte bijproducten aardappelstoomschillen 11,5 1.099 132 119 1.206 5 25,5 37,4 68 aardappelsnippers 22 1.129 84 84 1.248 5 51,0 63,1 81 bierbostel 27 943 249 138 949 5 102,9 84,5 122 maisgluten 42 1.035 197 96 1.122 5 113,4 119,3 95 mengvoer fokvee standaard (15% re) 87 1.036 195 118 1.108 0 328,9 284,6 116 fokvee eiwitrijk (20% re) 87 1.093 264 161 1.178 0 447,6 343,8 130 afmest groeibrok 87 1.068 241 132 1.149 0 363,2 306,3 119 afmest finish 87 1.062 172 97 1.149 0 337,5 264,4 128
dveg/kgds reg/kgds vemg/kgds %ds marktprijs(€/ton) m/m y/y MARKTINFO VOER 32 veeteeltvlees FEBRUARI 2024

Bron: BVK vzw

bron: Veemarkt Ciney (B.)

NUCHTERE KALVEREN

NUCHTERE KALVEREN

BROUTARDS

BROUTARDS LIMOUSIN

Bron: veemarkt Agen (Fr.)

bron: Veemarkt Agen (Fr.)

BROUTARDS BLONDE

BROUTARDS BLONDE D’AQUITAINE

U-stieren 250-300 kg

R-stieren 250-300 kg

U-stieren 300-350 kg R-stieren 300-350 kg

Les Hérolles (Fr.)

bron: Veemarkt

Bron: veemarkt Les Hérolles (Fr.)

KOEIEN BELGISCH WITBLAUW

KOEIEN BELGISCH WITBLAUW

Bron: veemarkten België

Bron: Veemarkten België

STIEREN BELGISCH WITBLAUW

STIEREN BELGISCH WITBLAUW

KARKASPRIJZEN

KARKASPRIJZEN WERELDWIJD

land waarde* januari 2024 trend (m/m**)

Groot-Brittannië 574,76

Observatories

Bron: Veemarkten België

Bron: veemarkten België

Uruguay 306,75

Europa 495,85

Australië 247,23

Verenigde Staten 550,32

Nieuw-Zeeland 352,53

Argentinië 331,47

Brazilië 279,28

Bron: European

Bron: European Market Observatories

*euro/100 kg geslacht gewicht stieren

**m/m = vergelijking t.o.v. vorige maand

= =

5 1 10 15 20 25 30 35 40 45 50 week euro (max.) per stuk (excl. btw) 0 100 200 300 400 500 600 700 800 900 1000 melkvee dubbeldoel dikbilvaars dikbilstier € 240 € 830 € 680 € 80 5 1 10 15 20 25 30 35 40 45 50 week euro (gem.)/kg levend gewicht (excl. btw) 2,0 2,5 3,0 3,5 4,0 4,5
R-stieren
U-stieren
R-stieren
geen notering gn U-€ 3,92 U-€ 3,93 R -gn R -€ 3,78 5 1 10 15 20 25 30 35 40 45 50 week franco slachthuis, exclusief btw, in euro/100 kg koud karkasgewicht, volgens de EU-standaardaanbiedingsvorm 50 150 250 350 450 550 650 750 AU2 AE2 AS2 € 622,33 € 569,64 € 498,75 5 1 10 15 20 25 30 35 40 45 50 week franco slachthuis, exclusief btw, in euro/100 kg koud karkasgewicht, volgens de EU-standaardaanbiedingsvorm 100 200 300 400 500 600 700 800 DE2 DU2 DS2 € 500,02 € 618,18 € 632,46 5 1 10 15 20 25 30 35 40 45 50 week euro (gem.)/kg levend gewicht (excl. btw) 2,0 2,5 3,0 3,5 4,0 4,5 5,0
U-stieren 250-300 kg
250-300 kg
300-350 kg
300-350 kg
-
4,10
- € 4,00 U
€ 3,20 R R - € 3,20 - €
U
MARKTINFO VEE 33 veeteeltvlees FEBRUARI 2024

AGENDA

KEURINGEN EN PRIJSKAMPEN

9 maart Paasveetentoonstelling, Rhenen

20 maart Paasveetentoonstelling, Schagen

30 maart Vleesveekeuring, Hulshorst

19 mei Provinciale Belgisch-witblauwkeuring, Sint-Niklaas

VEILINGEN

9 maart COT-stierenveiling, online

13-14 maart Limousinveiling Lanaud, Boisseuil (Frankrijk)

30 maart BAC-stierenveiling, Laren

4 april Veiling blonde d’Aquitaine, Doux (Frankrijk)

VOORUITBLIK

2 mei Veiling blonde d’Aquitaine, Casteljaloux (Frankrijk)

BEURZEN, STUDIEVERGADERINGEN, DEMODAGEN

16-18 februari Agridagen, Ravels

Raadpleeg de website veeteeltvlees.be of veeteeltvlees.nl voor een actuele en uitgebreide stand van zaken.

MAART GEZONDHEID

Sensoren worden steeds belangrijker in de veehouderij, ook in de vleesveehouderij. Denk maar aan het tochtig zien van dieren, maar ook in gezondsmonitoring tonen ze steeds meer hun waarde. In dit maartnummer kijken we welke innovaties er op komst zijn en welke rol ze hebben voor vleesvee.

Verder in dit nummer een interview met Hidde Boersma, een Nederlandse onderzoeksjournalist met een mening over landbouw. We brengen ook een portret van Peter Vercauteren, die na een rijke carrière bij CRV en voorgangers op pensioen gaat.

COLOFON

VeeteeltVlees is een uitgave van CRV BV in opdracht van Coöperatie CRV ua. De leden van de Coöperatie CRV ontvangen VeeteeltVlees gratis, als onderdeel van het lidmaatschap. VeeteeltVlees verschijnt maandelijks.

redactie

hoofdredacteur Wim Veulemans

redactie Inge van Drie, Jaap van der Knaap, Wichert Koopman, Grietje de Vries, Quinten van Ooijen, Justine Poppe

foto- en beeldbewerking Simone Smit, Rogier van der Weiden

vormgeving René Horsman, Esther Onida eindredactie Lieke van den Broek hoofd CRV-magazines Jaap van der Knaap

redactie-adres

Nederland: postbus 454, 6800 AL Arnhem

telefoon 026 38 98 800

Vlaanderen: Buchtenstraat 7, 9051 Sint-Denijs-Westrem telefoon 078 15 44 44 fax 09 363 92 06 e-mail veeteelt@crv4all.com

abonnementsprijs/jaar

Nederland en België € 99,00, overige landen € 160,00. In combinatie met abonnement op vakblad Veeteelt bedraagt een abonnement € 165,00 per jaar, overige landen € 285,00 per jaar. Prijzen excl. btw. Abonnementen zijn gebaseerd op kalenderjaar en worden jaarlijks in februari gefactureerd. Opzegging is mogelijk per kwartaal. Bel voor opgave van een abonnement: België: CRV Klantenservice (078 15 44 44) e-mail klantenservice.be@crv4all.com

Nederland: CRV Klantenservice (088 00 24 440) e-mail klantenservice.nl@crv4all.com

advertentie-afdeling

Karen Dammer en Froukje Visser postbus 454, 6800 AL Arnhem telefoon (+31)(0)6 53 16 85 29 e-mail advertenties@crv4all.com

illustraties/foto’s

De foto’s zijn van de eigen fotodienst van VeeteeltVlees. Uitzonderingen zijn de foto’s van France Limousin (6), Verbeterd Roodbont Nederland (6), Blonde Génétique (7), Mark Pasveer (8-11, 20), Aveve (15), Harrie van Leeuwen (22-24), Koen Nijs (28) en BBG (35).

Overname van artikelen is alleen toegestaan na toestemming van de redactie. Hoewel aan de samenstelling van de inhoud de meeste zorg is besteed, kan door de redactie geen aansprakelijkheid worden aanvaard voor mogelijke onjuistheden of onvolledigheden.

Alle auteursrechten en overige intellectuele eigendomsrechten ten aanzien van (de inhoud van) deze uitgave worden uitdrukkelijk voorbehouden. Deze rechten berusten bij CRV BV c.q. de betre ende auteur. Artikelen uit VeeteeltVlees mogen uitsluitend verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden na schriftelijke toestemming van CRV.

Druk: Senefelder Misset, Doetinchem ISSN 01.68-7565

34 veeteeltvlees FEBRUARI 2024

Vleesveebestuur Nederland organiseert info-avonden

De vleesbestuurders van CRV in Nederland organiseren in de komende weken avonden voor vleesveehouders. Tijdens deze avonden presenteert productmanager Eric Elbers het stierenaanbod van CRV voor vleesrassen. Daarnaast vertelt een vruchtbaarheidsspecialist hoe CRV zoogkoeienhouders kan ondersteunen bij het drachtig krijgen van hun dieren en het verbeteren van hun veestapel, bijvoor-

datum locatie

do 29 februari

Café-restaurant Reimink, Dorpsstraat 2, 8152 BL Lemelerveld do 7 maart Eetcafé De Posthoorn, Achthoven Oost 28, 3417 PD Montfoort

do 14 maart Restaurant ’t Draaiboompje, Hild 1, 5066 CL Moergestel

Tabel 1 – Data en locaties vleesvee-info-avonden

beeld via spoelen en embryotransplantatie. En natuurlijk is er op deze avonden ook alle gelegenheid om bij te praten met collega’s.

Groene Kring en Young CRV hebben hart voor rundvee

Op 19 januari organiseerden

Groene Kring en Young CRV gezamenlijk een avond voor jongeren met hart voor rundvee. Zo’n 160 jonge melk- en vleesveehouders ontmoetten elkaar in SintNiklaas om kennis te nemen van inleidingen van onder andere Jannes Maes, adjunct-kabinetschef van de Vlaamse landbouwminister Brouns.

Naast zeer informatief was de avond ook een gezellige bijeenkomst om elkaar te ontmoeten.

Data en locaties van de drie avonden zijn te vinden in de tabel. De avonden starten om 20.00 uur. Aanmelden is niet nodig.

Jongerenavond vleesvee op 28 februari

De Federatie Vleesveestamboeken Nederland, VleesveeNL, Colland en Young CRV organiseren op 28 februari een gezamenlijke avond voor jonge vleesveehouders. Deze avond zal Sam Van de Voorde, teamleider KI en ET bij CRV Vlaanderen, een presentatie met praktische tips en adviezen geven voor verbetering van de vruchtbaarheid bij vleesvee. De tweede spreker is collega-vleesveehouder Marnix Knetemann, die in 2018 op de Nederlandse televisie te zien was in ‘Boer zoekt vrouw’. Hiermee werd hij in een keer een Bekende Nederlander. Op 28 februari zal hij vertellen hoe hij terugkijkt op het avontuur en uitleggen hoe hij omgaat met de publiciteit rondom zijn bedrijf. De jongerenavond vindt plaats op 28 februari in Beekzicht, Scherpenzeelseweg 45 in Barneveld, en start om 20.00 uur. Aanmelden is noodzakelijk en kan nog tot 26 februari. Scan voor aanmelden de QR-code

Bwb-proefstier Athos du Rivage ki-code

geboren: 18-11-2021

schofthoogte: 137 cm (+6), 23 mnd

gewicht: 819 kg, 23 mnd 34 cm

REJOUI D’ARGENTON 93 / 89 / 87 / 84 / 85 / 90

UNION DU RIVAGE 90 / 85 / 82 / 92 / 75 / 86

verkoper: Remy Frankart, Beauraing

fokker: Philippe Frankart, Beauraing

haarkleur: blauw en wit

JASPER D’HERBUCHENNE

MAYA D’ARGENTON

JAVELOT DE LISSOIR

OVATION DU RIVAGE

EMPEREUR DE MAFFE

FABLE D’HERBUCHENNE INGENU D’ARGENTON

0782 D’ARGENTON

SHERIFF DE CENTFONTAINE

FLEUR DE LISSOIR

LANGOUREUX DE FOOZ

MAÎTRESSE DU RIVAGE

Op 23 maand weegt deze nieuwe proefstier 819 kg met een goede +6 als hoogtemaat.

Deze Rejouizoon heeft op basis van zijn dna-informatie een bovengemiddelde index voor dochtervruchtbaarheid. Dat is een combi-index van leeftijd bij eerste inseminatie, leeftijd bij eerste kalving en tussenkalftijd. Ook zijn verervingsprofiel op 14 maanden ziet er goed uit, met een plus voor gestalte en gewicht.

Schofthoogte Besp. Type Beenwerk Alg. voorkomen Eindbeoordeling 137,00 88,20 85,00 84,00 80,00 88,40 veeteeltvlees FEBRUARI 2024
35 CR V BEDRIJFS NIEUWS

Dragon de Roupage

Dauphin de Centfontaine x Casper van Perenhof

Op 34 mnd.: 1130 kg en 146 cm (+5)

Voor bespiering mét gestalte

Ki-code: 945181

⊲ Super moederlijn

⊲ Enorm fijne klassestier

⊲ Uitzonderlijke achterhand

Wilt u sperma van Dragon of andere stieren bestellen, bezoek dan onze webshop op shop.crv4all.nl of shop.crv4all.be
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.