Veeteeltvlees juni 2025

Page 1


De impact van blauwtong op vruchtbaarheid

Brandrood vee verving melkvee in Amstelveen Voorkom speendip bij jonge kalveren

Grommit Hof ter Zilverberg x Indiana du Mont

Gewoonweg buitengewoon

Ki-code: 945011

Op 60 mnd.: 1244 kg en 143 cm (-2)

Vrouwelijk gesekst beschikbaar

⊲ Stiervader van de huidige generatie

⊲ Zeer vlotte kalveren in de opfok

⊲ Voor kwaliteit met gewicht

Wilt u sperma van Futé of andere stieren bestellen, bezoek dan onze webshop op shop.crv4all.nl of shop.crv4all.be

RUBRIEKEN

5 Van de redactie

6 Fokkerijnieuws

13 CRV-coöperatienieuws

31 Managementnieuws

32 Marktinfo voer

33 Marktinfo vee

34 Agenda

35 CRV-bedrijfsnieuws

HOOFDARTIKEL

8 De impact van het blauwtongvirus op de vruchtbaarheid

REPORTAGE

14 Brandrode runderen, een paardenpension en een zorgboerderij vervingen het melkvee op het Willemshof

MANAGEMENT

18 Serie gezondheid: voorkom bvd, bij voorbaat dank

20 Emigratie buiten de gebaande paden

22 Voerwijzer: speendip bij kalveren door onvoldoende aangepast rantsoen

26 De waarde van gras: voederwaarde

CRV ACHTERGROND

24 Veilig werken tussen de koeien

DE BOERIN

28 De zachte kant van de bedrijfsovername

hoofdartikel

en

vruchtbaarheid

gezondheid bvd Voerwijzer speendip

BIJ DE COVER

Twee brandrode kal es, voor het eerst buiten, kijken nieuwsgierig richting fotograaf (foto: Quinten den Hertog)

Serie De waarde van gras: voederwaarde

‘De consument is veel meer bezig met milieu, natuur en waar het eten vandaan komt’ 18

Romy van Wees:

De impact van blauwtong op vruchtbaarheid
Brandrood vee verving melkvee in Amstelveen

H Volledig gegalvaniseerd met antislip hars vloer

H Disselvering voor het soepel rijden

vitamine E en Selenium jouw met Optimin Beef

H Hydraulische verlaging tot de grond

H Binnenscheidingen (hek of deur) voor een veilig transport

H Keuze uit hekken voor het eenvoudig laden

vleesveerantsoenen voor:

het einde van de dracht hittestress

zakgoed via het Agrarisch Aveve onze vleesveevoeders.

www.aveveagrarisch.be

Bezoek onze stand op de RMV-beurs, gooi een dartpijl en win mooie winnen van een buiten BBQ bij bestelling van minimaal 15 KNZ likstenen bij een bestelling van minimaal stand D101 S

www.knz.nl

veilige en efficiënte fokkerij.

Kom ons ontmoeten op de beurs in Libramont en ontdek ons aanbod. VAN 25 TOT 28 JULI 2025

Als zelfs de retail in paniek schiet

‘Het aanbod is zo klein geworden dat bepaalde supermarkten vrezen dat ze over 12 tot 24 maanden geen Belgisch rundvlees meer in hun rekken gaan kunnen leggen.’ Dit recente citaat van een supermarktexpert in een Belgische krant zorgde, ook bij veel veehouders, toch wat voor een gefronste blik. Net als bij ondergetekende.

Natuurlijk is er krimp in het aanbod, waarbij de invloed van blauwtong nog niet zijn gehele impact heeft gehad. Over die impact – vooral op de vruchtbaarheid – leest u alvast meer in het hoofdverhaal van dit nummer (zie pagina 8-12). Een lager aantal geboren kalveren, kalveren met afwijkingen, abortussen, het zal allemaal invloed hebben op de afzet van rundvlees binnen een anderhalf jaar en later.

Een uitspraak als bovenstaande mag dan wel ‘lokbrok’ zijn om het artikel te lezen, het draagt weinig bij en zorgt mijns inziens eerder voor paniek. En laat dat nu net iets zijn wat we kunnen missen. Het verleden heeft ons al meermaals getoond wat paniek kan betekenen voor onze land- en tuinbouwsector.

Wie het gehele verhaal in de krant verder leest, zal wel merken dat de grondslag van het verhaal wel correct en onderbouwd is. Het aantal veehouders met vleesvee is inderdaad afgenomen, het aantal dieren ook. Maar om nu meteen te gaan stellen dat er binnen ruim een jaar nog amper Belgisch rundvlees, dan wel Belgisch-witblauwvlees, beschikbaar zal zijn, gaat me toch te ver. De diverse statistieken, zowel naar aantal dieren in de veestapels, het aantal inseminaties als de afzet van sperma tonen toch net wat meer nuance. ‘Geen rundvlees’, dat zal nog niet voor de korte termijn zijn. Een beperktere beschikbaarheid is echter niet ondenkbaar. En dat terwijl de consument net een sterke voorkeur heeft voor lokale producten, ook voor zijn stukje vlees. Dat blijkt immers opnieuw uit een bevraging in opdracht van VLAM. Beleidsmakers, maatschappij en consument moeten daarbij vooral naar zichzelf kijken. Het zijn immers hun keuzes die ervoor zorgen dat ze hun eigen voorkeur, die voor lokaal vlees, weldra wat moeilijker kunnen invullen.

Slachtrecord voor BAC Duivendal Ricardo

Met een geslacht gewicht van 1113,2 kilogram heeft BAC Duivendal Ricardo een record gebroken. Het vorige record stond met 1101,2 kilogram al even op naam van BAC Ivan. Nummer drie in de lijst is BAC Jaguar met 1079,2 kilogram geslacht. De blonde d’Aquitainestier BAC Duivendal Ricardo is gefokt door Robert en Ivo Morsink in de Lutte. De stier is getest en geveild op het opfokstation in Laren. Op de voorjaarsveiling van 2022 is Ricardo gekocht door Arjan Heuver uit Hellendoorn. Op dit bedrijf is hij na zijn inzet in de fokkerij ook afgemest. De stier is geslacht op viereneenhalf jaar bij de Vleesvee Integratie Twente in Oldenzaal.

Met 1113,2 kilo geslacht heeft BAC Duivendal Ricardo een record te pakken

Geen dieren op Agribex december 2025

Op de landbouwbeurs Agribex, die plaatsvindt van 3 tot 7 december 2025 in Brussels Expo, zullen dit jaar geen prijskampen of dierententoonstellingen zijn. Dat bevestigde Alain Vander Cruys van organisator Fedagrim. De reden is de nieuwe wet die het Brussels parlement vlak voor de Brusselse verkiezingen goedkeurde. Die wet verbiedt het tonen of houden van levende dieren op evenementen zoals beurzen of markten. De bedoeling

van de wet is om het dierenwelzijn te verbeteren.

Fedagrim had gehoopt nog met de Brusselse regering in overleg te gaan over mogelijke uitzonderingen. Maar door het uitblijven van een nieuwe regering is dat niet gelukt. ‘Zonder regering is overleg onmogelijk’, aldus Vander Cruys. De beslissing is intussen officieel genomen en alle betrokken exposanten zijn op de hoogte gebracht.

Recordprijs voor Britse witblauwe

Met een verkoopprijs van 50.000 gns of ruim 62.000 euro is Solway View Tate mogelijk de duurste witblauwstier aller tijden. De stier is een zoon van Boherard Overdose, die zelf een zoon is van James Bond van de Jorchrishoeve. Solway View Tate won in het Engelse Carlisle het algemeen kampioenschap. Hij ging daarbij zijn stalgenoot Solway View Tenley voor.

Ruim honderd British Blue-dieren streden in

Waarschijnlijk de duurste witblauwe ter wereld, Solway View Tate

een zomers Carlisle voor de titels. Een dag later werden alle dieren op de veiling te koop aangeboden. Dat is een van de voorwaarden voor deelname.

De moeder van Solway View Tate is Solway View Katie, een dochter van Solway View Firecracker. Tate werd in 2024 nog reservekampioen op de Royal Highland Show en is gefokt door Kevin Watret. De stier was met een finaal bod van omgerekend 62.370 euro de prijsknaller. Hij trekt naar de veestapel van Coull Estate in Laggan, Perthshire. Ook de reserve algemeen kampioen is gefokt door Watret. Solway View Tenley is ook een zoon van Overdose, ditmaal uit een dochter van Bedgebury Kent. Deze stier won eerder in 2024 al op diverse shows, waaronder de Royal Highland Show. Tenley veranderde van eigenaar voor 12.000 gns of 14.968 euro.

De tweede duurst verkochte stier was echter niet Tenley, maar Almeley Tom Grennan, een zoon van Drybarrows Cawdale uit een doch-

De beslissing heeft mogelijk gevolgen voor de bezoekersaantallen van de beurs, stelde Vander Cruys. Dieren waren altijd een belangrijk deel van de beleving op Agribex. Ook andere evenementen, zoals paardensportwedstrijden en hondenshows, worden getroffen door dit verbod.

Brussel is voorlopig de enige regio in Europa met zo’n totaalverbod op dieren op evenementen.

ter van Gitan. Deze stier kreeg een bod van 20.000 gns (24.948 euro).

De vrouwelijke kampioene Almeley Taylor Swift veranderde van eigenaar voor 10.000 gns of 12.474 euro. Deze dochter van Gass Okay was in Carlisle net elf maanden oud. De duurste vaars was echter Drift Ursie, die verkocht werd voor 12.000 gns (14.968 euro).

Deze in september 2024 geboren dochter van Topgun Splash werd een dag eerder tweede in haar rubriek. De reservekampioene was Coul Blue Tiffany, een dochter van Solway View Odin.

De gemiddelde verkoopprijs bij de stieren lag met 9.356 pond vrij hoog. Voor dertien stieren werd een bedrag met vijf cijfers betaald. Bij de vaarzen lag de gemiddelde verkoopprijs op 5.491 pond, drie dieren werden voor meer dan 10.000 pond verkocht. De omgerekende bedragen van gns (gienjes) naar pond en euro houden rekening met de vaste wisselkoers van 1,05 van gns naar pond en de variabele koers van 1.188 van pond naar euro.

Vega Malo wint jongveekeuring in Koekange

Vega Malo, een dochter van Largo, werd recent dagkampioene van de jongveekeuring voor blonde d’Aquitaine in Koekange. Met haar bijzondere raskwaliteit, extra bespiering en goed bekken overtuigde de twaalf maanden oude Vega Malo het Franse jurylid Vincent Lecoque. Zij ging stalgenote en Louisdochter Uliana Malo voor, ook uit de stal van Marcel Gerritsen uit Maurik. Zij werd eerder kampioene bij de oudere pinken. Vorig jaar verkoos de jury haar als dagkampioene. De ruim zes maanden oude Vocale van de Menningweer, het jongste dier op de keuring, werd reservekampioen van de dieren tot een jaar. Vocale is een Notosdochter van De Menningweer uit Grootschermer. Lecoque prees haar om de uitstraling van rastype met een mooie verhouding tussen ontwikkeling en bespiering. Reservekampioen bij de oudere pinken werd Valexia van de Woeste Hoeve (v. Structure van de Woeste Hoeve) van fokker Johan Schilder uit Hoogwoud. Volgens de jury een pink met een fraai kruis, goede bespiering en veel lengte en fijnheid. Maar liefst negen collecties van drie dieren vulden de keuringsring op de Boerlanderij in Koekange. De winnende bedrijfsgroep kwam van de Woeste Hoeve.

de Boerlanderij in Koekange. De winnende bedrijfsgroep kwam van de

Acht procent minder witblauwen in het Waalse stamboek

De Waalse populatie van Belgisch witblauw is het voorbij jaar opnieuw gekrompen. Het Waalse stamboek voor dit ras van Elevéo noteerde in 2024 8 procent minder stamboekopnames voor witblauw. Limousin groeide daarentegen met 11 procent. Deze informatie staat genoteerd in het jaarverslag van Awé, de organisatie die via Elevéo diverse stamboeken beheert in Wallonië. In de periode van 1 september 2023 en 31 augustus 2024 zijn in Wallonië 34.959 kalveren van het Belgisch-witblauwras geregi-

streerd bij Elevéo. Dat aantal bleef stabiel. Het aantal geboren limousinkalveren steeg in die periode wel (+12%) tot 2.574 kalveren. Nummer drie in de lijst is blonde d’aquitaine met 1.172 kalveren, een stijging van 5 procent. Het aantal dieren dat opgenomen is in het stamboek, daalde daarentegen voor Belgisch witblauw. In 2024 werd door Elevéo 8 procent minder witblauwen opgenomen of uiteindelijk 18.490 dieren. Ras nummer twee is ook hier limousin met 1.480 dieren, wat een toename van 8 procent is. Het aantal blondes

opgenomen in het stamboek kromp ook met 6 procent. Elevéo noteerde 511 dieren van dit ras in het stamboek.

Met 2,75 procent van de geregistreerde kalveren was Darko de Centfontaine op dat vlak de populairste stier in Wallonië. Eclaireur de Roupage (2,58%) en zijn vader Futé (2,37%) volgen hem van dichtbij.

In de marge van dit jaarrapport is ook te noteren dat Elevéo 233 DNA-analyses uitvoerde bij Belgisch witblauwen.

Cachemire populairste BBG-stier in Wallonië

Cachemire de Dessous la Ville is de populairste stier uit het BBG-aanbod in Wallonië. De Waalse fokkerij-organisatie Inovéo (deel van Awé) verkocht in 2024 7560 rietjes van deze Futézoon. De populaire Cachemire stond in de toplijst die Awé recent bekendmaakte in haar jaarverslag 2024 net voor Feston. Van Feston de Belle Eau, een zoon van Boy de Renaumont, werden in 2024 immers 7454 rietjes verkocht. Nummer drie in de lijst was Cabotin de la Cleuzeur (v. Race de Mehogne), waarvan 6889 rietjes verhandeld werden door Inovéo.

In datzelfde jaarverslag staat de lezen dat de verkoop van ki-organisatie BBG ook in 2024 wereldwijd stabiel bleef, net onder de 4,5 miljoen doses. Nochtans had blauwtong in dat jaar een enorme invloed op de productie. Die lag met 2,93 miljoen doses immers een miljoen doses lager dan in 2023. Vanaf de zomer van 2024 liep de productie in de BBG-stallen tot nagenoeg nihil terug om pas vanaf oktober weer op te starten. De best producerende stier was in 2024 Demi de l’Orgelot (v. Destin), met een productie van 64.774 doses.

Cachemire , de meest verkochte stier bij Inovéo

Vega Malo won het algemeen dagkampioenschap in Koekange

Blauwtong heeft stevige impact op veestapel

Sinds het najaar van 2023 raast blauwtong door de Nederlandse en Vlaamse veestapel. De symptomen en gevolgen op de korte termijn zijn ieder vrij helder, maar het virus heeft ook impact op de langere termijn, onder meer op de vruchtbaarheid.

Er gaat geen dag voorbij of veehouders worden met de ontwikkelingen rond blauwtong geconfronteerd. De vaccinatiecampagne in de Lage Landen loopt nog volop. In België besloot de federale overheid om vaccinatie van runderen tegen blauwtong – zowel type 3 als 8 – verplicht te maken. De Belgische overheid zorgde voor een financiële compensatie. Die vaccinatie lijkt ook belangrijk in het beheersen van blauwtong, curatief blijkt er immers ook weinig te helpen.

Blauwtong ontleed

Blauwtong is een virale ziekte die herkauwers, waaronder schapen, runderen en alpaca’s, treft en wordt over-

stevige veestapel

gedragen door knutten. De ziekte werd voor het eerst gemeld in Zuid-Afrika en verspreidde zich geleidelijk over andere continenten. Al in 2000 dook blauwtong met serotype 9 en 16 op in Oost-Europa, waaronder in Bulgarije, Griekenland en Roemenië. Een eerste stevige uitbraak die we in onze contreien noteerden, was met serotype 8. In augustus 2006 sloeg dit serotype toe in Nederland, pas in februari 2012 werd Nederland opnieuw vrij verklaard.

België verwierf pas in juni 2023 opnieuw de blauwtongvrije status, maar kon daar niet lang van genieten. In september 2023 dook serotype 3 op in Nederland, dat zijn vrije status net als België opnieuw verloor. In België

werd in oktober 2023 voor het eerste blauwtong serotype 3 (BTV3) vastgesteld. Een jaar later maakte Royal GD bekend dat er nog een andere variant was ontdekt in Nederland, namelijk serotype 12. ‘Blauwtong is een Orbivirus waarvan we sinds 1998 meer dan 35 serotypes kennen in Noord-Europa. Alleen de eerste 24 hebben een meldingsplicht.’ Aan het woord is dierenarts Celien Kemel, verbonden aan de buitenpraktijk van de faculteit Diergeneeskunde van de UGent. Zij volgt blauwtong van nabij op. ‘In onze regio zijn het vooral serotype 3 en 8 die het grootste risico vormen.’ Binnen de hoeveelheid verschillende serotypes is het ook belangrijk om te weten dat onderzoek aantoonde dat er geen of amper kruisbescherming is tussen de verschillende serotypes. Dat verduidelijkt ook meteen de noodzaak om tegen zowel serotype 3 als 8 te vaccineren. De verspreiding van het virus gebeurt voornamelijk via vrouwelijke Culicoides-muggen of knutten. Deze knutten zijn het meest actief bij schemering en verkiezen een vochtige omgeving. De muggen kunnen bij zachte winters ook overwinteren, wat een continue viruscirculatie mogelijk maakt. Ze kunnen tot vijf kilometer overbruggen, de windrichting en -sterkte hebben daarin ook een rol gehad.

Diverse klinische symptomen

Kemel wijst ook op de verspreiding via naalden. ‘Zeker wanneer de eerste gevallen van blauwtong weer opduiken, is het belangrijk dat de veehouder niet zelf als mug gaat spelen’, verduidelijkt Kemel. ‘Daarmee kan het virus van een besmet dier overgebracht worden op een ander dier. In de lopende vaccinatiecampagne kan dat een belangrijk punt van aandacht zijn, maar ook bij andere behandelingen van verschillende dieren tegelijk is het belangrijk om steeds nieuwe, schone naalden te gebruiken per dier.’ Monique Driesse, dierenarts bij Boehringer Ingelheim, bevestigt dit. ‘Dat geldt eigenlijk niet alleen voor blauwtong, maar in alle gevallen is het belangrijk om dieren steeds met schoon materiaal te behandelen.’

Na infectie door een beet, of door een besmette naald, begint het virus zich te vermenigvuldigen in de lymfeknopen van het dier en verspreidt zich via de bloedbaan naar het gehele lichaam. ‘De duur van de viremie of de aanwezigheid van het virus in het bloed kan enorm varieren’, stelt Kemel. ‘We hebben al gemerkt in onderzoek dat het virus via de PCR-test tot zelfs vijf maanden na een besmetting is teruggevonden. Alleen zegt dat niets over de levensvatbaarheid van dat virus op dat moment.’

Bij runderen zijn symptomen als koorts, overmatige speekselproductie, zwelling van de lippen en poten, wondjes aan mond, neus en huid typisch. Uit een enquête van Dierengezondheidszorg Vlaanderen (DGZ) bij Vlaamse veehouders blijkt dat manken een vaak voorkomend symptoom is, bij zowel melkvee als vleesvee. Melkveehouders maakten ook veelvuldig melding van een terugval in de melkproductie, overmatige speekselproductie en vroeggeboorte. Vleesveehouders verwezen ook naar de opvallende speekselproductie en kreupelheid. Ook vroeggeboorten en abortus waren bij hen belangrijke gevolgen.

Dat de symptomen van blauwtong zo divers zijn, heeft volgens dierenarts Ianthe Moens, teamleider et en kispecialist bij CRV, te maken met de manier waarop het

Links: overmatige speekselproductie is een van de vaak voorkomende symptomen

Rechts: ook de klauwen kunnen aangetast worden

virus zich in het lichaam van een dier gedraagt. ‘Het virus tast het endotheel, de platte laag dunne cellen, aan van een bloedvat, waardoor deze gaat lekken’, verduidelijkt Moens. ‘Er treedt vocht uit de bloedbaan naar de omliggende weefsels. Hierdoor krijg je schade aan de slijmvliezen, waardoor je wondjes ziet aan het slijmvlies in de mond, maagdarmkanaal, klauwen en dus ook in de baarmoeder.’ Aanvullend zorgt het blauwtongvirus er ook voor dat een dier koorts kan ontwikkelen, wat kan resulteren in een vroeg-embryonale sterfte.

Overdracht via moeder naar kalf

Een derde van de veehouders wees ook al op een gedaalde vruchtbaarheid. ‘Blauwtong wordt niet alleen via knutten overgedragen, maar kan ook via de placenta van moeder naar kalf overgedragen worden’, verduidelijkt Celien Kemel. Afhankelijk van het moment van de besmetting heeft dat een aantal gevolgen. Zij verwijst daarbij naar de ontwikkeling van het immuunsysteem van het kalf. ‘Het foetale immuunsysteem ontwikkelt zich immers traag: van halfweg de dracht tot 175 dagen, dat is ongeveer de periode waarbij bij elk kalf antistoffen worden aangemaakt. Tot dat moment kan het virus zich ongestoord vermeerderen, omdat er nog geen neutraliserende antilichamen worden gevormd. Dit verhoogt het risico op congenitale of aangeboren afwijkingen.’ Dierenarts Ianthe Moens verwijst ook naar deze belangrijke gevolgen. ‘Abortus, afwijkende kalveren en kalveren die het virus bij zich dragen bij de geboorte en zo een nieuw reservoir vormen voor de omgeving zijn een aantal belangrijke gevolgen.’ Maar ze noemt ook de gevolgen van een infectie laat in de dracht waarbij tot 20 procent van de kalveren met het virus kan worden geboren. ‘Deze viremie verdwijnt na een tot drie maanden’, aldus de CRV-dierenarts. ‘Als de moeder de infectie echter vroeg in de dracht doormaakt, kunnen kalveren bo-

vendien geboren worden met aangeboren afwijkingen’, bevestigt ze de stelling van haar collega.

Invloed op het ongeboren kalf

Dat de uitbraak van blauwtong voor meer abortus heeft gezorgd, blijkt ook uit de cijfers van DGZ. Het aantal meldingen binnen het abortusprotocol lag in 2024 in Vlaanderen ook een stuk hoger dan in 2023, waarbij de piek vooral in de maanden augustus, september en oktober lag. Daarbij meldt DGZ in het activiteitenverslag autopsie dat in 6,8 procent van de gevallen het blauwtongvirus serotype 3 aan de oorsprong van de sterfte ligt bij de binnengebrachte kalveren jonger dan een maand. De collega’s van het Waalse Arsia meldden in de zomermaanden een gelijke piek in het aantal autopsies. Een infectie in de eerste maanden van de dracht zorgt volgens Celien Kemel voor diverse cerebrale afwijkingen bij het kalf. ‘Het virus grijpt dan in op de ontwikkeling van de hersenen van het ongeboren kalf’, verduidelijkt Kemel. ‘Hoe vroeger in het drachtstadium, hoe ernstiger de gevolgen kunnen zijn. Zo zal een besmetting in de eerste 60 tot 70 dagen van de dracht meestal leiden tot embryonale sterfte of abortus. Daarna heeft het virus vooral impact op de hersenontwikkeling van het kalf in ontwikkeling.’ Pas in het tweede deel van de dracht ontwikkelt het kalf een eigen immuunsysteem, waardoor de impact minder sterk is. Die kalveren hebben vaak wel antistoffen en testen positief op anti-gen.

Iets dergelijks zag ook dierenarts Monique Driesse. ‘In september en oktober van vorig jaar zagen we vooral kalveren met de zogenaamde blauwe ogen (zie kader op de rechterpagina, red.), de maanden erna zagen we meer kalveren geboren worden met hersenafwijkingen.’ Die gevolgen in de hersenontwikkeling zijn divers, soms mild met cysten in de hersenen. Maar een van de gevolgen die volgens Kemel vaker vastgesteld wordt, is hydranence-

phalie, waarbij een deel van de grote hersenen ontbreekt en vervangen is door vocht. Dat bevestigen ook de autopsies die DGZ uitvoerde. Bij verschillende kalveren werd het bij de autopsie vastgesteld in de hersenen. Kortom, bij deze kalveren ontbrak een deel van de hersenen. De infectie werd in de meeste gevallen bevestigd door een PCR-test. ‘Regelmatig komen deze kalveren wel levend ter wereld, maar willen ze niet of amper drinken, vertonen ze “dom” gedrag of zijn het sterrenkijkers’, gaat Kemel verder. Deze kalveren overlijden vaak snel na de geboorte, soms overleven ze enkele dagen tot weken, afhankelijk van de ernst van de letsels.

Vruchtbaarheid onder druk

Zowel in de literatuur als in observaties in het veld wordt de negatieve invloed van blauwtong op de vruchtbaarheid van het rund bevestigd. Het virus kan leiden tot embryonale sterfte, abortus, misvormde kalveren en tijdelijke onvruchtbaarheid bij stieren. De data die dit bevestigen zijn vooralsnog beperkt tot de interactie met blauwtong type 8 dat een aantal jaren terug in de Lage Landen voor schade zorgde. Nieuw onderzoek met type 3 loopt momenteel.

Uit een publicatie van Santman-Berends et al. uit 2010 blijkt dat geïnfecteerde koeien een percentage non return op 56 dagen hadden die de helft was van de dieren die niet besmet werden, maar dat ze ook meer inseminaties nodig hadden. Bij de besmette dieren lag dit cijfer met 3,4 inseminaties per dracht hoger dan bij de groep met niet-besmette dieren (1,8 inseminaties) en gevaccineerde dieren (1,8 inseminaties). Met 128 dagen lag de tijd tussen eerste en laatste inseminatie voor de besmette dieren ook flink hoger dan de 39 dagen bij de dieren die niet besmet werden in de controleperiode en ook niet gevaccineerd werden.

Naast de invloed van het virus op de ontwikkeling van het ongeboren kalf zorgt een infectie mogelijk ook voor verhoging van de ontstekingsmediatoren zoals PGF-2α, wat vervolgens de regressie van het gele lichaam veroorzaakt. Ook hierbij is embryonale sterfte het gevolg.

Monique Driesse van Boehringer Ingelheim verwijst ook naar een onderzoek van Royal GD (Van den Brink et al.) in het magazine Preventive Veterinary Medicine in juni 2025 die dieper inging op de impact van blauwtong type 3 op sterfte, abortussen en vroeggeboorten bij runderen in Nederland in 2023. De onderzoekers baseerden zich op gegevens van 2020 tot en met 2023. Vanaf september 2023, toen dit type blauwtong in Nederland toesloeg, steeg de perinatale kalversterfte met factor 1,11 bij veestapels waar een uitbraak werd gemeld. Het aantal vroeggeboorten steeg met een ratio van 1,39 in melkveestapels met een gemelde uitbraak met blauwtong type 3 in vergelijking met melkveestapels in gebieden die vrij waren van dit type blauwtong. De kans op abortussen in geïnfecteerde melkveestapels was 1,1 keer hoger dan in niet-geïnfecteerde veestapels.

Transmissie via sperma

Ook bij de stier heeft blauwtong gevolgen. Onderzoek en praktijk hebben al aangetoond dat stieren tijdelijk onvruchtbaar kunnen worden als gevolg van blauwtong. In onderzoeken uit 2010 (Muller et al.) en uit 2021 (Declercq et al.) wordt verwezen naar een verminderde mobiliteit van het sperma, een verhoogd aantal abnormale

Blue eyes of blauwe ogen

Bij blauwtong kunnen kalveren een blauwe waas over de ogen krijgen en lijken de ogen iets uit te puilen. Deze kalveren worden meestal normaal geboren, maar de blauwe ogen ontstaan door een reactie van de antistoffen uit de biest met de virusdeeltjes die de kalveren via de placenta van de besmette moeder hebben meekregen. Over het algemeen herstellen deze kalveren wel en behouden ze hun zicht. Een belangrijk risico ligt wel in een secundaire bacteriële besmetting in het oog.

spermacellen. De verminderde vruchtbaarheid is evenwel meestal tijdelijk. ‘Enkel bij schapen is uit onderzoek al gebleken dat de onvruchtbaarheid van een ram onomkeerbaar kan zijn’, bevestigt Kemel. ‘Voornamelijk is het de hoge koorts bij de stier die invloed heeft op de spermakwaliteit, en dat kan wel een paar maanden aanhouden. Daarnaast kan het virus ook de weke delen rond de penis en het scrotum aantasten, wat aanleiding kan geven tot letsels en fibrose van de testikels, met verminderde spermakwaliteit tot gevolg.’ Door de bijhorende

pijn kan het ook zijn dat een stier daarna niet meer durft te springen.

Bij stieren is er echter nog een bijkomend probleem, namelijk de overdracht van blauwtong via het sperma. Het virus zit niet in spermatozoa zelf, maar in bijbehorende mononucleaire cellen (één celkern). Besmet sperma kan infecties veroorzaken bij inseminatie.

‘Hoe hoger de virale inhoud van het sperma, hoe efficienter de overdracht van de infectie is via sperma.’ Kemel wijst daarbij op een onderzoek naar de publicatie van Declercq et al. uit 2021, waarin acht van de achttien blauwtongvirusvrije vaarzen in gecontroleerde omstandigheden na inseminatie met een positieve stier positief testten op het blauwtongvirus. De acht vaarzen ontwikkelden milde klinische symptomen, maar zes van deze dieren braken hun dracht af tussen week 4 en week 8. De twee die overbleven, kalfden later wel van een gezond en blauwtongvrij kalf.

De onderzoekers stelden wel dat er geen conclusies mogen worden getrokken voor andere serotypes. De Wereldorganisatie voor diergezondheid (WOAH) heeft desondanks strikte maatregelen opgelegd om de verspreiding van blauwtong via sperma tegen te gaan. Overdracht van gespoelde embryo’s via embryotransplantatie hoeft geen probleem te zijn. ‘Uit diverse experimenten bleek al dat er geen besmetting volgde van de embryo’s of later de ontvangsterdieren’, meldt Kemel. ‘Alleen kan de kwaliteit van de gespoelde embryo’s minder zijn. Maar ook in vitro hoeft er geen probleem te zijn, als tenminste de eicel en het sperma vrij zijn.’

Alles op vaccinatie

Blauwtong is vooralsnog niet te genezen met één geneesmiddel. Pijnbestrijding, een behandeling van de symptomen, maar vooral proberen een besmetting te voorkomen zijn ongeveer het enige wat mogelijk is.

Alle drie de dierenartsen benadrukken dan ook het belang van vaccineren. Voor Driesse is het daarbij belangrijk dat we goed beseffen dat het de koeien zelf zijn die

het moeten doen. ‘Het duurt circa zes weken na een eerste vaccinatie tot een dier voldoende immuunrespons heeft opgebouwd. Tijdig vaccineren is dus belangrijk.

In andere jaren zagen we al knutactiviteit in mei.’

Ook veehouders die tot op heden nog niet gevaccineerd hebben, adviseert Driesse om dat toch te doen. ‘Knutten kunnen tot zeker half november actief blijven en het blauwtongvirus verspreiden. Daarnaast is het belangrijk om ook de nieuwgeboren kalveren en het jongvee later in het jaar te vaccineren. En zorg ervoor dat pinken voor de eerste inseminatie bescherming hebben opgebouwd, om problemen met de vruchtbaarheid te voorkomen.’ Hoelang die immuniteit tegen serotype 3 zal aanhouden, is volgens Driesse nog niet bekend. ‘De studie hiernaar loopt nog, maar uit ervaring met andere serotypes weten we dat dit circa een jaar is.’ Volgens Ianthe Moens is ook de verdere opvolging van de dieren belangrijk. Zo wijst ze op het belang van drachtscannen om als veehouder de vruchtbaarheidsstatus van de dieren te kunnen opvolgen. ‘Je zit er zo kort genoeg bovenop indien er vroeg-embryonale sterfte of abortus heeft plaatsgevonden. Bovendien kan ook de stier door blauwtong gedurende een tijdje onvruchtbaar zijn.’

Gezonde dieren, meer weerstand

Daarnaast is het volgens Moens belangrijk de algemene weerstand van de veestapel in de gaten te houden. ‘De mineralenvoorziening op orde houden, hittestress vermijden, gezonde klauwen, het zijn allemaal extra zaken die de gevolgen van blauwtong op het bedrijf kunnen beperken. Het opstallen van dieren bij schemer en dit met goede ventilatie kan ook nuttig zijn.’

Tot slot noemt Celien Kemel nog eens het belang van vaccinatie. ‘We hebben in onze buitenpraktijk in 2024 meermaals kunnen vaststellen dat de impact van blauwtong bij tijdige vaccinatie toch minder groot is, ook op de vruchtbaarheid’, concludeert ze stellig. ‘En gebruik daarbij, zeker wanneer het virus rondgaat, telkens een schone naald.’ l

Links: de knutten worden met de stijgende temperaturen weer actief

Rechts: vaccinatie is momenteel de enige manier om blauwtong in te perken

Paul Bos nieuwe directeur coöperatie van CRV

Paul Bos (54) is sinds 1 juni de nieuwe directeur coöperatie van CRV als opvolger van Wietske Witteveen. Bos en CRV zijn geen onbekenden van elkaar. De nieuwe coöperatiedirecteur werkte tussen 2002 en 2007 bij CRV in verschillende managementfuncties in de mpr- en ki-dienstverlening. Daarna maakte hij de overstap naar AB Vakwerk en Abeos en vanaf 2014 werkte hij elf jaar bij LTO Noord, de laatste jaren als manager belangenbehartiging. Bos studeerde aan de Noordelijke Hogeschool Leeuwarden en behaalde twee jaar geleden een MBA in bedrijfskunde en duurzame transities aan Nyenrode Business Universiteit.

Als directeur coöperatie zal Bos bij CRV verantwoordelijk zijn voor het managen van de coöperatieve taken van CRV. Ook is hij de verbindende schakel tussen ledenraad en hoofdbestuur en het management van de organisatie.

Een zomer

vol prijskampen

Lie ebbers van prijskampen kunnen deze zomer hun hart weer ophalen. De komende weken staan diverse evenementen in de agenda. Zo wordt op zaterdag 28 juni, tijdens de Koekhoven Kermis, de jaarlijkse prijskamp voor Belgisch witblauw in Merksplas gehouden. Het evenement vindt weer plaats in de Bosstraat en start om 11.00 uur. Op zaterdag 19 juli staan de provinciale prijskampen voor holstein en Belgisch witblauw voor West-Vlaanderen gepland. Deze worden gehouden in het centrum van Wulpen en starten om 13.00 uur.

Inschrijven van dieren voor deze prijskamp kan tot uiterlijk 25 juni met een inschrijvingsformulier dat is op te vragen via e-mail: veeprijskampwulpen@hotmail.com. Voor meer informatie kan contact worden opgenomen met Kristof De Fauw (0478-491146)

De Belgisch-witblauwprijskamp Oosterkempen vindt dit jaar plaats op woensdag 23 juli in de middag en wordt gehouden bij Agri-Z in Retie. Voor het aanmelden van dieren voor deze keuring wordt een inschrijvingsavond gehouden op woensdag 25 juni vanaf 20.00 uur in Café De Welkom in Geel.

De nationale prijskamp van Keukens Redant staat gepland voor zaterdag 2 augustus. Inschrijven kan nog tot 5 juli bij Jelle en Hedwig Redant via: info@keukensredant.be of 0475-786438

Voor de Belgisch-witblauwprijskamp in Beveren-Waas op 10 augustus kunnen nog tot 15 juli dieren worden ingeschreven. Inschrijven kan bij Pieter Maes, via e-mail: pietermaes24@hotmail.com of 0472-667825

Blondes, blauwen en (vee)beoordelaars in Bogaarden

De jaarmarkt Bogaarden is op 21 juli weer het toneel van meerdere prijskampen. Zo wordt hier de nationale keuring voor het blonde d’aquitaineras georganiseerd.

Meer informatie over deze keuring is te verkrijgen bij Marnic Loterman: mloterman@outlook.com of 0497-158430

Op de jaarmarkt Bogaarden treden ook Belgisch witblauwen in de ring. Dit jaar staat de keuring open voor alle fokkers uit Vlaanderen. Inschrijven is echter niet meer mogelijk. Wie meer informatie wil, kan terecht bij Michiel Gilleman: michiel.gilleman@hotmail.com of 0478-405326

Extra spannend wordt de dag in Bogaarden voor de deelnemers aan Kijk op keuren, de veebeoordelingscompetitie van het landbouwonderwijs en Young CRV. Eind vorig jaar hadden de beste deelnemers aan deze competitie zich via voorrondes al geplaatst voor de finale. Deze zou in januari van dit jaar plaatsvinden op Agriflanders, maar kon toen niet doorgaan. In Bogaarden komen de beste jonge veebeoordelaars alsnog in actie. Zij keuren langs de zijlijn mee met de jury in de ring.

wordt de deelnemer wiens oordeel het meest overeenkomt met de o ciële uitslag.

Voor vragen over Kijk op keuren kan contact worden opgenomen met Mieke Vander Schueren via prijskampen.be@crv4all.com of 0470-88 83 48

Winnaar
In Bogaarden is ook dit jaar de nationale keuring voor de blondes
Paul Bos

Stoppen zorgde voor verbinding

Toen de familie Van Wees in 2019 meedeed aan de stoppersregeling, kwam er een einde aan hun melkveebedrijf. Maar leeg bleef de stal niet lang. Met brandrode runderen, een paardenpension, een zorgboerderij voor ouderen en een hoop weidevogels leeft het boerenerf volop.

TEKST QUINTEN DEN HERTOG

De regen tikt zachtjes op de dakpannen van de oude boerderij van de familie Van Wees in Amstelveen. Buiten hoor je enkel de vogels fluiten en wat paarden briesen. Een eindje verderop graast een koppel brandrode runderen met kalveren gemoedelijk in de wei. Een kerkje op de achtergrond zorgt voor een idyllisch beeld. Maar achter de deuren van de voormalige melkveestal is het allesbehalve stil. Aan de grote keukentafel lachen en praten een aantal ouderen, terwijl ze genieten van een kopje koffie. In de keuken pruttelt een pan met stoofvlees. ‘Het middageten is echt het hoogtepunt van de dag’, vertelt dochter Romy van Wees. ‘Het vlees van onze koeien valt altijd goed in de smaak.’

Tot 2019 draaide alles op het erf van Willemshof om melkvee en de paardenpensionstalling. De familie Van Wees hield veertig melkkoeien in een grupstal met 19 ha

grasland. ‘Met deze opzet was er geen toekomst’, vertelt zoon Sebastiaan. Bovendien lag zijn hart wel bij de koeien, maar was het melken niet zijn ding.

Meedoen aan stoppersregeling

De familie besloot gebruik te maken van de stoppersregeling. Maar toen de laatste koeien vertrokken, bleef er een leegte achter. ‘Het was afschuwelijk’, zegt vader Marcel. ‘De ziel was uit de stal’, vult Sebastiaan aan. De stal was te kaal, te schoon en te stil. Er volgde een wachtperiode waarin er geen vee mocht komen. In die tijd kwam het brandrode rund op hun pad. Hoewel de veehouders er nog niet zo bekend mee waren, was de keus voor het brandrode rund snel gemaakt. De familie Van Wees heeft een zwak voor mooie, bijzondere koeien. Tussen het koppel melkkoeien liepen al blaarkoppen en wit-

ruggen. ‘We zijn verliefd op oud-Hollandse koeien’, zegt Sebastiaan. ‘De brandrode runderen zijn zo mooi. Ze hebben een specifieke kleur, zijn mooi vol, hebben een lief en rustig karakter en leven sober. Dat laatste gaat goed samen met ons kruidenrijk grasland en onze paardenpensionstalling. Paarden hebben ook sober gras nodig.’ Daarnaast leven er veel weidevogels op het land van de familie, die de insecten in de ruige mest van de koeien en de paarden een heerlijk maaltje vinden. Grutto’s, kieviten, tureluurs, scholeksters; ze zijn er allemaal te vinden. De veehouders zijn actief met weidevogelbeheer bezig. Op 19 hectare grond doen ze aan uitgesteld maaien en rondom de weilanden hebben ze vossenrasters geplaatst.

Van melkveestal naar zorgboerderij

De familie Van Wees kocht in 2020 twee drachtige brandrode runderen en bouwde vanuit daar haar vleesveestapel op. Inmiddels grazen er zo’n 34 runderen van het oudHollandse ras in de wei en de kudde groeit nog steeds.

‘We komen nu bijna op het punt waarbij we moeten bijbouwen om ’s winters genoeg ruimte te hebben om de dieren te stallen.’ Een deel van de oude melkveestal werd namelijk in 2021 omgebouwd tot iets waar moeder Sylvia en dochter Romy al lang van droomden: een zorgboerderij voor ouderen en licht dementerenden. ‘Het was best spannend om deze stap te nemen. We moesten veel investeren in een oud gebouw en er waren geen subsidies.

BEDRIJFSPROFIEL

naam Willemshof

Amstelveen

eigenaren Marcel (60), Sylvia (58), Sebastiaan (31) en Romy (28) van Wees aantal dieren 34 brandrode runderen grondgebruik 19 ha kruidenrijk grasland

Maar we hebben er een gezellige ruimte van gemaakt, waar de ouderen met elkaar kunnen zitten en door de ramen naar de koeien in de stal kunnen kijken’, vertelt Romy. Ze begonnen met een dag dagbesteding per week met gemiddeld vijftien ouderen, maar dit groeide al snel uit naar twee en uiteindelijk vier dagen per week. Moeder Sylvia werkt er fulltime, Romy doet de administratie, zorgt samen met vader Marcel voor de paarden

Via het stalraampje kunnen de ouderen van de zorgboerderij naar de koeien in de stal kijken

Links: een dieprode kleur vindt de familie Van Wees het mooist

Rechts: het vlees wordt bewust in kleine verpakkingen verkocht

in hun paardenpension en werkt daarnaast in de gehandicaptenzorg. De stichting Landzijde, een overkoepelende organisatie voor zorgboerderijen in Noord-Holland, neemt veel werk uit handen. Ook Sebastiaan en Marcel werken mee met de dagbesteding.

Dieprode kleur

Aan de andere kant van het stalraam staat de stier in het deel dat grupstal is gebleven. Nog even en ook hij mag naar buiten. De veehouders gebruiken altijd een eigen stier. Eens in de twee jaar kopen ze een nieuwe aan. ‘Ze dekken bij ons twee jaar. Als ze wat ouder worden, zijn ze vaak wat gevaarlijker en een nieuwe is ook nodig om inteelt te voorkomen’, vertelt Sebastiaan. De veehouders zoeken de stier uit op aftekening, een dieprode kleur, de bloedlijn en bouw. Hoewel het brandrode ras zeldzaam is, komen ze makkelijk aan een nieuwe stier. ‘Via de stamboekvereniging of op Marktplaats.nl worden steeds meer stieren aangeboden. Een jong vaarsje kopen is moeilijker’, stelt hij. Hoewel de veehouders nu geen vaarzen meer aankopen, omdat ze hun eigen vrouwelijke aanfok aanhouden, was dat in het begin een uitdaging. ‘In onze regio worden bijna geen brandrode runderen gehouden. We moesten vaak een heel eind reizen, meestal richting Duitsland en het oosten van het land.’

Per jaar worden er vijf tot zes runderen geslacht, meestal zijn dat ossen. De veehouders laten de stierkalfjes op een leeftijd van zo’n twee weken al castreren. De dieren zijn heel vruchtbaar en de veehouders willen voorkomen dat de jonge stiertjes dekken. Bovendien past het castreren op jonge leeftijd het beste in hun bedrijfsvoering. Vanaf april kalven de koeien af in de strohokken, waarna ze met mooi weer naar buiten gaan. De kalfjes lopen de hele zomer bij de moeder, de stier komt er in juli voor een kleine twee maanden bij. In het najaar gaan alle dieren weer naar binnen en worden de kalfjes gespeend. Op een leeftijd van twee en een half à drie jaar worden de ossen geslacht door een kleinschalige slager in Abcoude. Ze wegen dan rond de 400 kilo, al kan dit tot 100 kilo per rund verschillen. ‘Het is fijn dat de koeien niet lang op transport hoeven’, zegt Romy. Het blijft voor de veehouders wel moeilijk als er een koe weggaat. Alle koeien

kennen ze bij naam. ‘De eerste keer dat ik onze eigen koe at, was wel apart. Maar je went eraan en je weet dat er een eerlijk verhaal achter zit. Je weet wat je eet en dat ze een goed leven hebben gehad’, vertelt Sebastiaan. Het vlees verkopen de veehouders zelf in hun boerderijwinkel in het voorste gedeelte van de oude melkveestal. Ze kiezen er bewust voor om het ingevroren in kleine verpakkingen te verkopen. ‘Niet iedereen heeft een grote vriezer. De een wil liever een verpakking rul gehakt, terwijl de ander in een keer veel koopt.’ Het luxe vlees is het snelste weg, maar de vriezer moet eerst bijna leeg zijn voordat ze een nieuw rund slachten. In de winkel verkopen ze ook andere boerenproducten, zoals eieren, kaas en jam, en moeder Sylvia maakt geregeld verse, ingevroren maaltijden met eigen rundvlees erin verwerkt.

Supermarkt boycotten

Veel klanten komen uit de buurt, maar ook van wat verder weg, zoals uit Amsterdam. Romy: ‘In het begin kostte het tijd om een klantenkring op te bouwen. Maar in de loop der tijd zorgde mond-tot-mondreclame voor een vaste klantenkring. We maken niet echt reclame. We hebben wel een Facebookpagina, maar zijn daarop niet heel actief. We proberen het wel bij te houden, maar het werk op de boerderij gaat ook door.’

De veehouders merken dat de consumenten het vlees wel interessant vinden. ‘Ze zijn veel meer bezig met milieu, natuur en waar het eten vandaan komt. We merken dat ze de boeren willen ondersteunen en de grote supermarkten een beetje willen boycotten’, zegt Romy. Een grotere winkel opzetten, lijkt Sebastiaan mooi. ‘Maar de tijd zal leren wat de toekomst brengt.’

De veehouders merken dat de consument deze manier van veehouden graag ziet. ‘We zijn ons ervan bewust dat niet iedereen op zo’n manier een bedrijf kan runnen. Het is een ideaalbeeld, maar niet voor elke boer realistisch. Hadden we nog melkvee gehad, dan had de manier waarop we nu werken niet gekund’, geeft Sebastiaan aan. Hij en de rest van de familie is blij met de omschakeling naar vleesvee en de zorgboerderij. ‘De combinatie is leuk. Je moet er wel een man voor zijn. Ik spring veel heen en weer en vind het leuk om van alles wat te doen.’ l

Azghan

des Volees

(Caustique de la Hesbaye x Opaque de Fooz)

Op 73 mnd.: 1425 kg en 153 cm (+8)

Vrouwelijk gesekst beschikbaar

Gewicht en kwaliteit

Ki-code: 945122

⊲ Moeder: 100 punten voor gestalte

⊲ Geeft zeer brede ruggen

⊲ Vrouwelijke karkasindex 120

Wilt u sperma van Azghan of andere stieren bestellen, bezoek dan onze webshop op shop.crv4all.nl of shop.crv4all.be

Elke rundveehouder kan ermee te maken krijgen: ziekten in de veestapel. Maar hoe herken je ze op tijd? Hoe behandel en voorkom je ze? In deze serie duiken we in veelvoorkomende ziekten bij runderen. Praktische inzichten voor een gezonde veestapel.

onderwerp

1. salmonella

2. bvd

3. ibr

Voorkom bvd, bij voorbaat dank

Nederland en België bestrijden bvd. Met zo’n 99,9 procent bvd-vrije bedrijven is België hard op weg om bvd-vrij te worden. Nederland moet nog een tandje bijzetten. Vooral bij de niet-melkleverende bedrijven valt winst te halen.

TEKST QUINTEN DEN HERTOG

Bovine virale diarree (bvd) is een ziekte die wordt veroorzaakt door het bvd-virus. Het virus komt wereldwijd voor onder runderen en zorgt voor welzijnsproblemen en grote economische schade. Er zijn twee typen, in Nederland en Vlaanderen komt type 1 voor. De ziekte is soms lastig te herkennen omdat de verschijnselen vaak aspecifiek zijn, zoals koorts en een daling van de melkproductie. ‘Bij diarree, afwijkend geboren kalveren, immuniteitsproblemen, letsels in de bek of vruchtbaarheidsproblemen moet ook altijd aan bvd worden gedacht’, stelt Emma Strous, dierenarts bij Royal GD.

Op weg naar vrijstatus

De Nederlandse en de Belgische rundveehouderij willen bvd uitroeien. Melkveehouders die melk leveren in Nederland, zijn sinds juli 2018 via de voorwaarden van hun zuivelonderneming verplicht om deel te nemen aan een privaat bvd-bestrijdingsprogramma. Uit analyse van Royal GD blijkt dat op 31 december 2024 in Nederland 99,9 procent van de melkveebedrijven meedeed aan het programma. Daarvan had 91 procent de vrijstatus. Bij de overige, niet-melkleverende rundveebedrijven is de deelname een stuk lager: slechts 19 procent deed eind vorig jaar mee. In totaal betekent dit dat eind 2024 zo’n 53 procent van de Nederlandse rundveebedrijven deelnam. ‘Daar is winst te behalen’, stelt Strous. ‘In 2024 werden 407 dragers gevonden op 111 bedrijven. Omdat bijna de helft van de rundveebedrijven in Nederland niet in het bestrijdingsprogramma zit, weten we dat het aantal gevonden dragers een onderschatting is’, vertelt ze. Positief is wel dat de aanwezigheid van bvd op zoogkoeienbe-

4. mycoplasma

5. leptospirose

6. mannheimia

7. para-tbc 8. neospora

drijven en kleinschalige bedrijven meedaalt met de melkveesector en volgens de laatste meting laag is.

Minister Wiersma gaf in een Kamerbrief van 20 december 2024 aan dat ze samen met de sectoren streeft naar het zo spoedig mogelijk behalen van een EU-vrijstatus voor bvd. Hiervoor wordt een nationaal bestrijdingsprogramma opgesteld, dat wordt vastgelegd in een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB). Daarmee komt er nationale regelgeving die alle rundveehouders, dus ook niet-melkleverende bedrijven, verplicht om bvd actief te bestrijden.

België laat zien dat zo’n verplichte aanpak werkt. Sinds 1 januari 2015 is het daar wettelijk verplicht om bvd te bestrijden, en met succes. 99,9 procent van de bedrijven is vrij van het virus. Volgens dierenarts Stefaan Ribbens van DGZ zijn er slechts negentien bedrijven met bvd-circulatie in de laatste twaalf maanden in heel België. ‘Het is vrij succesvol. Voor ons is het inmiddels een bijna exotische ziekte geworden, en dat willen we graag zo houden’, stelt hij. In België wordt ieder pasgeboren dier getest, net als verwerpers en geïmporteerde runderen. ‘Zo kunnen we het virus in een vroege fase opsporen. In 2018 was het bvd-statuut van elk individueel rund in België bekend’, voegt Ribbens toe. Waar voorheen vijf op de duizend dieren drager waren, is dat nu nog slechts vijf op de twee miljoen. Ook Duitsland is al een eind op weg met de bvd-bestrijding, weet dierenarts Strous. ‘Nederland is ingesloten door landen die veel aan bvd-bestrijding doen, waardoor er minder grensrisico is.’

Levenslange dragers

Een rund kan een voorbijgaande infectie hebben of een drager zijn. Bij de voorbijgaande infectie wordt het virus meestal via de neus of de bek opgenomen. Het virus vermenigvuldigt zich vooral in de keelamandelen en verspreidt zich via het bloed en het immuunsysteem. De koe scheidt het virus onder andere uit via speeksel, neusuitvloeiing, ademhalingslucht, vruchtwater, urine en mest. Zodra het dier antistoffen aanmaakt, neemt de virusuitscheiding af. Dit heet een voorbijgaande infectie. De symptomen zijn vaak mild, maar kunnen variëren van productiedaling, verminderde eetlust, koorts, diarree en uitdroging tot vruchtbaarheidsproblemen, ontsteking van de slijmvliezen, abortus en zelfs sterfte. Vooral kalveren kunnen ook last hebben van luchtwegproblemen. Door een verminderde weerstand, komen secundaire infecties ook regelmatig voor. Daarnaast kan het rund last hebben van bloedingen, te zien als bijvoorbeeld

rode puntjes op de slijmvliezen, zwarte mest of bloederige diarree. ‘Dit zien we vooral bij mucosal disease, een dodelijke variant die ontstaat als het virus in het kalf muteert of als het kalf in contact komt met een cytopathogeen bvd-virus. Een cythopathogeen virus maakt heel veel lichaamscellen kapot, waardoor de verschijnselen veel ernstiger worden’, geeft Strous aan. Ook bij type 2 van het bvd-virus worden bloedingen gezien. Hoewel dit type in Nederland nu niet voorkomt, is het volgens haar wel belangrijk om alert te zijn op de symptomen. Een drager ontstaat als een ongeboren kalf in de baarmoeder van de moeder tussen dag 30 en 125 van de dracht besmet raakt. Dit kan gebeuren als een moederdier dat niet eerder besmet is geweest, tijdens de dracht in aanraking komt met het virus. Het moederdier heeft te maken met een voorbijgaande infectie en geneest uiteindelijk. Het immuunsysteem van het kalf is echter nog niet volledig ontwikkeld, herkent het virus niet als lichaamsvreemd en schakelt het virus niet uit. Het gevolg is dat het levenslang drager is. Deze kalveren kunnen gezond ogen, maar zijn volgens de dierenarts ‘lopende virusbommetjes’, die hun hele leven lang grote hoeveelheden virus uitscheiden en er zo voor zorgen dat een infectie op een bedrijf blijft circuleren. Dragerkalveren worden vaak niet oud, hebben een zwakke weerstand en kunnen afwijkingen bij de geboorte vertonen, zoals oogafwijkingen, trillen en sterrenkijken. Later kan groeivertraging of mucosal disease optreden. Een dragerkalf kan nooit genezen en moet zo snel mogelijk worden afgevoerd om verspreiding van het virus te voorkomen. Een goede manier om dragers snel te herkennen is door het nemen van oorbiopten bij pasgeboren kalveren. ‘Een kalf moet toch geoormerkt worden en de virusuitslag is levenslang geldig.’

In enkele gevallen is het moederdier al drager en besmet het zo het kalf, al komt dat volgens Strous in Nederland bijna niet meer voor. ‘We vinden een drager over het algemeen eerder dan dat het een kalf kan geven. Ook is de kans dat een drager drachtig wordt, vrij klein, al gebeurt het soms nog wel’, geeft ze aan.

Aanvoer van runderen grootste risico

Het grootste risico op insleep van bvd ligt bij de aanvoer van runderen, zowel bij dragers als bij drachtige dieren die een drager dragen, Trojaanse runderen genoemd. Zelfs dieren van bvdvrije bedrijven vormen een risico. ‘Het virus kan ook via besmette materialen zoals kleding, een klauwbekapbox of transportmiddelen een bedrijf binnenkomen. In mest kan het

Dierenarts Emma Strous: ‘Bvd-dragerkalveren zijn lopende virusbommetjes’

virus onder de juiste omstandigheden wekenlang overleven.’ Ook weiden zonder duidelijke scheiding tussen percelen, dieren samen weiden, gezamenlijke jongveeopfok en het deelnemen aan keuringen of shows vergroten het risico op besmetting. Om insleep te voorkomen raadt Strous aan om een gesloten bedrijfsvoering te hanteren. ‘Als aanvoer noodzakelijk is, kunnen onder andere de aanvoer van dieren van een bvd-vrij bedrijf, vooraf screenen op virus en antistoffen en quarantaine en observatie gedurende vier weken de risico’s beperken’, adviseert ze. ‘Contact met andere runderen over de draad of van andere bedrijven moet worden vermeden en hygiënemaatregelen zijn essentieel. Het gebruik van bedrijfskleding door iedere bezoeker, schone laarzen en een duidelijke scheiding tussen schoon en vuil op het erf helpen daarbij. Op het bedrijf zelf is het verstandig om kalveren en drachtige dieren gescheiden te houden en per diergroep van kleding en laarzen te wisselen. Ook goed afkalfmanagement met schone afkalfhokken en het enkel gebruiken van sperma en embryo’s van na 1998 dragen bij aan preventie’, geeft ze verder als tips.

Vaccineren verkleint kans op dragers

Voor bedrijven met een verhoogd risico op de insleep van bvd, bijvoorbeeld door regelmatige aanvoer of contact met andere veestapels, kan vaccinatie een goede extra maatregel zijn. Hoewel vaccinatie geen 100 procent bescherming biedt, verlaagt het wel de kans op dragerkalveren en vermindert het de ziektelast.

‘Wel moet men rekening houden met beperkingen in het bestrijdingsprogramma. Zo is in de test van de jongveesteekproef niet bij alle vaccins onderscheid te maken tussen antistoffen door vaccinatie of natuurlijke infectie. Het moment van vaccineren moet dus kritisch worden bekeken.’

Deelnemen aan het bestrijdingsprogramma blijft de beste manier om bvd op te sporen, te monitoren en te voorkomen.

‘Vleesveehouders kunnen in overleg met de dierenarts al stappen nemen om in de toekomst te voldoen aan de wetgeving.’ l

Het bvd-virus infecteert de koe en het kalf in de baarmoeder. De koe maakt antistoffen aan.

De koe geneest, maar het kalf schakelt het virus niet uit door nog onvolledig ontwikkelde afweer.

Het geboren dragerkalf oogt meestal gezond, maar scheidt haar hele leven veel bvd-virus uit.

= bvd-virus

Tussen dag 30 en dag 125 van de dracht komt de moederkoe in aanraking met het bvd-virus.

Emigreren buiten de gebaande paden

Het boeren-emigratielandschap verandert. Waar het ooit goedkoop of goed was om te boeren, is het nu duur of zijn de regels strenger geworden. Emigratiebegeleiders zien dat emigranten op zoek gaan naar landen waar minder knelpunten zijn. Slowakije, Groot-Brittannië en Zweden lijken nieuwe alternatieve emigratielanden.

TEKST

Lang was Canada het emigratieland bij uitstek.

‘Maar Canada, en met name Ontario, zit al redelijk vol’, zegt Laurens Stevelink, emigratiebegeleider bij Farm4Sale. ‘Je krijgt er nog maar moeilijk een visum. Daarnaast is het er ook erg duur.’ Grond kost in Ontario 80.000 euro per hectare en de kosten van melkquotum variëren van circa 25.000 tot 32.000 euro per koe. De provincies Alberta, Saskatchewan en Manitoba zijn al een stuk goedkoper. ‘Maar die hebben een extreem en koud klimaat’, weet Stevelink. Nova Scotia en Prince Edward Island zijn de betere Canadese opties. Al zijn de boerengemeenschappen daar beperkter dan in Ontario.

In Slowakije 300 euro subsidie per koe

‘In andere bekende emigratielanden, zoals Denemarken en Duitsland, worden natuur- en duurzaamheidsregels steeds strenger’, aldus Stevelink. Laurens de Man, emigratiespecialist bij Interfarms, bevestigt dat. ‘Emigranten zien daardoor meer kansen in

Centraal-Europa’, zegt hij. ‘Daar is nog veel ruimte om echt te ondernemen.’ In Polen en Hongarije is het voor een buitenlander moeilijk om landbouwgrond te kopen. Roemenië scoort op dat vlak beter, maar dat land is volgens De Man dan weer te droog. ‘In Slowakije liggen echt kansen’, zegt De Man. ‘Elke euro die je daar investeert, brengt geld op.’ Hij wijst op de grondwaarde van circa 5000 tot 7000 euro per hectare voor redelijke kwaliteit landbouwgrond. Die stijgt gemiddeld elk jaar met acht à tien procent in waarde. Wel is het voormalig Oostblokland wat stil blijven staan. ‘Veel kleine en oude boerderijen zijn aan renovatie toe’, weet hij. ‘Hierdoor is het land vooral geschikt voor nieuwbouwstalprojecten.’ De Slowaakse overheid spoort de bouw van moderne melkveebedrijven aan om de melkproductie te verhogen. Met een zelfvoorzieningsgraad van 75 procent is het land niet in staat om volledig in de eigen melkbehoefte te voorzien. ‘De steun van de overheid is erg productiegericht en dat zal de komende vijf à tien jaar ook niet ver-

anderen’, stelt De Man. Productierechten zijn er niet. En per melkkoe ontvangt een veehouder 290 tot 320 euro aan subsidies per jaar. Voor een vaars is dat 40 euro. Als eventueel struikelblok van het land noemt hij dan wel de Slavische taal, die communiceren zeker in het begin wat lastig maakt. Ook de cultuur is voor sommige boeren wennen.

EU-beroepsverbod geldt niet in Engeland

Jonathan Wagenvoort, emigratiebegeleider bij Wagenvoort Advies, begeleidt boeren die vanwege het sociale aspect niet graag naar een voormalig Oostblokland gaan. Naast Denemarken richt hij zich sinds kort ook op Groot-Brittannië, dat in trek is vanwege het EU-beroepsverbod voor boeren die deelnemen aan de stoppersregeling. ‘Veehouders die hun bedrijf stoppen met de uitkoopregeling, mogen met dat overheidsgeld niet opnieuw een melkveebedrijf opstarten in Nederland of een andere EU-lidstaat’, legt hij uit. ‘In dat geval kijken veel boeren naar het dure en verre Canada of Noord-Amerika. Maar daarbij vergeten ze dat er dankzij de brexit nu ook een niet-EU-land naast de deur ligt.’

In dat overzeese buurland is de regelgeving volgens de emigratiebegeleider veel minder streng. ‘Mest wordt nog bovengronds uitgereden en een eenvoudig mestbassin met een kleiwand is er normaal.’ Toch is Groot-Brittannië qua cultuur en bedrijfsomvang vergelijkbaar met Nederland, maar met minder regeldruk. ‘Er gelden ook duurzaamheidsnormen, bijvoorbeeld voor weidegang, maar deze zijn minder streng dan in Nederland of in andere Europese landen.’

Ook het toekennen van een vergunning verloopt veel soepeler, met een aanvraagperiode van circa zes maanden. Volgens Wagenvoort heeft dat te maken met de ruimte op het platteland. ‘De bebouwing is er minder versnipperd dan in Nederland’, weet hij. ‘Bovendien is Groot-Brittannië minder dicht bevolkt.’

Met een gemiddelde grondprijs van 30.000 euro per hectare vindt Jonathan Wagenvoort Groot-Brittannië niet zo extreem duur. Dat geldt ook voor de prijs van de boerderijen. ‘Die zijn iets minder modern dan de Nederlandse bedrijven.’

Toch geeft de brexit ook onzekerheid. ‘Vijf jaar geleden

viel het Europees landbouwbeleid plots weg. De overheid is nog steeds zoekende naar hoe ze in de sector wil investeren’, legt Wagenvoort uit.

Desondanks zal het land volgens hem erg boergezind blijven. ‘Met de brexit is Groot-Brittannië zelf verantwoordelijk voor zijn handelsrelaties. Het land wil de zelfvoorzieningsgraad in zuivel van 105 procent zo veel mogelijk behouden.’

Boeren ‘op handen gedragen’ in Zweden

Zelfvoorzienend zijn speelt ook in Zweden. Claudia Gloudemans, aankoopbegeleider voor Zweden bij Interfarms, legt het uit. ‘Zweden is voor 73 procent zelfvoorzienend in melk en voor slechts 60 procent in rundvlees. Daarbij is het een schiereiland en is het door de ligging bang dat bij een ramp de voedselbevoorrading onder druk komt te staan.’ Hierdoor dragen ze in Zweden hun boeren op handen. Zo is het land vrijgevig met hulpfondsen bij een crisis zoals blauwtong en kunnen Zweedse veehouders rekenen op 40 procent investeringssteun bij de bouw van een nieuwe stal. ‘Daarnaast wil het land de boeren absoluut niet wegjagen met strenge regels’, stelt ze. Ook de ruimte is een pluspunt. ‘Zweden is elf keer zo groot als Nederland en heeft net iets meer dan de helft van de Nederlandse populatie aan inwoners’, geeft de emigratiebegeleider aan. ‘Deze consumenten waarderen hun boeren zeer.’

Daarnaast is het land volgens Gloudemans niet heel duur. ‘De duurste grond in het zuiden kost 35.000 tot 40.000 euro per hectare’, vertelt ze. ‘Helemaal in het noorden kost de goedkoopste grond ongeveer 2000 euro. Maar daar is het ook moeilijker boeren.’

Zweden kent daarnaast geen productierechten. Wel vraagt de bank bij een financiering zo’n 35 procent van het eigen vermogen bij de aankoop van een boerderij.

Een nadeel is ook dat het land te weinig dierenartsen heeft. ‘En ook drie maanden weiden per jaar is hier verplicht’, zegt Gloudemans.

Emigratie vraagt wel een goede voorbereiding, geeft de emigratiebegeleider nog mee. Volgens Gloudemans moet een emigrant zich in het land van bestemming vooral thuis voelen. ‘Je gaat er niet alleen werken’, zegt ze. ‘Je gaat er uiteindelijk ook heen om te leven.’ l

Aan de hand van praktijkcases, schrijven verschillende voeradviseurs van Aveve (B.) en Agrifirm (Nl.) over rantsoenberekeningen in de vleesveehouderij. Deze editie beschrijft Anne Vandelannoote van Aveve de mogelijke gevolgen van speendip.

Speendip bij kalveren door onvoldoende aangepast rantsoen

Tijdens de melkperiode zijn de voerschema’s voor de jonge kalveren meestal duidelijk bepaald en voor ieder kalf ook gelijk. De kalveren krijgen een vast melkschema met een op- en afbouwperiode en een specifiek startvoeder, aangevuld met hooi of gehakseld stro.

Voor de veehouder is het dan ook direct merkbaar wat de impact is op de groei van het kalf tijdens deze periode. Na het spenen verandert er wel heel wat op het vlak van voeding. Als het nieuwe rantsoen onvoldoende afgestemd is op de behoefte voor onderhoud en voor groei, komen de kalveren in een speen-

dip terecht en verliezen ze kostbare tijd en groei. Kalveren die goed gegroeid zijn tijdens de melkperiode, blijven ook na het spenen nog een tijdje hun goede conditie aanhouden. Echter, wanneer het rantsoen tijdens en kort na het spenen ontoereikend is, ontwikkelen de kalveren zich minder goed en verliezen ze mogelijk gewicht. Ook bij kalveren die een ziekte doormaken zoals bvd, griep, cryptosporodiose of coccidiose zien we dit beeld. Het kalf neemt te weinig energie en eiwitten op voor groei, ook de immuniteit is verstoord. Hierdoor komt het kalf in een speendip, die matig tot ernstig kan zijn. De ge-

volgen worden soms pas na een paar maanden opgemerkt. Bij veehouders die niet wegen, wordt pas later duidelijk dat ze achtergebleven zijn in hun ontwikkeling. Bij een stalbezoek informeren we bij de veehouders naar de leeftijd van de verschillende diergroepen. Zo kun je samen de vinger aan de pols houden en het rantsoen bijsturen waar nodig.

Ruwvoederkwaliteit belangrijk

De belangrijkste oorzaken vanuit de voeding zijn een te snelle afbouw van het melkschema, waardoor de dieren op dat moment te weinig vaste voeding opne-

voedermiddel

mais ingekuild

nr. 119 tmr beef

nr. 120

rantsoenkenmerken

drogestofgehalte

vevi/kg droge stof

ruw vet (g/kg droge stof)

ruw eiwit (g/kg droge stof)

dve (g/kg droge stof)

oeb (g/kg droge stof) 8

ruwe celstof (g/kg droge stof)

zetmeel (g/kg droge stof)

Tabel 1 – Gecorrigeerd rantsoen voor kalveren tussen 4 en 8 maanden

Kenmerk

voeropnamecapaciteit

De voeropnamecapaciteit wordt uitgedrukt in kilogram droge stof per dier per dag en is een belangrijk kenmerk in relatie tot groei en voere ciëntie. Het geeft de potentie weer tot opname van droge stof op basis van ras, leeftijd, gewicht en stadium waarin het dier zich bevindt. De verzadigingswaarde van een voedermiddel staat in relatie tot de voeropnamecapaciteit. Goed verteerbare ruwvoeders en krachtvoeders hebben een lagere verzadigingswaarde, waardoor de dieren meer droge stof kunnen opnemen.

Om speendip te vermijden is bijzondere aandacht voor de voederkwaliteit nodig

men. Een tweede oorzaak is onvoldoende bijsturing van het basisrantsoen op basis van de ruwvoederkwaliteit. Kalveren schakelen in de fase na het spenen over op (vochtige) ruwvoeders. De opnamecapaciteit kan hierdoor lager worden. Door de ruwvoeders te analyseren en het rantsoen in deze fase te berekenen, kun je het aanvullende voeder optimaliseren en een speendip vermijden. De pens is nog volop in ontwikkeling, ook daar kun je in de keuze van het ruw- en krachtvoeder rekening mee houden door geen te natte of snel verteerbare rantsoenen aan te bieden. l

In een seconde lag de inseminator gevloerd

Veilig werken vindt iedereen belangrijk. Maar in de dagelijkse drukte verslapt de aandacht gemakkelijk. Alleen al in de afgelopen zes maanden kregen 23 CRV-medewerkers een bedrijfsongeval door een aanval van een agressieve koe of pink. Vier inseminatoren vertellen hun verhaal.

De mannen werkten al hun hele leven met koeien. Een ongeval zou hun niet overkomen. Dachten ze. Tot die fractie van een seconde waarin één agressieve koe alles op zijn kop zette. Neem Henk. Hij groeide op tussen het vee. Kende de kracht van koeien en wist dat werken met dieren nooit zonder risico is. Toch ging het begin dit jaar mis, toen hij bij een vaste klant de stal in liep om een koe te insemineren. Nog geen vijf seconden was hij binnen toen hij vanuit het niets de lucht in werd gegooid en tegen het ijzer van een boxafscheiding belandde. ‘Daar lag ik op mijn rug in een box met aan alle kanten koeien om me heen, waarvan er een met haar kop op me in bleef beuken. Ik kon geen

kant op en was ervan overtuigd dat de koe me zou pletten’, vertelt hij. Maanden na de gebeurtenis klinkt de emotie nog altijd in zijn stem. ‘In een flits zag ik mijn vrouw en kinderen voor me. Ik dacht: ik kom niet meer thuis ...’

Hoe hij is ontsnapt, herinnert Henk zich niet eens meer. Wel hoe boos hij was. ‘De boer wist dat hij een agressieve koe had. Maar hij wilde haar niet weg doen.’ Op adrenaline maakte Henk zijn ronde af. Thuis kwamen de pijn en de tranen.

‘Achter me hoorde ik gebrul’

Of Chris, een oude rot in het vak met meer dan veertig dienstjaren op de teller. Hij moest drie koeien

insemineren die naast elkaar stonden vastgebonden. ‘Ik was bezig met de tweede koe toen ik achter me gebrul hoorde. Voordat ik doorhad wat er aan de hand was, lag ik al tussen de koeien. Daarna probeerde de agressieve koe het van de andere kant, waardoor ik tijd kreeg om te gaan staan en op de buizen te klimmen.’ Daar kon Chris de veehouder bellen. Die hielp de inseminator veilig de stal uit. Vier maanden na het incident heeft Chris nog altijd last van zijn schouder. Maar hij is vooral opgelucht dat hij zijn werk nog kan doen. ‘Ik had het erf ook wel in een gele of zwarte auto kunnen verlaten’, stelt hij de harde realiteit vast.

‘Split second’ komt nog dagelijks voorbij Ook oudgediende Simon had in zijn lange loopbaan als inseminator nooit rekening gehouden met het gevaar van agressieve koeien. In zijn geval sloeg het dier toe toen hij over het voerhek klom. Hij sloeg achterover op de voergang en knalde met zijn hoofd op het beton. ‘Op dat moment gaat er van alles door je heen’, herinnert hij zich. ‘Ik had een gat in mijn hoofd, maar het had ook wel een zware hersenschudding of een dwarslaesie kunnen zijn’, realiseert de inseminator zich. ‘Voor de huisarts was mijn verhaal niet eens nieuw. Hij had de laatste maanden al meer mensen in zijn spreekkamer gehad die aangevallen waren door een koe.’

Johan reageerde luchtig toen de veehouder hem waarschuwde voor een vervelende koe. Angst kende de ervaren inseminator nooit. ‘Normaal gesproken is het op dit bedrijf super voor elkaar’, vertelt hij. ‘Maar deze keer stond er een verkeerde koe gesepareerd en liep de tochtige koe nog in het koppel. Ik belde de veehouder en bood aan om de koe in de stal te insemineren. Geen probleem. Tot ik wegliep en van achteren een paar flinke beuken kreeg ...’ Voor Johan bleven de fysieke gevolgen van het ongeluk beperkt tot flinke blauwe plekken. Maar ook bij

hem komt de ‘split second’ tussen rustig weglopen en hardhandig in een box worden gegooid nog dagelijks voorbij.

Gevaar altijd in achterhoofd De slachtoffers hebben het er met kneuzingen en blauwe plekken vanaf gebracht en stapten al snel weer in hun CRV-auto. Maar dat een agressieve koe zomaar ineens kan toeslaan, zit sinds het ongeval altijd in hun achterhoofd.

‘Als ik een koe in het koppel moet insemineren, ben ik nu steeds alert op wat er om mee heen gebeurt. En als ik het niet vertrouw, vraag ik de veehouder om mee te lopen. Dat deed ik voor het ongeval eigenlijk nooit’, vertelt Henk. ‘Als ik op andere koeien moet letten, kan ik niet vol geconcentreerd met mijn werk bezig zijn. Daardoor kan ik in onveilige situaties niet de kwaliteit leveren die ik zou willen’, realiseert hij zich. De mannen zijn blij als koeien gesepareerd van het koppel vast staan. Veel veehouders hebben de zaken netjes voor elkaar. Maar nog te vaak moeten de inseminatoren hun werk onder onveilige omstandigheden doen. Ze hebben sterk de indruk dat het aantal agressieve koeien de laatste jaren toeneemt. ‘Aanvallen zijn vaak het werk van koeien die zich al eerder agressief hebben gedragen’, valt Simon op. ‘Maar als deze koeien zijn afgevoerd, is het probleem niet opgelost. Er zullen altijd weer nieuwe agressieve koeien opduiken’, zo realiseert hij zich. ‘Wat mij betreft zouden we veel meer met veehouders in gesprek moeten gaan over structurele oplossingen. Te vaak denken ze dat koeien separeren in hun stal niet kan. Maar in overleg en met wat creativiteit is vaak een oplossing te bedenken. Je wilt als veehouder toch niet dat in jouw stal iemand iets overkomt.’ l

Dit artikel beschrijft vier waargebeurde verhalen. Henk, Chris, Johan en Simon zijn niet de echte namen van deze CRV-medewerkers.

Aandacht voor veilig werken blijft nodig

Een bedrijfsongeval heeft vaak ingrijpende gevolgen voor de ki-medewerker, maar ook voor de veehouder en zijn gezin. Als een ongeval veroorzaakt wordt door een gevaarlijke werksituatie, kan de veehouder hiervoor bovendien aansprakelijk worden gesteld. Helaas neemt het aantal ongevallen met koeien de laatste jaren toe. U biedt ki-medewerkers een veilige werkplek als:

– dieren die geïnsemineerd, gescand of behandeld moeten worden, vast staan en gesepareerd zijn van het koppel. Dat wil zeggen dat er geen andere koeien bij kunnen komen;

– er geen stier tussen de koeien loopt; – net voor of tijdens het bezoek van een ki-medewerker geen mest wordt gemixt.

Om aandacht te vragen voor de veiligheid van hun medewerkers hebben de Nederlandse ki-organisaties gezamenlijk een flyer ontwikkeld waarin veiligheidsmaatregelen beschreven staan.

Deze flyer is te downloaden van de website van CRV. Kijk op: www.crv4all.nl of www.crv4all.be of scan een van de QR-codes NEDERLAND BELGIË

Veilig werken is van vitaal belang

Gras neemt op veel rundveebedrijven in Nederland en Vlaanderen een onmisbare plaats in. Met de verkiezing Beste Graslandboer spelen we daarop in. In een driedelige serie duiken we in de waarde van gras: van voederwaarde tot de bijdrage van gras aan de bodem en aan biodiversiteit.

onderwerp editie

1. voederwaarde juni

2. bodem juli 3. biodiversiteit augustus

Met één hap gras een allround tmr

De waarde van gras in rantsoenen is hoog. Toch benutten lang niet alle veehouders die waarde optimaal. ‘Dat managen van het aanbod van gras en de verschillen in kwaliteit van gras vinden veel veehouders maar lastig. Daar is van alles te winnen’, zegt voerspecialist Henry van Ittersum.

TEKST INGE VAN DRIE

Voor veehouders ligt er inmiddels weer wat kapitaal onder het kuilplastic. Zeker die eerste snede gras is geld waard. Reken maar uit: bij een opbrengst van 3,5 ton droge stof per hectare, met 940 vem en 60 gram dve per kilo droge stof, is de financiële waarde bij de huidige voederwaardeprijzen al snel ruim 900 euro per hectare. Wie veertig hectare eerste snede heeft gemaaid, heeft dan voor ruim 35.000 euro op de kuilplaat liggen.

Dat de waarde van gras hoog is, daarvan hoef je Henry van Ittersum niet te overtuigen. ‘Met gras heb je in één hap een allround tmr met een aminozuurpatroon dat aansluit bij de productie van melk’, geeft de onafhankelijk voeradviseur aan. ‘En met 1000 vem is gras eigenlijk al krachtvoer.’

Weiden voor de bühne

Lang niet alle veehouders benutten die waarde van gras ook optimaal. Er is volgens Van Ittersum een categorie veehouders die alleen weidt voor de bühne. ‘Die vinden gras wel belangrijk voor hun weidepremie, maar ze kunnen er veel meer uithalen dan ze nu doen. Ze durven rantsoenmatig niet echt op gras te vertrouwen. Ze halen niet uit gras wat erin zit.’

Koudwatervrees noemt Van Ittersum dat. ‘Het zit vaak tussen de oren. Je merkt dat veehouders huiverig zijn om meer te doen met gras, omdat ze bang zijn voor een daling van de melkproductie. Maar veel gras in de koe kan perfect. Je kunt prima koeien 10 kg droge stof uit vers gras laten opnemen en het tankmelkureum onder controle houden.’

Nederlandse en Vlaamse veehouders kunnen wat Van

Ittersum betreft een voorbeeld nemen aan hun collega’s in Ierland en Groot-Brittannië. ‘Daar leven ze écht op gras.’ Veel veehouders moeten een drempel over om de krachtvoerkraan deels dicht te draaien. ‘Maar als je het krachtvoerverbruik halveert, gaan de koeien vanzelf meer gras opnemen. Je moet het gras durven gaan gebruiken, omdat dat het waard is.’

Lef nodig

Eén op één gras erin en krachtvoer eruit vergt ook lef, geeft Van Ittersum aan. Bovendien, als dat in het voorjaar goed gaat, wil dat niet zeggen dat het vervolgens het hele seizoen vlot loopt. ‘In een droge zomer met weerbarstig weer is het lastig. En vanaf augustus zijn opname en smaak ook een uitdaging, want een koe is wel kieskeurig. Maar daar kun je ook in sturen: als je koeien alleen maar in het beste gras stuurt en ze dan een wat verdroogd stuk krijgen, dan zegt die koe: koekoek. Dat managen van het aanbod van gras en de verschillen in kwaliteit van gras vinden veel veehouders maar lastig. Maar daar is wel van alles te winnen als je veehouders grip geeft op de samenstelling van gras, het gedrag van koeien en doelgerichte correctiestrategieën.’

Zie het voeren van gras als een spel, geeft Van Ittersum aan. ‘Er is altijd wel energie nodig. Dat kun je regelen met de hoeveelheid snijmais in plaats van met tarwe en pulp. Zo houd je ook het ureum op peil. Voer daarnaast brok met een heel laag eiwit. En geef soja pas in een laat stadium en laat het bijvoorbeeld na een regenbui al achterwege in plaats van wachten op de rmo-gegevens. Soja moet je niet uit gewoonte voeren.’

Voederwaarde nog niet op rassenlijst

Ook kwekers van grassen houden rekening met de voederwaarde van gras, weet Jan Rinze van der Schoot. Als onderzoeker bij Wageningen UR is hij als het ware de examinator van nieuwe grasrassen. ‘Bij het kweken van nieuwe grasrassen kijken kwekers ver vooruit. Ze houden rekening met veranderingen van groeiomstandigheden, droogte bijvoorbeeld, en beleidskeuzes, zoals de lagere hoeveelheid stikstof. Om aan het “eindexamen” voor de rassenlijst te voldoen, moeten grasrassen daarnaast een voldoende niveau hebben

voor opbrengst, standvastigheid en kroonroestresistentie. Maar ook voederwaarde is voor kwekers belangrijk, al nemen we dat nu nog niet mee in de rassenlijst.’

Door de bank genomen geldt dat er bij grasrassen en -soorten in een jong stadium nog weinig verschillen te zien zijn in de voederwaarde, merkt Van der Schoot op. ‘Zelfs straatgras en ruw beemdgras hebben in een jong stadium nog een redelijk goede kwaliteit. Bij een zwaardere snede zie je grotere verschillen. Zo behoudt Engels raaigras bij het ouder worden zijn voederwaarde. Voor bijvoorbeeld timothee en rietzwenkgras geldt dat minder.’

Het meten van de voederwaarden van de verschillende grasrassen is in het rassenonderzoek best lastig, merkt Van der Schoot op. ‘Grasrassen hebben elk hun eigen groeiritme, maar we oogsten nu de rassen allemaal op hetzelfde moment. Het ene gras bevindt zich dan nog in een jong stadium, het andere is al wat ouder. Dat heeft natuurlijk direct effect op de voederwaarde.’

Sturen op grasbenutting

Sommige andere landen publiceren al wel voederwaarden voor grasrassen. Dat geldt bijvoorbeeld voor Frankrijk, Engeland en Ierland. ‘Je ziet dat er in Ierland ook veel geweid wordt. Waar melkveehouders hier vaak sturen op melkproductie, zijn Ierse veehouders meer bezig met lage kosten en het sturen op grasbenutting.’

Van der Schoot verwacht dat op termijn indexen voor voederwaarde ook een plek krijgen op de Nederlandse rassenlijst. ‘We hebben nu van zestien grasrassen voederwaardebepalingen gedaan na het oogsten van de proefvelden. Maar de uitslagen daarvan moeten we nog rapporteren. Het duurt nog zeker vijf jaar voor er indexen van voederwaarden op de rassenlijst komen.’

Zorgen voor een goed graslandmanagement is een andere manier om de waarde van gras te benutten, geeft Van der Schoot aan. ‘Je kunt wel de goede grasrassen inzaaien, maar als het niet lukt om een goede zode te houden, heb je daar niet zoveel aan. Door het jaar heen wordt er heel veel over het gras gereden, bijvoorbeeld met mest uitrijden, maaien en balen van het land halen. Als dat niet onder de goede omstandigheden gebeurt, heb je al snel last van verdichting.’ l

Schrijf je nu in voor de verkiezing Beste Graslandboer

Heb jij je al ingeschreven voor de verkiezing Beste Graslandboer? Aanmelden kan eenvoudig door het invullen van het aanmeldformulier op veeteelt.nl.

Dat kan tot 1 juli. Deelname is open voor iedereen: of je nu vleesvee of melkvee houdt, een groot of een klein bedrijf hebt, biologisch of gangbaar boert. Belangrijk is

HOOFDSPONSOR

vooral dat je een duidelijke visie hebt op de rol van grasland op je bedrijf. Laat zien wat je drijft en deel je aanpak. We zien je aanmelding graag verschijnen!

SPONSORS

Het bedrijf loopt, loopt het gesprek ook?

Wat doe je als je vader het bedrijf wil laten groeien, maar je zelf liever een neventak opstart? Wat doe je als je kinderen het familiebedrijf niet willen overnemen? Wat doe je als je als partner altijd meewerkte in het bedrijf, maar je kind nu die plek inneemt? Naast de ‘harde’, rationele kant is er ook een ‘zachte’, gevoelsmatige kant bij een bedrijfsovername. Die zachte kant is iets van alle tijden, maar krijgt steeds meer aandacht. En dat is nodig.

Een bedrijfsovername is niet een, twee, drie geregeld. Er komt veel bij kijken, van juridische tot financiële en fiscale zaken. Maar ook emoties spelen een rol.

Voor de overdrager betekent het afscheid nemen van een plek waar werk en leven jarenlang in elkaar overvloeiden. Voor de overnemer komen er nieuwe verantwoordelijkheden bij, die vaak gepaard gaan met verwachtingen, druk of zelfs schuldgevoel. Toch werd daar tot een aantal jaren terug weinig over gepraat. ‘Dingen niet bespreekbaar maken is een makkelijke heenreis. Maar de terugreis, vanaf het moment van overname, is dan een heel stuk moeilijker’, ziet Sieto van Houten, agrarische-ondernemerscoach, in de praktijk.

Alles kan nog zo goed op papier geregeld zijn, het betekent niet dat de overname ook daadwerkelijk slaagt. ‘Operatie geslaagd, patiënt overleden’, noemt Coen van den Bighelaar, portefeuillehouder bedrijfsovername bij NAJK, dat. ‘Ik zie dit nog best wel vaak voorkomen in de sector. Elk geval is er een te veel, want het hoeft niet’, stelt hij.

Generatieverandering

De aandacht voor de zachte kant groeit, mede door het geringe aantal bedrijfsopvolgers. ‘Er komt veel op jonge boeren af’, merkt Van den Bighelaar. ‘Het verdienmodel is fragiel, het werk is er niet minder op geworden en ze kunnen vaak kiezen uit alternatieven. Ze zijn goed opgeleid en kunnen buiten de deur vaak met minder uren meer zekerheid krijgen, met een socialer leven en geen continue druk. Dat heeft best wel invloed op de keuze die ze maken om wel of niet in het bedrijf te stappen.’

Anne-Marie Vangeenberghe, consulent bij Boerenbond en Kenniscentrum Bedrijfsopvolging, ziet dat ook. ‘In Vlaanderen heeft zeker de helft van de boeren in de leeftijd rond de vijftig geen opvolger. De overdragers moeten hun levenswerk lossen, vaak wonen ze al hun hele leven op de boerderij. Dat mag niet onderschat worden.’

Daarbij komt dat jongeren die willen boeren, niet meer per se hetzelfde willen doen als hun ouders. ‘Iedereen is wat mondiger, dat is echt een generatieverandering. Internet en social media zorgen bijvoorbeeld voor een meer open communicatie. Daardoor wordt de zachte kant nu meer besproken’, vertelt Van Houten. Volgens consulent Vangeenberghe was dat tien jaar geleden nog heel anders. Toen werd er echt geteerd op wat de ouders deden. Van den Bighelaar ervaart dat ook. ‘Vroeger ging het bij een bedrijfsovername vooral om opschalen en innoveren. Tegenwoordig is dat veel breder: verbreden, extensiveren, soms verplaatsen. Dat een ouder jarenlang heeft ingezet op opschalen, hoeft niet te betekenen dat de opvolger mee wil gaan in die ontwikkeling. Als je dat gesprek niet aan kunt gaan, is het lastig samenwerken.’ Voor grondgebonden bedrijven komt daar nog een extra issue bij, ziet Van Houten. De waarde van grond en de rentabiliteit lopen hard uit elkaar. ‘Vooral bij grondgebonden landbouw merk ik steeds vaker dat de vermogensoverdracht naar kinderen vragen en zorgen oproept. Ouders en opvolgers voelen dat een bedrijf veel waard is, maar er kan relatief weinig voor worden betaald.’

Petje op of petje af Van Houten merkt dat de uitdagingen in het zachte deel van bedrijfsovername per bedrijf ver uiteen kunnen liggen. ‘Wat die uitdagingen zijn, is zó breed. Heel platgeslagen komt het er bij alle uitdagingen op neer dat er niet

wordt gecommuniceerd over gevoelens die er wel zijn.’

Bij familiale overnames zijn werk en privé onlosmakelijk met elkaar verbonden en zijn er ook andere gezinsleden bij betrokken. Van den Bighelaar: ‘Bij een familiale overname kun je een ontzettend groot meningsverschil hebben tijdens het werk. Maar je moet vervolgens wel weer samen aan tafel kunnen zitten. Bij een niet-familiale overname hoef je elkaar in je vrije tijd niet tegen te komen.

Bovendien ken je elkaar binnen het gezin door en door en voel je je vrijer om dingen tegen elkaar te zeggen. Bij een niet-familiale overname kun je wel een meningsverschil hebben, maar blijf je vaak iets fatsoenlijker. Dat geeft een andere dynamiek, waardoor dingen soms wat rationeler worden opgelost. Er wordt vaker gekeken naar hoe iets kan in plaats van naar hoe iets voelt.’ Ouder en kind lopen op het erf continu met twee petjes op en bij een overname wisselen die petjes ook nog eens. Jarenlang had de ouder het petje ‘baas’ op en het kind het petje ‘helper’. Bij een overname verschuift die verhouding. Het kind wordt de baas en de ouder wordt helper of zet een van zijn petjes af. ‘Die wisseling van rollen zorgt vaak voor veel emoties’, merkt Vangeenberghe. Ze geeft als tip dat het kan helpen om een familiale overname te behandelen als een niet-familiale overname. ‘Stel je voor dat het niet je kind is, maar een buitenstaander. Of dat je niet het bedrijf van je ouders overneemt, maar dat van een vreemde. Geef je die reactie als ouder of als werkgever? Of geef je die reactie als kind of als medewerker?’

Idiote dingen zijn niet idioot

Een andere emotie die bij een familiale overname kan komen kijken, is dat de woning op het erf ook altijd het thuis is geweest van de andere kinderen in het gezin. ‘Vaak zijn alle kinderen opgegroeid op het bedrijf. Daardoor hebben ze er een band mee. Het is belangrijk om te bespreken wat die band is en hoe ze het vinden dat er een opvolger is’, vindt Van Houten. Vangeenberghe geeft een praktijkvoorbeeld. ‘Als de overnemer nu in het huis woont, is het niet leuk als iedereen binnenloopt alsof het hun ouderlijk huis is. Soms wordt zelfs een nieuwe keuken gezet om te tonen dat er nu iemand anders woont.’

Ook als twee kinderen het bedrijf overnemen kan zo’n woning zorgen voor emoties, beschrijft ze met een voorbeeld. ‘Een van de overnemers woonde samen met zijn partner in het ouderlijk huis, waar ook het kantoor was. Voor de overnemer die niet in het huis woonde, voelde het als binnendringen om wat in het kantoor te checken. Zij hebben nu een kantoor in de stal gebouwd.’

Een ander voorbeeld is een vader en zoon die intensief gingen samenwerken, waardoor hun band intenser werd. ‘Ma was altijd de rechterhand van de boer, maar de zoon nam die plaats in, waardoor de rol van de moeder veranderde. Het lijken idiote dingen, maar ze kunnen echt voor ongemak zorgen.’

Debat versus dialoog

Praten, praten en nog eens praten. Dat is volgens de specialisten de gouden regel voor een succesvolle overname. ‘Doe dat vanuit een energie dat je met elkaar de dialoog aan wilt gaan. Wees ook geïnteresseerd in de ander, oprecht geïnteresseerd. Dat heeft te maken met je houding en gedrag’, zegt Van Houten. ‘En zorg dat er genoeg tijd is’, vervolgt hij. ‘Neem tijd voor elkaar, zodat je het gesprek niet hoeft af te raffelen.’

Om informatie over bedrijfsovername makkelijker beschikbaar te maken, bestaat in België het Kenniscentrum voor Bedrijfsopvolging (KCBO), een samenwerking tussen Boerenbond, Groene Kring, KBC Bank en SBB Accountants & Adviseurs. Sinds 2014 zetten deze organisaties hun kennis en ervaring in om landbouwbedrijven binnen de familie goed te kunnen overdragen. Sinds 2024 richt het KCBO zich ook op overnames buiten de familie. Er zijn inmiddels allerlei handige tools beschikbaar, zoals podcasts, bro-

rationele als de emotionele kant. Het idee is dat er op de website webinars, workshops, checklisten en vragenspellen te vinden zijn, evenals contactgegevens van onafhankelijke gespreksleiders. ‘We zijn hard bezig om dit allemaal klaar te maken voor deze zomer. Het wordt een centrale plek waar je als overdrager, opvolger, of betrokken familielid zoals een broer, zus of partner de juiste informatie en ondersteuning kunt vinden’, vertelt Coen van den Bighelaar, portefeuillehouder bedrijfsovername bij NAJK. Alle informatie over bedrijfsovername op één plek

chures en praktische werkvormen. Denk aan vragenlijsten om samen het gesprek aan te gaan of spelletjes die helpen om gevoelige onderwerpen bespreekbaar te maken. Ook in Nederland wordt gewerkt aan zo’n landelijk loket. Het NAJK werkt samen met het onderwijs, LTO, ministerie van LVVN, Vereniging van accountants en belastingadviseurs (VLB) en Vereniging Agrarische Bedrijfsadviseurs (VAB) aan een website waarop iedereen met vragen over een agrarische bedrijfsovername terecht kan, over zowel de

Volgens Vangeenberghe kan het ook goed helpen om elkaars karakter te kennen. Wat zijn de sterktes en zwaktes van iemand, wat voor type persoon is diegene? ‘Ook al komen twee kinderen uit hetzelfde nest, het kan zijn dat je ze allebei op een andere manier moet benaderen om hetzelfde resultaat te krijgen, om in harmonie samen te werken.’

Een andere tip die Vangeenberghe meegeeft, is om een overlegmoment in te lassen. Dat hoeft geen vergadering van twee uur te zijn, maar kan kort gaan over wat er speelt. ‘Bij een niet-familiale overname is dat heel gewoon, maar binnen een familie voelt dit vaak raar’, weet ze. Om het gesprek te beginnen geeft ze als tip om een pot te vullen met briefjes met daarop vragen die de betrokkenen nog hebben rondom de overname. ‘Haal er tijdens een overlegmoment een briefje uit en beantwoord, indien nodig na overleg, die vraag. Bijvoorbeeld “wanneer wisselen we van woning?”. Het kan helpen om dit spelenderwijs te doen.’

Een andere tip die ze geeft, is een krant of vakblad lezen. Vaak staan daar verhalen in over familiebedrijven en bedrijfsovernames, zowel binnen als buiten de sector. ‘Een gesprek kan met zo’n verhaal als aanleiding eenvoudig beginnen.’

Onafhankelijke gespreksleider

Alle drie de specialisten raden aan om een externe gespreksleider in te schakelen. Daardoor hoeft niemand binnen het gezin de leiding te pakken, want dat zorgt al voor een bepaalde energie. ‘Dan bedoel ik niet iemand die al jaren aan de keukentafel zit, zoals de boekhouder. Het moet iemand zijn die blanco in het bedrijf komt’, zegt Van den Bighelaar. Hij vindt dat belangrijk omdat zo iemand gezond kritisch kan kijken en doorvraagt. Het is een frisse wind die onafhankelijk is en iedereen goed uitvraagt. Vangeenberghe vult aan: ‘Van een externe wordt sneller aanvaard dat hij of zij op een vraag antwoord wil hebben, want “als de tijd rijp is”, is geen antwoord.’ Soms moet het volgens haar tot een grens komen dat het bijna, maar net niet ontploft. Op die grens wordt er veel uitgesproken en benoemd. Er is misschien nog geen oplossing, maar alles ligt wel op tafel. Die grens is volgens

Vangeenberghe overigens verschrikkelijk moeilijk. ‘Ga je over die grens, dan doen sommigen hun mond niet meer open. Een externe kan erbij helpen die grens te bewaken.’ Kies wel voor iemand met kennis van de sector, raden Van den Bighelaar, Vangeenberghe en Van Houten aan. ‘Diegene moet gevoel hebben voor zowel het emotionele als het rationele, een connectie kunnen maken tussen gevoel en euro’s. Het moet iemand zijn die niet over het gevoel van mensen heen loopt, maar die ook snapt wat mogelijk is om de overnamesom rond te krijgen’, zegt Van den Bighelaar. Niet iedereen, zoals broers en zussen die niet overnemen of partners, hoeft overal bij betrokken te worden. Belangrijk is wel dat iedereen zich gehoord voelt. Bij gesprekken over hoe de bedrijfsvoering wordt overgedragen, hoeven de andere kinderen niet te zitten. Maar als het gaat over wie de eigenaar is van gebouwen en grond en hoe en wanneer de overdracht gebeurt, moet dat volgens de specialisten op zijn minst aan de andere kinderen worden verteld. Van den Bighelaar: ‘Je gaat de “hobby” van je ouders voortzetten met de erfenis van je broers en zussen. Want als het bedrijf niet wordt voortgezet, hebben zij een veel groter kindsdeel dan wanneer je het bedrijf wel voortzet. Het is zoeken naar een evenwicht waarbij de familie bij elkaar blijft en het bedrijf kan bloeien.’

Visie delen

Wat als de neuzen niet dezelfde kant op staan? ‘Een samenwerkingsvorm heeft dan weinig zin’, merkt Vangeenberghe. ‘Het is dan niet samenwerken, maar tegenwerken. De een geeft gas en de ander staat op de rem.’ Soms heeft het ook even tijd nodig. Van den Bighelaar: ‘Als het gesprek vaker wordt gevoerd en de beweegredenen duidelijk worden, kan er soms na een tijd wel wederzijds begrip komen, waardoor een overname wel mogelijk wordt.’

Lukt het echt niet? Dan kunnen de wegen wat betreft het bedrijf beter scheiden. Een overname is een groot moment in het proces van een familiebedrijf, weet Van Houten. ‘Je draagt of neemt maar één keer over in je leven. Dan zou ik zeggen: zorg dat het goed gebeurt.’ l

Thuisverbruik van vlees neemt opnieuw toe

MAATSCHAPPIJ – In 2024 aten Belgen gemiddeld 28,1 kg vlees en gevogelte per persoon, goed voor een stijging van 1 procent ten opzichte van het jaar ervoor. Dat blijkt uit een analyse van aankoopgegevens van 6.000 Belgische gezinnen door YouGov in opdracht van VLAM.

Kip blijft met kop en schouders de populairste vleessoort (8,82 kg per capita), maar ook rundvlees boekte een bescheiden groei: van 4,39 naar 4,43 kilo per persoon. De voorkeur voor rund stijgt opvallend met de leeftijd. Varkensvlees daalde licht. Qua vleesversnijdingen winnen de laatste jaren vooral gehakt en kleine versnijdingen zoals reepjes en blokjes aan populariteit. Bewerkte producten vertegenwoordigen intussen bijna twee derde van het aangekochte volume. Dit aandeel

van bewerkt groeit de laatste jaren. Binnen het onbewerkte vlees verschuift de voorkeur van grote stukken (zoals steak, filet, kotelet) naar kleine stukken (zoals blokjes, reepjes, sneetjes).

Binnen de totale categorie vlees-vis-vegetarisch hebben vlees en gevogelte een volumeaandeel van 83 procent. Vis volgt op ruime afstand met 12 procent, plantaardige alternatieven bengelen achteraan met slechts 4 procent. Nagenoeg elk gezin (99%) koopt jaarlijks vlees of gevogelte. De aankoopfrequentie stijgt al enkele jaren, tot gemiddeld 58 keer per jaar in 2024. De houding van de Belg tegenover vlees blijft overwegend positief: slechts 9 procent van de Belgen staat er negatief tegenover. Smaak, variatie en vertrouwdheid blijven de

Belgisch vaccinatieverbod tegen ibr uitgesteld naar 1 november

GEZONDHEID – De uiterste datum om te vaccineren tegen ibr in België is nu officieel verlengd tot 1 november 2025. Dat besluit is recent gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. Minister Clarinval had eerder al aangegeven het vaccinatieverbod uiteindelijk te willen uitstellen tot 1 november 2027.

De mogelijkheid om te vaccineren tegen ibr geldt niet voor alle bedrijven. Bedrijven met het statuut ‘ibr-vrij’ of ‘gE-negatief in transitie’ mogen hun dieren niet vaccineren. Bedrijven met het statuut ‘besmet’ mogen dat wel. Bedrijven waar een ibr-haard is vastgesteld, moeten zelfs verplicht vaccineren tegen ibr.

Het thuisverbruik van rundvlees nam ook in 2024 opnieuw toe

belangrijkste troeven. Dat blijkt dan weer uit de Vleestracking die iVox uitvoerde in februari 2025 in opdracht van VLAM. Zo geeft de helft van de consumenten aan bewust te kiezen op basis van herkomst.

Het Staatsblad meldt ook dat alle runderen van een bedrijf met het statuut ‘besmet’ of ‘geschorst’ alleen nog rechtstreeks naar een door het FAVV aangeduid slachthuis mogen. Dat betekent onder meer dat kalveren afkomstig van deze bedrijven niet meer naar een kalvermesterij kunnen.

Extra heffingen op Russische kunstmest

ECONOMIE – Vanaf juli komen er extra heffingen op Russische kunstmest. Dat schrijft internationaal persbureau Reuters naar aanleiding van het goedkeuren van deze tarieven door het Europees Parlement. De extra heffingen zouden beginnen met 40 tot 45 euro per ton en oplopen tot een tarief van 430

Europa is voor meer dan een kwart afhankelijk van Russische meststoffen

euro per ton tegen 2028 en moeten de Russische oorlogseconomie afzwakken. Daarnaast moeten ze Europa minder afhankelijk maken van Russische meststoffen en krijgen Europese meststoffenproducenten meer economische kansen. Volgens Reuters is Europa op dit moment voor meer dan een kwart afhankelijk van Russische meststoffen. Copa Cogeca, de koepelorganisatie voor Europese landbouwers en landbouwcoöperaties, maakt zich zorgen over het effect van deze tarieven op de prijs van kunstmest. ‘De voorgestelde verhoging van de tarieven op meststoffen kan de productiekosten aanzienlijk opdrijven, in een tijd waarin meststoffen al een van de grootste uitgaveposten voor boeren vormen. Zonder toegang tot betaalbare meststoffen worden boeren geconfronteerd met een afnemend concurrentievermogen, dalende inkomens en mogelijke verstoringen die de voedselzekerheid in de EU aantasten’, aldus Copa Cogeca.

De organisatie eist een grondige impactanalyse van deze sancties en wijst op het belang van alternatieven voor Russische meststoffen. Een alternatief voor Russische meststoffen ziet Copa Cogeca in renure, ook wel kunstmest uit dierlijke mest genoemd. Ook pleit de organisatie in een visiepaper voor afwijken van de Nitraatrichtlijn. ‘Zo kunnen boeren meer dierlijke mest gebruiken op bijvoorbeeld graslanden en andere gewassen zonder de waterkwaliteit in gevaar te brengen’, aldus de organisatie. Verder dringt Copa Cogeca aan op een betere afstemming tussen milieuwetgeving, zoals de Nitraatrichtlijn, de cadmiumgrenzen voor fosfaatmeststoffen en het Carbon Border Adjustment Mechanism (CBAM), om te voorkomen dat boeren dubbel worden bestraft door overlappende regels. Copa Cogeca vraagt ook om importheffingen en antidumpmaatregelen voor meststoffen uit betrouwbare, niet-Russische landen af te schaffen.

Waar ligt de bodem?

– De huidige voederwaardeprijzen zijn berekend door Wageningen Universiteit (WUR) op 13 mei 2025. De waarde van 1000 vem (kvem-prijs) stijgt iets naar 24,4 eurocent, terwijl de waarde van eiwit stevig blijft zakken en nu op 52,8 eurocent per kg dve staat.

– In de onderstaande tabel met de voederwaardeprijzen staan verschillende producten opgesomd met bijhorende voederwaarde. De voederwaarde van het product wordt berekend aan de hand van de cijfers die WUR publiceert. Er wordt daarbij een vergelijking gemaakt tussen de marktwaarde en de voederwaarde. Belangrijk om te weten is dat men enkel producten mag vergelijken die vergelijkbaar zijn. Bij een voederwaardeprijs onder de 100 is het voedermiddel prijstechnisch interessant. Evalueer ook eerst welke producten in het rantsoen passen en kies binnen deze producten de goedkoopste optie.

– De eiwitprijzen zijn gedaald. De sojaprijs is nu al een aantal weken stabiel. De grootste schommelingen worden echter veroorzaakt door de koers van de euro/dollar. Daarbij blijft de markt onzeker vanwege de handelsoorlog die Trump voert. Momenteel wordt er door de heffingen van Trump veel aangekocht in Zuid-Amerika. Dit zet de Amerikaanse soja nog verder onder druk. De prijs is echter afgelopen weken toch nog wat gedaald, ondanks de naar beneden bijgestelde oogstvoorspellingen door het droge weer. DDGS blijft nu stabiel, maar is moeilijk leverbaar.

– De graanprijzen zijn de afgelopen weken gedaald. Over het algemeen zijn de omstandigheden en de verwachte opbrengsten zeer goed in de meeste gebieden. In Brazilië zijn de omstandigheden voor de maisoogst zeer goed. De graanoogst in Australië gaat naar verwachting wel wat minder zijn dan vorig jaar, maar nog steeds bovengemiddeld. Door de dalende markt blijven kopers wachten, waarmee de markt gevoelig is voor paniekreacties. De markt kan dus snel omslaan. De graanmarkt houdt bovendien de geopolitieke situatie tussen Oekraïne en Rusland en de handelsoorlog nauwlettend in de gaten.

– De vulmiddelen zijn over het algemeen relatief aan de prijs. Vergelijk voordat je koopt. – De bijproducten zijn de afgelopen weken gestegen in prijs.

ENERGIE- EN EIWITPRIJZEN VOER

in eurocenten, excl. btw (bron: Wageningen Livestock Research)

VOEDERWAARDEPRIJZEN

(bron: Liba)

juni 2025

m/m = vergelijking t.o.v. vorige maand y/y = vergelijking t.o.v. dezelfde maand vorig jaar

Zoek, vervang en bespaar

Voederwaardeprijzen geven de verhouding weer van de voederwaarde van mengvoer, grondstoffen en bijproducten in relatie tot de marktprijs. Bij een voederwaardeprijs onder de 100 procent is het voedermiddel prijstechnisch interessant.

voederwaardeprijs (€/ton)vevi marktprijst.o.v.voederwaardeprijs(%) bewaringsverlies(%)

bron:

Bron:

NUCHTERE KALVEREN

NUCHTERE KALVEREN

BROUTARDS LIMOUSIN

bron: Veemarkt Les Hérolles (Fr.)

BROUTARDS

Bron: veemarkt Les Hérolles (Fr.) Bron:

KOEIEN BELGISCH WITBLAUW BROUTARDS BLONDE D’AQUITAINE

KOEIEN BELGISCH WITBLAUW

Bron: Veemarkten België

Bron: veemarkten België

STIEREN BELGISCH WITBLAUW

STIEREN BELGISCH WITBLAUW

KARKASPRIJZEN

KARKASPRIJZEN WERELDWIJD

land waarde mei 2025 trend (m/m**)

Groot-Brittannië 831,83

Bron: European Market Observatories

Bron: European Observatories

Uruguay 405,54

Europa 640,82

Australië 381,73

Verenigde Staten 663,85

Nieuw-Zeeland 426,69

Argentinië 402,01

Brazilië 324,43

*euro/100 kg geslacht gewicht stieren =

**m/m = vergelijking t.o.v. vorige maand

AGENDA

KEURINGEN EN PRIJSKAMPEN

5 juli Open nationale vleesveekeuring, Rhenen

12 juli Fokveedag Belgisch witblauw, Sluis

19 juli Provinciale fokveedag Belgisch witblauw, Wulpen

21 juli Fokveedag blonde d’aquitaine, Bogaarden

23 juli Regionale prijskamp Belgisch witblauw, Geel ten Aard

25 juli Nationale keuring blonde d’aquitaine, Libramont

26 juli Nationale keuring Belgisch witblauw, Libramont

16 augustus Vleesveekeuring, Enter

12-14 september Nationale Franse limousinkeuring, Baraqueville (Frankrijk)

VOORUITBLIK

VEILINGEN

18-19 juni Veiling limousin, Boisseuil (Frankrijk)

27 september BAC stierenveiling, Laren

BEURZEN, STUDIEVERGADERINGEN, DEMODAGEN

25-28 juli Landbouwbeurs, Libramont

16-18 september Space, Rennes (Frankrijk) 7-10 oktober Sommet de l’Elevage, Clermont-Ferrand (Frankrijk)

Raadpleeg de website veeteeltvlees.be of veeteeltvlees.nl voor een actuele en uitgebreide stand van zaken.

COLOFON

VeeteeltVlees is een uitgave van CRV BV in opdracht van Coöperatie CRV ua. De leden van de Coöperatie CRV ontvangen VeeteeltVlees gratis, als onderdeel van het lidmaatschap. VeeteeltVlees verschijnt maandelijks.

redactie hoofdredacteur Wim Veulemans redactie Inge van Drie, Jaap van der Knaap, Wichert Koopman, Grietje de Vries, Quinten den Hertog, Justine Poppe foto- en beeldbewerking Simone Smit, Rogier van der Weiden

vormgeving René Horsman, Esther Onida eindredactie Lieke van den Broek hoofd CRV-magazines Jaap van der Knaap

redactie-adres

Nederland: postbus 454, 6800 AL Arnhem telefoon 026 38 98 800

Vlaanderen: Buchtenstraat 7, 9051 Sint-Denijs-Westrem telefoon 078 15 44 44 fax 09 363 92 06 e-mail veeteelt@crv4all.com

abonnementsprijs/jaar

Nederland en België € 104,00, overige landen € 168,00. In combinatie met abonnement op vakblad Veeteelt bedraagt een abonnement € 173,00 per jaar, overige landen € 299,00 per jaar. Prijzen excl. btw. Abonnementen zijn gebaseerd op kalenderjaar en worden jaarlijks in februari gefactureerd. Opzegging is mogelijk per kwartaal. Bel voor opgave van een abonnement: België: CRV Klantenservice (078 15 44 44) e-mail klantenservice.be@crv4all.com

Nederland: CRV Klantenservice (088 00 24 440) e-mail klantenservice.nl@crv4all.com

advertentie-afdeling

Karen Dammer en Froukje Visser postbus 454, 6800 AL Arnhem telefoon (+31)(0)6 53 16 85 29 e-mail advertenties@crv4all.com

illustraties/foto’s

De foto’s zijn van de eigen fotodienst van VeeteeltVlees. Uitzonderingen zijn de foto’s/illustraties van Theo Janssen (6-7), MacGregor Photography (7), Bernd Rietberg (10), Ruben Smit (12), Lindsay Loterman (13), Robin Goodlad Photography (21), Eric Elbers (21), Stephanie Beelaert (22),

JULI RASSPECIAL BRITISH BLUE

Wie het fokkerijnieuws volgt, kan zich even verslikt hebben bij het bericht over Solway View Tate, een van de duurste witblauwstieren aller tijden. Het ras British Blue, Brits blauw, is al jaren een buitenbeentje vergeleken met de fokkerij op het vaste land. In het julinummer gaan we dieper in op dit ras, de werking van het stamboek en spreken we met enkele vleesveehouders tijdens de veiling van Carlisle. Verder staan er in dit nummer een aantal nieuwe grasverhalen gepland, en een verslag van de eerste zomerkeuringen.

Regine Foket (24), Lucy Keijser (26), Harrie van Leeuwen (31), Mark Pasveer (31), en BBG (35).

Overname van artikelen is alleen toegestaan na toestemming van de redactie. Hoewel aan de samenstelling van de inhoud de meeste zorg is besteed, kan door de redactie geen aansprakelijkheid worden aanvaard voor mogelijke onjuistheden of onvolledigheden. Alle auteursrechten en overige intellectuele eigendomsrechten ten aanzien van (de inhoud van) deze uitgave worden uitdrukkelijk voorbehouden. Deze rechten berusten bij CRV BV c.q. de betre ende auteur. Artikelen uit VeeteeltVlees mogen uitsluitend verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden na schriftelijke toestemming van CRV.

Druk: Senefelder Misset, Doetinchem ISSN 01.68-7565

Nieuwe

flyer voor

kortingsactie separatiehekwerk

Met het meinummer van VeeteeltVlees ontving u een flyer met informatie over een kortingsactie voor de aanschaf van separatiehekwerk. Met dit hekwerk kan in veel stallen een oplossing worden gerealiseerd om dieren te separeren van het koppel, zodat medewerkers veilig hun werk kunnen doen. En dat geldt natuurlijk ook voor uzelf. In de flyer was helaas een verkeerde QR-code opgenomen voor stalinrichtingsleverancier DSD. Een aangepaste flyer is te downloaden van de website van CRV.

Scan hiervoor de eerste QR-code. Scannen van de tweede QR-code brengt u rechtstreeks naar de website van DSD Stalinrichting.

KI-Actie

Bedrijfskleding helpt u en CRV-medewerkers

Separatiehek voor een veilige en werkomgevingefficiënte

te separeren voor de dienstverlening, verkleint u het risico op ongevallen en voldoet u direct aan de wet- telijke verplichtingen. Dit beperkt niet alleen uw aansprakelijkheidsrisico, maar zorgt er ook voor dat u tijd bespaart en efficiënter kunt werken. In samenwerking met Spinder, DSD en Royal de Boer hebben wij

Een goede bedrijfshygiëne voorkomt de insleep van dierziektes op uw bedrijf. Medewerkers van CRV werken op meerdere bedrijven en zijn zich zeer bewust van hun verantwoordelijkheid. U kunt het ons gemakkelijk maken door schone bedrijfskleding klaar te hangen. Zo werken we samen aan een gezonde veestapel.

Degelijke en comfortabele overalls met het logo van CRV zijn te bestellen via de webshop. De overalls zijn verkrijgbaar in verschillende maten in dames- en herenmodel.

Kijk in de webshop van CRV of scan de QR-code

Bwb-proefstier Gims de Glaumont ki-code 945283

geboren: 14-01-2023

schofthoogte: 131 cm (+4) 19 mnd. gewicht: 742 kg 19 mnd. 36 cm op 19 mnd.

BAIGNEUR DE TOHOGNE

verkoper: Cédric Wenkin, Bertrix

fokker: Cédric Wenkin, Bertrix haarkleur: witblauw

IDÉFIX VAN TERBECK

RÉCETTE DE TOHOGNE

ESPERANTO VAN PERENHOF

VALSEUSE DE GLAUMONT

ADAJIO DE BRAY

EFFIE VAN TERBECK

ATTRIBUT DU FOND DE BOIS

NORVÉGIENNE DE TOHOGNE

SHERIFF DE CENTFONTAINE

VIEFKE VAN PERENHOF

STARTER DE ST FONTAINE

ODILE DE GLAUMONT

Gims is een zoon van Baigneur met een mooi fenotype. De jonge stier heeft een aantal goede genomische fokwaarden voor karkasgewicht en karkasrendement. Bovendien zijn ook zijn vruchtbaarheidsfokwaarden op basis van zijn DNA-profiel veelbelovend.

NEDERLAND BELGIË

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.