
Beierse pinzgauers op Noord-Duits bedrijf

Aandacht voor dierenwelzijn wint terrein


Draadloos weiden neemt een vlucht




![]()

Beierse pinzgauers op Noord-Duits bedrijf

Aandacht voor dierenwelzijn wint terrein


Draadloos weiden neemt een vlucht








Verzeker uzelf ervan dat BVD zich niet (weer) over u bedrijf verspreidt door de geboorte van BVD-virusdragers. Zeker op bedrijven met zoogkoeien kunnen dragerkalveren zeer snel veel virus verspreiden. Met BVD Oorbiopten spoort u BVDvirusdragers direct na de geboorte op. Bovendien combineert u het nemen van het oorbiopt met een handeling die u toch al doet. Zo werkt u eenvoudig aan een BVD-vrij bedrijf.
Meer weten?
www.gddiergezondheid.nl/bvdoorbiopten



GD LOOPT VOOROP IN DIERGEZONDHEID VOOR GEZONDE KOEIEN EN MEER WEERSTAND
RUBRIEKEN
5 Van de redactie
6 Fokkerijnieuws
19 CRV-coöperatienieuws
32 Uit de dierenartspraktijk: zinvolle terugkoppeling van slachtgegevens
34 Managementnieuws
36 Marktinfo voer
37 Marktinfo vee
38 Agenda
39 CRV-bedrijfsnieuws
HOOFDARTIKEL
8 Steeds meer aandacht voor dierenwelzijn in de vleesveehouderij
REPORTAGE
14 Pinzgauers: Beierse vleeskoeien op Noord-Duits melkveebedrijf
MANAGEMENT
16 Draadloos weiden neemt een vlucht
24 Wat staat er in mijn gras?
28 Serie gezondheid: mycoplasma
KEURINGEN
20 Elegant vrouwelijk en terugkerende kampioenen in Erpe-Mere
30 Robijn schittert in Ge en
DE BOERIN
31 Inspirerende boerin: Anita Heijdra













keuring Erpe-Mere gras samenstelling van de grasmat



Astrid Brandl:
‘Pinzgauers zijn sobere en harde dieren, die prima jaarrond buiten kunnen’
Anita Heijdra:
‘Ik blijf verbonden met al die krachtige vrouwen uit de agrarische sector’

BIJ DE COVER

Deze pinzgauer toont zijn Zuid-Duitse power in het noorden van Duitsland (foto: Quinten den Hertog)






































Een debat over dierenwelzijn is de voorbije jaren nooit echt ver weggeweest. Maar de voorbije zomer kreeg het toch net wat meer aandacht. Een bijzonder uitgebreid rapport als dat van het Europese voedselagentschap EFSA is niet zomaar te negeren. Niet alle maatregelen die erin opgenomen werden, zullen hun toepassing krijgen in de komende jaren. Maar als sector moeten we ons wel bewust zijn van het kompas dat dit rapport zal zijn naar de toekomst.
Sommige voorstellen in het debat klinken ons als nogal idealistisch in de oren, maar het is wel de visie vanuit een wetenschappelijke hoek. Het probleem is dat dierenwelzijn hier enkel vanuit het oogpunt van dat dierenwelzijn wordt bekeken. Het breder plaatje ontbreekt. Een veehouder dient naar het geheel te kijken. En op dat moment loert niet alleen het welzijn van hun dieren om de hoek, maar ook hun gezondheid en de economische en praktische haalbaarheid van een maatregel. Veel vleesveehouders voelen zich in dit debat terecht overvallen. Nieuwe regels lijken steeds vaker in beton gegoten alvorens ze aan een sector worden voorge-
WIM VEULEMANS HOOFDREDACTEUR
legd en enigszins gedragen worden. Dat de Nederlandse vleesveesector in dit debat eigenlijk niet de kans kreeg om zijn stem te laten horen, maakt dit alleen maar sterker. Het is een gemiste kans. Niet alleen de politiek, maar ook de dierenwelzijnsorganisaties moeten zich realiseren dat de haalbaarheid van een voorstel mede bepaald wordt door diegenen die de verandering moeten waarmaken. Voorstellen die extremen opzoeken, openen weliswaar makkelijk een debat, maar dragen zelden bij tot een open en constructief debat. Anderzijds mag het debat ook niet stilvallen door angst. Daar waar het kan, is investeren in een beter welzijn niet verkeerd. Het kan – zoals onderzoek bij kalveren aantoont – zelfs zorgen voor betere technische resultaten. In dit alles mogen we de boer ook niet vergeten. Een maatschappij die aandacht heeft voor dierenwelzijn, heeft ook aandacht voor de veehouder. Ook in hem moet je dan investeren. Want als we dierwaardig willen produceren, moet het ook menswaardig blijven om boer te zijn.
Midden augustus vond op een nieuwe locatie, Manege ’t Leijerweerd, de jaarlijkse vleesveekeuring in Enter plaats. Verbeterd roodbont hield, net als piemontese, een keuring op het buitenterrein bij de manege. Bij verbeterd roodbont stonden een kleine zeventig dieren in de catalogus vermeld. Uit deze ruime groep werden in de namiddag uiteindelijk twee algemeen kampioenen verkozen. Marnix Knetemann van Knedo Stables uit Wijdewormer wist met zijn bekende Knedo Daisy Duke het algemeen kampioenschap vrouwelijk binnen te halen. Ondertussen is deze Remcodochter bijna vijf jaar en in die periode behaalde ze al meermaals mooie prijzen. Ze werd ook kampioene vrouwelijk ouder dan drie jaar. De jongere vrouwelijke kampioene, van 1 tot 2 jaar, was Rolinka van de Oude Smidse, een Rinusdochter van de familie De Smit uit Amstelveen. Zij werd ook Miss Toekomst.
Nala Nz, een vier maanden oude dochter van Groot Rassert 646, won het jongste kampioenschap. Zij is gefokt bij vof Nagel uit Putten. De familie Westerink uit Oldebroek had met haar Bunthoeve Coba 48 ook een kampioene in Enter. Deze dochter van Boris won de titel bij de vaarzen van 4 tot 12 maanden. Pollie van de Jacobushoeve, een vijfjarige stier, won het algemeen kampioenschap bij

de stieren. Pollie is een zoon van Latorro, geboren op het bedrijf van Bert van Abeelen en nu eigen aan de familie Van Deuveren uit Speuld. Deze stier won ook het kampioenschap bij de stieren ouder dan twee jaar.
Bij de jongste groep stieren, deze van 0 tot 4 maand, was de titel voor een anderhalf maand oude zoon van Turbo Lans G uit de
Het aantal ingeschreven dieren bij piemontese was met iets meer dan 25 stuks in de catalogus wat beperkt. Calluna Hoeve’s Elmo, een jonge zoon van Vicon en eigen aan de familie Boer uit Papenvoort, won zowel het
algemeen kampioenschap als de titel bij de stieren van 7 tot 12 maanden. Hij werd ook gekozen als Mister Toekomst.
Vof Van de Sande-van Dijk uit Haaren won met Wessel (v. Dumper) de titel bij de stieren

kampioenskoe Daisy Duke van Knetemann. Hugo Nz (v. Norbert) won de titel bij de stieren van 4 tot 12 maand oud. Hugo is gefokt door vof Nagel uit Putten en werd ook gekozen als Mister Toekomst.
Met Zenardzoon Pedro won het bedrijf Donkersteeg Agrarische Dienst uit Harskamp de titel bij de stieren van een tot twee jaar.
van 0 tot 7 maanden oud. Zij hebben voortaan ook de Enterse kampioene bij de vaarskalveren tot 7 maanden in hun stal: Abbey, een dochter van Corallo.
Romtra H is dan weer de kampioensvaars van 7 tot 12 maanden. Deze Extradochter is gefokt op De Hei, bij Bas Basemans uit Oisterwijk.
De oudste kampioene in Enter was dit jaar Rosa, een koe van ruim tien jaar oud. Deze dochter van Zaffiro is eigen aan de lokale Enterse vleesveehouder Boomkamp.
De stal van Hengsteboer uit Nieuwleusen had twee kampioenen in Enter. Natasja 63, een anderhalf jaar oude dochter van Dumper, won de titel bij de vrouwelijke piemonteses van 1 tot 3 jaar. Daarnaast werd ze ook aangeduid als Miss Toekomst. Stalgenote Natasja 58 won dan weer de titel bij de koeien van 3 tot 5 jaar. Deze dochter van Uforobot werd ook algemeen kampioene.
De algemeen kampioenen bij piemontese: Natasja 58 (v. Uforobot) en Calluna Hoeve’s Elmo (v. Vicon)
Arnaud de Lie, Belgisch profwielrenner bij Lotto:
Uit: Het Laatste Nieuws, 30 augustus 2025
In het Franse Lezay had begin september de Franse nationale keuring voor blonde d’Aquitaine plaats. Met Royaume en Sirène kreeg het Franse ras twee topdieren als nationale boegbeelden.
De grootste Franse keuring kende met zo’n driehonderd dieren echter een lagere opkomst. De aangescherpte sanitaire regels, ook door blauwtong, zorgde voor een verhoogde deelnamedrempel. Zo konden een aantal fokkers niet afreizen naar Lezay. Gedurende twee dagen diende een vierkoppige jury, bestaande uit Bertrand Milon, Alex Hontang, Marc-Antoine Cazals en Benoît Peschard, de driehonderd dieren te plaatsen. Op dag twee van de keuring kozen zij een aantal nieuwe nationaal kampioenen. Algemeen kampioen bij de vrouwelijke dieren werd uiteindelijk Sirène van Eric Ceron. Sirène is een dochter van Noctanebo en pakte in Lezay ook de titel bij de volwassen koeien. De jury omschreef haar als een ruim ontwikkelde koe met breedte en sterkte in de rug. De algemeen kampioen bij de stieren

werd Royaume, een zoon van Mustang, in eigendom van de drie fokkers Michallet, Planté-Moulet en fokkerij Des Grandes Trèves. Royaume werd omschreven als een complete stier met bijzondere vleeskwaliteiten.
De jongste kampioenen in Frankrijk werden de stier Vinagrier (v. Rocheteau) en de vaars Versailles (v. Fromant). De fokstier Horfe is
Op zaterdag 2 september heeft een nieuwe stierenveiling plaats met een aanbod van blondestieren uit het BAC-opfok- en -teststation in Laren.
In augustus 2000, 25 jaar gelden, is er gestart met het BAC-opfokproject voor blondes, des-
tijds in Uithuizermeeden bij Kees Dekker. De eerste veiling zou toen in maart 2001 plaatsvinden, maar een uitbraak van mkz verhinderde dat. Een eerste veiling had dan plaats in juni 2001. In het aanbod zitten uiteindelijk tien stieren
Tabel 1 – Gegevens van alle aangeboden stieren op de BAC-veiling in Laren
dan weer de vader van zowel de kampioensstier als de kampioensvaars in de middengroep, respectievelijk Ultimo en Uhabia. Het beste zoogstel in Lazay was Ohara (v. Hannibal) met haar kalf Aladdin (v. Stewball). De beste vleeskwaliteiten lagen bij Tictac (v. Olive) en Illicodochter Uneidole.
die een centrale opfok hebben doorstaan en waarvan diverse prestatiegegevens bekend zijn. De fysieke veiling op 27 september start om 14.00 uur, de presentatie van de stieren is voorzien vanaf 11.00 uur.
De veiling is ook te volgen via farmersbid.com
naam geboren vader mv. fokker schofth. ontw. rastype bs ben.
BAC Vince 07-06-2024 Rodeo GD Titan H. Visscher, Dalfsen
BAC Versace v.d. Menningweer 28-03-2024 D.C. Skyline Manitou De Menningweer, Grootschermer
BAC Vic van de Menningweer 25-03-224 Louis Obama De Menningweer, Grootschermer
BAC Vigo 01-04-2024 Louis Darling H. Stegeman, Laren
BAC Victorian 24-08-2024 Naruto Arlequin H. Stegeman, Laren
BAC Westerstreek Vario 19-05-2024 Bak. Sergio Mark De Westerstreek, Oldebroek
BAC Vert 31-03-2024 Max Hilario E. Neerincx, Elst
BAC Viagra v.d. Woeste Hoeve 05-06-2024 Podium Glorieux J. Schilder, Hoogwoud
BAC Vw v.d. Woeste Hoeve 01-06-2024 Structure v.d. WH Jasmin J. Schilder, Hoogwoud











Rondom het welzijn van rundvee, ook vleesvee, beweegt er momenteel bijzonder veel. Zowel in het maatschappelijk debat als op politiek niveau ontwikkelen zich nieuwe initiatieven. Een Europees adviesstuk rond het welzijn van vleesvee en een nieuw Nederlands wetsvoorstel rond het houden van dieren zijn daar voorbeelden van.
WIM VEULEMANS
Midden juli verscheen een nieuw uitgebreid opinierapport (van 195 pagina’s) van de Europese voedselveiligheidsautoriteit EFSA over de gangbare welzijnsissues in de vleesveehouderij en dit op vraag van de Europese Commissie. Eerder verscheen al een gelijkaardig rapport over melkvee. Het rapport biedt een wetenschappelijke onderbouwing voor mogelijk toekomstige Europese wetgeving, die ook invloed zal hebben op vleesveehouders in Nederland en Vlaanderen. In het rapport is er aandacht voor onder meer huisvesting, voeding, fokkerij, ingrepen aan het dier en het monitoren van dierenwelzijn via welzijnsindicatoren. Momenteel is het welzijn van runderen in de Europese Unie geregeld via een algemene Dierenwelzijnsrichtlijn 98/58/EG. Daarin is geen specifieke regelgeving voor
vleesvee opgenomen. In de nabije toekomst kan dit anders zijn, waarbij de Europese Commissie toekomstige regelgeving mogelijk (mede) wil baseren op dit EFSArapport. Het opinierapport is genuanceerd: het geeft geen zwart-witoordeel, maar benoemt waar er ruimte is voor verbetering. Deze nuance is een gevolg van de diversiteit van de Europese vleesveehouderij, zowel in rassen als in houderijsystemen.
Algemene, weinig specifieke regels
Naast deze globale blik op de Europese vleesveehouderij stelt het rapport, ondanks de diversiteit en verscheidenheid in de Europese sector, ook een aantal aanbevelingen richting de Europese Commissie. Deze aanbevelingen splitst EFSA op naar de verschillende
doelgroepen. Richting veehouders zijn er zo diverse aanbevelingen omtrent voeding, huisvesting en omgang met de runderen. Een van die aanbevelingen richt zich op de ruimte die elk dier zou moeten hebben, het advies spreekt een voorkeur uit naar meer dan 13 m2 per dier vanaf een gewicht van 400 kilo, met een ruimte aan de voerplaats van minimaal 60 cm per dier. In de Europese vleesveehouderij wordt veelvuldig gebruikgemaakt van roostervloeren, die het welzijn van de dieren kunnen beperken. In het rapport wordt een duidelijke voorkeur uitgesproken voor het houden van vleesvee op stro. Eveneens stellen de auteurs in het rapport dat het natuurlijke gedrag van runderen gestimuleerd moet worden via verrijking en groepshuisvesting. Een vrije toegang tot buitenloop is daarbij aangewezen, waarbij er wel beschutting tegen warmte en koude nodig is, voldoende drinkwater én bescherming tegen predatoren. Wat drinkwater betreft, is er een advies richting open drinkbakken met een beschikbaar debiet van 15 tot 20 liter per minuut. Dieren moeten ook voldoende structuurrijk voer krijgen, bij voorkeur ruwvoer.
Het rapport schrijft ook over het beperken van verminkingen, waarbij verwezen wordt naar castratie, maar ook onthoornen. Beide kunnen enkel op advies van een dierenarts. Ook het frequent mengen van diergroepen wordt niet geadviseerd. Omtrent fokkerij gaat het advies ook vrij ver, het fokken op homozygote dikbilkalveren moet beperkt worden, aldus het rapport. Het EFSA-rapport doet ook een aantal aanbevelingen naar onderzoek, zoals naar structuurrijke rantsoenen, de langetermijneffecten van een aantal ingrepen en naar de effecten van meer ruimte op het welzijn en gedrag van de dieren.
Het EFSA-advies zal mogelijk gebruikt worden als wetenschappelijke basis voor aangescherpte EU-regels voor runderen, vergelijkbaar met wat al bestaat voor varkens en pluimvee. Hoewel nog niet wettelijk bindend, is het EFSA-advies een belangrijk signaal voor de richting waarin de sector zich moet en kan bewegen. In Vlaanderen zijn er onder meer in de Vlaamse Raad voor Dierenwelzijn ook al meermaals discussies gevoerd over het welzijn van runderen. Als voorbeeld noemt Els Goossens, adviseur diergezondheid bij Boerenbond, een advies over de verplichte beschutting voor de dieren op de weide. ‘De raad heeft minister Weyts geadviseerd beschut-
ting op de weide te verplichten na een voldoende lange overgangsperiode’, vertelt Goossens. ‘Daarbij moeten veehouders ook de nodige ruimte en advies krijgen om dit te kunnen implementeren op hun bedrijf.’ Voor de landbouworganisatie is het belangrijk dat toekomstige regels naar welzijn voldoende gedragen worden vanuit wetenschappelijk onderzoek, gekoppeld aan terreinkennis. ‘We moeten vermijden dat we hier maatregelen nemen die zo beperkend zijn voor een groep veehouders dat ze uit de markt geduwd worden’, stelt Goossens. ‘Maatregelen moeten daarom onderbouwd worden op breed, wetenschappelijk advies, maar ook in zijn geheel bekeken worden.’ Verder is het voor Goossens belangrijk dat er ook gekeken wordt wat er in Europa gebeurt. ‘Ook daar is afstemming van regels en verplichtingen nodig.’
Meer dan 7000 bezwaren tegen AMvB
In Nederland sluit dit aan bij de koers richting een meer dierwaardige veehouderij, onder andere via de gelijknamige Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) en het recent ondertekende convenant Dierwaardige Veehouderij, waarbij een aantal sectorpartijen verschillende afspraken hebben genoteerd in overleg met andere markt- en ketenpartijen en betrokken dierenwelzijnsorganisaties. Zo vermeldt het convenant de afspraak om onthoornen van kalveren te verbieden per 2040, weidegang te stimuleren en verder onderzoek te doen naar het houden van het kalf bij de koe. De Dierenbescherming stelt, zoals verwoord in haar deltaplan, voor om het kalf minstens drie maanden bij de koe te houden.
In het convenant Dierwaardige Veehouderij staat niets over de Nederlandse vleesveehouderij. En dat betreurt Wouter Hartendorf, voorzitter van de vakgroep vleesveehouderij van LTO Nederland. ‘We waren inderdaad niet betrokken bij de afspraken die gemaakt werden in het convenant’, stelt Hartendorf. De voorzitter meldt dat de vakgroep een voorzet heeft gedaan tijdens een gesprek met de Dierenbescherming, maar dat daar voor vleesvee voorlopig weinig urgentie was.
Iets dergelijks stelt ook Teus Kreuger, dierenarts en voorzitter van de LTO-vakgroep kalverhouderij. ‘In het convenant zijn we als kalversector deels buitenspel gezet door een ngo’, zegt hij. ‘Voor mijn aantreden als voorzitter was het overleg tussen de Dierenbescherming en de kalversector gestopt. Het heeft moeite gekost om de gesprekken weer op gang te brengen, met als gevolg dat er nog geen
Els Goossens, adviseur diergezondheid Boerenbond:
‘Maatregelen moeten onderbouwd worden op breed, wetenschappelijk advies, maar moeten ook in zijn geheel bekeken worden’
volledige overeenstemming was toen het convenant getekend werd. We hebben wel een addendum met een aantal afspraken aan het convenant toegevoegd. Dat addendum is ondertekend door de kalversector, samen met ZuivelNL en de Centrale Organisatie voor de Vleessector, COV, maar het convenant zelf niet.’
De afspraken in het convenant hebben een vrijwillig karakter en gaan verder dan de wetgeving, zoals die wordt voorgesteld in de Algemene Maatregel van Bestuur, die zich richt op de vier grootste diersectoren: pluimvee (alleen kippen), varkens, melkvee en vleeskalveren. Er zit soms echter verschil tussen de nota van toelichting in deze AMvB en de juridische teksten.
De Nederlandse Algemene Maatregel van Bestuur is zodoende min of meer een wettelijke verankering van de sectorafspraken. ‘Tot 5 augustus liep hierover een internetconsultatie, waarbij alle opmerkingen nu door het ministerie verwerkt worden’, vertelt Kostijn van Ginkel, adviseur vleesveehouderij bij LTO. Er zijn zo meer dan 7000 reacties ingeleverd. Mogelijk volgt er daarop een bijsturing, waarbij de tekst dan voorgelegd wordt aan het parlement. ‘Daarna gaat de tekst nog naar Europa en de Raad van State’, gaat Van Ginkel verder. De verwachting is evenwel niet dat het huidige Nederlandse kabinet dit dossier kan afronden.
Financiële gevolgen
Voor Kreuger is het belangrijkste voorstel in de AMvB het instellen van een autoriteit op het gebied van dierenwelzijn. ‘Die moet controleren of de opgelegde maatregelen haalbaar zijn voor de sector, zowel praktisch als financieel’, stelt hij. In de AMvB wordt een aantal nieuwe maatregelen voorgesteld, die onder andere gericht zijn op de kalversector. Groepshuisvesting vanaf veertien dagen per 2030 is daar een voorstel van. ‘Dat geldt in de toekomst voor kalveren bij de melkveehouder, omdat kalveren vanaf dan niet vóór 28 dagen van het bedrijf af mogen.’
‘Wat wel opvalt, is dat kalveren straks op het kalverbedrijf niet meer individueel gehuisvest mogen worden’, reageert Kreuger. ‘En dit ondanks het advies van veel experts om de kalveren gedurende enkele dagen solo te laten acclimatiseren.’
Nederland spreekt een duidelijke ambitie naar groepshuisvesting uit

Zoals Kreuger al aanstipte, is een andere voorgestelde maatregel de transportleeftijd: vanaf 2028 moeten kalveren minstens 28 dagen oud zijn voor ze op transport gaan. Hartendorf benoemt het onthoornen als een impactvolle maatregel. ‘We mogen daarbij niet voorbijgaan aan het feit dat dieren met horens in Nederland ook vaak in natuurgebieden grazen en waar dan burgers tussen recreëren. Dat vormt zo een groter risico voor elkaar en de veehouders.’ De vakgroepvoorzitter vleesveehouderij noemt in één adem ook het verbod op castratie als een risico. ‘Het gebeurt niet veel meer, maar sommige vleesveehouders castreren nog, zodat ze later de ossen nog even op de weide kunnen houden. Die dieren zijn dan veel rustiger, omdat ze hun “natuurlijke drang” niet meer hebben’, verduidelijkt Hartendorf. ‘Die gaan niet meer snel aan de wandel in het dorp, waar ze vervolgens de kans lopen door de politie te worden doodgeschoten.’
Vanaf 2030 is volgens de concept-AMvB het gebruik van drinkspenen in een natuurlijke zoogpositie tot de leeftijd van zes weken verplicht. ‘Als kalveren dan vanaf vier weken binnenkomen, moeten kalverhouders ze voor twee weken laten drinken met een speen, om ze daarna “gewoon” te leren drinken uit een trog. Qua arbeid en extra investering een zware kost’, stelt Kreuger. Wat de concrete invulling van de zoogpositie dan wel is, is vooralsnog niet duidelijk.
De meeste zorgen heeft de kalversector over de extra ruimte die kalveren zullen moeten hebben vanaf 2030. ‘Afhankelijk van de leeftijd gaat dit tot 2,20 vierkante meter per kalf. Dit is een enorme financiële opgave voor de sector’, verduidelijkt Kreuger. ‘Die kan de sector niet alleen aan.’ Maar de LTO-voorzitter kalverhouderij heeft nog een bezorgdheid. ‘De welzijnsvloeren, waar wij overigens ook achter staan, hebben ook financiële consequenties. Daartegenover zijn er dierenwelzijnsorganisaties die vragen de kalveren te houden op dichte vloeren met stro.’ Bij de zoogkoeienhouders bestaat er volgens Hartendorf de vrees dat er veel meer bij komt kijken. ‘Het gaat voor onze veehouders om veel meer dan elke maatregel op zich’, stelt hij. ‘Kijk naar de voorstellen over de ruimte per dier. Heeft een veehouder de financiële ruimte voor die ruimte per dier? Kortom, het gaat dan ook om rende-
Zogen tot minimaal zes weken oud kan verplicht worden

De Nederlandse universiteit van Wageningen (WUR) berekende de impact van de verschillende maatregelen in de voorgelegde Algemene Maatregel van Bestuur. Voor de totale Nederlandse veehouderij, die bestaat uit melkvee, kalveren, varkens en pluimvee, komen de totale maatregelen neer op een investering van 5,9 tot 8,4 miljard euro tot 2040. De potentiële investering is met bijna 4 miljard het hoogst in de melkveehouderij. Varkens zijn goed voor een eenma-
lige investering van circa 2 miljard. Deze investeringskosten zijn eenmalig. Daarnaast gaat de WUR-analyse uit van jaarlijkse extra kosten, inclusief opbrengstderving, van 1,3 tot 2,1 miljard euro per jaar. Omgerekend is dit 52 tot 88 euro per Nederlands huishouden per jaar. Gemiddeld genomen neemt de winkelprijs met 6 tot 9 procent toe. In de kalverhouderij zijn de extra kosten per bedrijf doorgerekend, waarbij de extra investering in ruimte en welzijnsvloeren het meest
ment en ook: lukt het met een aanpassing van bijvoorbeeld een vergunning, zoals een stikstofvergunning?’
Kalveren per twee
Een verhoogde leeftijd voor transport van kalveren heeft vooral impact op bedrijven die de stierkalveren vrij vroeg verhandelen. Voor de zoogkoeienhouderij is dat niet meteen het grootste probleem, al kan volgens LTO-adviseur Kostijn van Ginkel de mogelijke interpretatie van deze maatregel nog wel problemen opleveren als een koe in de weide kalft en de veehouder beide daarna veilig naar de stal wil brengen.
Meer impact kan de maatregel hebben die bepaalt dat kalveren in 2030 vanaf de leeftijd van 14 dagen minstens per twee moeten zitten. Recent gaf dierenarts Hans Van Loo van de buitenpraktijk UGent hierover een webinar dat georganiseerd werd door het Wetenschappelijk Referentiecentrum Dierenwelzijn Landbouwhuisdieren, RefWel, een kenniscentrum met als doel het verbeteren van het dierenwelzijn van landbouwhuisdieren. In die presentatie wees Van Loo op de kijk die de consument heeft op ‘social housing’ van kalveren. Daarbij verwees hij naar een enquête op de Minnesota State Fair, waar 66 procent van de bezoekers de kalveren liefst per twee zag en zelfs 76 procent een voorkeur had voor nog grotere groepen. Van Loo toonde ook aan dat het houden van kalveren in duo’s naast welzijnsvoordeel ook voor betere technische resultaten kan zorgen. ‘Verschillende onderzoeken hebben aangetoond dat kalveren die per twee zitten, meer krachtvoer opnemen en beter groeien, vooral kalveren die een hogere melkgift, tot negen liter per dag, krijgen’, stelt hij. ‘Deze kalveren tonen meer speelgedrag en zijn gemiddeld ook gezonder.’
Ook na het spenen houden de voordelen aan. Zo kennen kalveren die per twee zijn gehuisvest, amper stress bij het spenen. ‘Kalveren die alleen gehuisvest zijn, stoppen bij spenen een of twee dagen met krachtvoer te eten’, verduidelijkt Van Loo. ‘Zij die per twee zijn gehuisvest, vreten gewoon verder.’
bepalend is. WUR houdt rekening met een meerkost van 62.000 tot 68.000 euro per jaar, per bedrijf actief met rosékalveren. Voor blankvleeskalveren loopt dit bedrag op richting 155.000 tot 171.000 euro per bedrijf per jaar. Ter vergelijking: voor de melkveesector rekent WUR op 34.000 euro per jaar. Als men rekening houdt met alle genoemde maatregelen voor de melkvee, loopt dit bedrag op tot 136.000 euro extra kosten per jaar.
Ook de sociale adaptatie is beter bij de groep kalveren die per twee werden gehouden. Ze passen zich in hun verdere leven beter aan bij veranderingen, ook in voeding, en kennen minder stress. ‘Dat laatste is zelfs gemeten’, gaat Van Loo verder. ‘Hun vocalisatie is minder, net als hun cortisolniveau.’
Onderzoek toont volgens Van Loo aan dat de voordelen van kalveren per twee huisvesten wegvallen als er te lang gewacht wordt voor het starten hiermee. ‘Vermoedelijk kan dit het best gebeuren voordat ze dertig dagen oud zijn, maar het lijkt erop dat dit ideaal gezien vanaf zeven dagen leeftijd gedaan wordt’, verduidelijkt Van Loo.
Klein leeftijdsverschil belangrijk
Per twee vergt voor veel vleesveebedrijven wel een aanpassing. Dat geeft ook Mathieu Frijlink van Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO) aan.
‘Op ILVO hebben we steeds twee hokken bij elkaar geplaatst. Met wat aanpassingen kunnen we tussen beide melkveekalveren na enkele weken het tussenschot weghalen’, verduidelijkt Frijlink. Volgens Van Loo en Frijlink is het daarbij wel belangrijk dat beide kalveren eenzelfde leeftijd hebben. ‘Het verschil tussen beide kalveren mag niet te groot zijn’, geeft Frijlink aan. ‘Competitie tussen beide moet je vermijden.’
Voor Van Loo is een maximaal leeftijdsverschil van niet meer dan zeven dagen aangewezen. ‘En twee kalveren in één hutje is niet aan te raden. We merken dat de kalveren frequent bij elkaar in dezelfde iglo gaan liggen, maar het is toch belangrijk dat ze voldoende ruimte hebben.’
De dierenarts geeft wel aan dat alle voorgenoemde onderzoeken zijn uitgevoerd met melkvee, maar in de regel ook wel zullen opgaan voor vleesvee. ‘Met de Universiteit Gent zijn we deze maand gestart met een vergelijkbaar onderzoek op twee Vlaamse vleesveebedrijven om te onderzoeken of de effecten gelijkaardig zijn. Op deze bedrijven gaan we telkens twee groepen kalveren opvolgen, een deel blijft solo in de boxen, een deel per twee.’
Een andere maatregel die in Nederland ter tafel ligt, is
Hans Van Loo, dierenarts UGent:
‘Kalveren die alleen gehuisvest zijn, stoppen bij spenen een of twee dagen met krachtvoer eten’


deze om kalveren tot de leeftijd van zes weken met een speen te laten zogen. Ook deze zal impact hebben, zeker op bedrijven die momenteel hun kalveren snel leren drinken in een emmer. De achterliggende reden van deze maatregel is de natuurlijke zuigreflex van kalveren. Van Loo verwijst naar de slokdarm-sleufreflex, die belangrijk is bij het opnemen van de melk en het ontwikkelen van het spijsverteringsstelsel. Daarvoor is ook de hoogte van de speen belangrijk. Veehouders merken vaak op dat de kalveren na het geven van de melk aan elkaar beginnen te zuigen, ‘cross-sucking’ genaamd. Men beschouwt dit als ongewenst gedrag bij de kalveren. Uit onderzoek blijkt dat kalveren die via een zuigemmer melk drinken, dit minder lang doen dan wanneer ze gewoon drinken. ‘Dat effect doet zich vooral voor in de eerste vijftien minuten na het verstrekken van de melk,’ verduidelijkt Van Loo. ‘Het is dus belangrijk om kalveren in die tijd bezig te houden.’ Een speenemmer verkort die tijd dus, maar volgens de dierenarts zijn er nog meer mogelijkheden. Een speen die de melk trager doorlaat, verlengt de drinktijd en verkleint dus de kans op crosssucking. Net als veel melk verstrekken. ‘Bij ons minder bekend, maar in het buitenland maakt men soms gebruik van de “braden bottle”’, vertelt Van Loo. ‘Dat is een speciale fles met krachtvoerkorrels die de dieren via een speciale speen kunnen opnemen.’
Kalf bij koe in onderzoek Natuurlijk gedrag is ook een reden waarom het debat over kalf bij de koe vaak gevoerd wordt. Een besluit hierover is door de politiek nog niet genomen, maar het debat zal de komende jaren wel vaker opduiken. ILVO-onderzoeker Frank Tuyttens informeerde recent veehouders over dit thema via het webinar waar ook Van Loo sprak. Ook hij verwees in zijn presentatie naar het natuurlijk gedrag van runderen. Als voorbeeld noemde hij het drooglikken van een kalf door de moeder. Ze verwijdert zo niet alleen het amnionvocht op het kalf, het likken stimuleert ook de ademhaling en het prent ook de eigen geur in. Daarnaast stimuleert het drooglikken het rechtop gaan staan van een kalf. Het zuigen aan een speen is volgens de onderzoeker van ILVO ook een gedragsbehoefte van een kalf.
Verhinder je dat, dan geeft dat stress, wat de oorzaak kan zijn van abnormaal gedrag, zoals cross-sucking. Diverse onderzoeken hebben zowel de voor- als de nadelen van het kalf bij de koe vergeleken. Bij melkvee resulteert dat natuurlijk in minder verkoopbare melk, maar ook in stress als de kalveren op latere leeftijd van de koe worden gescheiden en wanneer hun band volledig heeft kunnen vormen. Voordelen zijn wel het invullen van de gedragsbehoefte bij koe en kalf en specifiek voor het kalf een betere groei, minder afwijkend gedrag, beter sociaal gedrag en zelfs een groter leervermogen. In zijn webinar verwees Tuyttens ook naar diverse onderzoeken omtrent het beste moment om het kalf van de moeder te scheiden. EFSA concludeerde in 2023 dat de vitaliteit van een kalf al vanaf een paar uur bij de moeder beter werd en de groei na vier dagen bij de moeder al significant beter was. De kalveren hadden bij minimaal twee weken bij de moeder minder diarree en bij twaalf weken was hun sociale competentie al beter. Ook over het gewenste systeem zijn er diverse onderzoeken uitgevoerd. Maar hierbij is het ook belangrijk om te beseffen dat de burger in deze materie weinig bereid is tot compromissen, bleek uit zijn presentatie. Amerikaans onderzoek heeft immers aangetoond dat burgers enkel voorstander zijn van een volwaardig kalf-koecontact, dus eigen kalf met eigen moeder. Tuyttens formuleerde in zijn webinar ook een aantal aanbevelingen die hij samenstelde vanuit inzichten van het EFSA en de Vlaamse Raad voor Dierenwelzijn. Op korte termijn zou hij de sector graag zien evolueren naar een systeem waarbij het kalf toch een goede 24 uur bij de moeder blijft, maar het dan kort erna te separeren alvorens de band volledig is gevormd. Daarna kunnen de kalveren dan in kleine groepen gehouden worden. Voor het welzijn van de dieren en voor het maatschappelijk draagvlak raadt hij de sector aan om op langere termijn te evolueren naar een langer kalf-koecontact. Maar vooral stelt hij dat het belangrijk is dat de sector het gesprek hierover aangaat met de burger en engagement neemt om het steeds beter te gaan doen. Ook het feit dat dit een stevige investering zou betekenen, vraagt om extra debat op de langere termijn. l
(Oasis de la Ferme Des Croix x Charmeur van Perenhof)
Op 25 mnd.: 1032 kg en 137 cm (+3)
Ki-code: 945260
⊲ Zeer hoge eigenprestaties
⊲ 91 punten bespiering
⊲ Past op alle veel gebruikte bloedlijnen

Wilt u sperma van Dorure of andere stieren bestellen, bezoek dan onze webshop op shop.crv4all.nl of shop.crv4all.be

Vanuit haar geboortestreek in HoogBeieren bracht Astrid Brandl een koppeltje pinzgauerkoeien naar het licht glooiende noorden van Duitsland. De kudde van dertig dieren is een bescheiden tak op een grootschalig melkveebedrijf.
Maar de pinzgauers zijn wel de dieren waar de dierenarts/veehoudster het meeste plezier aan beleeft.
TEKST WICHERT KOOPMAN
Samen met haar man Jens Timmering en compagnon Maraike Schaffer heeft Astrid Brandl in Badbergen in de Noord-Duitse deelstaat Nedersaksen de zorg over een grootschalig akkerbouw- en melkveebedrijf met 650 hoogproductieve holsteinkoeien en 850 stuks jongvee op 600 hectare grond. Brandl, die is opgeleid als dierenarts, werkt met hart en ziel tussen het melkvee en is gedreven om uit de koeien te halen wat erin zit. Maar als de heimwee naar haar ‘Heimat’ in het Zuid-Duitse Beieren te groot wordt, trekt ze zich ’s avonds met een biertje terug bij haar kudde pinzgauers, De pinzgauer is een weinig voorkomend dubbeldoelras, dat voornamelijk in bergachtige gebieden in Oostenrijk en het zuiden van Duitsland wordt gehouden. De naam van het ras is ontleend aan de bakermat: de Oostenrijkse regio Pinzgau. Op bergboerderijen worden pinzgauerkoeien gemolken, maar er zijn ook bedrijven waar de dubbeldoeldieren uitsluitend voor het vlees worden gehouden. Pinzgauers hebben een karakteristieke aftekening met een witte streep over de rug en buik en egaal rood of zwart gekleurde onderbenen. Het ras staat te
Badbergen
naam Timmering-Brandl Milch KG
eigenaren Jens Timmering (55), Astrid Brandl (49, foto) en Maraike Schaffer (29)
arbeid 14 vaste medewerkers (waaronder 7 melkers) en diverse losse krachten en stagiairs bouwplan 240 ha mais, 120 ha tarwe, 140 ha gras, 70 ha aardappelen, 30 ha suikerbieten
Duitsland
veestapel 650 melk- en kalfkoeien, 850 stuks jongvee en 30 pinzgauers
boek als vriendelijk, zelfredzaam en robuust. Het vlees wordt geroemd vanwege de kwaliteit.
Van noord naar zuid en vice versa
Astrid Brandl kocht zo’n twintig jaar geleden uit liefhebberij haar eerste pinzgauerkalf op een veiling in Oostenrijk, niet ver van haar geboortegrond op een melkveebedrijf in Hoog-Beieren. ‘Ik wist al jong dat ik met vee wilde werken en besloot daarom diergeneeskunde te gaan studeren’, vertelt ze. ‘Tijdens een stage in de Amerikaanse staat Michigan maakte ik kennis met een voor mij nieuwe benadering van diergezondheidszorg. Dat wekte mijn interesse in het veemanagement op grote melkveebedrijven en daarom besloot ik een periode te gaan werken in een praktijk in het noorden van Duitsland.’ Brandls plan was om de kennis die ze in Noord-Duitsland opdeed, over te brengen op de nog meer traditioneel boerende veehouders in Beieren. Het liep anders toen de jonge dierenarts haar man Jens leerde kennen en zich samen met hem stortte op de ontwikkeling van het melkveebedrijf van zijn ouders in Badbergen.
Helemaal losgelaten heeft de dierenarts haar plannen overigens niet. Zo zijn er op het bedrijf vaak studenten uit het zuiden te vinden. En later startte ze alsnog een adviespraktijk. ‘Ongeveer eens in de maand reis ik voor een week af naar Beieren, waar ik een vaste groep bedrijven begeleid. En ook op afstand ondersteun ik deze veehouders met veterinair advies’, legt ze uit.
Jaarrond naar buiten
In de tijd dat hun dochter in het noorden van het land verblijft, verzorgen Brandls ouders, die inmiddels gestopt zijn met de melkveehouderij, haar pinzgauers. ‘Maar ik miste ze als ik in Badbergen was en besloot twee drachtige dieren hierheen te

halen. Later kwam daar een stier bij’, zo verklaart ze de aanwezigheid van de bergrunderen op het glooiendeland. Dit koppel koeien is inmiddels uitgegroeid tot een kudde van zo’n dertig dieren, mannelijk en vrouwelijk en van jong tot oud. De veestapel in Beieren wordt langzaam afgebouwd.
In Badbergen hebben de pinzgauers hun eigen strohok in een recent nieuw gebouwde stal voor kalfkoeien. Vanuit de stal kunnen de dieren altijd, zomer en winter, de weide in.
‘Pinzgauers zijn sobere en harde dieren, die prima jaarrond buiten kunnen verblijven’, verklaart Brandl.
Voor de fokkerij maakt ze gebruik van een eigen stier, maar ze koopt ook sperma van de beste ki-stieren uit Beieren. ‘Naast eigenschappen voor vleesproductie, zoals groei en bespiering, selecteren we op geboorte- en afkalfgemak. De koeien kalven nu vanzelf en dat willen we graag zo houden’, legt ze uit.
Verhaal en vleeskwaliteit helpen afzet
Vooralsnog worden alle vaarskalveren aangehouden en een deel van de stierkalfjes gaat weg voor de fokkerij. De overige stieren worden gecastreerd en opgefokt voor de vleesproductie. ‘Het vlees van deze ossen verkopen we in pakketten van 10 kilo aan een groep vaste particuliere klanten. Die zijn erg te spreken over de kwaliteit van het ossenvlees, dat erg mals is’, vertelt Brandl. ‘Juist vanwege de smaak en kwaliteit van het vlees zien we ook mogelijkheden voor afzet naar delicatessenwinkels en in de horeca. We merken dat hier wel interesse voor is.’ Het karakteristieke uiterlijk van de dieren en het verhaal achter de pinzgauers helpt bij de afzet van het vlees, ervaart de veehoudster. ‘Maar de pinzgauerkudde is een blijft een hobby’, zo bemoeit echtgenoot Jens zich lachend met het gesprek. ‘Bergrunderen zijn als mensen uit de bergen: ze zien er mooi uit, maar ze kunnen ook erg eigenwijs zijn.’ l





















Nog niet zo lang geleden klonk draadloos weiden als sciencefiction.
Inmiddels wordt het systeem al enkele jaren in de praktijk toegepast.
Wereldwijd zijn zes bedrijven actief op de markt en sinds dit jaar ook de eerste twee in Nederland. De dure technologie is nog volop in ontwikkeling.
TEKST SJOERD HOFSTEE
‘Hoor je die piepjes zo nu en dan? Je kunt wel zien dat die koe het interessant vindt om steeds de grens van de vreetlijn op te zoeken. Ze weet precies hoe vaak zij geluidssignalen kan krijgen voordat er een schok volgt van de virtuele draad’, zegt Andreas Pelle. Hij is medewerker op het bedrijf van Johan Bjørneby in het Noorse Ås, waar ze 55 vleesveekoeien met jongvee houden op 210 hectare grond. Noorwegen is een groot land, waarin slechts 3 procent geschikt is voor agrarisch gebruik. Veel percelen bevatten ook nog eens veel stenen. Wellicht is het juist daarom dat in 2011 het eerste bedrijf dat draadloos weiden op de markt bracht, hier werd opgericht onder de merknaam Nofence. Enkele jaren geleden kwam daar zelfs een tweede Noorse aanbieder bij: Monil. Deze richt zich meer op melkvee dan Nofence.
De twee Noorse bedrijven zijn naast Vence (Verenigde Staten), Halter (Nieuw-Zeeland), e-Shepherd/Gallagher (Nieuw-Zeeland) en sinds dit jaar Collie (Nederland) de partijen die een systeem voor draadloos weiden op de markt brengen.
Draadje schuiven via de app
‘Dit is het derde seizoen dat wij hiermee werken’, vertelt de Noor Andreas Pelle. ‘Tot vorig jaar kende de apparatuur wel wat kinderziektes. Je moet dan denken aan vocht in de halsbanden, waardoor ze defect raakten en enkele waren niet bestand tegen stoten in de voerbox in de stal. Monil heeft daaraan gewerkt en we hebben nu eigenlijk nooit meer problemen.’
Pelle laat zien hoe het systeem werkt. Met een app op zijn telefoon schuift hij de virtuele draad op. Meestal reageren de dieren daar meteen op. Vervolgens schuift hij ook de achterste virtuele draad op, net zoals bij traditioneel stripgrazen. In minder dan een minuut tijd heeft hij de dieren een strook vers gras verstrekt. Pelle stipte al aan dat het systeem nog niet overal volledig de kinderziektes is ontgroeid. En ook de ontwikkelingen zullen de komende jaren doorzetten. Daarbij richt ook niet elke aanbieder zich op exact dezelfde doelgroep. Wat opvalt bij het systeem van Monil, waar Andreas Pelle mee werkt, is dat de sensor boven op de nek van de koeien is geplaatst. De halsbanden zitten vrij strak, maar ze zijn niet veel groter dan de halsbanden die koeien om hebben die bij een melkrobot lopen.
Dat is een groot verschil met die van de andere Noorse aanbieder, Nofence. Deze halsbanden met blokken onder aan de hals wegen wel 5 kilo. Ze ogen zeer robuust, maar ook erg massaal. Zeker in een stal voor melkvee kan dit wellicht voor problemen zorgen. Oda Westby van Nofence licht toe dat dit bedrijf zich ook vooral richt op vleesvee, droge koeien en ouder jongvee, schapen en geiten die gedurende een bepaalde periode buiten lopen. Nofence heeft dan ook geen plannen om de Nederlandse markt te betreden. Dat ligt anders voor Monil. Dat is niet alleen in Noorwegen actief, maar ook in de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk en het bedrijf onderzoekt de mogelijkheden om zich vanaf volgend jaar op de Nederlandse markt te richten. Ook start het vanaf volgend jaar met de verkoop in Zweden. Eerder kan niet, omdat dit Scandinavische land tot 1 januari 2026 het systeem verbiedt in verband met zorgen over dierenwelzijn, gerelateerd aan de elektrische schokjes die een dier krijgt wanneer het niet of te laat op de geluidsimpulsen reageert. Om dezelfde reden verbieden landen als Duitsland, Denemarken en Zwitserland deze systemen tot op heden ook. In Nederland en Vlaanderen staat de wet het wel toe dat het systeem een echte draad vervangt die ook schokken kan geven.
De tarieven en opbouw daarvan verschillen per aanbieder. Gebruikers van Monil betalen 250 euro per halsband en dus per koe. Hierop krijgen ze vijf jaar garantie. Boven op die kosten komt 50 euro per dier per jaar als abonnementskosten voor het gebruik van het systeem en de ondersteunende software. Bij Nofence liggen de kosten op 339 euro per halsband als eenmalige investering met ook vijf jaar garantie. De abonnementskosten liggen bij Nofence op 4,50 euro per maand; voor bedrijven met minder dan vijftig dieren op 6,50 euro. Daarmee hanteren de aanbieders uit Noorwegen een andere prijsopbouw dan bijvoorbeeld Vence en Halter. Die vragen een startinvestering van circa 8500 euro in een basisunit. Die unit moet ervoor zorgen dat er altijd een goede gps-connectie is. Op grote vlakten, met soms bergketens rondom, zoals in de Verenigde Staten en Australië, is dat veel vaker een issue dan in bijvoorbeeld Nederland en Vlaanderen. Halter en Vence rekenen beide hierbij opgeteld ook circa 50 euro per jaar als abonne-
Daniël Reisman, algemeen directeur Collie:
‘Draadloos weiden geeft extra arbeidsplezier. Het is een moderne manier om weidegang goed toe te passen’

Met behulp van de app krijgen de koeien er eenvoudig een strook gras bij
mentsgeld, maar daarvoor krijg je de halsbanden met de sensoren erbij. Deze aanbieders zijn echter minder relevant voor Europa, omdat zij op deze markt niet, of in ieder geval nog niet, actief zijn.
Gallagher gestart in Nederland
Dat ligt anders bij het Nieuw-Zeelandse Gallagher met hun e-Shepherd. Sinds deze maand werken de eerste drie melkveebedrijven in Nederland met dit systeem. Gebruikers van het systeem betalen eenmalig 290 euro per halsband plus 3 tot 4 euro per maand abonnementskosten voor het gebruik van de software. ‘Doet de veehouder de hele winter de halsbanden af en gebruikt deze de software dus niet, dan rekenen wij daarvoor ook geen kosten’, vertelt Sarah Adams van Gallagher. ‘Wat wij ook anders aanbieden dan andere partijen, is dat op een bedrijf vrouwelijk jongvee boven de 200 kilo ook een halsband met sensor kan dragen. Deze dieren zijn nog in de groei, maar omdat onze sensoren onder de hals hangen, is dit mogelijk. Eens in de drie maanden moet je dan wel de halsbanden iets ruimer zetten.’
Via een samenwerking met Barenbrug werkt Gallagher aan de mogelijkheid om de grasgroei via satellieten te meten en dit met de sensoren te verbinden. Op basis van de grasgroei en de wensen van drogestofopname kan de draad dan automatisch opschuiven. Dit systeem is echter nog in ontwikkeling en zeker niet vóór volgend jaar praktijkrijp voor de Europese markt. Wel praktijkrijk bij de
e-Shepherd is een extra tool om gezondheidsproblemen en tocht te herkennen. Gallagher doet dit via een samenwerking met Nedap. Ook Halter biedt dit aan. Hiervoor moeten gebruikers wel zo’n 30 euro extra abonnementskosten betalen.
Collie haalt de koe ook op
Zover is de Collie nog niet. Deze Nederlandse start-up is sinds vorig jaar actief op de markt en werd een paar jaar geleden opgericht door Chris Bloomfield, die als ingenieur eerst bij Halter werkte. Samen met Kibet Kipkemoi en Daniël Reisman ontwikkelde hij het systeem, dat vergelijkbaar werkt als Halter, alleen zonder basisstation, en zich vooreerst echt op de Europese markt richt. ‘In deze markt zijn wij, naast Halter, de enige die virtuele fencing in één en dezelfde sensor combineren met virtual herding. Zo noemen we het dirigeren van de dieren, door middel van trillingen via de halsbandsensor, naar een bepaalde plek. Je kunt het zien als een ophaalfunctie die het systeem extra in zich draagt’, licht Reisman toe. Collie verkocht dit jaar hun systeem aan vijftien melkveehouders. De opstartkosten bedragen 5000 euro ongeacht de grootte van het bedrijf. Daarna kan gekozen worden voor een vierjarig contract en garantie, waarbij de halsbanden eenmalig 220 euro kosten, of een achtjarig contract en garantie, waarbij de halsbanden eenmalig 400 euro kosten. Daarbij komen bij beide vormen 40 euro abonnementskosten per dier per jaar. Leasen kan ook, dat kost 110 euro per jaar per dier. Opgeteld vraagt dit toch snel een investering van minimaal enige tienduizenden euro’s met daaroverheen de nodige jaarlijkse kosten. Toch noemt Reisman de grote interesse en animo niet vreemd. ‘Natuurlijk is arbeidsbesparing een reden waarom veehouders voor dit systeem kiezen, maar je kunt er ook beter en gemakkelijker door weiden. Onze app geeft bijvoorbeeld exact aan hoeveel are oppervlakte je het koppel erbij geeft als je de virtuele draad opschuift. Als je dat koppelt aan gegevens die je met de graslandmeter verzamelt, kun je heel precies sturen op drogestofopname. Vooraf inplannen dat de draad verschoven wordt, is inmiddels ook mogelijk. Daarmee kan het stripweiden eenvoudig altijd doorgaan, bijvoorbeeld ook als je niet thuis bent.’ Volgens Reisman resulteert dit bij de meeste gebruikers in meer uren weidegang, meer opname aan weidegras en een betere gezondheid. ‘En veel boeren geeft het ook extra arbeidsplezier. Het is echt een moderne manier om weidegang goed toe te passen.’ l
Onderzoekers van Wageningen UR voerden afgelopen voorjaar een proef uit van vijf weken op de Dairy Campus in Leeuwarden met 64 koeien, verdeeld in vier groepen, met het Nofence-systeem. Ze concludeerden onder andere dat er geen significante verschillen in voeropname, lichaamsgewicht en melkproductie waarneembaar waren en dat de koeien het systeem vlot kunnen leren. Binnen enkele dagen lijken bijna alle koeien het sy-
steem onder de knie te hebben. Het trainen van de dieren gaat in de praktijk meestal door eerst nog een elektrische schrikdraad te plaatsen, waarbij de virtuele draad ervoor wordt ‘gespannen’. Deze virtuele draad komt steeds iets verder voor de echte draad te staan. De koeien leren daardoor de virtuele draad herkennen en gaan daar steeds beter op anticiperen.
Verschillende commerciële aanbieders wer-
ken daarnaast aan een zelflerend systeem. Daarbij kan de virtuele draad automatisch opschuiven op basis van koeactiviteit. Ook spreken verschillende aanbieders met melkrobotleveranciers om hun systemen te koppelen. Op die wijze zou een koe geen dubbele halsband hoeven te dragen. Dit geldt bijvoorbeeld voor Collie en Lely. Ze zijn in gesprek, maar hun samenwerking is na onderling overleg voorlopig gepauzeerd.
In augustus organiseerden de CRV-vleesveebesturen van OostVlaanderen en West-Vlaanderen busreizen naar vooraanstaande fokbedrijven in Wallonië. Zo namen Oost-Vlaamse witblauwfokkers
Op fokbedrijf ‘de Thiboumont’ van de familie Romedenne werden nakomelingen van kampioensdieren bewonderd

een kijkje bij fokkerij d’Hontoir van de familie André Willem in Sommière. Op dit bedrijf kalven jaarlijks een honderdtal dieren, waarbij de meeste kalveren door de moeders worden gezoogd. Meerdere stieren met de stalnaam d’Hontoir werden ingezet bij ki-organisaties, waaronder Galant, Modena en Marenga bij BBG.
Bij de familie Stéphane Jossaert werd de kampioensstier van de prijskamp in Libramont gefokt. Op dit bedrijf werden onder andere meerdere gekalfde vaarzen getoond van Cabotin de la Cleuzeur en kalveren van Dorure de la Cleuzeur, twee stieren van BBG die op dit bedrijf werden gefokt.
De busreis vanuit West-Vlaanderen ging dit jaar naar twee fokbedrijven in de buurt van Ciney. Het bedrijf ‘de Thiboumont’ van de familie Romedenne in Thynes boekte al vele prijskampsuccessen met onder andere Maradona du Champ du Moulin. In 2023 werd op Agribex de kampioenstitel bij de vaarzen veroverd.
Het suffix ‘de Bierwa’ van de familie Pierard uit Maffe, het bedrijf dat in de middag werd bezocht, is in veel stierencatalogi te vinden, onder andere dankzij Megawatt de Bierwa van BBG. Naast Belgischwitblauwdieren fokt dit bedrijf ook een speciale kruising tussen holstein en wagyu voor een exclusieve markt.
Dieren waarvan geen vader bekend is, krijgen een zogenaamde C-registratie. Deze dieren kunnen niet officieel worden ingeschreven in het stamboek van het Belgischwitblauwras. Bovendien kan voor deze dieren geen goed stieradvies worden berekend. C-registratie is te voorkomen door inseminaties en dekkingen binnen drie maanden door te geven. Hierbij is het belangrijk om alle bevruchtingen te melden. Het komt immers
regelmatig voor dat een dier niet drachtig blijkt te zijn van de laatste inseminatie of dekking. Bij samenweidingen met een dekstier moet per dier een begin- en een einddatum worden geregistreerd. Ook implantaties van embryo’s moeten binnen drie maanden worden gemeld. Melden van bevruchtingen kan eenvoudig, snel en kosteloos via CRV Dier of een ander managementpakket.
Voor aangekochte dieren uit Wallonië kan een zoötechnisch certificaat worden aangevraagd bij de vorige eigenaar of bij Elevéo. Aan de hand van de gegevens op dit certificaat kunnen dieren kosteloos worden ingeschreven in het stamboek.
Voor vragen over registratie kunt u contact opnemen met de CRV-klantenservice, tel.: 078-15 44 44 of mailen naar registratie.be@crv4all.com
Op zaterdag 25 oktober organiseert de Federatie Vleesveestamboeken Nederland, met ondersteuning van onder andere CRV, de Nationale Vleesvee Manifestatie 2025.
Zes stamboeken zullen deze dag hun nationale keuring houden. Het gaat om de rassen Belgisch witblauw, blonde d’Aquitaine, charolais, limousin, piemontese en verbeterd roodbont. Het herefordstamboek organiseert vanwege het 25-jarig bestaan een eigen jubileumkeuring. Van het marchigianaras is een demonstratiegroep te zien. De NVM belooft naast een topkeuring weer een gezellige ontmoetingsplaats te worden voor iedereen die actief is in de vleesveesector. Zo zijn tal van sponsors van de NVM met een stand aanwezig en er is een uitgebreid horecaplein. Net als drie jaar geleden vindt de NVM plaats in manege Bartels in Mariënheem.

Voor zowel Filip Ally uit Tielt als ki-stier Cargo du Coin zat er een dub-
belslag in op de keuring voor Belgisch witblauw in Erpe-Mere. Maar
ook meerdere andere witblauwen imponeerden met hun kwaliteiten.
TEKST WIM VEULEMANS
De kwaliteit van de kopnummers was op de nationale witblauwkeuring Grote Prijs Keukens Redant omgekeerd evenredig aan de kwaliteit van het (mindere) weer. Al helemaal in de vrouwelijke rubrieken werd door de driekoppige jury, bestaande uit Jan Roggen, Jan Declerck en Geert Demasure, meermaals de gehele reeks geprezen om de kwaliteit. Uiteindelijk resulteerde dit in kampioenen die al vaker hun kwaliteiten hebben bewezen en dit ook in de toekomst hopelijk nog zullen doen.
Vaars als een plaatje
De jongste vrouwelijk kampioene van ErpeMere staat voortaan in de stal van vader en zoon Guy en Michiel Gilleman. Na winst in Bogaarden imponeerde hun Dauphindochter Ulien van het Kerkemshof opnieuw. Haar achterhand is simpelweg als indrukwekkend te beschrijven met een enorme breedte voor een vaars van net tien maanden oud. Ulien combineerde dit met een prach-
tige bespiering en breedte in de voorhand. De mooi getypeerde en ronde Ronaldodochter Ulla van het Bareelhof van Stijn Veulemans plaatste zich net na haar.
Karl en René Goossens pakten in deze leeftijdsgroep ook een gesmaakte rubriekswinst. Hun Veuve Cliquot van Klaveren Aas, een dochter van Champagne, liet zich met finesse en breedte zien. Zij ging daarbij stalgenote en Ronaldodochter Undine van Klaveren Aas vooraf, een vaars die als enorm lieflijk werd omschreven.
Een derde Ronaldodochter pakte in de volgende rubriek wel de winst. Ulrike van de Stokerij van Roger Monbaliu deed dat, net als bij haar kampioenswinst in Wulpen, met een vlotte stap en een prachtig bespierde, brede achterhand. Plaats twee was hier voor Belle van het Steenbeekhof, een brede Malachietdochter van Ludo Robberechts.
Winst voor deelnemers Libramont
Onder meer de sterkte en breedte in de voorhand typeerden ook de kampioene bij
Tabel 1 – Overzicht van alle rubriekswinnaars (kampioenen vetgedrukt)
de vaarzen van 12 tot 20 maanden oud: Ulla van de Stokerij. Ook voor deze dochter van Ronaldo, voorgesteld door Roger Monbaliu, was het opnieuw winst nadat ze de titel won in Wulpen. Die breedte trok de bijna 18 maanden oude vaars door richting haar achterhand, waar ze ook nog een mooie vleesexpressie etaleerde. De zware achterhand en de ruime ontwikkeling deden de jury Tamira van het Bareelhof (v. Eclaireur) van opnieuw Stijn Veulemans op plek twee plaatsen.
De familie Goossens wist ook in deze leeftijdsgroep een vaars naar de winnende plek te leiden. Uruguayenne van Klaveren Aas (v. Darko) deed dat resoluut en was veruit de meest complete vaars in deze rubriek. De pure Ubra van het Kerkemshof (v. Jet-Set) van Guy en Michiel Gilleman kwam op de tweede plaats.
De jongste vaars in dit kampioenschap was wederom een Libramont-deelneemster. Venus van de Pannemeers, een Futédochter met veel vleesexpressie, breedte in de voor-
rubriek naam dier geb. datum vader m.vader gewicht (kg) deelnemer stieren 6-12 mnd. Vilmar van de Pannemeers 04-12-2024 Avicii Domino 351 Filip Ally, Tielt Tonny van het Donkergat 09-09-2024 Deluc Happy 461 Stefaan Daeleman, Aalst stieren 12-18 mnd. Usa van de Stokerij 16-07-2024 Cargo Vidal 523 Roger Monbaliu, Jabbeke U2 van de Kerkenhofstede 16-05-2024 Soprano Panache 652 Ludo Robberechts, Perk stieren 18-30 mnd. Titanic van de Otterhoeve 18-10-2023 Givenchy Mauro 852 Hedwig en Jelle Redant, Erpe-Mere vrouwelijk 6-12 mnd. Veuve Clicquot van Klaveren Aas 05-01-2024 Champagne Eole 265 Klaveren Aas-Van Osselaer co, Melsele Ulien van het Kerkemshof 18-09-2024 Dauphin Jet-Set 352 Guy en Michiel Gilleman, Maarke-Kerkem
Ulrike van de Stokerij 15-08-2024 Ronaldo Oulare 425 Roger Monbaliu, Jabbeke vaarzen 12-20 mnd. Venus van de Pannemeers 23-05-2024 Futé Litige 511 Filip Ally, Tielt
Uruguayenne van Klaveren Aas 06-03-2024 Darko Aragon 535 Klaveren Aas-Van Osselaer co, Melsele
Ulla van de Stokerij 08-02-2024 Ronaldo Vidal 625 Roger Monbaliu, Jabbeke vaarzen 20-32 mnd. Tina van de Pannemeers 29-08-2023 Cargo Litige
740 Filip Ally, Tielt vaarzen 20-44 mnd. Henrieke van de Zellikveldhoeve 23-11-2022 Benhur Jet-Set 785 Johan Drobe, St.-Pieters-Leeuw en mts. Wessinge koeien Flambée de Spy 15-08-2020 Jet-Set Caramel 936 Van Bellegem en Johan Drobe, St.-Pieters-Leeuw Hortense van Ter Bos 16-10-2019 Wilmots Panache
935 Guy en Michiel Gilleman, Maarke-Kerkem

Ulien van het Kerkemshof (v. Dauphin), kampioen vaarzen 6-12 maanden
hand en ‘de rib erin’ – dixit de jury – won makkelijk haar rubriek. Na winst in Tielt en een tweede plek in Libramont is dit een nieuw succes voor deze beloftevolle vaars. Ze haalde het in de reeks vóór stalgenote Valseuse van de Pannemeers. Deze vaars van Filip Ally demonstreerde veel breedte in haar bouw.
Dubbel voor Ally en Cargo
De al vaak besproken én winnende Flambée de Spy van Johan Drobe en de familie Van Bellegem won in Erpe-Mere de kampioenstitel bij de koeien. De bijna vijf jaar oude Jet-Setdochter – geen dochter van Futé zoals lang aangenomen werd – showde opnieuw haar uitstraling met breedte in de achterhand, gecombineerd met veel vleesexpressie en belijning in haar bouw. Een indrukwekkende achterhand deed de jury River van den Hondelee (v. Oulare) van Luc Van Ceulebroeck op plaats twee zetten. Hortense van Ter Bos (v. Wilmots) van opnieuw Gilleman, een koe met veel breedte over haar hele bouw, won de andere reeks bij de koeien. Zij eindigde daarmee net voor de bekende Courtoisdochter Reveuse du Pachis à la Motte van Tom Devaere, een koe van bijna zeven jaar, die zich kenmerkt met een brede voorhand. Flambée won ook de rubriek van de zoogstellen, samen met haar kalfje Dolores van de Zellikveldhoeve, een dochter van Heraklion. Tina van de Pannemeers was een van de twee kampioenen die Filip Ally mee naar huis mocht nemen. Zijn Cargodochter is nog geen twee jaar, maar showde zich op deze nationale keuring ook al met haar net geen drie maanden oude kalfje. De jury omschreef haar als een vaars zonder fouten, met veel breedte in de voorhand, finesse en sterkte in de rug. De mooi getypeerde Le Secret Maike, dochter van Jet-Set en eigen aan Seppe en Louis De Coninck en Paul Verpoorten, stond vlak naast Tina op de tweede plaats.
De enorm sterk bezette reeks met gekalfde vaarzen (2-44 maanden) werd uiteindelijk gewonnen door de puurste en compleetste van het kwartet, Henrieke van de Zellikveldhoeve (v. Benhur) van Johan Drobe en maat-

Ulla van de Stokerij (v. Ronaldo), kampioen vaarzen 12-20 maanden
schap Wessinge. Zij ging daarmee een kampioene van de vorige editie vooraf: Gérante de Thiboumont, een imposante dochter van Maradona en nu eigendom van vader en zoon Hedwig en Jelle Redant.
Zo moeder, zo zoon
Ally pakte ook met Vilmar van de Pannemeers winst. De complete Aviciizoon met een mooie ronde achterhand won het kampioenschap vlot bij de jonge stieren. Vilmar is een zoon van Topje, een dochter van Domino die twee jaar terug nog de titel van Miss Toekomst won op deze keuring in Erpe-Mere. Redant had met de Cargozoon Ummel van de Otterhoeve plaats twee in deze rubriek.
Ook voor Stefaan Daeleman was er rubriekswinst in Erpe-Mere. Zijn correcte en vlot stappende Deluczoon Tony van ’t Donkergat won een reeks bij de jongste stieren. 7284 van ’t Klein Laar (v. Offenbach) van Wilfried Goeman plaatste zich op plaats twee.
Een andere Cargozoon won dan weer het kampioenschap bij de stieren van 12 tot 18 maanden. Dat gebeurde wel na veel wikken en wegen bij de jury. Usa van de Stokerij van opnieuw Monbaliu bleek een jonge stier met ontwikkeling in de schouder en een sprekende, bespierde achterhand. Frederik Baele toonde een Darkozoon, Général van Velzeke, die zich met een mooie bespiering en fijn vel op twee plaatste.
Usa’s concurrent in het kampioenschap was U2 van de Kerkenhofstede van Ludo Robberechts. Deze zoon van Soprano toonde zich breed van voorhand tot in de achterhand. Maar in het kampioenschap was de jonge stier net niet voldoende feilloos in de stap, waardoor de jury eindelijk toch voor Usa koos. U2 won in zijn rubriek voor nog een andere Cargozoon, Urbi van de Stokerij, een correcte stier, die uit de stal van Roger Monbaliu komt.
De laatste kampioenstitel op deze Grote Prijs Keukens Redant was voor een stier gefokt door de organisator. De Givenchyzoon Titanic van de Otterhoeve van Hedwig en Jelle Redant won het kampioenschap bij de stieren van 18 tot 30 maanden. l

Tina van de Pannemeers (v. Cargo) kampioen vaarzen 20-44 maanden


van de Pannemeers (v. Avicii), kampioen stieren 6-12 maanden

Usa van de Stokerij (v. Cargo), kampioen stieren 12-18 maanden
Titanic van de Otterhoeve (v. Givenchy), kampioen stieren 18-30 maanden




“Met SenseHub weet ik altijd wat er speelt in de stal.
Zelfs als ik er niet ben”
Davy
Claessens van vleesveebedrij f Van Het Boyerhof in Dilsen-Stokkem

Betrouwbare tochtdetectie, vroegtij dige gezondheidswaarschuwingen en altij d inzicht in de status van zij n dieren: voor vleesveehouder Davy Claessens is koemonitoringssysteem SenseHub inmiddels onmisbaar. “Zonder SenseHub zou ik veel tochtmomenten missen. Zeker bij Belgisch witblauw, waar tocht vaak kort van duur en onopvallend is. Dankzij de meldingen van SenseHub weet ik precies wanneer ik moet insemineren of ingrij pen. Ook als ik niet op het bedrijf ben”, vertelt hij.
Op het Belgische platteland runt Davy Claessens samen met zijn vrouw en zoon een gespecialiseerd vleesveebedrijf met Belgisch witblauw. Elk jaar vinden er zo’n 50 kalvingen plaats en in totaal lopen er ongeveer 130 runderen rond op het bedrijf. “We hebben bewust gekozen voor Belgisch witblauw. Het is een rustig ras, mooi van bouw en het past bij onze bedrijfsfilosofie”, vertelt Davy.
Van melkvee naar vleesvee
In 2002 nam Davy het bedrijf over van zijn schoonvader, die destijds nog melkvee hield. “Maar de melkstal voldeed niet meer aan de eisen en met mijn werk buitenshuis hadden we simpelweg geen tijd voor tweemaal daags melken. Dus besloten we te kiezen voor vleesvee; ook voor de toekomst.”
Tocht detecteren bij vleesvee: een uitdaging
Een belangrijke reden om het koemonitoringssysteem van SenseHub te installeren, was de korte en vaak onopvallende tocht bij het Belgisch witblauw ras. “Ik zag te weinig duidelijke tochtmomenten. Toen we SenseHub installeerden, bleek dat 80% van de tochtactiviteit ’s nachts plaatsvond. Terwij l ik sliep was de helft van mij n koeien tochtig, zonder dat ik het wist. Vanaf het moment dat we SenseHub hadden aangeschaft, veranderde dat volledig, want nu krij g ik een automatische melding. Ook als ik niet in de buurt van de stal ben. Dat heeft voor mij een groot verschil gemaakt.”
Davy maakte de overstap naar SenseHub na eerdere ervaringen met een ander merk. “Daar kregen we steeds storingen op.

Toen heb ik contact opgenomen met Kees Pols van MSD
Animal Health en die stelde SenseHub voor. Dit systeem heeft enorm veel functionaliteiten. Zo heb ik inzicht in de herkauwactiviteiten en het vreetgedrag van mijn dieren, maar krijg ik ook meldingen bij hittestress. Al die informatie is cruciaal om de diergezondheid goed op te volgen.”
Betrouwbaar, ook als er niemand op het bedrijf is De dag op Davy’s bedrijf begint vroeg: om 5.00 uur start hij samen met zijn zoon met voeren. “Rond 6.00 uur is dat klaar.
Dan vertrekt mijn zoon naar zijn werk en ik ga ook nog op locatie aan de slag. Tot 16.00 uur is er dan niemand op het bedrijf aanwezig. Daarom is het zo belangrijk dat SenseHub ons ook op afstand waarschuwt als er iets mis is.
Gezondheidsproblemen of tochtactiviteit worden meteen gemeld. Dat geeft gemoedsrust.”
“SenseHub geeft het exacte tochtmoment aan. Ik hoef alleen nog maar te handelen. Dat geeft enorme rust en leidt tot betere resultaten.”
Meer inzicht in vruchtbaarheid en gezondheid
Voor Davy is SenseHub onmisbaar geworden in zijn dagelijkse bedrijfsvoering. “Wij doen veel met embryo-transplantaties. Dan moet je exact weten wanneer een koe tochtig is en wat het meest ideale inseminatiemoment is. SenseHub bepaalt dat moment nauwkeurig via de tochtindex, wat voor de spoelkoe essentieel is. Die goede timing heeft het aantal bruikbare embryo’s aanzienlijk verhoogd.”
Ook bij het kiezen van ontvangsters biedt SenseHub uitkomst. “Bij een hoge tochtindex weet je dat een koe geschikt is voor embryoimplantatie. Zo kan ik precies selecteren welke dieren de beste kansen bieden. Dat verhoogt niet alleen het succes van de transplantaties, maar ook de bedrijfsefficiëntie.”
Kortere afkalftijd en betere resultaten
“Met SenseHub hebben we meer koeien drachtig én de afkalftijd is korter. De app van SenseHub toont precies aan welke koe wanneer tochtig is. Zelfs jonge vaarzen van 12 maanden kunnen we tegenwoordig al insemineren. Hoe meer kalfjes we kunnen krijgen, hoe economischer we kunnen boeren”, zegt Davy nuchter.



Een echte meerwaarde Davy is na 6 jaar nog steeds overtuigd van de meerwaarde van SenseHub. “Het systeem groeit mee met ons bedrijf. Updates vinden automatisch plaats; daar heb ik geen omkijken naar. En het balkje in de app dat het juiste inseminatiemoment aangeeft, zeker bij gesekst sperma, is een enorme hulp. Zonder SenseHub zou ik veel minder grip hebben op de vruchtbaarheid en gezondheid van mij n koeien. Ja, voor mij is SenseHub een echte meerwaarde. Ik raad het systeem aan iedereen aan die serieus met rundvee werkt en verder wil met zijn of haar bedrijf ”, besluit Davy.
Benieuwd wat koemonitoringssysteem SenseHub voor uw vleesveebedrij f kan betekenen?
Neem contact op met een van onze SenseHub specialisten via www.sensehub-monitoring.be of www.sensehub-monitoring.nl.











Goede, matige of slechte grassen, groen zijn ze allemaal. Maar de verschillen in kwaliteit, opbrengst en smakelijkheid zijn groot. Hoe herken je minder goede grassen en waardoor vestigen ze zich? ‘Fouten in het management versnellen de achteruitgang’, zegt Mark de Beer.
TEKST
FLORUS PELLIKAAN
Gedurende het groeiseizoen komen er ieder jaar weer veel goedbedoelde adviezen voorbij. Tips over bijvoorbeeld de maximale veldperiode van kuilgras, goed inkuilmanagement, de juiste bemesting of het goede inschaarmoment. Al deze adviezen zijn belangrijk om gras te oogsten met een zo hoog mogelijke voederwaarde en drogestofopbrengst. Toch is het de vraag of al deze moeite wel voor de volle 100 procent rendeert. Want hoe is de botanische samenstelling van het gras?
‘Dikwijls krijgt die vraag te weinig aandacht en laten veehouders in de basis al potentiële opbrengst en kwali-
teit liggen’, vindt Mark de Beer van Groeikracht. ‘Na een nat voorjaar of een droge zomer wordt alle grasland weer gewoon groen. Goede grassen zijn groen, maar slechte grassen ook. Welke kleur groen staat er in je grasland? Dat is een heel belangrijke vraag voor iedere veehouder.’
Gemiddelde grasmat jonger
Kijkend naar het verleden is de gemiddelde grasmat in Nederland en Vlaanderen volgens De Beer jonger geworden. ‘Dat heeft te maken met de regels rondom tijdelijk en blijvend grasland. Er wordt meer grasland binnen vijf
jaar gescheurd. En gemiddeld genomen heeft een jongere grasmat een betere botanische samenstelling dan een oude. Maar onderweg zie ik helaas ook grasmatten van een paar jaar oud die geen 80 procent goede grassen meer hebben.’
Hoewel de gemiddelde leeftijd van de grasmat lager is dan in het verleden, zorgen de strenger wordende gebruiksnormen voor bemesting er aan de andere kant weer voor dat de grasmat harder achteruitgaat. Door de lagere normen is er volgens De Beer een bepaalde buffer weg. ‘Er ontstaat langzaamaan een gebrek en dat legt het vergrootglas meer en meer op management. Door fouten in het management gaat de grasmat sneller achteruit. Maar er zijn ook oudere matten van blijvend grasland die nog wel altijd prima in orde zijn.’
In algemene zin gesproken is de staat van de grasmat volgens De Beer vaak een afspiegeling van het vorige seizoen. In het voorjaar van 2025 stond er veel onkruid door het belabberde, natte weer van 2024, waardoor er amper de gelegenheid was voor onkruidbestrijding. Vaak gaat ook na een droog jaar de mat hard achteruit. ‘Aan het weer kun je niets doen, maar hoe je ermee omgaat, wel. Het zijn vaak dezelfde veehouders die veel last van het weer hebben. Daarom zeg ik altijd “weg met pech”. Het gaat erom dat je de goede dingen op het juiste moment doet. De draagkracht in het voorjaar is belangrijk, maar ook hoe je handelt tijdens of na droogte. Wiedeggen en doorzaaien op het juiste moment met het goede materiaal zijn bijvoorbeeld cruciaal.’
Slechte mat economisch onverantwoord
De botanische samenstelling van de grasmat krijgt volgens De Beer gemiddeld genomen te weinig aandacht. ‘Onkruid herkennen gaat nog wel. Onkruid ziet er vaak dramatisch uit en is gemakkelijk te herkennen, waardoor nog redelijk snel onkruidbestrijding kan worden uitgevoerd.’ Bij grassen is dat volgens de teeltspecialist anders. ‘De verschillen tussen goede, matige en slechte grassen zijn minder goed te zien. Hierdoor worden matige of slechte grassen niet herkend en is de staat van de grasmat dikwijls slechter dan gedacht’, geeft hij aan. ‘Daarom vraagt dit onderwerp zeker aandacht. Voor het herkennen van mindere grassen is het belangrijk om het grasland in te gaan, de grasmat door te zoeken en grassen te onderscheiden.’
Dat het herkennen en onderscheiden van grassen niet eenvoudig is, geeft De Beer direct toe. ‘Er zijn bij elkaar wel tweeduizend verschillende grassen, die ik ook niet allemaal ken. Maar als je die paar gewenste grassen die er zijn, maar herkent, dan is het goed. De rest is matig of slecht en daarmee ongewenst.’
Als een richtlijn voor een goede grasmat geldt dat er minimaal 80 procent goede grassen en klavers in moeten staan. Zit een grasmat daaronder, dan is doorzaaien
Tabel 2 – Kwalificatie van diverse grassoorten
goede grassen
Engels raai timothee klavers
Italiaans raaigras (bij maaien) gekruist raaigras (bij maaien) semi-goede grassen* beemdlangbloem veldbeemd rietzwenkgras kropaar
aandeel goede grassen en klaver categorie actie
> 80% goed geen
50-80% matig doorzaaien
< 50% slecht herinzaaien
> 20% kweek slecht herinzaaien
Tabel 1 – Aandeel goede grassen in een grasmat en de benodigde acties (bron: Groeikracht)
het advies en bij minder dan 50 procent goede grassen luidt het advies herinzaaien. Dat geldt ook bij meer dan 20 procent kweek (zie tabel 1).
De ervaring van De Beer is dat het percentage goede grassen vaak lager is dan gedacht. Percelen met 100 procent goed gras zijn er nauwelijks. Biodiversiteit ontstaat al heel snel. ‘Maar percelen met minder dan 50 procent goede grassen zijn echt economisch onverantwoord. De opbrengst, kwaliteit en smaak liggen daar dan zoveel lager. Vaak schieten deze grassoorten bijvoorbeeld eerder door, wat zo voor een 100 of 150 vem lagere voederwaarde zorgt. Engels raaigras en klavers springen er wat kwaliteit en smaak betreft echt uit.’ In tabel 2 staat van de bekendste en meest voorkomende grassoorten aangegeven in welke kwaliteitscategorie ze vallen.
Dat het herkennen van grassen moeilijk is, onderschrijft ook Henk Schilder, gepensioneerd onderzoeker bij Wageningen University & Research. Hij is binnen Nederland dé specialist op het gebied van determineren. ‘Ik heb het geleerd van mijn voorganger Klaas Sikkema en ik hoop dat er opvolging komt. Maar er zijn heel weinig mensen die het kunnen.’
Schilder heeft door de jaren heen ontdekt dat de botanische samenstelling veel te maken heeft met de grondsoort. ‘Op veengrond is een goede grasmat heel lastig. Dat is inherent aan die grondsoort. Maar op goede kleien zandgronden zijn de grasmatten met goed management best goed op peil te houden. Al blijkt de mindere bemesting steeds meer een uitdaging te vormen. Mijn angst is dan ook of Engels raaigras het vol zal houden als de bemesting nog verder omlaag gaat. Bedrijven zullen percelen kiezen die ze meer gaan bemesten, terwijl andere percelen minder mest zullen krijgen. Op deze laatste categorie percelen zal onherroepelijk een toename van grassoorten plaatsvinden.’
In het verleden zijn onderzoeken gedaan naar de raseigenschappen van diverse grassoorten (zie tabel 3 op pagina 26). ‘Minder goede grassen hebben zomaar een 10 procent lagere voederwaarde. Jong maaien helpt als deze grassen toch op een perceel staan. Dan valt de voederwaarde vaak nog enigszins mee en is het ook nog redelijk smakelijk.’
Overigens vindt Schilder het jammer dat de voederwaar-
* = deze soorten passen in sommige mengsels, maar hebben ook duidelijke minpunten
matige grassen ruwbeemd kweek gestreepte witbol grote vossenstaart rietgras
slechte grassen straatgras geknikte vossenstaart mannagras roodzwenkgras
Dit is een vereenvoudigde weergave van een determinatieschema voor grassen. Doorloop het schema van bovenaf. Begin met de vraag hoe het allerjongste blad uit de spruit komt: gevouwen of gerold. Beantwoord vervolgens de vragen over oren, behaard of onbehaard en geribd of ongeribd. Geribdheid is er in vier klassen. Aanvullende kenmerken van de bekendste grassen zijn:
jongste blad gevouwen
– Engels raaigras: rood voetje, glanzende onderkant blad – ruwbeemdgras: wortelt ondiep, kort tongetje – kropaar: platte stengel en spruit – beemdlangbloem: rood voetje en zeer kort tongetje – timothee: gezwollen preivoet, tongetje – kweek: kort tongetje, grijsgroene plant – rietzwenkgras: rood voetje, sterk blad – gestreepte witbol: gestreepte ‘pyamabroek’, polvormig Bron: Groeikracht en Handboek beoordeling grasland- en slootvegetatie
jongste blad gerold
met oren met oren
zonder oren zonder oren
onbehaard
onbehaard behaard behaard
OORTJES TONGETJE
straatgras veldbeemdgras ruwbeemdgras kropaar roodzwenkgras
kweek beemdlangbloem Italiaans raaigras
Engels raaigras timothee kweek gestreepte witbol geknikte vossenstaart rietzwenkgras riet grote vossenstaart
JONG BLAD GEVOUWEN
JONG BLAD GEROLD
den van de diverse grassoorten al ruim vijfentwintig jaar oud zijn en er geen recenter onderzoek is gedaan. ‘Partijen hebben er onvoldoende belang bij om onderzoek te financieren. Maar de bemesting, het management en ook de grassoorten zelf zijn intussen wel veranderd.’
Het determineren van gras is voor Schilder weliswaar gesneden koek, maar het leren ervan is niet eenvoudig. ‘Voor veehouders is het best ingewikkeld. Er zijn veel verschillende grasstadia, die ook invloed hebben op waar je naar moet kijken. Toch kunnen veehouders het zich wel aanleren door een cursus te volgen. En natuurlijk zijn er allerlei schema’s en determinatietabellen voorhanden die helpen om verschillende grassoorten van elkaar te onderscheiden.’
Een voorbeeld van een determinatieschema staat hierboven. Door diverse stappen te doorlopen is te achterhalen om welke grassoort het gaat. ‘Voor het determineren is het belangrijk om de tijd te nemen. Vaak zie je mensen een grasspriet pakken en direct het blad eraf trekken. Dan gooi je al veel informatie weg’, zegt De Beer en doelt daarmee op de oortjes en tongetjes in de oksel van de grasspriet. Schilder vult hem aan: ‘En het determineren van gras is het gemakkelijkste in het voorjaar,
ZWAK GERIBD STERK GERIBD
zo rond april, omdat alle grassoorten dan in hetzelfde stadium zitten. Ook zijn dan de meeste kruiden zichtbaar. Door het regelmatig te doen, ga je grassen steeds beter herkennen.’
Herkennen is één, maar er dan ook wat mee doen, is minstens zo belangrijk. ‘Is de mat echt slecht, dan is herinzaai eigenlijk de enige remedie. Dat is ook het meest succesvol. Maar doorzaaien kan prima, mits je de goede handelingen uitvoert’, stelt De Beer. ‘Ruimte maken door slechte grassen met de wiedeg eruit te halen en doorzaaien bij voldoende vocht in de bovenlaag zijn kritische succesfactoren. Investeringen in de grasmat lonen altijd, als ze maar goed worden uitgevoerd.’ l
Tabel 3 – Waardering van eigenschappen van een aantal grassoorten (bron: Handleiding beoordeling grasland en slootvegetatie)
grassoort opbrengst* verteerbaarheid* zodevorming** smakelijkheid**
* = index met Engels raaigras op 100; ** = rapportcijfer (schaal 1-10)


















Benut het groeipotentieel van uw lammeren maximaal met:


















• Voor goede spierontwikkeling van uw lammeren; een hoge maar veilige groei zonder vervetten.

• Met alle toegevoegde mineralen en sporenelementen zoals kobalt.
















• Voeradvies na spenen 150 -250g per dag gericht op een groei van 2kg per week.













Informeer naar onze dealeradressen, vraag naar VOERWAARTS bij uw dealer of bestel via HOBBYFARMING.NL (vanaf 250kg totaal) of 123voer.nl (per zak)
VOERWAARTS.N L Tel. 0315 23 00 83 • info@voerwaarts.nl


4 veeteeltvlees JUNI 2025
veeteeltvlees FEBRUARI 2025



Elke rundveehouder kan ermee te maken krijgen: ziekten in de veestapel. Maar hoe herken je ze op tijd? Hoe behandel en voorkom je ze? In deze serie duiken we in veelvoorkomende ziekten bij runderen. Praktische inzichten voor een gezonde veestapel.

onderwerp
1. salmonella
2. bvd
3. ibr
4. mycoplasma
5. leptospirose
6. mannheimia
7. para-tbc
8. neospora
Besmetting met Mycoplasma bovis komt wereldwijd steeds vaker voor, met veel schade, dierenwelzijnsproblemen en sterfte als gevolg. Het is een lastige ziekteverwekker, maar je kunt er wel vanaf komen.
TEKST QUINTEN DEN HERTOG
Het is de kleinste bacterie die we kennen, maar wel een die grote schade aanricht op rundveebedrijven. Mycoplasma bovis verspreidt zich op de meeste bedrijven onopgemerkt en kan plotseling ernstige ontstekingen veroorzaken, met alle gevolgen van dien. De bacterie is vaak ongevoelig voor antibiotica, waardoor behandeling moeilijk is. En dat terwijl de bacterie in de laatste decennia wereldwijd, ook in Nederland, uitdijt. ‘Er zijn steeds vaker uitbraken waarbij runderen doodgaan en er grote schade is door ziekte, behandelingen en productieverlies’, stelt GD-dierenarts Jasper het Lam.
Overdraagbaar via contact
Mycoplasma bovis wordt vooral via direct contact overgedragen. Een besmet rund scheidt de bacterie uit via de neus, keel, uier en vagina en stieren ook via sperma en dekinfecties bij natuurlijke dekking. Runderen met symptomen hebben meestal veel mycoplasmabacteriën in de melk of neusuitvloeiing, waardoor ze erg besmettelijk zijn.
Nadat Mycoplasma bovis zich onopgemerkt heeft verspreid door het koppel, duiken de problemen vaak plotseling op na een stressmoment. Bij het mengen van koppels of een andere ziekte die door het vee gaat, kunnen klachten ineens optreden. De bacterie dringt door in het lichaam, komt via de bloed- en lymfebanen bij veel organen terecht en veroorzaakt daar ernstige ontstekingen. De infectie komt vaak ineens naar voren als meerdere dieren tegelijkertijd klachten vertonen.
Kalveren kunnen last krijgen van een hardnekkige longontsteking of een ontsteking van het middenoor, te herkennen aan een scheve kop of afhangend oor. Soms krijgen ze gewrichts-
ontstekingen, waardoor ze acuut op drie poten staan. Ook bij koeien kan de bacterie ernstige gewrichtsontstekingen veroorzaken, zoals zwellingen aan kogel- of kniegewrichten en voorpoten. Ook een longontsteking of een uierontsteking die slecht reageert op antibiotica en waarbij kwartieren zichzelf droogzetten, kan optreden.
Verspreiden als een speer
Een groot deel van de runderen blijft drager zonder duidelijke symptomen. ‘Uit een onderzoek op basis van data van uitbraken op Nederlandse melkveebedrijven blijkt dat de R-waarde, dat is het aantal nieuwe besmettingen per besmettelijk dier, heel variabel is. De waarde ging van één tot tachtig’, zegt Het Lam. ‘Eigenlijk vinden we een R-waarde van twee al veel, tachtig is echt gigantisch. Mycoplasma kan dus als een speer door het hele bedrijf gaan.’
Uit een grote steekproef van Royal GD blijkt dat op ongeveer 70 procent van de Nederlandse melkveebedrijven runderen lopen die antistoffen tegen mycoplasma hebben. ‘Dit betekent niet dat alle dieren de bacterie nog bij zich dragen, maar het benadrukt dat het op veel bedrijven onopgemerkt circuleert’, duidt de dierenarts. ‘Bij ongeveer een op de drie longspoelingen of monsters die bij sectie uit ontstoken longen worden genomen, wordt Mycoplasma bovis gevonden’, vervolgt hij. Vleeskalverbedrijven zijn volgens hem waarschijnlijk nagenoeg 100 procent besmet.
Het opsporen van mycoplasma kan met een PCR-test, die de bacterie snel detecteert. Redelijk nieuw is echografie tussen de ribben. Daarmee kan subklinische longontsteking bij kalveren worden opgespoord tot wel tien dagen voordat zichtbare ziekteverschijnselen optreden.
Ongevoelig voor veel antibiotica
Mycoplasma is een bijzonder soort bacterie; het kan het immuunsysteem van runderen ontwijken en heeft geen celwand. Veel antibiotica, zoals penicillines, binden zich juist aan de celwand en werken daardoor niet. Tegen antibiotica die wel zouden kunnen werken, ontstaat volgens de dierenarts steeds meer resistentie. ‘Behandeling met medicatie is vaak onvermijdelijk voor zieke dieren, maar duidelijk niet de oplossing van dit probleem. Het werkt vaak niet goed en dieren kunnen drager blijven’, stelt Het Lam. Zo is behandeling bij een chronische uierontsteking volgens hem niet zinvol. Afvoer van de koe is de beste optie. Dat geldt ook voor runderen met gewrichtsontste-

kingen door mycoplasma. ‘De schade aan het gewricht is vaak zodanig dat deze koeien afgevoerd moeten worden, vaak na euthanasie omdat ze te kreupel zijn om te worden vervoerd.’ Er zijn wel enkele werkzame antibiotica voor luchtweginfecties veroorzaakt door mycoplasma bij kalveren met veel betere resultaten, geeft de dierenarts aan. ‘Maar als het kalf opknapt, kan het drager blijven. De bedrijfsbesmetting is daarmee dus niet weg.’ Sinds kort is er in Nederland ook een vaccin beschikbaar dat de ernst van longontsteking en de schade ervan bij jonge kalveren beperkt.
Wereldwijd lopen er meerdere onderzoeken naar verschillende beheersings- en bestrijdingsprogramma’s voor Mycoplasma bovis. Zo onderzoekt Royal GD samen met andere partijen de manier waarop de bacterie zich verspreidt op melkvee- en vleeskalverbedrijven. Ook onderzoeken ze of andere luchtweginfecties een rol spelen bij het ontstaan van longontstekingen door mycoplasma. ‘Er zijn nog een heel aantal vragen waar we antwoord op hopen te krijgen.’
Alleen Nieuw-Zeeland heeft een verplicht landelijk bestrijdingsprogramma. Het land wil in 2028 vrij zijn van mycoplasma. In verschillende andere landen zijn er wel vrijwillige bestrijdingsprogramma’s, zoals in Finland. ‘Nederland heeft nog geen landelijk bestrijdingsprogramma, maar melkveehouders kunnen nu al aan de slag gaan om vrij van Mycoplasma bovis te blijven of bestaande infecties terug te dringen. Er is steeds meer praktisch toepasbare kennis en er zijn testen en een vaccin beschikbaar om bedrijven te beschermen. Dat er geen programma is, is geen reden om niks te doen’, stelt de dierenarts.
Preventie centraal
Preventie staat centraal in de aanpak van mycoplasma. Insleep moet zoveel mogelijk worden voorkomen en de bedrijfsvoering moet zo worden ingericht dat de R-waarde zo laag mogelijk blijft. ‘Een combinatie van aanpassingen in de bedrijfsvoering om nieuwe infecties te voorkomen, koppelscreening en afvoer van dragers lijkt het beste wat we nu hebben om er als bedrijf weer vanaf te komen’, zegt Het Lam. Om te weten te komen of en in welke mate Mycoplasma bovis op een bedrijf aanwezig is, bestaan verschillende testen. Afhankelijk van de resultaten kan een intensieve of minder intensieve bewaking van de veestapel worden ingericht, samen met de dierenarts. Als er al mycoplasma op het bedrijf rondgaat, is het belangrijk om het aantal nieuwe besmettingen van dier op dier binnen het bedrijf terug te dringen.
Volgens de dierenarts lijkt het erop dat chronische infecties die alsmaar worden doorgegeven in de jongveestal, een belangrijke sleutel vormen in het in stand houden van mycoplasma. Met aanpassingen van de inrichting en de werkwijze is hier al veel te winnen, stelt Het Lam. Hij geeft als voorbeelden all-in-all-outwerkwijzen – dus geen kalf doorschuiven of terugplaatsen – vaste kleine groepen van ongeveer vijf kalveren tot na het spenen bij elkaar houden en een nieuwe groep starten in een schoon hok met contactdichte wanden en aparte melk-, voeren waterpunten per groep. Op zoogkoehouderijen is scheiding tussen koe en kalf echter niet altijd van toepassing en bij vleeskalverhouderijen is het mengen van kalveren van verschillende herkomsten onderdeel van het systeem. ‘Uit recent onderzoek blijkt dat er vaak maar enkele stammen aanwezig zijn op vleeskalverbedrijven, die soms gelinkt konden worden aan het land van herkomst van de kalveren. Dat zou kunnen betekenen dat er maar weinig besmette kalveren binnenkomen, maar dat de enkele besmette dieren zorgen voor een razendsnelle versprei-
Dierenarts Jasper het Lam: ‘Behandeling lost het bedrijfsprobleem niet op’
ding. Zou je een kosteneffectieve manier vinden om die kalveren vooraf te traceren, dan zou dat wellicht perspectief bieden op het voorkomen van insleep. Momenteel gebeurt dat niet.’ Daarnaast blijft het hanteren van een gesloten bedrijfsvoering volgens Het Lam het beste om insleep te voorkomen. Is dat niet mogelijk, dan adviseert hij om aangekochte runderen – ook dekstieren – te testen en in quarantaine te plaatsen en om geen ongecontroleerd sperma te gebruiken. Daarnaast is het belangrijk om geen ongecontroleerde, ongepasteuriseerde melk en ongecontroleerde biest, mengbiest of sperma te gebruiken. De dierenarts adviseert ook om algemene hygiënemaatregelen goed na te leven, zoals het laten kalven op een schone ondergrond waar nooit zieke dieren komen, ligplaatsen droog en schoon houden en bezoekers alleen schoon en met bedrijfskleding toelaten. ‘Mycoplasma heeft best wel wat parallellen met salmonellose, ook qua mogelijkheden in aanpak. Het zijn lastige ziekteverwekkers, maar je kunt er wel vanaf komen.’ l
uierontsteking die slecht reageert op antibiotica en waarbij kwartieren zichzelf droogzetten
ernstige gewrichtsontsteking, zoals zwelling aan kogel- of kniegewrichten en voorpoten
gewrichtsontsteking, met acuut op drie poten staan
longontsteking ontsteking van het middenoor, te herkennen aan een scheve kop of afhangend oor hardnekkige longontsteking
Beenwerk
kreeg
veel aandacht tijdens de regionale fokveedag in Geffen. Robijn van het Broek en Bartje van het Woudse Land maakten indruk qua rastype.
TEKST JAAP VAN DER KNAAP
‘Zonder goed beenwerk gaat het niet.’ De uitspraak van jurylid Ruben Vereecke vertelde veel over de gehanteerde keuringslijn tijdens de regionale fokveedag Belgisch witblauw in Geffen. Met regelmaat werden rastypische dieren die niet sterk stapten, teruggezet in de rubriek. Dat gold niet voor Robijn van het Broek, die wel uitmuntend scoorde in zowel krachtige stap als breedte in voor- en achterhand. De Oasisdochter van Ties van Hest uit Oirschot had bovendien een fijn vel en won niet voor niets zowel de titel Miss Future alsook het kampioenschap bij de vaarskalveren.
Vereecke zette samen met Bruno Vanhaelemeesch de dieren op volgorde en ze maakten Mango VHH kampioene bij de pinken. De zeer goed ontwikkelde Eclaireurdochter van Bastiaan Oomen uit Oirschot bezat meer lengte dan Bella, een rastypische Aviciidochter van Ronald Wolters uit Lievelde. Bij de jonge vaarzen ging de hoofdprijs wel naar Wolters. Zijn Ronaldodochter Bridget had veel expressie in de achterhand en won dankzij een mooiere staartinplant dan Hendrietta van de Muiderzee (v. Darko) van de familie Heijdra uit Muiden. In Geffen namen ruim 50 dieren deel van 14 inzenders en Avicii de Mahoney zag de meeste nakomelingen in de ring verschij-
nen. Bij de oudere vaarzen resulteerde dit in de titel voor de Belgisch gefokte Louange van Bart Hoogeveen uit Ochten. Louange rekende met veel lengte en massa af met stalgenote Salaison de Saille (v. Têtu). Vanwege veel fijnheid in het vel en rastype won Preuve de Saile nog een titel voor Hoogeveen. De Baigneurdochter won bij de oudere koeien, waar de uitgezwaarde Sientje van het Boszicht van de familie Van Mierlo uit Someren de reservetitel kreeg.
Massale Bartje maakt indruk
Aviciizoon Job van de Zuiderzee van Heijdra won de titel Mister Toekomst en kreeg het reservelint bij de jonge stieren. Daar moest hij Royal van Maris (v. Ronaldo) van de familie Hunnekens uit Grashoek voor laten gaan. Bij de stierkalveren won Mayson van ’t Zandeind. In de ochtend moest de vleestypische Dodouzoon van de familie Huijbregts uit Riel nog de duimen leggen tegen de grote Bliksem van het Waterland (v. Jet-Set), maar in de finale kreeg Mayson vanwege meer expressie het kampioenslint omgehangen.
Indruk maakte Bartje van het Woudse Land. De ruim twee jaar oude Magnumzoon bezat veel massa en lengte en het leverde debutant Daan van Zoggel uit Berlicum de zege op bij de oudere stieren. l
Tabel 1 – Rubriekswinaars regionale fokveedag Geffen (kampioenen vetgedrukt)
categorie naam dier geb.datum vader m.vader eigenaar, woonplaats mannelijk Bliksem v.h. Waterland 20-05-2025 Jet-Set Caramel B. Hoogeveen, Ochten
Job van de Muiderzee 18-01-2025 Avicii Amaretto mts. Heijdra, Muiden
Bartje v.h. Woudseland 11-01-2023 Magnum — D. van Zoggel, Berlicum vrouwelijk Julia 1 v.h. Woudseland 17-05-2025 Warrior Nox D. van Zoggel, Berlicum Robijn van het Broek 28-03-2025 Oasis Géronimo T. van Hest, Oirschot
Mango VHH 12-12-2024 Eclaireur Charmeur mts. Oomen, Oirschot Bertha 513 01-10-2024 Ronaldo Messi mts. Hunnekens, Grashoek Bridget 26-07-2024 Ronaldo Télénet R. Wolters, Lievelde
Juliette van het Waterland 12-05-2024 Eclaireur Capitaine B. Hoogeveen, Ochten Louange 30-08-2023 Avicii Usinger B. Hoogeveen, Ochten
Truus van Terbeck 30-01-2023 Géronimo Idéfix F. van Hest, Oirschot
Preuve de Saile 23-11-2021 Baigneur Jet-Set B. Hoogeveen, Ochten
Sientje van Boszicht 05-06-2021 Hazard Emblème E. van Mierlo, Someren






ANITA HEIJDRA SCHRIJVENDE BOERIN
leeftijd 58 • partner Edwin Heijdra • kinderen Jordi, Rocco en Jarno • woonplaats IJsselstein
MELKKOEIEN AFMESTEN
‘We hadden een droom: een keten oprichten waarin we melkkoeien zouden afmesten. Een Nederlands product met volume, een constante kwaliteit en een waanzinnige smaak. Zo konden we geïmporteerd vlees vervangen. Slagers waren enthousiast, restaurants ook en we kregen een grote supermarktketen mee. Een win-winsituatie. Maar na drie jaar trok de supermarkt de stekker eruit. Het liep spaak op de veehandel. Dat was een enorme mentale klap.’
‘Toen onze laatste koeien vertrokken, wist ik meteen: ik wil mijn verhaal vertellen. Met een schrijfcoach en in een schrijfgroep – met grotendeels vegetarische vrouwen – heb ik daar hard aan gewerkt. Aan hen merkte ik al snel dat ze nieuwsgierig waren naar ons verhaal. Scène voor scène schreef ik het op, alsof ik het opnieuw meemaakte. Dat schrijven hielp bij het verwerken. Ons verhaal klinkt misschien zielig, maar ik zit hier vrolijk en trots.’
‘Nu ligt er een boek van 300 pagina’s. Twee jaar heb ik eraan gewerkt. Elke pagina heb ik wel tien keer herschreven. Ik wilde dat het prettig leesbaar zou worden én informatief. Voor boerinnen, maar ook voor mensen die met hun winkelwagen door de supermarkt lopen. Als zij iets meer inzicht krijgen in wat Nederlandse boeren moeten doen voor het voedsel op hun bord, dan is mijn missie geslaagd.’
BOERIN IN ELKE VEZEL
‘Weet je wat ik het meest mis nu we geen koeien meer hebben? Ons eigen vlees … Vlees van een goed afgemeste melkkoe is zó lekker. Maar ik voel me nog boerin in elke vezel en blijf voor altijd verbonden met al die krachtige vrouwen uit de agrarische sector.’
























Aan de hand van voorbeelden uit hun dagelijkse praktijk schrijven vier dierenartsen over diergezondheid in de vleesveehouderij. Om en om beschrijven Anthony De Schryver, René Bemers, Piet De Meuter, en Hans Van Loo maandelijks vastgestelde ziektebeelden, uitgevoerde behandelingen en/of mogelijke preventiemaatregelen.
naam aandoening a euring van karkas verschijnselen afgekeurde organen, in deze casus de longen oorzaak diverse oorzaken, in dit geval gebrek aan vaccinatie
behandeling slachtgegevens opvolgen voor detectie, preventie, management aanpassen

‘Wij enten toch tegen van alles’, zei de stierenmester tijdens een rondje door de stal. Dat klopt inderdaad, er wordt tegen ibr, bvd, pinkengriep en mannheimia gevaccineerd als in het najaar de gespeende stiertjes arriveren op zijn bedrijf. Deze worden op dat moment ook keurig in een quarantainestal opgevangen en in hokken dik in het stro gehuisvest. Vervolgens worden ze netjes geschoren, ontwormd, gevaccineerd en gevoerd met een startrantsoen dat ook de juiste mineralenmix bevat. Veel van deze jonge stiertjes zijn ook zuigers die komen van arme natuurweiden, waardoor ze krap zitten in sporenelementen zoals selenium, jodium en koper. Deze sporenelementen zijn allemaal erg belangrijk voor een goede en gezonde start.
Sinds deze stierenmester deelnemer is bij een welzijnslabel vlees, neem ik twee keer per jaar bij hem de slachtgegevens door. Uit deze gegevens komen interessante zaken naar voren. De eventuele a euringen aan organen vertellen ons immers wat over de gezondheidsstatus van het betre ende rund. Deze keer waren er wat opmerkingen over de longen. Dit had ik niet meteen verwacht, gezien de keurige opvang en opstart hier op dit bedrijf.
De mester had hier hetzelfde gevoel bij. We besloten daarom dieper in de gegevens en het probleem te duiken. Als eerste insteek hebben we gekeken waar de betre ende stiertjes vandaan kwamen. De nummers van de dieren waarbij longproblemen opdoken, deden ons immers al in een bepaalde richting denken. Ze bleken uiteindelijk inderdaad allemaal van hetzelfde bedrijf te komen. Wat mij ook direct opviel, was de datum van aanvoer. Ze kwamen allemaal in het voorjaar op het bedrijf en dus buiten de risicoperiode. Daarom waren ze ook niet gevaccineerd. Voor de zekerheid hebben we nog even de visitebrieven gecontroleerd, maar deze dieren waren inderdaad niet geënt. Voor de mester werd het zo mooi inzichtelijk dat jaarrond vaccineren zeker valt aan te bevelen. Ook eens terugkijken waar de aangevoerde runderen vandaan komen kan verhelderend werken. Er zit immers zeker variatie in de verschillende bedrijven. Goede a omst mag ook gerust wat meer kosten, dat betaalt zich altijd uit aan de slachtlijn. Veel kwaliteitssystemen hebben terugkoppeling van slachtgegevens inmiddels opgenomen in de voorwaarden. De gegevens zijn er toch, waarom zou je ze dan ook niet zinvol gaan gebruiken?
(Boy de Renuamont x Tartan de Belle Eau)
Op 33 mnd.:
1242 kg en 147 cm (+7)
Ki-code: 945235
⊲ Eenvoudig te gebruiken bloedlijn
⊲ Hoge karkasindexen
⊲ Zeer geschikt voor op vaarzen

Wilt u sperma van Feston of andere stieren bestellen, bezoek dan onze webshop op shop.crv4all.nl of shop.crv4all.be

POLITIEK – De Europese Commissie heeft het handelsakkoord met de Mercosur-landen aangenomen en zal het nu formeel voorleggen aan het Europees Parlement en de EUlidstaten. Het Mercosur-akkoord verbindt de EU met Brazilië, Argentinië, Uruguay en Paraguay. Het is het grootste handelsakkoord dat de EU ooit heeft gesloten.
Het akkoord kan worden tegengehouden als
minimaal vier lidstaten die samen 35 procent van de Europese bevolking vertegenwoordigen, tegen stemmen. Frankrijk, Polen en Italië zijn fel tegen. Oostenrijk, Nederland en België zetten kritische kanttekeningen. Duitsland profileert zich als groot voorstander. Volgens de Financial Times wil Brussel uiterlijk in december een definitieve goedkeuring. Het akkoord helpt de EU om de Amerikaanse vraag naar Europese producten te behouden. Eerder voerde de VS onder Trump importtarieven in van 15 procent op veel EU-exportproducten. Het pact compenseert naar verwachting een derde van het verlies aan exportvolume door de hogere tarieven. Om de weerstand te breken van de landen die zich verzetten, voegde de Europese Commissie extra garanties toe, volgens de Financial Times. Er komen noodremprocedures die import afremmen bij grote volumestijgingen of prijsdalingen. Ook is er een compensatiefonds van bijna een miljard euro voor getroffen landbouwsectoren en strenger toezicht op gevoelige producten zoals rundvlees en pluimvee.
Brussel wil zo duidelijk maken dat het akkoord niet ten koste gaat van Europese boeren, maar onderdeel is van een evenwichtige handelsstrategie.
Om de Europese rundvleessector te beschermen voorziet het akkoord een quotum van 99.000 ton rundvlees. Enkel deze hoeveelheid mag met een lager tarief van 7,5 procent worden geïmporteerd. Anders dan de rundvleessector juicht de zuivelsector de deal toe. Door de vrijhandel vallen de huidige hoge tarieven van 28 of 18 procent voor bepaalde zuivelvolumes helemaal weg. Die volumes omvatten 30.000 ton kaas, 10.000 ton melkpoeder en 5.000 ton babymelkpoeder. Dat biedt kansen voor export.
Boeren verzetten zich tegen het Mercosurakkoord, omdat het goedkope import van vlees en suiker uit landen met lagere productiestandaarden mogelijk maakt. Ze vrezen oneerlijke concurrentie en extra druk op hun inkomen. Samen met koepelorganisatie Copa roept Boerenbond de lidstaten en het Europees Parlement op om het akkoord niet goed te keuren.
GEZONDHEID – In de eerste zes maanden van dit jaar verloren 33 Vlaamse bedrijven de ibr-vrijstatus. Dit blijkt uit de statistieken in de Veescoop van Dierengezondheidszorg Vlaanderen (DGZ).
Het aantal ibr-vrije bedrijven in Vlaanderen dat te maken kreeg met insleep van ibr, is in het eerste halfjaar van 2025 bijna net zo groot als in heel 2024. Raakten afgelopen jaar in totaal 36 bedrijven de vrijstatus kwijt, in de eerste zes maanden van dit jaar waren

dat er al 33. Overigens steeg het aandeel ibr-vrije bedrijven van 99,6 procent op 31 december 2024 naar 99,8 op 30 juni 2025. De cijfers voor bvd ontwikkelden zich gunstig. Het aantal geïnfecteerde bedrijven daalde van elf in het tweede halfjaar van 2024 naar zes in het eerste halfjaar van 2025. In het eerste halfjaar van 2024 waren dit er overigens vier.
In de eerste zes maanden van dit jaar werd 1 op de 20.000 geboren kalveren als bvd-
virusdrager geïdentificeerd. In de zes maanden daarvoor ging het om 1 op de ruim 4.000 kalveren en in het eerste halfjaar van 2024 betrof het 1 op de ruim 9.000 kalveren. Opmerkelijk is de stijging van het percentage gevonden dieren met antistoffen tegen mycoplasma. In 2024 werden in ongeveer 30 procent van de bloedmonsters antistoffen tegen deze bacterie gevonden. In de eerste zes maanden van 2025 steeg dit aandeel tot boven de 40 procent.
RUWVOER – In 2024 werd er met 909.000 ton zo’n 8 procent meer perspulp afgezet in de rundveesector. In totaal werd 2,5 miljoen ton vochtrijke diervoeders afgezet in de rundveehouderij, bijna 3 procent meer dan in 2023. Dat blijkt uit cijfers van de Circular Feed association (CFa), de vereniging van producenten en distributeurs van vochtrijke diervoeders.
In de rundveehouderij zijn naast perspulp
Het totaal aantal vochtrijke diervoeders aan veehouders in Nederland is stabiel gebleven
tarwegistconcentraat (670.000 ton), bierbostel (600.000 ton), aardappelpersvezels (260.000 ton) en maisglutenvoer (115.000 ton) de belangrijkste vochtrijke diervoeders. De totale hoeveelheid afgezette vochtrijke diervoeders aan veehouders in Nederland is met 5,2 miljoen ton (–0,7 procent) vrijwel gelijk gebleven. Volgens het CFa heffen de dalingen en stijgingen in diverse productgroepen elkaar op. Er was minder aanbod van zuivel- en aardappelproducten, maar meer afzet van perspulp uit de suikerindustrie en van producten van de graanverwerkende industrie.
GRAS – Als gevolg van klimaatveranderingen verdringen grassoorten uit Zuid-Europa steeds vaker inheemse grassen, ook in grasland dat agrarisch wordt gebruikt. Dit blijkt uit onderzoek van Floron, de organisatie die zich inzet voor verspreidingsonderzoek naar en bescherming van wilde planten in Nederland. Floron spreekt van de ‘mediterranisering’ van het Nederlands klimaat. Dat betekent dat de gemiddelde temperatuur stijgt en langdurige droogte en hitte vaker voorkomen. Grassen zoals glad en harig vingergras, handjesgras en stijf straatliefdegras verdringen daardoor inheemse grassen als Engels raaigras en gewone kropaar. Maar ook planten met een lange penwortel als wilde cichorei, gewoon biggenkruid en jakobskruiskruid komen hier steeds meer voor, net als eenjarige planten met een snelle levenscyclus zoals paarse dovenetel en zachte ooievaarsbek.
De mediterrane grassen zijn C4-planten. Deze gebruiken in het proces van fotosynthese vier koolstofatomen per watermolecuul. Dit is in tegenstelling met C3-planten die van oorsprong in Nederland voorkomen, die drie koolstofatomen per watermolecuul gebruiken en daardoor meer water nodig hebben om glucose te kunnen maken en te kunnen groeien. C4-planten hebben veel zonlicht nodig en groeien pas goed als de temperatuur overdag niet meer onder de 12 graden zakt.
In Nederland is dat steeds vroeger in het seizoen het geval. Voor veehouders is dit geen gunstige ontwikkeling. De voederwaarde van C4-grassen is namelijk lager dan de voederwaarde van C3-grassen.
De C4-plant glad vingergras wordt in Nederland steeds vaker gevonden

MAATSCHAPPIJ – In 2025 is 10 procent van de bedrijfshoofden en bedrijfsleiders in de landbouw jonger dan 40 jaar. Dat is een lichte stijging ten opzichte van 2015. Toen bedroeg het aandeel nog 8 procent. In dezelfde periode nam het aandeel boeren van 67 jaar of ouder sterker toe: van 17 naar 21 procent. Dit blijkt uit voorlopige cijfers van de Landbouwtelling van het CBS.
In 2025 telt Nederland bijna 5.000 landbouwbedrijven met een bedrijfshoofd of bedrijfsleider jonger dan 40 jaar. Dat is 10 procent van het totaal. Het totaal aantal land- en tuinbouwbedrijven daalt al decennia, maar de bedrijven worden gemiddeld wel steeds groter. Een groot deel van de bedrijven heeft boven-
dien geen bedrijfsopvolger. Het aandeel jonge boeren verschilt per sector, toont de landbouwtelling. In de tuinbouw is het met 13 procent het hoogst, gevolgd door de hokdierbedrijven (12 procent). De akkerbouw is het meest vergrijsd. In deze sector is 31 procent van de boeren 67 jaar of ouder. In totaal zijn er 10.500 landbouwbedrijven met een bedrijfsleider van 67 jaar of ouder. Hiervan is bijna de helft een graasdierbedrijf.
Bij grote bedrijven – met een Standaard Opbrengst (SO) van 500 duizend euro of meer – is relatief vaker een jong bedrijfshoofd actief. In 2025 gaat het om bijna 15.000 bedrijven in deze categorie. Bij 14 procent daarvan staat een boer jonger dan 40 jaar aan het
roer. Het aandeel boeren van 67 jaar of ouder is met 9 procent in deze groep juist het laagst.
Regionaal zijn de verschillen groot. In het landbouwgebied Westland en de ZuidHollandse Droogmakerijen is het aandeel jonge bedrijfshoofden en bedrijfsleiders met 15 procent volgens de telling het hoogst. Deze regio telt relatief veel tuinbouwbedrijven. Ook in de Noordoostpolder en het Zuidwestelijk Weidegebied in Drenthe is het aandeel jonge boeren relatief groot (beide 14 procent), net als in het Centraal Tuinbouwgebied in Utrecht (13 procent). Het laagste aandeel jonge boeren, 6 procent, wordt gemeten in het Westelijk Rijnland.
MEST – Het uitrijden van effluent met een lage stikstofinhoud (0,6 kilogram stikstof per ton) mag in Vlaanderen vanaf nu niet meer na 15 oktober. Voorheen was de uiterste datum 31 oktober. Dat maakt de Vlaamse Landmaatschappij (VLM) bekend. De organisatie voert deze wijziging door omdat meststoffen volgens VLM in het najaar en de winter amper worden opgenomen, met als gevolg een groot risico op uitspoeling van nutriënten. Naast de uiterste uitrijdatum moeten Vlaamse boeren met nog meer zaken rekening houden. Zo wordt de hoeveelheid uit te rijden
effluent in de periode van 1 september tot en met 15 oktober beperkt tot maximaal 25 ton per hectare en maximaal 10 kilogram werkzame stikstof per hectare. Volgens VLM gelden er strengere regels voor bemesting op akkerland dan op grasland. Bemesten van akkerland mag alleen op percelen waar na een niet-nitraatgevoelige hoofdteelt uiterlijk op 15 september een vanggewas wordt ingezaaid. Na 31 augustus is bemesten enkel toegestaan als er al een gewas aanwezig is of als er binnen zeven dagen na de bemesting een vanggewas
wordt ingezaaid. Na 15 september mag er uitsluitend nog bemest worden op het ingezaaide vanggewas. Tot slot moet het vervoeren van mest altijd met een agr-gps-systeem. Concreet betekent dit: met de agr-gps-app of door een erkend mestvervoerder.
De VLM laat weten dat er ook in 2026 minder mogelijkheden zijn om effluent aan te wenden. Uitrijden kan vanaf 16 februari. Vroeger was dat vanaf 16 januari. Vanaf 2026 mag na 1 september alleen nog effluent met een lage stikstofinhoud worden uitgereden op zware kleigrond.
– De huidige voederwaardeprijzen zijn berekend door Wageningen Universiteit (WUR) op 12 augustus 2025. De waarde van 1000 vem (kvem-prijs) daalt naar 21,8 eurocent, terwijl de waarde van eiwit rustig doorstijgt naar 58,7 eurocent per kg dve.
– In de onderstaande tabel met de voederwaardeprijzen staan verschillende producten met bijhorende voederwaarde. De voederwaarde van het product wordt berekend aan de hand van de cijfers die WUR publiceert. Er wordt daarbij een vergelijking gemaakt tussen de marktwaarde en de voederwaarde. Belangrijk om te weten is dat men enkel producten mag vergelijken die vergelijkbaar zijn. Bij een voederwaardeprijs onder de 100 is het voedermiddel prijstechnisch interessant. Evalueer ook eerst welke producten in het rantsoen passen en kies binnen deze producten de goedkoopste optie.
– De eiwitprijzen zijn wat gedaald. Er is nog geen resultaat gekomen uit de gesprekken tussen China en de Verenigde Staten. Hierdoor koopt China nog geen soja uit de VS. Indien China toch soja begint te kopen uit de Verenigde Staten, is het de vraag hoeveel de sojabonen in prijs kunnen stijgen. Omdat China nu geen soja koopt uit de VS, staat de prijs van de sojabonen daar redelijk onder druk. De raapprijzen hebben naar alle waarschijnlijkheid hun bodem bereikt. Afgelopen week steeg de prijs licht. DDGS is terug wat gedaald.
– De graanprijzen zijn de afgelopen weken redelijk stabiel gebleven, maar ze zijn wel wat in beweging. De maisprijs blijft stabiel. Waar de verwachtingen voor de opbrengst zeer matig waren, lijken deze gelukkig wat mee te vallen. Het aanbod blijft echter beperkt, waardoor deze markt eerder lijkt te zullen stijgen dan te dalen. De prijs van de tarwe en de gerst heeft een lichte daling gemaakt. Het grote aanbod zorgt voor concurrentie tussen de exporterende landen.
– De vulmiddelen zijn over het algemeen relatief goed aan de prijs, maar vergelijk alvorens je koopt. De palmpitschilfers zijn met name correct geprijsd, evenals de sojahullen. Op termijn zal het aanbod van deze producten de prijs omhoog of omlaag drijven.
– Bijproducten zijn behoorlijk aan de prijs. De voeraardappelen kunnen momenteel wel zeer interessant zijn. Eventueel zijn deze in te kuilen tussen de mais.
(bron: Liba)
augustus 2025
in eurocenten, excl. btw (bron: Wageningen Livestock Research)
augustus
2025 m/m y/y
fokvee kvem 21,80 kg dve 58,70
m/m = vergelijking t.o.v. vorige maand y/y = vergelijking t.o.v. dezelfde maand vorig jaar
Voederwaardeprijzen geven de verhouding weer van de voederwaarde van mengvoer, grondstoffen en bijproducten in relatie tot de marktprijs. Bij een voederwaardeprijs onder de 100 procent is het voedermiddel prijstechnisch interessant.
bewaringsverlies(%) vevig/kgds dveg/kgds
voederwaardeprijs (€/ton)vevi marktprijst.o.v.voederwaardeprijs(%)
bron: Veemarkt
BROUTARDS Bron:
BROUTARDS LIMOUSIN
bron: Veemarkt Les Hérolles (Fr.)
Bron: veemarkt Les Hérolles (Fr.)
KOEIEN BELGISCH WITBLAUW BROUTARDS BLONDE D’AQUITAINE
KOEIEN BELGISCH WITBLAUW BROUTARDS BLONDE
Bron: veemarkten België
Bron:
land waarde augustus 2025 trend (m/m**)
Groot-Brittannië 754,12
Bron: European Market Observatories
Bron: European Observatories
Uruguay 438,91
Europa 662,31
Australië 406,40
Verenigde Staten 718,69
Nieuw-Zeeland 419,23
Argentinië 391,85
Brazilië 306,30
*euro/100 kg geslacht gewicht stieren =
**m/m = vergelijking t.o.v. vorige maand
KEURINGEN EN PRIJSKAMPEN
4 oktober Nationale herefordkeuring, Mariënheem
25 oktober Nationale VleesveeManifestatie (NVM), Mariënheem
VEILINGEN
27 september BAC-stierenveiling, Laren
16 oktober Veiling blonde d’Aquitaine, Doux (Frankrijk)
13 november Veiling blonde d’Aquitaine, Casteljaloux (Frankrijk)
19-20 november Veiling limousin, Boisseuil (Frankrijk)
14-15 januari Veiling limousin, Boisseuil (Frankrijk)
BEURZEN, STUDIEVERGADERINGEN, DEMODAGEN
7-10 oktober Sommet de l’Elevage, Clermont-Ferrand (Frankrijk)
Raadpleeg de website veeteeltvlees.be of veeteeltvlees.nl voor een actuele en uitgebreide stand van zaken.

VeeteeltVlees is een uitgave van CRV BV in opdracht van Coöperatie CRV ua. De leden van de Coöperatie CRV ontvangen VeeteeltVlees gratis, als onderdeel van het lidmaatschap. VeeteeltVlees verschijnt maandelijks.
redactie
hoofdredacteur Wim Veulemans redactie Inge van Drie, Jaap van der Knaap, Wichert Koopman, Grietje de Vries, Quinten den Hertog, Justine Poppe foto- en beeldbewerking Simone Smit, Rogier van der Weiden vormgeving René Horsman, Esther Onida eindredactie Lieke van den Broek hoofd CRV-magazines Jaap van der Knaap aan dit nummer werkten verder mee Sjoerd Hofstee en Florus Pellikaan
redactie-adres
Nederland: postbus 454, 6800 AL Arnhem telefoon 026 38 98 800
Vlaanderen: Buchtenstraat 7, 9051 Sint-Denijs-Westrem telefoon 078 15 44 44 fax 09 363 92 06 e-mail veeteelt@crv4all.com
abonnementsprijs/jaar
Nederland en België € 104,00, overige landen € 168,00. In combinatie met abonnement op vakblad Veeteelt bedraagt een abonnement € 173,00 per jaar, overige landen € 299,00 per jaar. Prijzen excl. btw. Abonnementen zijn gebaseerd op kalenderjaar en worden jaarlijks in februari gefactureerd. Opzegging is mogelijk per kwartaal. Bel voor opgave van een abonnement: België: CRV Klantenservice (078 15 44 44) e-mail klantenservice.be@crv4all.com
Nederland: CRV Klantenservice (088 00 24 440) e-mail klantenservice.nl@crv4all.com
advertentie-afdeling
Karen Dammer en Froukje Visser postbus 454, 6800 AL Arnhem telefoon (+31)(0)6 53 16 85 29 e-mail advertenties@crv4all.com
illustraties/foto’s
De foto’s zijn van de eigen fotodienst van VeeteeltVlees. Uitzonderingen zijn de foto’s van Theo Janssen (6), OS Blonde d’Aquitaine (7), Harrie van Leeuwen (19, 38), Regine Foket (8-12), Mark Pasveer (15), Langs de Melkweg (18), Mark Pasveer (24), De Agrofotograaf (31) en MacGregor Photography (39).
De mooiste Belgisch witblauwen zijn in het komende nummer weer aan de beurt. Welke witblauwen kregen het voorbije boekjaar net meer dan 90 punten in Nederland en Vlaanderen? Een aantal opvallende dieren en hun fokkers komen daarbij aan bod, net als een aantal dieren op foto. Verder in dit nummer nemen we een kijkje in de stallen van BBG, waar een deel van de witblauwstieren gehuisvest wordt. Recent werd er verder geïnvesteerd in de gezondheid en het welzijn van de stieren.
Overname van artikelen is alleen toegestaan na toestemming van de redactie. Hoewel aan de samenstelling van de inhoud de meeste zorg is besteed, kan door de redactie geen aansprakelijkheid worden aanvaard voor mogelijke onjuistheden of onvolledigheden. Alle auteursrechten en overige intellectuele eigendomsrechten ten aanzien van (de inhoud van) deze uitgave worden uitdrukkelijk voorbehouden. Deze rechten berusten bij CRV BV c.q. de betre ende auteur. Artikelen uit VeeteeltVlees mogen uitsluitend verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden na schriftelijke toestemming van CRV.
Druk: Senefelder Misset, Doetinchem ISSN 01.68-7565

Afgelopen maand behaalde CRV het ISO 27001-certficaat. Dit certificaat is de internationale standaard voor informatiebeveiliging.
‘We hebben veel tijd en energie gestoken in deze certificering. We zijn dan ook trots dat het ons is gelukt. Dit bevestigt dat CRV uiterst zorgvuldig omgaat met vertrouwelijke gegevens, voldoet aan de hoogste normen
voor risicobeheersing en continu werkt aan verdere verbetering van beveiligingsmaatregelen’, verklaart Ron Brouwer, die bij CRV verantwoordelijk is voor de beveiliging van de informatiesystemen.
‘Veehouders die gebruikmaken van onze applicaties, zoals CRV Dier en CRV Bedrijf, CRV Mineraal en CRV Fokkerij, kunnen erop
Op de registratiekaarten van CRV zijn sinds kort drie generaties weergegeven. Hiermee is een veelgevraagde wens gerealiseerd en heeft u als veehouder direct meer inzicht in de afstamming van uw dieren.

rekenen dat de beveiliging van hun data aan de allerhoogste eisen voldoet’, benadrukt hij. ‘En deze certificering is voor ons niet het eindstation. We zullen continu blijven werken aan verdere aanscherping van de procedures om ook in de toekomst op dit terrein koploper te blijven in de markt.’





geboren: 28-06-2021
schofthoogte: 40 mnd, 149cm (+6) gewicht: 1183 kg
32
FUTÉ
78 / 90 / 86 / 88 / 85 / 89

verkoper: Philippe Mailleux, Marchovelette fokker: Philippe Melotte, Lathuy haarkleur: zwart en wit
GROMMIT HOF TER ZILVERBERG
AUTORITÉ DE SOMME
BRASÉRO DU MOLIGNA
GLORIETTE DU CORTIL GAYOT
88 / 88 / 84 / 84 / 80 / 88
DIABLESSE DU CORTIL GAYOT
ADAJIO DE BRAY
CLAVER HOF TER ZILVERBERG
INDIANA DU MONT
MAJORITÉ DE CENTFONTAINE
HARPON DE L’ORGELOT
FUTURE DE MAFFE
BENHUR DU CHAMP BOUVAL
GÉAMTE DU CORTIL GAYOT
Dorval is een nieuwe Futézoon, die lengte showt in combinatie met gewicht en bespiering. Deze stier, geboren bij Philippe Melotte, werd op hetzelfde bedrijf aangekocht als Désiré de Ferrière. Zijn eerste vijftig nakomelingen op dit bedrijf lieten vroegrijpheid zien en kalfden gemiddeld gezien reeds rond de 22 maanden.
Dorval is een ideale stier voor vleesveehouders die kiezen voor functionaliteit, vroegrijpheid, gewicht en bespiering.



Koemonitoringssysteem voor vleesvee
Bepaal het meest optimale moment van K.I.
Verhoog uw drachtigheidspercentage Optimaliseer de tussenkalftijd
Krijg inzicht in de gezondheid van elke koe
Verbeter de voerefficiëntie
Grijp in bij hittestress























Koemonitoringssysteem voor vleesvee
Bepaal het meest optimale moment van K.I.
Verhoog uw drachtigheidspercentage Optimaliseer de tussenkalftijd
Krijg inzicht in de gezondheid van elke koe Verbeter de voerefficiëntie
Grijp in bij hittestress




















