Britse deskundige over grasland op regeneratieve wijze
RUBRIEKEN
5 Van de redactie
6 Fokkerijnieuws
17 CRV-coöperatienieuws
30 Managementnieuws
32 Marktinfo voer
33 Marktinfo vee
34 Agenda
35 CRV-bedrijfsnieuws
HOOFDARTIKEL
8 British blue, een Brits vleesras met eigen koers
12 De markt is leidend voor Top Side-fokkerij
14 Solway View, een Britse kracht in de rundveefokkerij
MANAGEMENT
18 Serie Gezondheid: niet altijd snotneuzen bij koeiengriep ibr
24 De waarde van gras: grasland voedt koe én bodem
29 Infographic inkuilen: zo snel mogelijk een zuurstofarme kuil
REPORTAGE
20 Investeren in sensoren en koele koeien loont voor het vleesveebedrijf van familie Henckaerts
INTERVIEW
26 Luppo Diepenbroek zorgt voor kennis over graslandbeheer op regeneratieve wijze
hoofdartikel rasspecial British blue
BIJ DE COVER
De koelte na een korte zomerse hittegolf bracht ook dit Limburgse koppel soelaas (foto: Quinten den Hertog)
gezondheid ibr gras bodem
Ali Jackson:
‘We willen dieren die hun kop hoog dragen en aanwezigheid uitstralen’
Jos Henckaerts:
‘Dankzij de sensor kunnen we veel sneller behandelen’
British blue: solide ras van Belgische origine
Limburgs vleesvee met sensoren en koele koppen
deskundige over grasland op regeneratieve wijze
gezondheidsstatus van uw fokkerij in kaart?
Starmilk & Rumexpert bieden u een volledige gezondheidsaudit aan voor een gezonde, veilige en efficiënte fokkerij.
Benut het groeipotentieel van uw lammeren maximaal met:
LAMMERENKORREL GROEI
• Voor goede spierontwikkeling van uw lammeren; een hoge maar veilige groei zonder vervetten.
• Met alle toegevoegde mineralen en sporenelementen zoals kobalt.
• Voeradvies na spenen 150 -250g per dag gericht op een groei van 2kg per week.
Kom ons ontmoeten op de beurs in Libramont en ontdek ons aanbod.
VOERWAARTS.N L Tel. 0315 23 00 83 • info@voerwaarts.nl
Informeer naar onze dealeradressen, vraag naar VOERWAARTS bij uw dealer of bestel via HOBBYFARMING.NL (vanaf 250kg totaal) of 123voer.nl (per zak)
Uw melkpoederexpert Jean-François Lericq
Een voedingsadvies dat niet voedt, maar verdeelt
Wat meer noten, wat extra peulvruchten en wat minder vlees, al zeker bewerkt vlees. Velen zullen zich de voorbije maand even in de ochtendlijke ko e verslikt hebben bij het lezen van het nieuwe voedingsadvies van de Hoge Gezondheidsraad. Zo ook de Vlaamse minister van Landbouw, die dan ook snel in de pen kroop en zich afvroeg wat er mis is met een goed stuk lokaal geproduceerd vlees, maar vooral met wat gezond verstand.
Dat nagenoeg elk maatschappelijk thema heden ten dage vrij snel afglijdt naar stellingnames die eerder polariserend werken, werd meteen duidelijk na de publicatie van het advies. En al helemaal na de reactie van de minister. Wie die adviezen al wat langer volgt, zal toch niet verbaasd opgekeken hebben, ook niet met de beperking tot 300 gram rood vlees per week. Dat vanuit die hoek gezondheid en vlees eten aan elkaar gekoppeld zijn, mag ons niet vreemd zijn. Het is een benadering vanuit een bepaalde invalshoek. En zo moeten we dat ook bekijken, het is bovendien en vooral een advies. Koppel daaraan de invalshoek van de
WIM VEULEMANS HOOFDREDACTEUR
minister om het gezond verstand te gebruiken en vooral te kiezen voor een stukje lokaal vlees en je komt al een heel eindje verder. Wegblijven van polariserende stellingnames of uitspraken en kiezen voor een balans tussen emotie en ratio zou in de naweeën van het advies immers een ander vervolg hebben gebracht. Ik ben er vrij zeker van dat het dan wel mensen zou doen nadenken en de juiste keuzes maken. Nu lijkt het alsof ieder in zijn eigen kamp zit en er maar moeilijk weer uitgeraakt. Daarom was het opiniestuk van twee medewerkers van Rikolto een verademing en een aanrader in het debat. Eten is inderdaad geen keuze van het verstand alleen, het is emotie, een uitdrukking van cultuur, van wie we zijn en willen zijn. Eten is meer dan brandstof. Met die stelling brengen deze auteurs een belangrijke nuance in het debat. Het zou geholpen hebben, mocht de Hoge Gezondheidsraad zijn aanbevelingen met eenzelfde context hebben gecommuniceerd. Een boodschap is immers alleen maar nuttig als ze gehoord of gelezen wordt.
Moeder en zoon pakken winst in Merksplas
Voor Wim Verheyen uit Merksplas was de jaarlijkse keuring in Merksplas een mooie editie. Zowel zijn Parisa van de Delthoeve als haar zoon Tibo wonnen een kampioenstitel. De ruim vijf jaar oude Balistodochter Parisa won de kampioenstitel bij de koeien vanaf 44 maanden. Ze versloeg daarvoor eerder op de dag de bekende Courtoisdochter Rêveuse du Pachis à la Motte van Tom Devaere uit Herselt. In het kampioenschap zelf haalde ze het van Linda, een dochter van Aguichant uit de stal van Guy Van Beirendonck uit Wechelderzande. Parisa’s zoon Tibo van de Lipseindsehoeve (v. Ecusson) won dan weer het kampioenschap bij de stieren. Hij versloeg stalgenoot Thorgan van de Lipseindsehoeve (v. Elance). Beide stieren zijn gefokt door Sam Verheyen, ook uit Merksplas.
Voor de familie Boudewijns uit Merksplas was er finaal winst met Elynn van ’t Hoeveke. De dochter van Darko uit een Futémoeder haalde het in het kampioenschap van de vaarzen jonger dan 10 maanden van twee andere vaarzen. Daarbij was er ook een Darkonakomeling, Ukje van ’t Berkebos van Viktor en Bart Noeyens uit Merksplas. De derde vaars in dit kampioenschap was Ulrike, een Debardédochter van Louis Adriaensen uit Retie. Paul Verpoorten uit Lommel wist ook twee keer rubriekswinst te pakken op deze keuring. Zowel Le Secret Nouwelle (v. Le Secret Oax) als Le Secret 8047 (v. Darko) wonnen hun rubriek bij de vaarzen van 10 tot 20 maanden. Beide dieren zijn in mede-eigendom met Erwin Vlakenborgs uit Houthalen-Helchteren. Ook Wim Verheyen had hier een rubriekswinnaar in het kampioenschap. Maar ook zijn
dochter van Flash-Back, Talitha van de Delthoeve, moest de duimen leggen tegen Jolie van de Lochtenberg. Deze 15 maanden oude dochter van Futé met de bekende Capeline de Centfontaine won het kampioenschap in deze leeftijdsgroep.
Bij de vaarzen van 20 tot 32 maanden was er ook een dubbele winst. Zowel Liberté de Spy (Flash-Back x Rêveuse) als Tessa (v. Darko) wonnen in deze leeftijdsgroep hun rubriek voor hun eigenaars Viktor en Bart Noeyens. De laatste kampioenstitel was echter voor Renske van de Hemelrijksehei van Constant Oostvogels uit Hoogstraten. Deze bijna drie jaar oude Normandochter haalde het in het kampioenschap van de jonge koeien.
Halifax de Langherode haalt topprijs op veiling Ciney
Tijdens de recente verkoop in Ciney zijn dertien van de vijftien aangeboden witblauwstieren verkocht. De prijzen lagen beduidend hoger dan in vorige jaren, wat mede te danken is aan de huidige gunstige marktsituatie.
De hoogste prijs werd betaald voor Halifax de Langherode, een zoon van Cachemire en gefokt door François Derycke uit Edingen. Deze indrukwekkende stier werd door BBG aangekocht voor 8000 euro. Halifax viel op door zijn gespierde bouw, zowel vooraan als achteraan, en zijn correcte beenwerk
Dubbelslag voor Filip Ally in Tielt
Met Venus en Topje heeft Filip Ally twee van de drie Tieltse kampioenen in de stal staan. De net twaalf maanden oude Futédochter Venus van de Pannemeers imponeerde zowel in haar rubriek als in het kampioenschap. De driekoppige jury, met Stijn Vereecke, Geert Demasure en Amber Van Moer, verkozen haar als kampioene bij de jonge vaarzen. Ook bij de oudere vaarzen en koeien was er winst voor Ally. Zijn Topje van de Pannemeers, een Dominodochter die zich al meermaals op keuringen sterk toonde, won dit
(86 punten). Hij woog 733 kg op een leeftijd van 16 maanden en 23 dagen. De technische resultaten van de verkochte stieren zijn een bevestiging van de hoge kwaliteit. Op 7 maanden was het gemiddelde gewicht 275 kg, op 13 maanden lag dit op 526 kg.
De dagelijkse groei tussen 8 en 11 maanden bedroeg gemiddeld 1402 gram. De voederconversie werd gemeten op 4,51 kg voer per kilogram groei.
De veilingprijzen schommelden tussen de 4600 en 8000 euro, met een gemiddelde van 5515 euro exclusief kosten.
kampioenschap. De recent gekalfde Topje showde in Tielt veel finesse en was met haar 29 maanden de jongste in dit kampioenschap.
Bij de stieren was de ultieme wist voor Luc David en zijn Trésor van Willecome. De anderhalf jaar oude zoon van Ronaldo toonde zich mooi bevleesd en ontwikkeld. Opvallend is dat Trésor een zoon is van Ronaldo (van de Stokerij) uit een dochter van Ronaldo, weliswaar Ronaldo van de Scheldemeersch.
Alle kampioenen op een rij (v.l.n.r.): Tibo, Elynn, Jolie, Renske en Parisa
Cachemirezoon Halifax trekt voor een bedrag van 8000 euro naar de stallen van BBG
Venus van de Pannemeers (v. Futé), eig.: Filip Ally, kampioen jonge vaarzen
Josh Tickell, Amerikaans auteur en filmmaker:
‘Landbouw is een voorwaarde voor de interne veiligheid van regio’s en naties’
Uit: Nieuwe Oogst, 7 juni 2025
Upin duurste stier op blondeveiling
De Franse online stierenveiling van Blonde Génétique had een wat beperkt aanbod blonde d’Aquitaines. Alle stieren gingen wel van de hand. De topprijs was met 8200 euro voor Suprèmezoon Upin. De verkoop resulteerde in een gemiddelde verkoopprijs van 5740 euro voor de tien geteste stieren, waaronder vijf stieren met een Auriva-stempel en vijf stieren met de Junior-kwalificatie. Voor de Auriva-stieren werd gemiddeld 4900 euro geboden, de Junior-groep topte hoger af met een bedrag van gemiddeld 6580 euro
voor de vijf stieren. In deze groep was de topprijs voor Upin, een zoon van Suprème uit een Ecussondochter. De stier had een leeftijd van twee jaar en is gefokt en opgegroeid op het bedrijf van Gaec Des Nauzes. Upin veranderde van eigenaar voor 8200 euro. De topprijs bij de Auriva-stieren ging naar SR2711 Vétéran, een Magiczoon die werd verkocht voor 6300 euro. De stier was net geen 16 maanden oud en is gefokt door Gaec Cransac en werd dus verkocht door Auriva.
Het hoogste bod was voor Upin, een zoon van Suprème en een Ecussondochter
Mooie prijzen op veiling Woeste Hoeve
Zaterdag 21 juni organiseerde de Woeste Hoeve, de fokkerijstal met blonde d’Aquitaines van Johan Schilder uit Hoogwoude, een unieke veiling met een aanbod van meer dan zeventig dieren en genetica. De drieënhalf jaar oude Structure haalde met 8000 euro de hoogste verkoopprijs binnen. Veilingtopper Structure is een zoon van Popeye van de Woeste Hoeve en ingeschreven met een algemeen voorkomen van 89 punten. De stier, die al eerder kampioenstitels won op de NVM en in Enter, toonde zich sterk ontwikkeld (1400 kg en 1,66 m) met finesse in huid en
beenwerk. Via moeder Orchidée gaat hij terug op de Franse combinatie van Fromant en Impatiente. ‘Van deze combinatie kon ik ooit vier embryo’s kopen, waaruit drie vaarzen werden geboren’, geeft Schilder aan. Van de stier stonden ook enkele nakomelingen genoteerd in het veilingaanbod.
Ook twee vrouwelijke dieren wisten een stevige verkoopprijs waar te maken. De met 90 punten excellente, zes jaar oude Paola van de Woeste Hoeve haalde een verkoopprijs van 6200 euro. Deze imposante dochter van Notaris van de Woeste Hoeve, zelf een zoon
Structure van de Woeste Hoeve werd verkocht voor een bedrag van 8000 euro
van Impérial, werd samen met haar vaarskalf verkocht. Haar vaarskalf is een dochter van Saint-Tropez van de Woeste Hoeve. Tesla van de Woeste Hoeve zorgde voor een verkoopprijs van 6100 euro. Ze is een drie jaar oude dochter van de Franse topstier Malien uit Mercedes van de Woeste Hoeve. Schilder omschrijft Tesla als een vaars met uitstraling en ontwikkeling, maar omdat er van haar afstamming al voldoende bloedvoering op het bedrijf was, besloot hij haar te insemineren met een embryo van de topcombinatie van Malien met Mimosa van de Woeste Hoeve. Van deze kruising zijn al meerdere dieren op het bedrijf geboren, onder meer de met 89 punten beloftevolle stier Ukraine. Het totale veilingaanbod bestond uit 73 loten. In dat voor Europese normen unieke aanbod zaten zowel stieren, koeien als vaarzen alsook zeven sets met telkens drie embryo’s en twee containers met sperma. Het duurste embryopakket waren drie embryo’s van de kruising van Fatima du Moulin met Voltaire. Zo’n tweehonderd bezoekers waren aanwezig op de veiling, ook vanuit het buitenland met onder meer kopers uit Zweden, Duitsland en Tsjechië. ‘Het was een uniek en breed aanbod dieren met een mooi niveau’, omschreef Schilder de veiling, die door de omvang vrij uniek is in onze regio. De fokker kreeg bij de enorme voorbereiding de dankbare hulp van familie en vrienden.
British blue: solide
British blue is uitgegroeid tot een sleutelras in de Britse rundveehouderij. Dat is een
prestatie die diepgeworteld is in de geschiedenis,
Bmaar die ook innovatief is.
TEKST WIM VEULEMANS
ritish blue is het resultaat van een zorgvuldig fokproces gebaseerd op het Belgisch-witblauwras. De voorbije decennia heeft het ras wel een eigen koers gevaren. In het begin van de jaren tachtig doken de eerste Belgisch witblauwen op in het Verenigd Koninkrijk, waarmee British blue zijn eerste introductie kende. ‘Vanaf dat moment ging het ras een eigen koers met een indrukwekkende groei’, vertelt Andy Ryder van het Britse stamboek. ‘Britse fokkers herkenden het potentieel van het originele ras voor de vleesproductie.’ Door middel van selectie en kruising ontstond er een Britse lijn die zich beter aanpaste aan lokale omstandigheden. Zo ontstond uiteindelijk het ras dat we vandaag kennen als British blue.’
Het stamboek, de British Blue Cattle Society (BBCS), telt ongeveer 520 leden, voornamelijk fokkers op gemengde bedrijven. Deze bedrijven combineren vleesvee met andere agrarische activiteiten zoals melkvee of akkerbouw. Aan het roer van de society staat een raad van bestuur, bestaande uit dertien bestuurders. Graham Brindley is de voorzitter van het bestuur, hij vertegenwoordigt de vereniging en leidt de vergaderingen (3 tot 4 maal per
jaar), waarin het beleid bepaald wordt. Andy Ryder is algemeen secretaris. Hij is verantwoordelijk voor het dagelijks beheer van de society. Mary Brown is de president van de society en het boegbeeld van de vereniging, ook op evenementen.
Royalty’s voor stiereigenaar
In Groot-Brittannië concurreert British blue met andere continentale rassen zoals charolais en limousin. ‘Vandaag de dag wordt meer dan 50 procent van alle Britse melkvee-inseminaties uitgevoerd met stieren van ons ras’, zegt Ryder en verwijst daarmee naar de statistieken van het Britse centrale dierregistratiesysteem BCMS. Ook het stamboek groeide mee met de populariteit van het ras, met als doel de promotie en registratie van het ras in het Verenigd Koninkrijk en Ierland.
In 2007 volgde een formele erkenning en de oprichting van de British Blue Cattle Society, die het traditionele stamboek opvolgde. Sindsdien is de society het stamboekregister voor dit ras in heel Groot-Brittannië. Daarbij hebben aangesloten vleesveehouders de mogelijkheid om de kalveren op hun bedrijf te registreren binnen 45 dagen na geboorte. Opvallend is dat veehouders daarbij de dieren binnen het jaar opnieuw kunnen afmelden uit het stamboek als ze niet blijken te voldoen aan hun standaard. Het inschrijven van een kalf kost afhankelijk van een aantal factoren rond de 40 pond per kalf. Daarnaast kent het ras en de stamboekwerking nog een aantal opvallende opties. Zo kan een stiereigenaar zijn stamboekstier bij de society aanmelden als ‘royalty scheme bull’. Per geregistreerd kalf van deze stier kan hij dan een royalty krijgen. Dat bedrag bepaalt hijzelf vooraf, maar varieert vaak rond de 30 pond per kalf. Het
met eigen koers
bedrag wordt betaald door de veehouder die het kalf registreert. Een deel van de royalty’s bestaat uit administratiekosten voor de society. Een andere optie hebben veehouders om stieren aan te melden voor enkel commercieel gebruik. ‘Ze kunnen dan wel sperma van de stier verkopen, maar alleen zijzelf kunnen de kalveren van deze stier in het stamboek registreren’, verduidelijkt Ryder.
Richten op eigen kenmerken
Hoewel de British blue in fenotype grote gelijkenissen vertoont met Belgisch witblauw, heeft het ras de voorbije decennia een aantal eigen accenten gekregen. De kleuren zijn gelijk aan die van de Belgisch witblauwe dieren, waarbij ook rode dieren wel gewenst zijn. British blue wordt gekenmerkt door grote, langgerekte dieren met een fijn beendergestel en sterke benen.
‘Een groot verschil met de markt op het vasteland is dat veel van de ingeschreven kalveren voor de zogenaamde “pedigree market” bestemd zijn en niet di-
rect naar het slachthuis gaan’, vertelt Ryder. Met die kalveren wordt dan wel verder gefokt in zuiver British blue of ze worden ingezet om te kruisen met andere rassen. ‘In het Verenigd Koninkrijk zijn er vrij veel vleesveehouderijen die zich op de commerciële afzet van rundvlees richten’, gaat de BBCS-secretaris verder. ‘Die zijn bereid om goed geld te betalen voor deze dieren om de kwaliteit van hun eigen veestapel te verbeteren.’
Die verbetering uit zich niet alleen in de vleeskwaliteit in de eindafzet van de runderen naar de handel. Dankzij hun eigenschappen is British blue ook zeer gewild in wedstrijden met commercieel vleesvee, die in Groot-Brittannië georganiseerd worden.
Fokdoel in balans
Het fokdoel binnen de British-bluepopulatie is gericht op een balans tussen vleeskwaliteit en duurzaamheid. Die duurzaamheid vertaalt zich op veel bedrijven in levensduur, waarbij veel moederdieren lang op de bedrijven blijven en meerdere kalveren
Meer over de veiling in Carlisle
De veiling van begin mei in Carlisle telde in zijn catalogus maar liefst 125 dieren. Al deze dieren namen een dag eerder deel aan de individuele keuring. Deelname is pas mogelijk als het dier ook te koop aangeboden wordt. Het gevolg hiervan is dat niet altijd de beste
dieren van het bedrijf, zeker niet de vrouwelijke, deelnemen aan de show. Van alle dieren en het bedrijf van afkomst is de volledige sanitaire status gekend. Elk dier wordt voorafgaand aan de show onderzocht, gekeurd, gemeten en gewogen. Elk dier wordt slechts eenmaal in de verkoopzaal getoond en te koop aangeboden. Het bieden verloopt vanaf een instelprijs, elke verkoper kan vooraf een minimumprijs vastleggen.
Die prijs is vastgelegd in guineas (gns) of gienjes, waarbij een gienje goed is voor 1,05 pond. De verkoop gebeurt dan wel in deze munt, de uitbetaling is in ponden voor ongeveer hetzelfde bedrag (met 5,5 tot 6,5 procent commissie). Het verschil is dan de commissie die de organisator van de veiling en het stamboek aanwendt voor de gemaakte kosten. De betaling van de aankoop vindt ook meteen na de veiling plaats, anders mag een dier niet vertrekken.
Begin mei lag de gemiddelde verkoopprijs voor de 53 aangeboden stieren op 9.356 pond of net geen 11.000 euro. Maar liefst dertien stieren gingen van de hand voor een bedrag van boven de 10.000 pond. De absolute topper was Solway View Tate met een stevig bedrag van 50.000 gns of ongeveer 62.000 euro. Deze zoon van Boherard Overdose won een dag eerder ook het algemeen kampioenschap.
Veilingtopper Solway View Tate
Vleesveehouder Greg Bowran: ‘Blauw voor meer stijl en rust in het koppel’
Een van de kopers op de veiling in Carlisle was Greg Bowran. Samen met zijn zoon kwam de vleesveehouder uit het Schotse Terregles, vlak boven Dumfries, naar Carlisle afgezakt om een stier te zoeken. Hun gemengd bedrijf bestaat uit een koppel van 90 runderen, van diverse rassen zoals limousin. In het verleden werden deze gekruist met simmental of charolais. Daarnaast is het bedrijf ook actief in het loonwerk. ‘We zijn ondertussen overgeschakeld naar
zelf grootbrengen. Daarnaast is er in de fokkerij ook aandacht voor de natuurlijke geboorten bij de dieren. Ruimte in het bekken en lichte kalveren hebben daarbij de voorkeur. Dat is ook de reden waarom veel fokkers een voorkeur hebben voor wat vierkantere achterhanden bij hun dieren. Om veehouders te ondersteunen publiceert de British Blue Cattle Society ook lijsten met stieren op basis van ‘Easy Calving’ of gemakkelijke geboorten. Uit hun registraties blijkt het aantal moeilijke geboorten zich te beperken tot slechts 3,3 procent. De leden van het stamboek kunnen ook gebruikmaken van het internationale platform Breedplan. Daarin zit een grote hoeveelheid data van de geregistreerde dieren in het stamboek. Veehouders kunnen er collega-fokkers of dieren opzoeken of selecties maken op basis van bepaalde kenmerken. Ook een kruisingsprogramma is er beschikbaar.
Een derde aandachtspunt is de inzetbaarheid van het ras om het te kruisen met andere rassen, met zowel melkvee als vleesvee. Een British-bluestier wordt daarbij vaak ingezet als eindstier op melkveebedrijven, maar ook op commerciële vleesveebedrijven.
Commerciële meerwaarde
Volgens de gegevens van de society worden er jaarlijks zo’n 1200 dieren geregistreerd in het ras. Een aanzienlijk groter aantal dieren komt echter voort uit kruisingen waarbij een British-bluestier wordt ingezet op commerciële melkkoeien en andere vleesrassen. ‘Jaarlijks is British blue goed voor een 500.000 inseminaties op melkveerassen alleen al’, getuigt Ryder. Daarnaast worden de stieren ook ingezet op koppels met vleesrassen in Engeland, Schotland en Noord-Ierland. Maar ook internationaal wint het ras aan belang, met export naar Ierland, Duitsland, Australië en zelfs Canada. De daaruit geboren kalveren hebben een duidelijk hogere marktwaarde vanwege hun spierontwikkeling en groeisnelheid. ‘Dat verklaart meteen ook de hoge bedragen die met regelmaat op veilingen voor de dieren betaald worden’, gaat Ryder verder. ‘Commerciële vleesveebedrijven willen investeren in topkwaliteit om hun veestapel te verbeteren.’
De British Blue Cattle Society organiseert jaarlijks diverse events, van farm walks, shows tot veilingen zoals
British blue’, vertelt Greg Bowran na de veiling. ‘We komen daarvoor graag richting Carlisle om een goede, passende stier uit te zoeken en aan te kopen.’ Die stier komt dan uiteindelijk in de zomer in het koppel terecht in de Schotse heuvels. ‘Vooral de kruising van een blauwe op limousin werkt enorm goed’, verduidelijkt Bowran de keuze voor het ras. ‘Er komt zo meer rust in je koppel, de kalveren hebben meer stijl en mijn afnemer is meer dan tevreden’, vertelt hij met een glimlach.
in Carlisle. Daarbij keuren zij de dieren voorafgaand aan deze veilingen, zowel naar fenotype (hoogtemaat, gewicht, muil) als naar gezondheid en scrotumomtrek. Een systeem met stamboekopname en lineaire beoordeling, zoals gekend bij Belgisch witblauw, is er niet.
Op het Britse platteland zijn er naast de veilingen als die in Carlisle ook regelmatig shows die door de society ondersteund worden. Het is ook het bestuur van de society die het jurylid voor deze shows of veilingen aanduidt. ‘Daarbij kijken we vooral naar de prestaties van de fokker in de showring’, verduidelijkt Ryder. Dankzij de strenge organisatie, het genetisch toezicht, de commerciële focus en een dynamische stamboekvereniging heeft het ras zijn status als toppers in de Britse veehouderij verstevigd. Ooit afstammend van Belgische roots, is de moderne British blue volledig ‘British’ geworden: efficiënt, solide, raszuiver én winstgevend. l
De veiling in Carlisle is een belangrijk ijkpunt in de fokkerij met British blue
Azghan des Volees
(Caustique de la Hesbaye x Opaque de Fooz)
Op 73 mnd.: 1425 kg en 153 cm (+8)
Vrouwelijk gesekst beschikbaar
Gewicht en kwaliteit
Ki-code: 945122
⊲ Moeder: 100 punten voor gestalte
⊲ Geeft zeer brede ruggen
⊲ Vrouwelijke karkasindex 120
Wilt u sperma van Azghan of andere stieren bestellen, bezoek dan onze webshop op shop.crv4all.nl of shop.crv4all.be
Markt is leidend voor Top Side-fokkerij
Duurzaamheid zit ingebakken in de genen van de Top Side-fokkerij van Ross en Elaine Pattinson. Dat vertaalde zich met hun British blue al eerder in hoornloosheid, natuurlijk afkalven en recent ook witruggen.
TEKST WIM VEULEMANS
VLinks: Temon farm huisvest zowel
British blue als melkvee en schapen
Rechts: Top Side Lass en Octavia
lak bij de Muur van Hadrianus en de Schotse grens ligt het dorpje Brampton, waar Temon Farm gelokaliseerd is. De boerderij, die dateert van 1730 en deels is gebouwd met stenen van de Romeinse Muur van Hadrianus, huisvest er de Top Sidefokkerij van Ross en Elaine Pattinson. Naast de vijftig British-bluerunderen en 200 schapen met lammeren die ze er houden, melken ze ook dagelijks 145 melkkoeien –25 dieren staan droog – en houden ze bijbehorend jongvee (120 stuks).
‘De dagelijkse productie ligt gemiddeld op 24 liter melk met 4,6% vet en 3,6% eiwit. Een deel van de melk verwerken we tot diverse melkproducten, die we in onze eigen automaat en melktap vermarkten’, vertelt Ross
Pattinson. Daarbij hebben ze ook een eigen ijscrèmetruck waarmee ze langs evenementen in de regio gaan.
Extensief vee houden
In 2011 nam de familie haar intrek in het pachthof. Elaine Pattinson had via haar vader David Gill een achtergrond met British blue en commercieel vleesvee. Haar man Ross had dan weer een achtergrond met melkvee en simmental. Het ondernemen zit het koppel ook duidelijk in de genen, een nieuwe generatie van drie kinderen staat ondertussen klaar voor de opvolging. Zo volgt dochter Lexi de keuringen waaraan Top Side meedoet, van nabij op en nam ze al met succes deel aan diverse voorbrengwedstrijden.
Het bedrijf, dat volledig in pacht is, zoals wel meer bedrijven in deze regio, bewerkt ook nog eens 226 hectare voornamelijk grasland dat in de weidse omgeving ligt. Daar lopen vanaf het voorjaar tot het najaar de schapen en de koeien. Om de melkkoeien twee maal daags van de weide naar de melkstal te leiden, is er een heuse tunnel aangelegd onder de drukke weg langs het bedrijf. ‘Elke dag krijgt het melkvee een nieuw stuk weide van een hectare, waarna ze dertig dagen later terug op dat stuk terechtkomen. Op die manier voorzien we steeds in voldoende kwaliteitsvol gras’, aldus Pattinson. In de winter krijgen de dieren, zowel de melkkoeien als de vleesdieren, een rantsoen dat enkel bestaat uit gras-
kuil, stro en krachtvoer. Om het bedrijf van voldoende stro te voorzien wordt dit met regelmaat gekocht van bedrijven uit de regio rond Londen. De prijs varieert rond de 105 pond (circa 125 euro), geleverd aan huis.
Extensief vee houden
De melkveestapel bestaat uit diverse rassen, waaronder holstein, jersey en Zweeds roodbont. ‘Bij de melkvaarzen planten we eerste een embryo in van onze blauwen’, vertelt Pattinson. ‘Als dat niet lukt, proberen we het met gesekst sperma om voldoende vervangingsvee te hebben. Bij de koeien proberen we ook nog eerst met gesekst sperma om vervolgens over te schakelen op een vleesstier of sperma ervan. Zo hebben we de nodige genetische vooruitgang kunnen halen’, aldus de veehouder. De kalveren geboren uit de melkkoeien worden met eigen melk – soms kunstmelk – opgefokt. Tot de leeftijd van ongeveer acht maanden krijgen ze tot acht liter melk per dag, aangevuld met krachtvoer. De kalveren van de blauwen blijven bij de moeder zogen, ook tot de leeftijd van acht maanden. Ze worden wel op de weide bijgevoerd.
Afkalven gebeurt op Top Side jaarrond. ‘De vaarzen beginnen we te insemineren vanaf de leeftijd van 20 maanden’, vertelt Ross Pattinson. ‘Dat is wat later dan op het vasteland, maar omdat wij laten zuigen, moeten we zeker zijn dat ze voldoende melk produceren.’ Die extensieve manier van vee houden zit ingebakken in de bedrijfsvoering. Ze hebben een sobere, eenvoudige voervoorziening, eenvoudig management van de dieren, ook van vruchtbaarheid, maar het bedrijf probeert ook maximaal te kijken naar de wensen van de markt.
Duurzaamheid in de koeien
Met die wensen van de markt houdt Pattinson dan ook rekening in zijn fokkerijkeuzes. Daarbij selecteert hij niet alleen op maat, lengte en moedereigenschappen, maar ook natuurlijk afkalven heeft zijn aandacht. Een twaalf jaar oude kleindochter van Gitandochter Top Side Isla (v. Strathearn Carvalho) is daar een voorbeeld van. ‘In haar hele carrière heeft ze al acht keer gekalfd zonder keizersnede en gaf ze circa 150 embryo’s’, vertelt de veehouder trots. ‘Ik vermoed dat we een 45 kalveren van haar hebben gehad.’
Hij wijst ook naar twee andere koeien in de nabijgelegen weide. ‘Een van die koeien is Top Side Lass, een heterozygoot hoornloze dochter van Naby Golddust, maar ook de moeder van Top Side Rashford’, zegt Pattinson. Deze heterozygoot hoornloze Kubituszoon zit al een tijdje in het BBG- en CRV-aanbod. Van zijn grootmoeder, Lowthwaite Cuddles, zijn nog andere kleinzonen bij BBG gestationeerd: de hoornloze Rotary P (v. Daim P) en Perou P d’Ormeignies (v. Effigif). Beide hebben Top Side Lexis Hottie, een dochter van Cantona, als moeder. Cuddles was een van de eerste blauwen op het bedrijf en was een geschenk van de grootouders en de oom van Elaine Pattinson.
De andere koe in het koppel is de halfzus van Lass, Top Side Octavia, een bijna zes jaar oude en hoornloze dochter van Fleuron uit Cuddles. ‘In de fokkerij kijken we ook wel naar duurzaamheid’, gaat de veehouder verder. ‘Dat vertaalt zich in een lange levensduur, maar ook in hoornloosheid.’ Het bedrijf is al langer bezig met de fokkerij op hoornloosheid, waardoor dit kenmerk in-
BEDRIJFSPROFIEL
eigenaren Ross (zie foto) en Elaine Pattinson
plaats Brampton veestapel 50 British blue, 170 melkkoeien, 200 schapen grondgebruik 226 ha grasland
tussen al diep in een aantal generaties is vastgelegd. Recent ligt de focus van de Top Side-fokkerij op witruggen, waarvoor de BBG-stier Blanc Dos regelmatig ingezet wordt. ‘Daar halen we al wat succes mee, de eerste witrugstier is al verkocht voor een bedrag van 10.000 pond’, verduidelijkt Ross Pattinson. Naast de zuivere fokkerij met British blue is er ook aandacht voor het houden en fokken van commercieel vleesvee, zoals op wel meer bedrijven in England. ‘Een gekruist kalf van bijvoorbeeld British blue op limousin levert ons al gauw 2000 pond op een leeftijd van tien maand op’, verduidelijkt Pattinson. ‘Bovendien zijn zulke kalveren ook nog eens populair voor shows met commercieel vleesvee.’
De blauwen zorgen daarbij voor de nodige vleesexpressie en finesse, aldus de vleesveehouder. ‘Het vlottere karakter is daarbij ook een winstpunt’, vult hij tot slot aan. l
Top Side Snowy, een witrug van Blanc Dos
Brampton
Groot-Brittannië en Ierland
Solway View Britse kracht in de rundveefokkerij
Niet alleen in Groot-Brittannië is de fokkerij van Solway View
een welbekende naam, ook in Nederland en Vlaanderen is dat zo. Hun fokkerij spreekt tot de verbeelding, al is het maar door de enorm hoge prijzen waarvoor het vee verkocht wordt.
TEKST WIM VEULEMANS
In het zuidwesten van Schotland, vlak bij het plaatsje Annan, ligt de thuisbasis van de Solway View-fokkerij, al jaren een bekende naam in het ras British blue, maar ook buiten de grenzen van Groot-Brittannië. De bedrijfsnaam is een verwijzing naar de nabijgelegen Solway Coast aan de Ierse zee. Op deze 69 hectare grote boerderij heeft Ali Jackson het dagelijks management. Kevin Watret is de eigenaar van de veestapel en het bedrijf. Daarnaast runt hij het elektrotechnisch bedrijf KW Electrical, dat onder meer actief is bij mengvoerfabrieken. Verder is hij ook eigenaar van raceteam KTS met motoren en waarmee hij als privéteam vorig jaar de TT van Isle of Man won. Ali Jackson is dagelijks op het erf te vinden. Als stock-
man heeft hij de leiding over de verzorging, het management en de fokkerij. Maar samen met eigenaar Watret werkt hij met veel passie aan hun fokdoel: het fokken van krachtige, correcte runderen met karakter.
‘Elke dag op de boerderij is anders, maar altijd met hetzelfde doel: dieren fokken die zowel in de stal als in de ring indruk maken’, vertelt Jackson. De verdienste van en erkenning voor hun bijdrage in de British-bluefokkerij is groot, getuige het gegeven dat het bedrijf al vijftien keer is uitgeroepen tot fokkerij van het jaar.
Van één koe naar gevestigde naam
De geschiedenis van Solway View begint in 2003 met de aankoop van Broomfield Vivien, een dochter van de ge-
kende stier Baron du Bois Bauloye. Vanaf dat moment werd de basis gelegd voor een koppel van het ras British blue, dat momenteel bestaat uit 70 stuks. Daarnaast houdt het vleesveebedrijf ook nog een kleine groep limousins en charolais, aangevuld met 150 commerciële runderen en 300 schapen. ‘Vivien was een koe die in 2008 ongeslagen was in het showcircuit, ze won maar liefst veertien keer in een jaar’, zo omschrijft Jackson hun stammoeder. Solway View Elegance, een dochter van Vivien, won in 2013 drie grote titels in het showcircuit: de Royal Highland Show, Great Yorkshire Show en Royal Welsh Show.
De kern van de huidige groep dieren komt naast Vivien uit nog een andere sterke koefamilie, die van Bringlee Evadine. Zij is een dochter van Graphite de Dessous la Ville en werd in 2014 de reservekampioene op de Royal Welsh Show. ‘We kochten haar op een verkoop van de Bringlee-fokkerij in 2009, ze was toen 12 maand oud’, zo omschrijft Jackson haar. Evadine is ook de moeder van BBG-stier Solway View Lucifer (v. Flat Out) en via dochter Katie (v. Firecracker) ook de grootmoeder van Solway View Tate (v. Boherard Overdose), de stier die recent op een veiling in Carlisle werd verkocht voor meer dan 60.000 euro.
Nog een aantal van de nakomelingen van Evadine hebben diverse successen op shows in Groot-Brittannië behaald. Daarbij ook Solway View Kesha, een dochter van de eigen stier Firecracker, die in 2022 de unieke prestatie van Elegance evenaarde met winst in zowel de Royal Welsh Show als de Great Yorkshire Show en de Royal Highland Show. Fokker en jurylid Mark Hartley van de Pendle Herd omschreef haar toen als een super koe met een enorm jeugdige uitstraling. Ze was in 2022 al zeven jaar oud.
Watret kocht in de daaropvolgende jaren meerdere vrouwelijke dieren aan bij de beste veestapels van het Verenigd Koninkrijk. Daarmee heeft Solway View een solide en stabiele genetische basis opgebouwd.
Focus op welzijn en comfort
In de bedrijfsvoering van Solway View staan het comfort en het welzijn van de dieren voorop. De runderen lopen van begin april tot half oktober op de weides, waarbij natuurlijk ook de factor weer invloed heeft. Tijdens de winter worden ze gehuisvest in strobedden in ruime stallen. ‘De voeding voor de runderen is grotendeels op basis van kuilgras, geproduceerd op eigen land. Daarnaast wordt er ook stro aangekocht en voorzien’, vertelt Jackson. Het rantsoen wordt aangevuld met mineralen en krachtvoer waar nodig.’ De melkgevende of zogende koeien krijgen wel extra ondersteuning via een melkveebrok om de melkproductie aan te kunnen houden. ‘Dat gebeurt ook in het weideseizoen’, vult Jackson aan. Om jaarrond voldoende aanbod te hebben van fokstieren kalven de dieren ook jaarrond, maar de belangrijkste verkoop van stieren vindt plaats in de eerste vijf maanden van het jaar. Bij Solway View zogen de kalveren negen tot tien maanden bij hun moeder. Naast de moedermelk krijgen ze dan ook een opfokbrok. ‘Voor het spenen worden gedurende twee weken neusclips gebruikt om het proces rustig te laten verlopen en de koe de kans te geven om zich droog te zetten’, vertelt Jackson. ‘We geven ze tijd om te groeien en werken met zo min mogelijk stress.’
BEDRIJFSPROFIEL
eigenaren Kevin Watret (foto links), herdsman Ali Jackson plaats Annan (VK) veestapel 70 stuks British blue, 150 commerciële runderen, 300 schapen grondgebruik 69 ha
Maar wat maakt een Solway View-dier nu zo herkenbaar en populair in de Britse fokkerij? Volgens Ali Jackson draait het om een combinatie van kracht en hoogtemaat. ‘We fokken op hoogtemaat, correct beenwerk en kracht. Maar ook karakter vinden we belangrijk. We willen dieren die hun kop hoog dragen en aanwezigheid uitstralen’, zegt hij met overtuiging. Bij de selectie van de in te zetten stieren ligt de focus eveneens op correctheid. Maar ook kijken ze naar een sterke bovenlijn en eerder wat vierkante achterhand. ‘Het hele koppel bestaat uit genetica afkomstig uit die twee bloedlijnen’, vertelt Jackson. ‘Maar ook veel van de ingezette stieren komen uit onze genetica. Beide helpen ons om consistent te kunnen fokken.’
Broomfield Vivian, stammoeder en ongeslagen in 2008
Annan
Ierland en Groot Brittannië
Hoewel de kern van de veestapel met British blue raszuiver is, wordt er ook gekruist. ‘Bij een aantal dieren kruisen we een British-bluestier met limousin. Die kruisingen spreken de vleesmarkt erg aan. En op die manier kunnen we de kracht van de blauwen promoten en het eindproduct tonen dat de kopers van onze stieren zoeken’, aldus Ali Jackson.
Tevreden klanten
Solway View verkoopt de dieren via veilingen en via privéverkoop. ‘Ongeveer 95 procent van onze stieren gaat naar fokkers. De meeste klanten keren terug, een bewijs van vertrouwen in de kwaliteit’, geeft Jackson aan. ‘Een deel van de dieren wordt verkocht rond tien maanden om afgemest te worden, de koeien worden zelf afgemest en verhandeld op de veemarkt in Carlisle.’ Door de gunstige vleesprijzen, ook in deze regio, is er ruimte om te blijven investeren in genetica. Jaarlijks worden er dan ook een vijftig kalveren uit embryo’s geboren. Om voldoende vooruitgang te kunnen behouden op Solway View, is er door de verkoop van veel dieren ook vervangingsvee nodig, voornamelijk voor em-
bryo’s. ‘Waar vroeger fleckviehvaarzen uit Duitsland werden geïmporteerd als vervangingsvee, wordt sinds de uitbraak van blauwtong gekozen voor lokale Schotse dieren’, verduidelijkt Jackson.
Snelgroeiende alleskunner
Opvallend is dat Solway View en de Britse witblauwfokkerij in zijn geheel zich onderscheidt van de Belgische tegenhanger van de British blue. ‘Natuurlijk afkalven is bij ons geen probleem. Onze koeien zijn groot, dragen kort en dat maakt het afkalven makkelijker’, verduidelijkt Jackson. ‘En omdat we niet voor die extreme spiermassa gaan, groeien onze dieren snel af, en dat is wat de mesters willen.’
Ook levensduur is een speerpunt: de koeien moeten acht tot tien kalveren kunnen geven gedurende hun leven. Ook daar zit een groot verschil met de klassieke witblauwfokkerij op het Europese vasteland, waar ze eerder voor twee tot drie kalveren kiezen. ‘Een lange levensduur van de koeien is cruciaal. Hoe sneller je hun kalveren kunt afmesten, hoe meer rendement je haalt. En daar draait het uiteindelijk om’, sluit hij af. l
Shows en keuringen zijn bijzonder belangrijk voor de bedrijfsvoering van Solway View
Beste veehouder(ster), Werken met koeien is mooi, maar kan ook gevaarlijk zijn. Gelukkig hebben veel veehouders de zaken op hun bedrijf prima voor elkaar, zodat onze medewerkers veilig en met volle aandacht hun werk kunnen doen. Helaas komen ze echter af en toe gevaarlijke situaties tegen en gaat het hierdoor nog te vaak mis. In de afgelopen jaren is het aantal ongevallen en bijna ongevallen bij het werken met koeien behoorlijk toegenomen.
CRV COÖPERATIENIEUWS
Nederlandse ki’s sluiten convenant ‘veilig
Ki-medewerkers worden regelmatig geconfronteerd met onveilige werksituaties in stallen en jaarlijks gebeuren er tientallen ongelukken. Een bedrijfsongeval heeft vaak ingrijpende gevolgen voor de medewerker, maar ook voor de veehouder en zijn gezin. En het kan leiden tot vervelende discussies over aansprakelijkheid.
De ki-organisaties in Nederland hebben daarom afspraken gemaakt om de veiligheid voor medewerkers te verbeteren. Zo wordt er voor veehouders een standaardtekst over veiligheidseisen opgesteld die ieder bedrijf kan opnemen in de algemene voorwaarden. Ook onderzoeken de bedrijven de mogelijkheid om gezamenlijk veiligheidstrainingen te organiseren voor nieuwe medewerkers.
De ki-kortingsactie voor separatiehekwerk krijgt een gezamenlijk vervolg. Om de afspraken te onderstrepen is een veiligheidsconvenant opgesteld. In dit convenant worden onder andere de eisen aan een veilige werkplek omschreven. Om van elkaar te leren worden meldingen van incidenten (anoniem) gedeeld. Daarbij is afgesproken dat de ki-organisaties niet met elkaar willen concurreren als het gaat om de veiligheid van medewerkers. Zo kan een veehouder pas weer van de dienstverlening van een van de organisaties gebruikmaken als de veiligheidssituatie op het bedrijf op orde is.
Nieuwe stalnamen
Nevenstaande aanvragen voor stalnamen zijn in het tweede kwartaal ingediend bij de afdeling stamboek van Coöperatie CRV. Als veertien dagen na publicatie geen bezwaren tegen deze stalnamen zijn ingediend, krijgen deze de o ciële status.
Een ongeval heeft vaak ingrijpende gevolgen voor onze medewerker, maar ook voor de betrokken veehouder en zijn gezin. Als een ongeval op een bedrijf veroorzaakt wordt door een gevaarlijke werksituatie, kan de veehouder hiervoor bovendien door de verzekeringsmaatschappij aansprakelijk worden gesteld.
werken’
Daarom vragen we als gezamenlijke Nederlandse KI-organisaties met deze brief en flyer uw aandacht
De Nederlandse ki-organisaties hebben zich geschaard achter een plan van aanpak om de veiligheid voor ki-medewerkers te verbeteren
stalnaam naam woonplaats
v/d Woldhoeve
Sleeburg
De Beijsterhof
mts. R. Couperus Sebaldeburen
M. J. M. Arts Overasselt
De Beijsterhof Dongen
De Rokerhof vof Reefman Radewijk
M M E Middelwaard Melkvee Ellecom Ellecom
IVB informeert vleesveehouders over slachtgegevens
Tijdens de recente ledenbijeenkomsten van CRV in Vlaanderen informeerde Sander Cleuren van de Interprofessionele Vereniging voor het Belgisch vlees (IVB) de vleesveehouders over de werking van de organisatie, maar ook over de informatie die IVB voor veehouders verzamelt, verwerkt en communiceert.
IVB verzamelt slachtgegevens vanuit de slachthuizen en maakt deze beschikbaar voor de Vlaamse veehouders. Hierbij gaat het onder andere om het omgerekend koud karkasgewicht en de classificatiegegevens, waaronder de conformatie en de vetbedekkingsgraad. Informatie over het levend gewicht is in Vlaanderen maar vanuit één slachthuis beschikbaar. Dit is immers geen wettelijke verplichting in Vlaanderen. Met het omge-
rekend koud karkasgewicht en het levend gewicht zouden veehouders het slachtrendement kunnen berekenen en op die manier gestandaardiseerd dieren kunnen vergelijken over verschillende slachthuizen. Cleuren wees de veehouders op een aantal belangrijke aandachtspunten die dat rendement kunnen beïnvloeden. ‘Wettelijk gezien dient een karkas binnen zestig minuten na het kelen gewogen te worden’, gaf de IVBdirecteur aan. ‘Hoe langer men wacht, hoe meer water uit het karkas verdampt bij het a oelen. Dat heeft dus invloed op het gewicht.’ Hij verwees ook naar de manier van kelen, de mate van ontvetten en het opkuisen van het karkas, zoals de plaats rond de keizersnede, die invloed kunnen hebben op het uiteindelijk gewogen karkasgewicht. Ook de aanbiedingsvorm is belangrijk, even-
wel wordt bij het omgerekend koud karkasgewicht steeds het gewicht omgerekend naar aanbiedingsvorm 0. ‘In Vlaanderen is aanbiedingsvorm 2, waarbij staart en longhaas verwijderd worden, veruit de meest frequente’, verduidelijkte Cleuren. Naast het verzamelen van gegevens houdt IVB ook toezicht op de werking van de slachthuizen, zowel op de registratie van de gewichten als op de karkasclassificatie. Vanuit dat toezicht worden de Vlaamse slachthuizen ook beoordeeld, waarvan de resultaten zichtbaar zijn op de website van de vereniging. Deze website bevat nog meer interessante informatie voor de veehouder, met gegevens zowel op sectorniveau als van het individueel bedrijf. Kijk op www.ivb-interprof.be of scan de QR-code
Elke rundveehouder kan ermee te maken krijgen: ziekten in de veestapel. Maar hoe herken je ze op tijd? Hoe behandel en voorkom je ze? In deze serie duiken we in veelvoorkomende ziekten bij runderen. Praktische inzichten voor een gezonde veestapel.
onderwerp
1. salmonella
2. bvd
3. ibr
4. mycoplasma
5. leptospirose
6. mannheimia
7. para-tbc
8. neospora
Niet altijd snotneuzen bij koeiengriep
Een koortslip of waterpokken: het wordt veroorzaakt door een herpesvirus, net als ibr bij runderen. Waar de humane ziekten zichtbare symptomen geven, sluimert ibr vaak onopgemerkt op rundveebedrijven.
TEKST QUINTEN DEN HERTOG
Ibr, voluit infectieuze bovine rhinotracheïtis, is een infectieziekte bij rundvee veroorzaakt door het bovine herpesvirus type 1 (BoHV1). Het virus veroorzaakt ontstekingen aan de neus, keel en luchtpijp. ‘Soms bestaat er verwarring over dat ibr de longen zou aantasten, maar het gaat echt om de voorste luchtwegen, het deel voor de longen’, legt Frederik Waldeck, dierenarts bij Royal GD, uit. ‘Infectieuze betekent besmettelijk, bovine staat voor rund en rhinotracheïtis betekent ontsteking van de neus en luchtpijp. Doordat het virus de weerstand verlaagt, kunnen er wel secundaire infecties optreden, zoals een longontsteking. Daar komt die verwarring vandaan.’
Levenslange drager
Ibr is een herpesvirus, net als het koortslip- of waterpokkenvirus bij mensen. Er zijn meerdere herpesvirussen, meestal diersoortspecifiek. Hoewel die virussen verschillen, zijn er ook gelijkenissen. Zo blijven ze na een infectie levenslang sluimerend in een zenuwknoop in het lichaam aanwezig. Door stress of weerstandsvermindering kan het virus weer opspelen. Bij een rund met ibr kan dat bijvoorbeeld zijn bij ziekte, afkalven, het mengen van koppels of bij het gebruik van corticosteroïden. Dit opnieuw uitscheiden heet reactivatie en verloopt meestal zonder zichtbare symptomen. De virusuitscheiding is minder en korter van duur dan na een eerste infectie. Sommige koeien scheiden het virus uit bij de geboorte van elk kalf, andere nooit, ook al hebben ze stress. In tegenstelling tot bvd-dragers, die dagelijks grote hoeveelheden virus uitscheiden, zijn ibrdragers alleen bij reactivatie tijdelijk besmettelijk. Hierdoor kan het lijken alsof er geen virus circuleert op een bedrijf, terwijl er wel besmette dieren aanwezig zijn. Geïnfecteerd rundvee is levenslang potentieel virusuitscheider.
Waar ibr vroeger vaak duidelijke verschijnselen had, is dat nu minder het geval. Waldeck: ‘Over decennia lijkt het virus milder te zijn geworden. In 70 tot 80 procent van de gevallen gaat de infectie zonder symptomen voorbij, de veehouder merkt niks aan de koeien. Veel jonge veehouders hebben nog nooit gezien hoe ibr zich kan uiten. De virusinfectie is daardoor ongrijpbaarder, want het zegt niks over de verspreiding.’ Symptomen die kunnen optreden, zijn neus- en ooguitvloeiing, roodheid van de neus, beschadigd weefsel in de neus, koorts, snotteren, plotselinge eetlust- en productiedaling, lusteloosheid en benauwdheid, soms gepaard gaand met snurken of sterfte. ‘De boerenterm van ibr is koeiengriep. Dat dekt best wel de lading. Als we aan griep denken, denken we aan snotterig zijn, verkoudheid, een beetje hoesten. Dat past ook bij ibr.’ Ook is de ongeboren vrucht heel vroeg in de dracht en vanaf twee derde van de dracht zeer gevoelig voor een ibr-infectie, met een abortus als mogelijk gevolg. Als een kalf toch overleeft, wordt het ibr-vrij geboren. Een pasgeboren kalf kan echter wel ibr-besmet lijken als ze daarop wordt getest. ‘Als een moederkoe ibr heeft doorgemaakt, zit de biest vol met maternale antistoffen tegen het virus. Drinkt het kalf deze biest, dan krijgt ze de antistoffen binnen. Wordt het kalf getest, bijvoorbeeld voor de handel of ki, dan lijkt ze besmet door de antistoffen in het bloed.’ De antistoffen in het bloed verdwijnen vanzelf, gemiddeld na zes maanden met uitschieters tot een jaar. Tot dan is het kalf zelf beter beschermd tegen ibr, daarna is vaccinatie nodig voor blijvende bescherming.
Hoeveelheid ibr-virus neemt af
In de Nederlandse melkveesector wordt ibr verplicht aangepakt. Daardoor was op 1 januari 2025 57 procent van de melkveebedrijven ibr-vrij, was 29 procent ibr-onverdacht en was 14 procent ibr-vaccinerend, zo blijkt uit cijfers van Royal GD. Minder dan 0,5 procent van de ibr-vrije melkveebedrijven krijgt ibr op jaarbasis. ‘Vorige winter had 60 procent van de vaccinerende melkveebedrijven geen antistoffen in de tankmelk’, merkt Waldeck op. Het aantal ibr-vrije vleesveebedrijven ligt met 22 procent flink lager. De dierenarts vertelt dat een onderzoek van vorige winter aantoonde dat sinds 2015 ibr in de zoogkoeienhouderij en in de kleinschalige houderij significant is afgenomen van 9,2 procent naar 2,9 procent voor de zoogkoeienhouderij en van 5,4 procent naar 1,4 procent voor de kleinschalige houderij. ‘Doordat ibr bij melkvee al zeven jaar wordt aangepakt, neemt de hoeveelheid ibr-virus in ons land af. Dat zien we
ook terug in het dalende aantal ibr-besmette vleesveebedrijven.’
In België wordt ibr aangepakt met een Europees goedgekeurd bestrijdingsprogramma voor melk- en vleesvee. Cijfers van DGZ en zusterorganisatie Arsia laten zien dat op 2 juli 2025 98,2 procent van de Belgische rundveebedrijven, buiten afmestrunderen en de vleeskalverhouderij om, vrij was van ibr en 1,5 procent van de bedrijven ibr-gE-negatief testte. 0,2 procent van de bedrijven is nog besmet, waarvan de helft alle ibr-dragers al heeft afgevoerd. ‘In België zijn er slechts 23 conventionele bedrijven waar nog 1598 gekende ibr-dragers aanwezig zijn. Volgens de wetgeving moeten deze dragers versneld worden afgevoerd’, meldt dierenarts Stefaan Ribbens van DGZ.
Het risico op insleep van ibr vanuit landen om ons heen is volgens GD-dierenarts Waldeck klein. ‘Duitsland is officieel ibrvrij. Af en toe hebben ze nog uitbraken, vooral rond de Nederlandse grens, maar als ze onder een bepaald percentage blijven, behouden ze de vrijstatus. Scandinavië, Zwitserland en Oostenrijk zijn ook ibr-vrij. In de meeste zuidelijke landen circuleert ibr wel, maar het risico op insleep komt daar niet per se vandaan. Koeiengriep is geen typische aandoening bij jongvee. En kalfjes bestemd voor de Nederlandse afmesterij, komen vanuit landen die (bijna) vrij zijn.’
Verspreiding via de neus
Binnenlandse aanvoer geeft volgens de dierenarts het grootste risico op insleep van ibr. Het virus wordt meestal overgedragen door direct contact tussen een besmet rund en een gevoelig rund, maar het virus kan zich ook verspreiden via mensen en materialen en op korte afstanden via de lucht. Het ibr-virus verspreidt zich voornamelijk via de neus, bijvoorbeeld door neus-aan-neuscontact, maar ook indirect, als een besmette koe met haar neus langs een paal of voerhek gaat. Het virus wordt één tot veertien dagen uitgescheiden. Symptomen treden meestal twee tot zeven dagen na besmetting op. Onder gunstige omstandigheden kan het virus enkele dagen tot zelfs weken overleven, behalve in direct zonlicht.
Een gesloten bedrijfsvoering vermindert het risico op introductie van ibr en andere runderziekten op het bedrijf. ‘Een gesloten bedrijfsvoering houdt in: geen aankoop van rundvee – uitgezonderd van ibr-vrij-gecertificeerde bedrijven – en geen diercontacten met runderen van niet-gecertificeerde bedrijven, anders een minimale afstand van vier meter tot niet-vrije runderen. Alle professionele bezoekers moeten gebruikmaken van bedrijfskleding en laarzen en van schoon materiaal wanneer dat in aanraking komt met het rundvee’, zegt Waldeck. Vaccineren en besmette dieren afvoeren is volgens de dierenarts de manier om ibr aan te pakken. ‘Het rondgaan van een virus voorkom je niet met vaccinatie, maar de impact die het virus heeft, vermindert aanzienlijk. Uit onderzoek weten we dat een besmette, niet-gevaccineerde koe zo vijf andere koeien uit het koppel besmet. Een besmette, gevaccineerde koe is minder ziek, scheidt minder virus uit en besmet misschien één of twee koeien’, stelt Waldeck.
Landelijke aanpak
Het ministerie van LVVN is van plan om per 1 juli 2026 regelgeving voor alle rundveebedrijven in te voeren. ‘De landelijke aanpak komt eraan. Alle Nederlandse runderen moeten vanaf 1 januari 2027 zijn gevaccineerd, tenzij ze op bedrijven staan die zijn uitgezonderd van vaccinatieplicht. Dat is als uit onderzoek blijkt dat er geen actieve besmetting op het rundveebedrijf aanwezig is. Deze bedrijven moeten verplicht monitoren
Dierenarts Frederik Waldeck:
‘Bij ibr gaat het echt om de voorste luchtwegen’
dat er geen circulatie van het virus is door middel van tankmelk- of bloedonderzoek. De laatste stap om ibr uit het land te krijgen, wordt nu bij de vleesveebedrijven gezet. Met ibr-vrij worden of vaccineren kan al worden gestart.’ België mikt op 2030 om een ibr-vrije status bij Europa aan te vragen. In 2007 startte het land met een vrijwillig bestrijdingsprogramma, dat in 2012 verplicht werd voor alle rundveebedrijven in België. DGZ-dierenarts Ribbens: ‘Vaccinatie is in België niet meer toegestaan op ibr-vrije bedrijven, op ibr-besmette bedrijven is vaccinatie verplicht en op ibr-gE-negatieve bedrijven is vaccinatie nog toegestaan tot november 2027.’ De dierenarts meldt dat het toekennen van hogere statuten voor nietconventionele bedrijven zoals afmesters en de vleeskalversector nog van start moet gaan. ‘Dit moet op korte termijn haalbaar zijn, want alle aanvoerende bedrijven hebben een ibr-vrijstatuut. Ook wordt er een traject opgestart om de tracering in de handel in lijn te brengen met de ibr-wetgeving.’ l
Ibr-status in Europa
ibr-vrij goedgekeurd uitroeiingsprogramma ibr-vrij (niet-EU-land) vrijwillig of landelijk verplicht ibr-bestrijdingsprogramma status onbekend niet-EU-land vrijwillig of landelijk verplicht ibr-bestrijdingsprogramma (niet-EU-land)
Investeren in koele koeien loont
De zomerhitte eiste haar tol in de stal van de familie Henckaerts. Totdat de familie overging op een combinatie van ventilatoren, sensoren, rantsoenaanpassingen en stalmanagement. De dieren hebben minder stress, groeien beter en de afmestperiode verkortte met een maand.
Tussen de golvende akkers en oude fruitbomen van het Belgische Heers ligt het vleesvee- en akkerbouwbedrijf van de familie Henckaerts. Op een zonnige zomerdag grazen de fokkoeien rustig in de wei, terwijl jonge kalveren en afmeststieren gemoedelijk vreten in de stal. Een frisse wind zorgt voor wat verkoeling. ‘Die wind maakt het nu nog best fris’, zegt Jos Henckaerts, terwijl hij vanuit de stal uitkijkt over zijn dieren. Samen met zijn vrouw Els, dochter Sofie en zoon Peter runt hij een veelzijdig familiebedrijf met zo’n honderd kalvingen per jaar. Op twee locaties houden ze Belgisch witblauwen: in een vierkantshoeve midden in het dorp en een modernere stal net buiten Horpmaal. Toen Jos Henckaerts in 1995 van school kwam, liet zijn vader een nieuwe stal bouwen buiten het dorp. ‘Bij de vierkantshoeve hadden we maar een halve hectare, uitbreiden was onmogelijk.’ Het bedrijf groeide sindsdien door, van 60 naar zo’n 100 kalvingen per jaar.
Vleesvee en akkerbouw
Naast het vleesvee vormt de akkerbouwtak een belangrijk onderdeel van het bedrijf. De familie teelt tarwe, gerst, suikerbieten, cichorei en mais voor de koeien. Sinds kort experimenteren ze ook met een nieuwe teelt: miscanthus, een siergras dat turf vervangt in potgrond. ‘Miscanthus is CO2-neutraal en staat twintig tot dertig jaar. In 2027 kunnen we voor het eerst oogsten’, licht Henckaerts toe.
De combinatie van vleesvee en akkerbouw zorgt voor een balans in arbeid en inkomen. ‘Het ene jaar loopt de akkerbouw beter, het andere jaar het vleesvee. Nu doet het vleesvee het goed’, zegt de veehouder tevreden. De veehouders mesten hun dieren zelf af en leveren jaarlijks honderd runderen aan vleesgroothandel Jos Leemput in Tienen. ‘Vroeger zat er nog een koopman tussen, maar toen die stopte, heeft onze vaste grossist dat zelf overgenomen.’
De stieren verlaten het erf rond de zeventien maanden, bij een gewicht van 700 tot 750 kilo. ‘De stieren krijgen eerst een groeirantsoen tot ze veertien maanden oud zijn’, vertelt Henckaerts. ‘Daarna gaan ze over op een afmestrantsoen, met als krachtvoer soja, raapzaad en tarwegistconcentraat, aangevuld met eigen granen.’ In de laatste zes weken voegen ze geëxtrudeerd lijnzaad toe, een vetrijke aanvulling, die bovendien de methaanuitstoot verlaagt. ‘Een mooie bijkomstigheid’, vindt de veehouder. De koeien worden afgemest nadat ze twee of drie keer gekalfd hebben, wanneer ze vruchtbaarheidsproblemen hebben of niet meer voldoen aan het fokdoel; een goed evenwicht tussen conformatie en gewicht. Ze vertrekken als ze zo zwaar mogelijk zijn, meestal tussen de 900 en 1000 kilogram en krijgen hetzelfde afmestrantsoen als de stieren.
Investeren in hittestressmaatregelen
De steeds warmere zomers brengen echter uitdagingen mee voor de afmestrunderen. De grote, zware dieren krijgen snel last van hittestress. ‘Vette koeien raken hun hitte niet meer kwijt. Ze stonden echt te pompen, ze hadden paniek en je kreeg ze niet meer gekalmeerd. Dat was verschrikkelijk’, zegt Henckaerts, terwijl hij terugdenkt aan een aantal jaar geleden. De veehouders hadden drie losse ventilatoren, die ze op het voerpad van de stal zetten op warmere dagen. ‘We moesten ze met de
BEDRIJFSPROFIEL
namen Jos (48), Els (49), Sofie (19) en Peter (17) Henckaerts
veestapel 250 Belgisch witblauwen, 100 kalvingen grondgebruik grasland, tarwe, gerst, suikerbieten, cichorei, miscanthus en mais voor de koeien
hand aan- en uitzetten en ze maakten heel veel lawaai. ’s Avonds moesten ze uit door het harde geluid, terwijl het nog steeds te warm was. Het was iets en niets, dweilen met de kraan open.’ Door de steeds hetere zomers gingen op een gegeven moment koeien dood.
Na enkele sterfgevallen hakten Jos en Els de knoop door. Vijf jaar geleden investeerden ze zo’n 10.000 euro in zes ventilatoren. ‘We dachten eerst aan drie, om de kosten te beperken. Maar de adviseur waarschuwde dat je voldoende luchtsnelheid nodig hebt, anders werkt het niet.’
Ze volgden het advies. ‘Daar zijn we nu ontzettend blij mee. Het is een hele som geld, maar we hebben sindsdien geen koeien meer verloren door hittestress. Ze ne-
De ventilatoren in lijnopstelling zorgen voor voldoende luchtsnelheid en effectieve koeling
Heers
Links: met sensoren houdt de familie
Henckaerts de gezondheid en vruchtbaarheid van de koeien in de gaten
Rechts: door te investeren in hittestressmaatregelen raken de afmestdieren niet meer in paniek
men op warme dagen wat gas terug, maar blijven doorgroeien. Dan heb je het zo terugverdiend. De ventilatoren redden onze koeien echt’, zegt de veehouder. De ventilatoren draaien automatisch op basis van een klimaatsensor in de stal: bij 20 graden beginnen ze op 10 procent, bij 31 graden gaan ze op volle kracht. ‘We kregen het advies om al bij 18 graden te starten, maar dat voelde te koud. Dus we hebben het bijgesteld.’ Het effect is voelbaar in de stal en in de resultaten. De afmestdieren bereiken nu een maand eerder, tussen de twee en drie maanden, hun slachtgewicht. Ze overwogen ook nog sprinklers op de ventilatoren, maar dat bleek niet nodig. ‘In België is het vaak drukkend warm. Extra vocht maakt het dan erger. Alleen bij een droge oostenwind werkt het goed en die hebben we maar een paar dagen per jaar.’
Win-winsituatie
Rond dezelfde periode liet de familie Henckaerts 37 zonnepanelen op het dak installeren. ‘Toen hadden we nog een terugdraaiende teller in België, nu is dat een digitale meter. Dat betekent dat we voor stroom die we aan het net leveren op piekmomenten bijna niets meer krijgen’, vertelt de veehouder. Toch lonen de zonnepanelen nog steeds. ‘Op warme, zonnige dagen wekken we stroom op precies wanneer de ventilatoren het hardst draaien. Dat is een win-winsituatie.’
De ventilatoren zijn niet het enige wapen tegen de hitte. De stallen goed en op tijd uitmesten is belangrijk in periodes van hittestress, geeft Jos aan. Als er een groep afgemeste koeien of stieren vertrekt, maken ze van die gelegenheid gebruik om het hok leeg te halen. Dat is zo’n vijf keer per jaar. ‘Op hete dagen komt er wat meer ammoniak door de stalmest vrij en fermentatie van de mest zorgt voor extra warmte’, zegt hij. Een bijkomend voordeel is dat de veehouders veel minder last hebben van vliegen, ook door de ventilatoren.
Meten met sensoren
Ook met voeding sturen ze bij. Op heel warme dagen halveren de veehouders de krachtvoergift en in de zomermaanden zuren ze het rantsoen aan met de broeiremmer Selko TMR. Ook voegen ze in de zomermaanden een mineraalbuffer met natriumbicarbonaat, zeewierkalk en gisten toe. ‘Die zorgen dat de pens in balans
blijft. De pensgezondheid is de basis van het hele dier. Dat leerden we via sensordata’, stelt Henckaerts. Zeven jaar geleden startte de familie Henckaerts met het gebruik van sensoren. Ze gebruiken het monitoringssysteem SenseHub bij hun fokkoeien en gebruiken de modules gezondheid en vruchtbaarheid. ‘Ik keek drie tot vier keer per dag vijftien minuten naar de dieren om tocht te ontdekken, maar veel koeien werden ’s nachts tochtig. Nu krijg ik een melding en heb ik zo’n zestien uur de tijd om de juiste stier te kiezen. Als die keuze gemaakt is, is de koe al half geïnsemineerd is.’ Dankzij deze technologie is het aantal inseminaties gedaald van gemiddeld drie naar tweeënhalf per koe. ‘Het systeem kost per koe ongeveer hetzelfde als één rietje. Dat verdien je snel terug.’ De stierkeuze verloopt via het StierAdviesProgramma (SAP). ‘We hebben zo’n 25 stieren in het vat. Dat is eigenlijk te veel, maar bij vleesveehouders is het vaak niet rationeel, maar passie.’
Ook de gezondheidsmodule bleek waardevol. ‘We startten met de sensoren om de tochten beter op te merken, maar in België was er een subsidie voor de gezondheidsmodule. Die module heeft onze ogen een paar keer doen opentrekken. Soms zie je niets aan een koe, maar blijkt ze een ontsteking tussen de tenen te hebben. Dankzij de sensor kunnen we veel sneller behandelen’, stelt Henckaerts. De sensoren meten 24/7 de parameters herkauwen, opspringen, rondlopen, hijgen, eten en rusten.
Heen en weer met de beestenkar
Een verplaatsing van de jongveestal naar de locatie buiten het dorp staat al even op de wensenlijst, maar vergunningen bleken lastig te verkrijgen. Tot die tijd moeten de drachtige koeien twee maanden voor het kalven terug naar de hoeve in het dorp. ‘Na het kalven gaan ze weer terug naar de buitenlocatie. We rijden dus veel heen en weer met de beestenkar’, zegt de veehouder. Voor nu wachten de veehouders eerst wat de volgende generatie gaat doen. Dochter Sofie zit in haar eerste jaar van de bachelor landbouwopleiding in Geel, zoon Peter zit in het vijfde middelbaar biotechniek. Beiden helpen volop mee op het bedrijf. ‘Ze zijn graag thuis aan de slag. Dat is fijn’, zegt moeder Els met een trotse glimlach. Of ze het bedrijf straks ook daadwerkelijk voortzetten, is nog even afwachten. ‘Ze willen zeker in de landbouw blijven, maar hoe precies, dat laten we aan hen.’ l
Grommit Hof ter Zilverberg x Indiana du Mont
Gewoonweg buitengewoon
Ki-code: 945011
Op 60 mnd.: 1244 kg en 143 cm (-2)
Vrouwelijk gesekst beschikbaar
⊲ Stiervader van de huidige generatie
⊲ Zeer vlotte kalveren in de opfok
⊲ Voor kwaliteit met gewicht
Wilt u sperma van Futé of andere stieren bestellen, bezoek dan onze webshop op shop.crv4all.nl of shop.crv4all.be
Gras neemt op veel rundveebedrijven in Nederland en Vlaanderen een onmisbare plaats in. Met de verkiezing Beste Graslandboer spelen we daarop in. In een driedelige serie duiken we in de waarde van gras: van voederwaarde tot de bijdrage van gras aan de bodem en aan biodiversiteit.
onderwerp editie 1. voederwaarde juni 2. bodem juli 3. biodiversiteit augustus
Grasland voedt koe én bodem
Grasland speelt een sleutelrol in de kwaliteit van de bodem. Het zorgt voor meer organische stof, een betere structuur en een rijk bodemleven.
‘Als het bodemleven onder grasland een tropisch regenwoud is, dan is het bodemleven onder akkerland een woestijn’, zegt Nick van Eekeren.
TEKST INGE VAN DRIE
‘Grasland is de beste bodemverbeteraar.’ De kop boven een vijf jaar oud Veeteelt-interview met Nick van Eekeren laat aan duidelijkheid niks te wensen over. Als geen ander kent de buitengewoon hoogleraar veehouderij en grasland bij het Louis Bolk Instituut/Wageningen Universiteit de bijdrage van gras aan de bodem. Bodemkwaliteit is volgens Van Eekeren een optelsom van zes elementen: organische stof, bodemleven, waterhuishouding, beworteling, bodemstructuur en bodemchemie. Voor al die facetten geldt dat grasland beter scoort dan akkerland. Zo bevat de bodem onder grasland een hoog gehalte aan organische stof door de aanvoer van wortel- en gewasresten. ‘Grasland is daarnaast een permanent gewas. Dat betekent dat de
afbraak van organische stof laag is en er per saldo organische stof opgebouwd wordt’, geeft Van Eekeren aan.
Vijf tot tien keer zoveel regenwormen
Ook op het gebied van bodemleven steekt grasland boven bouwland uit. ‘Omdat je de grond niet bewerkt, verstoor je het bodemleven niet. Bovendien is de bodem permanent bedekt en veel aanvoer van wortel- en gewasresten geeft ook veel bodemleven’, aldus Van Eekeren.
In cijfers uitgedrukt komen er onder grasland vijf tot tien keer zoveel regenwormen voor als onder bouwland. Ook het aantal schimmels is aanzienlijk groter. ‘Als het bodemleven onder grasland een tropisch regenwoud is, dan is het bo-
Aandeel tijdelijk grasland flink toegenomen
Van de ruim 1,8 miljoen hectare cultuurgrond in Nederland neemt grasland iets meer dan de helft in beslag met in totaal 965.000 hectare. Dat blijkt uit cijfers van het CBS. Grasland is daarmee het belangrijkste gewas in
Nederland. Grasland kan worden opgesplitst in blijvend, tijdelijk en natuurlijk grasland. Van het totale areaal grasland neemt blijvend grasland een aandeel van bijna 70 procent in. Tijdelijk grasland beslaat iets
demleven onder akkerland een woestijn’, stelt Van Eekeren. De waterhuishouding onder grasland is eveneens een pluspunt. Pendelende regenwormen onder blijvend grasland maken diepe gangen van boven naar beneden en kunnen de waterinfiltratie verdrievoudigen. ‘Dat wil zeggen dat gras het water sneller opneemt als het regent. Op akkerland komen die pendelende regenwormen nauwelijks voor.’ Grasland heeft daarnaast een intensief wortelstelsel, vertelt Dick Jan Koster van PPP-Agro Advies. Als bodemcoach bij Landbouwportaal Noord-Holland en Rijnland gaat hij regelmatig met veehouders het land in om een profielkuil te graven. ‘Boeren zijn dan nog wel eens verrast dat de wortels van gras zo diep zitten. De hoofdmoot van de wortels zit wel in de bovenste dertig centimeter, maar de haarwortels kunnen zomaar zestig tot zeventig centimeter diep wortelen. In tijden van droogte zorgen die ervoor dat het gras in leven blijft en het snel herstelt als het eenmaal weer regent.’
Zo’n profielkuil geeft meestal nog meer informatie dan een bodemanalyse van het grasland, vindt Koster. ‘Bij een bodemanalyse op grasland wordt naar de bovenste tien centimeter gekeken, maar ik kijk graag wat dieper. Op papier kan het de mooiste grond zijn, maar als er een verdichte laag zit op dertig centimeter heb je daar niet zoveel aan.’
De intensieve beworteling en het rijke bodemleven onder grasland dragen ook bij aan een goede bodemstructuur, doceert Van Eekeren. ‘De wortels kruipen door de grond en geven voeding, zoals suikers, af aan het bodemleven. Samen zorgen die wortels en dat bodemleven voor een rullere structuur van de grond.’
Ondergrondverdichting serieus probleem
Van Eekeren en Koster waarschuwen dat zware machines die bodemstructuur soms teniet doen. ‘Ondergrondverdichting is een serieus probleem, ook op grasland’, stelt Koster. ‘Met mest uitrijden letten veehouders en loonwerkers er vaak wel op dat ze niet met te zware machines en een te hoge bandenspanning rijden. Maar bij het gras inkuilen is de bandenspanning vaak te hoog, zeker als er ook veel over de weg wordt gereden. En in een nat jaar weegt het gras
HOOFDSPONSOR
meer dan 20 procent van het areaal en natuurlijk grasland iets minder dan 10 procent. Het aandeel tijdelijk grasland is in een kwart eeuw wel flink toegenomen. In 2000 lag dat nog op iets meer dan 10 procent.
ook meer dan in een droog jaar. Dan rijd je al snel schade.’ Ook vertrapping kan in een natte periode schade aan de bovenlaag van de bodem opleveren. ‘In zo’n vertrapte zode krijgt onkruid ook meer kans. Tegelijkertijd is weidegang ook positief voor het bodemleven’, geeft Koster aan.
Een bodem met een hoog gehalte organische stof, een rulle structuur, intensieve beworteling, een goede waterhuishouding en een sterk bodemleven zal veel nutriënten kunnen vasthouden. Dat vertaalt zich in een betere bodemchemie. Ofwel: het stikstofleverend vermogen van de bodem zal hoger zijn en daarmee ook de opbrengst.
Mix van blijvend en tijdelijk grasland
Van Eekeren is een voorstander van een teeltplan met een mix van blijvend grasland, tijdelijk grasland en bouwland. ‘Binnen derogatie was 60 procent blijvend grasland, 20 procent tijdelijk grasland en 20 procent akkerland ideaal. Maar ik zit niet vast aan die percentages. Als je 30 procent akkerland hebt, kun je ook kiezen voor 40 procent blijvend grasland, 30 procent tijdelijk grasland en 30 procent akkerland.’ Het advies van de buitengewoon hoogleraar is om de gronden met het hoogste stikstofleverend vermogen te benutten voor blijvend grasland en die met het laagste stikstofleverend vermogen te gebruiken voor tijdelijk grasland met grasklaver en die af te wisselen met bouwland. ‘Gras en klaver zorgen er dan voor dat het stikstofleverend vermogen verbetert, waar het akkerland van profiteert.’
Gebruik geen blijvend grasland met een hoog organischestofgehalte voor bijvoorbeeld mais, geeft Van Eekeren aan. ‘Als je blijvend grasland scheurt en daar mais verbouwt, kan die niet al die nutriënten opnemen en zal er stikstof uitspoelen. Dus zaai altijd opnieuw gras in als je blijvend grasland scheurt, want gras kan die nutriënten wel benutten. Voor wisselteelt is drie jaar grasland en dan akkerland optimaal.’ Langzaam maar zeker komt de bodem bij veehouders hoger op de agenda, merkt Koster. ‘Als in 2026 de derogatie verdwijnt, worden de bemestingsnormen nog lager. Fouten in je graslandmanagement repareer je dan niet meer met bemesting. Het is dan nog belangrijker dat de bodem op orde is.’ l
SPONSORS
naam Luppo Diepenbroek woonplaats Devon (Engeland) leeftijd 63
opleiding livestock management Newcastle University functie ona ankelijk agrarisch adviseur en bestuurslid van Britse graslandorganisatie eerdere functies melkveehouder (1984-2007), bedrijfsleider coöperatieve veevoerfabriek Moleblend Ltd (1988-1995)
‘Ik pleit voor een derde goede raaigrassen, een derde klavers en een derde kruidenmengsel’
‘Eiwitafbraak bepaalt smakelijkheid van gras’
Decennialang vergaarde Luppo Diepenbroek in Engeland kennis over graslandbeheer op regeneratieve wijze. Hij roemt de mogelijkheden die kruidenrijk grasland biedt voor koe en bodem, maar pleit ook voor realisme. ‘Als je grasperceel met louter Engels raaigras in goede staat is en je haalt er jaarlijks meer dan 10 ton droge stof af, moet je dat mooi blijven benutten.’
TEKST SJOERD HOFSTEE
Als 16-jarige puber verhuisde Luppo
Diepenbroek samen met zijn ouders vanuit het Groningse Oldambt naar Engeland. Na een tussenstap van vier jaar belandden ze op een melkveebedrijf in het zuidwesten van Engeland in graafschap Devon. Dat ligt ongeveer op dezelfde hoogte als het Franse Normandië en kenmerkt zich door vrij veel regen – gemiddeld ruim 1000 millimeter per jaar – dat vooral in de wintermaanden naar beneden komt. Het landschap wordt het grootste deel van het jaar dan ook bepaald door weidende koeien, die veelal seizoensgebonden afkalven. Tegenwoordig steeds vaker in de herfst dan traditioneel in het voorjaar.
Diepenbroek, die als onafhankelijk adviseur verbonden is aan Straith Line Nutrition, bouwde er decennialang kennis op over graslandbeheer op regeneratieve wijze. Dat betekent onder ander het minimaliseren van kunstmest- en gewasbeschermingsmiddelen en het maximaal benutten van kruiden en klavers in graslandpercelen.
Waarin verschilt de regio ZuidwestEngeland volgens u vooral van Nederland als graslandgebied?
‘Het landschap hier is heuvelachtig en houdt het vocht maar matig vast. Ook al valt er gemiddeld meer regen, het is minder goed verdeeld. Veruit de meeste regen valt in de winter en het afgelopen decennium hebben we al meerdere droge zomers meegemaakt. De grasgroei ging toen zowel kwalitatief als kwantitatief sterk achteruit. Dat is ook de belangrijkste reden dat veel melkveehouders in onze regio zijn geswitcht van blokkalven in het voorjaar naar blokkalven in het najaar.’
In Nederland is blokkalven meer uitzondering dan regel, waarom kiezen veel Engelse melkveehouders daar al jaren wel voor?
‘Dat is deels traditie, maar blokkalven kreeg een boost na invoering van de melkquotering in 1984, waardoor uitbreiding moeilijk werd. Het wordt ook beleefd als een relatief overzichtelijk en makkelijk systeem. Je kunt je management er gestructureerd op instellen. En je kunt in zo’n systeem ook een vakantie plannen, dat is voor veel veehouders hier ook een belangrijke drijfveer.’
U bent pleitbezorger van kruidenrijk grasland, maar tijdens uw bezoek onlangs aan Nederland stelde u op kleigrond terughoudend te zijn met bijvoorbeeld rode klaver en cichorei. Waarom is dat?
‘Vooropgesteld: klavers zijn geen kruiden, maar ik zie ze in principe graag in een gezonde mix van een graslandperceel. Rode klaver en cichorei wortelen echter diep en dat past vaak minder goed bij relatief zware kleigrond. Dat komt doordat de planten op deze gronden vaak “natte voeten” hebben en daardoor minder goed tot hun recht komen. Ik verwacht dat je op dergelijke gronden vaak betere resultaten haalt met iets meer witte klaver in het perceel, naast grassen als Engels raai en timothee en verschillende kruiden.’
Als je meer witte klaver in een perceel wilt krijgen, hoe zorg je daar dan voor?
‘Bij ons zijn er twee methodes die we toepassen die beide meestal vrij goed werken. De eerste is overzaaien in de zomer en het zaad dan heel lichtjes met een weide-eg in
de top van de bodem inbrengen. Een andere methode is dat je naast het kavelpad, waar de koeien dagelijks van en naar de weidepercelen overheen lopen, twee meter witte klaver zaait. De koeien vreten dit graag en schijten het dan in de weide weer uit. Zo benut je de koeien zelf om extra witte klaverzaadjes in de weidepercelen te brengen.’
Wat ziet u als ideale mix in de samenstelling van een kruidenrijk graslandperceel?
‘Ik pleit voor een verhouding in het areaaloppervlak van een derde goede raaigrassen, een derde klavers en een derde kruidenmengsel. Daarbij moet je goed in ogenschouw nemen dat dit een gemiddelde verdeling over het groeiseizoen betekent. Daarmee bedoel ik bijvoorbeeld dat je in het vroege voorjaar vaak minder klaveraandeel hebt en wat meer raaigras. Dat is helemaal niet erg.’
‘Ook hangt de keuze voor het best passende kruidenmengsel sterk af van de grondsoort en de klimatologische omstandigheden in een regio. Te denken valt onder andere aan duizendblad, karwij, peterselie, cichorei en daarbij dus witte en eventueel rode klaver met Engels raaigras en timothee. Het is eigenlijk maatwerk dat je moet toepassen, afhankelijk van de regio en grondsoort. Zaak is dat je verschillende bestanddelen in het areaal laat groeien, waardoor de grasmat altijd bedekt en dicht blijft, dan houd je een kwalitatief goed bestand. Laat je daarbij niet van de wijs brengen door de veredelaars. Zij testen bijna alles altijd onder de meest ideale omstandigheden, of het nu grassen, klavers of kruiden zijn. Het is beslist niet zeker of een bepaalde klaver-
‘Het is een misverstand dat een kilo brok een kilo gras verdringt’
soort of bepaald kruid op jouw percelen ook goed uit de verf komt.’
Kruidenrijk grasland heeft de naam dat het niet goed past bij een hoge productie of groei, deelt u die opvatting?
‘Ik begrijp de opmerking, maar ik deel de opvatting niet. Of in ieder geval kun je ook best 7000 tot 8000 kilo melk per koe halen uit een volledig grasrantsoen met minimaal bijvoeren. In Engeland werken we hiervoor al jaren met een smakelijkheidsindex. Hoe hoger de smakelijkheid, des te beter de opname en daarmee ook de kans om te benutten richting melkproductie. Anders dan veel boeren vaak denken zijn het niet de suikers, maar is het de mate van eiwitafbraak die de smakelijkheid bepaalt. Hoe lager de eiwitafbraak, hoe beter. Heb je dode grassen in het areaal of bijvoorbeeld kroonroest, dan zorgt dat voor een aanslag op de smakelijkheid en dus op de benutting en melkproductie.’
Kroonroest kun je aanpakken of camoufleren door kunstmest te strooien, maar u bent toch geen voorstander van kunstmestgebruik?
‘Dat klopt. Je noemt het terecht camoufleren. Dat is het ook en wat je wilt is juist het voorkomen van iets als kroonroest. Daarvoor moet het gras weerbaarder worden en
dat doen wij in Engeland door te spuiten met een mineraal middel als silicaten. Die zorgen voor celwandversteviging van de plant. Het nadeel van kunstmestgebruik is de impact die het op het verdere leefmilieu heeft, inclusief het bodemleven. Daarom ben ik daar geen fan van.’
U noemt ook het bijvoeren van brok naast gras. Weliswaar minimaal, maar toch. Zorgt dat niet voor verdringing van de grasopname?
‘Nee, het is wat mij betreft een wijdverbreid misverstand dat een kilo brok zorgt voor verdringing van een kilo drogestofopname uit gras. Dit wordt vaak gesteld, maar volgens mij klopt dat alleen als je werkt met relatief hoge brokgiften per koe per dag. Als je slechts enkele kilo’s brok per koe per dag bijvoert, is het aandeel verdringing veel lager. Ook omdat gras duidelijk vochtiger is dan brok. De energieaanvulling die je met die paar kilo brok toevoegt, werkt juist meestal positief voor de totale weerstand en productie van de koeien en weegt bijna altijd op tegen de minimale verdringing die dan optreedt.’
Ligt het ideale in- en uitschaarmoment volgens u ook anders bij kruidenrijk grasland dan bij percelen met vooral raaigras?
‘Bij kruidenrijk grasland adviseer ik in principe om de koeien iets later in te scharen dan bij een perceel met louter raaigras. Dan praat ik over zo’n 500 tot 800 kilo droge stof meer. Het ideale inschaarmoment in kruidenrijke percelen ligt rond de 2000 tot 2500 kilo droge stof per hectare. Uitscharen gebeurt in dit soort percelen idealiter bij 1000 tot 1200 kilo droge stof. Dat we ze hoger inscharen én uitscharen heeft er vooral mee te maken dat cichorei en rode klaver erg gevoelig zijn voor te kort afgrazen van hun groeipunt.’
‘Voor het ideale inschaarmoment moet je wel goed de dichtheid van een perceel bepalen. Sommige boeren schatten dit altijd goed in, anderen doen er goed aan van tijd tot tijd een graslandmeter te gebruiken. Per perceel kan dat moment best sterk verschillen en het is wel van belang.’
Stripweiden is in Nederland vooral bij fervente weiders in trek, maar in Zuidwest-Engeland helemaal niet, waarom is dat?
‘De meeste boeren die ik begeleid in onze regio, melken veestapels die 200 tot 500 koeien tellen, duidelijk groter dan de meeste in Nederland. Mede door de grootte van de koppels en ons type kleigrond, vrees ik te veel verliezen door vertrapping bij stripweiden. Tegelijkertijd geloof ik wel dat de opname hoger kan zijn in vergelijking met rotatiebeweiding, die wij toepassen. Dat wil zeggen: elk dagdeel krijgen de koeien hier een ander perceel. Hoe de voor- en nadelen van meer vertrapping aan de ene kant en een hogere opname aan de ander kant zich verhouden, hoop ik de komende jaren in Engeland verder te onderzoeken.’
Nederlandse weiders kunnen het nodige leren van de ervaring die u en Engelse boeren al decennialang opdoen, maar wat kunnen de Engelsen volgens u mogelijk leren van de Nederlandse collega’s?
‘Dan denk ik meteen aan het systeem van twee keer weiden en dan “schoon” maaien. Dat doen jullie wel in Nederland, maar de Engelsen hebben sterk in hun cultuur verankerd zitten dat sommige percelen weidepercelen en andere maaipercelen zijn. Dat krijg ik hen niet uit het hoofd gepraat, terwijl ik zie dat de Nederlanders die aanpak met succes hanteren. En in Nederland zag ik ook percelen met bijna louter Engels raaigras die nog altijd zeer productief zijn. Zolang dat het geval is, zou ik daar niet aankomen. Dan kun je beter een paar jaar daarvan profiteren en andere percelen die kwalitatief in mindere staat zijn, onder handen nemen en daar meer kruiden en klavers in proberen te zaaien.’ l
Zo snel mogelijk een zuurstofarme kuil
Het gras zit in de kuil, het plastic ligt erop. Maar wat gebeurt er dan onder het kuilplastic? Antoon Jacobs van Eurofins Agro legt uit welke twee fases het inkuilproces doorloopt en wat de slagingskans van de kuil kan beïnvloeden.
TOEVOEGMIDDELEN
KUILPLASTIC
Nieuw plastic van minimaal 0,15 millimeter maakt de kuil luchtdicht
VERZWAREN
ZUURSTOF
Zolang er zuurstof beschikbaar is, kunnen schadelijke gisten en schimmels het gras a reken. Hoe langer zuurstof beschikbaar is, hoe groter de verliezen
Verschillende vormen van inkuilmiddelen bevorderen het inkuilproces: – bacteriën – suikers – zuren PH-WAARDE
Een gronddek of ander verzwaringsmateriaal drukt zuurstof uit de kuil
MELKZUUR
In de anaerobe fase zetten melkzuurbacteriën suikers om in melkzuur. Daardoor daalt de pH. Hoog eiwit en lage suikerwaarden zijn nadelig voor de conservering. Bij een pH lager dan 5,0 treden er geen verliezen meer op
GROFHEID
Een hoeveelheid van 22 tot 24 procent ruwe celstof is optimaal. Een grove kuil zorgt voor meer verliezen (broei) bij uitkuilen
BOTERZUUR
Boterzuur is ongewenst en ontstaat door bacteriën die via grond of mest in de kuil zijn gekomen
DROGE STOF
Als er veel water in het gras zit, daalt de pH langzaam. Een kuil met meer dan 30 procent droge stof heeft de voorkeur. Bij meer dan 50 procent droge stof is de kans op broei bij uitkuilen groter
STREEFWAARDEN
– Boterzuur < 3%
– Ammoniakfractie < 8%
– Verlies aan kg ds < 10% – Azijnzuur: 15-20 g/kg ds
De pH-waarde start bij 7,0 en daalt pas dankzij melkzuurbacteriën als alle zuurstof uit de kuil is PH-WAARDE
De kuil is stabiel bij een pH-waarde < 5
Nieuwe regels voor kalvertransport
MAATSCHAPPIJ – Sinds 1 juli 2025 valt in Nederland het transport van kalveren onder de Erkenningsregeling Quality Livestock Transport (QLT). Dat betekent dat kalveren die van een melkveehouder rechtstreeks naar een kalverhouder gaan, kalveren die van een verzamelcentrum naar een kalverhouder gaan, startkalveren die naar een kalverhouder
gaan en vleeskalveren die naar een kalverhouder of Nederlandse slachterij gaan, alleen nog vervoerd mogen worden door QLT-erkende transporteurs. Dat meldt Vee & Logistiek Nederland. De brancheorganisatie wil hiermee zorgen voor beter dierenwelzijn, vakmanschap en een goede hygiëne bij het vervoer. Bij het transport naar een kalverhouder gaat
het om groepen van meer dan dertig kalveren, die tegelijk in één vervoermiddel worden verplaatst. Het vervoer van jonge kalveren is al geregeld via de erkenningsregeling Collecterende kalverhandelaar.
De regeling stelt duidelijke eisen aan vervoerders. Ze moeten voldoen aan voorschriften op het gebied van dierenwelzijn, hygiëne en preventie van dierziekteverspreiding. Ook worden met de regeling eisen gesteld aan transportmiddelen en chauffeurs. Er zijn ook enkele specifieke regels voor het vervoer van kalveren in de regeling opgenomen over de minimale leeftijd van de dieren, de transporttijden en transportvoorwaarden, zoals beladingsgraad, hoogte, ventilatie en bodembedekking. Een onafhankelijke organisatie controleert of vervoerders zich aan de regels houden. Vee & Logistiek Nederland verwacht dat veel vervoerders al aan de eisen voldoen of zich binnenkort laten erkennen.
De QLT-regeling bestaat al sinds 2022 voor het vervoer van varkens als een sectoreigen kwaliteitslabel. Nu wordt de regeling dus uitgebreid naar kalveren.
Opnieuw verplichte ibr-bestrijding uitgesteld
GEZONDHEID – Het gaat niet lukken de bestrijding van ibr in Nederland wettelijk te verplichten vanaf 1 januari 2026. De invoering van de Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) die de ibr-bestrijding regelt, is met een half jaar uitgesteld tot 1 juli 2026. Dit meldt demissionair minister van LVVN Femke
in een
Wiersma wijst er in haar brief op dat er in het wetgevingsproces veel stappen gezet moeten worden, zoals toetsing door de Autoriteit Persoonsgegevens en de Europese Commissie en behandeling door de Raad van State. Dit neemt meer tijd in beslag dan gedacht.
Bovendien wil de minister veehouders voldoende tijd geven om zich op wetgeving voor te bereiden. Ze heeft daarom in overleg met vertegenwoordigers van sectorpartijen besloten om de invoering van de AMvB uit te stellen tot 1 juli 2026.
Lumpy skin disease maakt snelle opmars door Europa
GEZONDHEID – De afgelopen weken zijn in Europa kort na elkaar drie uitbraken van de vectorziekte lumpy skin disease (LSD) vastgesteld. Het virus maakte in korte tijd een opmars van Zuid-Italië naar Midden-Frankrijk. Op 21 juni werd een eerste uitbraak van LSD bevestigd op een rundveebedrijf op het Italiaanse eiland Sardinië. Vier dagen later werd een besmet dier, afkomstig van het eerste besmette bedrijf, gevonden in Lombardije, zo’n 700 kilometer noordelijker. En nog weer vier dagen later werd een haard 400 kilometer verderop gelokaliseerd in het Franse departement Savoie.
Alle dieren op de besmette bedrijven worden geruimd en er wordt rond de haarden een bewakingszone met een straal van 50 kilome-
ter ingesteld. De Belgische FAVV en de Nederlandse NVWA doen onderzoek naar diertransporten vanuit de bewakingszones. Tot nu toe zijn hieruit geen verdachte transporten naar voren gekomen.
LSD, ook wel nodulaire dermatose genoemd, is een aangifteplichtige besmettelijke virusziekte bij runderen en buffels. De verwekker wordt overgedragen via insecten, net als bij bijvoorbeeld blauwtong en EHD. Overdracht is ook mogelijk via sperma en direct of indirect contact met letsels van besmette dieren. De ziekte kan zonder of met milde symptomen verlopen, maar besmette dieren kunnen ook hoge koorts krijgen. Door gezwollen lymfeklieren ontwikkelen zich knobbels op de huid, waaraan de ziekte haar naam ontleent.
LSD kan grote economische schade veroorzaken door bijvoorbeeld melkproductieverlies, vermagering, onvruchtbaarheid van stieren en mastitis. Minder dan 10 procent van de getroffen dieren sterft, maar de ziekte zorgt wel voor veel dierenleed.
LSD brak voor het eerst uit in Europa in 2015. Vanuit Griekenland verspreidde de ziekte zich naar Bulgarije, Noord-Macedonië, Servië, Kosovo, Albanië en Montenegro. In 2016 werden in deze landen in totaal meer dan 7000 haarden vastgesteld. Pas na een grootschalige vaccinatiecampagne werd verspreiding van het virus gestopt. De laatste uitbraak van LSD in Europa was in 2019 in Montenegro. Het virus was sindsdien echter nog continu aanwezig in Afrika, Azië en Rusland.
Wiersma
brief aan de Tweede Kamer.
Door nu ook het kalvertransport te erkennen is de complete route van kalf tot slacht geborgd
ECONOMIE – In 2024 exporteerde Vlaanderen voor 3,2 miljard euro aan vers en bevroren vlees, tegenover een invoer van 1,2 miljard euro. Dat resulteert in een positief handelssaldo van meer dan 2 miljard euro. Dat blijkt uit het rapport over de Vlaamse agrohandel 2024 van het Vlaamse departement Landbouw en Zeevisserij.
Vooral vers varkensvlees doet het goed als exportproduct waarbij in 2024 een uitvoer van 593.000 ton ter waarde van 1,5 miljard euro is gerealiseerd. Ook de export van runden kalfsvlees neemt volgens het rapport een prominente plaats in, met een groeiende vraag op de internationale markten. Het rapport meldt dat de Vlaamse export van vers rund- en kalfsvlees in 2024 met 7 procent in volume en 10 procent in waarde is gestegen. In totaal werd 109.000 ton uitgevoerd, goed voor 670 miljoen euro. Dat betekent dat rund-
vlees na varkensvlees het tweede belangrijkste Vlaamse, verse vleesproduct is. In vergelijking met tien jaar geleden is vooral de uitvoerwaarde sterk gestegen: plus 27 procent tegenover een volumetoename van slechts 6 procent. Volgens het rapport wijst dit op een verschuiving naar meer toegevoegde waarde of hogere marktprijzen. Volgens het rapport vindt de afzet van het Vlaamse rundvlees vooral plaats in de buurlanden Nederland en Frankrijk. Zij nemen samen 55 procent van de uitvoerwaarde voor hun rekening. Daarna volgen Duitsland en Italië. Tegelijk blijft ook de import uit nabije en verre landen een factor: Nederland, Frankrijk en Ierland voeren samen de top drie aan van herkomstlanden.
Areaalkrimp voedergewassen door veestapeldaling
RUWVOER – In 2025 is het areaal voedergewassen in Vlaanderen met 3 procent gedaald. Het Agentschap Landbouw en Zeevisserij vermoedt dat dit het gevolg is van de veestapelkrimp. Binnen het totale areaal voedergewassen daalde het areaal grasklaver met 5 procent naar 12.015 ha het hardst. Het areaal silomais en voederbieten daalde met 4 procent, grasland met 3 procent. Het areaal vlinderbloemigen daarentegen pluste met 15 procent naar 2639 ha. Ook het areaal ove-
rige voedergewassen steeg met 1 procent. De Vlaamse cijfers tonen ook het aantal aanvragen voor de ecoregelingen. In 2024 werd de ecoregeling faunamengsel door het natte voorjaar veel aangevraagd (5933 ha). Bij de ecoregeling faunamengsels worden percelen ingezaaid met een mengsel van granen aangevuld met zaadhoudende gewassen. Ook hebben landbouwers sterk ingezet op de aanleg van bufferstroken langs waterlopen met een stijging van het areaal voor deze
Rundvlees, belangrijk Vlaams exportproduct Vanaf
MAATSCHAPPIJ – Demissionair minister Femke Wiersma wil onthoornen vanaf 2040 verbieden en de minimale transportleeftijd voor kalveren wil ze vanaf 1 januari 2028 wettelijk verhogen naar 28 dagen. Dit zijn maatregelen die naar voren komen uit het voorstel voor een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) Dierwaardige veehouderij. De AMvB beschrijft ook een verbod op individuele huisvesting van kalveren per 1 januari 2030. Vanaf een leeftijd van 14 dagen moeten dieren met minimaal één ander kalf of rund worden gehuisvest. Ook moeten kalveren dan minimaal zes weken melk kunnen opnemen via een speen. Onthoornen van kalveren
Onthoornen van kalveren wordt vanaf 2040 verboden in Nederland
ecoregeling naar 1213 ha. Volgens het departement wordt deze stijging gestimuleerd door de wijzigingen binnen de mestregelgeving. Zo werd in 2024 de verplichte bemestingsvrije zones langs waterlopen uitgebreid in kwetsbare gebieden.
Volgens de cijfers is een sterke stijger binnen de ecoregelingen het verhogen van het organisch koolstofgehalte via de aanvoer van compost. Met deze regeling werd het koolstofgehalte op 6233 ha land verhoogd.
wordt per 2040 verboden. Veehouders kunnen dan gehoornde dieren houden of fokken op hoornloosheid.
De minister schrijft dat ze de maatregel kalf bij de koe in 2040 wil invoeren, maar geeft de sector tot die tijd ruimte om te onderzoeken hoe lang kalveren bij de koe zouden kunnen blijven en hoe veehouders dit in de praktijk kunnen realiseren. Het aanbinden van koeien wordt vanaf 2035 verboden, wat neerkomt op het einde voor de grupstal. In stallen moet vanaf 1 januari 2027 voor ieder dier een comfortabele ligplek beschikbaar zijn. Deze maatregel geldt niet voor stallen die vóór 1 januari 2027 al in gebruik waren en sindsdien niet ingrijpend zijn verbouwd. De AMvB bevat geen maatregelen voor verplichte weidegang.
Na varkensvlees is rundvlees het tweede belangrijkste exportproduct in Vlaanderen
De markt is relatief rustig
De huidige voederwaardeprijzen zijn berekend door Wageningen Universiteit (WUR) op 11 juni 2025. De waarde van 1000 vem (kvem-prijs) daalt naar 23,5 eurocent, de waarde van eiwit stijgt voor het eerst sinds een enkele maand naar 53,9 eurocent per kg dve. In de onderstaande tabel met de voederwaardeprijzen staan verschillende producten opgesomd met bijhorende voederwaarde. De voederwaarde van het product wordt berekend aan de hand van de cijfers die WUR publiceert. Er wordt daarbij een vergelijking gemaakt tussen marktwaarde en voederwaarde. Belangrijk om te weten is dat men enkel producten mag vergelijken die vergelijkbaar zijn. Bij een voederwaardeprijs onder de 100 is het voedermiddel prijstechnisch interessant. Evalueer ook eerst welke producten in het rantsoen passen en kies binnen deze producten de goedkoopste optie. De eiwitprijzen zijn wederom gedaald. De soja is de afgelopen week met name gedaald door een sterkere euro tegenover de Amerikaanse dollar. De niet-gmo-soja blijft stabiel in prijs. Deze daalt niet mee, omdat de opbrengsten naar beneden zijn bijgesteld vanwege de warmte en droogte in Europa. In de VS zijn de vooruitzichten zeer goed. Hitte en droogte blijven voorlopig uit, waardoor de verwachting is dat de opbrengsten goed zullen zijn. De raapprijzen daalden de afgelopen maanden niet zo hard als de afgelopen week. De prijs is bijna concurrerend met de sojaprijs. DDGS is wat gedaald.
De graanprijzen zijn de afgelopen weken redelijk stabiel gebleven en dat in een rustige markt. Het USDA-rapport over de voorraad en de verwachte inzaai in de VS was in lijn met de verwachtingen. Er wordt momenteel veel gekocht, de huidige prijzen zijn aantrekkelijk voor zowel de fondsen als de fysieke kopers. De bezorgdheid in Europa over de conditie van de mais neemt wel toe. Aanhoudende hitte en droogte kunnen een probleem vormen, al helemaal nu de mais richting het bevruchtingsstadium gaat. De graanmarkt houdt de geopolitieke situatie tussen Oekraïne en Rusland en de handelsoorlog nauwlettend in de gaten.
De vulmiddelen zijn over het algemeen relatief aan de prijs. Palmpitschilfers zijn hard gedaald in prijs door een hoog aanbod en een sterke euro.
Bijproducten zijn afgelopen weken gestegen in prijs.
VOEDERWAARDEPRIJZEN
(bron: Liba)
juli 2025
ENERGIE- EN EIWITPRIJZEN VOER
in eurocenten, excl. btw (bron: Wageningen Livestock Research)
2025 m/m y/y fokvee kvem 23,50 kg dve 53,90 mestvee kvevi 22,80 kg
Voederwaardeprijzen geven de verhouding weer van de voederwaarde van mengvoer, grondstoffen en bijproducten in relatie tot de marktprijs. Bij een voederwaardeprijs onder de 100 procent is het voedermiddel prijstechnisch interessant.
19 juli Provinciale fokveedag Belgisch witblauw, Wulpen
21 juli Fokveedag blonde d’aquitaine, Bogaarden
23 juli Regionale prijskamp Belgisch witblauw, Geel ten Aard
25 juli Nationale keuring blonde d’aquitaine, Libramont
26 juli Nationale keuring Belgisch witblauw, Libramont
2 augustus Grote Prijs Keukens Redant, Erpe-Mere
10 augustus fokveedag Belgisch witblauw, Beveren
16 augustus Vleesveekeuring, Enter
12-14 september Nationale Franse limousinkeuring, Baraqueville (Frankrijk)
VOORUITBLIK
VEILINGEN
27 september BAC-stierenveiling, Laren
19-20 november Veiling limousin, Boisseuil (Frankrijk)
BEURZEN, STUDIEVERGADERINGEN, DEMODAGEN 25-28 juli Landbouwbeurs, Libramont
16-18 september Space, Rennes (Frankrijk)
7-10 oktober Sommet de l’Elevage, Clermont-Ferrand (Frankrijk)
Raadpleeg de website veeteeltvlees.be of veeteeltvlees.nl voor een actuele en uitgebreide stand van zaken.
COLOFON
VeeteeltVlees is een uitgave van CRV BV in opdracht van Coöperatie CRV ua. De leden van de Coöperatie CRV ontvangen VeeteeltVlees gratis, als onderdeel van het lidmaatschap. VeeteeltVlees verschijnt maandelijks.
redactie hoofdredacteur Wim Veulemans redactie Inge van Drie, Jaap van der Knaap, Wichert Koopman, Grietje de Vries, Quinten den Hertog, Justine Poppe foto- en beeldbewerking Simone Smit, Rogier van der Weiden
vormgeving René Horsman, Esther Onida eindredactie Lieke van den Broek hoofd CRV-magazines Jaap van der Knaap
Nederland en België € 104,00, overige landen € 168,00. In combinatie met abonnement op vakblad Veeteelt bedraagt een abonnement € 173,00 per jaar, overige landen € 299,00 per jaar. Prijzen excl. btw. Abonnementen zijn gebaseerd op kalenderjaar en worden jaarlijks in februari gefactureerd. Opzegging is mogelijk per kwartaal. Bel voor opgave van een abonnement: België: CRV Klantenservice (078 15 44 44) e-mail klantenservice.be@crv4all.com
Karen Dammer en Froukje Visser postbus 454, 6800 AL Arnhem telefoon (+31)(0)6 53 16 85 29 e-mail advertenties@crv4all.com
illustraties/foto’s
AUGUSTUS FOKWAARDEN
Recent publiceerde het Belgisch-witblauwstamboek uit Wallonië zijn zomerse editie met fokwaarden en indexen. Daarbij krijgt een flink aantal nieuwe stieren de eerste fokwaarden, maar er zijn ook diverse verschuivingen en opvallendheden te noteren. Het augustusnummer gaat hier dieper op in.
Verder in dit nummer een hele reeks van keuringen die deze zomer in de regio plaatsvinden. Met daarbij veel aandacht voor een aantal regionale keuringen alsook de nationale prijskampen van Bogaarden voor blonde en Libramont voor witblauw.
De foto’s zijn van de eigen fotodienst van VeeteeltVlees. Uitzonderingen zijn de foto’s van Elevéo (6), Danny Hereijgers (6), Oliva Germeau (6), Blonde Génétique (7), Johan Schilder (7), BBCS (8-10), Wayne Hutchinson (8-10, 14-16), Mark Pasveer (26-28, 35), MacGregor Photography (35) en BBG (14, 34, 35).
Overname van artikelen is alleen toegestaan na toestemming van de redactie. Hoewel aan de samenstelling van de inhoud de meeste zorg is besteed, kan door de redactie geen aansprakelijkheid worden aanvaard voor mogelijke onjuistheden of onvolledigheden. Alle auteursrechten en overige intellectuele eigendomsrechten ten aanzien van (de inhoud van) deze uitgave worden uitdrukkelijk voorbehouden. Deze rechten berusten bij CRV BV c.q. de betre ende auteur. Artikelen uit VeeteeltVlees mogen uitsluitend verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden na schriftelijke toestemming van CRV.
schofthoogte: 132 cm (+7) 17 mnd. gewicht: 731 kg 17 mnd. 35 cm op 17 mnd.
Schofthoogte
verkoper: André Willem, Sommière
fokker: André Willem, Sommière haarkleur: zwart en wit
LARRON D’YVOIR
JEFFERSON DE DESSOUS LA VILLE
90 / 87 / 86 / 90/ 75 / 88
LOYALE D’HONTOIR
PAISIBLE DE DESSOUS LA VILLE
MERCATOR DE MARTINPRÉ
HUILEUSE D’HONTOIR
Welkom in Libramont
INCOMPRIS D’YVOIR
IDÉE D’YVOIR
BENHUR DU CHAMP BOUVAL
NOSTALGIE DE DESSOUS LA VILLE
PUISSANT DE HOTTE
1805 DE MARTINPRÉ
CAJOLEUR D’HONTOIR
ÉBLOUIE D’HONTOIR
Ook dit jaar is CRV op de beurs van Libramont aanwezig op de stand van fokkerijorganisatie Inovéo. Op de stand zijn onder meer nakomelingen te bekijken van een aantal actuele stieren uit het BBG- en CRV-aanbod, waaronder Eclaireur, Caboton, Cargo en Kalimero. De beurs in Libramont vindt plaats van vrijdag 25 tot en met maandag 28 juli 2025. Op vrijdag 25 juli zijn er keuringen voor onder meer blonde d’aquitaine en limousin, een dag later (zaterdag 26 juli) is het de beurt aan Belgisch witblauw.
Barella is een recente zoon van Jefferson uit een dochter van Mercator. Groeikracht zit in zijn genen. Dat blijkt uit zijn gewicht van 731 kilogram op een leeftijd van 17 maanden. En de voorspelling vanuit het genetisch profiel van Barella – op basis van zijn DNA-profiel – is dat zijn potentiële nakomelingen op veertien maanden onder meer hoge karkasfokwaarden en veel maat en gewicht hebben.
Bwb-proefstier Drago du Coin ki-code 945307
geboren: 25-03-2023
schofthoogte: 134 cm (=) 25 mnd. gewicht: 787 kg 25 mnd. 31 cm op 25 mnd.
Schofthoogte
DARKO DE CENTFONTAINE
75 / 89 / 83 / 82 / 85 / 87
verkoper: F. Mailleux en J.-M. en B. Dony, Braibant
fokker: F. Mailleux en J.-M. en B. Dony, Braibant haarkleur: zwart en wit
WILMOTS DU FALGI
SUPER STAR DE CENTFONTAINE
TILOUIS D’ATRIVE
ALIZÉE DU COIN
93 / 92 / 87 / 88 / 90 / 91
PEUREUSE DU COIN
BENHUR DU CHAMP BOUVAL
URSULE DU FALGI
PANACHE DE CENTFONTAINE
MAGISTRALE DE CENTFONTAINE
IMPÉRIAL DE L’ÉCLUSE
PISTACHE D’ATRIVE
SHERIFF DE CENTFONTAINE
LIBÉRALE DU COIN
Drago du Coin is een zoon van Alizee en de volle broer van Cargo. Zowel op Agribex 2023 als in Libramont editie 2022 won deze topkoe een kampioenstitel.
Drago toont in zijn eigen profiel een mooie bespiering met goed beenwerk. In zijn vererving is hij voorspeld met sterke fokwaarden voor conformatie alsook een meer dan goed karkasgewicht.
Kampioen Vette Veemark Zomergem - 30 Maart 2025
Eigenaar: Rosine & Bertrand Leonard
Kampioen Stieren Paasveetentoonstelling Schagen - 9 April 2025
Eigenaar: Patrick Van Den Berg
Kampioen Vetten Os LAR Rekkem - 27 April 2025
Algemeen Kampioen Vetten Os LAR Rekkem - 27 April 2025
�� Quality Feed is opnieuw de grote winnaar! Op de recente vleesvee prijsveekampen te Zomergem, Schagen en Rekkem was Quality Feed dé grote winnaar. Onze klanten behaalden de topplaatsen dankzij voeders van de allerhoogste kwaliteit.