Veeteeltvlees december 2024

Page 1


Nieuw elan door zij-instromers

uit andere sectoren

Kalveren als verdienmodel

bij Roel Aerts

Gewenste groeikracht

in de stal met Désire

Des Princes De Ligne

(Galant x Nelson)

Op 39 mnd: 1189 kg en 146 cm (+3)

Gemakkelijk opfok

Ki-code: 945187

⊲ Zeer lichte kalfjes

⊲ Korte drachtduur

⊲ Kalfjes met goed drinkvermogen

Wilt u sperma van Pepite of andere stieren bestellen, bezoek dan onze webshop op shop.crv4all.nl of shop.crv4all.be

RUBRIEKEN

5 Van de redactie

6 Fokkerijnieuws

19 CRV-coöperatienieuws

34 Managementnieuws

36 Marktinfo voer

37 Marktinfo vee

38 Agenda

39 CRV-bedrijfsnieuws

KERSTSPECIAL

7 Volop nieuw elan dankzij zij-instromers

8 Joep van den Bijgaart

14 Silke Jambers

24 Britt Maasen en Marijke Oskam

REPORTAGE

10 Kalveren zijn het verdienmodel bij de jonge vleesveehouder Roel Aerts

FOKKERIJ

16 Nieuwe fokwaarden tonen gewenste groeikracht bij Désire de Ferrière

29 Witblauw blijft groeien in inseminatiestatistieken

INTERVIEW

20 Hoogleraar Bas Rodenburg dierenwelzijn over een andere manier van denken

KERSTQUIZ

26 Doe mee aan de kerstquiz van VeeteeltVlees en win een van de mooie prijzen!

MANAGEMENT

30 Voerwijzer: aandacht voor groene of onrijpe maiskuil

32 Veel schakelen in grasseizoen 2024

kerstspecial zij-instromers

Roel Aerts:

‘Goed voeren is een investering, maar niet of te weinig voeren kost me meer’

BIJ DE COVER

Op het einde van een bewogen jaar, maar aan het begin van haar leven (foto: Harrie van Leeuwen)

Bas Rodenburg:

‘Fokkers van dikbilrassen zullen hun schoonheidsideaal moeten aanpassen’

SCARIFLEX: topklasse weidebeluchters

Specifiek voor de veeteelt: molshopen afvlakken en koeienmest verspreiden –100% efficiënt

Specifiek voor gemengde landbouwbedrijven: mos verwijderen, molshopen afvlakken en beluchten – 90% efficiënt

Specifiek voor gemengde landbouwbedrijven: mos verwijderen en beluchten –100% efficiënt

Specifiek voor de veeteelt: molshopen afvlakken en diep beluchten – 90% efficiënt

www.joskin.com

Anticiperen kan zeker, maar op welke trend?

Een jaar kan snel voorbijvliegen, dat is ook zo met 2024. Even terugblikken en je merkt meteen dat het opnieuw een bewogen jaar was. Hoe snel sommige dingen kunnen veranderen, is voor mij daarbij een opvallende vaststelling. Kijk maar wat er op een dikke week tijd in Syrië gebeurde, of de voor velen verrassende verkiezingsuitslag in de Verenigde Staten. Het kan verkeren, zei Bredero ooit. En dat bewijst 2024. In onze snel veranderende maatschappij kan van de ene dag op de andere de situatie – dus ook de manier waarop we werken of leven – compleet veranderen. Wie herinnert zich nog het plotse rantsoeneren van een aantal voedingsoliën in de winkels na de inval van Rusland in Oekraïne? Of het nu gaat om economische schommelingen, nieuwe wetgeving of verandererende marktomstandigheden, de wereld draait sneller dan ooit. Als ondernemer, dus ook als veehouder, is het belangrijk om goed in te spelen op die veranderingen. Anticiperen op trends, innoveren en je bedrijfsstrategie voortdurend bijstellen, dat is belangrijk om niet alleen te overleven, maar ook kansen te benutten in deze tijd.

Zoals hoogleraar Rodenburg in een interview in deze VeeteeltVlees aangeeft, ook voor dierenwelzijn zijn er mogelijke aanpassingen nodig en te verwachten. Maar ook daar geldt: tot zover de theorie. Want hoe ga je om met de gedachten van bovenvermelde hoogleraar als je tegelijk leest dat Europa toch verder wil gaan met het Mercosur-verdrag? Veehouders zullen wel aanpassingen doorvoeren om vervolgens op het einde van de rit voor hun product eenzelfde prijs te krijgen als voor een Braziliaans product, dat aan minder eisen voldoet, waarvoor dezelfde prijs betaald wordt. Ik durf goed mee te gaan in een aantal gedachten van de hoogleraar. Er zijn mogelijkheden om het anders, beter te doen, nog meer vanuit het perspectief van het dier te kijken. Maar op het einde moet je als veehouder ook je broek ophouden en brood op tafel kunnen brengen. Te vaak worden maatschappelijke thema’s enkel vanuit één thema bekeken. In het ondernemen moet je echter meerdere ballen hooghouden. Je kan het je zelden permitteren om je op één bal of één thema te focussen.

Egon Verheijden nieuwe BBG-bestuurder voor CRV

Egon Verheijden, financieel directeur bij CRV, treedt namens CRV toe tot de raad van bestuur van de Belgische ki-organisatie Belgian Blue Group (BBG). CRV heeft eenderde aandeel in BBG, de Waalse fokkerijorganisatie is de andere partner. Verheijden vervangt Etienne Cosyns, die sinds 2017 de belangen van fokkerijorganisatie CRV in ki-organisatie BBG behartigde. Verheijden is sinds september 2020 bij CRV aangesteld als financieel directeur.

Etienne Cosyns nam na een periode van bijna

zeven jaar eerder dit jaar afscheid van de raad van bestuur van Belgian Blue Group. In 2017 trad hij er namens CRV toe tot de raad van bestuur. Niet alleen vertegenwoordigde hij er de stem van CRV, maar ook deze van duizenden leden-veehouders. Hij bouwde als bestuurder mee aan de sterke ontwikkeling van BBG, zowel in zuiver ras als in beef on dairy, ofwel gebruikskruising. Cosyns was jarenlang ook extern commissaris bij CRV. In 2023 nam hij afscheid als commissaris.

Nieuw karkasrecord bij Nederlandse blondes

Drempel

Mamirons Hoeve Joyce heeft bij het Nederlandse Stamboek Blonde d’Aquitaine een nieuw record gebroken. De tien jaar oude koe zorgde voor een karkasgewicht van 885,6 kilogram. De Divaldodochter is gefokt door Matt en Miranda Rongen uit Wanroij. Aan de basis van Divaldodochter Joyce staat Dientje 90, een dochter van Allo. Overgrootmoeder van Joyce is Olympia. ‘Zij is een dochter van Galant en een kleindochter van Empire. Het is een lijn waarvan er vijf generaties op ons bedrijf geboren zijn en waarvan we nog steeds dieren in de stal hebben’, geeft Matt Rongen aan.

De koe kwam na haar fokkerijcarrière terecht op de boerderij van de familie Lutke Veldhuis in Saasveld, waar de blondes in ruime strostallen worden gehuisvest. ‘Het afvoergewicht na ongeveer 125 dagen bedroeg zo 1340 kilogram’, geeft Gerard van Koolwijk van Vleesvee Integratie Twente aan. Ook voor de VIT is het een karkasrecord.

omlaag voor subsidie voor zeldzame rassen van landbouwhuisdieren

Vanaf komend jaar komt een eigenaar van zeldzame landbouwhuisdierrassen eerder in aanmerking voor de subsidieregeling vanuit het GLB.

In 2023 en 2024 werd er bij rundvee een minimumaantal van vijf grootvee-eenheden (gve) gevraagd. Vanaf 2025 is dit 2,5 gve.

Hierbij geldt dat een rund vanaf twee jaar als 1,0 gve telt. Een dier vanaf zes maanden is 0,6 gve.

Om voor de zogenoemde diervlag in aanmerking te komen moet het dier geregistreerd zijn bij een erkend stamboek voor het ras en ten minste voor 7/8e raszuiver zijn.

De ondersteuning is maximaal 200 euro per gve. Nederlandse runderrassen die voor de subsidie in aanmerking komen, zijn brandrood, Fries-Hollands, Groninger blaarkop, lakenvelder en verbeterd roodbont. Inschrijven voor de subsidie gebeurt door middel van de gecombineerde opgave.

Volop nieuw elan dankzij zij-instromers

Vleesveehouders kunnen niet zonder hulp van specialisten. Er etreders zoals de dierenarts, de inseminator of een (tijdelijke) bedrijfshulp zijn onmisbaar. Dat zijn vaak specialisten met boerenbloed of mensen die een landbouwopleiding hebben genoten. Maar met het dalend aantal landbouwers zijn ook die boerenspecialisten minder vanzelfsprekend en zij-instromers onmisbaar. In deze kerstspecial vertellen zij hun verhaal. Waarom besloten ze na een andere carrière of andere opleiding toch om in de landbouwwereld te stappen? Wat nemen ze mee van hun vorige beroep? Voor elk van hen geldt in elk geval dat ze vol overtuiging en met veel enthousiasme hun nieuwe beroep uitoefenen.

‘Dit werk als inseminator is een cadeautje, je krijgt van veehouders zo veel waardering voor wat je doet’

‘Ik ben nog kneedbaar. Ik heb interesse in alles en gedurende mijn traject heb ik veel mogen leren van de boeren zelf’

‘Echte koeienkennis heb ik niet, maar inmiddels kan ik een tochtige koe of een koe die niet lekker is, herkennen’

JOEP VAN DEN BIJGAART
SILKE JAMBERS
BRITT MAASEN EN MARIJKE OSKAM (CITAAT MARIJKE)

naam Joep van den Bijgaart • leeftijd 37 • woonplaats Zutphen • vorige baan professioneel pokerspeler • huidige baan inseminator • opleiding hbo facility management (niet afgerond)

‘Ik vind dit werk een cadeautje’

Als professioneel pokerspeler bezocht Joep van den Bijgaart verschillende uithoeken van de wereld. Maar sinds hij twee jaar geleden als inseminator aan de slag ging, heeft hij echt weer plezier in zijn werk. ‘Je krijgt van veehouders zo veel waardering.’

Als de CRV-bestelbus aan komt rijden en Joep van den Bijgaart de auto uitzet, hoor je hoe hij schaterlachend een telefoongesprek beëindigt. ‘Zo gaat het de hele dag, ik bel wat af met mijn collega’s. Heerlijk!’, begint Joep het gesprek, als hij de auto uitstapt. Joep is sinds twee jaar inseminator bij CRV, een beroep dat hij ‘nog heel lang hoopt te kunnen doen’. ‘Ik vind dit werk een cadeautje, je krijgt van veehouders zo veel waardering.’

Joep maakte twee jaar geleden een opmerkelijke banenwissel. Zeventien jaar lang was hij professioneel pokerspeler. Hij reisde naar diverse uithoeken van de wereld om het kaartspel te spelen en daar geld mee te verdienen. Wie op internet zijn naam intikt, ziet een indrukwekkende lijst met toernooien waar hij succesvol was. ‘Tijdens mijn studie begon ik met pokeren en dat ging al snel goed. Om beter te worden moest ik er meer tijd insteken. Uiteindelijk heb ik mijn studie niet afgemaakt’, vertelt Joep over de start.

Landbouwvlammetje werd een vuurtje

Joep heeft genoten van professioneel pokerspelen. Hij reisde van Las Vegas tot de Bahama’s, maar het had ook een keerzijde. ‘Veel wedstrijden zijn online en ’s nachts. Soms ga je wel ergens naartoe, maar als je alleen op je zolderkamertje zit te spelen kan dat best eenzaam zijn.’

De opmerkelijke overstap naar inseminator was volgens Joep niet helemaal toevallig. ‘Mijn grootouders waren veehouder. Als kind was ik veel op de boerderij van mijn oom en tante te vinden. Toen ik het plezier verloor in pokeren, adviseerde mijn tante om een dagje met een inseminator mee te gaan. Ik had in de tijd dat ik pokerde het abonne-

ment op Boerderij aangehouden, waardoor het vlammetje voor de landbouw aanbleef. Na de dagtrip met de inseminator begon het vuur echt weer te branden.’

Een eerste sollicitatie liep bij gebrek aan een goede cv op niets uit, maar door een cursus insemineren en bemiddeling van Abeos kon Joep alsnog aan de slag. ‘Ik heb nog niet zo veel ervaring, maar na het eerste jaar mag ik inmiddels ook scannen. Dat is zwaarder werk, maar het geeft veel voldoening om te kunnen zeggen of een koe wel of niet drachtig is.’

Fokkerijcijfers intrigeren

Kan hij nog iets met de ervaring van zijn vorige werk? Joep schiet in de lach. ‘Of ik doorzie of boeren wel of iets niet menen, of ze bluffen? Nee, het echte leven is toch anders dan tijdens het pokeren. Wat ik leuk vind, is het analyseren van cijfers. Bij pokeren gaat het ook om getallen, strategieën, vooruitdenken. Mpr- en fokkerij-overzichten, genoomuitslagen en stierenkaarten, ik vind dat erg intrigerend. Maar ik kan nog veel leren over hoe een goede koe eruitziet en op welk punt ze verbetering nodig heeft. Ik heb echt bewondering voor collega’s die dat goed kunnen.’ Heimwee naar zijn vorige werk heeft hij niet. ‘Laatst speelde ik nog een toernooi. Best leuk, maar ik kan me niet meer voorstellen dat nu nog altijd te doen. Daar werd me gevraagd waar ik gebleven was. Toen ik uitlegde dat ik elke dag met mijn arm in koeien zit, zorgde dat voor veel hilariteit. Maar ik krijg ook waardering. Ik doe nu echt iets wat goed voelt. Je doet dit niet als je miljonair wilt worden. Om gelukkig te zijn heb je dat ook helemaal niet nodig.’ l

Joep van den Bijgaart:

‘Je doet dit werk niet als je miljonair wilt worden. Om gelukkig te zijn heb je dat ook helemaal niet nodig’

Kalveren zijn bij vleesvee het verdienmodel

Iets meer dan een jaar geleden nam Roel Aerts het vleesveebedrijf van zijn vader over. Hij legde meteen eigen accenten, waarbij technische resultaten leidend zijn. Zijn aandacht gaat vooral uit naar een vlotte opstart van de kalveren met verder aandacht voor goed voeren en vruchtbare dieren.

Achter een rij huizen in een doodlopende straat ligt het bedrijf van de jonge veehouder Roel Aerts (30). Zijn gemengd bedrijf met 135 witblauwen en 700 mestvarkens ligt in Meldert, een deelgemeente van Lummen, op de grens van Limburg en Vlaams-Brabant.

Iets meer dan een jaar geleden nam Aerts het bedrijf over van zijn vader Gilbert. In 2023 nam hij ook meteen een nieuwe stal voor de vaarzen en koeien in gebruik. Zowel de overname als de bouw van de nieuwe stal namen wel wat jaren in beslag. ‘Ik wilde zeker zijn dat ik de stal kon zetten en dat ik over een vergunning kon beschikken’, valt Aerts met de deur in huis. ‘Uiteinde-

lijk lukte het en heb ik een vergunning van onbepaalde duur. Ik heb nu nog iets ruimte om te kunnen groeien in aantal kalvingen, alleen moet ik het bedrijf er nog wat op aanpassen.’ Vader Gilbert had vroeger een twintigtal witblauwen naast de varkens. ‘Maar dat was eerder een hobby die met de jaren wel groter werd’, vertelt Roel. Na zijn landbouwopleiding in Geel ging Roel aan het werk als zelfstandige bij een tuinaanlegbedrijf. Dat doet hij nog steeds, maar dan beperkt in uren.

Mest zelf afduwen

Een deel van de dieren loopt in de oudere stallen op het bedrijf. Ze zitten per groep naar geslacht en leeftijd bij

TEKST WIM VEULEMANS

elkaar. Bij het ontwerp van de nieuwe stal koos Aerts voor een opdeling in twee systemen. Aan de ene zijde van de stal staan grotere boxen met aan het voerhek een openvloerruimte en achteraan de ligruimte, die in een helling ligt. Aan de andere zijde van deze stal staan volledig ingestrooide kleinere boxen. Telkens vier dieren vullen er de boxen. ‘Die bezetting is bijzonder belangrijk’, vertelt de vleesveehouder. ‘Er moeten altijd voldoende dieren in zitten. Het systeem is zo gebouwd dat de dieren de mest afduwen onder de hangende voerbakken’, verduidelijkt hij.

In de oudere stallen op het bedrijf werkte zijn vader ook al zo. ‘Elke dag laden we met een speciale bak die we zelf ontworpen en gemaakt hebben, de mest onder de voerbakken op en strooien we de dieren in. Deze stal is sinds een jaar in gebruik, maar de andere stal hebben we al jaren niet meer volledig uitgemest’, vertelt Aerts. Hij wijst erop dat dat minder arbeid betekent. Daarnaast is de staloppervlakte kleiner en zijn dus ook de kosten bij dit systeem lager en de dieren liggen altijd schoon en droog. Klauw- of beenproblemen komen al jaren amper voor op het bedrijf. Het strogebruik ligt volgens Aerts lager dan in een traditionele potstal, maar is wel wat hoger dan in de andere boxen met een helling.

Alles inzetten op gezonde kalveren

Naast de nieuwe stal voerde de jonge vleesveehouder bij de overname nog wat kleine aanpassingen door. Zo laat hij de jonge kalveren niet meer zuigen bij de koe, en verdween de stier uit de stal. ‘Ik insemineer al een vijftal jaar zelf, maar vorig jaar schakelden we volledig over op ki’, verduidelijkt hij. ‘De kwaliteit van de dieren gaat erop vooruit door het gerichter inzetten van ki-stieren. Maar vooral heb je minder risico, een stier kan al eens tegenvallen en dan heb je er een hoop kalveren van.’

In de selectie van stieren richt Roel Aerts zich op stieren

BEDRIJFSPROFIEL

Meldert eigenaren Roel Aerts (30) en Dorien Van Laer (28) veestapel 135 witblauwen, 55-60 kalvingen en 700 mestvarkens grondgebruik gras, mais, luzerne

die maat, lengte en gewicht hebben en vererven. ‘Ze moeten vlotte kalveren geven en goed bevruchten en liefst wat outcross zijn’, gaat hij verder. Happy, Bouchon, Ultra Top zijn enkele stieren die momenteel ingezet worden. Recent kwam daar ook Feston bij. ‘Een stier die hier heel goed presterende kalveren heeft gegeven, is Matador de Bellefontaine. Die stier was echt een geschenk voor ons bedrijf. Hij gaf witblauwen waar echt groei in zat met voldoende bespiering. Je kon zijn nakomelingen zo uit het koppel halen.’

Om goed zicht te hebben op de tochten investeerde het bedrijf ook in tochtdetectie met de halsbanden en techniek van Allflex. ‘Die halsbanden zijn inderdaad een flinke hulp in de tochtdetectie, maar het is toch altijd belangrijk dat je boer blijft,’ meent Roel, ‘en dus altijd zicht houdt op de dieren en eventuele valspositieve opmerkt.’ Ondanks dat de halsbanden nog maar een goed jaar werkzaam zijn op zijn bedrijf, ziet Aerts al de positieve gevolgen in zijn cijfers. ‘Als vleesveehouder is het toch je enige doel om zoveel mogelijk gezonde kalveren te hebben in een jaar. Daar richt ik me dan ook op.’

Hij wijst daarbij naar de gemiddelde leeftijd van eerste kalving op 25,7 maanden. ‘Het doel is 24 maanden en daar richt ik mijn management ook op, maar er is altijd wel een dier dat dat gemiddelde omhoog trekt.’ Ook wijst hij op de 80,9 dagen gemiddeld na kalving, dan zijn zijn dieren gemiddeld weer drachtig. Elke zes weken

Elke dag haalt Roel Aerts de mest onder de voerbakken uit

worden zowel de geïnsemineerde dieren als de dieren die niet tochtig worden gescand.

Om al die data goed te kunnen managen maakt Aerts gebruik van de CRV Dier-app, waarmee hij de prestaties van de dieren kan registreren en opvolgen. Op die manier heeft hij ook de vruchtbaarheid goed in beeld.

Strak voeren

Om de vruchtbaarheid die hij wil bereiken, optimaal na te streven is Aerts ook strak in het voerschema van zijn dieren. Daarbij begint hij bij de kalveren. Zo maakt hij gebruik van Royal 50, een melkpoeder van Denkavit dat speciaal is ontwikkeld voor vleesvee. De kalveren zitten tot een week of zes in eenlingboxen om dan naar de groepshuisvesting in de stal te verhuizen. Ze krijgen dan ook wat krachtvoermengeling, met onder meer nr. 112 van Aveve, aangevuld met gerst en spelt. ‘Ik vind de inhoud niet zo prioritair, maar eerder de smakelijkheid van zulk voer’, geeft de vleesveehouder aan. ‘Pas vanaf een week of negen komt er wat mais bij. Daarnaast liggen de kalveren altijd goed in het stro, zodat ze ook dat opnemen.’

Melk krijgen ze op het Lummense bedrijf ook tot de leeftijd van 14 tot 15 weken, langer dus dan op het gemiddelde vleesveebedrijf. ‘Mijn ervaring is dat ze zo een betere start hebben, ook omdat ze dan de tijd krijgen om voldoende krachtvoer op te nemen alvorens ik ga afbouwen in melk’, meent Roel. Die afbouw laat hij ook over meerdere weken lopen.

Jonge kalveren vaccineren

Gericht op gezonde kalveren vaccineert de veehouder de jonge kalveren. ‘Dat doen we al langer, maar een drie jaar terug hadden we bij de kalveren toch een hogere uitval met longproblemen’, vertelt hij. ‘Onze dierenarts deed toen een longspoeling, waaruit bleek dat de kiem in de long niet in het vaccin zat. Na een aanpassing van het vaccin waren de problemen opgelost.’ Ook bleek uit de rooktest dat de slechte lucht bleef hangen in de stal. Een ventilator bracht daarvoor soelaas.

Meteen na het spenen krijgen de jonge dieren ook ruim krachtvoer ter beschikking. ‘Het klopt dat goed voeren een stevige investering is, maar niet of te weinig voeren kost me meer’, verduidelijkt hij zijn keuze. In dat krachtvoer is er ook al wat extra eiwit voorzien, gericht

op de groei van de dieren, maar ook al op de ontwikkeling van hun eicellen. Die krachtvoergift gaat zelfs tot een 4 kilo per dag, aangevuld met een beetje mais en wat hooi.

De samenstelling bestaat dan nog steeds uit gerst, spelt, aangevuld met jongveevoer 112 en de eiwitmix Euromix 40, beide van Aveve, en wat ccm.

Maximaal gebruikmaken van ccm

Pas op de leeftijd van acht maanden schaalt de jonge vleesveehouder de ruwvoergift op. Meer mais en voordrooggras komen dan in het rantsoen, aangevuld met de eigengeteelde ccm en opnieuw de Euromix 40. ‘We voegen ook mineralen toe tot ze drachtig zijn’, gaat Aerts verder. ‘En daarmee starten we weer een goede maand voor de kalving. Bij de drachtige dieren brengen we het aandeel ccm en Euromix 40 wel wat terug.’ Tot slot zijn mais en graskuil ook de basis van het rantsoen van de zoogkoeien. Zij krijgen een beperkte hoeveelheid ccm gemengd met tarwe en gerst aangevuld, met een maximum van een halve kilo per kop.

Onder meer omdat het bedrijf beschikt over eigengeteelde ccm, worden de dieren ook op het bedrijf afgemest. Ook in het afmesten van de stieren en koeien blijft ruwvoer aangevuld met de eerder gemelde producten centraal staan. ‘De stieren mest ik graag af richting twintig maanden, de koeien niet langer dan honderd dagen en na maximaal drie kalvingen’, vertelt Aerts. ‘Het rantsoen vul ik soms aan met aardappelen, maar Linex HiEnergy zit er altijd in. Het is een product op basis van geëxtrudeerd lijnzaad en met een hoog aandeel ruw vet’, gaat Roel verder. ‘Ze mesten er mooi van af.’ De ontwikkeling van zijn bedrijf naar de toekomst ziet Roel Aerts vooral in optimaliseren, minder in groeien. ‘Als ik nog wat kan groeien tot mijn vergunning is opgevuld, zal het goed zijn’, verduidelijkt hij. ‘Ik wil er nog twee boxen bijmaken waar nu de eenlingboxen staan. Die jongste kalveren wil ik dan verplaatsen naar buiten. Op die manier kan ik iets meer kalvingen aan. En dan is het goed,’ pikt hij snel aan. ‘Nu helpt mijn vader me nog dagelijks, maar het doel is om het bedrijf alleen vlot rond te zetten. Ah ja, misschien nog wat extra opslag voor ruwvoer’, besluit hij met een glimlach. ‘Met de schommelingen in het klimaat willen we in goede jaren misschien toch wat meer voorraad aanleggen.’ l

Alle dieren, stieren en koeien, worden op het bedrijf afgemest Ccm wordt op het bedrijf breed ingezet in de diverse rantsoenen

Met de EnergyBoost maïsrassen van KWS realiseert u de hoogste voederwaardeopbengst per hectare.

 KWS NEVO – ultravroeg / zeer vroeg (FAO 180)

 KWS ALLINNO – zeer vroeg (FAO 210)

 KWS EMPORIO – zeer vroeg / vroeg (FAO 215)

 KWS ARTURELLO – middenvroeg (FAO 240)

Voor meer productinformatie:

www.kws.com/be

ZIJ-INSTROMER SILKE JAMBERS

naam Silke Jambers • leeftijd 30 • woonplaats

Herentals • vorige baan magazijnier • huidige baan werknemer bij Werkers, een uitzendbureau voor de landbouw • opleiding kantoor en administratie

‘Mijn interesse werd mijn droomjob’

Zes jaar geleden maakte Silke Jambers een carrièreswitch. Als exmagazijnier werkt ze nu voor Werkers, een Vlaams uitzendbureau voor de landbouw. Haar liefde voor dieren maakte dit de juiste keuze.

TEKST JUSTINE POPPE

Na drie jaar in het magazijn had Silke Jambers (30) uit Herentals het er wel een beetje gezien. ‘Mijn vader is ook magazijnier’, vertelt Silke, die geen landbouwroots heeft. ‘Maar elke dag hetzelfde doen zit niet in mijn aard. Dan blijft die honger naar meer.’

Ze dacht na over wat ze echt wilde in het leven. Het leidde haar naar de dierenwereld. ‘Al van kleins af aan heb ik een grote liefde voor huisdieren’, vertelt ze. ‘Eerst wilde ik solliciteren bij de dierentuin. Maar daar had ik een bachelor dierenzorg voor nodig.’

Naast haar werk als magazijnier begon ze daarom met een bachelor afstandsonderwijs aan hogeschool VIVES Roeselare. Maar het studeren in combinatie met haar werk was lastig, waardoor ze acht maand later stopte. Wel bleven de fijne praktijklessen hangen. En ook de contacten op school plantten een zaadje in haar hoofd. ‘Vind je het gek dat ik gewoon boerin wil worden, vroeg een medestudente me in Roeselare’, herinnert Silke zich. ‘Die vraag is blijven hangen.’ Het maakte dat ze solliciteerde bij Werkers, een arbeidsuitzendbureau in de landbouw.

Nog kneedbaar

Intussen schiet ze al zes jaar boeren te hulp. Zo is ze werkzaam op een melkvee-, varkens- en geitenbedrijf. ‘Variatie genoeg nu’, lacht Silke. ‘Dat heb ik nodig. Mijn interesse werd mijn droomjob.’ Ze herinnert zich nog haar eerste werkdagen. Als niet-boerendochter werd ze gewoon in het werkveld gegooid. ‘Mijn eerste dag was op een varkensbedrijf’, vertelt ze. ‘Ik was direct verliefd op de varkentjes. Maar nadien kon ik ook al proeven van het zware werk in de zeugenhouderij.’

Ze geeft toe dat ze in het begin niet honderd procent zelf-

zeker was in haar werk. En daar hoorden fouten bij. Intussen kent ze de kneepjes van het vak. ‘Nu zie ik het als een koe bijvoorbeeld ziek is.’ Dat ze geen landbouwachtergrond had, heeft ook voordelen. ‘Ik ben nog kneedbaar’, legt ze uit. ‘Ik heb nog interesse in alles en gedurende mijn traject heb ik veel mogen leren van de boeren zelf. Denk maar aan het overnemen van bepaalde handelingen. Dat ik bereid ben om veel te leren appreciëren ze enorm.’

Intussen is ze al goed thuis op vier vaste bedrijven. ‘Door de jaren heen en zeker op de vaste plekken betrekken de landbouwers me in hun verhalen’, vertelt Silke. ‘Dat geeft de job toch een heel andere dimensie. Ik begon bij Werkers met de intentie om dieren te verzorgen. Ondertussen doe ik het ook gewoonweg voor de boeren.’

Liefde voor de job, maar niet de passie

Ook het runnen van een landbouwbedrijf als de boer op vakantie is of geopereerd moet worden, vindt Silke leuk. ‘Boeren vragen me dan om veel berichtjes of foto’s te sturen’, lacht ze. Op dat moment beseft ze ook hoeveel er komt kijken bij het runnen van een landbouwbedrijf. Het is een van de redenen waarom ze zelf geen boerin wil worden. ‘Ik heb liefde voor de job, maar niet de passie’, geeft ze mee. ‘Het vraagt veel verantwoordelijkheid en dat zou te veel paniek geven in mijn hoofd.’

Ze geeft toe dat het ook gewoon zwaar werk is. Ze is blij dat ze na haar werk kan uitrusten. ‘Ik ben fijngebouwd, maar als het moet draag ik voederzakken van 25 kilo op de schouder’, zegt Silke. ‘Ik heb echt spieren gekweekt. Daardoor hoef ik nu zeker niet onder te doen voor de boeren.’

Achteraf is ze heel blij met haar carrièreswitch. ‘Langer in het magazijn had ik het niet volgehouden.’ l

Silke Jambers:
‘Vind je het gek dat ik gewoon boerin wil worden, vroeg een medestudente me. Die vraag is blijven hangen’

Gewenste groeikracht bij Désire de Ferrière

Het gewicht van de laatste fokwaardepublicatie voor Belgisch witblauw ligt op vruchtbaarheid en karkasgewicht. Wie deze nastreeft in zijn fokkerij, zit goed met bloedlijnen met Futé en Jet-Set. Cachemire is en blijft daar een goed voorbeeld van.

TEKST WIM VEULEMANS

De najaarspublicatie brengt een nieuwe reeks fokwaarden voor de verschillende groepen fokwaarden. De aandacht gaat in deze analyse vooral uit naar de fokwaarden voor karkas en vruchtbaarheid. Er zijn immers geen nieuwe fokwaarden, noch stieren, voor kenmerken tweede bezoek of lineaire beoordeling. In totaal zijn er wel veertien nieuwe stieren die voor het eerst een publicatie met fokwaarden eerste bezoek krijgen. In tabel 1 zijn deze opgenomen samen met de stieren die een tweede keer fokwaarden krijgen.

Mogelijke invloed van blauwtong

De interessantste fokwaarde voor veel vleesveehouders is die voor geboortegewicht. Opvallend daarin is het

overtal aan stieren die een geboortegewicht onder het populatiegemiddelde vererven, vaak in combinatie met een korte drachtduur. Het gaat vaak om kalveren die de voorbije zomer zijn geboren, waarbij de invloed van blauwtong een verklaring kan zijn. Op veel bedrijven werden deze zomer door blauwtong en de nasleep daarvan kalveren te vroeg en vaak lichter geboren. Boyzoon Feston de Belle Eau is daar een voorbeeld van met een fokwaarde van 57, maar dat geldt ook voor Soprano des Turquoises. Bij deze zoon van Balisto is de fokwaarde geboortegewicht van 95 naar 75 verlaagd. Dat is ook het geval bij Evident d’Ochamps, een zoon van Rebel, die zijn fokwaarde geboortegewicht ziet dalen van 111 naar 102. Een aantal stieren heeft ook al voldoende nakomelingen

Tabel 1 – Stieren met een eerste en tweede (*) fokwaarde eerste bezoek (bron: Elevéo, november 2024)

naam vader ki aantal nakomelingen drachtduur geboortegewicht

Alba van het Stalijzer Sénateur

van de Sijsloberg

Athos du Rivage Réjoui BBG

d’Opont Totem BBG

Tabel 2 – Stieren met een eerste publicatie voor de fokwaarde karkasgewicht (bron: Elevéo, november 2024) (G = dna-getest)

om een betrouwbare eerste fokwaarde conformatie te geven, waaronder de eerder genoemde Soprano en Feston met respectievelijk 106 en 93 fokwaarde. Beide stieren zitten zo rond het gemiddelde.

Bij de interpretatie van deze reeks fokwaarden en de inschatting van de genetische potentie van deze groep stieren moet dus rekening worden gehouden met de mogelijke invloed van blauwtong. Bij een grotere groep nakomelingen van een stier kan dit effect eventueel uitgevlakt worden.

Groeikracht

met Désire

De reeks stieren die voor het eerst een fokwaarde krijgen voor karkasgewicht op basis van mannelijke nakomelingen, laat een bovengemiddelde vererving van groeikracht zien. In deze reeks stieren, die allemaal in tabel 2 zijn opgenomen, zitten ook de stieren die al een fokwaarde op basis van hun dna hadden. In hun fokwaarden zitten nu ook de prestaties van hun eerste geslachte nakomelingen.

De hoogste nieuwkomer in deze publicatie is Désire de Ferrière met een fokwaarde karkasgewicht van 119. De Wilmotszoon had al eerder een fokwaarde op basis van zijn dna-profiel, maar heeft in deze publicatie ook al 84 nakomelingen in zijn fokwaarde zitten, wat bijzonder veel is voor een debuterende stier in de lijst met karkasfokwaarden. De 24 nakomelingen van Absolu de Furfooz (v. Digital) brengen zijn fokwaarde karkasgewicht op 115. Dat de nakomelingen van Chasseur de Way voor een goede fokwaarde karkasgewicht van 113 zorgen, mag niet verbazen met Jackpot als vader.

In de lijst met nieuwe stieren staat ook een stier met roots in Vlaanderen. Packo van het Bareelhof, een Esperantozoon uit de stal van Stijn Veulemans, opent met een fokwaarde karkasgewicht van 89 net onder het gemiddelde. Zijn fokwaarde karkasrendement, de verhouding tussen warm gewicht en levend gewicht, is dan weer bovengemiddeld met een fokwaarde 108. Dit laatste geldt ook voor Aragonzoon Irish Coffee de Biert (123) en Cactuszoon Danseur de Ste Hélène (115).

Wissel aan de top

In de toplijst voor de fokwaarde karkasgewicht (tabel 3 op pagina 18) wisselen de twee kopnummers uit de vorige publicatie van positie. Zo maakt Vidalzoon Charko de Sberchamps de sprong naar plaats één. De stier brengt

met acht extra nakomelingen zijn fokwaarde vijf punten hoger naar 136. Mercator de Martinpré, een zoon van Puissant, doet het omgekeerde. De veertien extra nakomelingen deden zijn fokwaarde dalen met twee punten tot 135. De volgende drie namen zijn stieren met een fokwaarde op basis van hun dna. Enkel een verandering in de fokwaarde van een van de dieren in hun afstamming kan daarbij voor een verandering zorgen. Dat is bijvoorbeeld het geval voor Rambo de Boulogne. Deze zoon van Acabit stijgt naar een fokwaarde van 126.

In de vermelde toplijst van stieren – top 15 op basis van de fokwaarde karkasgewicht mannelijk – is ook een aantal nieuwkomers op te merken. Houblon du Coin is daarbij de hoogste. De zoon van Esperanto doet dat met 22 nakomelingen, resulterend in een fokwaarde 123. Ook Glaieulzoon Nébuleux de Petit Brin is nieuw. Zijn fokwaarde ligt momenteel op 120, een punt meer dan een andere debutant in de toplijst, Email du Donjon. Deze Jet-Setzoon komt op een fokwaarde karkasgewicht van 119.

Opnieuw Futézoon

De eerder vermelde Absolu de Furfooz kreeg ook vruchtbaarheidsfokwaarden (tabel 4 op pagina 18) achter zijn naam. Naast zijn dna-profiel omvatten deze fokwaarden ook al deels de informatie van zijn eerste twaalf nako-

Désire de Ferrière zorgt voor nakomelingen met groeikracht

Absolu opent sterk in zowel groei als vruchtbaarheid

melingen. Daarbij toont deze BBG-stier een bovengemiddeld goed verervingsprofiel voor vruchtbaarheid. Het overgrote deel van de nieuwkomers scoort bovengemiddeld goed op het kenmerk leeftijd eerste inseminatie. Flyzoon Caporal de la Mandebras scoort daarbij het hoogst, met een fokwaarde 124 op basis van twaalf nakomelingen. Maar nog meer stieren vererven vlot tochtig wordende vaarzen. Daarbij ook Nayakouzoon Socrate du Bois Rémont (121) en een zoon van Jet-Set, Impoli de Biert (122). Een gewezen stalgenoot van deze laatste scoort sterk in de breedte op vruchtbaarheid. Dat deze stier, Infini de Biert, een Futézoon is, hoeft daarbij niet te verbazen. Stiervader Futé blijft zo duidelijk vruchtbaarheid vererven in zijn nageslacht. Dat blijkt ook als er gekeken wordt naar de best verervende stieren voor vruchtbaarheid. Wanneer men voor elk vruchtbaarheidskenmerk de beste 25 stieren selecteert, wordt duidelijk dat er in de samengestelde lijst maar liefst vijf Futézonen opduiken. Cachemire de Dessous la Ville is daarbij de meest opvallende. De vijf jaar oude stier

naam vader ki aantal nakomelingen karkasgewicht mannelijk

Charko de Sberchamps Vidal GAB 35

Tabel 3 – Toplijst voor de fokwaarde karkasgewicht (bron: Elevéo, november 2024)

scoort daarbij steeds bijzonder sterk, met onder meer fokwaarde 130 voor leeftijd eerste inseminatie en 145 voor leeftijd eerste kalving. Een soortgelijke vererving is te vinden bij twee andere Futézonen: Amaretto de la Rouge Cense en Mégawatt de Bierwa. Al deze stieren doen dat met meer dan honderd nakomelingen in hun fokwaarden. Vruchtbaarheid is tot slot ook een kenmerk in de fokkerij van verschillende zonen van Jet-Set. Zo kalven nakomelingen van Calin de l’Allemoine wat eerder af dan het populatiegemiddelde (142). Dat geldt ook voor een halfbroer van hem Newton de Fontena. Maar liefst 450 nakomelingen leveren hem een fokwaarde leeftijd eerste kalving op van 123. l

Tabel 4 – Stieren met een eerste publicatie voor vruchtbaarheidsfokwaarden (bron: Elevéo, november 2024)

Prijskamp Sint-Truiden nu in verwarmde hangaar

De vereniging die de jaarlijkse Haspengouwse prijskamp voor Belgisch witblauw organiseert, bestaat in 2025 precies vijftig jaar. Omdat in de coronaperiode een keer moest worden overgeslagen, wordt op

zondag 12 januari voor de 49e keer de prijskamp in Sint-Truiden georganiseerd. De locatie is nieuw: de verwarmde Hangaar 27 op de oude vliegbasis, Lichtenberglaan 1035 in Sint-Truiden. Op deze unieke locatie

Nieuwe editie voor prijskamp Affligem

Op 26 januari 2025 vindt de 35e interprovinciale prijskamp/fokveebeurs Affligem plaats. De locatie is opnieuw de binnenpiste van de Ponyhoeve, Jan De Trochstraat 135 in Dilbeek. Er zijn prijskampen voor stieren, vaarzen, koeien en koe met kalf. Inschrijven kan tot uiterlijk 3 januari via e-mail: affligem.witblauw@hotmail.com

is het ook mogelijk om te vliegen in een Starfighter-simulator.

De prijskampen starten om 10.00 uur. De kampioenschappen zijn vanaf 15.00 uur voorzien.

Winterfestival voor agrarische jongeren

In februari volgend jaar organiseren de jongeren van een groot aantal Nederlandse coöperaties weer gezamenlijk het nationale agrarische jongerenevenement. Natuurlijk is ook Young CRV bij de organisatie betrokken. De komende editie krijgt de opzet van een festival met

naast inspirerende sessies ook een aantal ontspannende activiteiten en diverse foodtrucks.

Meer informatie over het programma volgt snel. Het winterfestival 2025 vindt plaats op 12 februari in Barneveld.

Twee nieuwe Belgisch witblauwe sterkoeien

Net vijf werd ze eind november, Opeline van de Schoolhoeve. Deze Dodoudochter is de eerste sterkoe op het bedrijf van de Schoolhoeve in Torhout. Mooi detail is dat Opeline via moederszijde een kleindochter is van Hannibal van de Schoolhoeve, een ki-stier geboren op het eigen bedrijf. Opeline scoorde 89,1 punten eindbeoordeling met 92 punten voor haar ijzersterk beennwerk. Ook is haar bijzonder lage inteeltgraad van 0,83 meer dan het vermelden waard. Met Paola de Mahoney heeft de familie Cocquyt uit Pittem een tweede sterkoe op het bedrijf. Omdat Paola haar kalveren liet zogen, krijgt zij bovendien het predicaat Sterkoe+. Deze koe van vierenhalf jaar oud is

een dochter van Charmeur met verder een dochter van Or als moeder. Paola scoort maar liefst 90,1 punten in de lineaire eindbeoordeling, met 98 punten hoogtemaat en 90,7 punten bespiering als uitschieters. Wie een potentiele Belgisch witblauwe sterkoe denkt te hebben, kan contact opnemen met de CRV-klantenservice. Het gaat daarbij steeds om vrouwelijke dieren, ingeschreven in het hoofdstamboek van CRV. Onder meer 89 punten eindbeoordeling, bespiering en 85 punten voor hoogtemaat en beenwerk zijn een voorwaarde, net als twee kalveren gehad hebben op de leeftijd van 37 maanden en vrij zijn van alle erfelijke gebreken en een inteeltcoëfficiënt die lager is dan 3,25.

Opeline van de Schoolhoeve (v. Dodou)
Paola de Mahoney (v. Charmeur)

leeftijd 49

opleiding biologie Wageningen UR huidige functie sinds 2018 hoogleraar dierenwelzijn faculteit Diergeneeskunde

Universiteit Utrecht, lid van Raad voor Dierenaangelegenheden vorige functies promovendus, onderzoeker, universitair docent en universitair hoofddocent Wageningen UR

‘Stamboek en fokkers van dikbilrassen zullen hun schoonheidsideaal moeten aanpassen’

‘Investeren in dierenwelzijn is een kans voor de sector’

In de zoektocht naar een meer dierwaardige veehouderij moeten zowel sector, overheid, consument als marktpartijen stappen zetten, stelt hoogleraar dierenwelzijn Bas Rodenburg. Voor boeren vraagt dierenwelzijn wel een andere manier van denken. ‘Er kan vaak meer dan je denkt.’

Er zaten opmerkelijk veel jonge mensen in de zaal tijdens de Vaarkamplezing oktober dit jaar. Tijdens deze tweejaarlijks gehouden lezing over diergezondheid deelde Bas Rodenburg, hoogleraar dierenwelzijn aan de Universiteit Utrecht, zijn visie over een dierwaardige veehouderij.

‘Je ziet dat er een nieuwe generatie dierenartsen opstaat. Een generatie die niet alleen denkt in voorkomen en genezen van ziekten, maar die ook openstaat om na te denken over welzijn vanuit het oogpunt van het dier’, zo verklaart Rodenburg de grote aandacht van studenten voor zijn verhaal.

Dat hij was gevraagd om de lezing te verzorgen was niet zonder reden. Rodenburg treedt regelmatig op als dierenwelzijnexpert en is lid van de Raad van Dierenaangelegenheden (RDA). Hij promoveerde op onderzoek naar verenpikken bij kippen en is betrokken bij studies naar methodes om dierenwelzijn bij landbouwhuisdieren vast te leggen. ‘Het denken over dierenwelzijn verschuift in de politiek, maatschappij en wetenschap. Dat heeft gevolgen voor de veehouderijsector.’

Wat doet de Raad van Dierenaangelegenheden?

‘Dat is een adviesorgaan dat de overheid gevraagd en ongevraagd advies geeft over vraagstukken over dierenwelzijn en diergezondheid. De raad bestaat uit ongeveer 45 leden, met onder meer dierwetenschappers, experts uit het bedrijfsleven en mensen van organisaties die opkomen voor de rechten van dieren. Gezamenlijk werken we zienswijzes uit die we openbaar maken en aanbieden aan de minister van Landbouw. Dat

kan gaan over het houden van dieren in een circus of dierentuin, maar ook over dierwaardige veehouderij.’

Hoe ziet een dierwaardige veehouderij er volgens de RDA uit?

‘In 2021 hebben we daarvoor zes leidende principes voor dierwaardigheid gepresenteerd. Het eerste principe is dat we erkennen dat een dier een wezen is met gevoel en dus ook pijn of plezier kan ervaren. Daarnaast zijn er de basisbehoeftes, zoals toegang tot voldoende eten en drinken, een veilige omgeving en zorg voor een goede gezondheid. Ook hanteren we het principe dat dieren natuurlijk gedrag moeten kunnen vertonen. Als laatste stellen we dat dieren recht hebben op een goede kwaliteit van leven. Ze moeten een positieve emotionele toestand kunnen bereiken als gevolg van de omgeving waarin ze zich bevinden.’

Hoe zie je of een dier zich in een positieve emotionele toestand bevindt?

‘Dat kun je opmaken uit specifiek diergedrag dat dieren van nature laten zien. Kippen die op stok gaan of een stofbad nemen bijvoorbeeld, maar je kunt het ook horen aan geluiden die dieren maken. Voor boeren is zoiets niet vreemd. Zij zien het als oren van koeien gaan hangen, of als dieren zich afzonderen of een ander geluid maken.’

Dat zijn lastige kenmerken als je dierenwelzijn objectief wilt vastleggen. ‘Er wordt volop onderzoek gedaan naar wat dierenwelzijn is en hoe je het meetbaar kunt maken. Nieuwe technieken als sensoren of

kunstmatige intelligentie helpen ons daarbij steeds meer. Ook in het herkennen van afwijkende geluiden via audio-opnamen worden grote stappen gezet.’

Gaan dierenwelzijn en diergezondheid wel altijd hand in hand?

‘Het kan gaan schuren. Groepshuisvesting motiveert sociaal gedrag, maar kan ook staartbijten bij varkens of verenpikken bij kippen bevorderen. Toch is er veel mogelijk, we zijn dikwijls te voorzichtig. Er kan vaak meer dan je denkt. Toen de Duitse markt verbood om bij kippen snavels in te korten, bleek er ineens veel mogelijk. Zeker als de markt vraagt om aanpassingen van een houderijsysteem en daarvoor een meerprijs betaalt, kan het snel gaan. Het einde van de legbatterij zorgde voor een prijsverhoging van 10 tot 15 procent, maar toch is de eierconsumptie niet gedaald.’

Het tegenargument is dat de consument in de winkel uiteindelijk het goedkoopste en niet het meest diervriendelijke product zal kiezen.

‘In West-Europa gaat een klein deel van het inkomen op aan voedsel. Te klein als je het mij vraagt. Ik denk dat je de consument kunt bewegen om hogere prijzen te betalen door meer bewustwording te creëren over de manier waarop dieren zijn gehouden. De veehouderijsector moet daarvoor wel meer in gesprek met de maatschappij.’

‘Over dierenwelzijn wordt in de maatschappij meer gedacht vanuit het belang van het dier. Daar kun je als sector en als boer op inspelen door dieren te houden volgens een bepaald stalsysteem om vervolgens via een specifiek keurmerk meer geld voor het eindproduct te vragen.’

Nederland is een exportland. De kans bestaat dat het zichzelf door hogere eisen voor dierenwelzijn en hogere kosten uit de markt prijst.

‘Ook binnen de EU zie je dat de richtlijnen worden aangescherpt. Scandinavië, Nederland, Duitsland en België lopen voorop qua dierenwelzijn, landen in Zuid- en Oost-Europa zijn meer volgend. Maar inderdaad, Zweden, Finland en ook Oostenrijk en Zwitserland produceren met name voedsel voor

‘Vanuit het oogpunt van dierenwelzijn zou je weidegang moeten verplichten’

zichzelf en kunnen dan andere regels hanteren.’ ‘Maar Nederland is een progressief land, er is hier veel kennis en we zijn goed in het uitdenken van kansen.’

Welke onderwerpen spelen er qua dierenwelzijn in de rundveehouderij?

‘Internationaal wordt er veel onderzoek gedaan naar het houden van kalveren bij koeien. Vanuit de biologie is het logisch dat een zoogdier haar jong zelf opvoedt in een kudde. Maar dat vraagt wel een ander huisvestingssysteem dat de kostprijs kan opdrijven. Daarom moet je ook integraal nadenken over alternatieve huisvesting. Welke gevolgen heeft meer ruimte voor koe en kalf op de uitstoot van broeikasgassen en op dierziektes? Wat voor gevolgen heeft dat voor het verdienmodel?’

‘Het gros van de veehouders is nog niet zo ver om hiermee aan de slag te gaan, maar er zijn er ook die het best willen proberen. Misschien zorgt de verwachte krimp van de sector voor kansen voor bedrijven die overblijven en willen investeren in nieuwe stallen. Ik zie een kleinere veehouderijsector voor me die meer toegevoegde waarde kan leveren. Investeren in dierenwelzijn is een kans.’

Vindt u dat koeien verplicht geweid moeten worden?

‘Koeien kunnen in de weide meer natuurlijk gedrag vertonen dan in de stal. Het ligbed is beter, weidende koeien zijn minder kreupel en studies tonen aan dat weidegang positief

is voor het dierenwelzijn. Vanuit de koe bezien is het antwoord dus: ja. Maar het is lastig om weidegang te verplichten, omdat je daarmee ook ingrijpt in de economie. Bij kippen zeggen we dat ze buiten moeten kunnen scharrelen, bij varkens praten we over een buitenloop. Maar bij de vleeskalverensector is de dieren naar buiten doen bedrijfstechnisch heel ingewikkeld. We zitten met het verbeteren van de dierenwelzijn ook in een proces. Wat is economisch haalbaar? Welke rol neemt de markt, welke rol pakken de overheid en de sector zelf? Uiteindelijk moet je het wel samen doen.’

Er is ook een discussie over een mogelijk verbod op onthoornen.

‘De hoorns van een koe hebben een functie om de rangorde binnen een groep te bepalen. Ook is aangetoond dat ze een rol spelen in de hitteregulatie. Onthoornen is een ingreep die je via fokkerij zou kunnen uitsluiten, maar een koe heeft hoorns niet voor niets. Als je uitgaat van het respect voor de intrinsieke waarde en de integriteit van het dier, is een route om te fokken op hoornloosheid dan ook ongewenst.’

‘Maar wat is de beste oplossing voor het welzijn van koeien als je alles meeweegt?

Het gaat om omdenken, om anders denken. Moet je het dier aanpassen of is het beter om de huisvesting aan te pakken? In huisvesting is er nog veel laaghangend fruit: kreupelheden door onjuiste vloeren, mastitis door verkeerde ligbedden. Daar zijn nog veel grotere stappen in te maken.’

Hebben kunstmatige inseminatie en fokkerij invloed op het dierenwelzijn?

‘Fokkerij kan een bijdrage leveren aan het verbeteren van diergezondheid. In de rundveehouderij wordt daar rekening mee gehouden. Maar toen we discussieerden over dierenwelzijn bij vleeskuikens was fokkerij juist het eerste wat als negatief werd beoordeeld. Fokken op steeds sneller groeiende kuikens zorgde juist voor welzijnsproblemen. Daar zag je vervolgens dat marktwerking ook een rol kan spelen. Er zijn nu specifieke keurmerken die werken met minder snel groeiende kippenrassen.’

‘Als het gaat over kunstmatige inseminatie, begeef je je meer op ethisch vlak. Je kunt nog nadenken over de vraag of een dier seksuele behoeftes heeft, maar het is niet dat daar momenteel grote discussies over worden gevoerd. Fokkerij staat nog wel op de agenda bij de RDA om daar een zienswijze voor te maken.’

Bepaalde runderrassen bevatten het dikbilgen, waardoor natuurlijke geboorte niet meer vanzelfsprekend is. Wat vindt u daarvan?

‘Recent is het door de overheid verboden om met hondenrassen te fokken die een te korte snuit hebben. Dit schoonheidsideaal is niet bevorderlijk voor de gezondheid van de honden. Koeien die alleen kunnen afkalven via een keizerssnede staan ver af van wat biologisch gezien natuurlijk is. Ik denk dat je hier als stamboek en als fokkers het schoonheidsideaal zult moeten aanpassen. Als dat niet lukt, of als er in het ras geen fokkerijlijnen meer bestaan die natuurlijk kunnen afkalven, dan denk ik niet dat er voor dit soort rassen een toekomst is. Ze passen in mijn ogen niet binnen een dierwaardige veehouderij’.

Wat is de status van dierenwelzijn in de rundveehouderijsector?

‘Daarvoor zou je eigenlijk met sectorgegevens en informatie vanaf het boerenerf aan de slag moeten gaan. Er worden al data verzameld over diersterfte, ziekten of afvoer, maar we onderzoeken nu of we met een checklist de stal in kunnen om dieren en hun gedrag te beoordelen. Misschien zijn daar sensoren en camera’s voor nodig. Het is een verkennende studie hoe we op de beste manier dierenwelzijn in kaart kunnen brengen.’

‘Soms is het ook goed om terug te kijken waar we vandaan komen. Neem de stap van grupstal naar ligboxenstal; de koe kreeg meer bewegingsvrijheid en meer frisse lucht. Maar de ligboxenstal heeft ook vraagstukken opgeleverd rondom klauwgezondheid. Door zo nu en dan terug te kijken, kun je ook weer beter vooruitkijken.’ l

Alba Van Het Stalijzer

(Senateur x Zougar)

Op 24 mnd: 916 kg en 138 cm (+5)

Zekerheid voor gewicht en conformatie

Ki-code: 945232

⊲ Allround in gebruik

⊲ Hoge karkasindexen

⊲ Breed inzetbare bloedlijn

Wilt u sperma van Alba of andere stieren bestellen, bezoek dan onze webshop op shop.crv4all.nl of shop.crv4all.be

naam Marijke Oskam (links op foto) • leeftijd 35 • woonplaats

Rosmalen • vorige baan maatschappelijk werker • huidige

banen melker en toezichthouder in de zorg, binnenkort casemanager in de gevangenis • opleiding maatschappelijk werk en dienstverlening, recreatie en toerisme

naam Britt Maasen (rechts op foto) • leeftijd 26 • woonplaats

Nijmegen • huidige banen melker en medisch beeldvormingsen bestralingsdeskundige in het Radboudumc • opleiding medisch beeldvormende en radiotherapeutische technieken

Het hoofd leegmaken in de melkput

Marijke Oskam groeide op een boerderij op, maar haar connectie met de agrarische sector verwaterde. Britt Maasen had nog nooit een overall aangehad. Toch vonden ze allebei de weg naar de melkstal.

TEKST QUINTEN DEN HERTOG

Melken is niet alleen meer voorbehouden aan boeren. Dat bewijzen Marijke Oskam, toezichthouder in de zorg, en Britt Maasen, medisch beeldvormings- en bestralingsdeskundige in het Radboudumc. Zonder agrarische opleiding, maar met een flinke dosis enthousiasme vonden ze in de melkstal een flexibele bijbaan naast hun fulltime baan.

Van binnen naar buiten

Marijke groeide op een boerderij op, maar raakte haar connectie met de agrarische sector kwijt toen haar vader zijn koeien verkocht. Na opleidingen in de recreatie en het maatschappelijk werk koos ze een ander pad, maar toen ze naar een tiny house in ‘the middle of nowhere’ verhuisde, miste ze dieren om zich heen. Via Agriwerker vond ze een bijbaan als melker. ‘Het was een eeuwigheid geleden dat ik in de melkstal stond, maar het zat er zo weer in. Het voelde als thuiskomen. Het bloed kruipt toch waar het niet gaan kan’, vertelt ze.

Voor Britt lag het boerenwerk minder voor de hand. Ze werkt met kankerpatiënten op een ziekenhuisafdeling zonder daglicht. ‘Het irriteerde me dat er geen daglicht was’, vertelt ze. Online kwam ze een vacature voor een melker tegen. Als paardenmeisje was ze al gek op dieren, maar de agrarische sector was nieuw voor haar. ‘Ik wist niet wat ik kon verwachten en ben een keer mee gaan melken. Het werk sprak me gelijk aan.’ Een hoogtepunt?

De geboorte van een kalfje. ‘Ik moest er tot middernacht voor wakker blijven, maar het was echt bijzonder om dat van zo dichtbij te zien. Hoe afhankelijk zo’n kalfje is en hoe het al snel begint te staan. Ik heb alles vastgelegd.’

Voor zowel Marijke als Britt is melken de manier om tot

rust te komen. Marijke verruilt na een lange dag op kantoor haar kleding maar al te graag voor een overall. ‘Het is fijn om mijn hoofd leeg te maken tijdens het melken. Daarna slaap ik heerlijk’, vertelt ze.

Met andere ogen kijken naar de sector

Dat ze geen opleiding hebben in de melkveehouderij, bleek geen belemmering om hun draai te vinden in de stal. ‘Collega-melkers geven colleges aan me, bijvoorbeeld over blauwtong, klauwbekappen en insemineren. Echte koeienkennis heb ik niet, maar inmiddels kan ik een tochtige koe of een koe die niet lekker is, herkennen’, vertelt Marijke. Ook kan ze nu aan vrienden uitleggen hoe het er echt aan toegaat op de boerderij. ‘Sommigen dachten dat het zielig is voor de dieren en voordat ik melkte dacht ik soms dat ze weleens gelijk konden hebben. Het melken was voor mij een eyeopener.’ Hoewel Britt en Marijke verschillende achtergronden hebben, vinden ze allebei een overeenkomst tussen het melken en hun dagelijkse werk. ‘In het ziekenhuis zorg ik voor mijn patiënten, tijdens het melken voor de koeien’, vertelt Britt. Marijke let in haar baan als toezichthouder in de zorg op regelgeving en inspecties. Die focus op details neemt ze mee naar de melkstal. ‘Zo valt het me op als een waterbak vies is of als een koe niet lekker loopt’, licht ze toe. Toch is het werk op de boerderij heel anders dan hun vaste werk, maar dat maakt het melken juist zo leuk. Britt is zelfs minder uren in het ziekenhuis gaan werken om het werk in de agrarische sector uit te breiden. En wat het werk nog leuker maakt? Marijke: ‘Soms krijg ik een fles melk mee. Die melk is echt zoveel lekkerder dan uit de supermarkt.’ l

Marijke Oskam: ‘Na een lange dag op kantoor trek ik graag een overall aan om te melken. Ik maak zo mijn hoofd leeg en slaap daarna lekker’

Quiz mee en win!

Neem alle edities van het voorbije jaar erbij en quiz mee met de nieuwe kerstquiz. De antwoorden op de vijftien meerkeuzevragen zijn in de voorbije elf edities te vinden. Er zijn ook deze keer weer mooie prijzen te winnen, waaronder 5 hectare mais aangeboden door KWS en krachtvoer aangeboden door Aveve.

VRAAG 1

Wat is de relatie tussen vitamine E, vitamine C, selenium, zink en flavonoïden?

a. Het zijn allemaal vitaminen.

b. Het zijn allemaal antioxidanten.

c. Het zijn allemaal vrije radicalen.

VRAAG 2

Welke uitspraak over een onderzoek van ILVO over biestkwaliteit is correct?

a. Onderzoek op ILVO toonde aan dat melkkoeien biest geven met circa 20 gram meer IgG per liter dan Belgisch-witblauwrunderen.

b. Onderzoek op ILVO toonde aan dat Belgischwitblauwrunderen biest geven met circa 20 gram meer IgG per liter dan melkkoeien.

c. Onderzoek op ILVO toonde aan dat Belgischwitblauwrunderen biest geven met circa 20 gram minder IgG per liter dan melkkoeien.

VRAAG 3

Wat is de naam van de preferente koe op foto 1 boven aan deze pagina?

a. Bo van de Halfweg

b. Tigre

c. Judith 12 van de Loevesteinhoeve

VRAAG 4

Welke infectieuze ziekteverwekker van kalverdiarree komt het vaakst voor in een onderzoek van het Waalse Arsia?

a. E. coli

b. Cryptosporidium

c. Salmonella

VRAAG 5

Welke filantropische organisatie investeerde niet in het programma Global Methane Hub, waaraan ook Danone en het Wageningse onderzoeksfonds bijdragen?

a. Bezos Earth Fund

b. Novamedia/Postcode Loterij

c. Bill & Melinda Gates Foundation

VRAAG 6

Online deelnemen!

Net zoals vorige edities is deelnemen enkel mogelijk via het online invullen van de antwoorden. Hierdoor hebben Belgische lezers geen specifieke postzegel meer nodig voor verzending naar Nederland en worden ook postvertragingen vermeden.

Ga voor deelname naar: https://forms.office.com/e/ycvEEtTZ10 of scan de QR-code.

Ook via de website van VeeteeltVlees is de link te vinden.

De antwoorden moet ten laatste op dinsdag 7 januari 23.59 uur binnen zijn.

Wat is waar over de twee blonde d’Aquitaines Sanne en Titine?

a. Het zijn volle zussen en ze werden kampioen in Libramont.

b. Ze wonnen allebei een rubriek in zowel Bogaarden als Libramont.

c. Het zijn beide Pastisdochters uit de stal van Carl Mintjens.

VRAAG 7

Welk vluchtig vetzuur zorgt niet voor methaanproductie in de pens?

a. Azijnzuur

b. Boterzuur

c. Propionzuur

VRAAG 8

Welke onderzoeksjournalist en opiniemaker noemt zich een ecomodernist en verklaart dit in een interview met VeeteeltVlees?

a. Hidde Boersma

b. Janno Lanjouw

c. Caroline van der Plas

VRAAG 9

Uit cijfers van de USDA blijkt dat de Verenigde Staten en Brazilië in 2023 de grootste rundvleesproducenten zijn wereldwijd. Hoe groot is hun productie volgens USDA?

a. 10,9 miljoen ton in de VS, 7,53 miljoen ton in Brazilië.

b. 12,2 miljoen ton in de VS, 10,9 miljoen ton in Brazilië.

c. 12,2 miljoen ton in de VS, 7,53 miljoen ton in Brazilië.

VRAAG 10

Wat is de naam van de populaire stier op foto 2 links, die sterk scoort met zijn vruchtbaarheidsfokwaarden?

a. Eclaireur de Roupage

b. Cachemire de Dessous la Ville

c. Grizzly du Wauhu

VRAAG 11

In welk jaar werd The Canadian Speckle Park Association goedgekeurd onder de voorwaarden van de Canadian Animal Pedigree Act?

a. 1972

b. 1985

c. 1993

VRAAG 12

Tot hoeveel meter schimmeldraden kunnen er in één gram grond zitten?

a. 6000 meter

b. 60 meter

c. 600 meter

VRAAG 13

Wat is geen voorwaarde om aangewezen te worden als Belgisch witblauwe sterkoe?

a. Inteeltcoë ciënt lager dan 3,25.

b. Minder dan twee inseminaties hebben gehad per geboren kalf.

c. Tweemaal gekalfd hebben voor de leeftijd van 37 maanden.

Prijzen

VRAAG 14

Waarvoor staat EHD?

a. Epizootic Haemorrhagic disease

b. Eerste Hulp voor Dieren

c. Epizootic Haemophilia disease

VRAAG 15

Welk product staat centraal in het krachtvoer op het bedrijf van Jan Pardon?

a. Lijnschilfers

b. Boval

c. Spelt

op maat voor de winnaars van de kerstquiz!

De winnaar van de kerstquiz 2024 ontvangt vijf hectare KWS-mais van hun premium Boost-maisrassen.

Naast de prijs van KWS maken puzzelaars kans op een waardevolle prijs van Aveve en enkele mooie CRV-prijzen.

PRIJS 1 – Dit jaar biedt KWS de winnaar van de kerstquiz vijf hectare maiszaad aan. Daarbij heeft de winnaar de keuze uit zes verschillende Boost-maisrassen. ‘Onze Boost-maisrassen zijn de beste rassen die we in het assortiment hebben’, vertelt Arjan Lassche, agro-servicemanager bij KWS, over de prijs die wordt aangeboden. ‘De zes rassen in dit premiumpakket hebben een energyboost of een siloboost. Dat wil zeggen dat ze een hogere voederwaarde hebben, of juist een hogere massa opleveren dan andere maisrassen.’

Welk ras de winnaar precies toekomt, hangt af van de wensen van de winnaar, geeft Lassche aan. ‘We gaan samen met de winnaar op zoek naar het premiumras dat het beste bij de bedrijfsvoering past. De rassen met een energyboost passen bij bedrijven die graag een maiskuil met hoge voederwaarden in hun rantsoen willen toepassen. Is het maisaandeel in het rantsoen hoger, dan komt een siloboost vaak beter van pas om de silo goed gevuld te krijgen.’

PRIJS 2 – Veevoederproducent Aveve veevoeding biedt dit jaar de winnaar 250 kilogram van de mineralenkern Optimin Beef. Optimin Beef is een mineraalkern (nr. 474) die geschikt is voor vleesvee. Het kan ingezet worden tijdens periodes met een verhoogde behoefte, zoals einde dracht en tijdens de groei- en afmestfase bij rantsoenen met een groot aandeel ruwvoeder. Deze complete mineraalkern in korrelvorm bevat macro-elementen, sporenelementen en vitamines.

5 hectare mais van KWS 250 kg nr. 474 Optimin Beef (mineraalkern) van Aveve 15 rietjes SiryX naar keuze 15 rietjes conventioneel sperma van CRV naar keuze 10 rietjes conventioneel sperma van CRV naar keuze kledingpakket van CRV professionele foto van VeeteeltVlees

Tabel 1 – Prijzen kerstquiz VeeteeltVlees 2024

Specifiek gericht op de anti-oxidantwerking en behoud van de rode kleur van het vlees bevat de kern een hoog aandeel vitamine E en organisch selenium.

PRIJS 3-6 – Ook CRV doet opnieuw mee met een mooi aanbod aan SiryX (gesekst sperma), maar ook twee pakketten met conventioneel sperma. ‘CRV biedt daarmee genetica van de beste stieren, passend bij uw fokdoel om snel vooruit te gaan in de fokkerij van uw veestapel’, vertelt Sylvia van Mullem, teamleider productmarketing van CRV. CRV maakt het prijzenpakket verder af met een kledingpakket. ‘Zo voorzien we de puzzelaars van praktische materialen van goede kwaliteit.’

PRIJS 7 – De prijzenpot sluit VeeteeltVlees af met een professionele foto, van bijvoorbeeld de favoriete koe.

Opmars van witblauw gaat gestaag door

In de recent gepubliceerde publicatie met inseminaties geregistreerd in Nederland en Vlaanderen neemt het aantal met vleesveestieren gestaag toe. Vooral mengsperma met witblauw blijkt populair.

TEKST WIM VEULEMANS

Nu het aantal koeien in Nederland afneemt, is dat ook op te merken in de inseminatiestatistieken die CRV vrijgaf. In de periode van 1 september 2023 tot en met 31 augustus 2024 registreerde CRV in Nederland in totaal 1.422.353 eerste inseminaties, een afname van 2,7 procent vergeleken met de voorlopige cijfers van vorig jaar. Het definitieve aantal zal nog iets hoger uitvallen als alle nagekomen inseminaties zijn verwerkt. Van alle eerste inseminaties is 52,9 procent verricht door veehouders die zelf insemineren, een stijging van 1,1 procentpunt ten opzichte van vorig jaar.

Aandeel gebruikskruising stijgt Iets meer dan 45 procent van de eerste inseminaties kwam op naam van zwartbontstieren, die hun terrein in Nederland zien afnemen. Vorig jaar bedroeg hun aandeel nog 47,9 procent. Van alle eerste inseminaties in Nederland kwamen er in het boekjaar 20232024 bijna 411.000, omgerekend bijna 29 procent, op naam van een vleesveestier. Het

Tabel 1 – Top 10 witblauwstieren zuiver ras met de meeste geregistreerde eerste inseminaties in Vlaanderen (bron: CRV Stamboek 2024)

naam stier eerste inseminaties

1. Cachemire de Dessous la Ville 1.372

2. Atomique du Coin 892

3. Jefferson de Dessous la Ville 891

4. Désire de Ferrière 793

5. Avicii de Mahoney 614

6. Gaillard du Falgi 606

7. Futé 535

8. Rejoui d’Argenton 508

9. Virtuose d’Argenton 453

10. Darko de Centfontaine 427

aandeel eerste inseminaties met Belgischwitblauwstieren groeide naar 26,8 procent, het hoogste aandeel in tien jaar tijd. Tien jaar geleden lag het aandeel eerste inseminaties met witblauwstieren nog op 10,8 procent. Vooral de introductie van fosfaatrechten, waardoor veehouders besloten minder jongvee aan te houden, zorgde ervoor dat het gebruik van witblauwstieren in een stroomversnelling kwam. Steeds meer veehouders kiezen voor mengsperma van witblauwstieren, vanwege de hogere kans op bevruchting. Zo was het BullsEye Blue-sperma in het segment zeer vlot goed voor ruim 36.000 eerste inseminaties.

In het kielzog van Belgisch witblauw groeit ook de interesse voor het kruisen van melkkoeien met aberdeen angus. Afgelopen jaar

registreerde CRV bijna 19.000 eerste inseminaties. Dat zijn er 4000 meer dan vorig jaar, ofwel een groei van bijna 27 procent. Ook het gebruik van speckle park groeide met ruim 43 procent.

Cachemire

populairst

Ook in Vlaanderen neemt de populariteit van gebruikskruisingen toe, net als de inzet van mengsperma. Belgisch-witblauwstieren waren goed voor bijna een op de drie (31 procent) eerste inseminaties. In Vlaanderen werden net meer dan 72.331 eerste inseminaties met vleesveestieren geregistreerd. Dat zijn er dubbel zo veel als met roodbont en circa 60 procent van het aantal met zwartbontstieren. In dat aandeel met vleesstieren heeft witblauw het hoofdaandeel met 69.082 eerste inseminaties. Dat zijn er een dikke duizend meer dan vorig jaar. Het aandeel met angus groeit tot 1224 inseminaties. Het stiergebruik met witblauwstieren is gelijkaardig als in Nederland. Ook hier wordt de toplijst gedomineerd door stieren ingezet voor gebruikskruisingen. Dieper in de lijsten staat Cachemire de Dessous la Ville genoteerd met 1372 eerste inseminaties. Hij is veruit de populairste stier die ingezet wordt voor zuiver ras. l

Aandeel eerste inseminaties

per ras in 2023-2024

NEDERLAND

VLAANDEREN

Aan de hand van praktijkcases schrijven verschillende voeradviseurs van Aveve (B.) en Agrifirm (Nl.) over rantsoenberekeningen in de vleesveehouderij.

Deze editie beschrijft Dries Vermander van Aveve veevoeding de aandachtspunten bij het voederen van onrijpe of te groene maiskuil.

Aandacht voor groene of onrijpe maiskuil

Dit jaar werd er mais geoogst die nog niet optimaal was afgerijpt. Dat kwam door de natte eerste helft van 2024, waardoor er laat werd ingezaaid, en de gunstige omstandigheden voor de groei van de mais tijdens de zomer. De maiskuil die het resultaat hiervan is, is daarom vaak meer verzuurd dan we de laatste jaren gewoon zijn. Daarom is er risico op pens- en dikkedarmverzuring. Daarnaast is er ook een verhoogd risico op de vorming van ethanol of alcohol in de kuil. Maiskuilen met een drogestofgehalte lager dan 30 procent zijn hier het meest vatbaar voor. De alcoholvorming in de kuil ontstaat wanneer het vocht uit de groene stengels samen met het zetmeel in de korrels door gisten wordt omgezet in ethanol. Dit kan door de onaangename smaak van het product zorgen voor een lagere voeropname.

Zure mais inpassen in rantsoen Hoe langer mais ingekuild is, hoe onbestendiger het zetmeel wordt. Deze omzetting wordt ook beïnvloed door het drogestofgehalte van de mais: hoe natter de maiskuil, hoe onbestendiger het zetmeel kan worden. Te veel onbestendig zetmeel zorgt voor een ho-

gere pensfermentatie en een groter risico op pensverzuring. Het is daarom aan te raden om de natste maiskuil eerst op te voederen, zodat deze niet te onbestendig wordt.

Zit er toch een groot aandeel zure en onbestendige mais in het rantsoen, dan is het goed om deze te combineren met gras dat droger is en meer ruwe celstof bevat. Hierdoor stijgt de herkauwactiviteit van het dier en speekselvorming. Beide hebben een bufferend effect in de pens.

Het bijhorend krachtvoer kan worden gestuurd naar meer bestendig zetmeel in plaats van pensafbreek-

voedermiddel

Tabel 1 – Rantsoensamenstelling voor stieren in de groei

rantsoenkenmerken drogestofgehalte

eiwit g/kg ds

g/kg ds

oeb g/kg ds

g/kg ds

zet g/kg ds

Tabel 2 – rantsoenkenmerken van het rantsoen voor stieren in groei

Het kenmerk gisten

Gisten zorgen voor een optimale zuurtegraad in de pens, wat zeer belangrijk is voor de werking van de bacteriën in de pens.

Bij gisten bestaan er zowel dode als levende gisten. Levende gisten zorgen voor verbruik van zuurstof in de pens. Dit is belangrijk voor een aantal bacteriën in de pens die strikt anaeroob zijn. Ze functioneren niet met zuurstof in de buurt. Levende gisten gaan concurreren met melkzuurvormende bacteriën. Hoe meer melkzuurvormende bacteriën, hoe meer melkzuur er gevormd wordt en hoe meer risico er is op pensverzuring. Dode gisten functioneren als voeding voor de pensbacteriën, onder andere ook voor deze die melkzuur verbruiken, wat weer leidt tot een optimale zuurtegraad.

De groeiomstandigheden zorgen voor veel variatie in maiskwaliteit

baar zetmeel. Het gebruik van een pensbuffer met gisten is in deze rantsoenen ook aan te raden. Gisten helpen immers in het behalen van een optimale zuurtegraad. Dat geldt al zeker voor rantsoenen met een hoog aandeel krachtvoer. Om de smakelijkheid van maiskuilen waarin sprake is van ethanolvorming te verbeteren, kan men gebruikmaken van zouten. Daarnaast zijn er diverse smakelijke bijproducten zoals perspulp, Protistar of voederbieten, die de opname van het rantsoen kunnen stimuleren. l

Veel schakelen in grasseizoen 2024

‘Als het kan’ was de overkoepelende kreet voor weiden en inkuilen in grasseizoen 2024. ‘Schakelen’ is ook zo’n woord. Grasseizoen 2024 was een echt grasjaar, maar door de vele regenval in het voorjaar ook erg uitdagend. Daarnaast waren de regionale verschillen groot.

Figuur 1 – Gemiddelde grasgroei afgelopen vier jaar in Nederland (bron: Wageningen Livestock Research)

Figuur 2 – Gemiddelde vem-waarde in een weidesnede in de afgelopen vier jaar in Nederland (bron: Eurofins Agro)

‘Een erg nat voorjaar met veel regionale verschillen, een goede zomer en een lang najaar kenmerken het grasseizoen van 2024’, vertelt Bert Philipsen, onderzoeker bij Wageningen Livestock Research (WLR). ‘De grasgroei laat een gemiddelde lijn zien, met een kleine piek in het voorjaar, een stabiele zomer zonder dip en een aanhoudende groei in het najaar’, merkt hij op als hij terugblikt op de grasgroei in het afgelopen jaar (figuur 1). Maar waar de grasgroeicijfers normaal gesproken herkenning oproepen bij veehouders, gaat dat dit jaar volgens de onderzoeker niet gebeuren. Hij doelt daarmee op het natte voorjaar. Philipsen kan het niet vaak genoeg benadrukken: de regionale verschillen waren in het voorjaar van afgelopen grasseizoen écht heel erg groot. ‘In die periode waren de verschillen dit jaar veel groter dan in andere jaren. Naast 2021 waren 1985 en 1986 de laatste jaren dat het voorjaar zo lang nat verliep. Op bedrijven zelf was de variatie tussen percelen eveneens groot.

Uitspraken doen over het grasseizoen in zijn algemeenheid is daardoor lastig’, stelt Philipsen. Eén ding is zeker: nat is het overal geweest, maar op de ene plaats extremer dan op de andere. ‘In het zuiden en westen hadden sommige veehouders dramatisch slechte voorjaarskuilen en konden ze geen koeien weiden in het voorjaar. In het noorden en noordoosten hebben veehouders daarentegen over het algemeen wel wat normaler kunnen werken. Het hing er vanaf waar een grote bui wel of niet viel.’

Verdunningseffect van de voederwaarden

Theo van der Weiden, rundveespecialist bij De Heus Voeders, zag ook dat de grasgroei redelijk normaal op gang kwam, maar niet heel explosief is geweest. Hoewel de grasgroei best prima was, konden veehouders door de vele regenval vaak niet op tijd maaien. Dit resulteerde in een verdunningseffect van de voedingswaarden (zie figuren 2, 3 en 4), waarbij vooral het eiwitgehalte sterk daalde. Philipsen ervaarde dat ook. Hij kwam kuilen tegen met 100 gram ruw eiwit. ‘Dat is echt bizar laag’, zegt hij. Het suikergehalte in het gras was volgens Van der Weiden daarentegen vergelijkbaar met voorgaande jaren.

Het natte voorjaar zorgde ook voor een gemiddeld koudere bodem met weinig zuurstof en laat of helemaal niet uit kunnen rijden van mest. Dat zorgde weer voor een beperkte mineralisatie in de bodem. ‘De mineralisatie in de bodem kwam laat op gang, omdat de bodem verzadigd was. Er zat weinig kracht in het gras en het heeft nooit echt zo lekker gemolken als voorjaarsgras normaal doet’, stelt Philipsen.

Figuur 3 – Gemiddelde eiwitwaarde in een weidesnede in de afgelopen vier jaar in Nederland (bron: Eurofins Agro)

In sommige regio’s, vooral in het zuiden en westen, gebeurde dat nog eens bij de tweede snede. Philipsen: ‘Dat levert een hele bijzondere kwaliteit gras op.’ Hoewel het in het voorjaar moeizaam liep, hebben een gemiddeld groeizame zomer en een goed najaar volgens Van der Weiden qua weiden en opbrengst behoorlijk wat gecompenseerd. ‘De zomerdip in de graskwaliteit is uitgebleven. Er waren niet veel extreem warme dagen voor een langere periode en daardoor was er weinig grof, doorgeschoten gras. Heel vlot is er veel gemaaid.’ Ook de gestage grasgroei in het najaar kwam goed van pas. Van der Weiden: ‘Er kon fatsoenlijk worden beweid en er is ook nog best wat gras geoogst in die periode. De meeste veehouders hebben uiteindelijk het benodigde aantal uren weidegang wel voor elkaar gekregen. Het weiden startte dit jaar later, maar kon ook langer doorgaan.’ Philipsen zag ook dat tot midden november nog veel koeien buiten liepen en boeren aan stalvoeren deden.

Kort op de bal zitten

Over het hele jaar genomen zijn de kuilen best goed, ziet Van der Weiden. ‘Het is een kunst om het zware gewas netjes en voorgedroogd in de kuil te krijgen. Ik vind het een topprestatie van veehouders dat ze onder deze omstandigheden zoveel relatief goed kuilgras hebben gewonnen. Maar er zijn ook bedrijven die een mindere kwaliteit gras hebben moeten oogsten. Vaak is dat voorjaarsgras gelijk een groot gedeelte van de totale voorraad.’ Ook Philipsen kwam – vooral in het zuiden en het westen – beduidend mindere kuilen tegen. De kunst van schakelen bij maaien en weiden was dit jaar volgens Philipsen erg bepalend. ‘Boeren die wat flexibeler waren of een plan b hadden, hadden het dit jaar over het algemeen makkelijker. Ook veehouders die een goede ontsluiting, goede kavelpaden en een goede infrastructuur hebben, waren een stuk flexibeler dan degenen die dat niet hadden. Maar ook dat maakte in sommige regio’s geen verschil, het was soms echt te nat.’ Voor het volgende grasseizoen geeft Philipsen vast de volgende tips: zorg voor een goed plan, een alternatief plan en een goede infrastructuur en zit kort op de bal. ‘Kijk terug en evalueer en probeer die inzichten om te zetten in verbeteringen of aanpassingen voor volgend jaar. Het is goed om hier samen met een adviseur of iemand binnen het bedrijf naar te kijken. Uiteindelijk is het weer bepalend, maar dit jaar zag ik toch duidelijke verschillen tussen veehouders met een plan en veehouders die twijfelden’, aldus Philipsen. ‘Het maken van een plan is een mooi klusje voor de wintermaanden’, sluit Van der Weiden af. l

Figuur 4 – Gemiddelde suikerwaarde in een weidesnede in de afgelopen vier jaar in Nederland (bron: Eurofins Agro)

Internationale krimp in productie drijft prijs rundvlees op

ECONOMIE – Wie de wereldprijzen voor rundvlees volgt, heeft de sterke prijstoename in de laatste maand al opgemerkt. Op Australië na tonen alle karkasprijzen een prijstoename. Ook in België stegen de prijzen voor koeien sterk door, richting 7 euro per kilogram geslacht gewicht (zie ook pagina 37).

Een krimpende markt is hier zeker een verklaring voor. Dat blijkt ook uit diverse recent gepubliceerde rapporten, waaronder een rapport van Rabobank. Dit rapport wijst op de krimp van de veestapel in de vier grootste rundvleesproducerende landen, wat zal resulteren in een wereldwijde vermindering van het rundvleesaanbod. Brazilië (–5%) en de Verenigde Staten (–3%) zullen in 2025 waarschijnlijk de grootste dalers zijn in rundvleesproductie, maar ook in China, Europa en Nieuw-Zeeland zijn er dalingen te verwachten. Enkel in Australië wordt mogelijk een toename verwacht.

In Noord-Amerika lagen de rundveeprijzen al meer dan twee jaar op een hoger niveau dan elders in de wereld. De kleinere veestapel en de hoge consumentenvraag lagen aan de oorsprong hiervan. Maar ook elders trekt de prijs voor rundvee stevig aan, ook gedreven door een krimp in de veestapel.

Die krimp heeft bovendien invloed op de handelsstromen met rundvlees. Volgens Angus Gidley-Baird, senior animal protein analyst bij RaboResearch, zullen Australische

rundvleesproducenten steeds afhankelijker worden van de export vanwege de sterkere binnenlandse productie, terwijl Brazilië de wereldwijde markten zal zien als een betere vraagmogelijkheid dan de matige vraag vanuit het binnenland.

Het rapport van Rabobank verwijst ook naar de gevolgen van verschuivingen in het weerpatroon.

In Groot-Brittannië worden tegen 2030 eveneens lagere niveaus in rundvleesproductie voorspeld. Dat blijkt uit een analyse van de Agriculture and Horticulture Development Board (AHDB) aan de hand van vier scenario’s. Het rapport verwijst daarvoor naar een krimpende veestapel, zowel in aantal melkkoeien als in aantal zoogkoeien. De meest waarschijnlijke prognose voor het slachtaanbod is een vermindering van 6,3 procent tegen 2030 ten opzichte van 2023. In dat scenario gaat AHDB uit van een sterke krimp in aantal zoogkoeien, tot wel 10,9 procent. Daarbij voorspelt AHDB een relatief stabiele binnenlandse consumptie, waardoor de nationale zelfvoorziening in rundvlees terugloopt.

Lager nitraatresidu in vruchtwisseling gras-mais dan in blijvend grasland

RUWVOER – Percelen in een vruchtwisselingssysteem van drie jaar gras en drie jaar mais hebben in het najaar een lager nitraatresidu in de bodem dan percelen blijvend grasland. Dit blijkt uit metingen op agro-innovatiecentrum De Marke. Een lager nitraatresidu betekent minder risico op uitspoeling van stikstof naar het grondwater.

Op De Marke werd in 2023 en 2024 na de oogst van het hoofdgewas de hoeveelheid nitraatstikstof en ammoniumstikstof in de bovenste 90 centimeter van de bodem gemeten en omgerekend naar de hoeveelheid stikstof per hectare. Dit zogenaamde nitraatresidu is de hoeveelheid stikstof die niet door het gewas is benut en gemakkelijk kan uitspoelen naar het grondwater. De onbenutte stikstof kan afkomstig zijn uit meststoffen, maar ook zijn vrijgekomen uit bodemmineralisatie.

De verschillen in nitraatresidu zijn groot, met een variatie van 5 tot 84 kg stikstof per hectare. De laagste waarden werden gemeten in tijdelijk grasland, de hoogste in maisland, met name op percelen waar voor het eerste jaar mais wordt geteeld op gescheurd grasland. Op deze percelen komt heel veel stikstof vrij uit de vertering van de graszode. Daarom

wordt op De Marke de zode vroeg in het voorjaar vernietigd en wordt op gescheurd grasland geen dierlijke mest uitgereden. Wel krijgen deze percelen per hectare 20 kg stikstof uit kunstmest in de maisrij en 180 kg kali volvelds. Om uitspoeling van stikstof te voorkomen wordt bovendien een vanggewas ondergezaaid.

De verschillen in nitraatresidu tussen percelen grasland zijn groot. Zo vergroot beweiding in het najaar het risico op hoge nitraatresiduen. In 2023 en 2024 was het nitraatresidu in blijvend grasland op De Marke 42 kg per hectare en in tijdelijk grasland 22 kg per hectare. Het nitraatresidu in blijvend grasland is daarmee gemiddeld gelijk aan dat in maisland, bepaald op het moment dat het vanggewas nog weinig stikstof heeft kunnen opnemen. In de vruchtwisseling op De Marke van drie jaar gras en drie jaar mais is het gemiddelde stikstofresidu 32 kg per hectare. Dat is dus lager dan dat in blijvend grasland.

Op De Marke wordt al dertig jaar mineralisatie in grasland gemeten. Hieruit blijkt dat in blijvend grasland ongeveer 100 kg stikstof per hectare meer mineraliseert dan in blijvend grasland in een vruchtwisseling van drie jaar gras en drie jaar bouwland. Dit verschil in mi-

neralisatie is waarschijnlijk een belangrijke verklaring voor de verschillen in nitraatresidu. ‘Door bij de maisteelt de omzetting van gras naar mais bewust uit te voeren en tijdig een vanggewas te zaaien, laten we op De Marke zien dat de teelt van mais geen groter risico op uitspoeling van stikstof hoeft te geven dan de teelt van gras’, concluderen de onderzoekers.

Blauwtong veroorzaakte 35 procent oversterfte afgelopen zomer in Vlaanderen

GEZONDHEID – Afgelopen zomer lag de oversterfte van runderen in Vlaanderen op 35 procent. In de periode juli tot en met september haalde kadaverophaaldienst Rendac ruim 58.000 runderen op. In dezelfde periode in 2023 waren dat er bijna 43.000. Dat meldde DGZ in een webinar over blauwtong. Melkveehouders hadden meer last van blauwtong dan vleesveehouders, blijkt uit de resultaten van een enquête over blauwtong die DGZ hield. In totaal vulden 906 melkveehouders en 774 vleesveehouders de enquête in. Van de melkveehouders die de enquête invulden, nam bijna 29 procent geen ziekteverschijnselen van blauwtong waar. Bij vleesveehouders was dat bijna 46 procent. Bijna een derde van de melkveehouders constateerde ziekteverschijnselen bij 0 tot 20 procent van de dieren, tegen ruim 42 procent bij vleesveehouders.

Melkveehouders zagen bij koeien met blauwtong het vaakst een daling in melkproductie, vroeggeboorte, mank lopen en overmatig

speekselen. Meer dan tachtig procent van de bedrijven constateerde deze verschijnselen. Bij vleesveehouders kwamen abortus, vroeggeboorte en mank lopen het vaakst voor. Zestig procent van de vleesveehouders gaf aan dat dit speelde op hun bedrijf. Afgelopen jaar werd er volgens DGZ relatief weinig gevaccineerd tegen blauwtong. In totaal lieten bijna 2500 Vlaamse rundveehouders ruim 270.000 runderen vaccineren tegen blauwtong. Iets meer dan de helft van de runderen kreeg een vaccinatie met Bultavo, bijna een derde met Bluevac en de overige dieren met Syvazul. Volgend jaar zijn Vlaamse veehouders verplicht om hun dieren te vaccineren tegen blauwtong.

Van de veehouders die de enquête invulden, had iets meer dan de helft de dieren niet gevaccineerd. Het gros deed dat omdat de vaccins pas laat beschikbaar waren, terwijl een flink aantal veehouders ook aangaf niet bekend te zijn met de mogelijkheid om te vaccineren.

Wolf verliest hoogste beschermde status

MAATSCHAPPIJ – Er komt in Europa meer ruimte om de aanwezigheid van wolven te reguleren. Zo verdwijnt het strikte verbod op afschot. Een voorstel van de Europese Commissie om de status van bescherming van de wolf te verlagen is begin december aangenomen door de landen die zijn aangesloten bij de Conventie van Bern.

De wolf had tot nu toe de status ‘strikt beschermd’. Dit betekent onder andere dat

wolven niet opzettelijk gedood of verstoord mogen worden. Deze status is verlaagd naar ‘beschermd’. Hiermee hebben nationale en regionale overheden meer mogelijkheden om maatregelen te nemen tegen wolven, zoals verjagen. Als dieren onnatuurlijk en gevaarlijk gedrag vertonen, mogen ze in uiterste gevallen ook worden afgeschoten.

Het verdrag van Bern is een internationaal verdrag voor het behoud van wilde dieren en

STARTEN

MET SUCCES

planten. Het verdrag is door vijftig landen ondertekend, waaronder alle 27 EU-landen. Na het besluit van vandaag kan de Europese Commissie de Habitatrichtlijn, die onder andere de bescherming van de wolf regelt, aanpassen. Dit is een lange en ingewikkelde procedure en het kan dan ook nog wel anderhalf jaar duren voor de nieuwe regels van kracht worden.

KALVERMELK OP MAAT-

Heeft eiwit de bodemprijs bereikt?

– De huidige voederwaardeprijzen zijn berekend door Wageningen Universiteit (WUR) op 12 november 2024. De waarde van 1000 vem (kvem-prijs) stijgt verder naar naar 21,7 eurocent, terwijl de waarde van eiwit verder daalt naar 74,8 eurocent per kg dve. – In de onderstaande tabel met de voederwaardeprijzen staan verschillende producten opgesomd met bijhorende voederwaarde. De voederwaarde van het product wordt berekend aan de hand van de cijfers die WUR publiceert. Er wordt daarbij een vergelijking gemaakt tussen de marktwaarde en voederwaarde. Belangrijk om te weten is dat men enkel producten mag vergelijken die vergelijkbaar zijn. Bij een voederwaardeprijs onder de 100 is het voedermiddel prijstechnisch interessant. Evalueer ook eerst welke producten in het rantsoen passen en kies binnen deze producten de goedkoopste optie.

– De eiwitprijzen zijn midden november sterk gedaald, waarna deze nu al een aantal weken stabiel zijn. Er gebeurt immers weinig in de markt wat de prijs doet veranderen. De inzaai in Zuid-Amerika verloopt goed en de eerste groeitekenen zijn zeer goed. Ook de opbrengst in Brazilië is zeer goed. De verwachting is een recordoogst, al is dit op voorhand wel wat speculeren. Als de oogst in Noord-Amerika goed is, zou dit prijsniveau normaliter niet te veel hoeven te stijgen. De prijs van raap stijgt ten opzichte van de soja. Dit komt onder meer door een beperkt aanbod van raap. DDGS blijft nu stabiel.

– De graanprijzen zijn de afgelopen weken behoorlijk gestegen. Rusland heeft namelijk exportbeperkingen opgelegd. De export van deze tarwe heeft er onder andere voor gezorgd dat de prijzen onder druk stonden de afgelopen tijd. Hiermee wordt de aandacht verlegd naar Australië en Argentinië. De mogelijke stijging van de prijs is momenteel echter nog niet zo groot, omdat de regio rond de Zwarte Zee nog volop blijft exporteren. De vraag naar tarwe is de afgelopen weken vanuit de veevoerindustrie gestegen. De prijs van tarwe is namelijk concurrerend met de maisprijzen.

– De markt van de vulmiddelen blijft aantrekkelijk.

– Bijproducten zijn afgelopen weken stabiel gebleven in prijs.

VOEDERWAARDEPRIJZEN

(bron: Liba)

december 2024

ENERGIE- EN EIWITPRIJZEN VOER

in eurocenten, excl. btw (bron: Wageningen Livestock Research)

december 2024 m/m y/y

m/m = vergelijking t.o.v. vorige maand y/y = vergelijking t.o.v. dezelfde maand vorig jaar

Zoek, vervang en bespaar

Voederwaardeprijzen geven de verhouding weer van de voederwaarde van mengvoer, grondstoffen en bijproducten in relatie tot de marktprijs. Bij een voederwaardeprijs onder de 100 procent is het voedermiddel prijstechnisch interessant.

bewaringsverlies(%) vevig/kgds dveg/kgds

voederwaardeprijs (€/ton)vevi marktprijs t.o.v. voederwaardeprijs(%)

NUCHTERE KALVEREN

NUCHTERE KALVEREN

BROUTARDS LIMOUSIN

LIMOUSIN

bron: Veemarkt Les Hérolles (Fr.)

Bron: veemarkt Les Hérolles (Fr.)

KOEIEN BELGISCH WITBLAUW BROUTARDS BLONDE D’AQUITAINE

KOEIEN BELGISCH WITBLAUW BROUTARDS D’AQUITAINE

Bron: Veemarkten België

Bron: veemarkten België

STIEREN

BELGISCH WITBLAUW

STIEREN BELGISCH WITBLAUW

KARKASPRIJZEN

KARKASPRIJZEN WERELDWIJD

land waarde* november 2024 trend (m/m**)

Groot-Brittannië 634,47

Bron: European Market Observatories

Bron: Market Observatories

Uruguay 375,97

Europa 530,54

Australië 367,62

Verenigde Staten 608,06

Nieuw-Zeeland 428,89

Argentinië 380,62

Brazilië 329,56

*euro/100 kg geslacht gewicht stieren

**m/m = vergelijking t.o.v. vorige maand

KEURINGEN EN PRIJSKAMPEN

10 januari Prijskamp Belgisch witblauw, Aat

11 januari Prijskamp Belgisch witblauw, Libramont

12 januari Jaarmarktprijskamp Belgisch witblauw, Sint-Truiden

17 januari Keuring Belgisch witblauw, Agriflanders, Gent

17 januari Keuring blonde d’aquitaine, Agriflanders, Gent

18 januari Prijskamp Belgisch witblauw, Ciney

26 januari Prijskamp Belgisch witblauw, Dilbeek

22 februari Nationale keuring Belgisch witblauw, Doornik

29 maart Paasveetentoonstelling, Rhenen

19 april Vleesveekeuring, Hulshorst

VOORUITBLIK

AGENDA JANUARI MAIS

VEILINGEN

15-16 januari

Limousinveiling opfokstation Lanaud, Boisseuil (Fr.)

6 februari Veiling blonde d’aquitaine, Casteljaloux (Fr.) 6 maart Veiling blonde d’aquitaine, Casteljaloux (Fr.) 12-13 maart Limousinveiling opfokstation Lanaud, Boisseuil (Fr.)

29 maart BAC-stierenveiling, Laren

BEURZEN, STUDIEVERGADERINGEN, DEMODAGEN

16-19 januari Agriflanders, Gent

Raadpleeg de website veeteeltvlees.be of veeteeltvlees.nl voor een actuele en uitgebreide stand van zaken.

In het eerste nummer van het nieuwe jaar blikken we meteen vooruit naar het voorjaar en dan vooral naar de nieuwigheden in mais. Rassen, technieken, bemesting, het zijn vaak dezelfde onderwerpen, maar de evolutie in maisteelt gaat snel. Verder in dit nummer is er aandacht voor de eerste keuring van een hele reeks keuringen in Vlaanderen, de witblauwprijskamp van Sint-Truiden. Voor de twee keuringen tijdens Agriflanders zal het verslag – wegens een deadline net voor de keuring – evenwel pas in het februarinummer te lezen zijn. Ook is er aandacht voor de rol van mineralen in het metabolisme van een rund: welk mineraal heeft waar zijn nut en werking?

COLOFON

VeeteeltVlees is een uitgave van CRV BV in opdracht van Coöperatie CRV ua. De leden van de Coöperatie CRV ontvangen VeeteeltVlees gratis, als onderdeel van het lidmaatschap. VeeteeltVlees verschijnt maandelijks.

redactie

hoofdredacteur Wim Veulemans

redactie Inge van Drie, Jaap van der Knaap, Wichert Koopman, Grietje de Vries, Quinten den Hertog, Justine Poppe foto- en beeldbewerking Simone Smit, Rogier van der Weiden

vormgeving René Horsman, Esther Onida eindredactie Lieke van den Broek hoofd CRV-magazines Jaap van der Knaap

redactie-adres

Nederland: postbus 454, 6800 AL Arnhem telefoon 026 38 98 800

Vlaanderen: Buchtenstraat 7, 9051 Sint-Denijs-Westrem telefoon 078 15 44 44 fax 09 363 92 06 e-mail veeteelt@crv4all.com

abonnementsprijs/jaar

Nederland en België € 99,00, overige landen € 160,00. In combinatie met abonnement op vakblad Veeteelt bedraagt een abonnement € 165,00 per jaar, overige landen € 285,00 per jaar. Prijzen excl. btw. Abonnementen zijn gebaseerd op kalenderjaar en worden jaarlijks in februari gefactureerd. Opzegging is mogelijk per kwartaal. Bel voor opgave van een abonnement: België: CRV Klantenservice (078 15 44 44) e-mail klantenservice.be@crv4all.com

Nederland: CRV Klantenservice (088 00 24 440) e-mail klantenservice.nl@crv4all.com

advertentie-afdeling

Karen Dammer en Froukje Visser postbus 454, 6800 AL Arnhem telefoon (+31)(0)6 53 16 85 29 e-mail advertenties@crv4all.com

illustraties/foto’s

De foto’s zijn van de eigen fotodienst van VeeteeltVlees. Uitzonderingen zijn de foto’s van Matt Rongen (6), Koen Nijs (10-12), MacGregor Photography (16,26), BBG (16-18), Stamboek Verbeterd Roodbont (27) en Harrie van Leeuwen (38).

Overname van artikelen is alleen toegestaan na toestemming van de redactie. Hoewel aan de samenstelling van de inhoud de meeste zorg is besteed, kan door de redactie geen aansprakelijkheid worden aanvaard voor mogelijke onjuistheden of onvolledigheden. Alle auteursrechten en overige intellectuele eigendomsrechten ten aanzien van (de inhoud van) deze uitgave worden uitdrukkelijk voorbehouden. Deze rechten berusten bij CRV BV c.q. de betre ende auteur. Artikelen uit VeeteeltVlees mogen uitsluitend verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden na schriftelijke toestemming van CRV.

Druk: Senefelder Misset, Doetinchem ISSN 01.68-7565

Nieuw

in het vleesvee-aanbod: speckle park

Via de CRV-webshop kan nu sperma besteld worden van de speckle-parkstier Kilbarry Harper. Speckle park is pas sinds 2006 een officieel ras en in Canada ontstaan uit een kruising van teeswater shorthorn, aberdeen angus en british white park. Het ras speckle park is volledig hoornloos en gefokt om onder harde omstandigheden op een relatief eenvoudig rantsoen een goede groei te realiseren. Slachtrijpe dieren hebben een goed slachtrendement, onder meer vanwege de relatief korte poten en fijne botten. Het vlees is fijn van structuur en mals met een hoge marmering, dat wil zeggen: veel intramusculair vet. De koeien van het ras zijn vruchtbaar en hebben goede moedereigenschappen. Speckle-parkkalveren hebben een laag geboortegewicht en worden gemakkelijk geboren. Het ras is dan ook zeer geschikt voor de gebruikskruising op melkvee. Van de stier Kilbarry Harper zijn al kalveren geboren in Nederland. Dit zijn vitale kalveren die hard groeien. Harper heeft op Belgischwitblauwbasis een fokwaarde geboortegemak van 147.

Vrijdag 17 januari vleesveedag op Agriflanders

Van donderdag 16 januari tot en met zondag 19 januari 2025 is de Flanders Expo in Gent het toneel van de veertiende editie van Agriflanders. Op vrijdag 17 januari staat hal 8 volledig in het teken van vleesvee. Die dag organiseert CRV een keuring voor het Belgischwitblauwras. Tijdens deze keuring vindt ook de finale plaats van de veebeoordelingscompetitie Kijk op keuren.

Blonde d’Aquitaine Vlaanderen organiseert op dezelfde dag een prijskamp voor blondes. En van het limousinras wordt een demonstratiegroep gepresenteerd.

Natuurlijk is CRV ook weer op Agriflanders aanwezig met een stand. U vindt CRV op stand 8230 in hal 8, naast de prijskamppiste. Op de stand is ook een groep dieren te zien van het Studie- en Documentatiecentrum voor de Vlaamse Rundveerassen (SDVR).

Groene Kring en Young CRV organiseren avondevent op Agriflanders

Op vrijdagavond 17 januari organiseren

Groene Kring en Young CRV op de beurs Agriflanders gezamenlijk een event voor jongeren met hart voor vleesvee. Tjebbe Huybrechts, directeur data-oplossingen bij CRV, zal op deze avond de mogelijkheden tonen om met de inzet van kunstmatige intelligentie de bedrijfsvoering te optimaliseren. Stefaan De Smet, hoogleraar aan de UGent, zal een presentatie geven over automatische karkasclassificatie. Na afloop is er alle gelegenheid om na te praten met een drankje.

De avond begint om 18.00 uur met een frietje op de stand van CRV in hal 8. Als je

op de beurs bent, kun je rechtstreeks naar de stand komen. Het toegangsticket, in de vorm van een textielsticker, kan tot 17.30 uur worden afgehaald op de stand van Groene Kring in hal 1 (stand 1411). Wanneer je speciaal voor de avond naar de beurs komt, word je opgewacht bij de ingang en begeleid naar de stand.

De avond is gratis toegankelijk voor leden van Groene Kring. Inschrijven is noodzakelijk en het aantal plaatsen is beperkt. Kijk voor meer informatie op de website van Groene Kring. Hier vind je ook een inschrijfformulier. Kijk op: groenekring.be/jongerenavondrundvee

Kilbarry Harper

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.