BRUZZ - editie 1880 (06-03-2024)

Page 1

Vijftig pannes per dag

Defecte roltrappen in metro 14

Burenruzies en huurgeschillen

Dringend gezocht: vrederechters 24

‘De bergen halen het buitengewone in mezelf naar boven’

Op overlevingstocht in de Spaanse Pyreneeën met jongeren uit Peterbos

WEEKBLAD #1880, EEN UITGAVE VAN VLAAMS-BRUSSELSE MEDIA VZW, FLAGEYPLEIN 18 - 1050, ELSENE - AFGIFTEKANTOOR ANTWERPEN X P303153
6 maart 2024

Niet te missen!

INNOVATIEPARCOURS op 20.03 @Campus Etterbeek

AFTERWORK op 20.03 @U-square

STUDENT AI HACKATON op 21.03 @BeCentral

Verlicht je nieuwsgierigheid

FTI Festival in Brussel 15-22 maart

Wereldverbeterende AI-robots, sneakers in schimmelleer, levensreddende lama’s, internet via lichtgolven, slimme energienetten, moleculaire CO2-sponzen, en nog veel meer… Ontdek het allemaal tijdens FTI Brussel!

Programma & Tickets ftibrussel.be

Als trekker voor het FTI festival in Brussel, deel van Flanders Technology & Innovation, stelt de Vrije Universiteit Brussel en partners je een programma voor vol boeiende en interactieve avonturen op diverse locaties in en rond Brussel.

Of je nu een toekomstige student bent, een geïnteresseerde burger of een gedreven professional, er is voor elk wat wils. We willen jou uitnodigen om deel te nemen aan het vormgeven van de toekomst. Ontdek hoe jij samen met ons de brug kunt slaan tussen technologie en samenleving.

Verken FTI Brussel tussen 15 en 22 maart. Innoveer de stad. Innoveer de wereld. Want de wereld heeft je nodig

16 Gentsesteenweg en Anneessenswijk

Impact zestig jaar Marokkaanse migratie op Brussel

31 Hongarije in Brussel

Heeft de Budabrug een link met Boedapest?

38 De poëzie van een parkeerplaats

Hoe asfalt columnist Charlotte De Cort gelukkig maakt

05 EDITO

06 COVERSTORY Khaled Eladdaoui trekt met jongeren uit Peterbos naar de Spaanse Pyreneeën

12 IN BEELD Saskia Vanderstichele

14 IN DE KIJKER MIVB-roltrappen liggen erg vaak stil door pannes

15 BEELDCOLUMN Delphine Frantzen

20 BIJGEDACHTE Onderschat de kracht van overgangsrituelen niet

21 KORT GESPREK Tomasz Radzinski over de podcast met zijn naam

23 BOTANISCH BRUSSEL Kan de bosanemoon de stedelijke hitte aan?

24 JUSTITIE Te weinig vrederechters in Brussel

30 VOETBALCOLUMN Liefhebbers

32 DE SLAAPKAMER van Ramses

34 HAPPENING Les Choux de Bruxelles geeft kwetsbaren een stem op het Klarafestival

39 SELECT Offscreen pakt uit met Zweedse zondes, vlezige poppen en wraakwesterns

Klein onderhoud The Bony King of Nowhere Eat & Drink La Général De vijf inzichten Femke Gyselinck

6 maart 2024 | 3
Er dreigt een tekort aan vrederechters in Brussel. Anne Reul doet de job sinds twee jaar in Molenbeek. “Ik voel me daarbij heel erg nuttig.”
20.03 – 28.03.24 20E EDITIE LEUVEN, BELGIUM WWW.DOCVILLE.BE

COLOFON

BRUZZ

Flageyplein 18, 1050 Brussel, 02-650.10.65

ABONNEMENTEN

Josiane De Troyer (abo@bruzz.be), 02-650.10.80

Gratis in Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Rest van België: 29 euro per jaar; IBAN: BE98 3631 6044 3393

van Vlaams Brusselse Media vzw Buiten België: 35 euro per jaar.

OPLAGE

55.000 exemplaren.

ADVERTEREN?

Marlies De Deygere 02-650.10.81

marlies.dedeygere@bruzz.be

DISTRIBUTIE

Ute Otten, 02-650.10.63, ute.otten@bruzz.be

ALGEMENE DIRECTIE

Dirk De Clippeleir

COÖRDINATOR MAGAZINE

Maarten Goethals

ARTDIRECTOR

Heleen Rodiers

VORMGEVING

Ruth Plaizier

EINDREDACTIE

Karen De Becker, Kurt Snoekx

WERKTEN MEE AAN DIT NUMMER

Luana Difficile, Kris Hendrickx, Bettina Hubo, Godfried Roelant, Sophie Soukias, Steven Van Garsse, Renée Vervaet, Tom Zonderman (redacteurs); Michaël Bellon, Annelies Bontjes, Jill Claes, Charlotte De Cort, Guy Dermul, Andy Furniere, Hugues Makaba Ntoto, Tom Peeters, Niels Ruëll, Bram Van Renterghem, Michel Verlinden (medewerkers)

VERTALING

Frédérique Beuzon, Gregory Blauwers, Sam De Ryck, George Holmer

FOTOGRAFIE & ILLUSTRATIE

Bart Dewaele, Kim, Delphine Frantzen, Ivan Put, Saskia Vanderstichele

VERANTWOORDELIJKE UITGEVER

Koen Cypers

Flageyplein 18, 1050 Elsene.

BRUZZ is een uitgave van de Vlaams Brusselse Media vzw, wordt gedrukt bij

Printing Partners

Paal-Beringen

en wordt gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap en de Vlaamse Gemeenschapscommissie

MELD NIEUWS

Zelf nieuws gespot?

Tips zijn altijd welkom via: BRUZZ.be/meldnieuws Persberichten kunnen via redactie@bruzz.be

VOER UW EVENEMENT IN OP ENCODEZ VOTRE ÉVÉNEMENT SUR ENTER YOUR EVENT ON www.extranet.brussels

WWW.BRUZZ.BE

Maarten Goethals

Coördinator Magazine

Peterbos

Op 22 maart gaat Rupture in wereldpremière in Docville, het internationale documentairefestival in Leuven. Rupture, een productie van BRUZZ, gaat over jongeren die opgroeien in de Anderlechtse wijk Peterbos en onder begeleiding van jeugdhuis D’Broej een week door de Spaanse Pyreneeën trekken. Rupture legt die reis vast.

“Peterbos kan, ondanks zijn kwalijke reputatie, ook een plek van trots zijn”

FR Le 22 mars, ce sera la première mondiale de Rupture à Docville, le festival international du documentaire à Louvain. Le documentaire, produit par BRUZZ, montre des jeunes qui grandissent dans le quartier Peterbos à Anderlecht et qui, accompagnés par la maison des jeunes D’Broej, passent une semaine dans les Pyrénées espagnoles. Parfois, la proximité de la caméra avec les jeunes crée un malaise. Le film montre comment les participant.e.s luttent avec la faim, la pluie, le vent et la neige, et comment la nature sauvage parvient à faire dérailler la boussole interne des gens de la ville. Comme toujours, le côté sublime de la montagne se situe dans son inhospitalité. Ce n’est toutefois pas cette réalité qui ressort le plus de Rupture, mais plutôt le fait que Peterbos, malgré sa mauvaise réputation, peut aussi être un endroit de fierté. De fierté et de talent. Et que – et c’est peut-être la plus grande surprise pour ceux qui pensent en stéréotypes lorsqu’il s’agit de Bruxelles – les jeunes ne sont avant tout que des jeunes. Vulnérables et incroyablement résilients. Ou comme le formule l’accompagnateur Khalid Eladdaoui dans ce magazine : « Ils ont des rêves comme tout le monde, ils veulent étudier, ils cherchent du travail et veulent surtout faire quelque chose de leur vie. » (P. 6)

Soms voelt het ongemakkelijk, hoe dicht de camera op de jongeren zit. De film toont hoe de deelnemers worstelen met honger, met regen, wind en sneeuw, en hoe de woeste natuur het innerlijke kompas van een stadsmens in een paar uur tijd al dol doet draaien. Het sublieme van de bergen ligt, zoals steeds, in zijn onherbergzaamheid. Maar niet die waarheid komt in Rupture het meest prominent naar voren. Wel dat Peterbos, ondanks zijn kwalijke reputatie, ook een plek van trots kan zijn. Trots en talent. En dat – misschien nog de grootste verrassing voor wie vooral met clichés over Brussel denkt – de jongeren ook maar gewoon jongeren zijn.

Tegelijk kwetsbaar, tegelijk ongelooflijk weerbaar. Of zoals begeleider Khalid Eladdaoui het treffend verwoordt in dit magazine: “Ze hebben net als anderen dromen, ze willen studeren, ze zoeken een baan en willen vooral iets van hun leven maken.” (p.6)

EN Rupture will have its world premiere at Docville, the international documentary film festival in Leuven, on 22 March. A production by BRUZZ, Rupture is about young people growing up in Peterbos in Anderlecht who spend a week trekking through the Spanish Pyrenees accompanied by youth centre D’Broej. The camera comes up close to the youngsters, which sometimes feels uncomfortable. The film shows how the hikers struggle with hunger and with the rain, wind, and snow, and how the ferocious nature makes someone used to the city lose their bearings in a matter of hours. The sublime of the mountains lies, as always, in its inhospitality. But it is not that truth that Rupture reveals most prominently. Instead, it shows us that Peterbos, despite its bad reputation, also can be a place of pride. Pride and talent. But also – and perhaps the greatest surprise for those who think about Brussels mostly in clichés – that the young people simply are just young people. Vulnerable and, at the same time, incredibly resilient. Or as youth worker Khalid Eladdaoui aptly puts it in this magazine: “They have dreams, just like everyone else. They want to study, they are looking for a job and, above all, they want to make something of their lives.” (see page 6)

6 maart 2024 | 5
‘Het cliché van de Franse cité weegt zwaar door’

“Peterbos is het echte, rauwe leven dat mensen niet noodzakelijk willen zien, en als storend ervaren, maar het is er wel.” Jeugdwerker Khalid Eladdaoui gaat elk jaar met een groep jongens en meisjes uit de beruchte wijk naar de Spaanse Pyreneeën, om te reflecteren over verleden en toekomst. BRUZZ maakte met Rupture een beklijvende documentaire over de reis.

door Hugues Makaba Ntoto foto’s Bart Dewaele

Some heroes don’t wear capes, maar eerder stevige wandelschoenen. Zo is dat voor Khalid Eladdaoui, coördinator bij

D’Broej Peterbos en bezieler van het Rupture-project binnen de werking van de jeugdorganisatie. Eladdaoui, zelf een kind van Peterbos, vertrekt jaarlijks met jongeren uit de beruchte wijk naar de Spaanse Pyreneeën. In het ruige berglandschap voltrekt zich een overgangsritueel naar het volwassen leven. Op vraag van Eladdaoui volgde BRUZZ zo’n trip. Dat resulteerde in de beklijvende documentaire Rupture die op 22 maart in wereldpremière gaat op het gerenommeerde internationale filmfestival Docville, Leuven.

Wat gebeurt er bij mensen die Rupture meemaken?

KHALID ELADDAOUI: De methodiek is bij elke reis hetzelfde, maar de beleving is telkens anders, afhankelijk van de groep. Tegen de groep waarmee ik reis, zeg ik vaak dat ik het in de eerste plaats voor mezelf doe. Omdat elk verblijf in de bergen iets nieuws onthult, alsof het landschap je een spiegel voorhoudt en telkens weer allerlei andere facetten van jezelf toont. Eenmaal daarmee geconfronteerd, draait het erom die zaken onder woorden te brengen en echt te gaan begrijpen. Elk lid van de groep ervaart dat. Ook de unieke groepsdynamiek die bij elke reis ontstaat, leidt tot dat proces van zelfontdekking.

Wat maakt van de Spaanse Pyreneeën de ideale plek voor zo’n ervaring?

ELADDAOUI: Om het buitengewone in een jong iemand naar boven te halen, moet je ze in een buitengewone omgeving plaatsen. Daarvoor moet je weg uit de stad. Je moet ergens heen waar je nog nooit bent geweest, ergens redelijk geïsoleerd. In de Spaanse Pyreneeën voel je minder de invloed van de mens op de omgeving dan bijvoorbeeld in de Ardennen of zelfs de Alpen. De natuur is ruig en wild en er is niets in de nabije omgeving. Dat diepe gevoel van isolement maakt de ervaring bijzonder krachtig.

Hoe kijkt u vandaag terug op uw eigen allereerste reis?

coördinator bij
Peterbos ▼ Het gesprek
Khalid Eladdaoui,
D’Broej

BIO

• Geboren op 10 oktober 1973

• Coördinator en jeugdwerker bij jeugdhuis D’Broej Peterbos

• Organiseert jaarlijks trekkings in de Spaanse Pyreneeën voor diverse doelgroepen

• Voorzitter van Futsal Peterbos Anderlecht

6 maart 2024 | 7

Het gesprek Khalid Eladdaoui, coördinator bij D’Broej Peterbos

ELADDAOUI: Ik heb toen enorm afgezien. Ik rilde van de kou, was moe en vroeg me af wat ik daar in godsnaam deed. Pas bij mijn terugkeer in Brussel besefte ik: er is iets veranderd. Alles leek plots dof en onbezield, terwijl ik in de bergen mijn lichaam en emoties werkelijk voelde. Ik was boos, maar mijn boosheid was doordringend. Door te reflecteren over mijn ervaring, kwam ik geleidelijk aan tot het besef dat daar, in Spanje, iets betekenisvol te doen viel.

De documentaire toont jongeren die zich heel kwetsbaar opstellen, hoe krijgt u hen zover dat ze in een dergelijke groep durven te praten over hun levens?

ELADDAOUI: Door een veilige omgeving te creëren. De begeleiders die deelnemen, moeten mensen zijn die zij vertrouwen. Het ruwe berglandschap doet ongeveer tachtig procent van het werk. De vierde of vijfde dag gaan de jongeren zelf aan de slag met de emoties die vanzelf opwellen en tegen dan een hoogtepunt hebben bereikt. We vragen hen om hun levensparcours op een A3’tje te beschrijven. Tijdens zo’n halve dag reflecteren ze over hun verleden en

“Ik ben opgegroeid in Peterbos in de jaren tachtig. Destijds was het een wijk met een grote sociale mix”

toekomst. Die oefening biedt een ruimer perspectief over wie ze zijn en waar ze vandaan komen.

Dat klinkt intens.

ELADDAOUI: Vanzelfsprekend is het zeker niet, omdat je merkt dat ze allerlei beproevingen hebben doorstaan, ook in hun prille jeugd. Dat zien ze zelf heel duidelijk wanneer ze hierover reflecteren en alles neerpennen of zelfs tekenen. Hetzelfde doen in Brussel zou niet hetzelfde resultaat opleveren. Dat hebben we trouwens ook geprobeerd.

Hoe vertaalt zo’n ervaring zich in hun dagelijkse leven in Peterbos?

ELADDAOUI: De sterke emoties en onderlinge betrokkenheid die deelnemers ervaren,

maken dat velen aanvankelijk terugkeren met een gevoel van leegte. Er ontstaat veelal een behoefte om de banden aan te halen en elkaar te blijven zien. Sommigen hebben een duidelijke follow-up en ondersteuning nodig, omdat zij misschien iets ontdekken waarmee ze in knoop zitten.

Voor de meesten is het vooral dat hun leven of een aspect ervan een nieuwe wending neemt. Dat gaat van deelnemers die voluit gaan voor hun ambities, of zich engageren als vrijwilliger. Anderen verdwijnen van de radar, helemaal klaar om over te gaan op iets anders. Iedereen haalt uiteindelijk wel iets uit de ervaring en ik moet zeggen dat het heel zelden gebeurt dat iemand stagneert of in een neerwaartse spiraal belandt.

Afgelopen maanden vloeide al heel wat inkt over de aanwezigheid van drugsbendes in Peterbos.

ELADDAOUI: Bewoners zien vandaag zaken gebeuren die ze enkel kenden van de televisie en het journaal, en die zich nu afspelen in de inkomhal van hun woonblok. Dat is natuurlijk indrukwekkend. Er heerst dan ook vooral een gevoel van machteloosheid. Als sociaal werkers gaat het fenomeen ons te boven. Uiteraard doen we er alles aan om de jongeren te behoeden voor de aantrekkingskracht van dit soort criminaliteit, maar het snelle en makkelijke geld is bijzonder verleidelijk.

Brengt dat jullie dagelijkse werking niet in het gedrang?

ELADDAOUI: Wij, als sociaal werkers, ervaren geen last omdat we in deze buurten zijn opgegroeid en de codes van de cultuur kennen. Hierdoor is er minder gêne om te gaan en staan waar we willen. Vergeet ook niet: bij dit soort van criminaliteit gaat het over jonge kerels.

Achter de façade van de hardvochtige drugsdealer zit in de eerste plaats een kwetsbare jongere, die verzeild raakte in

het milieu. Daarom zijn we niet bang van hen. Voor buitenstaanders is zoiets moeilijk te begrijpen en ik zeg dit niet om goed te praten wat zij doen, maar wanneer je hier opgroeit, heb je een ander perspectief en zijn het mensen met wie je de wijk en de publieke ruimte deelt.

U was zelf vragende partij voor de documentaire. Waarom?

ELADDAOUI: Mijn grootste beweegreden was dat ik duidelijk merkte dat politici, zij die ons zouden moeten steunen en dit werk financieel ook mogelijk maken, zelden weten wat het werk écht inhoudt. Mensen denken vaak dat een jeugdhuis puur recreatief is en het enkel activiteiten organiseert, zoals zaalvoetbalwedstrijden of huiswerkbegeleiding. Terwijl de reis veel diepgaander werkt. Ik merkte dat louter praten met politici niet voldoende was om mijn punt te maken.

De documentaire toont jongeren die onderling een grote solidariteit tonen en bovenal trots zijn over hun Peterbos. Dat is van buitenaf bekeken merkwaardig, omdat de wijk kampt met een negatieve

reputatie. Hoe verklaart u die tegenstelling?

ELADDAOUI: Als we dit doen met jongeren uit andere wijken of met een gemengde groep, is het nooit gelijkaardig aan wat je krijgt met een groep jongeren uit Peterbos. Velen kennen elkaar van jongs af aan. Maar er is ook de notie van tot een specifieke wijk te behoren die sinds enkele jaren in de spotlight staat. Het cliché van de Franse cité weegt zwaar door. Ook dat moest de documentaire duidelijk aantonen: het merendeel van de jongeren verschilt niet zoveel van jongeren elders. Ook zij hebben dromen, willen studeren, een baan vinden en iets van hun leven maken.

Er valt allicht ook wat te zeggen over hoogbouwwijken als Peterbos, die in een ver verleden nochtans symbool stonden voor moderniteit en stedelijke sociale cohesie. Waarom en waar liep dat ooit mis?

ELADDAOUI: Hoogbouw werd verkocht als een wondermiddel voor betaalbare woningen, en dat was ook zo. Ik ben opgegroeid in Peterbos in de jaren tachtig. Destijds was het een wijk met een grote sociale mix. Er woonden mensen van alle rangen en

BRUZZ-reporters Zohra Benhammou en Younes Haida maakten de documentaire Rupture over de reis van jongeren uit Peterbos naar de Spaanse Pyreneeën.

Het gesprek Khalid Eladdaoui, coördinator bij D’Broej Peterbos

standen: dokters, advocaten, arbeiders, gepensioneerden, noem maar op. Je had in de wijk echte Belgen, Italianen, Spanjaarden, Maghrebijnen. Ieder gebouw had ook een conciërge die met ijzeren vuist regeerde en toezag op de goede orde: wie op de grasvelden wandelde, ging op de bon. Het was een model dat in die tijd werkte, maar geleidelijk aan liet men de gettoïsering gedijen. Zo raakten wijken als Peterbos meer en meer geïsoleerd en gemarginaliseerd, met alle gevolgen van dien. Toen ik vijfentwintig jaar geleden de Cité des 4000 bezocht in Parijs, voorvoelde ik al dat Peterbos dezelfde kant op zou gaan, met dezelfde problemen rond drugs en delinquentie. Vandaag is Peterbos een kopie van die Franse cité

Waarom werd niets ondernomen om de problemen aan te pakken?

ELADDAOUI: Die verantwoordelijkheid ligt bij de beslissingsnemers. De bewoners zagen de wijk indertijd achteruitgaan. We dachten dat het op een gegeven moment weer beter zou worden of dat we hier weg zouden zijn tegen dat het echt onleefbaar zou zijn. Ik weet ook niet zeker of hier nog iets te redden valt. Er is veel te laat actie ondernomen. Misschien is het inderdaad door de boel te renoveren dat er werkelijk iets zal veranderen, maar ook daar heb ik mijn twijfels over.

Hoezo?

ELADDAOUI: Er is meer nodig dan een likje verf om de uiteenlopende problemen aan te pakken. Er wonen

veel geïsoleerde bejaarde mensen. Sommigen worden dood aangetroffen in hun woning, soms enkele maanden na de feiten. Daarom is het belangrijk om ons af te vragen wat zich allemaal binnenshuis afspeelt en of het model nog wel werkbaar is. De wijk telt ook veel eenoudergezinnen, met drie of vier kinderen. In zo’n familiale situatie is het risico reëel dat vroeg of laat de opvoeding op straat plaatsvindt. Natuurlijk is een structuur als de onze waardevol, maar om de onderliggende armoedeproblematiek aan te pakken zijn meer middelen nodig.

Met andere woorden: het stadsvernieuwingsprogramma of Duurzame Wijkcontract dat tot vorig jaar liep, bracht weinig zoden aan de dijk?

ELADDAOUI: Dat kwam veel te laat, en is helaas een pleister op een houten been. De situatie is al meer dan

‘RUPTURE’, UN DOCUMENTAIRE CAPTIVANT

“We vragen de deelnemers aan de tocht om hun levensparcours op een A3’tje te beschrijven,” zegt Khalid Eladdaoui. “Die oefening biedt een ruimer perspectief over wie ze zijn en waar ze vandaan komen.”

twintig jaar aan het degraderen. De gebouwen verkeren in een deplorabele staat, er is geen of amper sociale controle, en er is criminaliteit die zich stevig verankerd heeft in de wijk. Een vernieuwingsproces neemt in dergelijke omstandigheden tien tot vijftien jaar in beslag. Er zijn wel degelijk initiatieven op poten gezet om de wijk te dynamiseren, maar dat zijn tijdelijke projecten, die na enkele jaren weer verdwijnen.

Ondanks die uitzichtloze situatie blijft u strijdbaar voor deze wijk en gemeenschap. Hoe verklaart u dat?

ELADDAOUI: Dit is het échte leven. Het rauwe leven dat mensen niet noodzakelijk willen zien en als storend ervaren, maar het is er wel. Als sociaal werker kan ik die realiteit de rug niet toekeren. Ik zou me er diep vanbinnen gewoonweg niet goed bij voelen.

‘RUPTURE’, A HAUNTING DOCUMENTARY

FR « Peterbos, c’est la vraie vie, la vie dure que les gens ne veulent pas forcément voir et qui dérange, mais c’est comme ça. » L’accompagnateur Khalid Eladdaoui se rend chaque année dans les Pyrénées espagnoles avec des jeunes filles et garçons du quartier pour réfléchir au passé et au futur. BRUZZ signe un documentaire captivant sur leur voyage : Rupture

EN ”Peterbos is the real, raw life that people do not necessarily want to see and which bothers them, but it is there.” Every year, youth worker Khalid Eladdaoui takes a group of boys and girls from the notorious Brussels neighbourhood to the Spanish Pyrenees to reflect on the past and the future. Rupture is a haunting documentary about the trip by BRUZZ.

KWAM EEN ONGEPASTE

TOT JE ATTENTIE? Jury voor Ethische Praktijken inzake reclame Meld reclameonethische op JEP.be
ADVERTENTIE

Carnaval Sint-Gillis

Verkleed als muizen, dinosaurussen en robots, en onder begeleiding van tromgeroffel stapten tientallen jongeren (en hun ouders) afgelopen zaterdag mee in carnaval Sint-Gillis. De kleurrijke stoet vertrok van het Moricharplein en eindigde aan het Bethlehemplein, waar de feestelijkheden nog even doorgingen. “Er is meer volk dan vorig jaar, én vooral: meer confetti,” zei een deelneemster tegen BRUZZ. Het was de vijfentwintigste editie. MG

In beeld door Saskia Vanderstichele

In de kijker

Openbaar vervoer Elke dag staan vijftig MIVB-roltrappen in panne

Gemiddeld vijftig keer per dag is er een panne aan een van roltrappen van de MIVB. Vaak moeten technici ter plaatse komen om de roltrap weer draaiende te krijgen.

Dinsdagmiddag. Het drukbezochte metrostation Simonis–Elisabeth. Een van de roltrappen werkt sinds december vorig jaar niet meer. Een massa reizigers wurmt zich van het perron aan de terminus langs een smal trapje omhoog. Een man met een wandelstok sukkelt door de klim. “Voor blinden, zoals ik, of slechtzienden is een defecte roltrap heel frustrerend,” zegt hij tegen BRUZZ, dat over het onderwerp ook een XL-reportage maakte.

Acht haltes verder aan metrostation Naamsepoort zijn al maanden werken bezig, waardoor niet alle ingangen toegankelijk zijn. De menigte kan momenteel langs één stilstaande roltrap het station verlaten. “Er zijn heel de tijd pannes, het is echt lastig,” moppert een oudere dame.

Vandalisme

Volgens cijfers die BRUZZ opvroeg, zijn er gemiddeld 50 pannes per dag. Dat is vaak door het veiligheidsmechanisme, dat de roltrap

automatisch tot stilstand brengt, omdat een voorwerp tussen de tanden vastzit.

Daarbij moeten MIVB-technici ter plaatse komen om de roltrap weer aan de praat te krijgen.

Maar er zijn elke dag ook zo’n 230 stilstanden die geen menselijke tussenkomst vereisen, omdat de meeste roltrappen een automatisch heropstartsysteem hebben. “De meeste van dat soort onderbrekingen zijn te wijten aan vandalenstreken,” zegt An Van hamme, woordvoerster van MIVB. Met andere woorden, zo zegt ze: “Door mensen die het blijkbaar heel interessant vinden om op de noodrem te duwen.”

Vroeger was daar een menselijke tussenkomst voor nodig. Nu dat niet meer het geval is, is het aantal interventies de afgelopen tien jaar gehalveerd.

De herstellingswerken kosten de vervoersmaatschappij 1,8 miljoen euro per jaar. Daarnaast krijgen roltrappen regelmatig een preventief

onderhoud. Vroeger was dat zes keer per jaar, nu maandelijks.

De Brusselse metrostations tellen in totaal bijna 600 roltrappen, samen geeft dat 4,5 kilometer aan band. De gemiddelde beschikbaarheidsgraad van alle roltrappen in het gewest bedraagt 96 procent op jaarbasis, zo blijkt tevens uit cijfers van MIVB. “Maar als jouw roltrap op jouw lijn niet werkt, is dat heel vervelend,” erkent Van hamme.

Er zijn ook exemplaren die altijd in panne lijken te staan.

Wat is daar aan de hand?

“Bepaalde roltrappen hebben nood aan een grondige onderhoudsbeurt. Omdat bepaalde wisselstukken niet voorradig zijn, duurt het herstel langer,” legt Van hamme uit.

Slijtage

De gemiddelde levensduur van een roltrap bedraagt veertig jaar, dat hangt af van de plek waar die staat. In drukkere stations is de slijtage groter. Brussel Mobiliteit, de eigenaar van alle infrastructuur van het

© ROSA BOATENG

1,8 mio

euro, zoveel kosten de herstellingswerken door defecte roltrappen de MIVB per jaar

600

roltrappen tellen alle Brusselse stations van de MIVB samen, goed voor 4,5 kilometer aan band

openbaar vervoer, staat in voor de vervanging.

“Dat betekent dat Brussel Mobiliteit zowel de metrostations als de roltrappen vernieuwt, indien nodig,” legt Inge Paemen, woordvoerster van Brussel Mobiliteit, uit. “Het onderhoud is dan weer weggelegd voor de MIVB, beschouw het als een eigenaar–huurderrelatie.”

Of die opdeling het niet onnodig complex maakt? “Meestal is daar eensgezindheid over, maar heel af en toe kan er discussie ontstaan.”

Geen standaardmodel

Een roltrap vervangen, vertelt Inge Paemen, is niet zo eenvoudig als het lijkt. “Neem nu die in Simonis: voor de trap verwijderd kan worden, moet er eerst een glazen wand uitgeslepen worden. Dan moet de nieuwe geplaatst worden en moet ook het glas worden teruggezet.”

Daar komt nog bij dat elke roltrap verschillend is. “Die moet precies afgemeten worden, zodat hij in de voorziene ruimte past. Er is jammer genoeg geen standaardmodel, anders zou het veel sneller kunnen,” zegt Paemen

“Bovendien liggen er een paar maanden tussen plaatsen, afstellen en testen van een nieuw exemplaar. Dat is niet zichtbaar voor de pendelaars en dat zijn natuurlijk lange periodes waarin de roltrap buiten dienst is.”

Het Gewest besliste een paar jaar geleden om de roltrappen systematisch te vernieuwen. Dat gebeurt ook in het licht van toegankelijk openbaar vervoer voor iedereen, waar de laatste tien jaar steeds meer werk van is gemaakt.

RENÉE VERVAET

De XL-reportage over roltrappen is te bekijken via BRUZZ.be

Cartoon door Delphine
De Gentsesteenweg: waar de Marokkaanse gemeenschap thuis is
Samenleving Zestig jaar migratie
Oud-Molenbeek en de Anneessenswijk. Als zestig jaar Marokkaanse migratie ergens zichtbaar wordt, dan is het hier wel. BRUZZ trok door een Gentsesteenweg die zichzelf heruitvindt en klopte aan bij een voetbalclub die uitgroeide tot de lijm van een buurt. “De migratie heeft het verval van de wijken verhinderd.”

door Kris Hendrickx foto’s Ivan Put

Restaurant Kandinsky, op de hoek van de Gentsesteenweg en de Graaf Van Vlaanderenstraat, springt meteen in het oog. De kelners zitten strak in het uniform, de ingang heeft rodeloperallures en de menukaart lijkt wel weggelopen uit een Knokse brasserie: côte à l’os, vispannetje … Het is niet meteen het type restaurant dat je verwacht op de Gentsesteenweg, die vanouds bekend is voor zijn goedkope klerenwinkels en zijn bazaarsfeer, met hier en daar een snackbar.

Toch past het blitse restaurant in de evolutie die de straat de voorbije jaren doormaakte. Heel wat winkels kregen een upgrade of nieuwe invulling, met verlichting, interieur en uithangborden die eerder aan de Nieuwstraat of het eerste deel van de Louizalaan doet denken.

“De Nieuwstraat? Pfff.” Kandinskyuitbater Abib (35), die ook een kledingzaak heeft in de straat, smaakt de vergelijking niet zo. “Die straat ziet er toch triestig uit, vergeleken met de Gentsesteenweg? Hier zie je die chiquere winkels trouwens vooral in het eerste deel, vanaf het kanaal. Daar komen dan ook meer klanten van buiten Brussel. Verder richting Zwarte Vijvers heeft het aanbod eerder een lokaal karakter, daar heb je die marktsfeer nog. Waar die verandering vandaan komt? Wij zijn een nieuwe generatie ondernemers, die sterk beïnvloed is door wat we op sociale netwerken zien.”

Kandinsky zelf krijgt een gemengd publiek over de vloer, vertelt Abib. Ook klanten van het nabijgelegen hotel Meininger in de voormalige Bellevuebrouwerij vinden de weg naar het restaurant. De uitbater wijst naar de wijnglazen op tafel. “Die toeristen zijn vaak verwon-

derd dat we geen alcohol schenken. Misschien veranderen we dat wel in de toekomst. Ik denk niet dat het de andere klanten zou storen.”

Nederlandstalige nieuwkomers

Dat de Gentsesteenweg in beweging is, bevestigt ook Mohamed Bakbak van de handelaarsvereniging Molenbeek Center Shopping. “Het aantal winkels is toegenomen tot zo’n 150, waarvan circa driekwart een uitbater met Marokkaanse achtergrond heeft. Ook komen er meer klanten. Vooral in het weekend is het over de koppen lopen, met veel bezoekers van buiten Brussel en ook uit het buitenland.”

In de praktijk ziet dat er dan bijvoorbeeld zo uit: op de stoep voor Kandinsky probeert een jongeman prullaria voor een goed doel te slijten aan een passante met hoofddoek, die hem antwoordt dat ze enkel Nederlands spreekt. De verkoper schakelt zonder verpinken over op behoorlijk Nederlands. Ook dat is Brussel anno 2024.

Mohammed Bakbak merkt ook hoe de bevolking van Oud-Molenbeek de voorbije jaren veranderd is. “Het zou fijn zijn als de nieuwe bewoners wat meer naar onze winkels kwamen.” Over welke nieuwkomers hij het heeft? “Langs het kanaal wonen veel Nederlandstaligen, die meer naar hun eigen winkels gaan, terwijl ze ook hier welkom zijn.”

De Gentsesteenweg, dat is de economische slagader van Oud-Molenbeek, een van de wijken waar de Marokkaanse gemeenschap het best vertegenwoordigd is. De wijkmonitoring van het Brussels Instituut van de Statistiek (BISA) toont dat in overzichtelijke kaartjes. Die vertellen dat de wijk Weststation (in Oud-Molenbeek) het grootste aantal

6 maart 2024 | 17

Brusselaars met Marokkaanse nationaliteit telt (10 procent), voor de Anneessenswijk (9 procent) en historisch Molenbeek (8,5 procent). De cijfers lijken laag, maar als je er de Belgen met Marokkaanse roots bijtelt, kom je op een veelvoud uit. Rond 2000, voor de snel-Belgwet, lag het aandeel nog rond 30 procent.

Het zijn die centrumwijken waar de Marokkaanse migranten sinds de jaren 1960 in groten getale zijn neergestreken. De keuze sprak voor zich: veel centrumbewoners waren in datzelfde decennium de stad uit getrokken en dus was er vooral in die buurten veel plaats, tegen een betaalbare prijs. Huurders werden gaandeweg kopers, die zich zo verankerden in de wijk. “De migratie heeft zo ook het verval van die wijken verhinderd,” merkt socio-antropologe Khadija Senhadji op, die zelf deel uitmaakt van de tweede generatie.

De transformatie van de Gentsesteenweg lijkt wat op wat de evolutie die zich in de Anneessenswijk voltrok. Daar onderging vooral de horeca het afgelopen decennium een gedaanteverwisseling. “Twintig jaar geleden had je hier enkel theesalons en kruideniers,” herinnert Noureddine Layachi, de voorzitter van de lokale handelaarsvereniging, zich. We stappen met hem op een druiligere dag langs een burgerrestaurant, een Frans gastronomisch restaurant en een sushizaak met Japanse inrichting, allemaal halal. Geregeld wijst hij ook op een gesloten zaak. Net als de Gentsesteenweg trok de halalwereldkeuken hier tot voor kort een publiek van ver buiten de wijk. “Maar sinds de werken aan metro 3 zijn veel van die zaken dichtgegaan of overleven ze amper.”

Dat de metrowerken zo brutaal in het Marokkaanse commerciële weefsel snijden is voor Khadija Senhadji niet helemaal toevallig. “Niet iedereen is opgezet met de

grote concentratie van mensen uit een bepaalde cultuur. Het beleid inzake mobiliteit tast dat weefsel onbewust of bewust aan. Hetzelfde geldt voor de politiek van ‘stedelijke herwaardering’. Nieuwe middenklassenwoningen in de kanaalzone gaan zelden naar de families die al in de wijk wonen.”

Huiswerk bij de voetbalclub

“Mooi rechtblijven als je springt! Ik hoor je voeten neerkomen, ik mag niets horen! Komaan, accelereren!” Op de Heizelvlakte, op een woensdag tijdens de Franstalige krokusvakantie volgt een dertigtal kinderen op het synthetische sportveld een voetbalstage van Anneessens 25. De kinderen luisteren naar voornamen als Faisal, Ibrahima, Walid of Omar en zijn bezig met ‘ladderoefeningen’, waarbij snelle sprong- en voetbewegingen centraal staan. “Goed zo, veel beter al!”

De voetbalstages zijn maar een van de vele activiteiten van Anneessens 25, dat begon als zaalvoetbalploeg, maar ook ji-jitsu, zwemmen, yoga en zelfs huiswerkbegeleiding aanbiedt. ‘Meer dan een club,’ luidt het motto van de vereniging. Gepikt van FC Barcelona, maar daarom niet minder waar. De organisatie, die tijdens de covidperiode zelfs voedselpakketten begon samen te stellen, draait vrijwel uitsluitend op vrijwilligers en groeide langzaam uit tot een soort lijm voor de Anneessenswijk. De vereniging staat open voor alle buurtbewoners, maar kleurt in de praktijk wel opvallend Marokkaans.

“De essentie van de club? De waarden van père Filip doorgeven,” legt coördinator Mustafa Rezki uit. “Solidariteit, werken, engagement en inzet …” Rezki verwijst naar priester Filip Heymans, die in de jaren 1980 een jeugdhuis oprichtte in de Anneessenswijk en er tal van activiteiten organiseerde

“Niet iedereen is opgezet met de grote concentratie van mensen uit een bepaalde cultuur. Het beleid inzake mobiliteit tast dat weefsel onbewust of bewust aan”

die de jongeren uit de alomtegenwoordige drugscriminaliteit hielden: een fotoclub, kampeertochten tot in Spanje en dus ook minivoetbal zijn er maar enkele van.

Dat de voetbalclub zelfs huiswerkbegeleiding aanbiedt, is op vraag van de ouders, vertelt de coördinator, die zelf ook leerkracht is. “Dit blijft een moeilijke buurt, met veel kinderen die in te kleine appartementen wonen en van wie de ouders soms niet kunnen helpen met schooltaken. Met Anneessens 25 willen we hen helpen om vooruit te raken, hen ook andere buurten laten zien. We willen ze tonen dat er perspectieven zijn. Dat klinkt makkelijk, maar toen ik zelf naar de ULB ging studeren, ondervond ik dat als een enorm psychologisch obstakel.”

Wat voor de Anneessenswijk geldt, is ook waar voor Oud-Molenbeek: het blijven wijken die tot de armste van Brussel behoren, met een hele waaier aan sociale uitdagingen. Toch betekent dat nog niet dat de Marokkaanse gemeenschap in Brussel is blijven vastzitten in armoede. “Bij alle migratiegroepen zie je dat ze zich eerst in de goedkope en centrale wijken vestigen,” zegt historica en migratiespecialiste Anne Morelli. “Maar veel mensen die het zich kunnen veroorloven, trekken vervolgens naar wat comfortabelere wijken in Brussel of erbuiten. Hun plaats kan dan bijvoorbeeld door armere nieuwkomers worden ingenomen.” Het is een evolutie die ook

Samenleving Zestig jaar migratie

Het blitse restaurant Kandinsky, op de hoek van de Gentsesteenweg en de Graaf Van Vlaanderenstraat, past perfect bij de evolutie die de buurt de voorbije jaren doormaakte.

Johan Leman, oprichter van Foyer in Molenbeek ziet. “Het wordt multicultureler, met onder meer de komst van Oost-Europeanen.”

De vaststelling van Morelli herinnert aan de analyse van Doug Saunders in zijn boek Arrival City. De Canadese auteur schetst er een beeld van aankomstwijken als krachtige sociale liften, die daarom op zich niet per se rijker worden. Al lijkt dat laatste wel degelijk het geval in de Anneessenswijk, met haar ligging pal in het stadscentrum. “Mijn ouders wonen er nog, maar ik ben naar Simonis verhuisd,” vertelt Mustafa Rezki. “De gentrificatie heeft de buurt onbetaalbaar gemaakt.”

Spiegel voor het westen

Wie Marokkaanse gemeenschap zegt, denkt er vaak ‘islam’ bij. Die religie is vooral in Oud-Molenbeek zichtbaar, waar met Al Khalil onder meer de grootste moskee van het land staat. “Toen de eerste mannelijke migranten naar hier kwamen, was religie amper een thema,” vertelt Morelli, die zelf in Oud-Molenbeek schoolliep. “Dat is beginnen te veranderen met de gezinshereniging, al zag je toen ook vaker Marokkaanse vrouwen zonder hoofddoek en in rok. Later hebben de internationale invloeden van het islamisme hun aandeel gehad. Ook het gevoel dat moslims werden vernederd in de wereld speelde mee, het versterkte de cohesie. Al moet je de rol van religie ook

niet overdrijven, een aantal mensen spreekt ook graag over de islam om de verschillen met andere stadsbewoners te benadrukken.”

Het gewicht van de islam is uiteindelijk ook een gevolg van een Belgische beleidskeuze, merkt de historica nog op. “De Belgische regering en de industrie hebben expliciet gezocht naar migranten die gelovig waren en daardoor minder vatbaar voor communistische en socialistische ideeën. Zo kwamen ze in die gebieden in Noord-Marokko uit.”

“Het Belgische beleid heeft lange tijd niet echt omgekeken naar de noden van de

migranten,” vult historicus Roel Jacobs aan. “Die zijn zich dan zelf gaan organiseren en de islam speelt daar vaak een belangrijke rol in. Eigenlijk deden ze daarmee iets heel Belgisch: ze deden aan verzuiling.”

Socio-antropologe Khadija Senhadji ziet in het ongemak rond de islam nog een andere grond. “Het belang van het geloof binnen de Marokkaanse gemeenschap is in zekere zin ook een spiegel voor de westerse wereld, die spiritualiteit en solidariteit veel meer heeft losgelaten. In die zin heeft de Marokkaanse gemeenschap veel bij te dragen aan deze maatschappij.”

LES QUARTIERS HISTORIQUES DE L’IMMIGRATION MAROCAINE

FR Le Vieux Molenbeek et le quartier Anneessens sont imprégnés de soixante ans d’immigration marocaine. Bruzz a parcouru la chaussée de Gand qui s’est réinventée plus d’une fois. « L’immigration a empêché les quartiers de se dégrader. » Aujourd’hui, les travaux du métro 3 font peine à voir. « Depuis que les travaux ont commencé, beaucoup de commerces ont mis la clé sous la porte ou survivent difficilement. » Des initiatives comme Anneessens 25, son club de foot et son aide aux devoirs, veulent montrer aux jeunes qu’« il y a des perspectives ».

A HOME FOR THE MOROCCAN COMMUNITY

EN Old Molenbeek and Anneessens. If sixty years of Moroccan migration is visible anywhere, it is here.

BRUZZ went for a walk along the Gentsesteenweg/ chaussée de Gand, which more than once has reinvented itself. “Migration has stopped these areas from decaying.” But now, the construction of metro 3 is bringing chaos. “Many of the local businesses have closed or are barely surviving because of the works.”

In turn, initiatives like Anneessens 25, with its own football club, as well as homework assistance, aim to show young people that “there is a future.”

6 maart 2024 | 19

Onderschat de kracht van overgangsrituelen niet

Bram Van Renterghem

Elke week neemt een BRUZZ-redacteur het nieuws op de korrel

“Hopelijk blijft de overheid projecten als Rupture steunen, want voorkomen is beter dan genezen”

“Het kind dat niet door het dorp omarmd wordt, zal het platbranden om de warmte ervan te voelen.” Dat Afrikaanse spreekwoord verklaart mee waarom pubers zo baldadig kunnen zijn: is er geen aandacht, dan wordt die opgeëist. Volgens antropoloog Teun Voeten, die in Mexico drugsbendes ging bestuderen, is het een van de hoofdredenen waarom jongeren zich bij die bendes aansluiten. Behalve voor het snelle geld doen ze het voor de ‘sense of belonging’ en de spanning die bij het dealen hoort. Hun leven krijgt betekenis.

Van oudsher counteren gemeenschappen die dolende fase met een ‘rite de passage’, een ritueel dat de overgang markeert van jongere naar volwassene. Zo’n rite is een test of de adolescent wel uit het juiste hout gesneden is, maar ook een moment van

toewijding en aandacht naar de jongeren toe. De bekendste voorbeelden zijn de spectaculairste. Zo moeten de leden van de Braziliaanse SatereMawe stam hun handen in handschoenen stoppen, gevuld met pijnlijk bijtende kogelmieren. In Tanzania worden Masai-jongens op hun dertiende besneden, waarna ze maanden in isolatie leven, de zogenaamde liminale fase, tussen het oude en het nieuwe leven in. Tijdens de ceremonies die daarop volgen, worden de jongeren door de volwassenen ingelijfd. Ze horen er vanaf dan helemaal bij.

Zonder houvast

Net dat ontbreekt in onze Westerse samenleving. Jongeren glijden hier geruisloos de volwassenheid in, zonder dat we er de schijnwerper nog eens op zetten. Zeker, er is ons traditionele

vormsel of de studentendoop. Maar die hebben elk op hun manier sterk aan populariteit en belang ingeboet. Waardoor heel wat jongeren het zonder rituelen en dus zonder houvast moeten doen. Net daarom zijn projecten zoals Rupture zo belangrijk. Het initiatief van D’Broej, waabij jongeren uit Peterbos een trektocht in de woeste Spaanse Pyreneeën ondernemen, is zo’n overgangsritueel dat alles op z’n kop zet. Dat toont de documentaire en vertelt ook jeugdwerker Khalid Eladdaoui in dit magazine. In de weinig vergevingsgezinde bergen ontdekken jongeren het belang van wilskracht en volharding. Maar diezelfde jongeren worden er ook bevraagd, beluisterd en begrepen. Aandacht dus, en dat werkt: Eladdaoui ziet het gros van hen nadien vooruitgaan in het leven. Zo’n overgangsritueel zou elke jongere goed doen, in welke buurt hij ook opgroeit. Maar in wijken zoals Peterbos is dit natuurlijk extra belangrijk, als tegengewicht voor de verlokkingen van wat

Bijgedachte

Eladdaoui ‘de donkere kant’ noemt.

Net op tijd

Het voorbeeld van Rupture komt ook net op tijd. Met alle aandacht die de jongste weken naar het versterken van de politie, een fusie van de zones, strengere bestraffing en ‘eenheid van commando’ is gegaan, zouden we bijna vergeten dat preventie minstens even belangrijk, efficiënter, goedkoper en aangenamer is dan het installeren van een halve politiestaat. De vraag naar meer repressie die na de schietpartijen nu zo luid – en terecht – weerklinkt, mag de aandacht voor preventie niet in de weg zitten, voorkomen blijft belangrijker dan genezen.

Het is dan ook essentieel dat hier geld naartoe blijft gaan. Wat meteen ook de beweegreden was voor Eladdaoui om de documentaire te draaien.

Gelukkig zien de verschillende subsidiërende overheden dat ook in, en blijft er voorlopig geld komen van gemeenten, gewest en gemeenschap. Hopelijk is dat ook zo in de volgende legislatuur. Want onder de waterlijn zou dat weleens de belangrijkste verschuiving kunnen zijn.

De deelnemers en de makers van Rupture, dat het verhaal vertelt van jongeren uit Peterbos die naar de Spaanse Pyreneeën trekken.

Kort gesprek

Tomasz Radzinski na honderd afleveringen van ‘zijn’ Radio Radzinski

‘Ik had nooit gedacht dat jullie het zo lang zouden volhouden’

Radio Radzinski, de BRUZZ-podcast over RSC Anderlecht, bereikt met zijn honderdste aflevering een mijlpaal.

Met onverwachte goals en overwinningen tegen Manchester United, Real Madrid en Lazio Roma maakten Jan Koller en Tomasz Radzinski zich in de jaren tweeduizend onsterfelijk bij de paars-witte fans. Dat is ook zo voor Godfried Roelant, Reinout Vander Hulst en Pico – Pieter Coppens – die hun Anderlecht-podcast bij BRUZZ hebben vernoemd naar de kleinste van de twee. Radio Radzinski zit aan honderd afleveringen en speciaal voor dat Jubileum schuift Tomasz Radzinski zelf mee aan tafel.

Was je op de hoogte van het bestaan van de podcast?

Zeker. Al na een paar afleveringen ben ik erover aangesproken. Ik was een beetje verrast en had niet gedacht dat jullie het zo lang zouden volhouden. Ik kon dus moeilijk nee zeggen toen jullie mij vroegen om langs te komen.

Hoe vaak word je vandaag nog aangesproken op je periode bij Anderlecht?

Heel veel. Het is best bijzonder wat de ploeg in drie jaar heeft neergezet. Die Champions League-wedstrijd tegen Manchester United waarin ik twee keer scoor, zal voor altijd een mythische avond blijven. Maar de successen onder Aimé Anthuenis waren er voor mij nooit gekomen zonder zijn voorganger Jean Dockx. Die heeft mij net als Anthuenis enorm veel vertrouwen gegeven. Hij liet ons bovendien complexloos voetballen en paste zich nooit aan de tegenstander aan.

Dockx was ook een soort vaderfiguur bij wie je voor alles terechtkon. Ik was dus niet meteen blij toen Michel Verschue-

ren in 1999 Aimé Anthuenis ging wegplukken bij kampioen Racing Genk. Maar goed, in die tijd kwamen de beste spelers en coaches van het land altijd naar Anderlecht. En het heeft gewerkt. Niemand die aan Tomasz Radzinski denkt zonder ook aan Jan Koller te denken. Was het voetbalchemie van bij het eerste contact?

Eigenlijk niet. Ik herinner mij nog goed die eerste trainingen. Frank Vercauteren trapte als assistent altijd de centers. Daarbij werd vaak gezocht naar Jan, maar die bakte er in het begin niet al te veel van. Zijn eerste ballen zijn we letterlijk mogen gaan halen op de parking.

Jan heeft zich wel snel aangepast aan het niveau. Ook op persoonlijk vlak is hij enorm geëvolueerd. Bij de start van zijn eerste seizoen was hij nog bang van zijn rechtstreekse tegenstander. Mocht je hem dan tegen een type Burgess (centrale verdediger bij Union, red.) hebben laten spelen, hij had geen duel gewonnen. Gelukkig heeft dat niet lang geduurd en zijn we redelijk snel uitgegroeid tot het beste spitsenduo van België. GODFRIED ROELANT

Beluister de podcast via je favoriete podcast-app of via BRUZZ.be

15 september 2024 | 21
6 maart 2024 | 21
Tomasz Radzinski (in het midden) was te gast bij Radio Radzinski.
FLAGEY BRUSSELS SAT 23.03 BRUSSELS PHILHARMONIC & KLARAFESTIVAL PRESENT THE WORLD PREMIERE OF CONCERTO FOR VIOLIN BY MIRELA IVICEVIC CONDUCTOR ILAN VOLKOV VIOLIN ILYA GRINGOLTS TICKETS: BRUSSELSPHILHARMONIC.BE WITH THE SUPPORT OF BESIDE TAX SHELTER AND THE BELGIAN TAX SHELTER Klarafestival 2024 Crossroads: Arnold Schönberg & Mirela Ivicevic SAT 20.04 FLAGEY BRUSSELS BRUSSELS PHILHARMONIC PRESENTS AN ATELIER CONCERT CONDUCTOR FABIO BIONDI CONCERTMASTER HENRY RAUDALES JOHANN WENZEL KALLIWODA SINFONIE NR. 1 FELIX MENDELSSOHN SINFONIE NR. 1 A REFLECTION OF REFINEMENT from pure classicism to lush romanticism TICKETS: BRUSSELSPHILHARMONIC.BE WITH THE SUPPORT OF BESIDE TAX SHELTER AND THE BELGIAN TAX SHELTER upupup.be ⬆UP FESTIVAL Circus & Performing Arts 21.03 ➡ 01.04.24 ↘ 12 Days ↘ 15 Places ↘   28 Shows ↘ 63 Performances

Bosanemoon Experiment bestudeert of wit plantje stedelijke hitte aankan

Bezwijkt binnenkort de bosanemoon in Brussel onder de toenemende hitte?

Wetenschappers van de UGent rekenen op Brusselaars met een tuin (en boom) om het uit te zoeken. “Als de plantensoort verdwijnt, valt een stukje van de ecosysteempuzzel weg.”

Het is geweten dat je bij hittegolven, die door de klimaatopwarming vaker voorkomen, beter af bent in het Pajottenland dan in Brussel. Want de dichtere bebouwing in de stad absorbeert warmte en geeft die ‘s nachts opnieuw af, waardoor de temperaturen er hoger oplopen dan op het platteland. Om dat hitte-eilandeffect in steden te counteren, kijken beleidsmakers gewoonlijk naar bomen, maar onderzoekers van de UGent focussen met een nieuw experiment op vegetatie lager bij de grond – op kruidplanten zoals de bosanemoon.

Voor dat experiment zoeken de wetenschappers een twintigtal tuinen in Brussel om hun proefinstallaties te plaatsen – grote bloembakken met kruidplanten en meetapparatuur. Het is de bedoeling om van eind maart tot eind 2025 –en mogelijk nog een half jaar langer – in detail te monitoren hoe de planten omgaan met warmte en droogte. Opdat de planten zo lang zouden overleven, moet een grote loofboom voor schaduw zorgen. Het experiment maakt deel uit van het brede Fourcast-project. Dat moet helpen om te voorspellen welke soorten bedreigd worden door klimaatverandering én om daar actie tegen te ondernemen. Er staat ook een proef met pissebedden gepland.

“Brussel is een ideale omgeving voor het experiment door twee uitersten op korte afstand van elkaar: een volbloed bos, het Zoniënwoud, en een enorm verstedelijkt centrum,” zegt Karen De Pauw, een van de onderzoekers aan de UGent. “Daartussen zitten uiteraard nog interessante variaties, zoals een stadstuin vlak bij een groot park.” De Pauw benadrukt dat ze vooral nog deelnemers in de Vijfhoek zoeken.

• Plant met wittebloemendie bloeit van maart tot en met mei

• Groeitvooralinloofbossen, opplaatsenwaarooitbossen warenenonderheggen.Vormt vaakuitgestrektetapijten

• Anemoonstamt af van het Griekse anémos (wind) enverwijstnaardespoedig afvallendekelkbladendiedoor dewindmeegevoerdworden

Wie deelneemt, krijgt er acht kruidplanten bij in zijn tuin. Daaronder vier die naar verwachting beter tegen warmte kunnen omdat die ook in Zuid-Europa voorkomen (robertskruid, geel nagelkruid, gewone salomonszegel en kleine maagdenpalm) en vier die naar verwachting meer afzien van hitte (bosanemoon, zevenblad, witte klaverzuring en zwartblauwe rapunzel). Sommige gedijen vooral in het bos, andere zijn minder kieskeurig. Zoals haar naam suggereert, valt de bosanemoon in de eerste categorie, al valt de plant ook te spotten in parken buiten het Zoniënwoud.

“De bosanemoon is een belangrijke voedselbron voor hommelkoninginnen die al vroeg op het jaar voor bestuiving zorgen,” zegt De Pauw. “Het is maar één voorbeeld van de ecologische functies van dergelijke kruidplanten. Ze helpen ook alle leven in de bodem. Als die zouden verdwijnen door de stijgende temperaturen, dan valt dat stukje van de ecosysteempuzzel weg. Dat klinkt misschien vaag, maar het is cruciaal voor de maatschappij en de lokale ecologie. Het beschermen van biodiversiteit biedt ons bescherming, ook tegen de gevolgen van klimaatverandering.”

Wie een tuin (met boom) heeft nabij of binnen de Vijfhoek en wil deelnemen aan dit experiment kan mailen naar karen.depauw@ugent.be of via https://www.projectfourcast.be/

Reeks nalezen?

Lees de hele reeks op BRUZZ.be/beestigbrussel

6 maart 2024 | 23 Botanisch Brussel
Eigenschappen ©SS
‘Als ik stop, is er geen opvolger’

Justitie is wanhopig op zoek naar vrederechters voor Brussel. Potentiële kandidaten worden afgeschrikt door de strenge taaleisen en moeilijke werkomstandigheden in Brussel. “Het is een geweldig toffe job, maar als het dak lekt, je griffier ziek is of je te weinig printers hebt, mag je het zelf

oplossen.”
door Bettino Hubo foto’s Saskia Vanderstichele

Een groepje burgers en advocaten zit al even te wachten op de houten banken in de grote zaal van het Lakense vredegerecht aan het Fransmanplein wanneer vrederechter Martine Mosselmans haar entree maakt en de zitting opent. Het is donderdagochtend, negen uur, en er staan elf huurzaken op het programma.

Een oudere verhuurder wordt samen met zijn huurder naar voren geroepen. Er blijken huurachterstallen, 1.800 euro, en de verhuurder vraagt de ontbinding van het contract en de uitzetting. Daar gaat rechter Mosselmans niet meteen op in. De

huurder vertelt dat hij zijn werk in de horeca heeft verloren en nog geen werkloosheidsvergoeding krijgt. Maar hij heeft ondertussen wel de steun van het OCMW, dat bereid is een flink deel van de huurachterstallen te betalen.

De vrederechter kijkt de man strak aan: “We gaan het zo doen. Ik geef u nog één kans. Vanaf nu betaalt u de huur elke maand op tijd, stipt op tijd. Dat is uw verantwoordelijkheid. Regel het verder met het OCMW. Pak deze kans, zodat ik u hier niet meer hoef te zien.”

Streng, maar begripvol, zo treedt Martine Mosselmans de burgers en advocaten die voor haar verschijnen

tegemoet, daarbij vlotjes wisselend tussen het Frans en het Nederlands. Een ex-huurder wil zijn huurwaarborg van 1.200 euro terug en heeft hiervoor een advocaat in de arm genomen. De verhuurder, in zijn eentje aanwezig, verdedigt zich met het argument dat de huurder het eenpersoonsappartementje van amper 35 vierkante meter bewoonde met zijn hele gezin, vijf mensen. En het in een verschrikkelijke staat achterliet. “Werd er een plaatsbeschrijving opgemaakt in het begin en op het einde?” vraagt de rechter. Neen, zo blijkt. Dan krijgt de verhuurder een lesje recht. “Mijnheer, u moet bewijzen wat u vraagt. U hebt geen

Justitie Acuut gebrek aan vrederechters in Brussel

bewijs? Dan gaan we onze tijd niet verliezen. U betaalt die huurwaarborg terug, desnoods in schijven.”

Toffe job

Rond halfelf is de zitting afgelopen en daalt de rechter af naar haar kantoor, een verdieping lager. Ze is tevreden over het verloop van de bijeenkomst. “Vrederechter is echt een toffe job,” zegt ze, terwijl ze haar toga uittrekt.

Het vredegerecht is de laagste en ook meest laagdrempelige rechtbank. Behalve over huurgeschillen spreekt Martine Mosselmans zich uit over kwesties van mede-eigendom, burenruzies en onbe-

2.950 is het aantal zaken dat een Brusselse vrederechter gemiddeld behandelde in 2022

6 van de negentien Brusselse kantons zitten momenteel zonder vaste titularis

taalde telecom-, energie- en ziekenhuisfacturen. Voorts zit ze een halve dag per week op de afdeling psychiatrie van het nabijgelegen Brugmannziekenhuis, waar ze oordeelt over ‘gedwongen opnames’ en stelt ze bewindvoerders aan voor mensen die niet meer voor zichzelf of hun goederen kunnen zorgen.

“Ik doe het allemaal even graag,” zegt ze. Maar over een half jaar is het afgelopen. In augustus gaat de Lakense vrederechter, na zeventien jaar in dit ambt, met pensioen. Dat veroorzaakt behoorlijk wat zenuwachtigheid binnen de Brusselse justitie, die op meerdere niveaus met personeelstekorten kampt.

Martine Mosselmans zwaait deze zomer af als vrederechter van Laken.

Justitie Acuut gebrek aan vrederechters in Brussel

Er is immers geen enkele kandidaat om haar op te volgen.

Al jaren is duidelijk dat vrederechter in Brussel een knelpuntberoep is, maar inmiddels is de situatie zeer acuut. Het gerechtelijke arrondissement Brussel telt 26 kantons, waarvan negentien in Brusselhoofdstad en de rest in de Rand. Van de negentien Brusselse kantons zijn er momenteel zes zonder vaste titularis,

Kantons zonder titularis krijgen een plaatsvervangende vrederechter, vaak een advocaat die de job erbij doet voor de helft van de wedde. Maar dat systeem botst op

zijn limieten. De advocaten zijn hoe langer hoe minder bereid om die rol op zich te nemen. De rustinnekes zijn opgebruikt, zo klinkt het.

Niet alleen het vredegerecht van Laken zit vanaf september zonder rechter. Ook de plaatsvervangende vrederechter van kanton Brussel 4 (Heembeek), die in hetzelfde gebouw aan het Fransmanplein zitting houdt, stopt er aan het eind van de zomer mee. “Ze deed het om mij plezier te doen, maar nu ik wegga, doet zij dat ook,” legt Martine Mosselmans uit. Ook daar staat niemand klaar om de fakkel over te

nemen. Voorts overweegt de plaatsvervangende vrederechter van Sint-Joost sterk om er in de herfst mee op te houden.

De gevolgen zijn niet min. “Zeker twee, misschien zelfs drie vredegerechten zullen in september mogelijk dichtgaan, bij gebrek aan rechter,” zo schreven Simon Cardon de Lichtbuer, voorzitter van de Nederlandstalige rechtbank van eerste aanleg in Brussel, en zijn Franstalige collega-voorzitster enkele weken geleden in een brandbrief gericht aan minister van Justitie Paul Van Tigchelt (Open VLD). “Dat zal dramatische gevolgen hebben voor de rechtzoekenden, vaak de zwaksten in onze maatschappij.”

Georges Lambert is op zijn 73ste nog steeds vrederechter in Anderlecht.

Tweetaligheidsproef schrikt af Wat is er aan de hand met het beroep van vrederechter, ooit een gewild ambt? “Het deficit aan roepingen is vooral een groot probleem in Brussel,” zegt Simon Cardon. “Brussel schrikt veel mensen af. Als er een plek vrijkomt, zijn er doorgaans geen kandidaten, al zeker niet voor kantons als Laken en Anderlecht, in de armere sikkel. In Brussel zijn de vredegerechten ook tweetalig, zodat potentieel geïnteresseerden behalve het pittige magistratenexamen, ook een heel zware tweetaligheidsproef moeten afleggen.”

De grootstad betekent voorts meer werk en het zijn juridisch niet altijd de meest uitdagende kwesties. “Als vrederechter haal je vooral voldoening uit het menselijke contact,” meent Cardon, die zelf lang vrederechter was in Sint-Genesius-Rode.

Daar komt bij dat de Brusselse vredegerechten bij de hervorming van justitie in 2014 geen eigen directiecomité met een voorzitter, ondervoorzitter en – heel belangrijk – hoofdgriffier kregen, net zoals in de andere arrondissementen. De leiding kwam in handen van de voorzitters van de rechtbank van eerste aanleg. Samen staan Cardon en zijn Franstalige collega dus in voor de organisatie en het beleid van de Brusselse vredegerechten. “Wij doen het erbij, boven op al ons andere werk,” zegt Cardon. “Met een eigen beleidsstructuur zouden de vredegerechten beter gemanaged zijn.”

Dat er geen eigen directiecomité is dat zich over de gebouwen, het personeel en het materiaal van de vredegerechten ontfermt, ervaart rechter Mosselmans dagelijks aan den lijve. “Als vrederechter moet je je boetiekske zelf draaiende houden. Daar zijn leuke kanten aan, je hebt veel vrijheid, maar als het dak lekt, als je

xxx

een zieke griffier hebt of als er een tekort aan printers is, mag je het zelf oplossen. Gisteren heb ik mij bijvoorbeeld de hele dag beziggehouden met uitzoeken waarom wij hier plots van Bpost peperdure rekeningen voor onze verzendingen krijgen. In een ander arrondissement zou het directiecomité dat op zich nemen. Wij moeten het allemaal zelf doen, maar we hebben geen vat op de middelen. Dat maakt onze fantastische job soms heel onaangenaam.”

Ook krijgt ze te weinig ondersteuning. “Vroeger waren er toegevoegde rechters om ons te ontlasten, we hadden ook een bode. Allemaal afgeschaft. Occasionele plaatsvervangers vinden we niet meer, onze griffie is onderbemand en referendarissen, dat zijn juristen die rechters helpen met opzoekingen, zijn niet beschikbaar voor de vredegerechten.”

Geen

sexy kanton

Ondertussen wordt het werk almaar zwaarder. “Een Brusselse vrederechter behandelde in 2022 gemiddeld 2.950 zaken, een Antwerpse deed er 2.130. Laken is een extra zwaar kanton doordat hier een psychiatrisch ziekenhuis is. Bovendien

moet je om kunnen gaan met de grote diversiteit. Het is geen sexy kanton.”

Over naar het vredegerecht van Anderlecht op het Verzetsplein. Daar heeft vrederechter Georges Lambert net zijn wekelijkse openbare zitting afgewerkt in een van de mooiste zittingszalen van het land. Lambert is op zijn 73ste nog steeds vrederechter van het 1ste Anderlechtse kanton. Hij begon in Anderlecht in 2002, na een lange carrière als advocaat. “Ik moest wel zes keer deelnemen voor ik door het tweetaligheidsexamen was,” lacht hij. Tot zijn 67ste – de normale pensioenleeftijd voor magistraten – stond

hij aan het hoofd van het 2e Anderlechtse kanton. “Er waren geen kandidaten om mij op te volgen. Daarom vroeg men mij om nog drie jaar door te gaan en beide kantons onder mijn hoede te nemen,” vertelt hij. “Maar na die drie jaar had men nog steeds geen opvolger. Dus kreeg ik de vraag om kanton 1 te blijven leiden, maar dan als plaatsvervangend rechter, met een halve wedde dus.”

Maar hij doet het niet voor het geld – hij heeft naast de halve wedde ook zijn pensioen – en ook niet als tijdverdrijf. “Ik hou nog altijd heel erg van dit werk,” zegt hij. “Ik heb hier ook een uitstekende griffie,

“We gaan ze niet vinden, de perfect tweetaligen die vrederechter in Brussel willen worden”

Voorzitter van de Nederlandstalige rechtbank van eerste aanleg in Brussel

Het vredegerecht is de meest laagdrempelige rechtbank. Veel burgers verschijnen zonder advocaat. Hier een zitting in Laken.

Justitie Acuut gebrek aan vrederechters in Brussel

die alles perfect organiseert en regelt. Ik hoef zelf alleen te vonnissen.”

Hij begrijpt dan ook niet dat er geen opvolgers te vinden zijn. “Toen ik hier 22 jaar geleden kandideerde, had ik toch vier, vijf concurrenten.”

Georges Lambert wil nog doorgaan tot in juli 2025. Hij zal dan 75 zijn. Zijn collega van het tweede kanton is ook aan zijn laatste jaren bezig. Ook Anderlecht dreigt dus binnen afzienbare tijd zonder vrederechters te vallen. “Anderlecht is de volgende tijdbom,” zegt Simon Cardon. Bloedheet of ijskoud

Hoe moeilijk te vinden ook, toch duiken er af en toe witte raven op. Anne Reul bijvoorbeeld, 38 jaar oud en sinds twee jaar vrederechter in Molenbeek. Ze kreeg de smaak te pakken toen ze als jonge advocate af en toe inviel voor de Molenbeekse vrederechter. Toen die een andere functie kreeg, was Reul, toen net de leeftijdsgrens van 35 gepasseerd, bereid om zijn plaats in te nemen. “Ik voel me als vrederechter heel erg nuttig,” legt ze uit. “Het werk is interessant en afwisselend, voor mij is er voldoende juridische uitdaging en er is de menselijke kant. Veel mensen komen hier zonder advocaat, ze komen om een oplossing te vinden.”

Reul groeide op in de Duitstalige Oostkantons, maar voelt zich als een vis in het water te midden van de Molenbeekse bevolking. “Het werk met deze mensen past bij mij, je kunt echt impact hebben op hun leven.” Vooraf kreeg ze vanuit haar omgeving meermaals de vraag wat zij als jonge vrouw te zoeken had in Molenbeek. “Ik heb nooit enig probleem gehad,” vertelt ze. “Ik voel hier enorm veel respect voor de functie van vrederechter.”

Ook Anne Reul heeft af en toe af te rekenen met praktische problemen. De temperatuurregeling in de zittingszaal bijvoorbeeld, ofwel is het er bloedheet ofwel ijskoud. “Dat is vooral een uitdaging voor onze griffier. Gelukkig draait de griffie hier heel goed, dat is goud waard. Maar het kost ons energie die ik liever ten goede zou laten komen aan de rechtzoekenden.”

Al bij al valt het mee, zegt ze. “Ik ben ontzettend blij met dit werk, het is de mooiste job van de wereld.”

De mooiste job van de wereld, maar amper kandidaten. Wat moet er gebeuren? Simon Cardon vindt dat de federale regering eindelijk in actie moet komen. “We vragen al jaren dat de Brusselse vredege-

rechten hun eigen leiding en beleidsstructuur krijgen of op zijn minst een overkoepelende hoofdgriffier die de vrederechters heel wat praktische kwesties uit handen kan nemen.”

Nog dringender, meent Cardon, is de vorming van pools in Brussel: vredegerechten die per drie of vier samen in één gebouw ondergebracht worden. “Dat is aangenamer voor de vrederechters zelf en het kan personeelstekorten op de griffie opvangen.” Bovendien kan het een oplossing bieden voor de strenge tweeta-

UN MÉTIER BOUDÉ

ligheidsvereiste die nu de zoektocht naar nieuwe vrederechters fnuikt. Cardon: “Negentig procent van de zaken in Brussel verloopt in het Frans. Moeten alle vrederechters dan perfect tweetalig zijn? In een pool met drie rechters zouden een of twee mensen ‘groot’ tweetalig kunnen zijn, actief en passief, en een of twee alleen passief. Ze zouden dan voor elkaar kunnen invallen.”

De groepering in pools is een oud plan. Enkele enkele jaren geleden werd voorzichtig begonnen met de uitvoering. De kantons Laken, Heembeek en Ganshoren kwamen samen te zitten in het vredegerecht van Laken, waar ze één griffie delen. Idem met de kantons van Brussel-centrum en Elsene. Maar daar stopte de operatie. De tweetaligheidsvereiste werd ook niet aangepast en het hele plan belandde in de koelkast.

Politiek ligt de clustering en vooral de versoepeling van de tweetaligheid zeer gevoelig. Ook een aantal vrederechters is tegen. “Als je die nabijheid wilt behouden, moeten alle vrederechters in Brussel zowel actief als passief tweetalig zijn,” meent Martine Mosselmans. “De Vlamingen zouden zichzelf in de voet schieten als ze hiermee akkoord zouden gaan.”

Cardon denkt dat er niets anders op zit. “Nood breekt wet. We gaan ze niet vinden, de perfect tweetaligen die vrederechter in Brussel willen worden,” zegt hij. “Anders bestaat de kans dat de vredegerechten in Brussel opgeslokt worden door de rechtbank van eerste aanleg. Dat is een reëel risico. Dan verdwijnt de vrederechter en heb je hier geen nabijheidsjustitie meer.”

AN UNAPPEALING JOB

FR Le métier de juge de paix à Bruxelles ne plaît guère. Les candidats et candidates potentiels sont effrayés par les exigences linguistiques et les conditions de travail difficiles à Bruxelles. Plusieurs juges de paix bruxellois partiront bientôt à la retraite sans successeurs. Si rien ne change, deux à trois justices de paix devront fermer leurs portes en septembre. La justice de paix est le tribunal le plus proche du citoyen, qui juge entre autres en matière de baux locatifs, de disputes de voisinage et de factures impayées. BRUZZ a rendu visite aux justices de paix d’Anderlecht, de Molenbeek et de Laeken.

EN The role of a justice of the peace in Brussels does not seem to appeal. Potential candidates are put off by the stricter language requirements and harder working conditions in the capital. Several of the current justices of the peace are about to retire and no successors can be found. If nothing is done, two to three justice of the peace courts are in danger of closing down in September. The justice of the peace court is the most easily accessible court and deals with rent cases, neighbour disputes, and unpaid bills, among other things. BRUZZ visited the ones in Anderlecht, Molenbeek and Laken/Laeken.

De mooiste job van de wereld, zeggen de vrederechters zelf, maar toch zijn er amper kandidaten.
James Ensor. Maestro James Ensor, Pierrot et squelettes, 1905, KBC Bank NV, Brussel Bozar ╳ Kom op tegen Kanker 29 Feb.→23 June'24 at Bozar www.banad.brussels –‘A TRIUMPH OF CONTEMPORARY QUEER CINEMA’ INTERNATIONAL CINEPHILE SOCIETY Best Leading Performance Silver Bear A FILM BY ESTIBALIZ URRESOLA SOLAGUREN RELEASE 6-3 www.september lm.be /september lmbe 1t

A LA CARTE

Luckas Vander Taelen ontvangt deze week Jurgen De Landsheer, korpschef van de politiezone Zuid.

Donderdag na BRUZZ 24

KETPORTRET

De 10-jarige Chizzy is een danseres, actrice én model. In de reeks ‘Ketportret’ zet BRUZZKet een straffe ket in de kijker. Meer op BRUZZKet.be/ketportret en op Tiktok

OUDER WORDEN IN BRUSSEL

De reeks ‘Ouder worden op het ritme van Brussel’ kijkt elke week naar een aspect van leven op leeftijd in de stad.

Te zien op BRUZZ.be

Randje buitenspel

RWDM-WATCHER GUY DERMUL

LIEFHEBBER Ofsaait wordt een drietal keren per match vanachter mijn rug mijn oren ingeblazen. Een fervent supporter schreeuwt zijn frustratie uit, vaak gevolgd door een bulderlach vermengd met de woorden oe es da meugelaak! Ik trek achteloos mijn schouders op, zelf zou ik het niet weten, daarvoor heb ik de rechtlijnige tv-beelden nodig. Het lijken mij twee verschillende manieren van kijken: het momentane voetbalspel volgen of een mogelijke buitenspelval detecteren. De eerste is die van de voetballiefhebber, de tweede eerder die van de betweter begiftigd met een arbiterszieltje. De stem van die laatste klinkt ook altijd veel beslister en vooral veel luider. De scheidsrechter prijkt bovenaan de hiërarchie, hij is een allesziener met de facetogen van een vlieg en heeft bijgevolg een breder beeld, pretendeert hij. Nochtans bestaat er een ongeschreven supporterswet: offside bestaat niet in eigen rangen, het geldt enkel voor de tegenstander. Penalty behoort ook tot dat rijtje twistappels. De VAR ging aan dat bakkeleien paal en perk stellen. Tevergeefs. In wezen is het systeem geen optimalisering van de fair play, maar een veredelde coïtus interruptus-machine die met al die lamlendige onderbrekingen elke beleving en vaart uit het spel haalt.

Blijkbaar wil men nu behalve de gele en rode ook een blauwe kaart invoeren, voor spelbederf of Hans Vanaken-gezaag. Binnenkort heeft de scheidsrechter het hele kleurenpalet LGBTQIA+-kaarten in zijn borstzakje, aan diversiteit qua straffen geen gebrek. Voetbal zal nooit een exacte wetenschap zijn, daarin ligt net de vervoering. Of neem het stadion van RWDM. Dat wordt in de volksmond ‘de tempel’ genoemd. Maar met de overname van de club door een Amerikaanse veelbezitter dient hij echter niet langer ter vermaak van het volk, maar tot profijt van het grootkapitaal. Ondertussen heeft eigenaar Textor de club geruisloos doorverkocht aan de Olympique Lyonnais Groupe. De bal ligt niet langer in het kamp van de schoonheid en naïviteit van het voetbalspel, maar in dat van het pokerspel. De inkomsten stegen met 643 procent, sportief verkommert RWDM richting verdoemenis. Waarom dat soort megalomane investeerders niet gewoon terugsturen naar daar waar ze echt thuishoren: de beurs? De tempel is verworden tot een mausoleum van de voetbal-spelende mens. Laat RWDM opnieuw strijden voor een titel in de amateurklasse, waar spanning en vertier evenzeer de zondagmiddagen opmonterden. In 2017, bij de eerste kampioenenviering sinds de heropstart in lagere regionen, waren er zevenduizend toeschouwers. Een achterban de eerste klasse meer dan waardig, maar is het sop de kool waard? Laat die hogere klassen met combiregelingen en vernederende fouilles voor wat ze zijn. Laat Molenbeek weer genieten van waar het echt om te doen is, een onnozele pot voetbal. Leve de liefhebber. (GD)

Met Union, RWDM en Anderlecht telt Brussel drie voetbalteams in eerste klasse. In ‘Randje buitenspel’, een nieuwe column, focust BRUZZ beurtelings op het wel en wee van de traditieclubs uit de drie buurgemeenten. Volgende week komt Anderlecht aan de beurt.

Meer BRUZZ

Heeft de Budabrug een link met Boedapest?

Luana Difficile zoekt elke week een antwoord op een lezersvraag, deze week van Marc uit BrusselStad.

Ook een vraag?

Stel je vraag en stem op BRUZZ.be

Bekijk en lees antwoorden op BRUZZ.be/bigcity

De opmerkelijke brug in Neder-Over-Heembeek – vandaag weliswaar beschadigd en in onbruik door een aanvaring in 2022 - draagt een al even opmerkelijke naam: de Budabrug. Waarom kreeg ze die naam? Zijn er religieuze linken met het boeddhisme of gaat het misschien om een verwijzing naar het Hongaarse Boedapest?

De Budabrug is niet het soort banale brug die je doorgaans op onze wegen ziet. Het is een industriële hefbrug met een opvallende metalen structuur. Zeg maar dé eyecatcher van het kanaal. Dankzij het verstelbare brugdek dat 35 meter omhoog kan worden gehesen, kan de scheepvaart op het zeekanaal Brussel-Schelde of de Willebroekse vaart makkelijk passeren. Van zulke bruggen zijn er maar veertien in ons land.

De brug is vernoemd naar het gehucht waar ze zich bevindt: Buda. Hoewel de Hongaarse hoofdstad Boedapest op meer dan duizend kilometer van Brussel ligt, is er wel degelijk een link. De Hongaarse stad Boeda stond gedurende meer

dan een eeuw onder Ottomaans of Turks en dus islamitisch bewind. Aan het einde van de zeventiende eeuw heroverde het christelijke Habsburgse Rijk Boeda. Gedurende lange tijd was Hongarije een islamitische enclave, omringd door het overwegend christelijke Europa. Maar na ruim 150 jaar kwam er een einde aan die Turkse bezetting. Dat maakte blijkbaar een grote indruk op heel Europa.

Euforische menigte

Ook tot hier in Brussel dus. In 1686 stonden onze straten vol met feestende burgers die euforisch de christelijke overwinning van de Hongaarse stad vierden. Er werd gefeest aan het Coudenbergpaleis, op de Grote Markt en aan de Zavel.

Die laatste locatie was geen toeval. Daar stond een paleis van een van de machtigste families van de stad: de familie von Thurn & Taxis. Die sponsorde de volksfeesten maar al te graag, want zij waren politiek en economisch ontzettend belangrijk in Brussel en Europa dankzij hun monopolie op het

Europese postsysteem. Door de Brusselaars uitgebreid feest te laten vieren, hoopten ze aan populariteit te winnen. De zege in Boedapest steunen, betekende misschien extra terrein voor hun postimperium.

Die feestelijkheden lieten sporen na, want daardoor ontstonden hier in de zeventiende eeuw verschillende boerderijen, herbergen of cafés die als aandenken de naam ‘In Buda’ kregen. Dat was ook het geval op de plek waar nu de Budabrug staat. Door de landelijke omgeving van het kanaal trokken veel Brusselaars naar het gebied tussen de Zenne en het zeekanaal om zich te ontspannen en om daar iets te nuttigen in herberg ‘In Buda’. Na de herberg, kreeg het gehucht de naam Haren-Buda en later nam de nabijgelegen brug die naam dus over.

Intussen zijn die Budaherbergen verdwenen en domineren bedrijven en industriefabrieken de kanaalzone. Maar de brug, die mag er nog steeds wezen.

Big City
© IVAN PUT

De slaapkamer

Ramses

Ramses is 13 en woont in Laken. Hij houdt van kickboksen, voetballen en parcours. En van reizen: “Ik wil wel graag eens naar een ver land. Japan bijvoorbeeld.”

‘Je leeft niet superlang, dus maak er maar het beste van’

Elke week gaat BRUZZ op bezoek bij een kind in Brussel in zijn of haar slaapkamer. Deze keer is dat bij Ramses (13) die afwisselend bij zijn vader en moeder in Laken woont. Hij heeft een zus die op kot zit. “Ik doe graag salto’s.”

door Annelies Bontjes foto Saskia Vanderstichele

Wat doe je meestal als je op je slaapkamer bent? Slapen of gamen.

Zit je vaak in de zitzak? Soms.

En wat doe je dan?

Dan kijk ik video’s op mijn gsm. Maar ik zit niet superveel op mijn gsm eigenlijk.

Voor veel mensen werkt een telefoon verslavend.

Het probleem is dat je snel de tijd uit het oog verliest als je op een scherm zit. Dan denk je: ‘Ik kijk nog één video.’ En dan is het ineens een uur later.

Wat zijn je hobby’s?

Op woensdag ga ik kickboksen en ik doe aan voetballen en parcours.

Voor parcours moet je zeker wel lenig zijn?

Niet echt eigenlijk. Ik doe graag salto’s. Dan spring ik ergens vanaf met een salto. Ik kan ook een backflip, een sideflip en nog andere dingen.

Zijn er vakken op school die je graag doet?

Graag zou ik het niet noemen, maar sommige vakken doe ik wel liever dan andere, zoals maatschappij-vakken.

Wat voor dingen leer je dan?

Over de mensenrechten, en over de natuur en het klimaat.

Je hebt een zus van 22. Hoe is het om een zus te hebben die veel ouder is?

Ik denk dat het wel handig is, want we hebben nog nooit ruzie gemaakt. Ze woont op kot.

Jouw moeder vertelde dat je al best wel veel hebt meegemaakt. Ja, ik was een paar jaar geleden ziek, dus dat was niet zo leuk.

Wat voor ziekte had je?

De ziekte van Still. Dat is een ziekte van je hart. Toen lag ik voor een jaar in het ziekenhuis. Toen heb ik mijn hele tweede leerjaar gemist.

Hoe is het om in het ziekenhuis te liggen?

Saai vooral. Je doet niet veel. Je kan met niemand praten.

Ben je nu weer beter?

Beter dan toen. Maar mijn hart gaat nooit meer hetzelfde zijn.

Denk je daar veel over na?

Bijna nooit. Als iemand het vraagt, dan komt het wel terug. Dit is de eerste keer vandaag dat ik eraan denk.

Hoe is het om in Laken te wonen?

Gewoon normaal. Het is hier niet megagevaarlijk of zo.

Wat zou je in Brussel veranderen?

Ik zou ervoor zorgen dat er minder mensen dakloos zijn. Ik vind het erg om te zien dat er mensen op de grond liggen in de metro. En er moeten meer fietspaden komen.

Fiets je zelf ook?

Nee, ik vind fietsen niet leuk.

Is er iets wat je zou willen veranderen aan je leven?

Niet echt. Ik zou alleen willen dat ik niet ziek was geworden en dat mijn ouders niet waren gescheiden. Maar de geschiedenis kun je niet veranderen.

Je moeder zei dat jij heel graag het maximum uit het leven wilt halen, klopt dat?

Ja, want je leeft niet superlang, dus dan moet je er wel het beste van maken.

Wat zijn dingen die je nog graag uit het leven wilt halen?

Ik wil weleens gaan skydiven of naar een ver land, misschien naar Japan. Reizen vind ik leuk.

Welke plekken heb je al bezocht? Italië, Ierland, Nederland, Spanje en Roemenië.

Dat is veel. Heb je een favoriete herinnering van al die reizen?

In Frankrijk gingen we een keer kamperen in de bergen.

Reeks nalezen?

Lees de hele reeks op www.BRUZZKet.be/slaapkamer

‘IL FAUT PROFITER DE LA VIE AU MAXIMUM’

FR Ramses a 13 ans et vit en alternance chez sa mère et chez son père à Laeken. Il fait du parkour et du kickboxing. Il rêve de sauter en parachute et aimerait bien aller au Japon. ‘On ne vit pas très longtemps, il faut profiter au maximum’, nous dit-il.

“Ik vind het erg om te zien dat er mensen op de grond liggen in de metro”

‘YOU HAVE TO MAKE THE MOST OF YOUR LIFE’

EN Ramses is 13 and alternates between living with his mother and his father in Laken/Laeken. He does parkour and kickboxing and he dreams of once doing a skydive. Someday, he would like to visit Japan. “You don’t live for very long, so you have to make the most of your life,” he says.

6 maart 2024 | 33

Dirigent Raf Van der Veken begeleidt Les Choux de Bruxelles: “Onze belangrijkste meerwaarde is dat de koorleden weten dat wij moeite doen om alles te doen kloppen, terwijl we hun tegelijk de beperkingen van de realiteit tonen.”

Happening

Les Choux de Bruxelles geeft kwetsbaren een stem op het Klarafestival

‘We zijn niet alleen een sociaal koor, we zetten ook artistiek iets neer’

Op het Klarafestival herneemt Les Choux de Bruxelles, een koor dat mensen in armoede het woord geeft, een compositie van Gavin Bryars rond de fragiele zangpartij van een anonieme dakloze man. Het project zet een interessante kwestie op scherp: hoe gaan thuislozen en mensen met weinig financiële middelen om met dure producties? En wat zijn de uitdagingen voor de huizen?

Bart De Waele

Hoe mooi!” De rijzige bariton op de stoel naast ons is meteen laaiend enthousiast. Tijdens de tweewekelijkse repetitie van Les Choux de Bruxelles zijn net de papiertjes uitgedeeld met de tekst die de koorleden vanavond zullen inoefenen. Dirigent en koorbegeleider Raf Van der Veken laat de diverse groep de hen nog onbekende zanglijn voorproeven en kauwen alvorens af te toetsen of iedereen de Engelse tekst begrijpt.

Jesus’ blood never failed me yet, never failed me yet.

Jesus’ blood never failed me yet. This one thing I know, for he loves me so.

“Dat wordt geweldig samen met de muziek,” weerklinkt het nog voor Van der Veken zijn accordeon bovenhaalt. Het is eens wat anders dan de mix van Frans chanson en Brusselse klassiekers die hier doorgaans de revue passeert. Even later zal

de koorbegeleider via zijn smartphone ook de originele opname door de ruimte laten schallen. Die duurt amper 26 seconden, maar werd door Gavin Bryars geloopt tot een hypnotiserende mantra.

“Prachtig. Leeft de zanger nog?” vraagt de groep. Ik geef mee wat de gerenommeerde Engelse contrabassist en componist me enkele dagen eerder tijdens een Zoom-gesprek heeft verteld. Neen, Bryars heeft de zanger nooit ontmoet. Hij trof de stem toevallig aan op een audiotape die hij had gekregen van twee bevriende filmmakers die een docu aan het maken waren over het ruige straatleven in de Londense wijken Waterloo en Elephant and Castle. Zij vertelden hem later dat het om een dakloze man ging van een eind in de zeventig.

“Hij was de enige uit een gezelschap die niet gedronken had of luid schreeuwde,” vertelde Gavin Bryars nog. “Dat gaf zijn serene gospel nog meer allure. In de studio liet de opname meteen een diepe indruk na. Omdat tapes toen nog erg duur waren,

wilde ik er eerst nieuw materiaal over opnemen. Dat heb ik gelukkig niet gedaan. We hebben later nog rondgehoord of iemand zich de man kon herinneren, maar zelfs zijn naam zijn we nooit te weten gekomen. Die 26 seconden zijn het enige wat ons nog rest van hem.”

Bryars, inmiddels 81, was een late twintiger toen hij in 1971 een eerste versie van Jesus’ blood never failed me yet opnam. Met een geleende taperecorder van bassist Dave Holland, die toen naar Amerika was vertrokken om te werken met Miles Davis. De eerste versie kende zijn livepremière in 1972 in de Londense Queen Elizabeth Hall en werd in 1975 uitgebracht op Brian Eno’s label Obscure Records. “In 1993 liet ik Tom Waits op een langere versie meezingen met de dakloze man, en datzelfde jaar gebruikte choreograaf William Forsythe het stuk in een ballet,” lichtte de componist toe. “Het stuk kent intussen vele levens, met mijn ensemble, symfonische orkesten of een koor, maar pas de voorbije jaren is het

6 maart 2024 | 35

uitgegroeid tot een anthem waarmee thuislozen en andere kwetsbare groepen herinnerd en vereeuwigd worden. Ik breng het samen met mijn ensemble tijdens een jaarlijkse kerkdienst in St Martin-in-theFields (kerk op Trafalgar Square in Londen, red.), waarin ook de namen van de dat jaar overleden daklozen worden voorgelezen. Tegenwoordig loopt dat aantal op tot 150. De opvoering versterkt het idee dat ze op zijn minst niet anoniem gestorven zijn.”

Laagdrempelige werking

We bevinden ons nog steeds aan de Ninoofsepoort, in de gebouwen van de vzw Ara, een van de acht Brusselse verenigingen waarin mensen in armoede het woord nemen. “We doen ook beleidswerk, maar het koor maakt deel uit van ons basiswerk,” had groepswerkster Petra Rootsaert bij ontvangst al duidelijk gemaakt. “Onze ateliers en sociaal-artistieke projecten houden we zo laagdrempelig mogelijk. Alles is gratis, terwijl andere dagcentra soms een euro vragen.” Tijdens de repetitie valt naast de ontspannen sfeer vooral op hoe mondig de groep is. “Mensen laten hun problemen hier graag aan de deur achter,” klinkt het.

Als aangekondigd wordt dat er ook een fotograaf aanwezig is, vraagt er meteen iemand of zijn haar goed ligt. Als de koorleden te horen krijgen dat er voor het concert in Bozar een maaltijd aangeboden wordt, volgt een vette knipoog: “Een droge boterham én een flesje water.” Hilariteit. Naast talent en goesting hangt er gevoel voor humor in de lucht. Wanneer de koorzangers

“Voor mensen die in armoede leven, is pakweg de vestiaire gebruiken al een grote stap, ook al is die bij ons gratis”
Tine Van Goethem

Audience engagement manager bij Bozar

zich tijdens de pauze verzamelen rond een pot verse koffie, zegt cocoördinator Tom Carlier ons dat die mondigheid deels samenvalt met de activiteit. “Als je zingt, durf je je te profileren. Mensen die echt op straat leven, zijn er vandaag niet bij. Maar thuisloosheid is veel ruimer dan dat. Ook personen die in opvangtehuizen, kwaliteitsarme woningen of grote eenzaamheid leven, vallen eronder. Omdat iedereen die graag zingt, welkom is, doen er zelfs enkele middenklassers met een grote dosis sociaal engagement mee.”

De koorbegeleider is blij met die mix. “Onafhankelijk van onze precariteit dragen we allemaal bij aan de sfeer. We zijn ook niet alleen een sociaal koor of een ‘armoedekoor’, maar zetten ook artistiek iets neer. Je kon ons al horen zingen op de startdag van de opleiding sociaal werk aan de Odisee-hogeschool en op de museumnacht. Dat we op plaatsen komen met een beetje prestige is een bonus voor de koorleden. Maar de belangrijkste meerwaarde van dit project is dat ze weten dat wij moeite doen om alles te doen kloppen, terwijl we hun

tegelijk de beperkingen van de realiteit tonen, zodat ze daar op een zachte manier mee leren omgaan en beseffen dat er geen reden is om de hoop te verliezen.”

Warme omkadering

Om alvast enkele praktische zorgen weg te nemen, komt Esther De Soomer, verantwoordelijk voor communityprojecten van het Klarafestival, hier alle mogelijke vragen beantwoorden over de dag van het concert en de laatste repetities, met ook Bryars en sopraan en festivalartiest Claron McFadden. Iedereen is opgelucht dat ze hun spullen zaterdag veilig in de backstage kunnen wegleggen en de meesten lijken zelfs verrast dat er door het late einduur na het concert taxi’s zullen klaarstaan. Of er ook gratis kaartjes zijn voor de familie en of het concert ook op de radio wordt uitgezonden, moet nog uitgeklaard worden. Omdat het toch veertig minuten rechtstaan is, noteert Van der Veken meteen ook hoeveel stoelen er moeten worden voorzien.

Toen Bryars vijf jaar geleden een twaalf uur durende performance van Jesus’ blood in Tate Modern bracht, was ook hij zich bewust van het belang van een warme omkadering. “Voor die all-nighter hadden we kussens en dekens voorzien zodat de dakloze zangers, uit de Streetwise Opera en nog twee andere organisaties van thuisloze muzikanten, zich even konden neerleggen als ze dat wilden. ’s Ochtends werd gezorgd voor een ontbijt. Ook al hernam daarna hun oude leven, dat warme, vredevolle moment kon niemand hun meer afpakken.”

Het was tijdens die performance dat ook McFadden voor het eerst meezong. De Amerikaanse sopraan had Bryars leren kennen in Lyon, tijdens de creatie van zijn kameropera The collected works of Billy the Kid. Als festivalartiest stond het in de sterren geschreven dat ze zijn meest sociale project een lokale invulling zou geven, en zo kwamen Les Choux de Bruxelles al snel in het vizier. “Voor ons is het Brusselse aspect heel belangrijk,” vervolgt De Soomer. “Het is

Happening Les Choux de Bruxelles geeft kwetsbaren een stem op het Klarafestival
Groepswerkster Petra Rootsaert over de ontspannen repetitie: “Mensen laten hun problemen hier graag aan de deur achter.”

meer dan een publiekswerking. Ik probeer zoveel mogelijk persoonlijk langs te gaan bij al de sociale organisaties. Zo ontstaan er kruisbestuivingen, die het festival rijker maken. Dat voelden we al bij Musikaa, onze samenwerking in Molenbeek.”

Gezamenlijke beleving

Het Klarafestival zet op twee manieren in op kwetsbare doelgroepen: “Er zijn artistieke projecten zoals dit, maar daarnaast delen we onder de noemer ‘jouw sleutel’ voor vier concerten 50 gratis tickets uit aan mensen die drempels ondervinden om cultuur live te beleven. Naast financiële proberen we ook andere drempels weg te nemen. Sommigen gaan niet graag alleen op stap, anderen denken dat ze niets snappen van klassieke muziek of dat een concertzaal als Bozar niets voor hen is. Om er een gezamenlijke beleving van te maken, voorzien we bij die concerten een inleiding en een receptie. Daarop nodigen we organisaties als Paspartoe en Article 27 uit om te komen uitleggen hoe je cultuurkaartjes aan een sociaal tarief kan kopen.”

Dat die nood bestaat, vangen we ook op bij enkele koorleden, die aangeven dat ze hooguit een paar euro’s kunnen missen voor een cultureel avondje uit. “We kunnen op dat vlak zeker nog een tandje bijsteken,” beseft ook Tine Van Goethem, audience engagement manager bij Bozar. “Dat we een federaal cultuurhuis zijn, maakt alles wat complexer: Franstaligen moeten we doorverwijzen naar Article 27, Nederlandstaligen naar Paspartoe, en Vlamingen naar Vrijuit. Daarnaast zijn er onze eigen reducties en de inspanningen van onze partners. Via stichtingen gaan tickets naar

DES VOIX VULNÉRABLES AU KLARAFESTIVAL

FR En 1971, Gavin Bryars signait une composition basée sur le chant fragile d’un homme sans-abri. Au Klarafestival, Les Choux de Bruxelles, un chœur qui donne une voix aux gens dans la pauvreté, revisitent Jesus’ blood never failed me yet en collaboration avec Bryars et l’artiste Claron McFadden. « Nous sommes un chœur social, mais notre contribution se veut aussi artistique, » dit le chef de chœur Raf Van der Veke. Tine Van Goethem, ‘audience engagement manager’ à Bozar : « On présente souvent l’art comme une fenêtre sur le monde. Parfois, il peut aussi s’agir d’un miroir. »

scholen en verenigingen. Voor het recente Brahms’ requiem verdeelden we nog 100 kaartjes via de Brusselse wijkhuizen.”

Op de zangstonde is taal geen probleem. Met Brels ‘Quand on n’a que l’amour’ is de apotheose bijna bereikt. Het is een van de nummers die het koor zaterdag zal brengen als het publiek de zaal inwandelt. Omdat ze dat van op het balkon doen (en ze het publiek niet zullen kunnen zien), oppert iemand om snel nog spiegels op te hangen, zoals in een auto.

Sense of belonging

Bij een prestigieus huis als Bozar over de vloer komen, is voor deze doelgroep allesbehalve een sinecure. “Naast financiële en andere drempels zijn er ook vooroordelen en is er gêne, langs twee kanten,” beseft ook Van Goethem. “Voor mensen die in armoede leven, is pakweg de vestiaire gebruiken al een grote stap, ook al is die bij ons gratis. Wij vragen onszelf dan weer af of onze houding wel open genoeg is. Ook als we de deuren openzetten voor iedereen, wil dat niet zeggen dat iedereen ook komt. Als niemand je hier aanspreekt of de weg wijst, dan kan dat arrogant overkomen. Eigenlijk moet je eerst wat kunnen wennen. Pas bij je derde bezoek ga je misschien een sense of belonging voelen. We presenteren kunst vaak als een venster op de wereld, maar soms mag het ook een spiegel zijn waarin je iets herkent. Het gaat om je welkom voelen, weten dat je verwacht wordt.” Dan toch maar installeren, die spiegels?

Claron McFadden, Gavin Bryars & friends doen met Jesus’ blood never failed me yet Bozar aan op 9/3, klarafestival.be

50 MIN.

HEAD SPA

PROMO 68 €/ P. € / (T.E.M. 29/03)

FRAGILE VOICES AT THE KLARAFESTIVAL

TITEL SAMENVATTING

EN Bodytekst samenvatting

EN In 1971, Gavin Bryars created a composition around the fragile song of a homeless man. At the Klarafestival, Les Choux de Bruxelles, a choir that gives people in poverty a voice, is revisiting Jesus’ Blood Never Failed Me Yet, together with Bryars and festival artist Claron McFadden. Conductor of the choir Raf Van der Veken: “We are a social choir, but we also make an artistic contribution.” In a temple like Bozar, moreover. Tine Van Goethem, audience engagement manager at Bozar: “We often present art as a window to the world but sometimes, it can also be a mirror in which you recognise something.”

Ontspannende hoofd- en gelaatsmassage en een intensieve reiniging en verzorging van je hoofdhuid. WELLNESS

& HOTEL Thermae
Sellaerstraat 42 – 1820 Melsbroek +32 (0)2 759 81 96
Boetfort
NIEUW

door Charlotte De Cort

De poëzie van een parkeerplaats

Zonder bewaking naar de les Brussels is

Charlotte De Cort is een Brusselse scenarist en regisseur. Ze schrijft met filmische flair over haar ervaringen in de stad die haar inspiratie leveren voor nieuwe filmcreaties.

Tom Peeters geeft Nederlandse les aan gedetineerden in de nieuwe gevangenis van Haren. Tweewekelijks schrijft hij over het leven achter de muur en in de klas.

“Mocht Sisyphus vandaag leven, hij reed eeuwig rondjes in Brussel”
“Een bewaker vroeg me ooit of ik de gevangene was”

“Misschien is de gevangenis van Haren wel iets voor jou?”

Nooit gedacht dat een stukje asfalt mij zo content zou maken.

Lange tijd wilde ik mijn wagen buiten bonjouren, maar door de nomadisch aard van mijn freelancebestaan als regisseur moest ik dat idee opgeven. Met principes alleen – zoals schone lucht en een kleinere ecologische voetafdruk – kom ik helaas niet op tijd voor veel van mijn afspraken, die soms ver buiten Brussel liggen.

De directeur van mijn school staat bekend om zijn aparte gevoel voor humor, maar nu is hij doodserieus. CVO Lethas stuurt al jaren leerkrachten Nederlands naar de Brusselse gevangenissen. De samenwerking kwam tot stilstand door de coronapandemie. Haren biedt nieuwe mogelijkheden. Maar waarom ik: een zijinstromer zonder veel klaservaring? “Je lijkt me iemand met levenservaring. En het helpt dat je een man bent, hoewel het me spijt om dat te moeten zeggen.”

Na tien seconden nadenken zeg ik ja.

Maar met een wagen – een grijze Skoda in dit geval: klein van gestalte, groot van motor – komt ook de strijd om een parkeerplaats. En ik zeg expliciet: strijd. Bijvoorbeeld strijd tegen de absurditeit wanneer ik als een gek twaalf keer het blokje om moet rijden alvorens een paar vrije vierkante meter te vindenmocht Sisyphus vandaag leven, hij duwde geen rots de berg op, maar reed eeuwig rondjes in de hoofdstad.

In die tien seconden razen de meest opwindende gedachten door mijn hoofd. Nooit zag ik een gevangene van dichtbij. Wat zullen mijn studenten dragen? Zal ik hen de hele tijd tot kalmte moeten aanmanen? En hoe voelt dat nu écht: het gevoel van afzondering en beperking dat zou bestaan binnen de muren van een gevangenis?

Strijd ook tegen de hallucinaties. Al vaak meegemaakt dat ik denk een spot te spotten, om dan vast te stellen dat een garagepoort mij bedriegt.

Tussen diezelfde beelden in mijn hoofd: kunst en cinema. Bij mijn enige bezoek aan een

Ergens een jaar terug zit ik opnieuw gevangen in zo’n loop, tot ik een met klimop overgroeide deur verder in de straat

opmerk, waar anders nooit een voertuig staat. Dus wat denk ik? Ik bel eens aan. Een vrouw doet open, wrijft in haar ogen en kijkt mij onderzoekend aan. Ik stel mezelf voor, en zij zegt haar naam: Myriam.

Ik meteen: of ik alsjeblieft haar staanplaats mag huren? Ondanks het krap bij kas zitten, zwaai ik zelfs met een briefje van vijftig euro, en als ze niet meteen reageert – harde onderhandelaar – zoek ik wanhopig naar extra geld in mijn zakken.

Myriam schudt van neen. Mijn kind, zegt ze moederlijk, dat hoeft niet. Echt niet?

Echt niet.

Toch wil ik mijn schuld inlossen op een of andere manier. Moet ik anders de klimop snoeien? (Nooit eerder gedaan, maar soit, dat was het punt niet van mijn voorstel.) Dat vindt ze een goed idee: het maakt de plek properder en geeft een duidelijk signaal aan mijn rondreizende concurrenten: plaats bezet.

Belgische gevangenis was het gebouw leeggemaakt en waren de cellen gevuld met werken van Luc Tuymans en Stephan Vanfleteren. Ik denk ook aan de beste gevangenisfilm ooit, The Shawshank Redemption, en de enige twee dingen die het personage van Morgan Freeman op de been hielden: hoop en de poster van Rita Hayworth in zijn cel. De realiteit valt minder spectaculair uit dan mijn fantasie, zo blijkt na zes maanden. De gedetineerden komen in hun eigen kleren en zonder bewaking naar de les. Net als alle dorpsbewoners hebben ze een badge waarmee sommige deuren vanzelf opengaan. Hoewel het badgesysteem bijdraagt aan het streven naar gelijkheid in het gevangenisdorp is het niet altijd in één oogopslag duidelijk wie de vaste bewoners van de Witloofstraat zijn. Het komt weleens voor dat een bewaker nieuwe gedetineerden en personeelsleden door elkaar haalt.

“Êtes-vous un détenu?” vroeg een bewaker me eens. De studenten kunnen best tegen een grapje over hun

Natuurlijk moest het eens gebeuren: een ander – een indringer – op mijn nieuw verworven parkeerplaats. Als ik een paar weken later de straat inrijd, zie ik Myriam op de stoep staan zwaaien naar

situatie. “Vinden jullie het erg als de les vijf minuten uitloopt? Nee, waarschijnlijk niet. Wat hebben jullie anders te doen?” Op slechte dagen maak je zo’n grap beter niet. Maar die zijn snel te herkennen. Het gevoel van slachtofferschap is dan sterk aanwezig in de klas. Iedereen behalve hun leraar lijkt op dat moment verantwoordelijk voor hun situatie. In onze schoolklassen op het Rouppeplein spoelen studenten van over de hele wereld aan. Ze komen uit Oekraïne, Marokko, Gaza, India, Burundi of Kameroen en tonen de moed om een uitdagende taal als het Nederlands te leren. Hoewel het volwassenen zijn, maakt de nieuw aangeleerde taal hen net zo kwetsbaar en onzeker als kleine kinderen. Gedetineerden zijn net zo. Alleen omdat je de moed hebt gehad om een juwelier te overvallen, auto’s te stelen of drugs te verhandelen, wil dat nog niet zeggen dat je niet doodnerveus kunt zijn voor een tussentijdse evaluatie of mondeling eindexamen.

een zware Mercedes voor haar deur. De bestuurder, zo vang ik op als ik uitstap, scheldt haar uit en maakt brutale opmerkingen over haar donkere huidskleur, en rijdt vervolgens met piepende banden weg. Myriam en ik houden nadien elkaars hand vast: aangedaan, maar ook door elkanders aanwezigheid aangesterkt.

Nooit eerder gedacht: maar een parkeerplaats kan zoveel meer zijn dan een met verf afgebakende lap beton. In mijn geval werd het in al zijn grijsheid een poëtische plek waar mensen samen strijden tegen racisme en boertigheid; in die rechthoekige leegte werden anonieme burgers buren van elkaar – op oudejaarsavond stuurde Myriam me zelfs een berichtje om me een goede gezondheid te wensen. Als elke parkeerplaats tot dat soort contacten zou leiden, hoe verschrikkelijk mooi kan Brussel dan wel niet zijn? Daarvoor sta ik gráág mijn plaats af en rij ik met plezier twaalf rondjes om.

Reeks nalezen?

Reeks nalezen?

Wie alle columns van BRUZZ wil herlezen, kan de teksten terugvinden op BRUZZ.be/column

Wie alle columns van BRUZZ wil herlezen, kan de teksten terugvinden op BRUZZ.be/column

Column
Column
ice

Zweedse zondes, vlezige poppen en wraakwesterns

Niet alleen voor liefhebbers van gepeperde genrefilms, nonconformistische parels en de cultfilms van gisteren, morgen en vandaag is Offscreen een festijn. Het Brusselse filmfestival pleziert iedereen die graag wordt omvergeblazen door markante films. Het programmateam reikt op verzoek van BRUZZ vijf niet te missen parels aan. door Niels Ruëll

gids door de culturele agenda
Uw
6 > 12/3

1

Onheilspellend poppenspel

Voor Offscreen-programmator

Vanessa Morgan was de animatie-en-liveactionhybride Stopmotion dé ontdekking van Sitges, het hoog aangeschreven genrefestival uit Spanje. “Een vrouw die stop-motionfilms maakt, slaagt er maar niet in om iets verbluffends te creëren tot ze een klein meisje ontmoet dat haar ideeën influistert. Alleen komt dat verhaal écht tot leven,” vertelt ze. “Dat klinkt misschien klassiek, maar het wordt meesterlijk verteld. Ik durf het een van de betere horrorfilms in jaren te noemen.” Stopmotion is het debuut van Robert Morgan. “Ik ben heel blij dat hij naar Brussel komt om zijn films in te leiden en in gesprek te gaan met het publiek, want volgens mij gaan we nog veel van die meneer horen.” Morgan is een Brit die al twintig jaar scoort met zeer bizarre, onheilspellende, korte stop-motionfilms zoals The cat with hands. Voor de stop-motion in Stopmotion werkte hij eigenaardige monsters uit. “Ze stellen op een afschrikwekkende manier mensen voor. Het lijkt alsof de poppen van rauw vlees zijn gemaakt. Heel speciaal. Ik vind zelf niet snel iets eng, maar mensen uit ons team vroegen zich af of we de toeschouwers niet moeten waarschuwen dat het erg eng wordt.”

2

Monstertjes uit de oude doos

Je kleine of ouwe eens meenemen naar Offscreen? Niet elke vertoning leent zich ertoe, maar wel de matineevoor-

stelling van The primevals. “Over het verhaal wil ik niet te veel kwijt, want een deel van het plezier schuilt in de vele wendingen en verrassingen. Na de ontdekking van een yeti wordt een expeditie op touw gezet, maar die verloopt anders dan je verwacht,” zegt Vanessa Morgan. “Er is niets choquerends aan. Het is een charmante avonturenfilm met leuke, schattige monsters: yeti’s en aliens en alles wat jong of oud gelukkig maakt.” The primevals baadt in de sfeer van de oude stop-motionfilms en lijkt vintage, maar is dat maar half. “Regisseur David Allen, een specialist in special effects, begon in de jaren 1960 aan het project, maar moest meermaals stoppen door budgettaire problemen. In de jaren 1990 kon hij effectief filmen, maar opnieuw werd de stekker er voortijdig uit getrokken. Hij overleed aan kanker en heeft de film niet kunnen afwerken. Dankzij een Indiegogo-campagne in 2018 konden collega’s met het storyboard en de stop-motionpoppen de film toch afwerken. Na zestig jaar is hij eindelijk op het grote scherm te zien. Toch bij ons.” 3

Een Japanner met een atoombom

Een specialiteit van Offscreen is het reveleren van filmregisseurs die niet onmiddellijk een belletje doen rinkelen, hoewel ze een of meerdere fantastische films hebben gemaakt. Deze editie van Offscreen zet zo Kazuhiko Hasegawa in het zonnetje. “Ik draai al heel wat jaren mee, maar zelfs voor mij is Hasegawa een

ontdekking,” zegt Offscreen-oprichter Dirk Van Extergem. “Dat komt doordat hij maar twee films heeft gemaakt en floreerde in een periode waarin het Westen de Japanse cinema niet volgde: de jaren 1980.” Japan beschouwt The man who stole the sun als een revolutionair meesterwerk. “Het scenario is van Leonard Schrader, de broer van Taxi driver-scenarist Paul Schrader. Een zachtaardige leraar natuurkunde bouwt in zijn appartement een atoombom. Als grote fan van The Rolling Stones pikt hij het niet dat ze geen toestemming krijgen om in Tokio op te treden en hij dreigt zijn atoombom te gebruiken. Die zotte, bevreemdende tagline typeert de absurde stijl. De beeldvoering is magnifiek. Dankzij die zotte mix is The man who stole the sun vandaag nog steeds een vernieuwende, verfrissende, ongelofelijke film!”

4 Luxemburgse western

“Genrecinema wordt nogal snel geassocieerd met horror en sciencefiction. Maar western is voor mij evengoed een genre,” zegt Dirk Van Extergem. “We hadden ooit een luik rond spaghettiwesterns. Ik sluit niet uit dat we ooit iets rond zotte musicals doen.” In afwachting is er de Luxemburgse western van debutant Loïc Tanson. “Het is eens iets anders. Het beklijvende The last ashes is tegelijk een western, een rape & revenge-film en een shakespeariaanse tragedie. Ik noem niet graag namen, want dat creëert te hoge verwachtingen. Maar denk gerust aan de trage camera en de gestileerde beelden uit de westerns van Sergio Leone. Of aan High plains drifter van Clint Eastwood. Alleen is het hier geen man die wraak neemt, maar een vrouw. Ze komt in opstand tegen de onderdrukking van de vrouw en de restanten van een feodale, patriarchale maatschappij. De film begint in 1838 en verhaalt over de periode dat Luxemburg een natie werd. Ik vernoemde ook Shakespeare, want het wordt bigger than life en mythisch.”

5 Tarantino’s favoriet

Het zwaartepunt van Offscreen ligt dit jaar op ‘Scandinavian sins’: een uitvoerige verkenning van de genre- en (s)exploitation-cinema van de jaren 1960 en 1970, waarmee Zweden en Denemarken seks uit de taboesfeer haalden. “De hoeksteen van de module, de sleutelfilm, is Thriller: a cruel picture,” vertelt programmator Frederik Van Allemeersch. “Het is de

Offscreen
uit met Zweedse zondes, vlezige poppen en wraakwesterns
Cinema
pakt
The primevals The last ashes

perfecte Offscreen-film: niet zo bekend bij het grote publiek, maar wel bij de cultliefhebbers. Er zit van alles in: seks, geweld in slow motion zoals bij Sam Peckinpah, autoachtervolgingen, drugs en fun. Het is een markante, brutale exploitation-film, maar mét een visie. Er zit een regisseur achter.” Die mening is ook Quentin Tarantino toegedaan, de regisseur van Pulp fiction en Inglourious basterds, die Offscreen vast zou platlopen als hij niet in Los Angeles maar in Brussel woonde. “Tarantino is een gigantische fan. Hij noemt het de ‘toughest of all revenge movies.’ Een serieuze uitspraak. Dat het personage van Daryl Hannah in Kill Bill een ooglapje draagt, is een directe homma-

OFFSCREEN VOUS EN MET PLEIN LA VUE

FR Offscreen ne cible pas seulement les amateurs de films de genre cultes, corsés et non-conformistes d’hier, aujourd’hui et demain. Le festival enchante celles et ceux qui aiment se faire époustoufler par des films marquants. L’équipe programmatrice met cinq films en avant : l’effrayant film hybride d’animation et de live action Stopmotion, le charmant film d’aventure The Primevals, le chef-d’œuvre The Man Who Stole the Sun de Kazuhiko Hasegawa, le western luxembourgeois The Last Ashes et le péché suédois préféré de Tarantino Thriller: A Cruel Picture

ge aan Christina Lindberg in Thriller: a cruel picture.” Deze cultactrice en eregaste van het festival speelt een jonge vrouw die tot prostitutie wordt gedwongen door een pooier die haar oog uitsteekt en haar afhankelijk maakt van heroïne. Haar wraak is explosief. De expliciete seksscènes zouden vandaag fel worden bekritiseerd. “Offscreen ziet zich als het platform waarop zulke films moeten kunnen worden vertoond. Een plek waar geen censuur wordt toegepast en waar je met eigen ogen kan kijken en oordelen.”

Offscreen verovert van 6 tot en met 24/3 Cinema Nova, Cinema RITCS en Cinematek, offscreen.be

OFFSCREEN COOKS UP A FEAST FOR THE EYES

EN Offscreen is a feast not only for lovers of pithy genre films, non-conformist gems and the cult films of yesterday, tomorrow, and today. The Brussels film festival is for anyone who likes to be blown away by striking films. The programme team shares five tips with us: the terrifying animation and live action hybrid Stopmotion, the charming adventure film The Primevals, Kazuhiko Hasegawa’s masterpiece The Man Who Stole the Sun, the Luxembourg western The Last Ashes, and Quentin Tarantino’s favourite Swedish sin Thriller: A Cruel Picture

The man who stole the sun Thriller: a cruel picture

Pop & JazzExpo Film

Smakelijke amuse-bouche

Het folk- en jazzfestival Brosella nam vorig jaar een frisse start met zijn eerste lenteeditie. En ook in zijn amuse-bouche voor deze zomer zitten fraaie smaakmakers. Pianist Dorian Dumont zoekt een link tussen klassieke muziek en de elektronische composities van Aphex Twin, Zwornturf is een nieuw trio rond Frank Deruytter, Dré Pallemaerts en Jozef Dumoulin. Voorts is het zeker ook uitkijken naar de stomende jazz van Dishwasher_ en nieuwkomer Aki.

BROSELLA SPRING FESTIVAL 7 > 10/3, LaVallée, brosellaspringfestival.be

Grootstedelijke groove

Met hun debuutalbum Nandakke? bevestigden Aili Maruyama en Orson Wouters al het goede dat we van het Brussels-Gentse tweetal verwachtten sinds ze drie jaar geleden door de pandemie dansten met de grootstedelijke groove van hun single ‘Dansu’: flikkerende analoge synths die zijn opgegroeid in een Soulwax-universum, knetterende beats en knotsgekke teksten in een soort kinderlijk Japans, die je na de eerste luisterbeurt al kan meezingen.

AILI 7/3, Ancienne Belgique, abconcerts.be

French house 2.0

‘Danser que sur le shit’ heet de eerste track op Qui existe, het nieuwe, derde album van Mézigue. Dat is precies waar de Franse producer, die zijn album deels opnam in de legendarische Motorbass-studio van wijlen god van de French house Philippe Zdar, je toe verleidt. Deze Franse house versie 2.0 gooit bonkende beats, exotische drum-’nbass, hiphop en experimentele elektronica in de mix, een aanstekelijk zootje dat zonder verpinken op je benen mikt. (TZ)

MÉZIGUE 7/3, Botanique, botanique.be

Momentje

De aan de West-Vlaamse klei onttrokken kunstenaar Ronny Delrue is zo eerlijk om zijn tentoonstelling Momentum een nummertje mee te geven. Het zou ons namelijk verbazen als dat momentum van de zich voortdurend herbronnende artiest eind april zou gaan liggen. Bij Nosbaum Reding toont hij onder meer geschilderde ‘portretten’ van personen die zich ophouden in de schemerzone tussen verschijnen en verdwijnen, tussen tonen en verbergen.

RONNY DELRUE: MOMENTUM (1) 7/3 > 20/4, Nosbaum Reding, nosbaumreding.com

Kunstenaar met klopper

You can’t make an omelette without breaking a few eggs, pleegt men al eens te zeggen. Werner Mannaers heeft daar een variant op gevonden: To make meringue, you must beat the egg. De titel waarmee de Antwerpse schilder zijn eerste expo bij Almine Rech bedenkt, zou zomaar kunnen verwijzen naar de manier waarop zijn werken lustig een eigen taal slaan uit de kunstgeschiedenis.

WERNER MANNAERS: TO MAKE MERINGUE, YOU MUST BEAT THE EGG 7/3 > 13/4, Almine Rech, alminerech.com

Gluren bij de buren

Naar goede gewoonte gooit het BANAD Festival drie weekends lang de deuren van opmerkelijke art-nouveau- en art-decogebouwen in Brussel open. Deze achtste editie reikt bezoeken, lezingen, themawandelingen en een objectenbeurs aan en gunt bezoekers een inkijk in de imposante interieurs van een zestigtal herenhuizen, kantoren, oude winkels, kunstenaarsateliers, ziekenhuizen, kerken, musea en scholen. (KS)

BANAD FESTIVAL 9 > 24/3, verschillende locaties, banad.brussels

Bonje in de leraarskamer

Zondag worden de Oscars uitgereikt. Het Duitse Das Lehrerzimmer zal het in de categorie ‘beste internationale film’ nooit halen van het ijzingwekkende The zone of interest. Dat neemt niet weg dat deze uitstekende arthousethriller je van de eerste tot de laatste minuut bij de les houdt. Een klaslerares neemt het niet dat haar Turkse leerling valselijk beschuldigd wordt en stelt een onderzoek in naar een reeks diefstallen in de leraarskamer. Had ze beter niet gedaan.

DAS LEHRERZIMMER DE, dir.: Ilker Çatak, act.: Leonie Benesch, Leonard Stettnisch

Zac worstelt

Soms deelt het leven zulke harde klappen uit dat je niet meer kan rechtkrabbelen. Zelfs wanneer klappen opvangen je specialiteit is. In de jaren 1980 maken de broers Von Erich furore in de catchwereld. Hun grootste vijanden bevinden zich buiten de ring. Een tirannieke vader dringt hun verterende ambitie op, de ene tragedie volgt de andere op. Zac Efron en The Bear-ster Jeremy Allen White tonen hun afgetrainde lichamen.

THE IRON CLAW US, dir.: Sean Durkin, act.: Zac Efron, Jeremy Allen White

Dubbele portie Seydoux

In Dune heeft Léa Seydoux als Lady Margot Fenring maar een handvol scènes. Wie meer van de grootste Franse actrice van haar generatie wil, kan naar La bête. Die ongrijpbare scififilm van Bertrand Bonello speelt zich deels af in een door AI gedomineerde toekomst waar emoties verboden zijn. Seydouxs personage laat haar DNA zuiveren, maar blijft aangetrokken tot Louis. Kennen ze elkaar soms uit vorige levens? (NR)

LA BÊTE FR, dir.: Bertrand Bonello, act.: Léa Seydoux, George MacKay

Select Aanraders van de week
Das Lehrerzimmer Ronny Delrue: Momentum (1) Brosella Spring Festival

Klein onderhoud

The Bony King of Nowhere heeft eindelijk zijn pad gevonden

‘Ik dacht even dat ik uitverteld was’

“Are you still alive,” zingt Bram Vanparys alias The Bony King of Nowhere op zijn nieuwe album Everybody knows. Een vraag die zomaar op hemzelf zou kunnen slaan, want na Silent days uit 2018 verdween de Gentse songschrijver van de radar. “Ik kan heel kritisch zijn voor mezelf, op het extreme af,” zegt hij minzaam. “Ik ben snel ontevreden over mijn vorige albums. Dat afbreken heb ik nodig om iets nieuws te creëren. Alleen had ik dat gevoel niet bij Silent days, ik blééf trots op dat album. (Lacht) Ik dacht, misschien ben ik uitverteld en moet ik geen plaat meer maken.”

Het woord ‘writer’s block’ wuift Vanparys weg. “Dat heb ik geleerd van David Bowie. Als je het zo benoemt, vond hij, wordt het een blokkade. Terwijl het juist een opportuniteit is om een landschap te hertekenen, of jezelf te herdefiniëren. Je moet je als artiest af en toe in vraag durven te stellen. Wil ik verder, en zo ja: hoe? Dat oogt dramatisch, maar het werkt bevrijdend.”

Silent days was voor Vanparys een hoogtepunt, maar ook een eindpunt. “Ik had lang mijn heil gezocht bij klassieke songschrijvers als Bob Dylan en Leonard Cohen, ik hield vast aan het idee-fixe dat een song overeind moest blijven met stem en gitaar.” Op Everybody knows werkte hij intuïtiever en knoopte aan bij artiesten die hij als tiener koesterde, PJ Harvey en Radiohead op kop. “Ik was 14 toen Radiohead zichzelf heruitvond met Kid A, dat album zit in mijn DNA.”

Het stuurde hem, aangevuurd door toetsenist Hendrik Lasure en gitarist Vitja Pauwels, andere paden op. In de muziek, waarin hij subtiel experimenteert, maar ook in de teksten. Vanparys werpt zich op als een chroniqueur die meewarig naar het horten en stoten, struikelen en tuimelen van onze planeet en haar bewoners kijkt. “‘Het is de taak van een artiest om de tijd waarin hij leeft weer te geven,’ pikte ik van Nina Simone op, maar dat was niet wat ik aan het doen was. Ik leefde in een bubbel, terwijl ik nu veel meer de wereld rondom mij zie en die leer te accepteren.”

“You can have the best there is, but it’s going to cost you all your love, you won’t get it for money,” leest een tattoo op zijn onderarm. “Van Bob Dylan,” grinnikt hij. “Wie iets waardevols verwacht, moet ook iets waardevols kunnen geven. Die zin komt uit het liedje ‘Idiot wind’, van Dylans break-upalbum Blood on the tracks Loslaten is belangrijk. Bij een relatiebreuk verlies je een deel van jezelf, maar het maakt je ook weerbaarder.”

Everybody knows is uit bij Unday, live op 8/3 in de Ancienne Belgique, abconcerts.be

© EVA DONCKERS

Select Aanraders van de week

PodiumLiteratuur

t.r.a.n.s.i.t.s.c.a.p.e: 19xBXL

12 — 16.03.2024

Negentien keer dans

In Les Halles presenteert het multidisciplinaire, internationale, maar in Brussel residerende duo t.r.a.n.s.i.t.s.c.a.p.e, bestaande uit Pierre Larauza en Emmanuelle Vincent, 19xBXL: een ‘expo’ van negentien –niet toevallig het aantal Brusselse gemeenten – choreografische portretten waar het publiek naar believen in kan rondwandelen. Met evenveel benaderingen van beweging als er dansers zijn: aerial silk, Rwandese dans, crossfit, contorsie ...

T.R.A.N.S.I.T.S.C.A.P.E: 19XBXL 8 > 15/3, Les Halles, halles.be

Zelfzorg en verzet

Wat een soep!

Tien jaar schrijverschap had Bregje Hofstede nodig om zichzelf te verliezen en alles te winnen. Met Oersoep dropte de schrijfster (van onder meer Drift en De hemel boven Parijs) en activiste (voor Extinction Rebellion, de feministische actiegroep De Bovengrondse en Stichting Nationaal Heksenmonument) een imposante lijfelijke ervaring in de ruimte van een boek. Bij deBuren komt ze de mystieke kracht van bevallingspijn, seks en psychedelische tripperij toelichten.

LEESCLUB MET BREGJE HOFSTEDE 12/3, deBuren, deburen.eu

Zinderende zines

GOOD MOURNING ! VOSTBIL (RELOADED)

Venedig Meer

Het artivistische platform TiNWwP, kort voor ‘There is Nothing Wrong with People, but you cannot self-love your way out of systemic oppression’, heeft aandacht voor de weerslag van maatschappelijke achterstelling op de mentale gezondheid. Dit keer met workshops, gesprekken en artistieke interventies over haalbaar en gezond verzet tegenover structurele onrechtvaardigheid.

THERE IS NOTHING WRONG WITH PEOPLE: THE COUNTERPOWER EDITION 9/3, Kaaistudio’s, kaaitheater.be

Typecastinghorror

Actrices Aminata Demba en Aïcha Cissé hijsen zich in het bitterzoete C.A.T.C.H. uit keurslijven en in blinkende kostuums, en vormen samen met regisseur Frédérique Lecomte – met wie ze eerder al samenwerkten voor Dis moi wie ik ben – een Coalition Against Type Casting Horror. Het moet eens gaan gedaan zijn met stereotiepe casting. Repertoire, representatie en rolmodellen voor iedereen! (MB)

AÏCHA CISSÉ, AMINATA DEMBA & FRÉDÉRIQUE

LECOMTE: CATCH 12 & 13/3, KVS BOX, www.kvs.be

Met de Zine Clubs opent Muntpunt al enkele jaren de deuren voor delicieuze grafische spielerei. Dit seizoen worden de creatieve sessies opgehangen aan het Libanese collectief Samandal, dat in 2019 nog de Prix de la BD Alternative wegkaapte op het stripfestival van Angoulême en onder meer Brusselaar Barrack Rima in de rangen heeft. Op 12 maart vergast Nour Hifaoui je op een grensverleggend staaltje stripmakerij.

ZINE CLUB X SAMANDAL: NOUR HIFAOUI 12/3, Muntpunt, muntpunt.be

Woordenwisseling

Met de reeks Rake Taal duikt deBuren sinds vorig jaar in de wisselwerking tussen taal en wereld en, in het bijzonder, in de mogelijkheden om via taal die wereld inclusiever te benaderen. Na een eerste editie over genderbewust taalgebruik richten Sibo Rugwiza Kanobana, Grâce Ndjako, Wendeline Flores, Nadia Hanssens en moderator Fiep van Bodegom nu de blik op manieren om onze taal te dekoloniseren. (KS)

RAKE TAAL: EERSTE HULP BIJ GEDEKOLONISEERDE TAAL 6/3, deBuren, deburen.eu

Leesclub met Bregje Hofstede

Eat & Drink Win Tickets

La Général

La Général, een voormalig café dat werd omgetoverd tot een vrolijke en levendige Mexicaanse cantina, verwent de smaakpapillen door de zon te laten schijnen. Zelfs als het regent.

Op een van de vele natte avonden van deze winter stapten we binnen bij La Général. De gevel mag dan wel nog herinneren aan de tijd dat de plek Le Général heette, binnen is de zaak compleet veranderd. Met zijn kitscherige decor en uitgelaten sfeer brengt deze cantina je in vervoering. De oude cafécontouren zijn verslonden en als puzzelstukken weer uitgespuwd: er staan groene planten en fluwelen banken, en hier en daar hangt een volks Mexicaans schilderij aan de muur.

De sfeer hier ademt zowel België als Mexico, in navolging van de achtergrond van uitbaatster Amandine Darmstaedter,

Change of plans

5x2 tickets, GC De Kriekelaar, 10/3

Femke Gyselinck, Zanne Boon en Oskar Stalpaert moeten hun dansplannen voortdurend bijsturen. Mail ‘Change’

die twee etablissementen had in Mexico-Stad voordat ze terugkeerde naar onze hoofdstad. Het goede nieuws is dat ze zich heeft bevrijd van de tex-mexkookkunst en haar gasten overtuigt met een keuken vol verrassingen en lokale ingrediënten. Bijgestaan door een beminnelijk team heeft de jonge vrouw een onweerstaanbaar menu samengesteld, variërend van pica pica – bordjes om te delen die ook als voorgerecht kunnen dienen – tot copieuzere platos

We gingen van start met een nayaritstyle ceviche van dorade (16 euro), die barstte van de vis, en avocado, komkommer, tomaat, koriander, knoflook, ui, citroen en groenten, gepekeld op Mexicaanse wijze (escabeche), combineerde. Een vuurwerk van licht gekruide smaken in de mond. Dezelfde smaaksensaties ervoeren we bij

19xBXL: Rokia Bamba

5x2 tickets, Les Halles, 14/3

Duo t.r.a.n.s.i.t.s.c.a.p.e. toont in 19xBXL 19 choreografische portretten, met een dj-set van Rokia Bamba. Mail ‘Rokia’

Stuur het trefwoord, samen met je adres en telefoonnummer, naar win@bruzz.be

de salade van garnalen en avocado (9 euro), met een rokerige toets van jalapeño’s.

Natuurlijk kan je niet om de taco’s al pastor (15 euro) heen. We waardeerden de kwaliteit van de maistortilla’s en van het gemarineerde varkensvlees, dat rechtstreeks van Hoeve Cuvry in Beersel komt. De grootste verrassing was echter de pollo con molle (21 euro), een Oaxacaanse specialiteit die smolt in de mond. De saus op basis van Spaanse peper, cacao, sesam, pinda’s en tomaat was formidabel.

We vermelden ook graag de drankkaart, die zich niet beperkt tot mescals en tequila’s, maar waarop ook natuurwijnen prijken – in het bijzonder de kleine Catalaanse bommetjes van Emilie Mutombo (cuvee Les Invisibles, 45 euro).

TEKST: MICHEL VERLINDEN

FOTO: SASKIA VANDERSTICHELE

R.I.S.A

5x2 tickets, KVS BOL, 19/3

Jr.cE.sA.r breit een sluitstuk aan zijn heldenreeks met R.I.S.A. (Reckless Idiots Seeking for Absolution). Mail ‘RISA’

Generaal Pattonstraat 24, Elsene, lageneral.be
••••

De vijf inzichten Femke Gyselinck

‘Heimwee en hoop kunnen samengaan’

Met Change of plans vult de Brusselse danseres en choreografe Femke Gyselinck de scène met dansplannen die voortdurend moeten worden bijgestuurd. Op deze pagina deelt ze vijf inzichten die standvastiger van aard zijn.

door Michaël Bellon

Plannen kan je veranderen (naar Billie Eilish)

Change of plans is een vrije interpretatie van het nummer ‘My future’, waarin Billie Eilish terugkijkt naar het verleden en zich voorneemt haar plannen te veranderen in functie van de toekomst. Dat idee van veranderlijkheid, deel van onze postcoronarealiteit, was de insteek van onze voorstelling. Zanne, Oskar en ik hebben onze eigen manier van dansen, maar dagen elkaar ook uit door met elkaars dansplan te worden geconfronteerd.

“Dance is hard to see” (choreografe Yvonne Rainer)

Dans is vluchtig, maar vaak ook letterlijk ‘moeilijk te zien’. Snelle bewegingen zonder veel herhaling vragen om een intense manier van kijken, waarbij de kijker bepaalde zaken zal moeten loslaten. Maar moeilijk kan ook.

“Ik dans niet alleen om de levenden te vieren. Maar ook om de doden te eren” (Oskar Stalpaert)

Oskar zei dit naar aanleiding van een soloscène die we ‘Sterrenstof’ noemen. Het gaf mij een ander inzicht over dans. Dat het niet alleen een vorm, taal of constructie is die je deelt met een publiek, maar ook een manier om je lichaam spiritueel in te zetten in een soort tijdloosheid.

“Homesick for another world” (Ottessa Moshfegh)

Dit is de titel van een heel goed boek, dat me het inzicht gaf dat heimwee en hoop voor de toekomst toch kunnen samengaan. Uit de donkere energie van de geschonden personages uit het boek komt een diepmenselijke vorm van troost en schoonheid voort.

“Avancer sans voir, hey, avec le coeur ouvert” (Népal)

Ik heb een tijdje obsessief geluisterd naar het nummer ‘Sans voir’ van de Franse rapper Népal, ook al klinkt de tekst aanvankelijk naïef. Soms doet het deugd om zaken op een emotionele manier te benaderen, in plaats van de rationele, zoekende en twijfelende manier waarop ik meestal werk.

In Change of plans (9 & 10/3, GC De Kriekelaar) deelt Femke Gyselinck de scène met dansers Oskar Stalpaert en Zanne Boon van Platform-K en muzikanten Hendrik Lasure en Adia Vanheerentals, kaaitheater.be

©
ROBBRECHT DESMET

Je onderhoudt klassen, burelen, refters, ...

Je zorgt voor de maaltijdbedeling in de refter. Kijk

Je verzorgt recepties

Je draagt orde en netheid hoog in het

je
voor
of
Stel
kandidaat
18 maart 2024 Vragen? Bel 02 785 33 41
mail personeelsdienst@overijse.be www.overijse.be/jobs
voor de
voorwaarden en procedure op:
volledige jobbeschrijving,
zoeken
Wij
poetsmedewerkers!
Deze publicatie wordt behartigd door A&S Solutions DB111333B4 regiotalent.be/carrieretips Tips en tricks voor je carrière? Lees het op DB620397H9
vaandel.
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.