
RWDM-fans boycotten ticketverkoop Daring Brussels

Female-only spaces eisen plek op in Brussels jeugdwerk

Alternatieve media





RWDM-fans boycotten ticketverkoop Daring Brussels
Female-only spaces eisen plek op in Brussels jeugdwerk
Alternatieve media
SCHRIJF U NU IN VOOR DE INFODAG OP 26/6 VIA THEBANKSBRUSSELS.BE
Het bruist rond het Kanaal. Met de steun van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de Europese Unie ontstonden een aantal plekken die een positieve impact hebben op iedereen.
Zo is er De Vaartkapoen waar Fatima buurtbewoners samenbrengt rond de solidaire maaltijden die ze bereidt. Of COOP met zijn kindvriendelijke ontdekkingsworkshops. ART2WORK begeleidt je dan weer om je weg te vinden op de arbeidsmarkt. iMAL verrast je als bruisend centrum voor digitale kunsten met een eigen FabLab. En in MAD Brussels ontdek je lokale ontwerpers.
Zo blijft het Kanaal evolueren als onuitputtelijke bron die je kansen biedt om bij te leren, te werken, te creëren, te spelen... Kortom, om jezelf te ontwikkelen.
De afgelopen weken timmerde Ahmed Laaouej (PS) aan een linkse coalitie. Wat iedereen voorspelde, gebeurde: Vooruit liet vrijdag weten te passen voor het project. “We constateren dat de wil om die verantwoordelijkheid te nemen, niet bij alle partijen die rond de tafel zaten aanwezig was,” klonk het. Minstens even aannemelijk is dat de spreidstand tussen deelname aan een centrumrechtse federale Arizona-regering en een Brusselse radicaal-linkse regering voor Vooruit ondraaglijk zou zijn.
Dit is al het derde veto van een Nederlandstalige partij. Eerder wilde Benjamin Dalle (CD&V) niet toetreden zonder ministerpost. En ook Frédéric De Gucht (Open VLD) wil niet zonder de N-VA in een regering stappen, nadat de PS net stelde niet mét de N-VA te willen regeren.
Vooral het standpunt van De Gucht valt moeilijk te vatten. Het is dan ook geen veto tegen een andere partij, maar een veto tegen een veto – een metaveto dus - en dan wordt het ook voor politieke journalisten wat abstract. Temeer omdat de N-VA het nooit heeft nagelaten Open VLD te vernederen: de liberalen gingen terecht kopje onder, De Croo was een bedrieger enzovoort.
Maar de PS mag geen veto stellen? Dat is intellectueel oneerlijk.
De jongste maanden beklemtoont De Gucht dat de N-VA in Brussel mee in de Brusselse regering moet, omdat Brussel zal moeten samenwerken met de andere regeringen in België, waar de N-VA de grootste partij is. “Brussel hervormen tegen de partij van de premier en de Vlaamse minister-president in: ik wil wel, maar dat gaat nooit lukken.” Dat MR, Vooruit, Les Engagés en ook CD&V – die de plaats zou innemen van N-VA – in die andere regeringen zitten, is blijkbaar niet voldoende voor De Gucht: het moét de N-VA zijn.
“Aan de zijlijn blijven staan in Brussel, is riskant voor Open VLD”
Welke hervormingen zo makkelijker zullen gaan, is onduidelijk, maar extra geld voor Brussel zal dit wellicht niet opleveren. Meer zelfs: de federale regering snoeide in het Brusselfonds Beliris. En dat was nog voor ratingbureau Fitch vrijdag de rating voor België verlaagde. Misschien is angst voor nieuwe klappen van de kwelduivel de meest logische verklaring voor het vasthouden aan de Vlaams-nationalisten. Door hen mee in bad te trekken, hoopt hij gespaard te blijven van kritiek op een hervormingsregering, die sowieso gebrekkig zal zijn. Maar het is intussen wel duidelijk dat de PS, noch Défi noch Ecolo, met de N-VA een coalitie gaan vormen.
Waarom dan deze trouw aan de kwelduivel?
“Wij kunnen niet plooien voor de wensen van Laaouej,” zei De Gucht in februari. “De Franstalige kant heeft 0,0 te zeggen aan de Nederlandstalige meerderheid.” Dat klopt niet helemaal. Het is wel de gewoonte om eerst per taalgroep een coalitie te vormen, maar daar staat niets over in de Bijzondere Brusselwet. Het spreekt dan ook voor zich dat partijen die samen een regeerakkoord schrijven met elkaar moeten willen samenwerken. Niemand neemt het Open VLD kwalijk dat ze niet met Team Fouad Ahidar, PTB of Vlaams Belang in zee willen.
Dan maar aan de zijlijn blijven, is echter riskant voor Open VLD. Federaal loopt de oppositie niet lekker, wie zegt dat dit in Brussel wel zal lukken? Bovendien is MR voor het eerst sinds lang de grootste Franstalige partij: voor Open VLD een unieke kans om een liberaal Brussels project op poten te zetten, en zich te profileren als een partij die de zaken weer op orde kan zetten.
Natuurlijk blijft het een gok. Maar het is moeilijk voorstelbaar dat met zijn allen tot aan verkiezingsjaar 2029 verder blijven strompelen meer stemmen zal opleveren.
Bram Van Renterghem Redacteur
In het edito fileert de redactie de Brusselse actualiteit.
Lees meer “Tijdens de lokale verkiezingen werd ik sterk in de gaten gehouden door politici”: Brusselse journofluencers winnen aan populariteit op p.16
Aan de rand van Anderlecht, vlak bij het kanaal, werd op donderdag 15 mei het D’Ieteren Mobility Center officieel ingehuldigd.
De mobiliteitshub was al operationeel sinds juni vorig jaar en kreeg nu haar officiële startschot. In dit gloednieuwe centrum draait alles om de mobiliteit van vandaag én morgen, en springt de moderne, strakke architectuur meteen in het oog. In dit moderne complex vind je alle mobiliteitsoplossingen van D’Ieteren Mobility Company onder één dak: verkoop, onderhoud, advies én oplossingen rond elektrisch rijden. Efficiënt, duurzaam en verrassend stijlvol. Benieuwd hoe mobiliteit anno 2025 eruitziet?
Van garage naar mobiliteitshub
“We tonen duidelijk waar we naartoe willen als bedrijf,” vertelt Didier Willems, CEO van D’Ieteren Mobility Company. “Niet gewoon een rebranding, maar een duidelijke herpositionering: dichter bij de klant, met respect voor het milieu.”
De opening in Anderlecht valt samen met het éénjarig bestaan van die nieuwe visie. En de locatie is symbolisch: meer dan veertig jaar geleden kocht Roland D’Ieteren het terrein. Vandaag is het een bruisend centrum voor mobiliteit, met ook merken als Lucien en Microlino uit het D’Ieteren-ecosysteem. Sinds 2023 dragen alle vijftig concessies op de as Brussel – Mechelen – Antwerpen de naam ‘D’Ieteren Mobility Center’. Het doel? Op elke plek totaalervaring bieden. Verkoop, onderhoud, advies, elektrificatie – alles samen, op één plek.
Mobilis, de site waarop het Mobility Center zich bevindt, werd van bij het ontwerp opgebouwd rond duurzaamheid. Het gebouw is volledig CO₂-neutraal en draait op hernieuwbare energie. Meer dan 1.000 zonnepanelen voorzien in elektriciteit.Verwarming en koeling gebeuren via geothermie en regenwater wordt hergebruikt. Zelfs het glas aan de gevel is low-carbon.
Daarmee haalde het gebouw het BREEAM Outstanding-label – de hoogste internationale duurzaamheidsscore.
“We creeëren een plek die functioneel is én laat zien waar we als bedrijf voor staan,” zegt Willems. “Duurzaam, innovatief en toekomstgericht.”
Achter de opvallende gevel schuilt meer dan alleen een mooie architectuur. Op de site werken 50 medewerkers samen in een werkplaats van 3.200 m², uitgerust met 22 bruggen. Er zijn 280 parkeerplaatsen en meer dan 80 laadpunten voor elektrische wagens. Alles is voorzien om klanten snel en e ciënt te helpen, van klassieke onderhoudsbeurten tot elektrische laadinfrastructuur.
“Mobiliteit stopt niet bij het kopen van een wagen,” zegt Willems. “We helpen mensen vooruit te geraken, letterlijk en figuurlijk.”
Of je nu op zoek bent naar een nieuwe of tweedehandswagen, informatie over elektrische modellen of gewoon nieuwsgierig bent naar hoe zo’n mobiliteitscentrum werkt: het D’Ieteren Mobility Center Anderlecht is er voor iedereen.
Nieuwsgierig?
Kom het zelf ontdekken.
Adres: Industrielaan 51, 1070 Anderlecht
Openbaar vervoer: Lijnen 49, 73, 74, 78 – halte Vaartdijk
Met zijn uitgesproken standpunten is filosoof en direnrechtenactivist Peter Singer geen allemansvriend: “Woke is een dogma geworden.”
16Media Alternatieve nieuwskanalen populair onder Brusselse jeugd
03Vooraan Alleen Nederlandstalige partijen mogen een veto hebben
06Het gesprek Peter de Caluwe zwaait af als intendant van De Munt: ‘Leiderschap draait om empathie’
RWDM staat op een zucht van promotie naar de hoogste voetbalklasse.
14Opinie ‘Mijnheer Textor, u maakte van RWDM een tweedehandsclub’
22Restaurant Vluchteling verovert Brussel met Syrisch streetfood
OP DE COVER
32Interview Brusselse pornoactrice Gigi Max wint sectorprijs
ACTUALITEIT
28 Sporting Flagey Een serieus strandspelletje
29Big City Zijn de Smurfen Brusselaars?
29Meer BRUZZ Wat is er te doen op de andere BRUZZ-kanalen?
15Debatteer mee Voel jij je veilig in het Brusselse nachtleven?
24Samenleving Meisjes kiezen voor eigen jeugdwerking
03Vooraan ‘Maak medische screening verplicht’
06Het gesprek Jeugdrechter Tine Suykerbuyk en journaliste Phara de Aguirre over Mijn jeugdrechter
12Fenomeen van de week Vlaamse instap in Brussels Airport stemt Brussel ontevreden
13Cartoon Kim
30Hang-out Sirine
16Geopolitiek Is Brussel een doelwit voor Russische aanvallen?
VERHALEN
24Horeca Brasserieën tonen zich creatief in tijden van crisis
10In beeld Heleen Rodiers: rode lijn voor Gaza
ELKE WEEK
12Fenomeen van de week Platform Better koppelt bedrijven en goede doelen
14 Stadsleven Vliegende yogamat
10In beeld Emiel Viellefont: 25 Joêr Gardevils
28Sporting Flagey ‘Alles met wieltjes is welkom’
36Column Not your ‘Pretty Woman’
29Big City Waarom was er ooit een Schaarbeekse school in Blankenberge?
37 Lucile Desamory bezingt het braakland op Border Buda
29Meer BRUZZ Wat is er te doen op de andere BRUZZ-kanalen?
30Hang-out Eléonore
41 Klein onderhoud Jeneba KannehMason
36Column Tussen godin en dikke koe
SELECT
13Cartoon Kim Duchateau
21Botanisch Brussel Geneeskrachtige planten ontdekken in het Scheutbos
14Opinie ’Maak van het Noordplein een ontmoetingsplaats voor politiek debat’
14Stadsleven Merci
23Botanisch Brussel Natuurboomgaard in Laarbeekbos krijgt opfrisbeurt
43Eat & Drink Ondo
37 Filmmaker Mathijs Poppe slaat een brug tussen Jette en Shatila
44Inzichten Cheb Runner
41 Klein onderhoud Ilyas Mettioui
43Eat & Drink Fish Tank
44Inzichten Lubiana
BRUZZ Flageyplein 18, 1050 Brussel, 02-650.10.65 ABONNEMENTEN Josiane De Troyer (abo@bruzz.be), 02-650.10.80 Gratis in Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Rest van België: 29 euro per jaar; IBAN: BE98 3631 6044 3393 van Vlaams Brusselse Media vzw, een abonnement binnen Europa kost 162 euro per jaar, buiten Europa 192 euro per jaar OPLAGE 50.000 exemplaren ADVERTEREN? Angela Mngongo 02-650.10.81 angela.mngongo@brusselmedia.be DISTRIBUTIE Ute Otten, 02-650.10.63, ute.otten@bruzz.be ALGEMENE DIRECTIE Dirk De Clippeleir ALGEMEEN HOOFDREDACTEUR Klaus Van Isacker COÖRDINATOR MAGAZINE Maarten Goethals ART DIRECTOR Heleen Rodiers VORMGEVING Ruth Plaizier EINDREDACTIE Elien Haentjens, Kurt Snoekx WERKTEN MEE AAN DIT NUMMER Eva Christiaens, Sophie Soukias, Tom Zonderman (redacteurs); Uma Barrea, Jasper Croonen, Joachim Ferier, Matisse Van der Haegen, Indra Rypens, Andy Furniere, Michaël Bellon, Elian Coussement, La Morrigasme, Michiel Leen, Tom Peeters, Niels Ruëll, Emmanuel Vanbrussel, Freya Van Nieuwenhuysen, Bram Van Renterghem, Michel Verlinden (medewerkers) VERTALING Frédérique Beuzon, Gregory Blauwers, Sam De Ryck, George Holmer FOTOGRAFIE & ILLUSTRATIE Bart Dewaele, Kim, Delphine Frantzen, Ivan Put, Saskia Vanderstichele, Emiel Viellefont VERANTWOORDELIJKE UITGEVER Dirk De Clippeleir, Flageyplein 18, 1050 Elsene.
BRUZZ is een uitgave van de Vlaams Brusselse Media vzw wordt gedrukt bij Printing Partners Paal-Beringen en wordt gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap en de Vlaamse Gemeenschapscommissie
COÖRDINATOR MAGAZINE Maarten Goethals ART DIRECTOR Heleen Rodiers VORMGEVING Ruth Plaizier EINDREDACTIE Karen De Becker, Kurt Snoekx WERKTEN MEE AAN DIT NUMMER Eva Christiaens, Kris Hendrickx, Sophie Soukias, Tom Zonderman (redacteurs); Uma Barrea, Michaël Bellon, Maya Callizaya, Jasper Croonen, Astrid De Bois, Emilia De Feyter, Andy Furniere, Michiel Leen, Tom Peeters, Niels Ruëll, Kevin Van den Panhuyzen, Michel Verlinden (medewerkers) VERTALING Frédérique Beuzon, Gregory Blauwers, Sam De Ryck, Aurélien Garcia, George Holmer FOTOGRAFIE & ILLUSTRATIE Bart Dewaele, Kim, Delphine Frantzen, Ivan Put, Saskia Vanderstichele, Emiel Viellefont VERANTWOORDELIJKE UITGEVER Dirk De Clippeleir, Flageyplein 18, 1050 Elsene. BRUZZ is een uitgave van de Vlaams Brusselse Media vzw wordt gedrukt bij Printing Partners Paal-Beringen en wordt gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap en de Vlaamse Gemeenschapscommissie
Op 1 juli wordt Peter de Caluwe als intendant van De Munt opgevolgd door de Duitse Christina Scheppelmann. Na achttien jaar aan het roer laat hij het Brusselse operahuis in blakende gezondheid achter, ondanks budgetreducties, toenemend rendementsdenken en een groeiende overheidscontrole. “Politieke benoemingen leiden tot compromissen, omdat iedereen bediend moet worden.”
door Tom Peeters foto’s Emiel Viellefont
Het doet hem wel wat, dat afscheid, is Peter de Caluwe eerlijk, zeker nu hij zijn bureau op de vijfde verdieping van De Munt aan het opruimen is. “Maar verandering is goed voor iedereen, ook voor dit huis. Ik ben een van de laatste Mohikanen, op enkele techniekers na ben ik de enige overblijver van de Mortierschool.” Echt voorbereid op een vaarwel aan wat jarenlang je tweede thuis was, ben je natuurlijk nooit, vertelt hij, “maar je zal mij hier begin juli niet zien rondhangen. Dat zou ik niet kunnen.” Na zijn laatste werkdag gaat het naar de Bourgogne met vrienden, en daarna – een jaarlijkse gewoonte – naar Aix en Avignon. Nog twee weken bezet De Caluwe zijn kantoor. Ook voor zijn secretaresse wordt het wennen. Ze bekent dat hij nog steeds
een handgeschreven agenda gebruikt, en dat het aanpassen is aan de gewoontes van de nieuwe intendant. Die opvolger, de Duitse Christina Scheppelmann, is bankier van opleiding en hanteert na passages bij de opera’s van Washington DC en Seattle een wat Amerikaansere stijl, die alvast inzake agendaplanning meer op het bedrijfsleven geënt is. “Ik noteerde al mijn afspraken zelf en heb nooit van mijn secretariaat verwacht dat ze me belden om te zeggen wanneer ik waar moest zijn,” zegt De Caluwe droog. “Dat zal nu misschien veranderen. Ik hoop één ding. De Munt is altijd een Europees project geweest, en dat moeten we zo proberen te houden. Invloeden zijn natuurlijk welkom, maar we mogen ons kritisch opstellen tegenover wat er uit Amerika komt aanwaaien.”
Na achttien jaar bent u de langst zittende naoorlogse intendant van De Munt. Hoe hebt u het zo lang kunnen volhouden?
PETER DE CALUWE: Ik ben benoemd op 5 juni 2005 en ben meteen beginnen te werken, maak er dus maar twintig jaar van. Maar de tijd is voorbijgevlogen, terwijl er toch enorm veel gebeurd is. Je kan mij, De Munt, het Brussel en de wereld van toen niet vergelijken met wie of wat we vandaag zijn. Tijdens het opruimen stootte ik op een van mijn eerste dossiers: de institutionele discussie of we wel federaal moesten blijven of naar de gemeenschappen zouden gaan. Daarna volgden de financiële crisis, de verbouwingswerken, de coronacrisis … Maar ondanks budgetreducties laat ik het huis zowel artistiek als financieel in blakende gezondheid achter. Daar ben ik trots op, net als op het feit dat we van een
• Geboren in 1963 in Hamme
• Studeerde Germaanse filologie en Theaterwetenschappen
• Begon in 1986 zijn carrière bij De Munt als dramaturg onder intendant Gerard Mortier; werd in 1989 ingelijfd door Pierre Audi bij De Nederlandse Opera in Amsterdam
• In 2005 benoemd tot algemeen en artistiek directeur van De Munt, waar hij op 1 juli 2007 aan zijn eerste mandaat begon
• Wordt op 1 juli opgevolgd door de Duitse Christina Scheppelmann
verticale structuur met duidelijke hiërarchie zijn geëvolueerd naar een horizontale met veel ruimte voor overleg. Misschien hielp het dat ik iemand ben die nooit in problemen denkt, maar in oplossingen, en dus weinig muren ziet. Op mijn 42e was ik klaar voor de uitdaging. Ik kende het huis, het publiek, het land en de stad, al blijft Brussel moeilijk te grijpen. Ik ben hier niet geboren, maar heb hier mijn vrienden en mijn actieve leven. Toch heb ik De Munt niet willen zien als de opera van Brussel, maar als de opera van de Europese hoofdstad. Dat verandert het perspectief. Met die Europese kunstvorm wilde ik iets vertellen over de wereld van vandaag.
U was kandidaat voor een vierde mandaat, maar hebt het niet gehaald. Dat uw opvolgster tot uw generatie behoort, stelde u teleur. Wat wenst u haar toe?
DE CALUWE: Ik was ontgoocheld, omdat er zo een generatiekloof ontstaat. Was er echt niemand van 50? We gaan onze intendanten toch niet almaar ouder laten worden, zoals Amerikaanse presidenten? Ik had graag iemand willen opleiden die voortbouwt op het werk van mijn voorgangers Maurice Béjart, Maurice Huisman, Gerard Mortier en Bernard Foccroulle. Anderzijds ben ik zelf op zoek naar een job en hoop ik dat mijn generatie niet afgeschreven is. Ik wens Christina toe dat ze investeert in het DNA van het huis. Je moet De Munt in haar jus laten. Je moet begrijpen wat er soms fout loopt en wat hier inherent is en je dus niet moet proberen te veranderen, omdat het mooi is, of iets Brussels of rebels heeft. Die kantjes mag je er niet afvijlen, want dan worden we zoals alle anderen. Respecteer je de aard van het beestje, dan zal je er meer liefde van terugkrijgen.
Nieuwe generaties stellen andere eisen. Abigail Abraham, die meezong in The time of our singing van Kris Defoort, zei over blinde vlekken: tof dat er nu ook zwarte mensen op
het podium staan, maar die diversiteit zet zich niet overal in huis door.
DE CALUWE: Ik vind het fantastisch dat de jonge generatie zegt wat we niet goed doen. Er werken hier 38 nationaliteiten, maar qua kleur zijn we inderdaad nog te Europees. Toch zie ik een evolutie. Ik voer dezelfde discussie met gekleurde vrienden die zich niet voldoende gerepresenteerd voelen. Ik vraag hen dan om hun vrienden mee te brengen, want onze deur staat open. In Europa lopen we achter inzake intimacy coordination en DEI (Diversity, Equity, and Inclusion, red.). Al proberen ook wij nu bij elke productie vooraf in te schatten wat de struikelblokken van het libretto kunnen zijn. Ziet een jonge generatie misschien problemen die de oudere niet opmerkt? Zo hopen we een nog opener huis te worden. We zouden tegen al die community’s kunnen zeggen: het ligt niet aan ons, maar aan jullie. Maar zo raken we er niet. Door stijlen en disciplines te mixen, klassiekers uit hun kostuumverhaal te trekken en eigentijdse thema’s aan te snijden, waren we er al in geslaagd ons publiek te verjongen, weg van de bourgeois die kickt op traditie. De laatste jaren van mijn mandaat heb ik meer ingezet op thema’s die andere community’s aanbelangen. Al had ik alles graag nog wat meer naar beneden opengegooid.
Waarom noemt u zichzelf een van de laatste Mohikanen?
DE CALUWE: Het intendantschap dat ik altijd verdedigd heb, dat van de leidinggevende impresario die met de beschikbare middelen de juiste artiesten bij elkaar brengt, loopt op zijn laatste benen. Door de vele subsidiekortingen zie je overal managers opduiken die moeten managen wat er overblijft, maar het grotere plaatje missen. Recent onderzoek, dat dertig Europese opera- en theaterintendanten bevroeg, bevestigt de budgettaire en maatschappelijke verschuivingen. Ze gaan ten koste van artistieke creativiteit en een meer holistische, offensieve beweging, waarbij je
“Om de zes maanden moet De Munt bergbeklimmers inhuren om te beletten dat loszittende stenen op de hoofden van voorbijgangers vallen”
Peter de Caluwe: “Ik wens mijn opvolgster toe dat ze investeert in het DNA van het huis. Je moet begrijpen wat er soms fout loopt en wat hier inherent is en je dus niet moet proberen te veranderen, omdat het mooi is, of iets Brussels of rebels heeft. Als je de aard van het beestje respecteert, krijg je er meer liefde van terug.”
mensen probeert te empoweren door educatie, cultuur en welzijn. Mijn vrees is dat er niet alleen meer middelen naar defensie zullen gaan, maar ook naar defensief denken. Het besef dat we beter investeren in diplomatie, geschiedenislessen en wederzijds begrip kalft zienderogen af.
Uw voorganger Bernard Foccroulle waarschuwde al voor de druk van de commercie. Zelf ziet u de politisering met lede ogen aan. Druppelt het rendementsdenken ook hier binnen via de raad van bestuur?
DE CALUWE: Subjectief zeg ik meteen ‘ja’, objectief niet. Men probeert niets op te dringen. N-VA zit niet aan boord om de federale structuur weg te halen. Er is respect voor de kwaliteit die we brengen, maar ik ben er wel van overtuigd dat de politiek veel meer controle wil, en dat is niet gezond. Het is aan het shiften, maar gelukkig nog niet zoals in Amerika, waar donoren artistieke inspraak krijgen. Dat Trump het Kennedy Center in Washington DC overneemt, gaat om macht en controle. Ik wil geen namen noemen van collega-instellingen, maar met de vervanging van een aantal bestuurders is de macht van dat bestuur ook in België toegenomen. Politieke benoemingen leiden sowieso tot compromissen, omdat iedereen bediend moet worden. Een vernieuwer als Mortier zou nu niet meer benoemd raken, omdat hij veel te radicaal was.
Was De Caluwe een compromisfiguur?
DE CALUWE: Misschien, maar dan in de zin van onze Belgische compromiscultuur die
steeds oplossingen vindt. Buitenlandse ambassadeurs vragen je altijd eerst hoe we dat hier klaarspelen met die twee gemeenschappen zonder op de vuist te gaan. Vervolgens zijn ze benieuwd of er een Belgische cultuur bestaat. Maar die herkennen zij vaak sneller dan wij, want wij denken vanuit onze gemeenschap.
De Vlaamse kijk op Brussel is niet fraai. Dat is ook geografisch bepaald. Als ik vanuit Vlaanderen naar Brussel kwam, dan moest ik via het viaduct van Vilvoorde door al die lelijke industrie. Vanuit Wallonië rijd je de stad in via het Zoniënwoud. Vlaamse pendelaars nemen die blik mee naar huis. Daar komen nog de slechte organisatie en de huidige politieke impasse bij, terwijl de stad sowieso vol uitdagingen zit.
Heeft de Brusselse impasse een nefaste invloed op het operahuis?
DE CALUWE: Niet echt: De Munt is een federale instelling. Qua toegankelijkheid, bereikbaarheid en aantrekkelijkheid zijn er wel problemen. Na covid is het voor veel horeca niet goed gekomen, een drama waarover in Brussel amper wordt nagedacht. Het gevolg is dat we onze bezoekers niet feestelijk genoeg meer kunnen ontvangen, ook door parkeer- en vervoersstress. Soms komen ze hier aan als opgefokte renpaarden. Niet leuk, maar Brussel doet er niets aan. Waar blijven de beloofde laatavondtreinen? In mijn nieuwe project, dat amateurkunsten en community’s aan de artistieke elite wil koppelen, speelt de trein een belangrijke rol. Mensen
moeten opnieuw even ontspannen voor ze de opera binnenstappen. Waarom zou dat niet kunnen bij aankomst in het station, met een glas gesponsord door een lokale bierleverancier?
Het sleept ook allemaal zo lang aan. Een van de eerste vergaderingen na mijn benoeming ging over de renovatie van de façades. De werken zijn intussen verschoven naar 2028 – 23 jaar na die vergadering! Kijk. (Haalt nog een dossier uit het archief) Het was de bedoeling om dit masterplan in 2011 te realiseren. Er was geld van de Europese investeringsbank, maar de regering viel en we hebben moeten saucissoneren op zijn Brussels. Eerst een beetje dit, dan een beetje dat, en nu moeten we om de zes maanden bergbeklimmers inhuren om ervoor te zorgen dat de loszittende stenen niet op de hoofden van voorbijgangers vallen. Eigenlijk zou er een perimeter moeten komen.
Minister van Cultuur, zou dat iets voor u zijn? DE CALUWE: In België is er geen minister van Cultuur, en in Vlaanderen zou ik het niet willen zijn. Doe dan maar het Europese niveau. Of wacht, was de Eurocommissaris voor Cultuur en Onderwijs geen Hongaar die geschiedenisboeken herschreef? Ik herinner me hoe men, ook in de Belgische pers, neerkeek op die post toen Didier Reynders in de running was, terwijl cultuur het cement is dat Europa bindt. Het punt is natuurlijk dat er niet zoveel geld te verdelen valt. Cultuursubsidies zijn peanuts in vergelijking met de rest, terwijl de sector een bewezen multipliereffect heeft. Alleen gaat de return niet naar een bedrijf of persoon, maar naar de maatschappij. Maar mag je vandaag de term ‘solidariteit’ nog uitspreken, of mogen we alleen solidair zijn met investeringen in defensie?
Hoe hebben uw jaren bij De Munt u ten slotte persoonlijk gevormd?
DE CALUWE: Door het verantwoordelijkheidsgevoel ben ik een betere mens geworden. Twintig jaar geleden had ik niet eens een definitie van ‘empathie’ kunnen geven. Nu besef ik dat leiderschap erom draait. Soms vond men mij zelfs te empathisch, want ik moest ook pijnlijke beslissingen nemen. Bij het opruimen vond ik teksten waarin ik werknemers uitleg waarom ik hen moest laten gaan in tijden van subsidiekortingen. Ik deed dat altijd in hun woorden. Op beleidsniveau moet ik vaak spreken als een politicus. Hier zou men zich dan afvragen: ‘Is dat onze baas?’ Bij De Munt leerde ik echt connecteren. Je ziet: ik ben een softie. Men wees me er soms op dat ik veel macht heb. Maar ik denk niet dat ik ze ooit misbruikt heb. Ik ben er nooit opgewonden van geraakt en heb altijd proberen te handelen for the good of most people
FR Le 1er juillet, Peter de Caluwe cèdera la direction de La Monnaie à sa successeure, l’Allemande Christina Scheppelmann. Après 18 ans à la tête de l’institution, il laisse un opéra en pleine santé, malgré les réductions budgétaires, la pression croissante sur la rentabilité et un contrôle politique de plus en plus présent. « Je souhaite à Christina d’investir dans l’ADN de la maison. Si l’on respecte la nature de l’institution, elle vous le rend avec amour. »
EN On 1 July, Peter de Caluwe will be succeeded as general and artistic director of De Munt/La Monnaie by the German Christina Scheppelmann. Despite budget cuts, increasing commercial pressure, and growing political control, he leaves the Brussels opera house in excellent health after eighteen years at the helm. “I hope Christina invests in the DNA of the house. If you respect the nature of the beast, you get more love in return.”
Afgelopen zondag daagden meer dan 75.000 sympathisanten op in Brussel om te protesteren met een symbolisch rode lijn tegen de “genocide” van Israël in Gaza en op het Palestijnse volk. Volgens de organisatie zelf ging het om 110.000 deelnemers. “Een absolute overrompeling in de hoofdstad,” aldus 11.11.11. “Woorden volstaan niet meer. Het is tijd voor daden”. MG
Met een overname van 2,77 miljard euro is de Vlaamse overheid voortaan hoofdaandeelhouder van Brussels Airport. Daarmee krijgt die in één klap extra bestuurszetels in de nationale luchthaven.
Buurgewest Brussel zit daar niet mee aan tafel.
Tot 240.000 vluchten per jaar en stillere weekends, maar geen verbod op nachtvluchten of rem op de economische groei. Met een nieuwe omgevingsvergunning voor Brussels Airport wou N-VA-minister Zuhal Demir een jaar geleden “het evenwicht tussen de economische belangen van de luchthaven en de leefbaarheid voor de omgeving garanderen,” zei ze. Demir was toen Vlaams minister van Omgeving. Haar vergunning ligt momenteel bij de Raad van State, na beroep uit Brussel, maar intussen start haar partijgenoot en nieuw minister-president Matthias Diependaele een aparte procedure. Hij kocht vorige week, via een Vlaams investeringsvehikel, 39 procent van de aandelen van Brussels Airport over van een Canadees pensioenfonds. Kostprijs: 2,77 miljard euro. Het levert zijn regering een nieuwe schuld op, maar wel een meerderheidsaandeel in de nationale luchthaven. Dat zorgt voor extra gewicht in de raad van bestuur. “We willen mee in de cockpit zitten. Als we niet mee over de toekomst beslissen, doet iemand anders het voor ons,” zei Diependaele in een persbericht. Concreet krijgt het Vlaams
Gewest na de instap nu net meer dan vier op de tien aandelen van Brussels Airport in handen. Dat is het meest van alle investeerders en zeker meer dan de federale overheid, die een kwart plus één aandeel bezit. Het Brussels Gewest, directe buurman van de luchthaven, heeft er geen één. “Hoe kunnen we tolereren dat een nationale infrastructuur vooral wordt beheerd door één regio, als het gevolgen heeft voor het hele land?”, reageerde burgemeester Benoît Cerexhe (Les Engagés) van Sint-Pieters-Woluwe vrijdag in De Tijd “Vlaanderen voert zijn economische strategie stap voor stap uit, terwijl Brussel en Wallonië regelmatig op onaanvaardbare hoogte overvlogen worden.” De federale ombudsman voor de luchthaven, Philippe Touwaide, erkent dat Brussel 55 procent van alle vluchten boven haar hoofd te verduren krijgt.
Dat N-VA-Kamerlid Jeroen
Bergers uit Vilvoorde de instap vrijdag toejuichte als “het regionaliseren van de luchthaven,” hielp de stemming niet vooruit. De Tijd sprak over een “communautair bommetje”, PS-Kamerlid Ridouane Chahid
over “een ernstig alarm voor het federale evenwicht”. “Deze operatie is geen toeval. Ze past in een doelbewuste, geleidelijke verzwakking van de federale instrumenten ten voordele van een steeds meer uitgesproken Vlaamse regionale macht,” zei Chahid via Facebook. Vanuit liberale hoek vinden zowel Franstaligen als Vlamingen dat de overheid zich niet hoort te bemoeien met een privébedrijf. “Het is geen kerntaak om aandeelhouder te zijn van een commerciële luchthaven,” zegt ook Brussels Open VLD-boegbeeld Frédéric De Gucht. “Met 2,77 miljard euro kan je meer interessante investeringen doen. Kritische infrastructuur kan je evengoed beheren via wetgeving.” Toch zijn luchtvaartkenners overwegend positief over de Vlaamse instap. “Een overheid kijkt vaak wat breder naar het beheer van een luchthaven dan private aandeelhouders, die overwegend cash willen genereren,” zegt luchtvaarteco-
noom Wouter Dewulf (Universiteit Antwerpen). “Luchthavens als Schiphol in Amsterdam, Charles de Gaulle in Parijs en Frankfurt in Duitsland zijn al grotendeels in handen van nationale en stedelijke overheden. Dat leidt tot investeringen die niet meteen winst opleveren, zoals gebruiksvriendelijke securitycontroles. Het enige verschil is dat onze nationale luchthaven niet in de stad Brussel ligt, maar in Vlaanderen.”
Belangenconflict
Vlaanderen heeft nu, via haar extra bestuursleden, meer te zeggen over investeringen en eventuele uitbreidingen. Mogelijk geeft het hen ook wat meer gewicht in de federale onderhandelingen over vliegroutes: een dossier dat al twintig jaar vastzit. In de vorige regering wist mobiliteitsminister Georges Gilkinet (Ecolo) die vliegwetgeving nog altijd niet aan te passen. MR-minister Jean-Luc Crucke mag het deze legislatuur opnieuw proberen. “Brussel hoeft
2,77
miljard euro telde de Vlaamse overheid neer voor 39 procent van de aandelen
niet bang te zijn dat de vliegroutes zullen wijzigen, want die worden federaal bepaald in nauw overleg met de luchtverkeersleiders,” sust Dewulf. Die keuze zou in de eerste plaats gemaakt worden op basis van veiligheid en windnormen. Ombudsman
Touwaide ziet zelfs nieuwe kansen. “Ik hoop dat er nu ruimte komt voor op het eerste gezicht minder rendabele investeringen, zoals een geluidsmuur in Steenokkerzeel of de langverwachte proefdraailoods voor motoren,” zegt hij. Die zou de geluidshinder voor omwonenden kunnen verlagen.
procent van de vluchten vliegt over Brussel
“Het Vlaamse meerderheidsaandeel heeft geen impact op het baangebruik of de vliegroutes,” benadrukt Touwaide. “Zelfs als Vlaanderen het hele luchtverkeer op termijn zou willen regionaliseren, kan dat alleen met een tweederdemeerderheid in beide taalgroepen. Zoiets is onzinnig, want dan zou Brussel in theorie haar luchtruim kunnen afsluiten.” Touwaide ziet wél een belangenconflict als het gaat om de omgevingsvergunning, waar Vlaanderen zowel de regels zal moeten opstellen als naleven. Een kwestie die ook de Brusselse regering bezorgt. “Brussels Airport was al in overtreding met de vorige omgevingsvergunning, die door Vlaanderen gecontroleerd en vervolgd had moeten worden,” zegt ontslagnemend minister van Leefmilieu Alain Maron (Ecolo). Het gaat vooral om nachtvluchten en hun toegelaten decibels, die overigens alleen in Brussel en niet in Vlaanderen wettelijk zijn vastgelegd. “Nu zal het Vlaams Gewest een bedrijf moeten controleren waarvan het zélf de meerderheidsaandeelhouder is. Deze situatie is zeer zorgwekkend. Het Brussels Gewest zal alle beschikbare hefbomen gebruiken om de gezondheid van zijn inwoners te verdedigen,” besluit Maron. Brussels Airport kon nog niet reageren over de geplande stoelendans in zijn raad van bestuur. EVA CHRISTIAENS
‘Mijnheer
Met de plotse naams- en logoverandering van RWDM heeft de Amerikaanse eigenaar John Textor de doos van Pandora geopend. Fanclubs ontbinden zich en met een petitie en een mars deze week zetten ze hun eisen kracht bij. “Koop geen abonnement of losse tickets meer,” schrijft theatermaker en RWDM-fan van het eerste uur Guy Dermul.
Guy Dermul
• theatermaker
• ex-Bruzzcolumnist RWDM
• heeft sinds 2004 een abonnement, toen RWDM - als FC Brusselskampioen speelde in tweede klasse
Mijnheer Textor, Geen trainer, geen sportieve staf, geen nieuwe spelerscontracten, maar wel een nieuwe naam, godbetert. U vindt ‘Molenbeek’ een imagoprobleem hebben, het woord een zure nasmaak oproepen. U hebt de gemeente waar de club haar thuishaven heeft gewoon vervangen door ‘Brussels’, wat ‘internationaler’ klinkt. Hetzelfde argument werd in 2004 opgeworpen door Johan Vermeersch die er FC Brussels van maakte. Op het einde van die rit, in 2013, werd het dan toch weer RWDM Brussels FC. Niet voor lang, de licentie werd een jaar later ingetrokken. Ik vrees dat we weer die weg inslaan. Misschien moet u in één rechtse ruk door de naam Chrystal Palace veranderen in Chrystal London en OL Lyon in OL Paris. Want zeg nu zelf, die hebben toch meer internationale uitstraling? In 2015 herrees RWDM nogmaals
Stadsleven Vliegende yogamat door Lieve Rodiers
In een Brussels stadstuintje vind je tussen de planten al eens vreemde voorwerpen die over de muur gevlogen zijn: ballen, wasknijpers, sigarettenpeuken, het kadaver van een stadsduif… Maar een yogamat? Dat was een primeur. Ik kijk vertwijfeld naar de
door het labeur van een groep sympathisanten onder leiding van Thierry Dailly. De supportersschare keerde massaal terug, zelfs in de laagste voetbalklasse. De spionkop is geroemd om zijn onaflatende trouw en inzet, ook als het wat minder gaat. Tot nu. Tot het bestuur over de rooie gaat en de bubbel barst. Enkele onmisbare supportersclubs hebben zich al ontbonden. Terecht. Laat dit een oproep
“Dat de club naar buiten komt met de boodschap dat ze zich schaamt voor Molenbeek, kan niet”
lucht. Was het nu een Perzisch tapijt geweest, dan kon ik het verklaren. Vliegende tapijten zouden de beste oplossing voor het ochtendlijke verkeersinfarct kunnen zijn. In vogelvlucht naar het werk: het tapijt kent de route en onderweg kan je
zijn aan alle toeschouwers om geen abonnement of losse tickets meer te kopen, tot men de beslissing van de naams- en logoverandering herroept.
“De heropleving van een historische naam” gebeurde al in 2015 met de “eenvoudigste, krachtigste, kortste, uniekste en direct herkenbaarste” naam aller voetbalnamen. RWDM is en blijft
een kopje koffie drinken. Ik zie hem al zitten: Fakir uit de Efteling op de vliegende yogamat. De mat ligt in mijn tuin, maar waar is Fakir? Moet ik de ziekenhuizen bellen?
Ik kijk omhoog naar de flatgebouwen waar recent een yogamat over de reling van het balkon
hing. Binnen adopteren de katten de mat al gauw als nieuwe slaapplek.
In Stadsleven vertellen redacteurs en lezers in maximaal 1000 tekens een verrassende anekdote over Brussel. Insturen kan via redactie@bruzz.be
het “monument”. De naam die u er nu aan wil geven zal dat nooit zijn. Daarvoor hebt u namelijk supporters nodig die hun ploeg, de hele entourage, de geschiedenis, de vécu, de gemeenschap, de plek waar ze gevestigd is ... koesteren. Alles wat u niet hebt noch doet. U hoeft geen “sterke, duurzame identiteit” uit te bouwen. Die is er, en al heel lang.
U ziet enkel wat de nieuwe merchandising zal opbrengen. Uw sportieve inzichten reiken niet verder dan wat spelers, die het in uw andere ploegen niet maken, door te sturen naar Molenbeek. Ik zou zeggen, stuur ze per direct naar 1000 Brussel. Wij zijn onder uw beleid een tweedehandsclub geworden. Wat hebt u hier op die paar jaar opgebouwd? Een mooie
Bij sommigen wekt de aanwezigheid van het ‘vreemde en onbekende’ haat- en angstgevoelens op, maar zelf geniet ik van de diversiteit.”
grasmat, c’est tout. Het zou beter zijn om in de leer te gaan bij de nieuwe kampioen van dit land: Sint-Gillis, ook niet bepaald een internationaal klinkende naam. Maar ze voeren wel een topbeleid, zelfs met een beperkt budget. Een club is een gemeenschap. Dat weigert u te erkennen, elke keer weer. Waarom neemt u lafweg beslissingen zonder de achterban te raadplegen?
Supporters zijn het fundament en hebben sinds jaar en dag het logo, de vier letters, al dan niet letterlijk, in hun hart en op hun lijven getatoeëerd. Hebt u daar ooit al eens bij stilgestaan? Zij sparen zich een ongeluk om alle matchen te volgen en de gadgets te verzamelen. Wilt u de kassa opnieuw laten rinkelen met nieuwe merchandise?
Mijnheer Textor, u bent een slechte investeerder. U raakt meer en meer verstrengeld in uw multiclubsysteem. Financiële constructies die u zowat in alle betrokken landen problemen opleveren. Op 24 juni moet u voor de gendarme financier van het Franse voetbal verschijnen, op straffe van degradatie. Wellicht is dat de reden waarom er momenteel geen aanwervingen zijn.
Geen enkele club ter wereld wordt zo amateuristisch geleid dat ze op een goeie maand voor de aftrap van de competitie nog geen trainer en de broodnodige spelers
aangeworven heeft, terwijl u beweert “een moderne en ambitieuze club” te willen zijn. Het is onbegrijpelijk dat de kleine bestuurs- en communicatieploeg, ongetwijfeld hardwerkende medewerkers, u deze farce niet uit het hoofd gepraat hebben. Het perscommuniqué is ronduit potsierlijk, een melige ridderroman. Als men dan toch naar de middeleeuwen wil teruggrijpen, moeten we dan ook terug aan de basiliek van Koekelberg gaan spelen, of die zelfs afbreken omdat ze er toen nog niet stond? Het affreuze logo heeft de esthetische en wervende kwaliteit van een naschoolse pingpongclub. Maar het allerbelangrijkste: RWDM maakt samen met zijn Academy deel uit van een van de positieve projecten in de gemeente. Nu komt de club naar buiten met de boodschap dat ze zich schaamt om Molenbeek in haar vaandel te dragen. Dit kan niet. De klok dient te worden teruggedraaid. En snel. RWDM till I die, mister Textor. Het staat nochtans in uw moerstaal vermeld op al uw merchandising. Of kunt u niet lezen, maar enkel tellen?
Tot snel, op RWDM.
Reageren of zelf een opiniestuk insturen? Mail naar redactie@bruzz.be
SOFIA DATI
curator bij Wiels, verhuisde als kind naar Brussel en houdt van het gemeenschapsgevoel
Knack Weekend, 11 juni 2025
Media Alternatieve nieuwskanalen populair onder Brusselse jeugd
Ze vertalen het nieuws op niveau van jongeren, ze geven duiding bij de actualiteit en ze nemen geen blad voor de mond: ontmoet Askip, Yurbise en Chicon, drie journofluencers die wekelijks duizenden Brusselse jongens en meisjes bereiken met hun alternatief eenmansnieuwskanaal op Instagram en Twitch. “Het is erg dat sommige journalisten de dood van Fabian een ongeval noemen.”
door Joachim Ferier foto’s Saskia Vanderstichele
Ze zien zichzelf als veel dingen tegelijk. Als jonge Brusselse journofluencers met ambitie die écht vertolken wat leeft onder de jeugd, en tegelijk willen ze naar eigen zeggen de traditionele media een spiegel voorhouden door het anders te doen. Ze vertalen het nieuws op een verfrissende, soms frivole manier, maar zonder de focus te vergeten, zoals het aankaarten van allerlei vormen van onrecht, geweld en onderdrukking. Dat maakt ze bovenal geëngageerd, betrokken, en daarom zo aantrekkelijk voor de duizenden Brusselse jongeren die hun kanalen dagelijks volgen en waarderen met likes, complimenten en directe interactie. BRUZZ interviewde drie van de meest besproken new kids in media town:
Askip (20), Yurbise (21) en Chicon (26). “Racisme, homofobie, antisemitisme: veel van mijn volgers komen daar dagelijks mee in contact, terwijl politici vaak zwijgen over die onderwerpen.”
Jullie hebben een eigen nieuwskanaal op sociale media. Hoe zijn jullie daarmee begonnen?
ASKIP: Ik ben altijd gepassioneerd geweest door media. Met het geld dat ik van mijn moeder kreeg, kocht ik videoapparatuur. Eerst was ik een beetje lui om eraan te beginnen, maar op een bepaald moment zei ik tegen mezelf: ga ervoor.
YURBISE: Ik heb een grote interesse in verkiezingen en had veel vragen over politieke partijen en hun programma’s. Terwijl ik mezelf informeerde, dacht
“Politici moeten meer verantwoording afleggen over hun beslissingen”
ik: waarom ook niet anderen informeren?
CHICON: Ik ben begonnen vanuit een grote kritiek op de traditionele media. Ik wou vooral een onafhankelijke stem laten horen. Op dit moment ben ik werkloos, dus gebruik ik mijn tijd om video’s te maken over de actualiteit.
Intussen hebben jullie een publiek opgebouwd. Dat brengt ongetwijfeld verantwoordelijkheden met zich mee. Hoe gaan jullie daarmee om?
ASKIP: Mijn volgers hebben vertrouwen in de info die ik hen geef. Dat gevoel van verantwoordelijkheid zorgt ervoor dat ik dit graag doe.
• Echte naam: Noah
• 20 jaar
• Student communicatie
• Woont in Jette
• Instagram: 26,6K volgers
• Motto: parfois journaliste, parfois troubadour
YURBISE: Ik heb een geëngageerd publiek. Ik mag hen dus niet teleurstellen. Het is een enorme verantwoordelijkheid. Ik let heel erg op wat ik zeg en doe. Tijdens de lokale verkiezingen werd ik sterk in de gaten gehouden door politici. Maar ik laat me niet intimideren.
CHICON: Mijn volgers hebben bepaalde verwachtingen. Soms voel ik me schuldig dat ik niet op alle betogingen ben (lacht). Ik probeer mijn volgers duidelijk te maken dat ik geen expert ben. Daarom ga ik vaak live in debat met hen en dat is leerrijk.
Hoe bepalen jullie wat jullie brengen, en wat niet?
ASKIP: Het gaat me niet alleen om veel likes en clicks. Ik zoek in de eerste plaats naar nieuws dat interessant is. Af en toe heb ik het over Oekraïne en de oorlog in Gaza, maar ik probeer onderwerpen te vermijden waar ik niet alles van afweet.
YURBISE: Ik focus me vooral op wat jongeren bezighoudt: politiek, onderwijs, dat soort dingen. Geen faits divers, maar wat echt leeft bij ons. Ik vermijd technisch nieuws zoals economie en recht.
CHICON: Ik kies mijn onderwerpen naargelang de berichtgeving van traditionele media. Als ik opmerk dat ze iets niet vermelden, ga ik dat analyseren en bekritiseren. Ik check alternatieve nieuwskanalen voor een andere kijk.
Aan welke onderwerpen hechten Brusselse jongeren belang?
ASKIP: De MIVB (lacht). Maar ook politiek. Eigenlijk draait alles rond politiek: gezondheid, onderwijs, zelfs het openbaar vervoer. Tijdens de verkiezingsperiode vorig jaar kreeg ik mijn grootste aantal volgers. Voor mij is het ondenkbaar om
niet geïnteresseerd te zijn in de politiek van je eigen stad.
YURBISE: Klimaat, feminisme, racisme, alles wat een directe impact heeft op jongeren. En politieke drama’s, daar is onze generatie erg in geïnteresseerd. Maar ook geweld tijdens betogingen is een thema. Soms komen volgers met getuigenissen over politiegeweld.
CHICON: Vooral structurele problemen zoals seksisme, racisme en queerfobie. Zowel ik als vrienden van mij krijgen daar vaak mee te maken. Ook de stijging van extreemrechts in ons land houdt jongeren bezig.
Waar moeten politici in Brussel zich vaker over uitspreken?
ASKIP: Tijdens de aanleg van metrolijn 3 waarschuwden experts voor de gevaren van de constructie op bepaalde plaatsen, maar de plannen werden toch goedgekeurd door de overheid. Het zijn uiteindelijk de politici die de beslissingen maken, niet de experts. Politici moeten meer verantwoording afleggen over hun beslissingen.
YURBISE: Politici spreken te weinig over racisme en extremisme. We zien een stijging in antisemitisme en homofobie, maar ook in racisme. Veel van mijn volgers krijgen daar dagelijks mee te maken.
CHICON: Werkloosheid en politiegeweld. Er gaat te veel geld naar politie en controle, te weinig naar de Brusselse inwoners. Er zijn 10.000 daklozen in Brussel en meer dan 20.000 leegstaande gebouwen. Maar ook het recht op betogen staat onder druk. Er is veel politiegeweld tijdens vreedzame betogingen.
Er is veel ophef rond het recente overlijden van de elfjarige Fabian door een politieachtervolging. Hoe vinden jullie dat traditionele media dit onderwerp behandelen?
ASKIP: Ik vind zijn dood onrechtvaardig. De politie hoort geen kind op een step te achtervolgen. Vele media hebben niet vermeld dat Fabian achtervolgd werd, terwijl dat wel degelijk het geval was.
YURBISE: Ik vind dat de media het niet zo goed hebben aangepakt. Ze hielden weinig rekening met de reacties van de demonstranten.
CHICON: Ik ben woedend. Een nieuwe naam op de al veel te lange lijst van slachtoffers van politiegeweld. Ik ben geschokt door de stilte van onze eerste minister. De media verdedigen zonder aarzelen de politieagenten en debatteren zonder scrupules over de verantwoordelijkheid van Fabian. Het is erg dat sommige journalisten dit een ongeval noemen.
Op sociale media is de lijn tussen journalistiek en activisme soms dun, iedereen kan vandaag nieuws verspreiden. Zie je jezelf als journalist of eerder als activist?
ASKIP: Ik durf niet te zeggen dat ik een journalist ben. Daarvoor bestaan studies en methodes die je moet toepassen. Zo is er het principe van neutraliteit waar ik me aan moet houden. Maar het is heel moeilijk om niet je eigen mening te delen over bepaalde onderwerpen. Het probleem is dat traditionele media de bevolking niet genoeg engageren om actie te ondernemen. Ik vind dat journalisten zich meer moeten uitspreken tegen racisme, homofobie, klimaatverandering… daar valt niet neutraal over te zijn.
YURBISE: Ik ben in de eerste plaats student, dus ik leer door veel te lezen en podcasts te beluisteren. Ik zal me pas journalist voelen als ik een echte reportage heb gemaakt. Natuurlijk heb ik mijn eigen meningen, maar zolang ik niet opkom voor politieke partijen vind ik het oké om activistisch te zijn.
CHICON: Ik heb een uitgesproken kritische blik op de media en politiek, dus ik zie mezelf zeker niet als een neutrale journalist. Ik heb trouwens niet gestudeerd voor journalistiek, maar ben er wel door gepassioneerd. Alleen weet ik niet veel van de deontologie. Ik beschouw
“Ik beschouw mezelf als waakhond van de traditionele media”
• 26 jaar
• Momenteel werkloos
• Woont in Anderlecht
• Instagram: 1.308 volgers, daarnaast ook actief op Youtube en Twitch
• Motto: Chaine twitch/ youtube de vulgarisation et critique de l’actualité médiatique et politique Belge
mezelf liever als waakhond van de traditionele media dan als journalist.
Denken jullie dat iedereen journalist kan zijn?
ASKIP: Een journalist moet het principe van neutraliteit volgen en zijn bronnen checken. Dat doen veel journalisten op sociale media niet. Ze beginnen vaak een nieuwskanaal en doen zich voor als journalist zonder die basisprincipes na te leven. We moeten weten hoe journalisten aan nieuws komen voor we ze kunnen vertrouwen.
YURBISE: Een journalist moet een stem zijn voor mensen die geen stem krijgen. Hij moet eerlijk zijn en kunnen luisteren naar anderen zonder arrogant te zijn. Iedereen die dat kan, kan een journalist zijn.
CHICON: Iedereen kan journalist zijn, als die de deontologie van de journalistiek volgt, zijn bronnen checkt en kan voorleggen aan zijn publiek. Geen feiten weglaten of uitvergroten, transparantie is het belangrijkste.
Jongeren consumeren steeds meer informatie via sociale media. Worden die belangrijker dan traditionele media?
ASKIP: Een video van twee minuten vervangt nooit een diepgaand artikel. Daarom kunnen sociale media de traditio-
nele niet vervangen. Ze spelen nog steeds een belangrijke rol. Ik vertrouw het journaal meer dan een bericht op sociale media. Aan de andere kant geven sociale media een andere kijk op het nieuws, met details die traditionele media niet vermelden.
YURBISE: Mijn generatie is veel meer te vinden op sociale media dan op traditionele. Er is een groot wantrouwen tegenover traditionele media. Daardoor stijgt het belang van alternatieve nieuwskanalen. En alles gaat veel vlotter op sociale media.
CHICON: Dankzij sociale media krijgt iedereen het woord. Dat is belangrijk want bij traditionele media is dat niet het geval. Anderzijds is de content op sociale media oppervlakkig, waardoor je de illusie krijgt dat je geïnformeerd bent. Diepgaande artikels zijn dus nog steeds belangrijk. Ik wil de mensen via mijn video’s inspireren om dieper te graven naar het nieuws.
Hoe maken jullie het verschil met traditionele media?
ASKIP: Ik verwerk vaak humor in mijn filmpjes, iets dat ik in traditionele media niet veel zie. Op sociale media ben ik mijn eigen hoofdredacteur. Die vrijheid om te posten wat ik wil en op welke manier ik dat wil, vind ik belangrijk.
YURBISE: Veel journalisten worden onder druk gezet door politici. Ik heb die druk niet. Op mijn kanaal zeg ik gewoon waar het op staat. Ik hoef geen redactionele richtlijnen te volgen. Traditionele media geven vooral de stem aan politici. Ik geef zoveel mogelijk de stem aan het volk.
CHICON: Ik blijf onafhankelijk. Veel traditionele media zijn gelinkt aan grote organisaties of rijke personen. Ik word niet onder druk gezet door geld of machthebbers. Het is mijn doel om zoveel mogelijk mensen samen te brengen om te debatteren over de actualiteit.
Tot slot, waar zien jullie jezelf over vijf jaar?
ASKIP: Eerlijk gezegd heb ik geen idee. Ik heb al aanvragen voor samenwerkingen gekregen van andere media. Op dit moment werk ik alleen, maar ik sluit niets uit. Ik zie veel mogelijkheden.
YURBISE: Eerst en vooral mijn masterdiploma halen, maar het is mijn droom om documentaires te maken. Ik zou graag een documentaire maken over Congo.
CHICON: (lacht) Ik vraag me al af wat ik over vier maanden ga doen. Ik zou mijn kanaal graag verder laten groeien, idealiter in een collectief van meerdere personen. Als het echt groeit, kan ik er misschien geld mee verdienen.”
“Een journalist moet een stem zijn voor mensen die geen stem krijgen”
•Echte naam: Jérémie
•21 jaar
•Student Finance
•Woont in Halle
•Instagram: 6.556 volgers
•Motto: média jeune, belge, insolent BE
Elke oudere in Brussel verdient het om met respect en veiligheid omringd te worden. Helaas komt mis(be)handeling nog te vaak voor – vaak in stilte. Home Info Brussel staat bij met raad en daad. Dat doen ze op verschillende manieren, maar het start met een luisterend oor. Een kijkje achter de organisatie die waakt over het welzijn van onze senioren. Want zorgen voor de oudere Brusselaars, is zorgen voor een warme en solidaire stad.
Foto’s: Home Info • Tekst: alinepeeters.com • Vormgeving: monoeil.be
Het dertienkoppige en meertalige team van Home Info buigt zich dagelijks over de complexe noden van ouderen in onze hoofdstad. “Ons team is multidisciplinair - van sociologen en maatschappelijk werkers tot psychologen - en iedereen doet ook telefonische permanentie. Zo blijven we dicht bij de mensen,” zeggen Amandine Kodeck, directeur en ergotherapeut, en Sander Maertens, psychosociaal-medewerker.
“Sinds mijn ongeval is alleen wonen moeilijk. Ik lees begrippen als ‘WZC’, ‘kort verblijf’ en ‘revalidatie’, maar weet niet wat ik hiermee moet. Ik heb een klein pensioen en zie geen uitweg. Wat moet ik doen?” (Jean, 86 jaar)
Home Info krijgt elk jaar zo’n 800 hulpvragen. Persoonlijk en helder advies geven is dan ook één van hun belangrijkste opdrachten. “We kennen het Brusselse woon-zorglandschap door en door en kunnen daardoor echt maatwerk leveren,” zegt Amandine. Sander vult aan: “We zijn biocommunautair en houden ook rekening met culturele achtergrond, religie en LGBTQIA+-aspecten. Iedereen moet zich gehoord en begrepen voelen.”
Naast het geven van advies zet Home Info zich ook in voor het welzijn van
ouderen, onder meer via workshops, seminaries en publicaties. “We houden de vinger aan de pols en willen met kwalitatief en kwantitatief onderzoek beleidsmakers wakker schudden,” vertelt Amandine. Een deel van het team coördineert ook de werking rond referentiepersonen voor dementie. “Dementie is een groot knelpunt in de ouderenzorg. We organiseren overlegmomenten, verzamelen good practices en brengen de noden in de dementiezorg in kaart.”
Naar aanleiding van de Internationale Dag tegen Ouderenmishandeling op 15 juni zette Home Info het Brussels Meldpunt Ouderenmis(be)handeling - en de bijhorende telefoonlijn - in de kijker. “We gebruiken bewust de term ‘misbehandeling’, want ook onhandigheid of onwetendheid kunnen tot misbruik leiden. En ook dat kan schadelijk zijn”, aldus Sander.
“Ik woon bij mijn dochter in, en sta continu in voor de kleinkinderen, vaak ook financieel. Ik wil verhuizen, maar durf haar hier niet over aan te spreken. Ik voel me gebruikt.” (Carine, 72 jaar)
Het Brussels Meldpunt is hét aanspreekpunt voor alle situaties van ouderenmis(be)handeling. Het team van Home Info staat klaar om te helpen. Ouderen, naasten en professionals kunnen bellen. De booschap is duidelijk: “Niet twijfelen, maar bellen. We zoeken samen naar een oplossing. Niemand staat er ooit alleen voor, nooit.”
“In het ziekenhuis hebben ze mama heel goed verzorgd, maar het vertrek was traumatisch. Zonder enige uitleg legden ze haar op een brancard, stopten haar in een ambulance en brachten haar naar een rusthuis, zonder haar iets te vragen. Enkele weken later is ze nog steeds erg verward… Verschrikkelijk!” (zoon van Marthe, 92 jaar)
Ken of ben jij iemand die te maken krijgt met ouderenmis(be)handeling? Neem contact op!
02 511 91 20 info@home-info.be
Tijdens een gegidste wandeling deze week kunnen mensen de geneeskrachtige werking van planten leren kennen. Zoals van de moerasspirea, die nu in bloei staat. Die plant bevat een stof die leidde tot de ontwikkeling van aspirines. door Andy Furniere
Fabrice Lobet uit Sterrebeek, in het dagelijkse leven werkzaam in de bedrijfsfinanciënsector, leidt na een herboristenopleiding al vijf jaar natuurgidsbeurten rond geneeskrachtige planten in het Molenbeekse Scheutbos. “Die wandelingen zijn altijd volzet, er leeft duidelijk veel interesse hierover bij de mensen,” zegt hij. “Nochtans zit het gebruik van geneeskrachtige planten niet stevig verankerd in onze cultuur. België is echt een medicijnland. Ik merk het verschil als er mensen deelnemen uit Oost-Europa of Italië. Zij hebben doorgaans heel wat ervaring in dit domein.”
Lobet geeft altijd twee disclaimers mee wanneer hij mensen rondleidt in het Scheutbos. Ten eerste benadrukt hij dat planten geen geneesmiddelen zijn en enkel een ondersteunende werking hebben. Ten tweede raadt hij mensen af om te gaan wildplukken in Brussel. Sowieso is dat verboden in bossen en natuurreservaten, omdat de biodiversiteit in gevaar kan komen. Anderzijds is de vervuiling in de stad van die aard, dat Lobet mensen aanraadt om risico’s te mijden en liever naar de winkel te trekken voor de nodige extracten. Wie toch wil wildplukken, doet dat volgens de ervaren gids best in de Ardennen. Voldoende kennis is daarbij wel een must, om te zorgen dat je je gezondheid niet schaadt. Van vingerhoedskruid moet je bijvoorbeeld afblijven, want dat is een uiterst giftige plant.
Eigenschappen
• De moerasspirea wordt ook koningin der weiden genoemd, een bijnaam die de plant dankt aan haar rijzige gestalte
• Het is een indicatorplant voor vochtige ruigten en voor de kwaliteit van het water in die ruigten
Uiteraard verschilt de diversiteit aan planten in het Scheutbos jaar per jaar, naargelang de weersomstandigheden,
• De vruchtjes zijn als spiraaltjes rond zichzelf gewonden, wat de naam ‘spirea’ verklaart
© SS
maar sommige soorten zijn er altijd te vinden. “Zoals brandnetels, die vol vitamines en mineralen zitten,” zegt Lobet. Ook de moerasspirea is een klassieker onder de geneeskrachtige planten. “Ze bevat salicine, een stof die de basis vormde voor de ontwikkeling van aspirines.” De naam ‘aspirine’ is afgeleid van ‘spirea’. “Het is een plant die nu aan het bloeien is en ze verspreidt een heerlijke geur, die aan vanille doet denken.”
In het Molenbeekse bos groeit ook hop, planten die fyto-oestrogenen bevatten, oftewel stoffen die de werking van oestrogeen kunnen nabootsen. “Zo kunnen ze helpen om de menstruatie te reguleren.” Voor de spijsvertering en de werking van de lever zou paardenbloem kunnen helpen. Meiboom zou hartversterkend werken en Sint-Janskruid zou helpen om het humeur te verbeteren en zo depressies mee te bestrijden.
Zoals gezegd is wildplukken in Brussel geen goed idee, maar een wandeling in de natuur op zichzelf is al een medicijn voor lichaam en geest. Zo zou ‘natuurbeleving’ het risico op cardiovasculaire ziekten en psychiatrische aandoeningen verminderen, mee zorgen voor een betere slaapkwaliteit en de weerstand tegen ziekten verhogen.
Inschrijven voor het gegidste bezoek aan het Scheutbos op 22 juni kan via leveque.jean@hotmail.com, alle info op www.natuurpunt.be.
Lees de hele reeks op BRUZZ.be/dossier/botanisch-brussel
Hij was elf toen zijn gezin, met weinig meer dan de kleren aan hun lijf, wegtrok uit Syrië. Vandaag opent Georges Baghdi Sar restaurants tegen de sterren op en beheert hij de succesvolle streetfoodketen My Tannour. “Mijn ultieme doel is om het eerste Syrische restaurant met een ster te openen.”
door Matisse Van Der Haegen
Eind vorig jaar opende My Tannour een zesde Brusselse locatie aan de Beurs en amper drie maanden later streek de keten neer in Gent. In diezelfde periode lanceerde horeca-ondernemer Georges Baghdi Sar een tweede Mine Madeh-restaurant in Brussel-Stad en volgende week wordt zijn eerste koffiebar Booza – ‘ijs’ in het Arabisch – ingehuldigd aan het Fernand Cocqplein in Elsene.
Wat drijft deze geestdriftige Brusselaar die wel Monopoly lijkt te spelen in de Brusselse straten en iedere maand een nieuwe vlag plant? “Een plan B heb ik nooit, want dan geef je toe dat iets kan mislukken.”
U investeert alsof het morgen verboden is, vanwaar die sturm-und-drang?
GEORGES BAGHDI SAR: Vindt u dat? Zeven My Tannour-restaurants in zeven jaar valt best mee, toch? Voor u lijkt dat misschien veel, maar ik ben al negentien jaar met deze droom bezig.
Bovendien wilde ik me de voorbije jaren bezighouden met creatieve, nieuwe concepten. Als ik enkel op My Tannour zou focussen, kon ik er zeker drie per jaar openen. Op termijn zal dat wel gebeuren: we (verwijst naar zijn zakenpartner Damiano Fersini, red.) zijn nog lang niet klaar.
Wat is het geheim achter het succes van My Tannour?
BAGHDI SAR: We gebruiken enkel verse ingrediënten en doen alles zelf met de hand: van de kruiden mixen en de sauzen prepareren tot het brood maken en het vlees garen. Ons lamsvlees bereiden kost makkelijk vijftien uur: van kruiden en roken tot garen en versnijden.
Mensen vergelijken dit soms met een durum van de snackbar of denken dat streetfood iets makkelijk is, maar dat is het niet. In Syrië is streetfood van zeer hoge kwaliteit en voor iedereen toegankelijk. Het is een echte cultuur en die probeer ik te verdedigen.
Dat blijft wel hard werken. We gebruiken nu een centrale keuken in Zaventem om kosten te besparen, maar de snelle opschaling tot zeven restaurants was een leerproces.
Twintig kilo vlees garen is niet hetzelfde als honderd kilo. En als er plots een leverancier afzegt, moeten we erg snel kunnen schakelen. Nog steeds stel ik met mijn partners de hele werking tien keer per week in vraag om te zoeken naar wat beter kan.
Brussel bulkt van de fast casual-restaurants met een snelle service: van Umamido tot Bavet en Manhattn’s. Hebt u last van de concurrentie?
BAGHDI SAR: Nee, want er is niemand die hetzelfde doet als wij. Met hamburgerrestaurants, pokébowls en ramen plaveien ze
de straten, maar het concept van My Tannour is niet makkelijk te imiteren.
Bovendien: als er in dezelfde straat een Umamido of Manhattn’s ligt, is dat net voordelig, want het lokt mensen. We zijn complementair aan elkaar en ik ken al die uitbaters. Wij zijn goede vrienden.
Uw vader was een succesvolle landbouwer in Syrië, maar toen jullie naar België kwamen, moesten jullie alles achterlaten. Was het moeilijk om vanuit die positie op te klimmen?
BAGHDI SAR: Natuurlijk lijkt dat nu onvoorstelbaar, maar ik sta daar niet bij stil. Ik ben trots op mezelf omdat mijn vrienden en familie dat zijn. Dat is mijn referentiepunt, maar voor mij is dit niets buitengewoons. Ik doe gewoon mijn werk en ik doe het graag.
Het aantal restaurants is niet van tel, het gaat om het creëren van nieuwe dingen en het creatief zijn. Daar haal ik voldoening uit. Dat gaat van de menukaarten tot de presentatie en het interieur (leidt ons rond in koffiebar Booza, red.). Het
was mijn keuze om hier een betonnen toog te zetten en ik ben vanochtend persoonlijk de lusters gaan kiezen. Het is misschien geen toparchitectuur, maar het is honderd procent ik.
U woont sinds uw elfde in België. Wil u nog teruggaan naar Syrië?
BAGHDI SAR: Lange tijd kon dat niet, maar nu het daar beter gaat (na de val van het Assad-regime, red.) wil ik heel graag nog eens op bezoek. Ik wil mijn geboortedorp tonen aan mijn vrouw en kinderen, net als de molen waarin ik met mijn vader bloem maakte.
Mijn kindertijd in Syrië was erg gelukkig en ik ben trots op mijn afkomst, maar intussen heb ik al langer in België geleefd dan in Syrië. Als ik te lang op vakantie ga, voel ik me slecht en wil ik terugkeren naar Brussel.
In België besloot u een koksopleiding te volgen. Vanwaar die keuze?
BAGHDI SAR: In Syrië woonde heel mijn familie in hetzelfde gebouw en we aten
altijd samen met iedereen. Daar ontwikkelde ik een interesse voor koken. Het probleem is dat koks in de Syrische cultuur werden gezien als mislukkelingen. Om succesvol te zijn, moet je arts, advocaat of architect worden. Daarom studeerde ik wiskunde in het middelbaar, maar uiteindelijk waagde ik de sprong en ging ik op mijn zestiende naar de koksschool in Namen.
Vervolgens liep ik stage bij onder meer Comme Chez Soi (destijds een restaurant met drie Michelin-sterren, red.) en in het Château de Namur. Niet
veel later opende ik mijn eerste Midden-Oosterse restaurant Chicounou, dat vandaag Kamoun is.
‘De refugie Syrien a chef étoilé’ staat als doel te lezen op uw Instagram.
BAGHDI SAR: Ja, een Syrisch restaurant met een ster bestaat nog niet in de wereld. Dat is dus mijn ultieme streven. Ik hou ervan om het onmogelijke te realiseren. Als ik iets doe, smijt ik me altijd volledig. Na een opening werk ik soms van 7 uur ‘s ochtends tot middernacht, 7 dagen op 7. Een plan B heb ik nooit, want dan geef je toe dat iets kan mislukken.
Weet u al waar u de vlag van uw volgende My Tannour wil planten?
“In de Syrische cultuur worden koks gezien als mislukkelingen”
BAGHDI SAR: In Brussel zijn er intussen genoeg, dus richt ik me vooral op Vlaanderen en Wallonië. Binnenkort opent er eentje in Namen, maar na België wil ik ook graag in het buitenland uitbreiden. Het doel is een honderdtal restaurants in Europa en misschien in de VS en het Midden-Oosten, waarom niet?
Een nieuwe vorm van segregatie of een noodzakelijke ingreep om de veiligheid en het mentale vertrouwen van jonge vrouwen en meisjes te garanderen? Een aantal recente initiatieven met female-only spaces in het Brusselse jeugdwerk zet dat maatschappelijke vraagstuk terug op de agenda. door Indra Rypens
Van fitnesscentra tot feestjes, van fiets-, boks- of andere sportclubs tot gesloten netwerkevenementen: Brussel kent al langer het fenomeen van female-only spaces, plekken waar vrouwen zich enkel omringen met mensen met dezelfde genderbeleving. Nieuw is dat het idee én de praktijk nu ook ingang vindt in het Brusselse jeugdwerk. Dat blijkt uit een aantal recente initiatieven. Het jongste is Reb’Elle, een collectief dat sinds mei om de twee weken op vrijdagavond De Spot (het vroegere Muntpunt-café, red.) uitbaat, en dat streeft naar meer vrouwen in de Brusselse jeugdhuizen. Die ambitie proberen ze waar te maken door het organiseren van haakavonden, drink and draws en jamsessies.
Voor alle duidelijkheid: Reb’Elle zal mannen niet verbannen, maar richt zich expliciet op het andere geslacht. Dat het bestuur uitsluitend bestaat uit vrouwen, noemt de organisatie “niet toevallig”. “In het begin was het idee om Reb’Elle expliciet als een FLINTA-only ruimte te positioneren. Dat wil zeggen: enkel toegankelijk voor vrouwen, lesbiennes, intersekse, non-binaire, trans en
agender personen. Na veel overleg werd die piste verlaten,” zeggen Johanna Jacobs (22) en Rana Dogan (24) van de organisatie. “We wilden vermijden dat het polariserend of discriminerend zou overkomen. We staan open voor iedereen die zich in onze visie kan vinden. Mocht een man aansluiten die echt mee is met waar Reb’Elle voor staat, dan is die zeker welkom. Al is dat nog niet gebeurd.”
Reb’Elle werd opgericht omdat in oktober vorig jaar, tijdens een jongerenweekend met alle Brusselse jeugdhuizen, van de negentien deelnemers er slechts zes vrouw bleken te zijn. Van alle 52 jongeren werkzaam in de Brusselse jeugdhuizensector zijn er achttien vrouwelijk. Logische vraag daarbij: vanwaar het overwicht aan mannen? “We vermoeden dat het te maken heeft met de late uren waarop activiteiten van jeugdhuizen doorgaan,” zeggen Jacobs en Dogan. “Sommige vrouwen kiezen er dan voor om niet te gaan, zeker als ze geen vervoer vinden of alleen zijn. Ook de muziekgenres spelen een rol. Veel jeugdhuizen focussen heel sterk op één stijl: in het ene hoor je vooral dub, in het andere vooral techno.
Niet alle meisjes voelen zich daardoor aangesproken.”
‘Geen mannenhaatsters’
Het tweede voorbeeld van een volledig gescheiden jeugdactiviteit: Begonia, een jeugdbeweging uit Koekelberg, die in april het licht zag en die zich richt op Brusselse meisjes tussen zes en vijftien jaar oud. Beide initiatiefnemers, Hafsa Lamrabet (18) en Hayate Boutalliss (21), werden groot op de Brusselse speelpleinen van Schaarbeek, Anderlecht en Laken, en ondervonden aan den lijve hoe moeilijk het was om meisjes te overtuigen om naar de reguliere speelpleinwerking te komen. “Mogelijks heeft dat te maken met
het feit dat het team voornamelijk uit jongens bestond, wat onbewust leidde tot een sfeer die niet helemaal in balans was,” klinkt het. Daarom wilden Lamrabet en Boutalliss een “rustig alternatief” voorzien, dat de nadruk legt op “de zelfontwikkeling” van de leden. “Niet omdat we mannenhaters zijn, maar om juist de groei van meisjes centraal te stellen.” Dat uit zich bijvoorbeeld in samen een wandeling door het park maken en samen schilderen in “een honderd procent girly omgeving”. Begonia heeft vanaf het begin besloten jongens te weren. Maar lopen ze zo niet het risico bepaalde groepen uit te sluiten, zeker in een samenleving waarin gender steeds minder binair wordt benaderd? “Daarom
hebben we ervoor gekozen iedereen toe te laten die zich identificeert als vrouw, ongeacht biologische kenmerken,” zeggen Lamrabet en Boutalliss.
Niet iedereen is opgezet met die aanpak en evolutie. Op sociale media verschenen heel wat felle, negatieve reacties bij het bekendmaken van bovenstaande initiatieven. In meer en in minder beleefde vorm kunnen velen zich niet vinden in deze “nieuwe vorm van segregatie en discriminatie tegenover mannen”, aldus een veelgehoord argument. Ook de zwemuurtjes voor vrouwen in het intussen gesloten openluchtzwembad Flow zorgden enkele jaren
geleden voor heel wat gelijkaardige politieke opschudding en verhitte online discussies over female-only spaces
Sommigen zien in die tendensen vooral een toenemende invloed van religie en dan vooral de islam.
“Het klopt dat sommige mensen female-only spaces ervaren als een bedreiging of een stap terug in de tijd,” zegt Karen Celis, hoogleraar politieke wetenschappen aan de VUB en hoofd van de onderzoeksgroep Democratic Futures. “Het gaat vooral om mensen die historisch gevochten hebben voor een seculiere en gemengde samenleving, zoals vrijzinnigen en tegenstanders van religieuze segregatie. Zij zien in vrouwenruimtes een echo van
iets wat zij net wilden overwinnen: de invloed van religie op de organisatie van het publieke leven.”
Lamrabet en Boutalliss zeggen dat Begonia geen religieuze insteek heeft. “Zelf zijn we enorm geschrokken van de reacties die het artikel over de aankondiging op sociale media losmaakte. Begonia heeft niets te maken met religie. We hebben naast islamitische ook meerdere leden die niet islamitisch zijn, en ook de activiteiten hebben nooit een religieuze insteek,” zeggen ze.
Ook Chia Longman ziet in hedendaagse female-only spaces geen verdoken vorm van segregatie. Longman is hoofddocent aan het Centre for Research on Culture and Gender aan de UGent en doceert in de interuniversitaire masteropleiding Gender en Diversiteit. “Er is een groot verschil tussen segregatie die van bovenaf wordt opgelegd door de overheid en het zelf kiezen voor een community of een veilige ruimte,” zegt Longman. “In het eerste geval ga je effectief honderd jaar terug in de tijd. Maar als mensen zélf kiezen om elkaar op te zoeken in tijdelijke contexten waarin ze zich begrepen en beschermd voelen, terwijl ze dagelijks gewoon participeren aan de maatschappij, waarom zou dat dan een probleem vormen?”
Celis: “Dat de nood vandaag nog steeds bestaat om dergelijke ruimtes te creëren, wijst erop dat er in veel gemengde omgevingen nog fundamenteel iets wringt: in de manier waarop programma’s worden opgesteld, hoe beslissingen genomen worden en in de alledaagse sociale dyna-
miek. Voor sommige vrouwen is het niet alleen een kwestie van veiligheid, maar ook van herkenning, autonomie en ruimte voor plezier zonder uitleg te moeten geven.”
Prehistorische erfenis
Volgens filosofe Griet Vandermassen, die met Dames voor Darwin een boek schreef over het spanningsveld tussen het
feminisme en de biologische wetenschappen, zijn er zelfs biologische en evolutionaire redenen te geven dat vrouwen meer geneigd zijn om zich te verenigen op plekken waar mannen niet de boventoon voeren. “Vrouwen verlieten tijdens de prehistorie hun geboortegroep bij de puberteit om met hun partner mee te gaan, waardoor ze in een onbekende groep terechtkwamen. Ze moesten bondgenoten zoeken om hun kinderen te kunnen opvoeden, wat samenwerking en emotionele verbinding stimuleerde,” zegt Vandermassen. Hoewel de prehistorie al duizenden jaren achter ons ligt, laat die evolutionaire erfenis zich nog steeds voelen in de communicatiestijl van vrouwen, volgens Vandermassen. “Precies daar wringt het soms in de interactie met mannen.”
Vandermassen: “Vrouwen communiceren meer op basis van gelijkwaardigheid, streven naar emotionele openheid en verbinding en stellen zich kwetsbaar op. Mannen zijn meer gericht op kameraadschap en een verbale statuscompetitie. Mannen houden ervan om elkaar verbaal af te troeven. Die mannelijke dynamiek kan voor vrouwen ongemakkelijk zijn. Daarom creëren vrouwen female-only events om hun eigen dynamiek te kunnen ervaren.”
“Vrouwen communiceren meer op basis van gelijkwaardigheid”
Griet Vandermassen
Filosofe
Ook Reb’Elle legt de mogelijke kritiek dat het om segregatie zou gaan naast zich neer. “Soms heb je gewoon een plek nodig waar je je goed en veilig voelt. Dat is niet egoïstisch, maar nodig. Die ruimtes voor vrouwen alleen kunnen vandaag gewoon bestaan, terwijl we tegelijk blijven werken aan een maatschappij die écht verandert.”
FR Est-ce une nouvelle forme de ségrégation ou, au contraire, une démarche nécessaire pour garantir la sécurité et le bien-être mental des jeunes femmes et des filles ? Plusieurs initiatives récentes à Bruxelles, visant à créer des espaces réservés aux filles au sein des mouvements de jeunesse, mettent cette question de société à l’agenda.
GIRLS PREFER TO CREATE THEIR OWN YOUTH MOVEMENT
EN Is it a new form of segregation or, on the contrary, a necessary measure to guarantee the safety, confidence, and mental well-being of girls and young women? A number of recent initiatives with female-only spaces in Brussels youth work are putting this social issue on the agenda.
EMBRACE BRUSSELS.
NIEUWBOUWAPPARTEMENTEN
TE KOOP: AANKOOP AAN 6% BTW ONDER BEPAALDE VOORWAARDEN.
• Ontdek nieuwbouwappartementen in het historische hart van Brussel.
• Een warme buurt met de charme van een dorp, middenin de bruisende vijfhoek.
• Vind hier de perfecte combinatie van ruimte, rust en stedelijk woonplezier.
Meer info op brouck-r.be of 02 335 02 29
Op 28 juni vindt in het Bemptpark een Roundnet-toernooi plaats. Die sport is populair onder dertigjarige Brusselaars. door Elian Coussement
Roundnet, ook bekend onder de merknaam Spikeball, combineert technieken uit volleybal, badminton en tennis. Vier spelers in twee teams spelen 360 graden rond een trampoline die zich in het midden van het spel bevindt. Punten scoren kan met een bal die eerst het net moet raken en dan de grond. Wanneer een ploeg niet kan reageren op een kaats en de bal de grond raakt, dan wint het andere team een punt. “De bal mag maximaal drie keer na elkaar geraakt worden door eenzelfde team en het derde contact moet altijd op het net zijn,” vertelt Benjamin Van Roozendael, medeoprichter van Brussels Foxes Roudnet Club. “Er is een goede oog-handcoördinatie voor nodig.”
De Brussels Foxes Roundnet Club traint iedere woensdag. Aangezien de club over een brede community met zowel Nederlandstaligen als Franstaligen beschikt, is de voertaal Engels. Al kunnen leden in hun eigen taal communiceren. “Een vriend leerde de sport kennen in Taiwan,” aldus Van Roozendael. “We probeerden het uit en waren meteen verkocht. Daarna speelden we geregeld samen en zo ontstond het idee om een club op te richten: Brussel kon niet achterblijven op Gent en Antwerpen. Roundnet is erg in trek bij Erasmus-studenten of mensen die de sport al kennen.”
Van Roozendael: “In België organiseert een nationale federatie het competitieformat. Zij verdelen alle wedstrijden over twee fases doorheen het jaar: de Winter en de Summer League. Deze wedstrijden leveren punten op
waardoor een klassement ontstaat. In de winter wordt meestal indoor gespeeld. Onze club speelt in een sporthal van de VUB. Bij mooi weer trainen de meesten in een park, zoals wij in het Ter Kamerenbos. Mensen kunnen zich vrij aansluiten in de zomer. Enkel in de winter wordt een kleine bijdrage gevraagd voor het verwarmen van de zalen.”
Vossen en wolven
“We probeerden Roundnet uit onder vrienden en waren meteen verkocht”
De naam verklapt het al: de Brussels Foxes Roudnet Club heeft een vos als mascotte. “De dieren komen steeds meer voor in Brussel. De link was snel gelegd,” zegt Van Roozendael, die naast coach ook de communicatie van de club op zich neemt en instaat voor verschillende samenwerkingen met externe partners. Een andere Brusselse Roudnetclub koos voor de wolf als symbool. “Zij bestaan nog niet lang en focussen zich
meer op het bekendmaken van de sport bij het grote publiek door bijvoorbeeld workshops te geven op festivals.”
Bepaalde regels van Roundnet zijn nog niet heel duidelijk. Er heerst bijvoorbeeld nog heel wat onduidelijkheid over de regel rond de opslag. Sommige spelers zijn hier enorm goed in waardoor vele punten al bij het begin van het spel gescoord worden. Momenteel lopen er debatten om dit te veranderen. “Ik denk dat dit een reden is waarom het ledenaantal in België stagneert. Velen vinden de opslag oneerlijk. Betere regels zouden misschien meer spelers aantrekken. Daarnaast zien velen Roundnet hier in België nog als een strandspelletje waarvan ze niet weten dat het serieus beoefend kan worden.”
In Sporting Flagey zoekt BRUZZ een interessant verhaal uit de Brusselse sportwereld.
Big City
zoekt elke week een antwoord op een lezersvraag, deze week van Gunnar uit Sint-Joost-ten-Node.
door Freya Van Nieuwenhuysen
Vraag Op 28 juni vieren we Wereld Smurfendag. Dat gebeurt dit jaar met extra veel blauw, want op diezelfde dag vindt in Brussel de wereldpremière plaats van de nieuwe Smurfenfilm: Smurfs. De blauwe creatuurtjes veroverden de voorbije decennia de wereld. Op vraag van Gunnar uit Sint-Joost onderzoeken we of de Smurfen echte Brusselaars zijn.
Antwoord De datum voor de wereldpremière is geen toeval: Wereld Smurfendag wordt jaarlijks gevierd op of rond 25 juni, de geboortedag van de geestelijke vader Pierre Culliford, beter bekend als Peyo. De Brusselaar werd in 1928 in Schaarbeek geboren en creëerde in 1958 een van de grootste (kleinste) stripfenomenen ter wereld: de Smurfen.
Peyo begon zijn carrière als tekenaar bij Spirou, waar hij de reeks Johan en Pirrewiet maakte. In een van hun verhalen, De fluit met zes smurfen, doken plots kleine blauwe wezentjes op. Hun naam ontstond even toevallig als geniaal: toen Peyo tijdens een etentje met collega André Franquin het zout niet kon benoemen, zei hij: “Passe-moi le schtroumpf.” En zo werd de smurfentaal geboren. Niet veel later ontstonden de stripverhalen en tekenfilms. De Smurfen – blauw, drie appels hoog, gecreëerd in onze stad en wonend in een paddenstoel - werden een internationaal succes. Waarom ze blauw zijn? Er doen twee verklaringen de ronde. Volgens een populaire anekdote koos Peyo’s echtgenote, die de strips inkleurde, bewust voor blauw na een proces van eliminatie: alle menselijke huidskleuren vielen weg. Groen zou te hard lijken op hun bosrijke leefomgeving en rood was te hevig. Dus werd het blauw. Maar er is ook een nuchtere, praktische verklaring. Toen Peyo de eerste Smurfen tekende, ging hij
simpelweg op zoek naar de goedkoopste kleurpotloden in de winkel. Blauw bleek het voordeligst.
Helemaal vrij van controverse zijn de Smurfen niet. In 1967 werd Smurfin geïntroduceerd, een personage dat oorspronkelijk door slechterik Gargamel was gecreëerd. Pas na een make-over door Grote Smurf werd ze aanvaard in het dorp. Volgens schrijfster Katha Pollitt is Smurfin het schoolvoorbeeld van het Smurfinsyndroom: het enige vrouwelijke personage in een verder volledig mannelijke wereld, zonder eigen karakter of functie. Recent is die kritiek ter harte genomen. Onder toezicht van Peyo’s dochter Véronique Culliford werd het personage van Smurfin herschreven. In de nieuwe versie is ze sterker, actiever en sportiever: ze doet aan gevechtssport en onderneemt actief missies.
De impact van de Smurfen is immens. Vele generaties hebben kunnen genieten van de avonturen van de blauwe figuurtjes en het ziet ernaar uit dat de huidige en volgende generaties dat nog lang zullen kunnen doen. Op 28 juni rolt Brussel de blauwe loper uit voor de wereldpremière van De Smurfen: de film, met Rihanna als stem van Smurfin. Zo wordt Peyo’s Brusselse erfgoed opnieuw wereldwijd gevierd. Conclusie Wat Hollywood er ook van maakt: de Smurfen blijven een Brusselse vondst. Geboren uit een vergeten woord, uitgegroeid tot een icoon. Dat de wereldpremière hier in Brussel plaatsvindt, is een prachtig eerbetoon aan hun geboortestad.
Ook een vraag?
Stel je vraag en stem op BRUZZ.be Bekijk en lees antwoorden op BRUZZ.be/bigcity
MINI-SAÏD IN MINI-EUROPA
Radioreporter Saïd Al-Haddad viert twintig jaar carrière en krijgt zijn eigen figuurtje op de Brusselse Grote Markt in Mini-Europa.
Luister donderdag tussen 16 en 19u naar Gunnar voor de onthulling of ontdek het beeldje in BRUZZ24 op tv
NIEUW BOEK OVER MERCKX
Wielerlegende Eddy Merckx vierde onlangs zijn tachtigste verjaardag. Boezemvriend en ex-journalist Johny Vansevenant komt vertellen over zijn nieuwe boek. Woensdag in BRUZZ24
KALENDER VOL WEETJES
BRUZZKet, het jongerenplatform van BRUZZ, maakt opnieuw een schoolkalender vol Brusseltips. Leerkracht in Brussel? Bestel nu een gratis exemplaar voor jouw klas! bruzzket.be/schoolkalender
Naam: Sirine
Leeftijd: 10
Woont samen met: moeder, vader en twee zussen (14 en 16)
Favoriete artiesten: luistert naar en danst op de K-Pop van meidengroep
BabyMonster
The hang-out
Elke week toont een straffe Ket zijn favoriete plek in Brussel. Deze keer neemt Sirine (10) BRUZZ mee naar het Rogierplein. “Misschien wil ik later ergens wonen waar iedereen Nederlands spreekt.”
door Marjon Udo foto Saskia Vanderstichele
Waarom stelde je voor om hier af te spreken?
Het is dicht bij mijn huis. Er zijn grote winkels in City2. Ik kan hier ook makkelijk fietsen, want er komen geen auto’s. Ik heb leren fietsen op het Rogierplein. Het is hier rustig.
Fiets je graag?
Ik ga soms met de fiets naar school. Dat is niet ver. Met de fiets is beter dan met de auto. Als je met de auto bent, zijn er altijd andere auto’s. Als je met de fiets bent, moet je soms via het voetpad langs de file. Te voet duurt het veel te lang.
Hoe kan het beter voor fietsers in Brussel?
Meer straten voor fietsers. Als er geen auto’s zouden zijn, zoals op autoloze zondag, zou ik meer fietsen.
Wat wil je later worden?
Chef met een eigen restaurant. Misschien noem ik het Ji, of Jiji. Iedereen heeft een gewone naam zoals ‘sushi restaurant’. Het zal niet letterlijk Ji zijn, maar ik wil een naam die niemand zou kiezen.
Wat staat er op het menu in restaurant Ji?
Van alles! Eten uit alle culturen: burgers, frieten, taco’s en komkommer.
Komkommer?
(Krijgt de slappe lach) Ja.
In welke cultuur eet men een komkommer?
In België? De komkommer in stukjes gesneden en dan met een saus erbij, azijn bijvoorbeeld. Een beetje zout en dan die kleine dingetjes ... uhm sesamzaad.
Waar zou je het restaurant graag willen openen?
Ergens waar ik later ga wonen. Als het ver is van waar ik woon, moet ik telkens heel vroeg opstaan.
Heb je al een idee waar je later wil wonen?
Misschien in Antwerpen. Daar spreekt iedereen Nederlands. Dan moet ik niet de hele tijd andere talen praten. Als iemand bijvoorbeeld Indiaas praat, weet ik niet wat ik moet zeggen.
Heb je een hobby?
Ik ga naar Debateville. Daar leer je om beter te spreken. Het is gratis. Je leert er oogcontact, lichaamstaal, stellingen, argumenten en discussies. Ik heb dit jaar heel veel geleerd. Ik zie daar andere kinderen dan in mijn klas. Wel uit Brussel, maar niet uit de buurt.
Wat is er zo leuk aan Debateville?
Het leukste deel van Debateville is als we spelletjes spelen. Zoals met argumenten. Bijvoorbeeld over de stelling ‘ik vind pizza het lekkerste eten in de wereld’. Dan moeten we kiezen tussen ‘ja’ en ‘nee’.
En wat koos jij?
Ik vind pizza niet het lekkerste eten van de wereld. Ik weet niet of er een lekkerste eten is.
Heb jij nu een kersttrui aan?
Ik hou wel een beetje van Kerstmis, want dan hebben we vakantie. School is soms te moeilijk.
Hoe vind je de motivatie voor school?
Ik wil naar het zesde leerjaar. Ik wil tonen aan mijn leerkracht dat ik klaar ben om naar het zesde te gaan.
Wil jij ook je favoriete plek tonen?
Dat zou heel leuk zijn. Stuur een mailtje naar ket@bruzz.be en een journalist neemt contact met je op.
Restaurant
Ik ga graag naar Bavet, een spaghettirestaurant. Ik kies dan een spaghetti met vegetarisch vlees. We gaan maar één keertje per jaar, want het is duur om daar te gaan eten.
© SS
Tijdreizen. Ik zou kijken wat ik ga doen als ik groot ben. Of teruggaan in de tijd, naar toen ik vijf jaar oud was. Dat was het beste jaar. Er was weinig huiswerk en ik ging vaak naar het park met vriendinnen.
Brianna Mizura vind ik heel leuk. Ze maakt filmpjes over dingen die niet echt zijn. Alsof je bijvoorbeeld een superheld zou zijn of naar een andere planeet zou gaan.
• Geborenin1946
• Studeertaandeuniversiteiten van MelbourneenOxford
• 1977-1999:Hoogleraarfilosofie aanMonashUniversityMelbourne
• 1999-2024:Hoogleraarbio-ethiek aanPrincetonUniversity New Jersey
• Auteur van spraakmakende boekenzoalsDarwinvoorlinks (1999), Een ethisch leven (2001) en Eén wereld(2002)
• Werktrondthema’s alsdierenrechten, armoedebestrijdingenbio-ethiek
• Krijgtin2025eenVUBeredoctoraat
‘Woke is een dogma geworden’
Filosofie Australische dierenrechtenpionier Peter Singer ontvangt VUB-eredoctoraat
De Australische filosoof Peter Singer, een van de meest invloedrijke denkers over dierenrechten en recent ook een van de meest virulente stemmen tegen woke en politieke correctheid aan de universiteiten, kreeg begin deze maand een eredoctoraat uitgereikt van de VUB. “Ik zal sterven in het besef dat mijn werk niet voltooid is.”
door Michiel Leen foto’s Emiel Viellefont
Peter Singers boek Animal Liberation uit 1975 geldt als een grondtekst van de dierenrechtenbeweging. Bewegingen als Rutger Bregmans School of Moral Ambition hebben zijn steun. In België is de dierenrechtenbeweging GAIA een gesprekspartner. Een allemansvriend is Singer evenwel niet. Als drijvende kracht achter het Journal of Controversial Ideas gaat hij de strijd aan met wat hij de “politieke correctheid” van het academische milieu noemt. Dat gezegd zijnde, is Singer wel opgezet met zijn onderscheiding van de VUB, begin deze maand uitgereikt omwille van zijn “grote impact op de wetenschap, de samenleving en de manier waarop we met de grote problemen van onze tijd omgaan,” aldus VUB-rector Jan Danckaert. “Op zich vind ik een eredoctoraat niet zo belangrijk,” reageert Singer in een gesprek met BRUZZ “Maar wat het voor mij bijzonder maakt, is het feit dat het wordt uitgereikt door een universiteit met een progressieve traditie rond zaken als abortus en euthanasie, waar ik zelf ook rond gewerkt heb.”
U hield aan de VUB een lezing rond dierenrechten. Hoe goed doen we het in België?
PETER SINGER: In vergelijking met andere werelddelen doet Europa het vrij goed, maar vergeet niet dat de lat laag ligt ten opzichte van bijvoorbeeld de Verenigde Staten. Dat kippen hier niet meer opgesloten zitten in legbatterijen en dat dierproeven in de cosmetische industrie verboden zijn, zijn stappen vooruit. Maar dat het overgrote deel van de dierlijke producten in de EU nog steeds geproduceerd wordt via factory farming blijft een onhoudbare en onverdedigbare praktijk. Industriële vleesproductie
veroorzaakt dierenleed en voedselverspilling, creëert het risico op nieuwe pandemieen, draagt bij aan de klimaatverandering… Er zijn veel redenen om dat af te schaffen. Mensen moeten minder dierlijke producten eten en meer plantaardige alternatieven. Dan zouden we in een veel betere wereld leven. Zonder agro-industrie kun je niet de hoeveelheden dierlijke producten fabriceren die we vandaag gebruiken, maar die heb je niet nodig. Gezond is het ook niet.”
U bent al meer dan een halve eeuw een overtuigde vegetariër. Was dat een evidente beslissing?
SINGER: Toen ik op mijn 24ste de realiteit van de agro-industrie leerde kennen wel. Eerst hebben mijn vrouw en ik nog geprobeerd om vlees te kopen van dieren die niet op industriële wijze gekweekt waren, maar dat hebben we snel achter ons gelaten. Intussen eet ik overwegend veganistisch. De “ethische” vleesproductie is zo klein dat ze weinig verschil maakt. Dan kun je beter geen vlees meer eten.
U moet zowat de enige filosoof zijn die recepten deelt met zijn lezers.
SINGER: Dat had een pragmatische oorzaak: toen ik in 1975 Animal Liberation publiceerde, waren er weinig goede vegetarische recepten te vinden. Het leek me logisch dat ik een aantal recepten zou toevoegen die ik wel lekker vond. Het past in mijn opvatting dat filosofie een concrete impact moet hebben op onze manier van leven.
U ontmoet in Brussel de mensen van GAIA. Waar gaat u het over hebben?
SINGER: We bespreken vooral hoe ik hen kan helpen rond de zaken die zij belangrijk
vinden. Op dit moment voeren ze bijvoorbeeld actie tegen het doden van duizenden mannelijke kuikens in de legkippenindustrie. Er zijn manieren om enkel eieren met vrouwelijke kuikens uit te broeden. Zo vermijd je dat je de “overtollige” mannelijke kuikens moet vergassen op een allesbehalve pijnloze manier.
Vlees eten is onderdeel geworden van een nieuw soort mannelijkheidsideaal dat vooral online aanhang wint.
SINGER: Dat is toch gewoon dwaas en spilzuchtig? Mensen moeten beseffen dat de aarde geen eindeloze reserves heeft en dat vlees een zware impact heeft op de klimaatverandering. Zijn ze dan werkelijk zo onverschillig over wat voor wereld ze willen nalaten voor hun kinderen en kleinkinderen? Dat is toch van een choquerende stompzinnigheid? Klimaatverandering is momenteel wellicht het meest dringende, wereldomvattende probleem. Het is logisch dat filosofen zich ermee bezighouden. Het is een ethisch vraagstuk. De mensen in de rijke landen doen de mensen in de armere landen pijn. Ze hebben het moeilijker dan wij, terwijl we ook onszelf aan het beschadigen zijn. We moeten dus echt in actie komen om de broeikasgasuitstoot te verminderen en op termijn te elimineren.
Luisteren de beleidsmakers naar u?
SINGER: Ik vermoed dat ik een bepaalde invloed heb op politici in de Verenigde Staten – misschien niet bij het huidige bestuur, het Verenigd Koninkrijk en mijn thuisland Australië, maar vergeet niet dat ik slechts één stem ben in een bredere beweging voor verandering.
België presenteert zichzelf als een ethisch progressief land op het vlak van euthanasie, abortus of dierenrechten. Is dat imago gerechtvaardigd?
SINGER: “België en Nederland hebben in bepaalde dossiers zeker een voortrekkersrol gespeeld. Het euthanasiedebat in België is overigens nog niet voltooid. Wat met euthanasie bij vergevorderde dementie? Of bij een voltooid leven? Maar goed, de andere landen beginnen nu pas te volgen. Het is interessant om te zien hoe het zich de laatste twintig jaar verspreid heeft.
Ondanks het toenemende conservatisme in de wereld?
SINGER: Is het wel conservatisme? Er is zeker een opmars gaande van rechts populisme. Daar lig ik wakker van, omdat populisten vaak klimaatontkenners zijn. Het baart me veel zorgen dat dergelijke kortzichtige visies zo populair zijn in het stemhokje. Maar op het vlak van ethiek zie je niet echt een terugslag. Er is nog geen land dat zijn euthanasiewetgeving heeft teruggeschroefd.
Hoe ziet u de rol van religie in de moderne samenleving?
SINGER: De staat hoort uiteraard geen religieuze leer op te leggen, maar dreigt dat echt te gebeuren in het Westen? Ik zou me daar niet te veel zorgen over maken. Zelf ben ik een atheïst. Ik kan niet geloven dat een welwillend opperwezen deze wereld geschapen heeft. Niet als je ziet in welke toestand de wereld zich bevindt.
Kan uw filosofie soelaas helpen bieden tegen de crisis van het mentale welzijn?
SINGER: Ik denk dat een filosofie als de mijne inderdaad kan helpen, omdat ze instructies geeft over hoe we moeten leven. Beseffen dat er belangrijke kwesties spelen in de wereld en dat jij daar een verschil in kunt helpen maken, geeft zin. In een primitieve samenleving spelen die zaken niet: mensen zijn 24/7 bezig met overleven. In een samenleving als de onze kunnen mensen zich verloren gaan voelen. Als je er, zoals ik, van overtuigd bent dat lijden een slechte zaak is en je moet helpen om het lijden van mensen en dieren te verlichten, heb je een doel om aan te werken. Het zet je eigen persoonlijke problemen in perspectief. Daarmee heb ik niet gezegd dat het een alomvattende oplossing is voor de crisis rond mentaal welzijn, maar ik denk wel dat het kan helpen als je een concreet doel voor ogen hebt.
Is die concrete, dagelijks inzetbare ethiek de enige legitieme rol die filosofie in de huidige samenleving kan spelen?
SINGER: Zeker niet. Het goede aan filosofie is haar intrinsieke nieuwsgierigheid over de wereld en onze plaats daarin. Soms wordt die nieuwsgierigheid bevredigd via de fysica of de meer abstracte afdelingen van de sterrenkunde, maar nadenken over waarden, het wezen van het bewustzijn en de geest heeft ook zijn plaats in de filosofie. Die zaken onderzoeken, daar maakt ze het verschil. Ook zonder onmiddellijke praktische toepasbaarheid.
Mijn volgende halte is een congres in samenwerking met Rutger Bregman en de School of Moral Ambition. Het is misschien wel de eerste conferentie over bedrijven die
“Ik lig wakker van het rechtspopulisme, dat vaak klimaatontkenners zijn”
profit for good als principe hebben, en dus een groot deel van hun winst aan goede doelen geven. We willen mensen aanmoedigen om bedrijven rond die filosofie te beginnen en geïnteresseerde investeerders aantrekken. Grotere bedrijven zijn welkom, maar de basisvoorwaarde is dat ze minstens tien procent van hun winsten aan goede doelen geven. Die manier van werken bouwt voort op de notie van effectief altruïsme. Alleen gaan we nu verder dan het individuele niveau en willen we die ideeën ingang doen vinden in het bedrijfsleven. Kun je het kapitalisme zo aanpassen dat het iets goeds kan betekenen voor ondergepriviligieerde en arme mensen in plaats van enkele aandeelhouders rijker te maken?
Maar kan het dat ook echt?
SINGER: Een van de betrokken start-ups verzorgt ticketverdeling voor evenementen. Niet bepaald een sector die tot de verbeelding spreekt. Het team is erin geslaagd zestien miljoen Australische dollar aan goede doelen te schenken en start binnenkort in de Verenigde Staten. Het kan dus wel een verschil maken. Tegelijkertijd hebben we een organisatie nodig die bewaakt of bedrijven hun dure eden wel degelijk nakomen. Misschien schrijf ik er nog uitgebreid over.
Intussen lijken een aantal grote bedrijven een opmerkelijk toontje lager te zingen over diversiteit en inclusiviteit. Sinds de herverkiezing van Donald Trump lijkt er een shift te hebben plaatsgevonden, die bedrijven schijnbaar ontheft van hun plichten.
SINGER: Misschien was dat diversiteitsdenken te ver doorgedrongen? In de academische wereld werd je als witte man soms echt op een achterstand gezet. Het heeft ertoe geleid dat in sommige gevallen zeker niet de best gekwalificeerde kandidaat het haalde. De zwarte vrouw die werd aangeduid als voorzitter van Harvard was bijvoorbeeld duidelijk niet de beste voor die job. Wat niet wil zeggen dat de gehele aandacht voor diversiteit op de schop moet. Maar merite moet een factor blijven in de beoordeling van leidinggevenden.
U zet uw schouders onder het Journal of Controversial Ideas.
SINGER: In het beste geval zou je zo’n tijdschrift niet nodig hebben, maar er is een plaats nodig waar stemmen kunnen weerklinken die door de mainstream in het academische discours geweerd worden. Er is
een klimaat ontstaan waarin bepaalde mensen de vrije meningsuiting van anderen aan banden proberen te leggen als hun ideeën tegen een bepaalde politieke correctheid ingaan. Wij vinden het belangrijk dat alle ideeën een fair hearing krijgen. Ik spreek dan wel over een beschaafd, op ideeën gebaseerd discours. Het gaat hier niet om gratuite emoties of haatspraak. Onze publicaties moeten aan dezelfde wetenschappelijke standaarden voldoen als een klassiek academisch tijdschrift. Ook als we het niet met de conclusies eens zijn.
Wat betekent het woord woke voor u?
SINGER: De betekenis is aan verschuiving onderhevig. Het begon als een bewustzijn van issues als rassen- en genderdiscriminatie, maar nu is het een dogma geworden dat bepaalde onwelgevallige ideeën censureert op basis van een doorgedreven politieke correctheid. Ik kan achter de originele betekenis staan, maar niet achter wat het geworden is. Als het vrije debat over ideeën, ook de controversiële, wordt belemmerd, haak ik af. Daarom hebben we het Journal of Controversial Ideas opgericht. Er moet een vrijplaats blijven voor afwijkende meningen.
Bent u niet bang dat zo’n initiatief gekaapt kan worden door intolerante stemmen die een rekening te vereffenen hebben met dat progressieve academische milieu?
SINGER: Een debat over ideeën, of ze nu links of rechts zijn, moet te allen tijde mogelijk zijn. Een zekere discipline, een verknochtheid aan het principe moet je wel behouden. Een aantal enthousiaste verdedigers van de progressieve cancelcultuur in de Verenigde Staten schreeuwen nu moord en brand omdat de regering-Trump hun fondsen dreigt af te pakken. Ze zijn in een zwakke positie om tegen te sputteren, want
FR L’Australien Peter Singer a reçu un doctorat honoris causa de la VUB. Sa philosophie peut se résumer en quelques mots : permettre à tous les êtres sensibles, humains comme animaux, de mener la meilleure vie possible. Il s’attache à réduire la souffrance et à favoriser le bonheur. En abordant des enjeux concrets et contemporains, sa pensée lui vaut souvent d’être qualifié de « penseur utilitariste ».
hoe gingen ze zelf om met onwelgevallige ideeën toen zij het voor het zeggen hadden? Ze hebben hun onderhandelingspositie zelf ondermijnd.
Is de academische vrijheid bedreigd?
SINGER: Ik heb vooral het idee dat men in academische kringen veel beter begrijpt wat er op het spel staat als de academische vrijheid in gevaar komt. Waakzaamheid is geboden. We hebben universiteitsbesturen nodig die de rug rechten om de vrije meningsuiting te verdedigen, in plaats van toe te geven aan studentenprotesten zoals dat in het verleden wel gebeurd is.
In Brussel hebt u een welwillend publiek getroffen. Komt u veel tegenstanders tegen?
SINGER: Als het gaat om euthanasie wel, en vaak vanuit een religieuze hoek. In het Verenigd Koninkrijk is de controverse nog volop gaande. Als het gaat over de agro-industrie vind je nog weinig échte verdedigers, maar bij dierproeven ligt dat anders. Ik geef toe dat het een complexe materie is. In veel delen van de wereld, zoals China, denken mensen nog: waarom zou ik erom geven?
Ja, waarom eigenlijk?
SINGER: Omdat het geen goede zaak is als er meer lijden is in de wereld, nog los van de milieugevolgen. Het boeddhisme en confucianisme prediken een eenheid met de natuur en een respect voor alle leven dat moeilijk te rijmen valt met industriële vleesproductie en experimenten op dieren.
Kortom, uw werk als filosoof zit er nog niet op.
SINGER: Ik zal sterven in het besef dat mijn werk niet voltooid is. Maar ik heb tenminste een traditie voortgezet en de filosofie relevant gehouden in de echte wereld.
EN Australian animal rights pioneer Peter Singer has been awarded an honorary doctorate by the VUB. His philosophy can be summarised as ensuring that all living beings, humans and animals, have the best possible life. The focus is on reducing suffering and striving for happiness. The fact that his philosophy focuses on concrete issues in the here and now often earns him the label of “utilitarian thinker.”
“Je bent te intelligent voor dit werk”, “je verdient een kantoorbaan” en natuurlijk “ik ga je hier weghalen” zijn het soort zinnen dat ik minstens één keer per nacht van een klant te horen krijg als ik in een stripclub werk. Aan de abolitionistische ‘feministische’ kant vinden ze dat elke vorm van sekswerk verboden moet worden en van de aardbodem moet verdwijnen omdat het voornamelijk verricht wordt door kwetsbare, geïmmigreerde of zelfs ongedocumenteerde vrouwen die tegen hun wil uitgebuit worden. In beide gevallen treedt men op als een soort “redder” van arme meisjes die per definitie slachtoffer zijn.
Zich verzetten tegen mensenhandel en elke vorm van uitbuiting is vanzelfsprekend. Dat er kwetsbare mensen worden uitgebuit in seksnetwerken ontkent niemand. Maar weet je waar ik ook illegale en uitgebuite werknemers ben tegengekomen?
Onder poetsvrouwen en -mannen, in de horeca, op bouwwerven... En laten we niet vergeten dat het merendeel van de kleding die we kopen het resultaat is
“De strijd tegen menselijke uitbuiting mag geen hele sector demoniseren”
van menselijke uitbuiting. Merkwaardig genoeg strijden mensenrechtenactivisten in die sectoren tegen de uitbuiting zélf en niet tegen het bestaan van de sector op zich. Ik ben nog nooit een abolitionistische vereniging tegengekomen die een totaalverbod eist op schoonmaakdiensten, restaurants, de bouw of de productie van kleding.
Over poetsvrouwen gesproken: vanaf mijn zestiende heb ik jarenlang in die sector gewerkt. Ik heb schoongemaakt bij particulieren, in kantoren, in een medisch centrum, in de industrie en zelfs in een casino. Al vroeg raakte ik gewend aan werk dat door de maatschappij
La Morrigasme
is een erotisch performer, paaldansdocent en in hun vrije tijd ook domina. Hen treedt op in burlesque- en dragcabarets, op culturele festivals, undergroundraves en privéfeesten, in nachtclubs en stripclubs, en dat zowel in België, Brussel als het buitenland. Hun is altijd geëngageerd, fel feministisch en fier queer, met als slogan ‘Le cul au service de l’ARTivisme’. Instagram: la.morrigasme
als beschamend en minderwaardig wordt beschouwd, en toch deed ik het met trots. Hoe waardig ik me ook voelde, het bleef fysiek zwaar werk dat je rug en gewrichten sloopt, om nog maar te zwijgen van de gezondheidsimpact van schoonmaakproducten. Mijn oudere collega’svoornamelijk geïmmigreerde vrouwen, in kwetsbare situaties of zelfs zonder papierenkampten stuk voor stuk met rugklachten. Ik weet wat het is om “je lichaam te verkopen”. Toch was er geen enkele organisatie die ons wilde redden door het “schoonmaakwerk” af te schaffen. “Niemand droomt ervan om sekswerker te worden,” zeggen ze. “Niemand droomt ervan om poetsvrouw te worden,” antwoord ik. Toch heb ik deze twee beroepen zelf gekozen, bij gebrek aan een interessanter of toegankelijker alternatief op dat moment, en omdat je nu eenmaal je brood moet verdienen. Dat heeft me er nooit van weerhouden om met een glimlach en goed humeur naar het werk te gaan. Ik heb in stripclubs collega’s gehad zonder papieren. Voor hen bood dit werk een uitweg. Hoewel de club hen geen contract kon aanbieden, zorgde die wel voor onderdak en een inkomen, waardoor ze niet op straat hoefden te slapen, konden overleven en zelfs wat geld opzij konden zetten terwijl ze hun verblijfsstatus probeerden te regelen. Ik ben nooit een sans-papier geweest, dat is een privilege. Maar ik weet wel hoe het is om geïsoleerd te zijn en financieel met de rug tegen de muur te staan. Voor hen en voor mij is sekswerk, net zoals elk ander werk, altijd een oplossing geweest. En dat is het nog steeds. De strijd tegen menselijke uitbuiting is een rechtvaardige strijd, maar die moet zich richten op specifieke gevallen van uitbuiting en niet op het demoniseren en verder marginaliseren van een hele sector en iedereen die erin werkt.
Reeks nalezen? Wie alle columns van BRUZZ wil herlezen, kan de teksten terugvinden op BRUZZ.be/column
Uw gids door de culturele agenda 20 > 26/6
‘Een
Drie dagen lang huldigt het kunstenfestival Border Buda de vaak voor niemandsland versleten Harense Buda-wijk als een levendige plek vol geschiedenis. Lucile Desamory, die zelf opgroeide op een soortgelijk postindustrieel braakland, brengt er met haar groep TRANSPORT onder meer een muzikale ode aan dergelijke friches of tussenplekken.
door Andy Furniere
Festival Lucile Desamory bezingt het braakland op Border Buda
Verkwikkend is ’t zicht niet van Haren-Buda / Maar mij geeft het niks hoor, ieder zijn meug / Mij liever een boomgaard dan een stalen spookstad / U moest er eens gaan kijken, ga eens zien hoe ’t deugt.” Met die ambigue aanprijzing riep de Antwerpse zangeres Della Bosiers in haar liedje ‘Fleur de Buda’ (1971) mensen op om met eigen ogen de Buda-wijk op de grens van Vilvoorde, Brussel en Machelen te verkennen. Meer dan een halve eeuw later vormt de tweede en laatste editie van kunstenfestival Border Buda, The woman who thought she was a planet, een nieuwe uitnodiging.
Drie dagen lang zullen artiesten er demonstreren dat het gebied geen dood niemandsland is, zoals vaak wordt gedacht, maar een levendige plek vol geschiedenis. Dat doen ze op vier locaties in het historische hart van Buda: een
Buda. Hun performance zwerft tussen cabaret en variété, met een repertoire van schlagerballades, volksliedjes en originele composities in tal van talen – naast Nederlands, Frans en Engels bijvoorbeeld ook Arabisch, Jiddisch en Russisch.
‘Fleur de Buda’ kan uiteraard niet ontbreken. “Die tekst gaat recht naar mijn hart,” zegt Desamory, die vandaag deels in Brussel en deels in Berlijn woont. “Wanneer Della Bosiers zingt over wiegende schoorsteenpluimen en grijze bomen, klinkt dat voor mij allesbehalve negatief. Het is poëtisch op een directe en naakte manier, zonder romantische bourgeois franjes.”
Voor Desamory raakt het lied ook een emotionele snaar, omdat ze haar kindertijd doorbracht in een soortgelijk gebied: een postindustrieel braakland aan de zuidelijke
“Ik heb aan den lijve ondervonden hoe het is om te worden weggeduwd naar de periferie alsof je niet bestaat”
open veld tussen de bedrijven, het fabrieksgebouw van de voormalige Fonderies bruxelloises (Fobrux), evenementenlocatie Buda BXL en café The Corner. Op die laatste plek zal de groep TRANSPORT van Lucile Desamory en Carola Caggiano onder meer een muzikale ode brengen aan friches of tussenplekken zoals
grens van Brussel. “In een voormalige fabriek tussen de Zenne en een chemische fabriek van Union Chimique Belge (UCB), vlak bij de elektriciteitscentrale aan het kanaal Brussel-Charleroi. Er hing een sterke geur van chemicaliën, je hoorde de hoogspanningskabels zoemen en rondom raasden auto’s over de snelweg en treinen over de
spoorweg. Het was een spookachtige plek tussen verschillende werelden in.”
Desamory groeide er op in de Emmaüs-La Poudrièregemeenschap, die mensen in kwetsbare omstandigheden, zoals daklozen en vluchtelingen, opvangt. Tot de groep eind jaren 1980 moest verhuizen. “Onder druk van het bedrijf UCB,” vertelt Desamory. “Het wilde ons terrein voor nieuwe industriële activiteit. Van de plek uit mijn jeugd schiet er niets meer over, op een enkele boom na.”
De kunstenares kent dus uit de eerste hand de dominante ontwikkelingslogica, die weinig opheeft met braakland. Het Border Buda-festival zet zich af tegen die logica en tegen de visie op Buda als een niemandsland dat zo snel mogelijk een nieuwe invulling moet krijgen, zoals nieuwe woontorens voor de middenklasse.
Het festival toont de wijk integendeel net als een plek vol
geschiedenis en vol diverse activiteiten. Er wordt gewezen op de aanwezigheid van onmisbare diensten die steeds meer uit de stad worden geduwd – zoals loodgieters en verhuisfirma’s –, en van mensen die moeilijk ergens anders terechtkunnen. Diensten en mensen waar rekening mee gehouden zou moeten worden bij mogelijke ontwikkeling, zo is de boodschap van het festival.
“Ik heb aan den lijve ondervonden hoe het is om te worden weggeduwd naar de periferie alsof je niet bestaat. Dat zijn weerzinwekkende praktijken, dergelijke machtsdynamieken in de ontwikkeling van steden moeten worden aangepakt,” zegt Desamory met nadruk. “Daarom is het zo belangrijk om tijdens het festival mensen werkelijk met open blik naar Buda te laten kijken zoals het nu is, niet zoals het ooit was of zou kunnen zijn. En om bij eventuele ontwikkeling samen te werken met de mensen die de plek het beste kennen, omdat ze er leven.”
“Friches, zoals Buda en mijn vroegere thuis, hebben voor mij vele lagen. Het zijn plaatsen waar er ruimte is voor het onverwachte, met een magisch potentieel, net omdat er zo weinig naar wordt gekeken en omgekeken. Alles is er in beweging en transformeert, ook door de natuur die ruimte herovert.”
Magische realiteit
Toen ze als tiener voor het eerst in een huis in de stad woonde, voelde dat zelfs fysiek heel vreemd aan, zegt Desamory. “De aanwezigheid van friches overal in de stad was dan ook een van de redenen dat ik een goede twintig jaar geleden naar Berlijn verhuisde. Mijn Berlijnse studio ligt ook niet toevallig in een postindustrieel braakland. Friches zullen altijd mijn thuis zijn.”
Desamory zal tijdens
Border Buda niet alleen concerteren in The Corner, in een voormalige tegelzaak in het Fobrux-gebouw zal ze ook een kunstinstallatie opzetten, die knipoogt naar haar twee
andere artistieke activiteiten: film en schilderkunst. Voor de installatie Moving image schilderde ze neonlichten in de verlaten ruimte en hing er een met gouache geschilderde poster op van een film die haar zwaar beïnvloedde: Salvation! van de New Yorkse filmmaker
Beth B.
Desamory maakt ook zelf films, samen met haar broer Damien, die de scenario’s schrijft. Recent regisseerde ze in Aalst de film De wervelende wirwar, die binnenkort de filmfestivals zal aandoen. En een documentaire over de Emmaüs-gemeenschap waarin ze opgroeide is in de maak. In al haar films is magisch realisme de gemene deler. “De realiteit is voor mij ook werkelijk een magische realiteit,” zegt ze. “Dat is nu eenmaal hoe ik de wereld zie door op te groeien op een magische plek.”
Het laatste hoofdstuk van kunstenfestival Border Buda, The woman who thought she was a planet, loopt van 20 tot en met 22/6, borderbuda.be
LUCILE DESAMORY CÉLÈBRE LA FRICHE DE BORDER BUDA
FR Le festival des arts Border Buda met à l’honneur le quartier Buda à Haren, perçu comme un no man’s land, en le transformant en un lieu vibrant, riche d’histoire et d’activités. Lucile Desamory, qui a elle-même grandi sur une friche industrielle à la frontière sud de Bruxelles, rendra hommage à ces espaces intermédiaires via une ode musicale de son groupe TRANSPORT. « Les friches, comme Buda ou mon ancien chezmoi sont propices à l’inattendu. Elles ont un potentiel magique justement parce qu’on s’en préoccupe si peu. »
DESAMORY CELEBRATES THE WASTELAND AT BORDER BUDA
EN The Border Buda arts festival celebrates the Buda district in Haren – often dismissed as a no-man’sland – as a lively place steeped in history. Lucile Desamory grew up in a similar abandoned industrial area just south of Brussels and together with her group TRANSPORT pays musical tribute to those neglected landscapes. “Places like Buda and the area where I grew up are places where there is room for the unexpected, with magical potential, precisely because so little attention is paid to them.”
Naastdrieofficiëlecompetities serveerthetBRIFFookeen reeksSpecialScreeningsen andereoff-programma’s: extravaganteOpenAirs, GreenPlanet,OnceUponA Time,Jeugdvertoningen, Openings-enSlotceremonie, enmeer...
Galerie Huberty & Breyne staat te popelen om de zomervakantie in te duiken. Hun reiskoffer vermomt zich als een groepstentoonstelling waarin illustere illustratoren als François Avril, Rébecca Dautremer, Ever Meulen (zie foto), Stéphane De Groef, Jeanne Macaigne en Laurent Durieux je met hun beelden vervoeren naar andere oorden. On the road again passeert daarbij tankstations, maanachtige landschappen en eindeloze wegen naar (n)ergens in het bijzonder.
ON THE ROAD AGAIN 20/6 > 19/7, Huberty & Breyne, hubertybreyne.com
Voor Fotografeer de wereld van morgen slaat Hangar de handen in elkaar met Reporters sans frontières, een ngo die de uitdagingen van journalisten over de hele wereld documenteert en ondersteunt en die dit jaar veertig jaar bestaat. Een blik op thema’s als milieu, ballingschap en crisis, die duidelijk maakt hoe nodig, grensverleggend én precair het werk van fotojournalisten is.
REPORTERS SANS FRONTIÈRES: FOTOGRAFEER DE WERELD VAN MORGEN 26/6 > 13/7, Hangar, hangar.art
Passa Porta verwijlt de zomer vast al lezend op dit zandstrand of die bergwand, maar niet voor het de deuren opengooit voor een genereus afscheid. Op 20 juni krijg je er een blik achter de schermen van de residentiewerking. In de schrijversflat vertelt Emy Koopman wat een verblijf in Brussel doet met een Nederlandse. En onder meer Elvis Peeters en Camille Pier getuigen over hun tijdelijke habitats in Rome en Seneffe. (KS) FIN DE SAISON: ZOMERVERTREK 20/6, Passa Porta, passaporta.be
Zombies waren slomer dan een ketaminejunk tot Trainspotting-regisseur Danny Boyle er in 2002 razende gevaartes én Britten van maakte in 28 days later. Ruim 8.000 dagen later vervolgen hij én scenarist Alex Garland (Civil war) die horrorhit met een ambitieuze trilogie. Groot-Britannië is door de zombieplaag al 28 jaar afgezonderd van de rest van de wereld. Een jongen wordt geconfronteerd met zijn sterfelijkheid én die van zijn moeder. Hondsbrutaal én hondsaangrijpend.
28 YEARS LATER UK, dir.: Danny Boyle, act.: Jodie Comer, Aaron Taylor-Johnson, Ralph Fiennes
Een gratis openluchtvertoning van Steven Spielbergs 50 jaar oude Jaws is maar een van de evenementen waarmee het Brussels International Film Festival (BRIFF) uitpakt. In de nationale competitie is het uitkijken naar Au bord du monde met Brusselaars Mara Taquin en Tijmen Govaerts. In de internationale competitie figureren twee topfavorieten: Enzo van Robin Campillo en Sentimental value van Joachim Trier.
BRUSSELS INTERNATIONAL FILM FESTIVAL 20 > 28/6, verschillende locaties, briff.be
Een dromerige jongen met een obsessie voor ruimtewezens wordt verkeerdelijk aanzien als leider van de aarde en belandt bij een interplanetaire organisatie met vertegenwoordigers van alle melkwegstelsels. Pixar tekende al voor een fantastische (WALL-E) én een ondermaatse (Lightyear) scififilm. Het kan dus alle kanten uit met Elio. Dat Shi en Molina al verbaasden met Turning red en Coco boezemt vertrouwen in. (NR) ELIO US, dir.: Domee Shi, Adrian Molina, Madeline Sharafian
‘Ik ben de gevoeligste
’
Zou muzikaliteit dan toch genetisch zijn? Het gezin Kanneh-Mason, een begrip in klassieke kringen, lijkt daar het levende bewijs voor te vormen. De zeven broers en zussen zijn allemaal even instrumentaal getalenteerd. De oudste dochter Isata effende het pad voor haar siblings als ECHO Rising Star, een titel die door de European Concert Hall Organisation wordt uitgereikt aan uitzonderlijke jonge talenten. Haar broer Sheku speelde cello op het huwelijk van de Britse prins Harry en Meghan Markle. En tijdens Festival Musiq3 mag nu ook pianiste Jeneba Kanneh-Mason komen bewijzen dat ze haar weg als soliste begint te vinden.
“Zelfexpressie is altijd een belangrijk aspect geweest in onze opvoeding,” vertelt de 22-jarige telg van de Kanneh-Masons. “We zijn uiteraard een hechte eenheid, en ik ben erg blij om met mijn familie geassocieerd te worden, maar ik denk ook dat elk van ons een eigen stem heeft. Volgens mij ben ik de gevoeligste van ons zeven. Het grootse, passionele repertoire voelt minder authentiek bij mij. Ik neig van nature meer naar de kleine, delicate emoties.”
In het kader van Festival Musiq3 toont Jeneba Kanneh-Mason in Flagey die fijnbesnaardheid in muziek van Bach en Beethoven, maar ook in werken van William Grant Still en Florence Price. Een interessante combinatie van ijzeren repertoire en toondichters uit minder belichte gemeenschappen. “Tijdens mijn opleiding aan het Royal College of Music was het al een streefdoel om stukken van ondervertegenwoordigde componisten uit te voeren. Die ontdekkingstocht vind ik erg plezierig, hij geeft me meer vrijheid als uitvoerder. Wanneer je gekende werken speelt, komt een publiek met verwachtingen. Hun visie en hun idee over de interpretatie zijn al gevormd. Ik heb het gevoel dat mensen bij onbekende muziek meer ontspannen zijn, omdat we die eerste beleving kunnen delen.”
Waarom kiest ze dan toch niet voor de totale vrijheid door die twee grote B’s uit de muziekgeschiedenis helemaal achterwege te laten? “Voor mij is het belangrijk om ze op gelijke voet te plaatsen. Natuurlijk kan je een programma maken met enkel composities van Florence Price, maar dan stop je haar naar mijn gevoel in een hokje. Combineer je haar muziek met de hoekstenen van de canon, dan gaat het publiek er op een andere manier naar luisteren. Als de gelijken die ze zijn.”
JASPER CROONEN
Jeneba Kanneh-Mason speelt op 28/6 in Flagey, in het kader van Festival Musiq3 (26 > 29/6), festivalmusiq3.be
09.25 > 01.26
Ch’eza Street Battle
Hendrickx Ntela
Collusiion
Jérôme Michez
POETIK BAZAR
Void
Joshua Serafin
Viciosa x Gelatina
Frames
Alexander Vantournhout / Not Standing
Lundynamite
Dambudzo
nora chipaumire
(le) Pain
Jean-Daniel Broussé
Si tu continues comme ça
Remi Faure-El Bekkari
Leftfield
Listen Festival
Playlabel
Listen Festival
Pink Night
PINK SCREENS
MDLSX
Motus
Queer Future Club
Gounouj
Leo Lerus
Lullaby for Scavengers
Kim Noble
Projet Collectif
Esac x Élodie Doñaque
HONDA ROMANCE
Vimala Pons
The Great He-Goat
Cie Mossoux Bonté
Dispak Dispac’h
Patricia Allio
Suzanne : une histoire du cirque
A.Tauber & F.Gehlker
Les Halles de Schaerbeek|22a, rue Royale Ste-Marie 1030 BXL|reservation@halles.be|+32 (0)2 218 21 07
De voorbije jaren oogstte Lucy Dacus vooral lof met boygenius, het drieverbond dat ze vormde met indie darlings Phoebe Bridgers en Julien Baker. Nu dat project voor onbepaalde tijd in het vriesvak zit, kan de Amerikaanse zich weer focussen op haar solocarrière. Eerder dit jaar leverde ze haar vierde bundel songs af onder de titel Forever is a feeling, een tijdloze plaat waarop ze tedere indierock opsmukt met broze countrykleuren. Kom op tijd voor voorprogramma jasmine.4.t.
LUCY DACUS 24/6, Ancienne Belgique, abconcerts.be
Onder de koepel van het Planetarium baadt de kortste nacht van het jaar in de kosmische kleuren van enkele elektronicawizards. Rhea is de alias van Mark de Wit, die al sinds eind jaren 1970 experimenteert met synths. Peter Dekker legt onder de banier Synquentium een link tussen Vangelis en Jean-Michel Jarre. En Remy Stroomer ontbloot deel twee van zijn Planet of the Arps-project.
UNDER THE DOME: RHEA + SYNQUENTIUM + PLANET OF THE ARPS 21/6, Planetarium, Facebook: Under the Dome
De zonnewende inspireert C12 tot een lange dag (en korte nacht) partyen. Die begint kort na de middag in Circle Park met de “femmeforward rhythmic energy” van de Australische dj Roza Terenzi, gevolgd door een back-to-back tussen Kathleen C en Stanislawa. Wie na zonsondergang nog verder wil dansen, kan terecht in C12 in het gezelschap van de Amerikaanse kunstenares en dj Juliana Huxtable en de uitgeweken Oekraïner Tweeman. (TZ)
OPEN AIR 21/6, Circle Park & C12, c12space.com
Dark Habits is een nieuw gelegenheidscollectief van artiesten die elkaar vonden via Ne Mosquito Pas. In Dark habits inspireren ze zich voor hun artistieke praktijk op de praktijk van spirituele gemeenschappen zoals de kerk, newagegroeperingen en satanische gezelschappen. De grootste inspiratiebron zijn evenwel de Sisters of Perpetual Indulgence: queer activisten die in de aidsjaren 1980 rituele protesten organiseerden in nonnenkostuums.
SIMON VAN SCHUYLENBERGH & DARK HABITS: DARK HABITS 26 > 28/6, Atelier 210, atelier210.be
Op de ambachtelijke, van wijk naar wijk trekkende Bildy Market kunnen buurtbewoners hun handwerk en ambachtelijke producten gratis presenteren. Ook deze keer, op het voorplein van metrostation Aumale, is de markt het kader voor een gemeenschappelijk dansritueel waar iedereen aan kan deelnemen. De vzw Espacetous en Zinnema zorgen zo voor een positief volksfeest dat de stad goed kan gebruiken.
URBAN RITUAL & BILDY MARKET ANDERLECHT 21/6, metrostation Aumale, zinnema.be
In de Marara Kelly art show, die popcultuur, kitsch en performance combineert, ontmoet de Braziliaans-Zwitserse kunstenaar Mayara Yamada haar mythische alter ego Marara Kelly, de hoeder van haar jeugddromen, in haar eigen lichaam. Mayara en Marara nemen je mee op een reis per hangmat langs verschillende ‘eilanden’, van de rivieren in Brazilië tot de meren in Zwitserland. (MB)
MAYARA YAMADA: MARARA KELLY ART SHOW: YOU’VE BEEN COMING TO MY PARTIES, I’VE BEEN APPEARING IN YOUR DREAMS 20 & 21/6, GC De Kriekelaar, kaaitheater.be
Ondo, de eerste Koreaanse koffiebar van Brussel, combineert verfijning, traditie en verfrissende drankjes. Hier slurp je de zomer door een rietje.
Bij Ondo draait alles rond temperatuur –niet toevallig wat het Koreaanse woord betekent. Met Ondo wil oprichtster Eunjin Oh – opgeleid in accessoireontwerp aan La Cambre en via een tussenstop in Londen weer in Brussel beland – een plek creëren die tegelijk warm en persoonlijk aanvoelt en is geworteld in haar familiecultuur.
Daarbij liet ze zich inspireren door de hanoks, de prachtige, traditionele Koreaanse huizen. De sfeer voelt tot in de kleinste details aan als een verlengstuk van haarzelf. Het linnen, de vazen, de lampenkappen: alles werd zorgvuldig uitgekozen en is vaak handgemaakt. Zelfs de
tafels, in gelakt hout, werden per boot verzonden vanuit het ‘land van de morgenstilte’.
Op de kaart vind je geen overdaad aan cafeïne, maar wel een huisdrankje dat je absoluut moet proeven: de ‘Sunset Yuja’ (6,50 euro), een ijskoude limonade op basis van cheong van yuja, een Koreaanse citrusvrucht die het midden houdt tussen een cederappel en een pompelmoes. Cheong is een traditionele Koreaanse siroop, die wordt gemaakt door fruit langzaam in suiker te laten macereren – een eeuwenoud procedé om de goede eigenschappen van fruit het hele jaar door te bewaren. Hier wordt ze bereid volgens de recepten van Eunjin Ohs grootmoeder en geserveerd met warm of bruisend water, zonder cafeïne of theïne.
5x2 tickets, Bozar, tot 10/8
De betreurde Koyo Kouoh, directeur en hoofdcurator van Zeitz MOCAA in Kaapstad, verzamelde een eeuw pan-Afrikaanse figuratieve schilderkunst in Bozar. Mail ‘Us’
Stuur het trefwoord, samen met je adres en telefoonnummer, naar win@bruzz.be
Bij die limonade proefden we een veganistische brioche met matchacrème (5 euro), afkomstig van een Koreaanse bakkerij in Duitsland. Een zachte textuur, plantaardige banketbakkerscrème en de elegante bitterheid van matcha: een delicaat evenwicht. Binnenkort wil Eunjin Oh hier haar eigen zoetigheden maken, met toetsen van miso, sesam of azuki. Voor de koffie, want die is er ook, koos ze voor een samenwerking met Boo! Modern Coffee Co., een jonge Belgische koffiebrander.
Net als de Iraans geïnspireerde koffiebar Kookoo draagt Ondo bij aan de opkomst van zaken die hun culturele wortels omarmen en tegelijk de blik van het grote publiek op de wereld verruimen.
TEKST: MICHEL VERLINDEN FOTO: SASKIA VANDERSTICHELE
5x2 tickets, KVS BOL, 27/6
Koffi Kwahulé en Kollektif Sorashilé putten uit alle bronnen van het theater voor een aangrijpend portret van hedendaagse Afrikanen, gevangen tussen traditie en globalisering. Mail ‘Africains’
Wat weet producer, componist en dj Cheb Runner van het leven?
Welke fout maak je steeds weer tijdens het creatieve proces?
Fouten maken is ook een vorm van creativiteit.
Wat helpt jou als je creatief droog staat?
Het afstoffen van bepaalde ideeën, klanken of ritmes.
Welke belangrijke tip kreeg je ooit van je publiek?
Ik kan me niet meteen iets herinneren, haha.
Welke levenswijsheid kreeg je mee van je ouders?
Recht wordt nooit gegeven maar genomen.
Welke levenswijsheid wordt overschat?
Intelligentie in het algemeen, misschien.
Met welke quote pak je graag uit?
It takes a village to raise a child Bestaat er een god?
Natuurlijk, en mijn geloof verplicht niemand om dat te geloven.
Als je jezelf een andere naam zou kunnen geven, welke zou dat dan zijn?
Cheb Turbo.
Wat kan jij dat de meeste anderen niet kunnen?
Ik ben zeker niet uniek. Er is vast iemand anders die alles wat ik kan beter kan.
In welk ander beroep zou je ook top zijn?
Iets in de IT.
Wat helpt je er weer bovenop als je down bent?
Heel vroeg opstaan.
Welke misvatting bestaat er over jou?
Ik luister misschien niet vaak, maar ik pik toch van alles op.
Van welk vooroordeel heb jij soms last?
Ze willen mijn tas weleens doorzoeken bij de uitgang van de supermarkt.
Doe je iets speciaals op je verjaardag?
Vrienden bij elkaar brengen. Oude en nieuwe. Van overal, uit Marokko, Europa … Welke lifehack verbeterde je leven?
De week structureren. Niet te veel twijfelen.
• Cheb Runner luistert in het dagelijkse leven ook naar de naam Reda Senhaji
• Hij woonde twintig jaar in Agadir maar is intussen al bijna vijftien jaar thuis in Brussel
• Hij is producer, componist en dj in de elektronische sfeer, en vermengt hedendaagse met traditionele klanken
• Hij bezit een unieke collectie synthesizers en maakt deel uit van het (A)WAKE-collectief
Welke kooktip heb je voor ons?
Een tajine van geiten die eten van de arganbomen in de Souss-regio rond Agadir.
Welk vreemd voorwerp slingert er rond in je huis?
Alle harde schijven die ik kocht op het Vossenplein.
Kijk je vaak in de spiegel? Waarom?
Om te kijken of ik wel goed wakker ben. Waar kijk je naar uit in de nabije toekomst?
Het afwerken van mijn modulaire synth en van een paar nieuwe releases.
Wie verdient het echt om heilig te worden verklaard?
Zoiets vergt zeldzaam veel inspanning en verantwoordelijkheid.
Bij welke historische gebeurtenis was je graag aanwezig geweest?
Misschien de dag dat de piramiden werden voltooid.
Doe eens een toekomstvoorspelling.
Ik geloof in het lot.
Wat was er vroeger beter?
Het verstrijken van de tijd.
Voor welke breed gebezigde uitvinding ben jij bijzonder dankbaar?
Transistoren.
Welke minder bekende app raad je iedereen aan?
Ableton Note voor muzikale ideeën. Typeer Brussel in drie woorden. Full ‘rwina’ (straattaal voor ‘chaos’, red.) organisée
Wanneer heeft Brussel je verbaasd?
De spontaniteit van de mensen hier verrast me telkens weer.
MICHAËL BELLON
Op 21/6 bouwt Cheb Runner samen met Glitter55, Retro Cassetta en Monstera Occulta een feestje op het dakterras van de Beursschouwburg tijdens Out Loud x Fissa, beursschouwburg.be
PODCAST ‘IN BRUSSEL’
In de nieuwe podcast In Brussel brengt Margot Otten jou twee verhalen recht uit de stad.
Deze week
De temperatuur stijgt, maar kan Brussel de hitte aan?
Hoe belangrijk is het coöperatief café NoordOuest voor Laken en omstreken?
Vanaf nu elke woensdag op je favoriete podcast-app en op BRUZZ.be/podcast
04-07 17-08-25
€ 42.000 besparen?*
• Appartementen met 1-4 slpk.
• Strategische ligging tussen NAVO, Europese wijk, luchthaven & Brussel centrum
• Unieke daktuin
• Perfecte locatie voor verhuur aan hoogopgeleide expats
• Volledige ontzorging dankzij Kolmont verhuurservice
• All-in-one verhuurformule voor verhuurklaar appartement
*6% btw mogelijk voor zowel kopers als investeerders Maak nu een afspraak en vraag naar de mogelijkheden thegardenbrussels.be/nl 02 307 44 44