Jeroen Reijnen over depressies en eenzaamheid in de Europese bubbel


Belgisch koningshuis


Latin, afrobeats en hiphop op nieuwe editie van Couleur Café

Jeroen Reijnen over depressies en eenzaamheid in de Europese bubbel
Belgisch koningshuis
Latin, afrobeats en hiphop op nieuwe editie van Couleur Café
Na de officiële, feestelijke opening van het nieuwe D’Ieteren Mobility Center in Anderlecht is de ambitie duidelijk: mobiliteit slimmer, duurzamer en klantgerichter maken. Lees mee hoe die ambitie elke dag vorm krijgt.
In de ruime, moderne showroom kunnen bezoekers terecht voor de nieuwste modellen van Volkswagen, Škoda, SEAT en CUPRA. Ook wie een tweedehandswagen zoekt, vindt er een ruim aanbod bij My Way, het kwaliteitslabel voor gebruikte wagens. Alle voertuigen worden grondig gecontroleerd en geleverd met garantie. Volgens site manager Geert Jaeken is de nieuwe locatie veel meer dan een werkplek. Hij noemt het “een mobiliteitshub waar verkoop en service samenkomen onder één dak”.
Achter de schermen draait de aftersales-afdeling op volle toeren. De werkplaats van 3.200 m² is uitgerust met 22 bruggen en 3 drive-inrecepties, goed voor meer dan 18.000 werkplaatsbezoeken per jaar. Dagelijks staan 50 medewerkers klaar voor onderhoud, herstellingen of het plaatsen van laadoplossingen.
“Onze teams van de voormalige concessies van Brussels Auto Group Anderlecht en D’Ieteren Center Brussels werken hier onder één vlag nauw samen,” legt Geert uit. “Zo kunnen we klanten snel, e ciënt en kwaliteitsvol verder helpen.”
Op een steenworp van de hoofdsite is in januari een Belgische primeur geopend: het Van Center exclusief voor Volkswagen Bedrijfsvoertuigen. “Het is een locatie speciaal voor vakmensen, zelfstandigen en ondernemers,” zegt Geert. “We bieden er verkoop, onderhoud én ombouw op maat aan.”
De Mobilis-site is CO₂-neutraal en draait volledig op hernieuwbare energie. Met geothermie, gerecupereerd regenwater en meer dan 1.000 zonnepanelen is het gebouw een toonbeeld van duurzame innovatie. Er zijn 280 parkeerplaatsen en meer dan 80 laad-
punten, klaar voor de mobiliteit van morgen. “Dit gebouw is een echte parel,” besluit Geert. “Modern, open en energiezuinig. Een plek waar mobiliteit, duurzaamheid en stedelijke ontwikkeling samengaan.”
Nieuwsgierig?
Kom het zelf ontdekken.
Adres: Industrielaan 51, 1070 Anderlecht
Openbaar vervoer: Lijnen 49, 73, 74, 78 – halte Vaartdijk
De waardigheid van de koning hangt niet af van de kroon die hij draagt, maar van wie hij effectief is.”
In een veertig minuten durend filmpje vorige week op YouTube gezet, waarin hij achtendertig vragen van vooral jonge onderdanen beantwoordt, vat koning Filip de essentie van zijn ambt samen: alles staat of valt met de mens achter het instituut. Als de drager van dat uitzonderlijke mandaat niet inspireert, dan vermag een monarchie maar weinig, hoeveel goud en glinster de wanden van het paleis in Brussel ook versieren.
Het Belgische koningshuis lijkt voorlopig stand te houden. Aan beide kanten van de taalgrens liggen de waarderingscijfers hoog. In de pers verschijnen nauwelijks ophefmakende details over intriges aan het hof. En zelfs de N-VA, niet bepaald royalistisch van inborst, vond in koning Filip een loyale partner in het tot stand komen van de Arizona-regering. Het niet aan zet brengen van MR-voorzitter en zelfverklaarde belgicist Georges-Louis Bouchez tijdens de maandenlange onderhandelingen werd door waarnemers dan ook gezien als een manoeuvre om formateur Bart De Wever alle kansen te geven. Nochtans, alles vandaag pleit tegen het concept en het idee van een monarchie. Het staat haaks op het moderne rationaliteitsdenken dat idolatrie en mystiek als kinderachtig afdoet; met een kostprijs van ongeveer 40 miljoen euro per jaar legt het iedere budgettaire orthodoxie vlotjes naast zich neer; en mensen verplichten taken uit te voeren die ze niet willen, maar moeten doen door zoiets arbitrairs als geboorte en herkomst, heet nog altijd slavernij. Zelfs een prachtig versierde kooi
vervangt de vrijheid van het spontane leven niet.
“Een koningshuis staat haaks op het moderne denken. En toch: koning Filip lijkt populairder dan ooit”
En toch. Koning Filip, maar bijvoorbeeld ook zijn collega in Nederland, Willem-Alexander, vond aansluiting met de eenentwintigste eeuw. De Belgische vorst zette in op communicatie met als jongste voorbeeld #VraagHetAanDeKoning, hij profileerde zich op onderwerpen die velen bezighouden en niemand echt kwaad kunnen maken (mentaal welzijn, de opwarming van de aarde, de toekomst van de jeugd), en van zijn zwakte maakte hij en cours de route zijn handelskenmerk: zijn onhandigheid en stugheid. In een tijd waarin authenticiteit hoog aangeschreven staat en als maatschappelijke valuta dient, toont koning Filip, mede door de omgang met zijn kinderen, een groot knuffelgehalte. Er straalt ook geen gevaar van af. Geen verbetenheid. Geen doctrinaire gloed meer: “Ik heb een missie,” zei hij eens dreigend tegen journalisten over zijn lotsbestemming, waarna de scepsis groeide over de jonge prins. Dat ebde weg, na bijna twaalf jaar honkvast op de troon te zitten.
Misschien ligt daarin het beproefde recept voor succes. In een wereld die in een sneltempo verandert (en niet altijd ten goede), in een wereld die gedomineerd lijkt te worden door een handvol mensen (alfamannetjes zonder consideratie voor de zwakkere), in een wereld die langzaam alle zekerheden verliest (bijvoorbeeld door de opkomst van artificiële intelligentie), is een koningschap dat de tand des tijds overleeft, voor velen een dankbaar alternatief op het wereldtoneel van iconen en internationale figuren.
En zeker de Belgische monarchie is zowat alles wat deze tijd niet is: braaf, bedeesd en zo heerlijk saai.
Coördinator magazine. In het edito fileert de redactie de Brusselse actualiteit.
Lees meer ’Zolang de bevolking het wil, blijft de monarchie’: een portret van koning Filip op p.14
Bart Animator workshops bij COOP
Het bruist rond het Kanaal. Met de steun van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de Europese Unie ontstonden een aantal plekken die een positieve impact hebben op iedereen.
Zo is er COOP waar Bart met kindvriendelijke ontdekkingsworkshops meebouwt aan een open toekomst. Of iMAL, een kunstencentrum waar je digitale workshops kan volgen. ART2WORK begeleidt je dan weer om je weg te vinden op de arbeidsmarkt. In MAD Brussels ontdek je lokale ontwerpers. En in De Vaartkapoen kan je een film of concertje meepikken.
Zo blijft het Kanaal evolueren als onuitputtelijke bron die je kansen biedt om bij te leren, te werken, te creëren, te spelen... Kortom, om jezelf te ontwikkelen.
Mama, dakloos en op zoek naar een nieuw leven: hoe Samusocial moeders een nieuwe start geeft.
14Royalty Portret van koning Filip
03Vooraan Een stabiele troon in onzekere tijden
06Het gesprek Jeroen Reijnen schreef een boek over de Europese bubbel in Brussel
RWDM staat op een zucht van promotie naar de hoogste voetbalklasse.
22Samenleving Voorzieningen om moeders die op straat leven op te vangen, staan onder druk
32Festival Samy Wallens brengt nieuwe tinten aan op het palet van Couleur Café
OP DE COVER
32Interview Brusselse pornoactrice Gigi
Max wint sectorprijs
12Fenomeen van de week MIVB rijdt mee met robottaxi in Hamburg
13Cartoon Delphine Frantzen
29Big City Wat deed Buffalo Bill ooit in Brussel?
29Meer BRUZZ Wat is er te doen op de andere BRUZZkanalen?
30Hang-out Yasser
36Column Het begin en het einde: de laatste van Jazz Brak
15Debatteer mee Voel jij je veilig in het Brusselse nachtleven?
10In beeld Saskia Vanderstichele:
ACTUALITEIT
03Vooraan ‘Maak medische screening verplicht’
18Opinie ‘Een regering moet in mensen investeren in plaats van ze af te schrijven’
16Geopolitiek Is Brussel een doelwit voor Russische aanvallen?
Maxi-Saïd huldigt mini-Saïd in 18 Stadsleven Bril met camera
21Beestig Brussel Bramen tellen in Ukkel
06Het gesprek Jeugdrechter Tine Suykerbuyk en journaliste Phara de Aguirre over Mijn jeugdrechter
19Debatteer mee Is de Zuidfoor te luidruchtig?
12Fenomeen van de week Platform Better koppelt bedrijven en goede doelen
24Horeca Brasserieën tonen zich creatief in tijden van crisis
28 Sporting Flagey Het jaar van de doorbraak voor Elliot Vermeulen
13Cartoon Kim Duchateau
14Opinie ’Maak van het Noordplein een ontmoetingsplaats voor politiek debat’
10In beeld Emiel Viellefont: 25 Joêr Gardevils
14Stadsleven Merci
23Botanisch Brussel Natuurboomgaard in Laarbeekbos krijgt opfrisbeurt
28Sporting Flagey ‘Alles met wieltjes is welkom’
29Big City Waarom was er ooit een Schaarbeekse school in Blankenberge?
37 Stijn Van Kerkhoven duikt met de Streamz-serie Oh, Otto! in de Brusselse gayscene
29Meer BRUZZ Wat is er te doen op de andere BRUZZ-kanalen?
30Hang-out Eléonore
36Column Tussen godin en dikke koe
41 Klein onderhoud iMAL
SELECT
43Eat & Drink Baci
44Inzichten Lander Gyselinck
37 Filmmaker Mathijs Poppe slaat een brug tussen Jette en Shatila
41 Klein onderhoud Ilyas Mettioui
43Eat & Drink Fish Tank
44Inzichten Lubiana
BRUZZ Flageyplein 18, 1050 Brussel, 02-650.10.65 ABONNEMENTEN Josiane De Troyer (abo@bruzz.be), 02-650.10.80 Gratis in Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Rest van België: 29 euro per jaar; IBAN: BE98 3631 6044 3393 van Vlaams Brusselse Media vzw, een abonnement binnen Europa kost 162 euro per jaar, buiten Europa 192 euro per jaar OPLAGE 50.000 exemplaren ADVERTEREN? Angela Mngongo 02-650.10.81 angela.mngongo@brusselmedia.be DISTRIBUTIE Ute Otten, 02-650.10.63, ute.otten@bruzz.be ALGEMENE DIRECTIE Dirk De Clippeleir ALGEMEEN HOOFDREDACTEUR Klaus Van Isacker COÖRDINATOR MAGAZINE Maarten Goethals ART DIRECTOR Heleen Rodiers VORMGEVING Ruth Plaizier EINDREDACTIE Karen De Becker, Kurt Snoekx WERKTEN MEE AAN DIT NUMMER Eva Christiaens, Luana Difficile, Sophie Soukias, Steven Van Garsse, Tom Zonderman (redacteurs); Annelies Bontjens, Michaël Bellon, Jazz Brak, Jasper Croonen, Emilia De Feyter, Andy Furniere, Luc Kempen, Tom Peeters, Niels Ruëll, Nordin Sermant, Michel Verlinden (medewerkers) VERTALING Frédérique Beuzon, Gregory Blauwers, Sam De Ryck, Aurélien Garcia, George Holmer FOTOGRAFIE & ILLUSTRATIE Bart Dewaele, Kim, Delphine Frantzen, Ivan Put, Saskia Vanderstichele, Emiel Viellefont VERANTWOORDELIJKE UITGEVER Dirk De Clippeleir, Flageyplein 18, 1050 Elsene.
DISTRIBUTIE Ute Otten, 02-650.10.63, ute.otten@bruzz.be
DIRECTIE Dirk De Clippeleir ALGEMEEN HOOFDREDACTEUR Klaus Van
BRUZZ is een uitgave van de Vlaams Brusselse Media vzw wordt gedrukt bij Printing Partners Paal-Beringen en wordt gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap en de Vlaamse Gemeenschapscommissie
MAGAZINE Maarten
ART DIRECTOR Heleen Rodiers VORMGEVING Ruth Plaizier EINDREDACTIE Karen De Becker, Kurt Snoekx WERKTEN MEE AAN DIT NUMMER Eva Christiaens, Kris Hendrickx, Sophie Soukias, Tom Zonderman (redacteurs); Uma Barrea, Michaël Bellon, Maya Callizaya, Jasper Croonen, Astrid De Bois, Emilia De Feyter, Andy Furniere, Michiel Leen, Tom Peeters, Niels Ruëll, Kevin Van den Panhuyzen, Michel Verlinden (medewerkers) VERTALING Frédérique Beuzon, Gregory Blauwers, Sam De Ryck, Aurélien Garcia, George Holmer FOTOGRAFIE & ILLUSTRATIE Bart Dewaele, Kim, Delphine Frantzen, Ivan Put, Saskia Vanderstichele, Emiel Viellefont VERANTWOORDELIJKE UITGEVER Dirk De Clippeleir, Flageyplein 18, 1050 Elsene. BRUZZ is een uitgave van de Vlaams Brusselse Media vzw wordt gedrukt bij Printing Partners Paal-Beringen en wordt gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap en de Vlaamse Gemeenschapscommissie
In het boek Big in Brussels bundelt Jeroen Reijnen meer dan een kwarteeuw ervaring in werken voor en met de Europese instellingen in Brussel. Het resultaat is een handige gids met carrièretips, anekdotes en onderbelichte aspecten van de Europese bubbel. Over eenzaamheid bijvoorbeeld, en de kloof tussen expats en de stad. “Een leven opbouwen naast je carrière is voor expats misschien de grootste uitdaging.” door Nordin Sermant foto’s Emiel Viellefont
Voor heel wat jonge expats vormt het vooruitzicht op een goedbetaalde en ambitieuze positie binnen de Europese instellingen de reden om het grijze Brussel op te zoeken, soms ver weg van het thuisfront. En die droomjob lijkt vaak nog verder weg.
Aanvankelijk was Big in Brussels bedoeld als leidraad om een Europese carrière uit te bouwen. Maar tijdens de tientallen interviews die auteur Jeroen Reijnen voerde voor het boek, botste hij op uitdagingen en inzichten die lang onuitgesproken bleven. Het spoorde hem aan om behalve de loopbaantips, expats ook te
gidsen in hoe ze een leven naast de werkvloer kunnen uitbouwen.
Ondertussen werkt u al meer dan 25 jaar binnen de Europese bubbel. Waar is het voor u begonnen?
JEROEN REIJNEN: Tijdens een stage bij een Nederlands consultancybureau voor mijn studie Internationale Betrekkingen mocht ik werken aan een project dat het consulaat van Oman dichter bij de Europese instellingen en het Belgische koningshuis moest brengen. Ik gidste de delegatie door de stad, zette mee meetings op met Europese parlementsleden, commissarissen en koning Filip, werd rondgereden in een Mercedes
E-Klasse. Misschien wel de meest stressvolle week van mijn leven, maar ik dacht toen vooral: “Dit wordt het, dit wil ik doen later.”
Nadien klom u van een betaalde stage bij een Iers consultancybedrijf op tot onder meer woordvoerder van Guy Verhofstadt, toen voorzitter van de liberale fractie in het Europees Parlement. Hoe kreeg u dat voor elkaar?
REIJNEN: Ik denk dat het een kwestie van doorzetten is. In mijn eerste weken in Brussel verstuurde ik honderden sollicitatiebrieven. Per vacature zijn er minstens honderd andere kandidaten, een portie
• Afkomstig uit Nederland
• Woont momenteel in Rixensart, na passages in Elsene en Oudergem
• Al meer dan 25 jaar actief in de Europese bubbel, onder meer als woordvoerder onder Guy Verhofstadt, tussen 2009 en 2019 voorzitter van de liberale fractie in het Europarlement
• Vandaag teamlead Politieke Communicatie bij het DG International Partnerships van de Europese Commissie
geluk speelt wel mee. Voor die betaalde stage had ik toevallig een thesis geschreven die aansloot bij een project van dat bedrijf.
Zodra je een job te pakken hebt, valt het belang van netwerken niet te onderschatten. De meeste vacatures worden alleen intern gedeeld, dan helpt het wel als je iemand kent die een tip kan doorspelen. Ook een stevig werktempo behoort tot het pakket. Het gebeurde niet vaak dat ik voor 20 uur het kantoor verliet.
Dat laatste lijkt niet voor iedereen weggelegd. In het boek haalt u aan dat burn-outs geen zeldzaamheid zijn.
REIJNEN: De werkdruk ligt enorm hoog, naar mijn ervaring nog hoger dan in de privésector. Over de Europese instituten hoor je soms dat het trage apparaten zijn. Het omgekeerde is echter waar. Een voorbeeld: onder Verhofstadt werkte ik mee aan de afschaffing van de roamingtarieven (2017) binnen de Europese Unie. Het duurde twee jaar om dat voorstel erdoor te krijgen.
Dat lijkt lang, maar in die tijdspanne moest de tekst 27 lidstaten passeren, in verschillende talen, culturen, en soms zelfs meerdere instituten per land. Daarbovenop was er de druk van het bedrijfsleven tegen de afschaffing. Het betekende vaak nachtwerk tot 5 uur ’s ochtends, om even later, om 9 uur weer te arriveren op kantoor.
Dat ritme kan zijn tol eisen. Tijdens mijn loopbaan zag ik mensen uitvallen van wie ik het nooit verwachtte. Achteraf besefte ik pas hoe dicht ik zelf tegen een burn-out aan zat.
Toch schrijft u dat 70 procent van de Europese bubbel net heel tevreden is op werkvlak, terwijl het wereldwijde gemiddelde slechts 20 procent bedraagt?
REIJNEN: Zodra je binnen bent, gaat er een nieuwe wereld voor je open. Je werkt samen met heel wat intelligente en interessante mensen en beschikt vaak over een divers takenpakket met een gunstig salaris. Ook het besef dat je meewerkt aan een Euro-
pees project dat groter is dan jezelf, speelt een grote rol.
Onder Verhofstadt, zelf een enorm harde werker, klopte ik lange dagen. Maar ik had nooit het gevoel dat ik met iets zinloos bezig was.
Dat vertaalt zich evenwel niet naar het leven buiten de werkvloer?
REIJNEN: Klopt. Achter de drukbezochte afterworks op ‘Place Lux’ schuilt heel wat eenzaamheid. Volgens de psychologen die ik sprak, is dat misschien wel de grootste uitdaging voor expats. Je laat je thuis achter en probeert vrienden te maken in een nieuwe omgeving. Alleen weet je nooit hoelang iemand zal blijven. Na een jaar kunnen je vrienden opnieuw vertrokken zijn, en moet je nieuwe zoeken. Daardoor ga je soms onbewust minder investeren in sociale relaties.
Eenzaamheid is niet altijd zichtbaar. Zo kende ik iemand die heel populair leek en veel vrienden leek te hebben, maar ze spendeerde haar weekends vaak alleen, verlangend naar een nieuwe werkweek. Best triest. Die houding straalt ook af naar hun woonomgeving. Sommigen geven er maar weinig om, kopen nooit eens een leuk meubel. In een studie las ik ooit dat het leven van expats in drie reistassen past. Terwijl een thuis maken van je omgeving net belangrijk is voor je welbevinden.
Die kijk geldt trouwens ook voor de stad. Voor sommigen is het geen plaats waar je woont en je een leven opbouwt, maar louter een werkplek.
Hoe hebt u indertijd Brussel tot een thuisbasis gemaakt?
REIJNEN: Brussel heeft niet de in your face-weelde van een Parijs of een Amsterdam. Je moet er een tijdje verblijven om te ontdekken wat de stad te bieden heeft. Onder expats heeft de stad vaak een negatief beeld. ‘Brussel-bashing’ is soms zelfs een vorm van groepstherapie: over het vuil in de straat, de onveiligheid, de telecomtechnieker die maar niet komt opdagen.
“Brussel-bashing is onder expats een vorm van groepstherapie”
Nochtans gelden die ergernissen ook voor de Brusselaars. Het verschil is volgens mij dat zij er relaxter mee omgaan. Als je die kijk op het leven omhelst, merk je plots dat je de georganiseerde chaos niet meer kunt missen. Ik ben een twee keer opnieuw in Nederland gaan wonen, maar keerde terug. De vrijheid die je hier ervaart, vind je niet in andere Europese steden.
Kunt u daar een voorbeeld van geven?
REIJNEN: Toen ik nog in Elsene woonde, nam ik aan de halte Stefania het openbaar vervoer om mijn kinderen naar school te brengen. Daar had je dat gigantische, expliciete fresco van Bonom waarop een masturberende vrouw te zien was. In gelijk welke andere stad in Europa zou dat tot enorme controverse leiden. Binnen de kortste keren zou het overschilderd zijn. Hier bleef het maandenlang hangen. Net dat je-m’en-foutisme vind ik zo prachtig aan Brussel. Al moest ik mijn kinderen wel vroeger dan verwacht seksuele voorlichting geven (lacht).
In het boek hebt u het ook over de kloof tussen expats en locals?
REIJNEN: Expats klagen soms over het gebrek aan contact met de locals. In dat opzicht moeten we onszelf de vraag durven te stellen of we daar wel genoeg moeite
Jeroen Reijnen kent de Europese bubbel door en door: “De werkdruk ligt enorm hoog. Onder Guy Verhofstadt klopte ik lange dagen. Maar ik had nooit het gevoel dat ik met iets zinloos bezig was. “
voor een conservatieve uitdager. Is het euroscepticisme de laatste jaren dan niet toegenomen?
REIJNEN: Ik denk dat de euroscepsis net is afgenomen. De toon van het Pools PiS, een Geert Wilders of een Marine Le Pen ten aanzien van Europa, klinkt tegenwoordig een stuk zachter dan pakweg tien jaar geleden. En de brexit maakte duidelijk dat de Britten er nu niet beter voor staan dan voor het vertrek uit de Europese Unie. Integendeel.
De laatste jaren doorstond de Europese Unie meerdere kantelpunten. De Eurocrises, de asielcrisis, de steeds dreigendere toon vanuit Rusland en de verslechterde relaties met de Verenigde Staten van Donald Trump: die momenten droegen bij aan het besef dat de lidstaten het niet alleen kunnen trekken. Een sterke samenwerking dringt zich op voor een duurzame toekomst.
Afsluitend: u maakt de Europese beleidsvorming van dichtbij mee. Kunnen de Brusselse beleidsmakers daar iets uit leren?
voor doen. Hoe we die kloof kunnen dichten, daar heb ik helaas nog geen eenduidig antwoord op. Dat is voer voor een volgend boek (glundert).
Ik zie wel dat de gelukkigste expats betrokken zijn bij het lokale leven. Ze doen vrijwilligerswerk bij een sociale organisatie, of gaan samen sporten. Het maakt je leven rijker. Ikzelf voetbal al 27 jaar bij een club die zowel expats als Belgen telt. Dat onttrekt me aan de Europese bubbel, en maakt dat ik me beter geïntegreerd voel.
Misschien is er ook een kloof in de andere richting: niet elke gemiddelde burger is op de hoogte van het Europese project?
REIJNEN: Onze Europese manier van leven wordt misschien als te vanzelfsprekend beschouwd. Het lijstje met voordelen is nochtans lang. Dat we geen roamingtarieven meer hoeven te betalen binnen Europa, betaalbare vluchten kunnen boeken richting een zonnige, Europese bestemming, er geen controles meer zijn op de snelweg aan de grensovergangen: een voor een komen die zaken voort uit complexe Europese regeltjes, maar ze hebben een grote impact op onze dagdagelijkse levenskwaliteit. Als we de grenscontroles opnieuw invoeren, dan zouden de gevolgen qua files niet te overzien zijn.
Ik vermoed inderdaad dat heel wat Europeanen die ‘European Dream’ beleven zonder dat ze het zelf beseffen. De positieve aspecten van de Unie worden vooral gezien door niet-Europeanen. Terwijl we er gerust wat trotser op mogen zijn. Vanuit de Europese instellingen moeten we er daarom op blijven inzetten om het beleid op een begrijpbare en relevante manier naar de inwoners over te brengen.
Toch was er na de brexit een tijdje sprake van een mogelijke nexit en frexit. In Polen moest onlangs een pro-Europese presidentskandidaat de duimen leggen
REIJNEN: Ik moet toegeven dat ik de Brusselse formatie niet tot in de puntjes ken. Wel zag ik op het Europese niveau dat er compromissen gesmeed werden tussen de meest uiteenlopende politieke strekkingen, van pure communisten tot extreemrechtse partijen die flirten met fascisme. En dat over landsgrenzen heen. Als het daar kan, moet dat in Brussel ook lukken. Ik kan me niet inbeelden dat de verschillen hier groter zijn.
Big in Brussels, the art of working and living in the EU bubble van Jeroen Reijnen, uitgegeven bij John Harper Publishing Ltd, 16,35 euro
‘LES AFTERWORKS DE LA PLACE LUX CACHENT UNE GRANDE SOLITUDE’
FR Dans Big in Brussels, Jeroen Reijnen partage plus de 25 ans d’expérience avec les institutions européennes. Son ouvrage combine guide pratique, anecdotes et réflexions sur les zones d’ombre de la « bulle européenne ». Parmi les thèmes abordés : la solitude des expatriés et leur difficile insertion dans la ville. « Les afterworks très populaires de la place Lux masquent souvent une grande solitude. »
“THERE IS A LOT OF LONELINESS BEHIND THE AFTERWORKS ON PLACE LUX”
EN In his book Big in Brussels, Jeroen Reijnen brings together more than a quarter of a century of experience working for and with the European institutions in Brussels. It is a handy guide with career tips, anecdotes, and little-known aspects of the “European bubble”. Like loneliness. “Building a life alongside your career is perhaps the biggest challenge for expats. The busy after-work parties at Place Lux cover up a great deal of loneliness.”
Vorige week donderdag mocht BRUZZ-reporter Saïd Al-Haddad een miniatuurversie van zichzelf inhuldigen op de kleine Grote Markt van Mini-Europa. Daar komt hij te staan naast onder anderen Stromae, Jean-Claude Van Damme en ruimtevaarder Dirk Frimout. Saïd kon zijn emoties moeilijk de baas en dat had vooral te maken met de gedetailleerde manier waarop de ontwerpers erin geslaagd zijn om zijn iconische brommer vorm te geven. “Twintig jaar kriskras de hoofdstad doorkruisen, dat verdiende een beeldje,” aldus Vinciane Meeùs, de directrice van het park. MG
De Lijn, de TEC en de MIVB starten in de herfst met een nieuw proefproject met een zelfrijdende auto. De test vindt in Leuven plaats. In Hamburg staan ze al verder. BRUZZ reed er mee in een wagen zonder chauffeur.
In de Verenigde Staten en China zijn ze er al een tijdje: de zelfrijdende taxi’s. Europa hinkt wat achterop, maar Volkswagen is vast van plan om die achterstand in te halen.
De autoconstructeur investeert in Hamburg, München, Oslo en in Austin, Texas via het bedrijf Moia in elektrische auto’s die volledig autonoom door het drukke verkeer kunnen rijden.
Lang werd gedacht dat robottaxi’s slechts een verre toekomstdroom zijn. De informatie die een zelfrijdende auto moet verwerken is enorm. Zonder verkeerslichten naar links afslaan bijvoorbeeld vergt complexe inschattingen en een grote rekenkracht. Er zijn de hoge ontwikkelingskosten en er rijzen vragen over de juridische aansprakelijkheid bij ongevallen. Bij stadsplanners leeft dan weer de vrees dat de stad aangepast zou moeten worden aan de zelfrijdende auto’s, met strakke geregelde conflictvrije straten, waar alleen de zelfrijdende auto een plaats heeft.
Maar door de pijlsnelle ontwikkeling van de AI-technologie is er in korte tijd flink wat vooruitgang geboekt. Ontwik-
kelaars zien in de toekomst heel wat voordelen: minder files door gedeeld autogebruik, een veiliger verkeer en – een teer punt misschien – minder taxipersoneel.
In Hamburg rijden er bij wijze van proefproject enkele tientallen robottaxi’s rond. In de marge van de grote UITPbeurs voor het openbaar vervoer dat vorige week plaatsvond, nam BRUZZ zelf de proef op de som. Alles loopt van een leien dakje: je bestelt de taxi met een app, geeft de plek in waar je heen wil, opent de deur met de smartphone en je kan vertrekken. Er is plaats voor drie. De rit ging van de congreshal waar de UITP-beurs plaatsvond naar de toeristische St. Pauli-Landungsbrücken en terug. Een ritje van een half uur.
Netjes
De zelfrijdende wagen rijdt precies alsof er een – uitstekende – chauffeur aan het stuur zit. Hij stopt wanneer er voetgangers oversteken, blijft netjes achter een fiets rijden als er geen ruimte is om voorbij te steken, en doet een verbazend perfect manoeuvre wanneer een vrachtwagen tijdens het
leveren een straat verspert en de vrachtwagenchauffeur onverwacht uitstapt. Met zijn 27 sensoren heeft de Moiawagen een 360 gradenbeeld en kan hij, zo lijkt het toch, elke moeilijke verkeerssituatie aan.
De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat er wel een chauffeur aan het stuur zat, maar die greep, zo benadrukt Moia, op geen enkel moment in. In principe zou het in Duitsland al kunnen zonder die assistentiechauffeur, maar Moia wil eerst nog verder testen.
Dat Moia op het UITP-congres aanwezig was, is geen toeval. Moia lonkt naar andere steden en naar openbaarvervoeroperatoren om zijn diensten te kunnen aanbieden. Het heeft daarvoor een concept
uitgewerkt van een collectieve taxi, een beetje zoals de Collecto’s in Brussel, met vaste oppikplaatsen, en een gedeeld gebruik door klanten. Ze wil dat model ook naar andere steden brengen.
“Stel, je komt terug van een concert, en wil nog iets gaan drinken. Dan is Moia een perfecte oplossing,” klinkt het bij Moia. Vandaag rijdt Moia trouwens al rond in Hamburg met gewone busjes met chauffeur om dat nieuwe mobiliteitsconcept uit te testen, in afwachting van de overstap naar een volledige automatisering. Wanneer die er komt, wou Moia niet zeggen, maar Duitsland heeft de ambitie om tegen 2028 over het grootste aaneengesloten gebied
ter wereld te beschikken waarin zelfrijdende auto’s opereren.
Volkswagen is alvast overtuigd van zijn zaak. “China en VS staan al enkele stappen voor. We mogen in Europa niet achterblijven,” zo klinkt het bij het dochterbedrijf Moia.
Of die nieuwe soort van mobiliteit snel in Brussel zal verschijnen, valt nog te bezien. De MIVB deed ooit een test met een zelfrijdende auto. Overtuigend was dat niet: het was in een park zonder verkeer, en de auto reed wel bijzonder traag. Maar intussen zijn we enkele jaren verder. MIVB-baas Brieuc de Meeûs, zelf industrieel ingenieur en altijd geïnteresseerd in nieuwe technologie, steekt zijn verbazing tijdens de testrit niet onder stoelen of banken. “Er zijn in enkele jaren tijd echt reuzenstappen gezet.”
sensoren telt de zelfrijdende wagen van Moia, waardoor het voertuig een 360 gradenbeeld heeft
is het jaar waarin Duitsland wil beschikken over het grootste aaneengesloten gebied ter wereld waarin zelfrijdende auto’s opereren
Toch blijft de MIVB voorzichtig over de toekomst. Er loopt nu een samenwerkingsverband met De Lijn en de TEC om kennis op te doen. In september wordt een testvoertuig geleverd van het Chinese merk WeRide. Het gaat om een groter model dan de Volkswagens van Moia, met plaats voor tien tot twaalf mensen. De minibus zal zonder chauffeur door het centrum van Leuven rijden en naar Heverlee.
De MIVB benadrukt dat ze maar in tweede lijn meewerkt aan het project. De Lijn is de trekker in dit dossier. De Vlaamse vervoersmaatschappij wil nagaan of de belbussen op termijn door de zelfrijdende busjes kunnen worden vervangen, al wil De Lijn daar zelf niet veel over kwijt. Ongetwijfeld zet ook Brussel ooit een stap in de richting van een stedelijke versie van de robottaxi’s, maar wanneer en hoe? Dat blijft voorlopig koffiedik kijken.
STEVEN VAN GARSSE
Met de 38 antwoorden op vragen die burgers rechtstreeks aan hem mochten stellen, verdiepte koning Filip opnieuw de band met zijn onderdanen. Stelt hij op die manier zijn toekomst veilig én die van zijn troonopvolger? “Hij neemt zijn rol zeer ernstig, maar laat ook ruimte voor zelfrelativering.”
door Annelies Bontjes
Wat voor eten zou de koning nou echt, echt, echt niet lusten? Die gedachte hield de achtjarige Ada uit Jette bezig. In een video kijkt ze vrolijk de camera in, gekleed in pyjama met wolken-patroon, terwijl ze de koning haar vraag stelt. Ze kreeg van de vorst zelf een antwoord: hij blijkt geen octopus te eten. Ooit zag hij de documentaire My Octopus Teacher, over de bijzondere band tussen een duiker en een octopus, en sindsdien staat het dier niet meer op zijn menu. Afgelopen dinsdag kwam de video online waarin koning Filip (65) antwoord geeft op vragen van Belgen, die zij in april konden insturen. De vier kinderen van Filip deden de oproep in een videoboodschap met de hashtag #VraagHetAanDeKoning. Op het paleis waren ze overweldigd door het aantal reacties, zeggen bronnen binnen de muren aan BRUZZ. In totaal ontvingen ze ruim 2.600 video’s met vooral positieve vragen. Slechts een handvol was kritisch.
De vraag van Ada ontstond gewoon aan de eettafel, zegt ze tegen BRUZZ. “Mijn mama had iets gemaakt met aubergine, en
ik vond het echt niet lekker. Ik háát aubergine. Toen vroeg ik me af: ‘Wat zou de koning niet lusten?’” Na het eten, net voor bedtijd, nam ze de video op. Ze was “keiblij” toen bleek dat haar vraag was uitgekozen. “Het antwoord verraste me wel. Ik had iets anders verwacht, courgette misschien, of ook aubergine. En die film ken ik niet, maar die ga ik binnenkort kijken.”
Controle blijft
De video van de koning past in een bredere strategie om de mens achter de koning te laten zien, zegt journalist Wim Dehandschutter, die het koningshuis volgt voor Het Laatste Nieuws. “Normaal schermen de royals hun privéleven erg af, dus deze openheid is zeker bijzonder. Maar: de koning kiest zelf welke vragen hij beantwoordt. De controle blijft.”
Wie de video van veertig minuten met de antwoorden uitkijkt – met opvallend veel vragen van kinderen – komt heel wat nieuws te weten over koning Filip, zoals zijn ochtendroutine (koffie, krant, meditatie, piano), zijn lievelingssport (skiën) en of hij en zijn gezin weleens verstoppertje spelen in het paleis (ja, zo blijkt). Tegelij-
kertijd sijpelt in de antwoorden ook veel informatie door over de inhoud van zijn rol (het nut bijvoorbeeld van protocollen).
“Blijkbaar vindt hij dat belangrijk om uit te leggen,” reageert koningshuisdeskundige Jo De Poorter, van wie recentelijk het boek De koning is dood, leve de koning verscheen. “Het zijn allemaal veilige vragen die zijn functie ondersteunen, toelichten en die sympathie oproepen. Er is geen vraag waarmee hij een standpunt moet innemen. Het gaat bijvoorbeeld niet over de kosten van het koningshuis, naar schatting jaarlijks tussen de 30 en 35 miljoen, of over de invloed van zijn vrouw Mathilde.” Het Paleis liet trouwens wel gemanipuleerde filmpjes van Studio Brussel en Radio 2, die de antwoorden van de koning parodieerden, offline halen.
De video met antwoorden roept ook nieuwe vragen op: wat weten Brusselaars echt over de bekendste burger van het land? Wat is zijn band met de hoofdstad? Wat zijn belangrijke thema’s voor Filip? En hoe zit het met de toekomst van de monarchie, die intussen bijna tweehonderd jaar oud is?
De 65-jarige Filip is in meerdere opzichten vervlochten met Brussel. Ten eerste simpelweg omdat het de plek waar hij is geboren en bovendien is hij de eerste generatie die geen thuisonderwijs kreeg, maar in Brussel naar een normale lagere school ging. “Dat creëert automatisch een band met de stad,” stelt journalist Dehandschutter. “Toch is het voor hem moeilijk om een échte Brusselaar te zijn. Hij kan niet zomaar beslissen om uitstapjes te maken, want er moet altijd beveiliging zijn.”
Binnen de grenzen van het mogelijke maakt de vorst veel gebruik van de stad, zeggen ze op het paleis. Zo gaat hij graag uit eten, bezoekt hij musea of gaat hij naar de film. Hoewel hij dan vaak herkend wordt, laten mensen hem meestal met rust. Ook koningin Mathilde wordt soms op een gewone plek in Brussel gespot, zoals de Zara. Daarnaast is er een specifieke boekhandel met een café waar ze in het weekend graag koffie drinkt.
Tegelijkertijd werkt het feit dat de koning uit Brussel komt soms ook in zijn nadeel, vindt De Poorter. “Koning Filip is noch Vlaming, noch Waal – hij is echt een Brusselaar. Daarmee behoort hij tot een minderheidsgroep in België, wat het moeilijk maakt om zich met de andere landsdelen te verbinden. Dat is anders dan in bijvoorbeeld Engeland, waar koning Charles in Londen woont, Engelse televisie kijkt en Engelse kranten leest.”
Maar dat beeld verdient nuance, zeggen anderen. De kinderen van Filip en Mathilde zijn tweetalig opgevoed en gingen naar het Nederlandstalige Sint-Jan Berchmanscollege in Brussel – een bewuste keuze van het koningspaar. Ook aan de Koninklijke Militaire School (KMS) studeerden Elisabeth en Gabriel in het Nederlands. Binnen het hof wordt actief ingezet op verbinding met alle gemeenschappen via bezoeken, toespraken in meerdere talen en een divers samengesteld team. Uit recente peilingen blijkt dat er weinig verschil in
waardering is tussen Vlamingen en Walen.
De band met Brussel is niet alleen persoonlijk, maar ook professioneel sterk. Filip gebruikt de internationale troef om België te promoten in het buitenland. De buitenlandse staatshoofden en leiders die Brussel bezoeken voor de internationale instellingen die er zijn gevestigd, komen vaak op audiëntie bij de koning.
Dankzij die persoonlijke contacten op het hoogste niveau heeft Filip al meermaals het verschil kunnen maken in belangrijke kwesties, zeggen bronnen dicht bij de vorst. Een voorbeeld is de vrijlating van Olivier Vandecasteele, de hulpverlener die 455 dagen gevangen zat in een Iraanse cel, in mei 2023. Daarin speelde de goede relaties van de koning met de sultan van Oman naar verluidt een sleutelrol.
In de twaalf jaar dat Filip op de troon zit, heeft hij zijn eigen stempel op het koning-
“Koning Filip is Vlaming noch Waal, wel Brusselaar. Daarmee behoort hij tot een minderheidsgroep in België”
Jo De Poorter
Auteur van De koning is
dood, leve de koning
schap gedrukt. In 2020, tijdens de coronacrisis en de Black Lives Matter-protesten, stuurde hij een open brief ter gelegenheid van de zestigste verjaardag van de onafhankelijkheid van Congo, waarin hij het koloniale verleden koppelde aan racisme. Zijn betrokkenheid bij dat thema bleek ook toen hij Vincent Kompany uitnodigde, na racistische incidenten tijdens een wedstrijd tegen Club Brugge in december 2021. Een jaar later bezocht hij Congo en betuigde hij zijn “diepste spijt” voor het koloniale verleden, een historisch belangrijk gebaar.
Een ander thema dat hem na aan het hart ligt, is het welzijn van jongeren. Filip had zelf een moeilijke jeugd met weinig affectie, en dat maakt dat hij zich oprecht betrokken voelt bij jongeren die het psychisch moeilijk hebben, zeggen bronnen op het paleis. Zo deed hij in 2020 mee aan Rode Neuzen Dag, waar hij in een onlinegesprek met twee jongeren sprak over mentale gezondheid. Hij vertelde dat hij veel troost vindt in muziek, en benadrukte hoe belangrijk het is dat jongeren thuis kunnen praten over hoe ze zich voelen.
Welk onderwerp ook ter sprake komt, Filip zal altijd spreken vanuit hoop, zegt Dehandschutter. “Of het nu gaat om sociale onrust of terreuraanslagen, zijn boodschap vertrekt steeds vanuit positiviteit. Hoop is echt een van zijn kernwaarden.”
Hoewel de koning veel zaken zelf bepaalt, staat hij er niet alleen voor. Hij wordt intensief bijgestaan door een hecht team van medewerkers, waartoe ook verschillende Brusselaars behoren. Dagelijks komen ze samen op het paleis voor een overleg, waarin ze ook de belangrijkste nieuwsfeiten bespreken.
Voorbij de praktische kant van het werk, hangt er nog altijd een zweem van magie of mystiek rond het koningshuis. Bij een staatsbanket of officieel bezoek voel je de grandeur en het prestige, zegt HLN-journalist Dehandschutter. “Filip draagt een uniform met borststerren, Mathilde verschijnt in een galajurk en tiara. In het koninklijk paleis schitteren kroonluchters, prijkt er veel goud en aan de muren hangt prachtige kunst. En dan zijn er natuurlijk de koninklijke serres, die slechts enkele weken per jaar open zijn voor het publiek. Die weelderige plantenpracht is indrukwekkend. Niet voor niets wordt het ‘het Belgische wereldwonder’ genoemd.” Tegelijkertijd halen de royals zelf ook een deel van die magie weg, stelt Dehandschutter. “Ze willen zo gewoon mogelijk overkomen, er is geen troon, geen kroon. Ik herinner me een moment op de nationale feestdag, toen iemand in het publiek luid riep: ‘Leve de koning! Vive le roi!’ Waarop Filip tegen een toeschouwer zei: ‘Ik doe ook maar gewoon wat ik moet doen.’” Het zegt veel over Filips kijk op het koningschap: hij
“De Belgische monarchie mag zich in de handen wrijven met kroonprinses Elisabeth. Zij vertegenwoordigt een nieuwe generatie”
Wim Dehandschutter
Royaltywatcher bij Het Laatste Nieuws
neemt zijn rol zeer ernstig, maar laat ook ruimte voor zelfrelativering.
Op het paleis zijn ze zich bewust van de mystiek die rondom het koningshuis hangt, deels voortkomend uit het ongrijpbare karakter ervan. Veel mensen kunnen zich moeilijk voorstellen hoe het leven van de koning er precies uitziet, en dat spreekt tot de verbeelding. Het is dan ook belangrijk om die symboliek in stand te houden, zeggen voorstanders van het instituut. Hierdoor krijgt de koning een bijzondere uitstraling, een aura die andere staatshoofden niet per se hebben.
Op bepaalde momenten kan dat diplomatiek van pas komen; zo kan de koning deuren openen die anders gesloten blijven. “België heeft zo’n zevenhonderd diplomaten, maar Filip is wel de belangrijkste,” schrijft journalist Dehandschutter in zijn onlangs verschenen boek Achter de muren van het paleis. Tijdens de coronapandemie kwamen Filips goede contacten met de Chinese zakenman Jack Ma goed van pas: na één telefoontje landden er al snel vijfhonderdduizend mondkapjes op de luchthaven van Luik.
Een blik op de toekomst: wat is de houdbaarheidsdatum van de monarchie? Zal België over pakweg dertig jaar nog een
koningshuis hebben? De Poorter heeft daar twijfels bij. “Ik heb best hoge verwachtingen van de huidige generatie, maar voorbeelden in andere landen laten zien dat steun snel kan afbrokkelen. Kijk naar Spanje of Thailand, waar de populariteit van het koningshuis in korte tijd sterk is gedaald. De monarchie steunt volledig op de goedkeuring van het volk – zolang de bevolking het wil, blijft ze bestaan.”
Grote, historische gebeurtenissen kunnen dat draagvlak plots doen wankelen, stelt De Poorter. “Na de Eerste en Tweede Wereldoorlog verdwenen er bijvoorbeeld heel wat koningshuizen. Ik denk niet dat koning Filip of prinses Elisabeth snel grote fouten zullen maken, maar het hangt af van wat er elders in de wereld gebeurt.”
Dehandschutter vult aan: “Op korte termijn kan er inderdaad veel veranderen. Er moeten geen grote schandalen gebeuren, de samenleving is vandaag erg gevoelig voor beeldvorming.”
Toch ziet hij genoeg reden voor optimisme. “De Belgische monarchie mag zich in de handen wrijven met Elisabeth, de 23-jarige troonopvolgster. Zij is erg populair, zeker bij jonge mensen. Ze straalt toegankelijkheid uit, spreekt haar talen en vertegenwoordigt een nieuwe generatie. Dat maakt haar een troef voor de toekomst van het koningshuis.”
FR Que sait-on vraiment du Roi Philippe ? Derrière le protocole, se dessine le portrait d’un homme attentif, engagé auprès des jeunes, cinéphile… et qui ne mange pas de poulpe — une anecdote révélée lors d’un échange citoyen. « Quel que soit le sujet, le Roi évoque toujours l’espoir », explique Wim Dehandschutter, spécialiste de la monarchie. « Qu’il s’agisse de crises sociales ou d’attentats, son discours reste fondé sur une forme de positivité. »
‘HOPE
EN What do we really know about King Philippe? Behind the formal protocol is a thoughtful man who goes to the cinema, is committed to young people, and does not eat octopus. The latter became apparent during a citizens’ Q&A. “Whatever the subject, King Philippe will always speak from a place of hope,” says royal correspondent Wim Dehandschutter. “Whether dealing with social unrest or terrorist attacks, his message is always positive.”
‘Een
schrijven’
Terwijl langdurige werklozen intensieve begeleiding nodig hebben in de zoektocht naar een job, wordt het vangnet net afgebroken. Onbegrijpelijk, vindt sociaal medewerker Fransje Wagemans.
Fransje Wagemans
• Werkt voor Tracé Brussel, een vzw die zich inzet voor werkzoekenden
• Ondersteunt sociale inschakelingsprojecten in Brussel
Terwijl het Brussels Gewest stuurloos vaart, vuurt de Arizona-coalitie met ijzige dwang de hervorming van het werkloosheidsstelsel af. In Brussel zou dat neerkomen op 40.000 mensen zonder uitkering. Volgens de Brusselse overheidsdienst Vivalis vindt 21 procent van hen werk, 32 procent belandt bij het OCMW, 5 procent komt in de ziekte- en invaliditeitsverzekering, en 42 procent blijft achter zonder enig inkomen. Dat zijn 16.800 mensen. Ik vraag me af wat politici denken dat er zal gebeuren met die mensen. Mensen van wie, volgens de cijfers van arbeidsbemiddelaar Actiris, 59 procent kortgeschoold is, 62 procent al langer dan vijf jaar werkzoekend, 52 procent ouder dan 50 jaar, 40 procent een buitenlands diploma zonder gelijkwaardigheid heeft en 14 procent alleenstaande ouder is. Denken zij werkelijk dat het een uitkering was die hen tegenhield om werk te vinden?
Een collega van de Werkwinkel vertelde me over een vrouw die bij hen in begeleiding is. Rond de veertig,
Stadsleven Bril met camera door Maarten Goethals
Anderlecht, Sint-Guidoplein. Ik sta aan de overkant van het metrogebouw, uitkijkend naar mijn vriendin die maar niet komt. Aan de leiband mijn hondje, bang voor de bussen en trams die bovengronds passeren. Ik wacht vijf minuten. Ik wacht tien minuten. Ten slotte een kwartier. Een gastje uit de buurt komt op mij af. Hij vraagt of ik iets
sinds 1998 in België, geen diploma secundair onderwijs. Ze volgde Nederlandse lessen via Ligo en haalt ondertussen een behoorlijk niveau. Ze is alleenstaande moeder van vijf kinderen, van wie één met gezondheidsproblemen. Ze volgde al meerdere begeleidingstrajecten en opleidingen, maar vond nooit duurzaam werk. Wat zal zij doen als ze in september hoort dat haar uitkering binnen enkele maanden stopt?
De mismatch op de Brusselse arbeidsmarkt is groot. De meeste
“Werklozen activeren vraagt taalondersteuning, begeleiding op maat, stabiele huisvesting en toegankelijke kinderopvang”
zoek. “Neen, ik wacht.”
“Zeker?” “Zeker.” Hij gaat terug naar zijn vrienden, die iets verderop staan. Ik hoor een echo van wat ik antwoordde. Hij komt terug, maar niet alleen. “Zeker dat je wacht? Zeker dat er geen camera’s in je bril zitten?” “Heel zeker,” zeg ik, en de suggestie dat
vacatures richten zich op hooggeschoolden. Meer dan één op de twee vraagt meertaligheid – Frans, Nederlands én Engels. Volgens de meest recente taalbarometer beheerst slechts 12,6 procent van de Brusselaars die drie talen. 10,5 procent spreekt geen enkele ervan.
Besparen op vangnetten Ik hoorde een vertegenwoordiger van Beci, de Brusselse Kamer van Koophandel, laatst vertellen: “Na zes maanden werkloosheid ruiken werkgevers onraad.” Hard, maar niet onwaar. Werkloos zijn is als roest: het vormt zich langzaam, maar vreet zich in. Niet alleen in de ogen van werkgevers, maar ook in je zelfbeeld. Je zelfvertrouwen brokkelt af, je voeling met de werkvloer verdwijnt, je geloof in
ik van de politie ben, bezig met een drugsinterventie, vind ik te lachwekkend voor woorden. Maar het is niet om te lachen. En tuurlijk voel ik de dreiging, want zijn metgezel kijkt me met zijn scherp, lang, bloedeloos gezicht strak aan. In mijn gemeente is zelfs wachten op de liefde al een provocatie. “Waar ben je?” stuur ik mijn vriendin. “Ik moet nog vertrekken,” antwoordt ze.
In Stadsleven vertellen redacteurs en lezers in maximaal 1000 tekens een verrassende anekdote over Brussel. Insturen kan via redactie@bruzz.be
Van de 40.000 langdurig werklozen in Brussel, zou 32 procent bij het OCMW belanden.
institutenslijtweg.
Terwijldiemensenintensieve begeleidingnodighebben,wordt het vangnetafgebroken.Ergeldteen aanwervingsstopbijActiris.OCMW’s makenzichopvooreeninstroomdie ze nietaankunnen.Brusselsminister van WerkBernardClerfayt(DéfI) gaf laatstnogaan dat defederalesteun drastischtekortschiet.
Intussenheerstpolitiekestilstand. DoordeBrusselseimpasseisergeen zichtopbegrotingen of subsidies. Vzw’stastenin het duister.De miljardenputwaarinBrusselzich bevindt,voorspeltweiniggoeds.De besparingsdrangzalalleentoenemen.
Ruimte voor wat werkt
WaarBrusselnaarsnaktzijninvesteringen,inbegeleidingopmaat,in
jobcreatie.Brussel telt meerdan160 socialeinschakelingsondernemingen diekwetsbaremensenbegeleidenén tewerkstellen.Zijbewijzen dat mensenkunnengroeien–als ze daar tijdenondersteuningvoorkrijgen. Maarprecies dat ontbreektsteeds vaker. Tijdensdecoronacrisis werd met dePhoenix-premiesnelgeschakeld omwerkzoekendenopnieuwaan deslag te krijgen.Waaromontbreekt diezelfdedaadkrachtnu?Waarom geenpremievoorwiestrakszonder uitkeringvalt?
Erisgeentekortaangeëngageerde organisaties, wél aansteunen ademruimte.Dewerkdrukistorenhoog.Burn-outsbijconsulentenzijn geenuitzondering. We hebbenextra mensennodig,enopleidingendiehen versterken.
Tewerkstellingstaattenslottenietop zichzelf.Activeringvraagttaalondersteuning,begeleidingopmaat, stabielehuisvestingentoegankelijke kinderopvang.Ook van werkgevers vraagt het iets:flexibiliteiten ondersteuningopdewerkvloer.En het vraagt dat we werkendoenlonen, zekerbijminimumlonen,ookwanneer mensendeeltijdswerken,zodat ze er effectiefopvooruitgaanals ze eenjob aannemen.
Maarvooralvraagt het visie. Een regeringdiehaarverantwoordelijkheid neemt.Dieinvesteertinmensen,in plaats van ze af te schrijven.
Reageren of zelfeenopiniestuk insturen?Mailnaarredactie@bruzz.be
In de Westhoek lopen we twintig jaar achterop, maar ik rijd toch liever hier met een bus dan in Brussel”
Is de Zuidfoor te luidruchtig?
Resultatenonlinebevraging,op20juni2025viaRhetoric (98 reacties) Ja
In zo’n dichtbevolktewijkisditveel te ingrijpend, zekervoor zo’n langeperiode. Annelien S.
Het ismoeilijk te begrijpenhoedeStadBrusselen Anderlechtconsequentdebewonersrondde Zuidlaan/Poincarélaanvergeten. Het isvuil,erisveel overlast,deopenbareruimteiseenrampen enigszinskunnenslapenmagookalniet. Tim G.
DeZuidfoor zou beterverplaatstwordennaareen hiervooraangepastlocatie.Demiddenbermmidden van eendrukkewoonwijkis dat niet. V.V.
Zeven wekengebrekaannachtrust,invollezomer geenraamkunnenopenzettenzonderconstant omringd te zijndoorschreeuwendemensen. Spanningeninhuis,iedereenwordtprikkelbaar. A.V.F.
Ik twijfel
Ik zou daarnietgraagwonentijdensdefoor.Maar, het hoort wel bijdestad.Defoorverplaatsenbuitende stadisnefastvoordesfeer(kijknaardeSinksenfoor inAntwerpen).Misschienmoet zo’n foorgeenhele maandduren,maarvolstaateenweekook. A.D.
Nee
Ikslaap,alsbuurtbewoner,nóóit met eenopenraam omdatelkenachtautomobilistenenmotorrijders met plankgasoptrekkenopdeKleineRing.Defooris invergelijkingpeanuts. Jaak D.
Ikwoonernaasten was opdehoogte van de “overlast”.UiteindelijkrespecteertdeZuidfoorde opgelegdesluitingsurenenhebben we als“nieuwe” bewonergeengrond tot klagen. Michael V.
Peter Farazijn, deex-profwielrenner isnuchauffeurvoor DeLijn
Het Nieuwsblad, 16juni2025
NOTRE-DAME DES VICTOIRES AU SABLON ONZE-LIEVE-VROUW TER ZEGE OP DE ZAVEL + CERCLE ROYAL GAULOIS + PALAIS D’EGMONT EGMONTPALEIS
Open Tuesday to Sunday, 11am–7pm
When We See Us – Until 10 August Berlinde De Bruyckere – Khorós – Until 31 August
Full programme £
Aankondiging of vacature? Reserveer deze ruimte voor jouw organisatie. Mail naar sales@bruzz.be en vraag naar onze instapaanbieding voor slechts € 500.
Een zomerdessert fleurt steevast op met een roze framboos of blauwe braam, maar Brussel heeft nog zeker twintig andere braamsoorten in de aanbieding. In Ukkel willen ze die nu inventariseren.
door Eva Christiaens
In België bestaan meer dan tweehonderd soorten bramen. In Brussel zijn er nu twintig bekend. “Maar elke keer dat ik op stap ga, vind ik wel een nieuwe soort. Ik schat dat het er zeker dertig zijn,” zegt Hendrik Devriese van de Vlaamse Bramenwerkgroep. Hij richtte die in 2023 op als een uit de hand gelopen hobby. “Ik was conservator van het Beverbos in Wemmel en keek daar in 2008 voor een inventaris ook eens naar de bramen. Al snel werd het een verslaving. Als ik een braamstruik zie, wil ik elke keer weten welke soort het is.”
Het maakt hem een van de weinige batologen in België. Batologie is de botanische studie van bramen en niet eenvoudig. “Je kan op wel vijftig kenmerken letten: de stengel, stekels, haartjes of kliertjes, de vorm van de bladeren en kleur van de bloemen of vruchten,” geeft Devriese als voorbeeld.
Dit soort parameters zal hij zondag met de juiste benaming uitleggen aan een groep vrijwilligers in Ukkel. Zij zullen vanaf juli de braamsoorten tellen in het hele gewest. Tegen dan staan de struiken volop in bloei en zijn de vruchten nog niet geplukt. De telling kadert in het FloraBru-project van Leefmilieu Brussel, een inventaris van alle wilde planten in de hoofdstad. De nieuwe atlas moet in 2027 klaar zijn en rekent op honderd vrijwilligers.
ontsnapt. Ik noem het de ‘oh nee’-braam,” zegt Devriese.
“Voor moeilijke groepen als grassen en bramen geven we cursussen, zodat ook amateurs die kunnen herkennen,” zegt Devriese vanwege Natuurpunt. Hij heet er ook andere Brusselaars welkom, want hoe meer wilde bramen we herkennen, zo hoopt hij, hoe meer we die kunnen waarderen. “Bramen hebben een negatief imago omdat ze woekeren. Op stikstofrijke, verlaten weilanden verdringen ze andere soorten zoals klokjes en tijm,” zegt Devriese. Maar de snode woekeraar is vooral de koebraam, een variant met grote vruchten, of de aangeplante dijkviltbraam uit Vlaamse tuinen. “Die woekert verschrikkelijk en is uit veel tuinen
Eigenschappen
• Bramen zijn vermoedelijk ontstaan na de laatste ijstijd
• In België zijn zeker 200 braamsoorten bekend. Dat is veel in vergelijking met andere delen van Europa. Het is nuttig struikgewas voor dieren, vlinders en bijen
• Veel soorten komen enkel lokaal voor, in Brussel onder meer de Zoniën-humusbraam en de zachte kambraam
Liever kijkt de batoloog naar inheemse, oeroude bramen in onze bossen. “In het Zoniënwoud vind je unieke soorten die er al duizenden jaren leven. Die moeten we absoluut beschermen,” vindt hij. De Zoniënhumusbraam is alleen in en rond Brussel bekend. Ook de zachte kambraam vind je nergens anders in Europa. Devriese: “Die soorten hebben kleine en minder lekkere bessen, maar wel een grote waarde voor de biodiversiteit.”
Zo kunnen dieren als reeën en eikelmuizen zich handig verstoppen in de struiken, en buiten Brussel zelfs otters en boomkikkers. Bramen zijn ook rijk aan stuifmeel. “Dat maakt hen geliefd bij wilde bijen, vlinders en andere insecten. Die bijen bestuiven op hun beurt andere planten,” zegt Devriese. Het Vlaams instituut voor natuur- en bosonderzoek wil de bramen in oude bossen alvast bestuderen en een handvol hobbybatologen sprong onlangs op de kar. “Vaak gepensioneerde botanisten,” zegt Devriese.
Wie bramen wil plukken, moet nog wachten tot augustus en vindt de zoetste soorten toch in hagen of tuinen. “De koebraam groeit op braakliggende terreinen als de Josaphatfriche of Mijlemeerssite,” zegt Devriese. “Wilde bramen ook in het Laarbeekbos, Dudenpark of bosranden.” Goed voor een lading confituur of verse fruittaart aan het einde van de zomer, al heeft batoloog Devriese geen kooktips. “Ik eet liever frambozen,” zegt hij. Gelukkig is ook dat een braam.
De opleiding ‘Bramen in Ukkel, Kauwberg en Zoniënwoud’ start zaterdag 28 juni om 10 uur aan de Begraafplaats Ukkel-Verrewinkel. Iedereen is welkom.
Lees de hele reeks op BRUZZ.be/dossier/botanisch-brussel
Samenleving Voorzieningen om moeders die op straat leven op te vangen staan onder druk
Een op de tien dakloze vrouwen in Brussel is ook moeder. Initiatieven zoals Step Forward en Casa Frida van Samusocial bieden onderdak en begeleiding, maar door onder andere het nijpende woningtekort staan die voorzieningen onder druk. BRUZZ sprak met twee jonge vrouwen en experts uit de sector. “Elke avond moeten de noodopvangcentra vrouwen met kinderen weigeren.”
In Brussel bieden Casa Frida en Casa Vesta een unieke opvang voor alleenstaande vrouwen en moeders met kinderen, vaak getekend door een zwervend bestaan, precaire levensomstandigheden en uitsluiting. Iedereen heeft er een eigen kamer, een eigen plek, een beetje privacy. Voor de 25-jarige Nethy betekende dat het begin van een nieuw leven.
Ik ben degene die de vlinders aan de muur heeft gehangen. De sterren zijn van een mama die hier eerder woonde. Maar ik vond ze meteen mooi, dus heb ik ze gehouden.” In dit knusse kamertje, verlicht door een paar nachtlampjes, heeft de 25-jarige Nethy een cocon gecreëerd voor haar twee jonge kinderen (1 en 2,5 jaar). Portretten van de kleintjes sieren de muren. Het babybedje, waar de jongste niet meer in wil slapen omdat hij liever bij zijn moeder en zus ligt, doet nu dienst als speelgoedbak. “Na alles wat we hebben meegemaakt, begrijp ik dat ze niet alleen kunnen slapen.”
Nethy woont nu zes maanden in Casa Frida, een van de twee huizen die Samusocial Brussel heeft geopend voor alleenstaande vrouwen en moeders met kinderen. Die discrete opvanghuizen in hartje Brussel – Casa Frida en Casa Vesta – tellen respectievelijk 14 en 11 kamers. “Wat voor mij alles heeft veranderd, is dat ik hier met mijn kinderen een eigen kamer heb, en vooral een eigen douche. Je hebt geen idee wat dat betekent voor je mentale welzijn,” vertelt ze. “Vroeger, in het opvangcentrum voor gezinnen, bevonden de douches zich in de kelder. Uit angst voor agressie spraken de vrouwen af om er samen naartoe te gaan. Het was ontzettend eng (het centrum heeft zijn oude, tijdelijke locatie intussen verlaten, en nu beschikt elke kamer over een eigen douche, red.).”
In Casa Frida hebben de vrouwen een eigen kamer, sleutel, badkamer en privétoilet. De keuken wordt gedeeld, maar iedereen kookt voor zichzelf. “Op de vorige plek kregen we kant-en-klare maaltijden die ik niet binnenkreeg. Ik had geen eetlust meer.” Nog een cruciale verandering: de bewegingsvrijheid. Geen avondklok of aanwezigheidscontroles. “Ik kon die bemoeienissen niet meer ver-
dragen, het gevoel dat ik me altijd moest verantwoorden.”
Trauma’s en herstel
“In een Casa hebben sommige vrouwen zes maanden nodig om gewoon weer op adem te komen, voordat ze zelfs maar administratieve stappen kunnen zetten,” legt projectverantwoordelijke Thibault Dutoit uit. Ze worstelen vaak met ernstige trauma’s. De Casas vangen vrouwen op van wie de situatie als “oplosbaar” wordt beschouwd: er moet binnen een jaar uitzicht zijn op een verblijfsvergunning of op autonomie. Het project richt zich in het bijzonder op vrouwen met een migratieachtergrond. “Autonomie betekent ook kunnen herkennen welke steun je nodig hebt: huisvesting, onderwijs voor de kinderen, gezondheidszorg, juridische hulp, psychologische ondersteuning ... Alleen is het haast onmogelijk.”
Nethy is daar het perfecte voorbeeld van. Ze komt uit Congo en vertrekt in 2022 naar Frankrijk, waar ze een Belgische man ontmoet. Ze vertelt dat ze met hem naar België komt, maar vervolgens zonder geld, papieren of netwerk de deur uitgezet wordt. De straat wordt haar enige uitweg, station Brussel-Zuid haar toevluchtsoord. “Ik was alleen, ziek en vreselijk misselijk. Voorbijgangers keken weg of liepen snel door.” Tot een onbekende vrouw haar één nacht onderdak biedt en meeneemt naar het ziekenhuis. De diagnose valt: ze is zwanger. Ze wordt doorverwezen naar het noodopvangcentrum Louiza van Samusocial.
De schok is groot. “We deelden de ruimte met drugsgebruiksters en vrouwen met zware psychische problemen. Ik was depressief en kon me niet verheugen over mijn zwangerschap.” Na drie maanden wordt Nethy overgeplaatst naar een gezinscentrum van Samusocial, waar ze bijna twee jaar blijft. Daarna trekt ze voor
drie maanden naar een ander centrum van Samusocial in Schaarbeek, voordat ze een plaats krijgt in de Casa.
De toegang tot de Casas is voorbehouden aan alleenstaande vrouwen en moeders zonder zware verslavingen of ernstige psychiatrische stoornissen – criteria die soepel worden toegepast. “Duikt er na opname toch een verslaving op, dan werken we daaraan. We zetten ze niet zomaar op straat,” verduidelijkt Dutoit. De opvang is gratis, maar elke bewoonster moet tot 40 procent van haar inkomsten sparen om haar vertrek voor te bereiden.
Nethy
‘Wat er ook gebeurt, mijn kinderen zullen nooit zoals ik op straat belanden’
Nethy kon aanspraak maken op regularisatie via gezinshereniging, omdat haar kinderen in België zijn geboren. Maar de weg was bezaaid met hindernissen. Ze moest haar eerste kind laten erkennen als Belg, DNA-testen ondergaan en de constante dreiging van uitzetting trotseren. “Met de maatregelen van de nieuwe regering zal regulariseren steeds moeilijker worden,” betreurt Thibault Dutoit.
Dankzij haar verblijf in de Casa kon Nethy zich eindelijk laten domiciliëren, een cruciale stap die elke regularisatieprocedure en het verkrijgen van talrijke sociale
rechten (kinderbijslag, OCMW, ziekenfonds, enz.) aanzienlijk vergemakkelijkt. Zonder domiciliëring kom je geen stap vooruit. Na de regularisatie blijft een woning vinden een enorme uitdaging. Ook hierbij biedt de Casa begeleiding: een woning zoeken, huisbezoeken oefenen, administratieve stappen ondernemen, aanbevelingsbrieven ... Maar garanties zijn er niet. “Tegenwoordig is een woning zoeken een hele onderneming,” zegt Dutoit. “Er is een schrijnend tekort aan betaalbare woningen, en onze bewoners ondervinden discriminatie vanwege hun naam of afkomst.”
Met haar OCMW-uitkering liep Nethy vast op de huurprijzen: “1.200 tot 1.700 euro voor een tweekamerappartement in Brussel.” Na lang zoeken en dankzij wat spaargeld kon ze toch een appartement kopen – een primeur voor het project, dat hoofdzakelijk gericht is op huurwoningen. “Deze aankoop werd mogelijk gemaakt dankzij het Woningfonds, dat overigens vanaf 1 juli geen hypothecaire leningen meer zal verstrekken,” legt Thibault Dutoit uit.
Sinds hun opening vijf jaar geleden hebben de Casas 100 vrouwen opgevangen; 85 zijn al uitgestroomd, de meesten naar een privéwoning. Maar de toekomst oogt somber. De regering die in februari 2025 aantrad, wil vluchtelingen tijdens hun eerste vijf jaar in België geen OCMW-steun meer geven – een periode die nochtans cruciaal is, waarschuwt Dutoit. De besparingen van de Arizona-coalitie bedreigen ook de opvangcapaciteit van de Casas. “De onzekerheid is totaal.”
Nog een moeilijkheid: het wordt steeds lastiger om de bewoonsters te laten erkennen als alleenstaanden. Omdat ze een adres delen met een tiental andere vrouwen, worden ze soms als samenwonenden beschouwd, waardoor het bedrag van hun OCMW- of werkloosheidsuitkeringen lager uitvalt. “Elke domiciliëring is een gevecht geworden,” betreurt Dutoit.
Nethy en haar kinderen bereiden zich voor om de Casa te verlaten. Een moment van vreugde en weemoed. “Ik heb hier vriendschappen gesloten. Onze kinderen speelden samen. Met wie moet ik straks nog ruziemaken?” grapt ze. Om er meteen aan toe te voegen: “Maar nu denk ik: mijn leven is begonnen. Zelfs als ik er op een dag niet meer ben, zullen mijn kinderen een dak boven hun hoofd hebben. Ze zullen de straat niet kennen zoals hun mama.”
In november vorig jaar telde Bruss’Help 9.777 mensen zonder dak of thuis, wat neerkomt op een stijging van 25 procent in twee jaar. Een derde van de Brusselse daklozen zijn vrouwen. In een op de tien gevallen gaat het om alleenstaande moeders. Zoals benadrukt door Sébastien Roy, algemeen directeur van Samusocial: “Elke avond moeten we vrouwen met kinderen weigeren die zich aandienen bij onze noodopvangcentra, door een gebrek aan plaatsen.”
Eerst een dak boven je hoofd, dan je leven weer opbouwen: dat is het principe van Housing First. In Brussel helpt het programma Step Forward jongvolwassenen die op straat zwerven om weer stabiliteit te vinden. De weg is lang. Voor Valérie, 31 jaar en mama, begon alles op de dag dat ze haar sleutels kreeg.
Het was de eerste keer in mijn leven dat ik een echte woning had,” vertelt Valérie. Ze was toen 22 jaar oud. Ze had nog nooit stabiliteit of de warmte van een thuis gekend. Als kind van een dakloze moeder groeide ze op in een chaotische omgeving, waar de rollen vaak omgekeerd waren. “Mijn moeder rekende altijd op mij om hulp te zoeken,” herinnert ze zich. Aude Gijssels, coördinatrice van het project Step Forward, kent Valérie goed – ze volgt haar traject al sinds haar tienerjaren. In haar 25 jaar bij Samusocial is Gijssels geconfronteerd met veel gebroken levens. “We merken dat veel jongeren op straat belanden omdat ze problematische ouders ontvluchten. Tegenwoordig kiezen ze steeds vaker voor de straat in plaats van voor hun familie.”
Al heel jong, na een kindertijd in instellingen, belandde Valérie op straat. Soms aanvaardde ze een plaats in een noodopvang, maar nooit voor lang. “Ik voelde me er niet veilig. Een leven in groep was niets voor mij. Ik wilde alleen zijn, ondanks de gevaren van de straat.” Die afwijzing van collectieve opvang is typerend voor jonge daklozen. “90 procent van hen heeft een instellingstraject achter de rug. Ze komen er getekend uit, met enorme moeite om hun plek te vinden in gedeelde woonvormen,” legt Gijssels uit.
De woning als vertrekpunt
Het Step Forward-programma richt zich op vrouwen en mannen van 18 tot 25 jaar, een cruciale levensfase waarin alles nog mogelijk is. Het was een straatopvoeder, die Valérie sinds haar jeugd volgde, die haar voorstelde om deel te nemen aan dit project, dat geïnspireerd is op het Scandinavische Housing First-model. Ze voldeed aan de criteria: dakloos, vervreemd van haar familie, worstelend met verslavingen en zware psychische problemen. Op dat moment had ze al drie kinderen, die allemaal waren geplaatst.
Ze was een van de allereerste deelnemers. In december 2015 betrok ze haar woning. Het huurcontract stond op haar naam, zoals bij elke huurder. “Ze kan er blijven zolang ze de huur betaalt,” zegt Gijssels. Dat was een radicale verandering die het begin van haar herstel inluidde. Alleen mensen met een wettig verblijf komen in aanmerking, wat een structurele beperking vormt. “Nochtans is meer dan de helft van de daklozen in Brussel migrant,” benadrukt Aude Gijssels. Sébastien Roy, algemeen directeur van Samusocial, ziet hierin een essentieel probleem: “Men vergeet dat Housing First is bedacht in landen als Finland, die minder met migratie te maken hebben dan wij. Bij ons zien politici het verband tussen migratiebeleid en dakloosheid onvoldoende. Ze beseffen niet dat dat beleid rechtstreeks invloed heeft op dakloosheid en het onveiligheidsgevoel op straat, dat ze net beweren te bestrijden.”
De woning heeft niet alles opgelost, maar wel de rest mogelijk gemaakt. Kort na haar verhuizing werd Valérie opnieuw zwanger. Het kind werd geplaatst. “Mijn woning werd de basis van mijn hoop om mijn kinderen terug te zien. Ik moest stabiel zijn, stoppen met drugs en bewijzen dat ik het op lange termijn kon volhouden.”
Ze volgde een ontwenningskuur en aanvaardde psychiatrische begeleiding. “Vandaag gebruik ik geen harddrugs meer en ben ik gestopt met alcohol.” Vanaf het moment dat ze haar woning betrok, kreeg ze multidisciplinaire begeleiding van een team van Step Forward en het OCMW van Brussel: opvoeders, maatschappelijk werkers, psychologen, een sociaal verpleegkundige en een coördinatrice.
Voor deelnemers als Valérie vormt de moeilijke toegang tot zorg soms een rem op het proces. “Voor een afspraak bij een psychiater moet je vaak drie tot zes maanden wachten, maar om een jongere die een crisis doormaakt te helpen, moet je
“Nu begrijp ik wat het betekent om moeder te zijn”
meteen ingrijpen,” waarschuwt Gijssels. Ook betreurt ze de soms te grote nadruk op medicatie: “Het is moeilijk om een psychiater te vinden die meer doet dan alleen pillen voor te schrijven.”
Behalve de zorg is er ook de maatschappelijke integratie. Valérie stopte op haar twaalfde met school en leeft momenteel van het OCMW, dat haar helpt haar huur te betalen. Ze wil graag een opleiding volgen, maar botst op haar gebrek aan kwalificaties. “Veel van onze jongeren zitten in die situatie. Er wordt van hen verwacht dat ze werk vinden en het OCMW verlaten, maar zonder diploma is dat een enorme uitdaging. Zeker met de hervorming van de werkloosheidsuitkering, die nu beperkt is tot twee jaar: daarna vallen ze terug op een al overbelast OCMW.”
Moederschap als kwetsbaar houvast
Moeder zijn is voor Valérie zowel een drijfveer als een bron van kwetsbaarheid. Ze kreeg extra begeleiding na haar bevallingen om de impact van een postnatale depressie te beperken, gezien haar moeilijke emotionele achtergrond. Vandaag wonen drie van haar zes kinderen bij haar. Ze doet haar best om de band met de andere te versterken. “Step Forward heeft me doen inzien wat het betekent om moeder te zijn. Nu geniet ik van die normaliteit: mijn kinderen naar school brengen, voor hen zorgen. Ik wijd me volledig aan mijn familie, en aan mezelf.”
In Jeunes Mères, de nieuwste film van de gebroeders Dardenne die momenteel in de bioscopen draait, resoneert het leven van jonge mama’s in een opvanghuis in Luik sterk met dat van Valérie. De film legt de nadruk op de relatie tussen sommigen van
FR À Bruxelles, un tiers des personnes sans-abri sont des femmes, dont une sur dix est mère. Le dernier film des frères Dardenne, actuellement en salle, illustre cette réalité : sans soutien, une jeune mère sans ressources a peu de chances de s’en sortir. Dans la capitale, des initiatives comme Step Forward et Casa, portées par le Samusocial, offrent logement et accompagnement à des mamans comme Valérie et Nethy. Mais la pénurie de logements, entre autres obstacles, met ces dispositifs vitaux sous pression.
hen en hun moeder, en hun strijd om de emotionele verwaarlozing die ze hebben ondergaan niet te herhalen. Behalve verslavingen is het ook het gebrek aan liefde – of een verwrongen vorm ervan – dat die jonge vrouwen kwetsbaar maakt, een obstakel dat ze moeten overwinnen om de cyclus te doorbreken.
Bijna tien jaar na haar start in het programma overweegt Valérie stilaan om er een punt achter te zetten en droomt ze van een toekomst elders. “Ik zou graag naar het platteland verhuizen met mijn kinderen, ver weg van de stress van de stad.” Aude Gijssels bevestigt: “Ze heeft de tools gekregen om zelfstandig verder te gaan. We gaan naar een einde van de begeleiding.” Haar vertrek zal een plaats vrijmaken voor iemand anders, maar de vraag overtreft ruimschoots het aanbod. “We hebben een tekort aan woningen. Veel Brusselse woningen zijn verouderd of zelfs onbewoonbaar. Er staan panden leeg, maar we hebben de middelen niet om ze te renoveren. Huisvesting vormt echt de kern van het probleem. Soms raken we jongeren kwijt, simpelweg omdat we ze niet op tijd aan een woning kunnen helpen.”
Sinds 2015 hebben 55 van de 80 begeleide jongeren het programma volledig doorlopen. “Twintig van hen kunnen we echte succesverhalen noemen, met een hervatte opleiding tot gevolg,” zegt de coördinatrice. “Ik hou niet zo van cijfers, maar die resultaten tonen aan dat het werkt, ook al is de context niet altijd gunstig.”
En de dag dat Valérie definitief afscheid neemt van Step Forward? “Ze weet,” zegt Gijssels, “dat ze ons altijd kan bellen als ze hulp nodig heeft. De band zal nooit worden verbroken.”
(*) Valérie is een schuilnaam
EN One-third of homeless people in Brussels are women and one-in-ten of them are mothers. Without support, a young mother with no resources has little chance of survival, a harsh reality that is depicted in the Dardenne brothers’ latest film Jeunes mères. Initiatives such as Step Forward and Casa Frida, supported by Samusocial, offer shelter and guidance to mothers like Valérie and Nethy in our capital, but the acute lack of housing, among other things, puts these vital services under severe pressure.
Belgische atleten doen het tegenwoordig opmerkelijk goed op de middellange afstanden. De jonge Brusselaar Elliot Vermeulen mengt zich onder hen.
door Luc Kempen
Sinds wij als snotneus getuige zijn geweest van de duels tussen Ivo Van Damme en John Walker zijn de 800 en 1.500 meter met grote voorsprong onze favoriete atletieknummers.
Niet verwonderlijk dus dat één bijzondere prestatie ons grijze pinksterweekend stante pede kleur gaf. Elliot Vermeulen, 19 jaar en aangesloten bij White Star in SintLambrechts-Woluwe, liep op een meeting in Oordegem 1:47.38, een verbetering van zijn record op de 800 meter met bijna drie seconden. Die tijd verzekert hem niet alleen van deelname aan het EK U20 in Tampere, begin augustus, op die leeftijd liep alleen zijn naamgenoot Elliot Crestan ooit sneller.
De race in Oordegem was een staaltje van bekwaamheid én doorzicht, ondanks de bizarre start. In de drukte vooraf vergat een jurylid Vermeulen de juiste baan toe te wijzen. Daardoor was hij maar net op tijd voor het startschot. Het gedoe – Vermeulen moest ook nog eens beginnen vanuit de ongunstige binnenbaan – bracht hem geen moment uit evenwicht. Meer nog, de jongste deelnemer had de hele race de gebeurtenissen onder controle. Het gebeurt maar zelden dat je een Belgische atleet op zo’n jonge leeftijd een wedstrijd van dat niveau volledig naar zijn hand ziet zetten.
Tim Moriau, zijn coach, had hem opgedragen tot de laatste bocht te wachten om zijn versnelling in te zetten. Tevergeefs. “En toch,” zo legt de 1m88 lange Vermeulen uit na een training op de warmste dag van het jaar, “dwing ik mezelf zo lang mogelijk bij het tactische plan te blijven”. Dat in deze fase van zijn loopbaan de stress geen vat op hem lijkt
te hebben, is misschien ook een verklaring voor zijn voorkeur voor de 1.500 meter. “Op die afstand zie je vaak dat de beslissing pas laat in de race valt. Omdat ik weet dat ik nog een eindsprint in huis heb, laat ik me zelden meeslepen door wat de anderen doen.” Moriau noemt hem niet voor niets een kampioenschapsloper. “De spanning glijdt van hem af.”
“Elliot is al zijn hele leven onvermoeibaar”
Best opmerkelijk voor iemand van wie de vader zegt dat hij in vergelijking met zijn broer en twee zussen hyperkinetisch was. “Elliot is al zijn hele leven onvermoeibaar. Vaak ging ik hem tijdens de zomer van het scoutskamp halen om ergens een wedstrijd te lopen en dan wou hij na afloop meteen weer terug.” Vier jaar geleden combineerde Vermeulen atletiek nog met voetbal. Moriau, die ook betrokken is bij de jeugd van Club Brugge: “Misschien is er aan Elliot een goede centrale verdediger verloren gegaan, maar in de atletiek gaat hij het veel verder schoppen. Ik acht het niet uitgesloten dat hij er op de Spelen in Los Angeles in 2028 al bij is.”
Volgende zondag probeert Vermeulen op zijn thuispiste in het Fallonstadion zijn
persoonlijke record op de 1.500 (3:42.15) te verbeteren. Nu hij ook op de radar staat van het Amerikaanse sportmerk New Balance wordt er alles aan gedaan om hem daar naar een tijd van 3:39 te laten lopen. Verlost van examens in het laatste middelbaar - Vermeulen beslist over enkele maanden of hij zijn studentenleven voortzet aan een universiteit of aan een hogeschool – breekt er sowieso een prachtige zomer aan. Want ook de groeipijnen, die zijn ontwikkeling afremden, zijn achter de rug.
Volgens Moriau wordt het vanaf nu zaak om te zien hoe hij zal omgaan met de repetitieve trainingen, die nodig zijn om hem echt naar de top te loodsen. Een goede test wordt het trainingskamp in Sankt-Moritz, volgende maand. Vier weken op hoogte leven in een groot dorp waar in de zomer amper afleiding is, staat haaks op het kosmopolitische Brussel. Vermeulen lacht: “Ik heb al gezien dat er prachtige zwemaccommodaties zijn, het worden heerlijke weken.”
In Sporting Flagey zoekt BRUZZ een interessant verhaal uit de Brusselse sportwereld.
Big City
zoekt elke week een antwoord op een lezersvraag, deze week van Steven uit Schaarbeek.
door Luana Difficile
Vraag In 1891 vond er door de Brusselse straten een parade plaats van cowboys, en Native Americans Waarom was dit bezoek van Buffalo Bill en zijn gevolg niet zo onschuldig als het lijkt?
Antwoord De Amerikaanse Buffalo Bill of de cowboy der cowboys, heette eigenlijk William Cody. Hij werd in zijn tijd een van de spilfiguren van het Wilde Westen. Hij jaagde op stieren en bizons, maar was ook goudzoeker, koerier te paard en werd als verkenner uitgestuurd naar nog onbekende gebieden.
Een man boordevol verhalen dus en hij raakte bij het grotere publiek bekend toen die avonturen verwerkt werden in toneelstukken, die uitgroeiden tot grote shows.
Buffalo Bill rook het succes en besliste om zijn avonturen zelf na te spelen. Zo zag de Buffalo Bill’s Wild West Show het levenslicht. Zijn avonturen werden uitvergroot en de lijn tussen feit en fictie was dun, maar wat de shows vooral typeerde was de eeuwige strijd tussen de heldhaftige cowboys en wat zij zagen als de verliezende ‘indianen’. Belangrijk hierbij is dat die laatsten gespeeld werden door Native Americans. De meesten onder hen zaten in gevangenschap en werden ‘bevrijd’ om deel uit te maken van de show.
paradeerden ook door de Brusselse straten. Zo hielden ze een tocht van station Brussel-Luxemburg tot de Solboschwijk. Een ticket voor de show gaf ook toegang tot het nagebouwde dorp, waar de Native Americans tijdens hun tijd in Brussel verbleven. Hoewel Buffalo Bill hen met respect behandeld zou hebben tijdens zulke tournees, doen dergelijke taferelen toch denken aan de Congolese dorpen een halve eeuw later op Expo 58. Het principe blijft: in het echt de onbekende volkeren zien, waarover de heldhaftige verhalen verteld werden. Ook in de show zelf was er een duidelijke terugkerende verhaallijn: de westerlingen die de bovenhand haalden op de inheemse volkeren, zodat ze hen konden verdrijven. Hiermee heeft de Wild West
Show – en bij uitbreiding de beleving errond – een grote invloed gehad op de stereotiepe westerse beeldvorming rond de Native Americans en de verdere kolonisatie van Amerika.
Kan je niet kiezen tussen de vele optredens op Couleur Café? Laat je leiden door het muzikale parcours van onze muziekredacteurs. Bekijk het parcours op BRUZZ.be/couleurcafe
AFSCHEID PETER DE CALUWE
Na achttien jaar neemt algemeen directeur Peter de Caluwe afscheid van de Munt. BRUZZ blikt terug op zijn parcours.
Maandag in BRUZZ24 en op BRUZZ.be
De show toerde eerst door de Verenigde Staten, maar kende zo’n succes dat er tournees in Europa volgden en zo hielden ze twee keer halt in Brussel. Een eerste keer in 1891, een tweede keer in 1906. Niet alleen voerden Buffalo Bill en zijn gevolg de show een paar keer op, ze
Conclusie Buffalo Bill kwam rond 1900 tweemaal naar Brussel, tijdens zijn toer van de Wild West Show. Een spektakel gebaseerd op zijn avonturen in het Wilde Westen, maar in de tijdgeest van nu valt niet te ontkennen welke invloed zo’n spektakel had op de beeldvorming van westerlingen rond de Native Americans
Ook een vraag?
Stel je vraag en stem op BRUZZ.be Bekijk en lees antwoorden op BRUZZ.be/bigcity
COULEUR CAFÉ (2)
Wie wil nagenieten van de 34ste editie van Couleur Café kan maandag nog eens de hoogtepunten bekijken dankzij BRUZZ.
Maandag na BRUZZ24
Naam: Yasser
Leeftijd: 11
Klas: vijfde leerjaar
Woont samen met: mama, papa, twee zussen en twee broers. Ook zijn grootouders en zijn tante wonen in hetzelfde gebouw
Talen: Frans, Nederlands, Arabisch en Riffijns
Elke week toont een straffe ket zijn favoriete plek in Brussel. Deze week is dat de elfjarige Yasser. Je vindt hem vaak bij zijn favoriete vzw om spelletjes te spelen, te voetballen, voor feestjes of Arabische les.
door Emilia De Feyter foto Saskia Vanderstichele
Vertel eens over de vzw. Waar zijn we?
Ik volg hier bij de vzw AECD (Association pour l’Éducation, la Culture et le Dialogue) in Sint-Gillis Arabische les, speel spelletjes, doe mee aan activiteiten en voetbal soms in de sportzaal verderop in de straat.
Wanneer kom je naar hier?
Elke zaterdag voor de Arabische les. Ook tijdens de schoolvakanties zijn er activiteiten. En als er een feestje is: verjaardagen, of het schoolfeest van de Arabische school. Bij die feestjes eten we taart en pannenkoeken en is er muziek. Soms koken we zelf in het lokaal.
Waarom volg je Arabische les?
Zodat ik later geen moeite heb met Arabisch. Mijn mama spreekt Arabisch, papa een beetje. Ik spreek vooral Frans thuis, soms ook Nederlands of Riffijns, dat is nog een andere taal dan Arabisch.
Jullie wonen met drie families in één huis. Hoe is dat?
Handig. Voor feesten moeten we gewoon naar boven of naar beneden. Suikerfeest, Offerfeest … we zijn meteen samen.
Wat doe je het liefst in je vrije tijd?
Ik probeer altijd zo lang mogelijk in bed te blijven liggen. Ik ga zonder ontbijt naar school, want ontbijten lukt me niet. Ik kan dat niet ’s ochtends.
Wat doe je nog door de week?
Huiswerk – eten – slapen. Soms gaan we naar het park of naar de vzw, maar meestal zijn we thuis.
Heb je nog hobby’s?
Taekwondo. Ik heb een groene band. Ik train vier keer per week, bovenaan het park
van Vorst. Ik vind het leuk om met de voeten te bewegen én ik heb er veel vrienden.
Wat vind je van Sint-Gillis?
Goed, maar er zijn veel zwervers en dealers. Gelukkig is er een pleintje vlak bij mijn huis, in de Schietbaanstraat. Daar spelen we met de school, bijvoorbeeld ’s middags na het eten, of met familie. Daar komen geen zwervers.
Zit je op sociale media?
Nee. Maar ik kijk wel naar YouTubevideo’s op de tv. Vooral de short-video’s over voetbal en auto’s. Shorts zijn hele korte video’s, zoals op TikTok, maar dan op YouTube. Ik kijk graag naar video’s van Bugatti. Het is mijn favoriete automerk. Als ik later een auto heb, wil ik een Bugatti. Wij hebben zelf geen auto, we nemen het openbaar vervoer of gaan te voet.
En je favoriete voetballer?
Ronaldo. Hij speelt voor Portugal en Al-Nassr. Maar ik ben de grootste fan van Union. Ik heb de finale gemist omdat ik lag te slapen, maar ik vind het wel leuk dat ze kampioen zijn. Mijn favoriete speler is Sofiane Boufal, hij speelt ook voor Marokko.
Wie zou je ooit willen ontmoeten?
Lamine Yamal of Ronaldo. Ik zou een foto vragen, maar ik denk niet dat ik ooit zo goed zal worden als zij.
Wil jij ook je favoriete plek tonen?
Dat zou heel leuk zijn. Stuur een mailtje naar ket@bruzz.be en een journalist neemt contact met je op.
Als ik geld krijg, steek ik het in mijn spaarpot. Ik ben aan het sparen voor een elektrische step.
Ik speel Fortnite met mijn vrienden van mijn klas. Het is een spel met pistolen en je moet proberen de andere spelers te elimineren. Als jij de enige bent die overblijft, heb je gewonnen. Maar ik mag alleen in het weekend of tijdens de vakantie spelen.
Taco’s, met chicken tenders of cordon bleu, andalousesaus én kaassaus. Dat eten we ook vaak thuis.
Samy Wallens beleefde de eerste editie van Couleur Café in de buik van zijn moeder. Sinds 2023 organiseert hij zelf het festival dat zijn vader 33 jaar eerder uit de grond stampte. In een wereld die almaar strakker lijkt te spannen, zoekt hij naar zuurstof, menselijkheid en ... kleur. “Je kan niet zomaar met een concept naar Brussel afzakken en dan hopen dat het werkt.”
door Tom Zonderman foto’s Ivan Put
Twee jaar geleden overhandigde
Patrick Wallens de sleutels van Couleur Café aan zijn zoon Samy. 33 jaar lang was vader Wallens het hart en de ziel van het Brusselse stadsfestival, maar nu lonkte het pensioen. “Zo’n festival beheerst je hele leven, je bent er dag en nacht mee bezig,” zegt Samy Wallens. “Nu herademt mijn pa. Hij is de wereld aan het rondreizen.”
Wallens junior rolde langzaam in het vak. Hij stond lang aan de andere kant van de lijn. Als muzikant beroerde hij de drumvellen bij onder meer het retrofuturistische jazzcombo Commander Spoon, dat intussen in een winterslaap sukkelde. En hij tourde veelvuldig met Roméo Elvis. Met die laatste stond hij twee jaar terug nog op Couleur Café, terwijl hij ook voor het
eerst zonder zijn vader de uit de kluiten gewassen driedaagse moest dragen.
“We speelden als allerlaatste op dag één van het festival. Het was hectisch,” lacht Wallens. Dat is ook de reden waarom hij dit jaar niet in de liveband van Niveau4 zal zitten, het project dat hij in 2016 eigenhandig introduceerde en dat is uitgegroeid tot de snelkookpan van hoofdstedelijk en ander vaderlands hiphoptalent.
“Als Commander Spoon ooit langs de kassa passeert, begin ik een dierentuin,” vertelde je me vijf jaar geleden. Is die droom samen met de groep opgeborgen?
SAMY WALLENS: Haha, ik kan me niet herinneren dat ik dat heb gezegd. Alleszins, aan Couleur Café heb ik genoeg, daar kan geen beestenboel meer bij. (Grijnst)
Helpt het je als festivalorganisator dat je ook als muzikant het klappen van de zweep kent?
WALLENS: Tuurlijk. Ik weet hoe het leven van een muzikant eruitziet, hoe hij zich voelt wanneer hij op een festival aankomt, wat zijn verlangens en verwachtingen zijn. Ik heb zelf ondervonden hoe moeilijk het is om het financieel te rooien als artiest. Door muzikant te zijn heb ik ook technische bagage, ik weet wat er nodig is qua geluid, licht, podium. Dat zijn extra wapens om zo’n groots evenement te organiseren.
Couleur Café vond de eerste keer plaats in 1990. Was je toen al geboren?
WALLENS: Ik zat in de buik van mijn moeder. Ik heb alle edities meegemaakt. (Lacht) Als kind vond ik Couleur Café fantastisch, het was het moment waarop
• Geborenin1990inBrussel
• Studeerdeaan het Koninklijk ConservatoriumBrussel,en speeldealsdrummerbijonder meerCommanderSpoonen RoméoElvis
• Introduceerdein2016Niveau4,de snelkookpan van hoofdstedelijk enandervaderlandshiphoptalent, opCouleur Café
• Namin2023deorganisatie van Couleur Caféover van zijnvader Patrick,die het festivaloprichtte in1990
mijn ouders weinig tijd hadden om zich over mij te bekommeren. Ik voelde me zo vrij als een vogel, liep overal rond om te kijken hoe het er toeging, voor en achter de schermen. Als tiener werd Couleur Café de plek waar ik met vrienden ging feesten.
Was het een logische stap om in de voetstappen van je vader te treden?
WALLENS: Ja en nee. Ik heb er heel lang naar gestreefd om muzikant te worden. Dat heeft me veel energie en tijd gekost, en weinig geld opgeleverd. Maar ik kon ervan leven, en dat was mijn droom. Mijn vader pushte mij om Couleur Café op mij te nemen, maar aanvankelijk hield ik de boot af, want ik had mijn muziek. Langzaamaan ben ik toch van gedacht veranderd. Op een bepaald moment
was ik het milieu ook een beetje moe. Muzikanten hebben de neiging nogal navelstaarderig te zijn, alles draait rond hen. Precies het tegenovergestelde van het team waarmee ik Couleur Café organiseer. Hun blik is veel opener. Het is twee keer muziek, maar het zijn heel andere energieen. Als muzikant vond ik het fantastisch om iets te creëren met vier of vijf mensen, te touren en na elke show een moment met elkaar te delen waarin je je trots toont over wat je hebt gerealiseerd. Maar als festivalorganisator beleef ik dat nog veel intenser, met veel meer mensen.
Wat maakt het festival voor jou zo speciaal? WALLENS: Couleur Café neemt een unieke plek in in het Belgische festivallandschap.
Menselijke waarden staan voor mij centraal. Van het organiserende team over de artiesten tot het publiek, overal zetten we menselijkheid voorop. Wij trekken doelbewust niet de commerciële kaart, geld is voor Couleur Café, een vzw, niet de motivator. Iemand die een ticket koopt voor je festival geeft jou het vertrouwen. Met dat vertrouwen moet je zorgvuldig omgaan. We zorgen voor comfort, proberen de files bij de bar en de toiletten in te perken, houden de prijzen zo laag mogelijk. Een pintje kost 2,80 euro, geen 4,20 euro, de ticketprijzen zijn redelijk. We gaan zoveel mogelijk artiesten op voorhand live checken, zodat we een goede show kunnen garanderen. Multiculturaliteit is nog altijd een pijler, ook al associeer ik dat soort woorden eerder met de jaren 1990. Mijn generatie is opgegroeid in een diverse samenleving, voor haar is een veelheid aan culturen, nationaliteiten, religies, geaardheden ... een evidentie. Tenminste, toch in Brussel. We willen gewoon benadrukken dat de poort van het festival openstaat voor iedereen.
Samy Wallens: “Je kan het organiseren van een festival zien als het openen van een nieuw restaurant, dat je na drie dagen weer sluit.”
Met het monster van de polarisatie dat ons in de nek hijgt, is dat een moedige, al dan niet naïeve visie.
WALLENS: Ik zie die polarisatie vooral leven in de media en op sociale media, waar mensen het nodig vinden om de ander constant af te zeiken en hun mening te ventileren. Een goede raad aan iedereen: dump die apps, ga op café, spreek mensen aan, wandel door een park, ga op bezoek bij je familie. Het zou veel van die verdeeldheid wegnemen.
De voorbije jaren gooiden enkele festivals de handdoek in de ring, niet geholpen door de coronacrisis, een opeenstapeling van regels en uit de pan swingende gages van artiesten. Hoe houdt Couleur Café het vol?
WALLENS: Makkelijk is het niet. Net zoals bij de Carrefour wordt alles elk jaar duurder. Wij hebben de laatste jaren onze prijzen ook verhoogd, we kunnen niet anders. We hebben twee heel goede edities achter de rug, die allebei uitverkocht waren. Het is dankzij dat succes dat we de ticketprijzen relatief laag kunnen houden. Daarom soigneren we ons publiek, opdat het zou blijven komen. Het is dankzij hen dat we als festival democratisch kunnen blijven. Maar het kan altijd fout lopen. De editie van 2016, net na de aanslagen, en die van het jaar erna waren moeilijk, net als de periode van de coronacrisis (de edities van 2020 en
“Ik zou in de toekomst graag een écht
Couleur Café openen, waar mensen ook tijdens het jaar iets kunnen komen drinken”
2021 werden afgelast, red.). Het is een mirakel dat we dat overleefd hebben.
Zijn festivals nu moeilijker te organiseren?
WALLENS: Ik denk niet dat je kan vergelijken met vroeger, het ene jaar is altijd makkelijker of moeilijker dan het andere. Je kan zo’n festival zien alsof je een nieuw restaurant opent voor drie dagen, en dan sluit je het weer. We werken een heel jaar voor iets waarvan we de uitkomst pas zien wanneer het plaatsvindt. Er is geen testperiode. Wanneer we de deuren openen, moet alles klaar zijn. Je kan zoveel expertise hebben als je wilt, het blijft een enorme uitdaging. Het is zeker zo dat er meer regelgeving is. Wanneer ik het met mijn vader heb over edities van 1998 of 2000 lijkt dat een andere wereld. Er was meer plaats voor creativiteit, voor uitstapjes, voor plezier. België is een land van regels, dat is soms verstikkend.
Festivals zoals Reggae Geel en Gent Jazz verbreden qua stijlen. Kan je overleven zonder pop en rock te programmeren?
WALLENS: Net omdat veel andere festivals dat al doen, houden wij ons daarvan weg. Er zijn zoveel interessante dingen in de latin, de afrobeats, de hiphop ... Daar is een publiek voor, en daar willen wij op focussen.
Ben je opgelucht dat het CORE-festival er na twee edities de brui aan gegeven heeft?
WALLENS: Niet per se. Als kleine vzw moeten we ons staande houden naast grote spelers. Dat zijn niet zelden multinationals die zowel organisator als booker zijn, wat artiesten strikken als onafhankelijke niet makkelijker maakt. Maar je moet niet tegen de Live Nations van deze wereld willen opboksen, want dat gevecht verlies je toch. De muziekwereld is bizar. Je hebt aan de ene kant die kleine bandjes en artiesten in de stad die proberen te overleven, en aan de andere kant heb je Coca-Cola-artiesten. Wij proberen de wereld niet te veranderen, maar boetseren drie dagen lang ons eigen universum, zoals wij het willen. Het klopt
dat het qua logistiek niet handig was dat CORE een goede maand voor ons in hetzelfde park plaatsvond. Brussel is een bijzondere stad, je kan niet gewoon met een concept naar hier komen en verwachten dat dat werkt. Iedereen in ons team is hier opgegroeid, wij begrijpen de stad, kennen haar eigenheden en kantjes.
Die stad wordt deze zomer overspoeld door mega-events die niet per se op Brusselaars mikken, zoals de concerten van Jean-Michel Jarre en Neil Young, of de events van Hangar.
WALLENS: Mijn grootmoeder zei altijd: regarde ta soupe. (Lacht) Ik focus me op Couleur Café. Het is goed dat er dingen plaatsvinden in Brussel, maar ik weet niet zeker of dat is wat Brussel nodig heeft.
Heeft Brussel Couleur Café nodig?
WALLENS: Dat moet je aan de stad vragen. (Lacht) Ik denk dat we heel representatief zijn voor de ambiance van deze stad. Couleur Café is een mooie vitrine.
Hoe ga je die vitrine de komende jaren inrichten?
WALLENS: Ik hoop dat we de vinger aan de pols kunnen houden en geen oude
radiozender worden die enkel muziek voor 55-plussers uitzendt. We willen dat het festival het hele jaar door leeft, met Niveau4, maar ook door samen te werken met initiatieven als Les Oiseaux Rares, dat jonge rappers de knepen van het vak leert. Samen met The Wings of Healing zetten we ons in voor Palestina, onder meer met de aankoop van een 3D-printer om in Gaza protheses te printen voor kinderen die slachtoffer geworden zijn van de oorlog. En ik wil een écht Couleur Café, waar je tijdens het jaar iets kan gaan drinken. (Lacht)
Het festival op zich is al een fulltime job, die zijstapjes vragen extra veel energie. Maar het belangrijkste is dat Couleur Café zelf overleeft. De komende twintig jaar zal cultuur wellicht niet de prioriteit zijn van de beleidsmakers, als je ziet hoe de politiek en de maatschappij gericht zijn op individualisme en nu ook op defensie. Makkelijker zal het dus niet worden.
Wie wil je dit jaar absoluut zelf zien?
WALLENS: Werrason, een van de peetvaders van de Congolese rumba. En Etuk Ubong, een trompettist uit Lagos die we net als laatste aan de Green Stage hebben toegevoegd. Little Simz wil ik natuurlijk niet missen. Haar nieuwe plaat draai ik grijs. Bij sommige van die grote namen verloopt de communicatie heel chaotisch, maar Little Simz was superprofessioneel. Dat mag ook weleens.
Couleur Café vindt plaats in het Ossegempark van 27 tot 29/6, couleurcafe.be
SAMY WALLENS REMET UNE
COUCHE DE COULEUR À COULEUR
FR Pendant33ans,PatrickWallensa été l’âmedu festivalCouleurCafé.En2023,ilpassait le flambeau àsonfilsSamy,quiétaitencoredans le ventredesa mère lors dela toute premièreéditionen1990.Après unecarrièremusicale—notammentcommebatteur aux côtés deCommanderSpoon et RoméoElvis— Samyprend les rênesdufestival avec unepassion pour les visiteurs… et pourBruxelles.«Onnepeut pasjustedébarquerici avec unconcept et espérer queçaprenne.»Dansunmondetendu,ilviseune parenthèsederespiration,departage et de…couleur.
EN For 33years,PatrickWallens was thedriving force behindCouleur Café but two years agohe passedthe keys on to hissonSamy.Whenthefirst festivaltookplacein1990,he was stillinhismother’swombbutwithamusicalcareerasadrummer withartistssuchasCommanderSpoonandRoméo Elvisbehindhimheretrainedasafestivalorganiser whocherisheshisvisitorsandhiscityequally.He hopes to bringoxygen,humanity,and...colour to an increasinglyrestrictiveworld.“Youcan’tjustcome to Brusselswithaconceptandhopeitworks.”
“De herinnering aan ons eerste optreden op Couleur staat in ons geheugen gegrift”
Ik was 16, exact twintig jaar geleden ging ik voor de eerste keer naar een festival. Niet zomaar een festival, ik ging naar Couleur Café, met mijn vader. Behalve Arno, Zap Mama of Alpha Blondy, trad ook Kool Shen op. Een optreden in Brussel van een van de twee rappers van de rapcrew NTM wou ik niet missen. Het festivalterrein lag toen nog op tien minuten wandelen van het Noordstation, een stoffige verharde ondergrond met uitzicht op de blokken van de Noordwijk.
Na 2005 heb ik bij mijn weten geen editie gemist. Het was een vaste traditie waar heel de stad elkaar ieder jaar weer tegenkwam, met of zonder ticket. Het was dan ook ongelofelijk om er in 2015 voor de eerste keer met STIKSTOF op het podium te staan. We speelden toen om middernacht in de kleinste tent die tot de nok gevuld uit zijn dak ging, die herinnering staat tot vandaag de dag nog in ons geheugen gegrift.
Zo zie ik ons nog – vijf minuten voor we op moesten –achter de tent staan, en door een scheur in het tentzeil zien hoe die al gevuld stond met vrienden en bekende gezichten. Wij waren toen nog met vijf in de groep en hadden Romeo Elvis mee om ons nieuwe nummer ‘Dobberman’, samen te spelen. Brussel stond klaar en STIKSTOF ook.
Te kleine tent
Bij de eerste seconde lieten de dranghekken het leven en stond plots het publiek tegen het podium geplakt, een rolstoel ging de lucht in en de tent was te klein. De dag erna lazen we in de krant dat we gevaarlijker waren dan de Wu-Tang Clan dat tegelijkertijd op het hoofdpodium stond … LOOOWGIS.
In 2017 verhuisde het hele festival van de Thurn & Taxis-
site naar het Osseghempark, waar we in 2018 ons derde album voorstelden in het Groentheater, het openluchttheater in het park dat tijdens het weekend van Couleur Café omgedoopt wordt tot de Green Stage. En laat het net daar zijn dat ik zaterdag, exact tien jaar na onze eerste show, en twintig jaar na mijn eerste festival, mijn jongste album AUTOFOCUS mag komen voorstellen. Wat een eer. JAZZ BRAK, in Brussel, op de Greenstage van Couleur Café! Ik kijk er al maanden naar uit. Deze show zal, net als die eerste in 2015, in mijn geheugen gegrift worden. Het is de officiële start van de zomer, want de week erna sta ik op de mainstage van Rock Werchter; en ook Rock Zottegem, Beleuvenissen, Rock Herk en de Gentse Feesten passeren de revue. De dag na de laatste show ruil ik de Belgische festivals in voor een huisje met zwembad in het midden van de Franse Ardèche. Daar ga ik met vrouw en kinderen genieten van twee weken rust.
Vandaag staan we nog maar aan het begin van de zomer, maar ook aan het einde van een hoofdstuk. De voorbije zes maanden schreef ik tweewekelijks een column die in dit magazine verscheen. Dit stukje is nu – voorlopig – het laatste. Dat was iets nieuws en anders dan alles wat ik voordien had gedaan, maar het is wat mij betreft zeker voor herhaling vatbaar. Merci om me te lezen … en tot op Couleur. ___JAZZ BRAK
Reeks nalezen?
Wie alle columns van BRUZZ wil herlezen, kan de teksten terugvinden op BRUZZ.be/column
Uw gids door de culturele agenda 27/6 > 3/7
‘Ik heb Brussel omarmd, en Brussel mij’
Seriemakers hebben een nieuwe muze en ze heet Brussel. Na Putain en Drift pakt Streamz opnieuw uit met een reeks die de stad als noodzakelijk decor gebruikt. Regisseur Stijn Van Kerkhoven putte uit zijn eigen leven om in Oh, Otto! het verhaal te vertellen van een jonge Brusselaar die na een relatiebreuk op (zelf)ontdekking gaat in de queerscene. door Niels Ruëll foto’s Emiel Viellefont
Televisie Miniserie ‘Oh, Otto!’ duikt in de Brusselse gayscene
De toen amper 24-jarige Stijn Van Kerkhoven had vier jaar geleden verschillende goede redenen om een serie te pitchen. Ervaring opdoen. De eerste contacten leggen. In de praktijk brengen wat hij op filmschool RITCS had geleerd: stel zelf projecten voor, wacht niet op een voorstel dat nooit zal komen. Alleen een ‘ja’ was niet ingecalculeerd. “Het was mijn initiatief, maar ik had nooit verwacht dat de serie ook effectief groen licht zou krijgen,” glimlacht de jonge regisseur. “Ik heb geluk gehad.” Vanaf 3 juli staat zijn in Cannes bekroonde miniserie Oh, Otto! integraal op Streamz, de Vlaamse streamingdienst die ook met Drift en Putain zieltjes won.
Goeie babbels en glory holes
Na een relatiebreuk en de stadsvlucht van zijn hartsvriendin gaat de 26-jarige Otto in zijn eentje op verkenning in de queerscene van zijn geliefde Brussel. De gaybars van de Kolenmarkt krijgen hem over de vloer, maar evengoed regelen verschillende apps in een mum van tijd intimiteit of seks met geïnteresseerde stadsgenoten. Soms trekt Otto grote ogen – al eens een goed gesprek gevoerd door een glory hole? –, maar zijn liefdesverdriet en twijfels krijgen wel degelijk balsem.
Van Kerkhoven vindt het een groot compliment als je Oh, Otto! een gezellige, positieve reeks noemt. “Ik wilde geen nichereeks maken. Oh, Otto! gaat over liefde en vriendschap, dingen die iedereen herkent. Alleen speelt die zoektocht naar liefde en affectie zich toevallig af in een arena die het grote publiek minder goed kent: de gayscene. Dat maakt het, hoop ik, fris en tof.”
Voor problematisering ben je in deze reeks aan het verkeerde adres. “Het uit de kast komen, zijn geaardheid ... dat is
allemaal niet het probleem. Zijn vaste relatie is plots afgesprongen, zijn beste vriendin verlaat Brussel, en dat confronteert Otto met vragen. Wie ben ik hier eigenlijk? Wie moet ik zijn of worden? De jongeman zoekt uit wat nu zijn plaats is in een gemeenschap met véél prikkelende facetten en opties.” Otto’s ene ontmoeting houdt van choking, de andere kickt op rollenspelen rond motards in leren pakken. Een dragqueen adviseert om niet te overdrijven met smalltalk en altijd condooms op zak te hebben.
“Soms had ik het gevoel dat mijn beste vrienden niet snapten hoe ik mij voelde, maar heel random mannen in de gayscene wel. Gek, toch?”
Van Kerkhoven voorzag scenaristen Emiel Van Wouwe en Ditte Jacoby royaal van anekdotes en ontmoetingen uit zijn wereld. “In de periode dat ik zelf hard op zoek was naar mezelf en mijn plaats in de gaycommunity, ben ik veel mooie mensen tegengekomen die me met de beste intenties bepaalde dingen meegaven. Soms boden ze concrete raad aan – zoals zorg dat je condooms bij je hebt –, soms interessante inzichten. Het hoefde niet seksueel te zijn. Ik bewaar heel fijne herinneringen aan spontane, goede babbels met onbekenden in de bars aan de Kolenmarkt. Iemand die tien jaar ouder is, herkent zich misschien hard in je situatie en kan je daardoor geruststellen of adviseren. Soms had ik het gevoel dat mijn beste vrienden niet snapten hoe ik mij voelde, maar heel random mannen in de gayscene wel. Gek, toch?”
Klein en anoniem
De twintiger met werkervaring bij de datingshow Blijven slapen, tv-programma’s De tafel van Gert, De Cooke &
Stijn Van Kerkhoven: “Ik wilde geen nichereeks. Oh, Otto! gaat over liefde en vriendschap, iets wat iedereen herkent. Alleen speelt die zoektocht naar liefde en affectie zich toevallig af in een arena die het grote publiek minder goed kent.”
Verhulst show en de series Rough diamonds en Styx belandde in Brussel toen hij toegelaten werd tot de filmopleiding van het RITCS. “Ik kom uit Aarschot. Leuven is daar ‘de grote stad.’ Al mijn vrienden gingen er studeren. Ik was heel bang om als enige naar Brussel te moeten. Maar dat is echt de beste stap in mijn leven gebleken. Ik heb Brussel omarmd, en Brussel mij. Ik wil hier nooit meer weg. Of het zou voor het buitenland moeten zijn.”
Op dit moment woont Van Kerkhoven in Sint-Joost. “Niet de properste gemeente, maar wel een fantastische plek om te wonen. Elke ochtend word ik zelfs op de veertiende verdieping wakker van het lawaai van de stad. Maar ik vind dat aardig. Kan je dat begrijpen? Ik hou van de ruis en de chaos van de stad. Ik hou ervan me klein en anoniem te voelen. Ik hoef de bakker niet te kennen.” Zijn serie toont een mooi Brussel dat ’s nachts baadt in neonlicht en met locaties die hem dierbaar zijn. De Kruidtuin is een minder evident voorbeeld dan de Kolenmarkt. “Ik wou heel graag een mooi
Brussel in de reeks steken. Ik vind de Botanique ons mooiste park. (Zoekt naar woorden) Je weet er dat je in een metropool bent. De omringende gebouwen en hotels zijn torenhoog, het lawaai van de Kleine Ring is een constante. Tegelijk is het een gezellig park met enkele heel
mooie beelden. Het heeft iets van New York. Ik hou van de tegenstellingen in deze stad, zoals de verstrengeling van oud en nieuw.”
Brussel is niet de populairste of makkelijkste stad om films of series in te draaien. Maar veel keuze was er niet. “Als je om vier uur ’s ochtends aan Anspach draait, zijn er altijd zatlappen of ambetante jongeren die niet aan de kant willen gaan. Dat was moeilijk, maar al bij al vielen de opnames goed mee. Je moet er vooral zin in hebben en weten wat er op je afkomt.” De grootste moeilijkheid was nog om medewerkers en betrokken partners te overtuigen om in Brussel te draaien. “Mijn grote liefde voor de stad heeft daar enorm bij geholpen. Ik heb doorgeduwd om hier te draaien. Toen de partijen, productiehuis Eyeworks en Streamz eenmaal overtuigd waren dat Oh, Otto! enkel in Brussel kon plaatsvinden, had ik hun volle steun.”
Een internationale carrière zit er dik in. Eind april bekroonde Canneseries, het gereputeerde festival voor series in Cannes, Oh, Otto! tot beste korte serie. “Canneseries was een heel toffe kans om in de spotlights te staan. Dat we als underdog ook nog eens wonnen, maakt het nog mooier. Het is een erkenning van ons harde werk. Al die nachten dat we in Brussel draaiden, hebben toch iets opgeleverd.”
Oh, Otto! is vanaf 3/7 integraal te bekijken op Streamz, streamz.be
‘OH, OTTO!’: UNE IMMERSION DANS LE MILIEU QUEER BRUXELLOIS
FR Après Putain et Drift, la plateforme Streamz continue de mettre Bruxelles à l’honneur avec Oh, Otto !. Le réalisateur Stijn Van Kerkhoven puise dans son propre vécu pour raconter le parcours d’un jeune Bruxellois, qui, après une rupture, se lance dans une quête de soi à travers le milieu queer de la ville. « Il m’arrivait de penser que même mes meilleurs amis ne comprenaient pas ce que je ressentais, alors que certains hommes du milieu gay, que je connaissais à peine, me comprenaient parfaitement. C’est fou, non ? »
STIJN VAN KERKHOVEN EXPLORES THE GAY SCENE IN STREAMZ SERIES ‘OH, OTTO!’
EN Those who create television series have a new muse, and her name is Brussels. First came Putain and Drift and now Streamz is back with another series with the city as its backdrop. For Oh, Otto!, director Stijn Van Kerkhoven drew on his own life to tell the story of a young Brussels resident who, after a break-up, sets out on a journey of (self-) discovery in the capital’s queer scene. “Sometimes I felt that my best friends didn’t understand how I felt, while random men in the gay scene did. Strange, right?”
Geen hardcoreband wiens vizier zo breed is als het Amerikaanse vijftal Turnstile. Op zijn nieuwe album Never enough wisselt de groep uit Baltimore harde punkakkoorden af met ambientachtige passages, skaritmes van The Police, meditatief gefluit van sjamaan van de Londense jazz Shabaka Hutchings, supercatchy hooks en jazzy blazers van de Canadese vrijbuiters
BadBadNotGood. Vooraleer de band aan zijn ongetwijfeld hete festivalzomer begint, blaast hij nog even het dak van de AB.
TURNSTILE 27/6, Ancienne Belgique, abconcerts.be
Hulde aan de melomaan die de synthlijntjes van Oxygène (nummers 1 tot 6) en Équinoxe, (nummers 1 tot 8) van Jean-Michel Jarre kan meeneuriën – wij kennen enkel monsterhit ‘Oxygène, pt. 4’. Het Paleizenplein vormt het ideale, megalomane decor voor de Franse synthpionier die in de seventies de elektronische muziek tot bij een groot publiek bracht. Hopelijk brengt de toetsenist zijn futuristische lasershow mee en steekt hij ook wat vuurwerk af vanachter het koninklijk paleis.
JEAN-MICHEL JARRE 1/7, Paleizenplein, gracialive.be
Ron en Russell Mael zijn zonder meer het meest zonevreemde broederpaar uit de popmuziek. Britser dan hun Amerikaanse paspoorten doen uitschijnen, excentriek als een tierelier en grensverleggend in hun gestoei met artrock, eurohouse en kruisbestuivingen met klassiek. In het zog van hun culthit ‘This town ain’t big enough for both of us’ blijven de twee zeventigers zichzelf uitdagen, ook met hun 28e plaat MAD! (TZ)
SPARKS 28/6, Koninklijk Circus, cirque-royal-bruxelles.be
Enkele jaren geleden verruilde Zoé Jusseret België voor Canada. De alumna van ESA Saint-Luc nam haar opgedane kennis van de monotypetechniek met zich mee en heeft daar nu een tweede boek voor de illustere Brusselse uitgeverij Frémok uit gepuurd. Les apprenties is een beeldverhaal dat op fenomenale wijze een transformatie ontsteekt in twee kleine meisjes: van verwondering, zusterschap en zorg tot oprechte, terechte razernij. Tot bloedens toe.
ZOÉ JUSSERET: LES APPRENTIES 3/7, Librairie Candide, Facebook: librairie.candide
Met een nieuw initiatief komt Bozar tegemoet aan een aloude intentie: de reeks Bozar Monumental zal op gezette tijden de Hortahal van Bozar van een artistieke installatie voorzien, om Victor Horta’s ontwerp van de ruimte als sculpturenhal te eren. De Duitse kunstenaar Michael Beutler zorgt met een floating situation, een cilindervormige constructie op een waterpartij, voor de eerste interventie.
BOZAR MONUMENTAL: MICHAEL BEUTLER 27/6 > 31/8, Bozar, bozar.be
La Petite Fanzinothèque Belge plant voor de zestiende keer een grote kaars op het brutaalste partje van de uitgeeftaart: dat van de zines. Met expo’s – van onder meer Matt Konture en Zozo –, signeersessies, workshops, concerten en veel meer wakkert de meest brandbare bunker van Brussel onze vurige verwondering om al dat papieren geknutsel aan. Een heerlijke helletocht. (KS) 16ÈME BRUSSELS ZINE FESTIVAL: DANS L’ENFER DES FANZINES 28 & 29/6, Bunker Ciné Théâtre, Facebook: lapetitefanzinothequebelge
Maatschappelijk werkster Kika (een uitstekende Manon Clavel) zit plots in de nesten en moet weer intrekken bij haar neurotische ouders. Als dominatrix hoopt ze beter betaald te worden voor het uit de nood helpen van behoeftigen. De Brusselse Alexe Poukine vertelt met zwier en humor over de veerkracht van een alleenstaande moeder en verkent de wondere wereld van de bdsm zonder faux pas. De wereldpers in Cannes onthaalde haar eerste fictiefilm enthousiast.
KIKA BE, dir.: Alexe Poukine, act.: Manon Clavel, Makita Samba, Ethelle Gonzalez Lardued
Sinds Top Gun: Maverick weten we dat regisseur Joseph Kosinski een crack is in het simuleren van brullende motoren en duizelingwekkende snelheden. Deze keer filmt hij niet Tom Cruise als mentor van straaljagerpiloten, maar Brad Pitt als mentor van jonge racepiloten in het formule 1-circus. Voor Pitt is de blockbuster met hoog octaangehalte dé kans om weer wat plaatsen op te schuiven in Hollywoods pikorde.
F1: THE MOVIE US, dir.: Joseph Kosinski, act.: Brad Pitt, Javier Bardem, Lewis Hamilton
Charlie Chaplin die van miserie zijn schoen opeet: het is een van de beroemdste scènes van de iconische Britse clown. De bioscopen vertonen nu de gerestaureerde 4K-versie van het 100-jarige The gold rush. Verwacht niet enkel slapstick. Chaplin grijpt naar de keel. Met poëzie, sentiment en de vindingrijke veerkracht waarmee zijn naïeve zwerver reageert op alle onheil en uitbuiting in een mijnwerkersstadje met goudkoorts. (NR) THE GOLD RUSH US, dir.: Charlie Chaplin, act.: Charlie Chaplin, Georgia Hale
‘Met kunst ingaan tegen big tech’
Het Molenbeekse kunstencentrum iMAL, dat focust op digitale cultuur en technologie, viert dit jaar zijn zilveren jubileum. In 2000 werd het op initiatief van voormalig directeur Yves Bernard opgericht door enkele artiesten en ingenieurs die al in de jaren 1990 experimenteerden met digitale kunst. “Toen gebeurde dat nog met interactieve cd-roms,” zegt huidig directeur Lucía García. “IMAL was een van de pioniers in Europa en was extra bijzonder omdat het een grassrootsinitiatief was en geen politiek project.”
Een eerste mijlpaal voor het centrum was het bemachtigen van een eigen plek, in 2007. Vijf jaar later pakte iMAL uit met zijn FabLab, een gedeelde werkplaats met machines voor digitale fabricatie. “Het was een van de eerste fab labs in Brussel en is nog steeds het enige artistieke fab lab hier. Kunstenaars krijgen er alle vrijheid om nieuwe zaken uit te testen.”
Ook inhoudelijk veranderde er veel in iMALS 25-jarige bestaan. “Dit huis keek altijd al kritisch naar technologie, maar in de vroege jaren waren we toch meer in de ban van telkens nieuwe gadgets. Nu leeft er een grotere urgentie om met kunst in te gaan tegen de macht van big tech en de sociale en ecologische problemen gerelateerd aan technologie. We willen verder gaan dan reflectie en reageren met de ontwikkeling van alternatieve narratieven en instrumenten.”
In de huidige ruimte aan het kanaal in Molenbeek blikt iMAL met de expo Ik ben verticaal (maar liever was ik horizontaal) zowel terug als vooruit. Zo is er werk te zien van de Vlaming Peter Beyls, die al in de jaren 1970 computerkunst maakte, én van de jonge Zuid-Koreaans-Nederlandse Sunjoo Lee, die er haar klok, aangedreven door energie van bacteriën, toont. “Deze expo geeft aan hoe we als kunstencentrum op zoek willen gaan naar meer zorgende modellen, ten dienste van een digitale toekomst waarbij de grenzen van de planetaire draagkracht niet overschreden worden,” zegt García. “We willen de principes van de permacultuur toepassen op computertechnologie.”
Dat die visie aanslaat, bewijst de recente bekroning van iMAL met de Ultima voor Digitale Kunst. “Een buitengewoon belangrijke erkenning én een boost om de banden met de rijke digitalekunstengemeenschap in Vlaanderen aan te halen. Daarnaast willen we de komende jaren ook de relatie met onze buurt versterken. Working from local to global, dat is de filosofie.”
ANDY FURNIERE
De tentoonstelling Ik ben verticaal (maar liever was ik horizontaal) loopt van 1/7 tot en met 21/9 in iMAL, imal.org
Le Grand Marché sluit het seizoen van Les Halles af met een lang weekend aan feestelijkheden. Kunstenaars van Ateliers Indigo presenteren werk in verschillende disciplines, collectief Ruthless organiseert een krumpbattle (zie foto), en in het Kitty Sanctuary kan je meppen op een boksbal, dansen aan een paal of knuffelen in groep. En verder vind je er de Sound Bazart van dj Rokia Bamba, een voetbalperformance, een FIFA-toernooi, een vertoning van BXL van Ish en Monir Ait Hamou, en geleide bezoeken.
LE GRAND MARCHÉ 27 > 29/6, Les Halles, halles.be
Het Visueel Festival Visuel ontvangt op verschillende feeërieke openluchtlocaties in Sint-Agatha-Berchem weer straattheater, circus en dans. Kleine performances en grote spektakels vol woordloze inventiviteit. Denk aan een act in een stad van 500 muizenvallen, acrobatie in een touwenweb, een private poolparty in een caravan, een circusact in de laadbak van een vrachtwagen of een optreden van de laatste danser op aarde.
VISUEEL FESTIVAL VISUEL 29/6, Sint-AgathaBerchem, visueelfestivalvisuel.be
Wat hebben de topdansers van het Scala van Milaan, het Royal Ballet uit Londen, Béjart Ballet Lausanne, Stuttgart Ballet of Hannover Ballet allemaal in hun mars? Het antwoord krijg je in Bozar, dat voor het eerst de Estivales de la Danse ontvangt. Op het Ballet Stars Gala staan meer dan tien van de beste solisten ter wereld uit tal van internationale gezelschappen op de toppen van hun tenen voor een avond met zowel klassiek als hedendaags repertoire. (MB)
ESTIVALES DE LA DANSE 3/7, Bozar, bozar.be
Het Franse duo Les Trouveurs hangt in de Sint-Katelijnekerk een programma op aan Vidimus stellam. Als wij goed hebben opgelet in de lessen Latijn en godsdienst, was het toch op 6 januari dat de drie Wijzen uit het Oosten de ster aan de hemel zagen fonkelen. Qua timing konden Mathias Lunghi en Camile Macinenti dus niet veel fouter zitten, muzikaal is een uitvoering van deze jonge vocalisten gelukkig altijd helemaal juist.
LES TROUVEURS 28 & 29/6, Sint-Katelijnekerk, eglisesaintecatherinebruxelles.be
Het nieuwe concept Staging the Concert, dat beeldende kunst en muziek met elkaar in dialoog brengt, heeft het voorbije jaar in Bozar zijn meerwaarde al bewezen. Sammy Baloji mag de grensoverschrijdende reeks dit seizoen afsluiten met zijn werk Le père sauvage. Op het kruispunt van film, muziek en architectuur viert hij de 65e verjaardag van de onafhankelijkheid van Congo, en bevraagt multimediaal het koloniale verleden van de zaal waar zijn creatie staat.
LE PÈRE SAUVAGE 30/6, Bozar, bozar.be
Is muziek politiek? Dit concert zeker wel. Het Brussels Philharmonic Orchestra – niet te verwarren met de symfonische troepen uit Flagey – nodigt de Oekraïense Koningin Elisabethwedstrijd-winnaar Dmytro Udovychenko uit voor een benefietconcert. Het meeslepende Vioolconcerto van de Duitse componist Max Bruch is hier eigenlijk bijzaak. Essentiëler is dat de opbrengst naar hulporganisaties in het nog steeds belegerde thuisland van de solist gaat. (JC)
DMYTRO UDOVYCHENKO 2/7, Novum, bpho.be
Drie dagen lang vormt het Ossegempark het gedroomde decor voor de start van de zomervakantie. Het feeërieke groen, de smakelijke Rue du Bien Manger, de geheime plekjes, de marcherende orkesten, de diverse bende festivalgangers en de bonte stoet artiesten uit alle hoeken van de wereld, onder wie Little Simz, Baloji, Camille Yembe, Burning Spear (zie foto), Jazz Brak en Davido, vormen het ideale recept voor de kleurrijkste driedaagse van het jaar. (TZ)
COULEUR CAFÉ 27 > 29/6, Ossegempark, couleurcafe.be
Is het openluchtcinema met nostalgie naar de tijd toen Brussel meer buurtbioscopen telde dan daklozencentra? Is het een gratis buurtfeest om de zomer te vieren? Is het een kans om eindelijk de gemeenten te ontdekken waar je nooit komt? Bruxelles fait son cinéma is het allemaal. In elke gemeente organiseert het de komende twee weken een vertoning. Aan de Abdij Ter Kameren bijt Le comte de Monte-Cristo de spits af. (NR)
BRUXELLES FAIT SON CINÉMA 27/6 > 15/7, verschillende locaties, bruxellesfaitsoncinema.be
Elke weekdag een intens shot klassieke muziek op het middaguur: Midis-Minimes is een onvermijdelijke, fijne zomerafspraak voor elke melomaan. Alsof die dagelijkse noten nog niet genoeg zijn, dikt de organisatie het overdadige aanbod dit jaar nog wat meer in. Het Quatuor Danel krijgt van 7 tot 11 juli extra speeltijd voor een integrale uitvoering van de vijftien strijkkwartetten van Dmitri Sjostakovitsj. (JC)
MIDIS-MINIMES 1/7 > 29/8, verschillende locaties, midis-minimes.be
Een verzorgde keuken en een interieur op maat van de tijdgeest: Baci heeft heel wat troeven, maar vervalt soms in stijlvertoon.
Bij Baci wordt niets aan het toeval overgelaten. Elk detail lijkt bedacht om het oog te strelen: art-decolampen, smetteloze tafellakens, verfijnd servies, een chique fles olijfolie … Zelfs het broodbordje is versierd met een waaiermotief. De zaak vinkt alle vakjes aan van het hippe, hedendaagse restaurant: gelikt, tot in de puntjes geregisseerd, instagrammable. Een soort sociologische spiegel, een tikkeltje narcistisch, waarin je jezelf komt bewonderen, terwijl je proeft van een zorgvuldig geconstrueerde versie van Italië.
De kaart vaart een eigentijdse koers met forse prijzen: je vindt er antipasti van 16 tot
39 euro (carbonarakroketten voor 21 euro, truffelpizzetta voor 39 euro), pasta’s van 24 tot 58 euro (trofie met pistache en stracciatella voor 25 euro, linguine in citroenboter met kaviaar en gekonfijte citroen voor 58 euro) en enkele stevigere secondi van 29 tot 34 euro (tagliata di manzo voor 31 euro, fritto misto voor 29 euro).
In de keuken zijn de intenties lovenswaardig en is de uitvoering doorgaans vakkundig. De trofie met pistache en stracciatella kwam met een royale groene pesto, die de pasta omhulde zonder hem te verdrinken. Enkele geroosterde pistachenoten zorgden voor een krokante toets, een blaadje basilicum sierde een quenelle van romige stracciatella. Visueel geslaagd, al had het gerecht meer pit mogen hebben: de saus, hoe vol van smaak ook, overheerste
Wonen en ouder worden in Brussel
een beetje. De signature pizza La Carletti (23 euro), bedacht met een bekroonde pizzaiolo uit Parma, had meer diepgang: goed gerezen deeg, gesmolten kaas, gegrilde guanciale en gefrituurde artisjokken. Royaal, maar niet te zwaar of te zout. De bediening was onberispelijk: attent zonder kruiperig te zijn en vlot. De maaltijd werd afgesloten met een sabayon die aan tafel werd opgeklopt met ... Veuve Clicquotchampagne (trop is te veel!). Het showgehalte haalde het van het pure eetgenot. Kortom: Baci is een aangenaam restaurant dat door zo graag alles goed te willen doen, weinig ruimte laat voor spontaniteit. Iets meer eenvoud zou de zaak misschien sieren.
TEKST: MICHEL VERLINDEN FOTO: SASKIA VANDERSTICHELE
Eengeschiktewoon-zorgvoorzieningdiebijupast?
Noodaanondersteuningthuisofindeinstelling?
Bezorgdoverdeleefomstandighedenvaneenoudere?
02 511 91 20 Info@home-info.be
Neem contact met ons op www.home-info.be
Met de ondersteuning van
Inzichten
Wat weet muzikant en componist Lander Gyselinck van het leven?
Welke fout maak je keer op keer tijdens het creatieve proces?
Een plaat maken, naar een concert toewerken, nieuwe muziek creëren: het vraagt zeeën van tijd en de meesten onderschatten dat, ikzelf ook soms nog. Als muzikant leer je geduldig om te gaan met tijd. De toewijding bepaalt de kwaliteit. Niet alleen in de kunsten, trouwens.
Wat heeft je werk je geleerd over het leven of over jezelf?
Ik ben gezegend, omdat mijn werk ook mijn passie is, en muziek spelen een van de mooiste dingen op deze aardkloot. Ik mag schoonheid delen op een plek waar mensen verbinding maken.
Welke levenswijsheid kreeg je mee van je ouders?
Een gezonde bescheidenheid, waardoor ik applaus nooit als vanzelfsprekend zal beschouwen. Ook de openheid naar de buitenwereld en de verantwoordelijkheid om een soort bijdrage te leveren aan de maatschappij.
Welk nutteloos weetje wil je delen?
Beetje disturbing: dat katten hun overleden baasje sneller zouden opeten dan honden. Bestaat er een god?
Dan alleszins een die niet belangrijk genoeg is om er anderen voor uit te moorden.
Als je jezelf een andere naam kon geven, welke zou dat dan zijn?
Dionyssia vind ik wel een leuke naam –kleine spoiler maybe for something that is coming your way anytime soon, wink wink In welk ander vak zou je ook top zijn?
Ik zie weinig opties. Danser was leuk geweest. Drummen is toch bijna hetzelfde. Welke misvatting bestaat er over jou?
Veel mensen noemen me nog altijd een ‘jonge jazzdrummer’. Daar wil ik wel wat van af, want ik drum wel, maar zeker de laatste jaren ben ik niet meer bezig met jazz. Ik ben muzikant, componist en iemand die nadenkt over en experimen-
• Lander Gyselinck, broer van choreografe Femke en toneelschrijver Wannes, drumde al als kleuter, wat resulteerde in een grote onderscheiding aan het Koninklijk Conservatorium Brussel
• Hij mept raak bij Lander & Adriaan, STUFF. en BeraadGeslagen, en is ook producer en docent
• Soloproject Hihats In Trees ontstond uit zijn doctoraatsonderzoek
• In zijn kast staan al een Toots Thielemans Jazz Award, drie MIA’s en een Vlaamse Cultuurprijs
teert met muziek. En ik ben ook geen 17 meer.
Hoeveel personen ben jij verwijderd van bekend persoon X?
Ik ken iemand die in het middelbaar in de klas zat met Beyoncé. En Andros Zins-Browne, een danser en vriend van mijn zus Femke, heeft als baby bij Miles Davis op schoot gezeten.
Wat had jij pas op erg late leeftijd door dat iedereen allang wist?
Te veel om op te sommen, and I’m so okay with it. Ik blijf graag bijleren.
Welke wet zou je meteen afschaffen?
Dat de politie met auto’s in parken mag rijden heb ik altijd absurd gevonden. Geef ze toch een step of een paar roze rollerblades.
Bij welke historische gebeurtenis had je graag ingegrepen?
Dat Trump weer aan de macht is gekomen lijkt mij een catastrofe op alle mogelijke vlakken: geopolitiek, economisch en vooral ecologisch.
Typeer Brussel in drie woorden
Ik breek er mij het hoofd over: iets met een in het slijk gerolde diamant. Brussel is hard, maar geeft ook een nieuwe dimensie aan schoonheid die je pas na een tijd ziet. Ik ben naar hier verhuisd voor een openheid en een diversiteit die reëel en realistisch zijn.
Welk cliché over Brussel stoort je?
Om het even welk cliché.
Wanneer verbaasde Brussel jou?
Elke minuut. Ik zie nog steeds dingen waarvan ik niet wist dat ze mogelijk waren.
Waar kijk je naar uit in de nabije toekomst?
De première van nieuwe muziek met Hihats In Trees in Bozar. Met vier drummers/ drumsters. MICHAËL BELLON
Met Hihats In Trees speelt Lander Gyselinck op 27/6 in Bozar (tijdens een double bill met Les Percussions de Strasbourg), bozar.be
Benje 18-30 jaar enwilje meekoken,aan tafelschuiven enbabbelen? Schrijfjein!
1juli2025
PODCAST ‘IN BRUSSEL’
In de nieuwe podcast In Brussel brengt Margot Otten jou twee verhalen recht uit de stad.
In Brussel begint de zomer met Couleur Café, met Gailor Kiaku gaan we backstage. Diane Hennebert zet haar schouders onder de renovatie en exploitatie van het Chinees Paviljoen.
Vanaf nu elke woensdag op je favoriete podcast-app en op BRUZZ.be/podcast
BRUZZKet, het jongerenplatform van BRUZZ, maakt opnieuw een kalender met leuke weetjes en Brusseltips voor ketten van het 4e, 5e en 6e leerjaar.
Vraag de kalender 2025-2026 aan via de QR-code. Wij leveren hem begin september gratis op jouw school.