TE KOOP: AANKOOP AAN 6% BTW ONDER BEPAALDE VOORWAARDEN.
EEN UNIEKE KANS IN HET HART VAN BRUSSEL!
• Ontdek nieuwbouwappartementen in het historische hart van Brussel.
• Een warme buurt met de charme van een dorp, middenin de bruisende vijfhoek.
• Vind hier de perfecte combinatie van ruimte, rust en stedelijk woonplezier.
Meer info op brouck-r.be of 02 335 02 29
Dagelijks brood
WARME BAKKER
Ambachtelijke stiel dreigt te verdwijnen in Brussel
Kledij per kilo kopen: populair maar niet altijd duurzaam
Ferre Gola laat de rumba swingen in de ING Arena
Webreeks ‘De klas van 2000’ over ‘fucking gay’ zijn in de nillies
Schande. La honte!
Een Brussels regeerakkoord dat op maandag 9 juni als een Heilige Geest over het Gewest zal neerdalen? Nee, het mag dan nog tweede pinksterdag zijn, 365 dagen na de stembusgang moet de Brusselaar geen mirakels verwachten. Ondanks de ‘versnelling’ van de afgelopen weken, zal het allicht nog weken, zo niet maanden duren voor iets van een akkoord mogelijk lijkt.
BRUZZ volgt de onderhandelingen vanaf dag één met grote aandacht, en voor de huidige toestand is eigenlijk maar één woord op zijn plaats: Schande. ‘La honte’ pour les francophones. Schande dat de mensen voor wie er gestemd is, zo weinig politieke moed, respect en visie tonen. David Leisterh (MR) en Ahmed Laaouej (PS) op kop, maar ook de andere onderhandelaars hebben boter op het hoofd. Niemand slaagt erin om over de partijkleuren heen te stappen en samen tot een
inhoudelijk discours te komen. Ze kiezen er nu al een jaar voor om alleen voor de eigen achterban te spreken, juridische of politieke achterpoortjes op te zoeken, eigen beleidsverklaringen en nota’s te lanceren, getimede persconferenties te geven of simpelweg de lippen stijf op elkaar te houden.
Politiek steekspel
Ook de recente linkse demarrage van PS en tegelijkertijd de eenzijdige beleidsverklaring van MR zijn vooral een zoveelste politiek steekspel tussen de twee grootste tenoren, en alweer een bewijs dat het afgelopen jaar zich vooral kenmerkte door een kortzichtige, egoïstische en perverse vorm van politiek. Met de kwalijke gevolgen die vandaag iedereen kan zien: geen beleid, geen keuzes, geen toekomstvisie en een begroting die intussen niet bloedrood, maar pikzwart kleurt.
Misschien nog kwalijker is dat het lijkt
alsof het heel veel mensen geen moer meer kan schelen of er morgen een regering komt of niet. Geef de burger maar eens ongelijk. Zonder goedgekeurde begroting kabbelt het beleid voort, de geldkraan wordt amper dichtgedraaid – ondanks alle alarmbellen –belangrijke beslissingen worden uitgesteld en de onderhandelaars zelf tonen een totaal gebrek aan urgentie in grote dossiers.
Je zou huidig minister-president Rudi Vervoort (PS) bijna geloven als hij zegt dat we niet moeten panikeren en dat Brussel solide is. Maar de harde waarheid is dat Brussel enorme uitdagingen staan te wachten en dat dat politieke stratego het Gewest alleen maar verder de dieperik in duwt. Het zegt bovendien veel dat de nationale partijvoorzitters – op één na – hun rug naar Brussel keren en zich amper willen uitspreken, laat staan moeien, in dit schaamtelijk schouwspel.
De impact van het uitblijven van een regering wordt elke dag duidelijker. Niet
alleen zijn er organisaties, sportclubs, vzw’s ... die baden in onzekerheid. Premies en subsidies zijn in gevaar, en mensen verliezen hun job. Het geloof in de democratie, de basis van ons politieke stelsel, krijgt bijgevolg flinke klappen. Zijn deze onderhandelaars de politieke voorbeelden naar wie jongeren vandaag moeten opkijken? Brussel kampt meer dan ooit met een grote bloedarmoede aan politiek talent en zit opgezadeld met kortetermijndenkers. Want: liever de verkiezingen winnen in 2029 dan vandaag beleid voeren; liever met zelfprofilering een postje elders proberen te bemachtigen dan vandaag rond de tafel te zitten; liever halsstarrige veto’s stellen dan toegeven dat je bang bent om kiezers te verliezen; liever zwijgen dan een zusterpartij tegen de borst stuiten; liever met de vinger naar de federale overheid wijzen dan zelf leiderschap te tonen ...
Belachelijk
staatsmanschap en leiderschap. Dit is het falen van de Brusselse politiek in haar geheel. De weinige burgers die zich dit debacle wél nog aantrekken, stuiten dan weer op onbegrip en kritiek van de politieke klasse. Denk aan Farbod Fathinejadfard en zijn speech in het parlement. In plaats van toe te geven dat de dichter overschot van gelijk had toen hij zei dat de parlementsleden niets te vieren hadden op het Irisfeest, klonk op de banken dat zijn toespraak ongepast was en werd zelfs de ondervoorzitter op het matje geroepen. Wereldvreemd van het parlement en een reden te meer om Fathinejadfard met BRUZZ een extra forum in dit magazine te geven (lees p.22).
“Onderhandelaars, die al een jaar aanmodderen, zijn dat de politieke voorbeelden naar wie jongeren vandaag moeten opkijken?”
De grote gelatenheid die er vandaag heerst, is dan ook een rechtstreeks gevolg van een jarenlang inspiratieloos beleid in het Gewest, en een gebrek aan ambitie,
Deze politici maken niet alleen zichzelf maar ook het Gewest belachelijk. En ze verliezen elke dag meer krediet bij de Brusselaars die ze vertegenwoordigen. De Brusselse politiek is dood, maar de Brusselaar leeft verder. Want vroeg of laat zullen er écht beslissingen moeten worden genomen om de toekomst van het Gewest veilig te stellen en dan luidt de vraag: wie van deze gekozenen zal écht zijn politieke verantwoordelijkheid durven te nemen?
Koen Cypers Redactiechef Inhoud
In het edito fileert de redactie de Brusselse actualiteit.
Lees meer Interviews met Charles Picqué en Annemie Neyts op p.8 en ‘Een jaar lang eigen gelijk eerst’ op p.18
14
Door het uitblijven van een regering weet Amandine Tiberghien (Fabrik) niet of de vzw in 2025 genoeg budget zal krijgen.
OP DE COVER
32Economie Industriële bakkerijen verdringen de echte warme bakkers
REGERINGSVORMING
04Vooraan Schande. La honte!
RWDM staat op een zucht van promotie naar de hoogste voetbalklasse.
22Opinie ‘Brussel leeft niet dankzij, maar ondanks de politiek’
VERHALEN
OP DE COVER
08Het gesprek Oudgedienden Charles Picqué en Annemie Neyts over een jaar zonder regering: ‘Dit is niet het Brussel dat ik voor ogen had in 1989’
26Mode Tweedehandskledij kopen is niet altijd beter
32Interview Brusselse pornoactrice Gigi Max wint sectorprijs
ACTUALITEIT
29Meer BRUZZ Wat is er te doen op de andere BRUZZkanalen?
30Hang-out Mohammed Rida
36Column Therapeuten in string
15Debatteer mee Voel jij je veilig in het Brusselse nachtleven?
ELKE WEEK
16Geopolitiek Is Brussel een doelwit voor Russische aanvallen?
22 Stadsleven Eén jaar gratis
03Vooraan ‘Maak medische screening verplicht’
14Portretten Kleinere vzw’s krijgen klappen omdat subsidies uitblijven
18Analyse Wankelt het Brusselse systeem?
COLOFON
VERHALEN
24In beeld Ivan Put: Afscheid van Flow
06Het gesprek Jeugdrechter Tine Suykerbuyk en journaliste Phara de Aguirre over Mijn jeugdrechter
28 Sporting Flagey De Molenbeekse circusschool Circus Zonder Handen
24Horeca Brasserieën tonen zich creatief in tijden van crisis
ELKE WEEK
29Big City Waren er ooit wijngaarden in Sint-Joost?
12Fenomeen van de week Platform Better koppelt bedrijven en goede doelen
13Cartoon Kim Duchateau
14Opinie ’Maak van het Noordplein een ontmoetingsplaats voor politiek debat’
10In beeld Emiel Viellefont: 25 Joêr Gardevils
14Stadsleven Merci
23Botanisch Brussel Natuurboomgaard in Laarbeekbos krijgt opfrisbeurt
SELECT
28Sporting Flagey ‘Alles met wieltjes is welkom’
37 Scenarist Geerard Van de Walle en regisseur Heleen Declercq blikken terug op gay zijn in De klas van 2000
29Big City Waarom was er ooit een Schaarbeekse school in Blankenberge?
29Meer BRUZZ Wat is er te doen op de andere BRUZZ-kanalen?
30Hang-out Eléonore
41 Klein onderhoud Ferre Gola
36Column Tussen godin en dikke koe
43Eat & Drink Boa Boa
SELECT
44Inzichten Gaea Schoeters
37 Filmmaker Mathijs Poppe slaat een brug tussen Jette en Shatila
41 Klein onderhoud Ilyas Mettioui
43Eat & Drink Fish Tank
44Inzichten Lubiana
BRUZZ Flageyplein 18, 1050 Brussel, 02-650.10.65 ABONNEMENTEN Josiane De Troyer (abo@bruzz.be), 02-650.10.80 Gratis in Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Rest van België: 29 euro per jaar; IBAN: BE98 3631 6044 3393 van Vlaams Brusselse Media vzw, een abonnement binnen Europa kost 162 euro per jaar, buiten Europa 192 euro per jaar OPLAGE 50.000 exemplaren ADVERTEREN? Angela Mngongo 02-650.10.81 angela.mngongo@brusselmedia.be DISTRIBUTIE Ute Otten, 02-650.10.63, ute.otten@bruzz.be ALGEMENE DIRECTIE Dirk De Clippeleir ALGEMEEN HOOFDREDACTEUR Klaus Van Isacker COÖRDINATOR MAGAZINE Maarten Goethals ART DIRECTOR Heleen Rodiers VORMGEVING Ruth Plaizier EINDREDACTIE Karen De Becker, Kurt Snoekx WERKTEN MEE AAN DIT NUMMER Koen Cypers, Eva Christiaens, Luana Difficile, Kris Hendrickx, Sophie Soukias, Steven Van Garsse, Tom Zonderman (redacteurs); Michaël Bellon, Jasper Croonen, Charlotte Deprez, Andy Furniere, La Morrigasme, Niels Ruëll, Marjon Udo, Sarah Vandoorne, Michel Verlinden (medewerkers) VERTALING Frédérique Beuzon, Gregory Blauwers, Sam De Ryck, Aurélien Garcia, George Holmer FOTOGRAFIE & ILLUSTRATIE Bart Dewaele, Kim, Delphine Frantzen, Ivan Put, Saskia Vanderstichele, Emiel Viellefont VERANTWOORDELIJKE UITGEVER Dirk De Clippeleir, Flageyplein 18, 1050 Elsene.
BRUZZ is een uitgave van de Vlaams Brusselse Media vzw wordt gedrukt bij Printing Partners Paal-Beringen en wordt gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap en de Vlaamse Gemeenschapscommissie
COÖRDINATOR MAGAZINE Maarten Goethals ART DIRECTOR Heleen Rodiers VORMGEVING Ruth Plaizier EINDREDACTIE Karen De Becker, Kurt Snoekx WERKTEN MEE AAN DIT NUMMER Eva Christiaens, Kris Hendrickx, Sophie Soukias, Tom Zonderman (redacteurs); Uma Barrea, Michaël Bellon, Maya Callizaya, Jasper Croonen, Astrid De Bois, Emilia De Feyter, Andy Furniere, Michiel Leen, Tom Peeters, Niels Ruëll, Kevin Van den Panhuyzen, Michel Verlinden (medewerkers) VERTALING Frédérique Beuzon, Gregory Blauwers, Sam De Ryck, Aurélien Garcia, George Holmer FOTOGRAFIE & ILLUSTRATIE Bart Dewaele, Kim, Delphine Frantzen, Ivan Put, Saskia Vanderstichele, Emiel Viellefont VERANTWOORDELIJKE UITGEVER Dirk De Clippeleir, Flageyplein 18, 1050 Elsene. BRUZZ is een uitgave van de Vlaams Brusselse Media vzw wordt gedrukt bij Printing Partners Paal-Beringen en wordt gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap en de Vlaamse Gemeenschapscommissie
Oprichters Brussels Gewest kritisch over politieke impasse
‘Ik ben zowel triest als verbijsterd’
Een jaar na de verkiezingen lijken de Brusselse onderhandelaars geen stap dichter bij een regering. Oudgedienden Charles Picque (PS) en Annemie Neyts (Open VLD) kijken vol verbijstering hoe hun erfenis van overleg en samenwerking te grabbel wordt gegooid. “Het kan geen kwaad om zich in de andere te verplaatsen.”
door Steven Van Garsse foto’s Saskia Vanderstichele
Regeringsvorming Charles Picqué (PS)
‘Droomscenario voor de Vlaams-nationalisten’
Voormalig minister-president Charles Picqué (PS) bekijkt de hele formatie met wat afstand, maar ongerust is hij zeker. Het Brusselse model staat onder druk. En hij kan moeilijk begrijpen waarom er geen akkoord te vinden lijkt. “Wij wilden Brussel laten lukken. Dat is weg vandaag.”
Hoe kijkt u naar dit jaar zonder regering?
CHARLES PICQUÉ: Ik ben zowel triest als verbijsterd. Er wordt niet met elkaar gesproken. We weten dus niet eens waar het precies botst of op welke punten de partijen elkaar niet vinden.
We zijn ook, vijfendertig jaar na de oprichting van het Brussels Gewest, erg kwetsbaar. Twee vragen hebben voor mij altijd vooropgestaan: zijn we in staat om een efficiënt beleid te voeren als Brusselaar, en kunnen we dat doen zonder in communautair vaarwater te belanden?
de Vlaamse beweging wel kende. Ik antwoordde hem: “Jazeker, in 1934 werd het eerste Comité voor de bescherming van het Nederlands in Brussel opgericht.” Ik kende mijn pappenheimers. Om maar te zeggen: het kan geen kwaad om zich in de andere te verplaatsen. Anciaux heeft nadien de hoffelijkheid gehad om de Brusselse regering niet in moeilijkheden te brengen.
Waarom loopt het vandaag moeilijk en kunnen de partijen elkaar niet vinden?
Charles Picqué is zowat de belichaming van het Brussels Gewest. Hij was de eerste minister-president en leidde in totaal bijna twintig jaar een Brusselse regering. Geen enkele deelstaat in dit land heeft een politicus gekend die zo’n grote invloed heeft uitgeoefend als Picqué.
Picqué ligt zo mee aan de basis van wat Franstaligen graag ‘le fait régional’ noemen: het idee dat de Brusselaars op eigen benen kunnen staan, een hoofdstad kunnen maken op het kruispunt van twee gemeenschappen, en die een blik op de wereld hebben. Er groeide een eigen identiteit, inclusief een communautaire pacificatie. Maar die dynamiek staat vandaag fors onder druk. Kunnen de Brusselaars het nog? Dat is de vraag. Een regering vormen lukt niet, en Brussel staat op de rand van een financieel bankroet. Tegelijk vechten drugsbendes het uit en stijgen de armoede en de dakloosheid.
De afspraak met Picqué vindt plaats in Le Bar du Matin, het hippe café in het hippe Sint-Gillis. Picqué steekt meteen van wal. Hij heeft zich goed voorbereid, al staat er op een van zijn notities ook in het groot geblokletterd ‘Niet vergeten: de schildpad uitlaten.’ Picqué moet er zelf om lachen. Er is nog een leven naast de politiek.
We zien voor het eerst dat er zich een probleem voordoet door de keuzes die Vlamingen hebben gemaakt (een meerderheid met N-VA, red.) en het antwoord daarop van de Franstaligen (de PS die die meerderheid niet wil, red.). Zo is het communautaire in de Brusselse politiek geslopen. En dat is geen goede evolutie.
Wat er nu gebeurt, speelt helemaal in de kaart van wat ik zou noemen de separo-confederalisten. Brussel is een belangrijk symbool als succes in de samenwerking tussen Franstaligen en Vlamingen. We zijn niet alleen een gewest, maar ook een schakel tussen de twee gemeenschappen. Dat staat vandaag onder druk.
Bestond er in het verleden dan geen discussie tussen Vlamingen en Franstaligen?
PICQUÉ: Natuurlijk wel. Er was de episode met Vic Anciaux, toenmalig staatssecretaris voor de Volksunie, die eind 1997 uit de Brusselse regering is gestapt door de taalkaders bij de brandweer. Maar zelfs toen werd er gepraat. Ik trok naar Anciaux, en hij vroeg me of ik de gevoeligheden van
PICQUÉ: Er zijn drie elementen: de ideologische tegenstellingen tussen rechts en links. Dan is er de begroting. Niemand heeft veel zin om in een regering te stappen die forse hervormingen moet doorvoeren. En drie: de persoonlijke relaties. De capaciteit om met elkaar te praten is er niet.
Komt dat omdat het om neofieten gaat?
PICQUÉ: Zeker. Laaouej komt van het federale niveau, en ook David Leisterh is relatief nieuw. In mijn tijd wilden we Brussel laten lukken. Het was een generatie van politici die wist dat er gevochten was voor een Brussels Gewest, die ook gezien had hoe Brussel mismeesterd werd toen er nog geen Gewest was. De Brusselminister in de nationale regering moest toen letterlijk op een klein stoeltje zitten. Het was ook de tijd dat er niet geïnvesteerd werd in Brussel, tenzij dan voor een verregaande bruxellisation, de tijd van de ‘utilitaristische stad’. De nationale regering gebruikte de stad voor eigen doeleinden. De huidige generatie Brusselse politici heeft die tijd niet gekend, en lijkt daarom minder te willen vechten om het te doen slagen.
“Het communautaire sloop in de Brusselse politiek. Dat is geen goede zaak”
• Ministerinmeerdereregeringen van deFranseGemeenschap
• Regeringscommissarisen later ministerinregeringVerhofdstadt I(1999-2003)
• Voorzitter van het Brussels Parlement(2014-2019)
• Minister van Staat
Zijn die politici zich dan onvoldoende bewust van het risico dat die tijd kan terugkomen?
PICQUÉ: Als ze het nu nog niet doorhebben, zal dat nooit gebeuren. Premier De Wever heeft gezegd: “Brussel zal om geld vragen, en dan zullen we onze voorwaarden opleggen.” Wat nu gebeurt in Brussel, is een droomscenario voor de Vlaams-nationalist.
U ging als een van de enige PS’ers niet akkoord met uw partij toen die besliste om een veto te stellen tegen N-VA. Waarom?
PICQUÉ: Laat het duidelijk zijn dat ik geen grote fan ben van N-VA. Ik begrijp ook dat Laaouej weinig vertrouwen heeft in die partij. Wat ik niet begrijp, is dat er niet gepraat is. Dan kan je veel beter uitleggen waarom je niet wil samenwerken. Mensen in Vlaanderen begrijpen niet dat je zelfs niet wil praten met de eerste partij van het land. Of dat je die partij racistisch noemt.
In Vlaanderen is PS de kop van Jut omdat het beheer in Brussel te wensen overlaat, met vooral de ontsporende begroting. Draagt uw partij hier geen zware verantwoordelijkheid?
PICQUÉ: De financiering van Brussel is altijd fragiel geweest. We hebben twee keer een herfinanciering moeten vragen. Dus, ja een budgettaire voorzichtigheid is altijd nodig geweest. En in 2017 zijn de ontsporingen begonnen. En dat was lang voor Covid, hé. Er heerste te veel een wafelijzermentaliteit. Kreeg de ene minister 5 miljoen euro, dan moest de andere minister dat ook krijgen. Zo werden er geen echte keuzes gemaakt. Er zijn agentschappen opgericht omdat die rechtstreeks door de minister konden worden aangestuurd. Is dat een verantwoordelijkheid van de PS? Neen, dat is een collectieve verantwoordelijkheid. Ook zit Brussel vast in zijn regionale carcan en heeft het nooit kunnen profiteren van een solidariteit met de omliggende rand (waar veel mensen wonen die in Brussel werken, red.). Ik heb altijd gewaarschuwd dat dat een gevaar inhield. Er was ooit wel sprake van een metropolitane gemeenschap, maar die heeft nooit gewerkt omdat de Vlamingen dat niet wilden.
Ja, de Brusselaars dragen een verantwoordelijkheid voor de budgettaire ontsporing – zo is Kanal is een folie die voor mij niet had gehoeven – maar er is ook het institutionele kader waarbij de andere deelstaten te weinig het belang inzien van hun hoofdstad, als economische motor, en als venster op de internationale gemeenschap. Dat heeft me zwaar ontgoocheld.
Hoe ziet u het nu verder verlopen?
PICQUÉ: Ik hoor Brusselaars soms zeggen: “Misschien zou het niet zo slecht zijn als we onder federale voogdij vallen.” Dat doet me pijn, het betekent dat ze twijfelen aan de capaciteiten van de Brusselaar om hieruit te raken, terwijl we al drie decennia bewijzen dat het wel kan.
‘Met veto’s kom je nergens’
Open VLD-coryfee Annemie
Neyts stond mee aan de wieg bij de geboorte van het Brussels Gewest. Maar 36 jaar laten ziet ze nog weinig redenen tot feesten. “De huidige situatie grenst aan het onbetamelijke.”
de Vlamingen wel degelijk wat te zeggen hadden over het Brusselse regeerakkoord. Moureaux kon zijn oren niet geloven. Dat waren ze niet gewend.”
“Mijn stokpaardje was de gegarandeerde vertegenwoordiging van de Vlamingen in Brussel. Ik vond dat de Vlamingen, met hun 70.000 kiezers, recht hadden op een vertegenwoordiging vergelijkbaar met een middelgrote stad. Dat vonden ze een onbeschaamd voorstel, maar ze hebben dat toch ingeschreven. Het zou ‘bestudeerd’ worden. Later (met het Lambermontakkoord in april 2001, red.) zou dat ook worden ingevoerd.”
Sinds vier jaar woont ze er. In een hoge woontoren niet ver van de KVS. Ze kijkt uit over een weidse stad, van Sint-Pieters-Leeuw tot het Atomium. Brussel ligt aan haar voeten, de stad waar ze is geboren en opgegroeid en die ze nooit heeft verlaten. “Ik zou niet weten waarheen,” zegt ze.
Dus ja, Annemie brusselt nog steeds, maar echt vrolijk wordt ze niet van het bestuur van de stad. Het vuil, de daklozen, drugsgeweld. “Nee, het gaat niet zo goed met Brussel,” zegt ze. “Terwijl die zaken toch aangepakt kunnen worden. Hoeveel daklozen zijn er? Vijfduizend. Die onderdak geven kan toch niet zo moeilijk zijn. En dan de piétonnier. Ik ben geen fan. Die snijdt de Vijfhoek in twee. Als ik met de auto naar de Zavel wil, moet ik een omweg maken. Wat wil je, de bedenker is een filosoof (Philippe Van Parijs, red.). Daar komt nooit iets goeds van (schamper lachje).”
Maar het gesprek gaat over de slepende Brusselse regeringsvorming. Neyts kan er niet bij dat politici zelfs niet meer aan tafel gaan op zoek naar een akkoord. “Dit grenst aan het onbetamelijke. Ik heb ook met Philipppe Moureaux (PS) onderhandeld, en met François-Xavier de Donnea (MR). Niet de makkelijkste gesprekken. Ik noemde hen in de wandelgangen de ayatollah van Molenbeek en de grootvizier van Brussel (lachje). Ik heb hen duidelijk gemaakt dat
U bent niet zo optimistisch over Brussel. Waar is het misgelopen?
ANNEMIE NEYTS: Op vele vlakken. Neem nu gezondheid. Dat is volgens de Brusselwet een bevoegdheid van Vlamingen en Franstaligen samen, maar Ecolo en Groen hebben beslist om dat aan de Franstaligen over te laten. De gevolgen door Covid waren niet te overzien, met duizenden doden in de rusthuizen. Daar wordt niet meer over gesproken. Men is er nauwelijks voor ter verantwoording geroepen.
En dan is er de spilzucht. De administraties zijn gegroeid, de kabinetten steeds groter geworden. Er werden allerlei nevenagentschappen opgericht. Het aantal ambtenaren en contractuelen is met zeventig procent gestegen. De MIVB heeft nu tweemaal zoveel personeel als voorheen, maar je kan toch moeilijk zeggen dat de dienstverlening twee keer beter is.
Hoe is dat kunnen gebeuren?
NEYTS: Het onderscheid tussen de regionale politieke partijen en de kabinetten is vervaagd. Wie zit er in de kabinetten?
Dezelfde mensen van op de kieslijsten. Open VLD is in hetzelfde bedje ziek. Zo is de politisering alleen maar toegenomen. Als je het in marxistische termen zou analyseren, is er een verstikkende bovenstructuur gegroeid, bevolkt door cabine-
BIO
• Geboren in 1944 in Elsene
• Studeert Romaanse filologie en communicatiewetenschappen
• Staatssecretaris voor Brussel in regering-Martens V (19811985), minister in regeringVerhofdstadt I (2000-2003)
• Minister in Brusselse regeringSimonet I (1999-2000)
• Brussels parlementslid van 1989 tot 1994 en van 1999 tot 2000
• Voorzitter van de PVV (19851989), lang voorzitter van de PVV en later Open VLD in Brussel-Stad
• Maakt in 1985 furore met de campagne ‘Annemie brusselt’
• Minister van Staat
tards en ambtenaren. Wist je dat er administraties zijn die rechtszaken tegen elkaar aanspannen? Dat sommige ambtenaren niet met elkaar mogen praten? Uit zo’n beklemmende sfeer kan nooit een slagkrachtig en efficiënt beleid komen. Dat is niet het Brussel dat ik voor ogen had toen het werd gevormd in 1989.
In de periode 2017-2019 is de begroting beginnen te ontsporen. Open VLD zat al die tijd aan de knoppen. Eerst was Guy Vanhengel en dan Sven Gatz minister van Begroting.
NEYTS: (Onverstoorbaar) Je krijgt de indruk dat men zich gedragen heeft als een rekenplichtige ambtenaar die de uitgaven noteert maar zich haast nooit verzet. Al jaren weigert het Rekenhof de rekeningen goed te keuren bij gebrek aan ordonnantie die de uitgaven certificeert. Die ordonnantie opstellen is nochtans niet moeilijk.
Daar is wel uw partij voor verantwoordelijk. NEYTS: Dat zegt u juist.
“Is Fouad Ahidar de baarlijke duivel? Nee. Is Cieltje Van Achter de duivel? Nee toch”
erachter zitten als twintig jaar geleden (toen Open VLD geteisterd werd door een clanoorlog, red.). De roddels, het gestook rond Eva De Bleeker. Dat is verschrikkelijk. We gooien onze eigen ruiten in.
De verkiezingsresultaten van een jaar geleden voor Open VLD zijn desastreus. In mijn ergste nachtmerrie had ik me dat niet kunnen voorstellen, maar een partij heeft tijd nodig om weer op de rails te raken.
Hebt u ook goeie dingen gezien?
NEYTS: Ja. Dat zijn de inspanningen van Guy Vanhengel en Sven Gatz voor het Nederlandstalige onderwijs. Dat verdient alle lof. Of dat het voorgaande kan goedmaken, dat durf ik nu ook weer niet te zeggen.
Terug naar de regeringsvorming. Er zijn veel veto’s gesteld. Vorige zomer zei Vanhengel dat Fouad Ahidar de sharia wil invoeren. Het was het begin van allerlei veto’s die zijn uitgesproken. Was dat een goed idee?
NEYTS: Als je met veto’s begint, kom je nergens. Is Fouad Ahidar de baarlijke duivel? Nee. Is Cieltje Van Achter de baarlijke duivel? Nee toch, zelfs al ben ik het vaak niet met haar eens. Toch wil Ahmed Laaouej niet met N-VA aan tafel. Wij hebben als Vlamingen ook het FDF in een regering moeten slikken. En die partij was veel radicaler dan de N-VA vandaag.
Bovendien hebben de Franstaligen zich niet te moeien met de Nederlandstalige meerderheid. Ik wil niet terug naar die tijd.
N-VA en Open VLD waren nooit een goeie match in Brussel. Verrassend genoeg heeft Open VLD-onderhandelaar Frederik De Gucht zich in november aan die partij vastgeklikt. Ook dat bemoeilijkt de regeringsvorming. Waarom doet hij dat?
NEYTS: Ik stel dat vast. Ik weet niet wat zijn beweegredenen zijn.
Praat u met Frederik De Gucht?
NEYTS: Neen. Hij neemt geen contact. Hij woont hier nochtans vijftig meter verder. Hij is half zo oud als ik, maar blijkbaar vindt hij dat ik naar hem moet stappen.
Heeft De Gucht andere ambities? Hij wordt genoemd als opvolger van voorzitter Eva De Bleeker.
NEYTS: Dat weet ik niet. Wat er vandaag gebeurt in de partij is zeer erg. Het ergste is dat het precies dezelfde figuren zijn die
We mogen nooit vergeten wat de Vlaamse liberalen gerealiseerd hebben in ons land. Vandaag klinkt het: “Minder staat, minder belastingen en meer vrijheid.” Maar dat is een karikatuur van het liberalisme.
Tegenwoordig is het modieus om te zeggen: “We moeten impact hebben, we moeten stenen verleggen in de rivier.” Maar als je ziet welke stenen er dankzij onze partij sinds de Tweede Wereldoorlog verlegd zijn: (somt op zonder verpinken) het schoolpact in 1958, de wijziging aan het huwelijksgoederenrecht, de juridische gelijkschakeling van man en vrouw, de vervanging van vaderlijke macht door de ouderlijke macht, de intrekking van het verbod op de bekendmaking van voorbehoedsmiddelen, abortus, euthanasie, het homohuwelijk, het monopolie van de openbare omroep doorbreken, het cultuurpact. En ik kan nog even door gaan. Dát zijn de stenen die verlegd zijn, allemaal onder impuls van Vlaamse liberalen. Dat is veel belangrijker dan een belastingverminderingetje hier of daar.
Zou De Gucht geen goeie voorzitter zijn?
NEYTS: Met zijn huidige karakter niet.
Verbaal is hij wel sterker dan Eva De Bleeker.
NEYTS: Zijn vader Karel is zich ooit te buiten gegaan aan het schofferen van Joseph Kabila, president van Congo. Dat was in het Europees Parlement. Ik neem aan dat hem dat een grote innerlijke genoegdoening heeft gegeven. Wel, we hebben dat betaald met de sluiting van het consulaat-generaal in Lubumbashi gedurende drie jaar.
Ik ben een tijd lang minister van Buitenlandse Handel geweest. Het waren de heerlijkste jaren in mijn carrière. Maar ik heb altijd een bloedhekel gehad aan doorstep diplomacy. Dat is zo goedkoop en gemakkelijk. Het belangrijkste is wat er binnenskamers wordt gezegd. Stoere verklaringen afleggen? Dat betaal je achteraf. Altijd.
‘Ik zit op mijn tandvlees’
Van onbetaald verlof tot kantoorverhuizingen of ingehouden bonussen: het jaar zonder regering heeft nu al een impact op het leven van Brusselse bedrijven, verenigingen en hun medewerkers. Vooral kleinere vzw’s en de renovatiesector zijn slachtoffer, vertellen drie spelers die er aan het roer staan. “We kunnen zelfs geen fruit of frisdrank meer aanbieden op kantoor.”
door Eva Christiaens foto’s Ivan Put
Kevin Deruyver
vzw Labolobo
“Buurtcentrum verhuizen naar een goedkopere plek”
“Labolobo brengt al jaren verschillende leeftijden en generaties samen. We hebben een vast centrum in Jette en werken in rusthuizen in heel Brussel. Op woensdagen kunnen particulieren ons inschakelen voor een verplaatsing. Vorig jaar boden we die dienst twee halve dagen aan, nu maar één namiddag per week. Een gelijkaardig project in Ganshoren is teruggeschroefd. Voor onze rusthuiswerking met scholen, die in september heropstart, wacht ik op nieuws en budget.”
“In het slechtste geval moeten wij in december de boeken toedoen. We krijgen nu
Nicole doet een
elke zes maanden subsidies via Iriscare, maar al de rest is onzeker. Voor dit buurtcafé in het oude stationsgebouw van Jette kregen we vroeger projectsubsidies van Brussel Mobiliteit en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie. Sinds januari wordt alles hier betaald via het privéfonds Be-Source (van prins Henri d’Arenberg, red.). Het is mede dankzij dat fonds dat we onze drie medewerkers kunnen blijven betalen tot het einde van de zomer. Ons gebouw bij het Woningfonds hebben we al opgezegd:
op de
om andere mensen te ontmoeten. “Zo raakt ze uit haar isolement,” zegt Kevin Deruyver van de vzw, die vreest dat Labolobo zal moeten stoppen door de dalende subsidies.
in september verhuizen we naar Mona (tijdelijk leegstandsproject van vzw Toestand in Jette, red.) voor een vijfde van de prijs. Ik steek onze weinige subsidies liever in onze werking dan in een gebouw.”
“Mijn vrienden verklaren me gek. Ik zit inderdaad op mijn tandvlees. Wie nu voortdoet in vzw’s als de onze, is een vechter. Het zijn mensen die nog zíen hoe belangrijk sociaal werk is. Eenzaamheid is een hardnekkig beestje in de stad en oudere inwoners zijn veel te lang
vergeten. Nicole (op de foto hierboven) heeft moeite met lopen, maar ontmoet hier elke woensdag andere mensen. Dankzij onze tuktukdienst raakt zij dus uit haar isolement. Het zijn net kleine, lokaal verankerde projecten in alle hoeken van de stad die dat soort eenzaamheid kunnen verhelpen. Ik weet dat sociaal werk een keuze is en je doet dat nooit voor het geld. Maar Brussel jaagt de mensen weg. Ik vraag me af of we over tien jaar nog sociaal werkers zullen vinden.”
beroep
tuktukdienst van Labolobo
David De Nutte
Home Perspective
“Ik kan mijn collega’s geen bonus geven”
“Ik leid 36 medewerkers. We maken raamkozijnen in Neder-over-Heembeek die in aanmerking komen voor de duurzame renovatiepremies van Leefmilieu Brussel. Sinds vorig najaar is het budget daarvoor op – en zonder nieuwe regering weet niemand of de premies verlengd zullen worden. Wie dus wil renoveren en kán wachten, doet dat.”
“Wij krijgen sindsdien een kwart minder bestellingen dan vorig jaar: een half miljoen euro omzetverlies (volgens bouwfederatie Embuild verwachten Brusselse bouwbedrijven de helft minder omzet dan in 2024, red.). Een
goede, tijdelijke medewerker heb ik daardoor niet vast kunnen aanwerven. En ik kan mijn collega’s dit jaar geen bonus geven. Normaal gezien delen wij onze winst van het vorige boekjaar in juni met het hele team. Nu niet, want we moeten die hele winst bijhouden als buffer. De technici mislopen zo tot drieduizend euro, een belangrijk bedrag voor hun vakantie.”
“Natuurlijk weegt dat op de sfeer. Wij hebben een trouw team, maar ik krijg veel vragen. Ik kan geen zelfstandige onderaannemers meer inschakelen of nieuw werkmateriaal kopen voor mijn personeel.
Amandine Tiberghien
vzw Fabrik
“Wij nemen allemaal een maand onbetaald verlof”
“Een jaar geleden begon ik bij vzw Fabrik in Sint-Joost-tenNode. We werken rond leefmilieu en participatie in woonzones van die gemeente. Al doen we nu ook mee aan projectoproepen voor participatietrajecten in Ganshoren of Vorst. Dat maakt ons een concurrent voor lokale vzw’s. Maar het moet, willen we subsidies vinden buiten de reguliere begroting.”
“Die krijgen we nu slechts per drie maanden uitbetaald. We
weten nog niet of het hele budget voor dit jaar zal volgen. Begrotingsminister Sven Gatz (Open VLD, red.) vraagt zijn collega’s om tien tot vijftien procent te besparen. Moeten wij dat uit voorzorg nu al zelf doen? Wij zetten alvast ontslagvergoedingen opzij voor iedereen, ook voor de ervaren collega’s.”
“Elke extra subsidieaanvraag is een administratieve last. Veel vzw’s zoeken nu privéfinanciering of bieden eigen diensten
Ik heb de gratis frisdrank, sapjes en fruit in de werkplaats opgezegd om te besparen. Zo hoop ik alle vaste collega’s aan boord te houden. Ontslagen zouden me net zo goed geld kosten.”
“Ik ken concurrenten die al failliet gingen, maar over ontslagen wordt onderling niet openlijk gepraat (Embuild telde 1.945 Brusselse faillissementen in 2024, een vijfde meer dan in 2023, red.). Zelf profiteer ik van de kalmere periode om vormingen te organiseren voor mijn personeel, zoals over kranen. Dat kan met subsidies van arbeidsbemiddelaar Actiris.”
“Niet alles ligt aan de Brusselse regering. De economie vertraagt in het algemeen en bouwprijzen zijn gestegen. Ik vind wel dat de overheid precies in zo’n context extra duidelijkheid moet scheppen. Of ze de premies nu verlengen, schrappen of deels verlaagt, het gaat erom dat burgers weten waar ze aan toe zijn voor de komende jaren. Wat zou je zelf doen, als je nog hoopt dat een premie van 10.000 euro kan terugkeren?”
aan als consultant. Wij proberen geld te lenen via coöperatieve banken, zoals Crédal, maar ook dat vraagt tijd. Het is tijd die je niet aan je doelpubliek kan besteden.”
“We besparen nog niet op projecten, maar wel op personeel. Eén collega vertrekt eind juni, de zes anderen werken voortaan een halve dag minder per week. We zullen onze RSZ-bijdragen wat later dan normaal betalen. En Fabrik sluit
dit jaar volledig tijdens het bouwverlof van 15 juli tot 15 augustus. Wie het zich kan permitteren, vragen we om die hele maand onbetaald verlof te nemen.”
“Alle vzw’s ondervinden vandaag liquiditeitsproblemen, maar de kleintjes wel het meest. Om te overleven is een sociale missie niet meer genoeg. Je moet nu voor elk project bewijzen dat je goed werk levert. Maar goed sociaal werk vraagt tijd: het duurt soms jaren om een vertrouwensband op te bouwen met je doelpubliek. Dat kan je niet doen met veel personeelsverloop of met alleen losse projectsubsidies. De non-profitsector dient om Brusselaars in precaire situaties te helpen. Dat kunnen wij minder goed doen als we zelf stress ervaren.”
Regeringsvorming Wankelt het Brusselse systeem?
Een jaar lang eigen gelijk eerst
Een jaar na de verkiezingen is zelfs nog geen begin van een Brusselse regering in zicht. Waar ligt de kern van het probleem en wat betekent de huidige impasse voor de toekomst? “De hoofdrolspelers gooien de Brusselse autonomie te grabbel.”
door Kris Hendrickx illustratie Kim Duchateau
Zo goed als 365 dagen na de gewestverkiezingen is de politieke situatie in Brussel om te huilen. Het Gewest heeft geen volwaardige regering en de twee grootste partijen MR en PS proberen elk in hun eigen hoek medestanders te ronselen. Ondertussen kraakt het sociale weefsel in zijn voegen en groeit de stille tijdbom die het Brusselse begrotingstekort is.
De impasse is ongezien in de 36-jarige geschiedenis van het Gewest. Maar wat leert de stilstand ons over de toekomst? Om die vraag te kunnen beantwoorden moeten we eerst de vinger leggen op de knopen van vandaag. Welke zijn dat? “Ik neem aan het om een retorische vraag gaat?” reageert politicoloog Bart Maddens (KU Leuven) als we hem de kwestie voorleggen. “Het enige probleem is natuurlijk dat de PS een cordon sanitaire heeft gelegd rond de N-VA. Volstrekt onredelijk, zeker als je ziet hoe compromis-
bereid de N-VA zich heeft opgesteld in de Vlaamse en federale regering.”
Het probleem Bouchez
De PS van Ahmed Laaouej als enige zondebok voor het fiasco van de formatie, het is een analyse die collega-politicologen niet delen. “Veto’s had je ook in andere richtingen,” merkte Nicolas Bouteca (UGent), die ook structurele en electorale knelpunten ziet. “In Brussel heb je in elke taalgroep een meerderheid nodig voor een regering, dat is op het federale niveau bijvoorbeeld niet nodig.”
Die taalgroepen zijn er al sinds het ontstaan van het Gewest in 1989, maar de voorbije verkiezingen kwam daar een versnippering bij, met onder meer het ongeziene succes van Team Fouad Ahidar (TFA) in de Nederlandse taalgroep. TFA tilde een trend die al bestond naar een hoger niveau: anderstalige kiezers overtuigen om op een Nederlandstalige lijst te
stemmen en zo de makkelijker te behalen Nederlandstalige zetels veroveren. Behalve die versnippering duikt er ook polarisering op.
Bouteca’s collega Pascal Delwit (ULB) wijst tegelijk op de rol van de MR, die als verkiezingsoverwinnaar de logische voortrekker is bij de formatie. “Bij de Brusselse formatie willen de onderhandelaars normaal gezien zo snel mogelijk een regering op de been brengen. Zo vermijden ze dat de samenstelling van de Brusselse regering een discussiepunt wordt in de federale onderhandelingen. Deze keer heeft MR-voorzitter Georges-Louis Bouchez het net omgekeerd gedaan en geprobeerd om de coalities van de andere gezagsniveaus zoveel mogelijk naar Brussel te kopiëren. Bouchez is voortdurend bezig met profilering en wil in heel Franstalig België scoren. Mocht Brusselaar David Leisterh de dans leiden, hadden we wellicht al een regering.”
De verantwoordelijkheid van de MR in de impasse intrigeert wel meer waarnemers. “Dat het tijdens de campagne hard ging over Good Move, hoort bij het politieke spel,” vindt Jean Faniel, directeur van onderzoekscentrum Crisp. “Maar ook na de verkiezingen bleef de partij inhakken op dat mobiliteitsplan en Elke Van den Brandt (Groen). Ik dacht toen echt: ‘Hé jongens, hebben jullie al eens naar de verkiezingsresultaten gekeken? Groen is incontournable Jullie zullen moeten samenwerken.’”
Kredietrating
Stug vasthouden aan het eigen gelijk, terwijl de kiezer de kaarten nochtans aartsmoeilijk heeft geschud, het bleek een constante bij verschillende hoofdrolspelers van de formatie. Ahmed Laaouej die met zijn N-VA-veto voor het eerst in de geschiedenis van het Gewest de Nederlandstalige meerderheid afschiet. Frédéric De Gucht die enkel mét de N-VA wil regeren. Het liberale veto tegen Team Fouad Ahidar. Ecolo dat zich in de rol van mokkende verliezer opsloot. CD&V dat alleen genoegen nam met een regeringspost: voorbeelden zat.
“Of het ook een generatiekwestie is? Wellicht wel. Ik kan me moeilijk voorstellen dat Charles Picqué (PS) (lees ook het interview Picqué op p.10, red.) of Guy Vanhengel (Open VLD) zich zo zouden vastrijden,” bedenkt Faniel.
Dat Laaouej zo halsstarrig blijft, wordt vaak fout begrepen, merkt PS-kenner Pascal Delwit op. “Enerzijds wil hij het Arizona-beleid natuurlijk buiten Brussel houden. Maar de PS strijdt in het noorden en westen van Brussel ook op twee fronten voor een kiezerspubliek dat de N-VA met xenofobie associeert: tegen de PTB én tegen Team Fouad Ahidar. Het gaat om de machtsbasis van de Brusselse PS.”
Tegenover het hardnekkige kamperen op de eigen standpunten staat een
bescheiden motivatie om vooruit te raken. “Eerlijk, ik ben er vandaag niet meer van overtuigd dat de hoofdrolspelers wel een akkoord willen bereiken,” zegt Pascal Delwit. Ook Faniel wordt er moedeloos van. “Wellicht kunnen alleen factoren van buitenaf hier nog beweging in brengen.”
Hoe moet het nu verder? Op korte termijn zit er alvast één externe drukfactor aan te komen. Op 13 juni krijgt het Gewest te horen of de huidige kredietrating verlaagd wordt. Als dat zo is, wordt geld bijlenen nog duurder dan het vandaag al is en gaan de financiële problemen van het Gewest crescendo. Mogelijk maakt zo’n verlaging het voor een aantal partijen makkelijker om van standpunt te wijzigen, onder het motto ‘We hebben echt geen andere keuze’.
Als de nieuwe rating geen beweging brengt in de onderhandelingen, kruipt een ander scenario dichterbij: dat Brussel in betalingsnood komt en bij de federale regering moet aankloppen voor hulp. In dat geval kan die federale regering eisen stellen tegenover het Gewest. Premier Bart De Wever (N-VA) liet al weten dat hij zich dan als het IMF (Internationaal Monetair Fonds) zal opstellen en zware saneringsvoorstellen opleggen. Het IMF financiert noodlijdende landen tegen strikte voorwaarden, zoals bijvoorbeeld besparingen in de overheidssector.
‘Hier, een stok om mij te slaan’
Voor Bart Maddens moet De Wever niet eens wachten tot het Gewest komt aankloppen met een lege portemonnee. “De Brusselwet bevat ook een substitutierecht van de federale overheid. Als Brussel zijn internationale rol of functie als hoofdstad niet correct uitvoert, kan de federale staat een aantal bevoegdheden overnemen. We begeven ons dan wel op onbekend terrein, want zover kwam het nog nooit.”
De wet in kwestie bepaalt inderdaad dat verschillende bevoegdheden inzake
“De formatiecrisis heeft één voordeel: we moeten het systeem herdenken”
Dave Sinardet Politicoloog (VUB)
stedenbouw en mobiliteit door de federale overheid kunnen worden uitgeoefend, zij het na een hele procedure. “Als ik De Wever was, zou ik die mogelijkheid nu al als stok achter de deur gebruiken. Hij zou al een federale werkgroep Brussel kunnen oprichten en daarmee de druk op de PS opvoeren.”
Er is nog een derde externe factor denkbaar. Nogal wat waarnemers zien in de stugge houding van Frédéric De Gucht een manier om zich te profileren als kandidaat-voorzitter van zijn partij. Als hij de volgende weken of maanden de fakkel zou overnemen van de wankelende Eva De Bleeker, geeft dat De Gucht mogelijk de marge om zich soepeler op te stellen.
Eén ding staat vast. Hoe langer de formatie duurt, hoe meer de geloofwaardigheid van Brusselse politici krimpt. “Het lijkt soms echt alsof ze niet beseffen wat de mogelijke gevolgen zijn,” vindt Jean Faniel. “Eigenlijk gooien de hoofdrolspelers de Brusselse autonomie vandaag te grabbel. Als de federale overheid straks ingrijpt, zal niemand dat nog scandaleux kunnen noemen. Ze zorgen zelf voor de stok om hen mee te slaan.”
Op langere termijn rijst nog een andere vraag: is het huidige politieke systeem in Brussel niet gewoon stuk en aan vervanging toe? En hoe moet een nieuwe architectuur er dan uitzien?
“Ons kiessysteem met twee taalgroepen is alvast niet meer aangepast aan het veranderende Brussel waarin steeds minder mensen automatisch in zo’n vakje passen,” vindt Dave Sinardet (VUB). “Ook
Kopstukken Georges-Louis Bouchez (MR), Yvan Verougstraete (Les Engagés), Ahmed Laaouej (PS), David Leisterh (MR), Elke Van den Brandt (Groen) en Frédéric De Gucht (Open VLD). “Eerlijk, ik ben er vandaag niet meer van overtuigd dat de hoofdrolspelers wel een akkoord willen bereiken,” zegt politicoloog Pascal Delwit.
het succes van Fouad Ahidar kun je zo bekijken.”
Verschillende politicologen hebben vragen bij het huidige systeem van een legislatuurparlement, waarbij geen nieuwe verkiezingen kunnen worden uitgeschreven. Als de gekozen politici er niet uit raken, moet de kiezer misschien de kans krijgen om de kaarten opnieuw te schudden?
“Vervroegde verkiezingen lijken misschien logisch, maar dit is toch een bijzondere situatie,” denkt Jean Faniel. “Bij nieuwe verkiezingen kan de kiezer zich normaal over het gevoerde beleid uitspreken, maar in dit geval is er nog niet eens een regering. Kiezers zouden dus moeten oordelen over onderhandelingen waarvan ze niet weten wat er gezegd is.” Zijn Gentse collega Nicolas Bouteca wijst op een ander mogelijk neveneffect. “Bij lange formaties daalt het kiezersvertrouwen doorgaans, dat speelt in de kaart van extreme partijen. Er is geen enkele garantie dat de kaarten nadien makkelijker liggen.”
Los van die bedenkingen ligt de procedurelat voor zo’n – federale – aanpassing erg hoog. “Dan ben je de facto met een staatshervorming bezig en heb je een bijzondere meerderheid nodig,” legt Bouteca uit.
Alle hervormingen in een pot
Een tweede piste: schaf het systeem met de dubbele meerderheid af. Waarom zou de regering zowel in de Nederlandstalige als in de Franstalige taalgroep een meerderheid moeten hebben als dat
federaal niet hoeft? Het is een scenario dat Bart Maddens koude rillingen bezorgt. “Het is niet omdat de PS nu dwarsligt, dat je die instellingen die 36 jaar goed functioneerden moet hervormen. We moeten blijven beseffen dat die Brusselse regels niet op zich staan. De relatief grote macht van de Vlamingen is het spiegelbeeld van de oververtegenwoordiging van Franstaligen op federaal niveau.”
Pascal Delwit voelt dan weer wél iets voor zo’n hervorming. “Je zou verschillende dingen tegelijk kunnen aanpakken. Enerzijds kan je de dubbele meerderheid op gewestniveau afschaffen en taalgemengde lijsten toelaten, met behoud van een gegarandeerde vertegenwoordiging van Nederlandstaligen. Tegelijk kan je de verhouding tussen het Gewest en de gemeenten herbekijken. Voor het eerste is de Vlaamse weerstand groot, voor het
UN AN DE ‘CHACUN POUR SOI’
laatste de Franstalige, omdat er anders veel macht naar het Gewest gaat waar het Nederlandstalige politieke gewicht groter is. Door de twee te combineren, kan het misschien wel.“
Ook hier geldt dat zulke aanpassingen niet zomaar binnen Brussel kunnen, maar de facto een staatshervorming vragen. De kans dat bovenstaande scenario’s werkelijkheid worden is dan ook erg klein, beseft Delwit. “Kijk naar het federale niveau. Sinds 2007 hebben we een kwart van de tijd in lopende zaken doorgebracht, maar aan het systeem is niets veranderd.”
Ook Sinardet pleit voor taalgemengde lijsten en een afschaffing van de dubbele meerderheid. “De hele formatiecrisis heeft één voordeel: de voorbije maanden merkte ik dat steeds meer mensen beseffen dat we het systeem echt wel moeten herdenken.”
ONE YEAR OF EGOS
FR Près d’un an après les élections communales, la situation politique à Bruxelles reste préoccupante. La Région n’a toujours pas de gouvernement de plein exercice, et les deux principaux partis, le MR et le PS, tentent chacun de former une majorité. L’inflexibilité de certains acteurs et le refus de compromis, dans un contexte électoral très fragmenté, ont mené à une impasse. « Le point positif dans tout cela, c’est que de plus en plus de citoyens prennent conscience de la nécessité de repenser le système. »
EN We are almost at day 365 after the regional elections and Brussels still does not have a proper government. The two largest parties, MR and PS, are whipping up support in their respective corners. Several key participants in the formation process have consistently stuck to their guns despite the challenging situation presented by voters. “This never-ending formation has one advantage: more and more people realise the necessity of rethinking the current system.”
Brussel leeft niet dankzij, maar ondanks de politiek
Theatermaker Farbod Fathinejadfard, die tijdens het Irisfeest een scherpe aanklacht hield tegen de Brusselse politiek, voert de polemiek op nu het Gewest al één jaar zonder regering zit. “De stad smacht naar verandering.”
Farbod Fathinejadfard
• Brusselse theatermaker, performer en beeldend kunstenaar met Iraanse roots
• Studeerde theaterregie aan het RITCS en was bijna tien jaar actief binnen TransfoCollect
Ik heb er niet voor gekozen om geboren te worden in Shiraz, een stad in Iran waar het leven gedomineerd wordt door een verrot autoritair religieus regime. Liefde en vrijheid zijn daar geen rechten, maar risico’s, je bekoopt ze met je leven. Ook de beslissing om te vluchten naar Gent was geen vrije keuze, maar een noodzakelijke. En hoewel ik in België veiligheid vond, heb ik na vijfentwintig jaar nog steeds geen toegang tot het staatsburgerschap, bleef ik jarenlang vastzitten in het hokje van ‘vreemdeling’ – een identiteit die mij kleiner maakte dan ik ben, een status die vaak waardelozer werd gevonden dan mijn stem, mijn dromen of mijn toekomst. Wat ik wél bewust koos, op mijn 22ste, was Brussel. Niet als utopie, maar als labyrint dat aanvoelt als ademruimte. Een plek waar je mag bestaan in je veelheid, waar talen door elkaar vloeien, waar culturen botsen én
Stadsleven Eén jaar gratis
door Eva Christiaens
Een miljard telt negen nullen. Ik typ het goed op mijn rekenmachientje om een idee te checken. Zou de overheidsput te vullen zijn met wat vrije giften? 100 euro per inwoner is niet niets, maar niet onoverkomelijk voor een verjaardag. De kinderen laten we niet bijleggen. Gepensioneerden natuurlijk ook niet. En aan de honderdduizend werkzoekenden kunnen we
samenleven, waar je jezelf mag heruitvinden. Brussel gaf me de kans om te groeien. Maar het snijdt als wind door het hart om te zien hoeveel tegenstand die stad krijgt van het systeem dat haar eigenlijk zou moeten omarmen.
Brussel wordt niet gekraakt door zijn burgers, maar door zijn bestuur.
Lappendeken
De problemen zijn structureel: een bestuurlijk lappendeken van negentien gemeenten, zes politiezones en vijftien ministers die bevoegdheden versnipperen en verantwoordelijkheden doorschuiven. De chaos is zelden creatief; ze is verlammend. Neem bijvoorbeeld het mobiliteitsplan Good Move. In sommige wijken was het een zegen: eindelijk minder sluipverkeer, veiligere straten. In andere gemeenten werd het afgevoerd door lokale burgemeesters onder druk van protest, zonder dialoog, zonder alternatief. Beleid wordt er te vaak bepaald door wie het luidst roept, niet door wie het meest kwetsbaar is.
“Als zelfs een plek om te zwemmen te complex is voor dit Gewest, dan is de echte verdrinking niet symbolisch, maar institutioneel”
het moeilijk vragen. Ik eindig bij een dik half miljoen werkende Brusselaars. Zij zullen de schuld de komende jaren in hun belastingen voelen. Dan liever de korte pijn. 30.000 euro? Ik typ nog eens negen nullen. Toch wel. Met 15 miljard euro aan oplopende schulden is dat
nu al de prijs van onze afwezige regering per werknemer. Je koopt er 1.875 Atomium-tickets mee, 105 menu’s bij sterrenzaak Eliane of 209 tribunezitjes in het Koning Boudewijnstadion voor Bad Bunny. De meeste Brusselaars hebben dat geld niet. Hun mediane jaarloon is zo’n
23.000 euro netto. Zonder rekenmachine weet ik: dat is te weinig. Dit jaar werken wij gratis.
In Stadsleven vertellen redacteurs en lezers in maximaal 1000 tekens een verrassende anekdote over Brussel. Insturen kan via redactie@bruzz.be
Of kijk naar de woningcrisis. Meer dan 50.000 Brusselaars staan op een wachtlijst voor een sociale woning, terwijl sommige lokale burgemeesters doelbewust weigeren bij te bouwen. De kloof tussen arm en rijk groeit, net als het wantrouwen in de overheid. Het Samusocial-schandaal –waarbij politici zichzelf riante vergoedingen uitkeerden via een vzw voor daklozenopvang – heeft diepe sporen nagelaten. Hoe geloofwaardig is een overheid die beweert te zorgen voor de zwaksten, maar hen gebruikt als financieel vehikel?
De vraag naar één politiezone klinkt al jaren luid, vooral sinds de
zware incidenten in diverse Brusselse wijken. Maar zelfs daar slagen de machtsniveaus en lokale burgemeesters er niet in om eenheid te creëren. Onverschilligheid is hun kompas, stilzwijgen hun richting. De verdeeldheid blijft, en daarmee ook de inefficiëntie. Ondertussen blijven Brusselaars zitten met woede in de maag en toekomst in de mist.
In Brussel kan je nog steeds geen regering vormen, geen vertrouwen behouden en geen zwembad bouwen. Als zelfs een plek om te zwemmen te complex is voor dit Gewest, dan is de echte verdrinking niet
Het valt niet te ontkennen dat de Molenbeekse PS een crisis doormaakt”
symbolisch – maar institutioneel.
En toch leeft Brussel. Niet dankzij de politiek, maar ondanks haar. Brussel leeft door zijn mensen, de Brusselaars. Van de straatveger tot rector. Van de jongeren die hun wijk veiliger maken met eigen handen, artiesten die hun realiteit verbeelden op het podium, tot de bouwers van morgen die Brussel met nieuwe adem vullen. Van organisaties als Touche Pas à Ma Pote die jongeren leren over grenzen en respect, tot organisaties als Merhaba die strijden tegen racisme binnen verschillende gemeenschappen. Van de vrijwilligers bij RainbowHouse en Genres Pluriels tot de mensen bij carnaval sauvage, Zinneke parade en TransfoCollect – een plek en ruimte waar zorg, kunst en activisme elkaar vinden buiten de officiële structuren.
Brussel is de stem van Angèle, Stromae, Lous and The Yakuza, Sara Hebe en Kaat Arnaert, maar ook van Lisette Ma Neza, Blu Samu, Klakmatrak en BRUZZ, De Sprekende Ezels, cultuurhuizen, concertzalen, honderden collectieven, cafés, winkels, Union, Brussel is de stem van de Brusselaars en de Brusselse underground.
Queer en moslim
Brussel is de leerkracht die dagelijks leerlingen met acht moedertalen begeleidt, de imam
die bruggen bouwt tussen gemeenschappen, de moeder die zonder papieren toch haar kinderen naar school stuurt, de non-binair en trans die hun ruimte claimen in een wereld die hen nog steeds weigert te zien. Brussel is queer en moslim tegelijk. Feministisch en migratie-erfgenaam. Brussel is niet één ding – het is de veelheid. En juist daarom verdient het een menselijk beleid dat zijn complexiteit niet probeert te versimpelen of te verdelen, maar dat Brussel durft te omarmen. Wie Brussel afschrijft als mislukt, kijkt niet goed. Wat mislukt, is het politieke systeem dat het in bedwang probeert te houden. Wat slaagt, is het collectieve verzet, de onzichtbare zorg, de creatieve daadkracht van zijn bewoners.
Mijn boodschap is dan ook helder: aan wie Brussel afkraakt – kruip weer onder je steen en blijf daar. Brussel is geen probleem. Het is een oplossing die wacht op erkenning.
En wij, de Brusselaars, de koningen en zijn koninginnen die de stad dragen, bouwen verder – met of zonder jullie champagneslurpende politici, terwijl de stad smacht naar verandering.
Reageren of zelf een opiniestuk insturen? Mail naar redactie@bruzz.be
JAMAL IKAZBAN
Brussels parlementslid, lijkt volgens waarnemers op weg om Catherine Moureaux te vervangen als burgemeester De Standaard, 31 mei 2025
“Brussel is de stem van zoveel mensen, van de straatveger tot de rector, van allerhande organisaties, van de Brusselaars en de Brusselse underground,” schrijft kunstenaar Farbod Fathinejadfard.
In beeld door Ivan Put
Afscheid van Flow
Afgelopen weekend was het laatste weekend dat Brusselaars konden genieten van een duik in openluchtzwembad Flow. Het zwembad ligt aan de Vaartdijk in Anderlecht en het afscheid werd gevierd met warm weer en muziek van Kiosk Radio. Het is sinds 2021 het enige openluchtzwembad van Brussel en was altijd bedoeld als tijdelijk project. Om het langer open te houden is een grote renovatie nodig, maar door het gebrek aan regering komt er geen extra geld voor projecten als Flow. UB
‘Kleding per kilo verkopen moedigt overconsumptie aan’
Tweedehandskledij per kilo kopen wint aan populariteit in Brussel, maar experts hebben vragen bij dat principe. “Als je per gewicht shopt, koop je je kleren zoals je eten zou kopen.”
door Sarah Vandoorne
Silia Attarni houdt een paars broekje met een bloemenprint voor zich uit. Het babykledingstuk weegt slechts enkele tientallen grammen en kost nog geen euro. Plaats van aankoop? Een vintage boetiek in de Hoogstraat, dé antiekstraat van Brussel. Tussen de brocantes, het midcentury meubilair, de kostuums en het oude servies bevinden zich talloze friperies of tweedehandskledingwinkels. Enkele daarvan, zoals Fripkot waar Silia shopt, verkopen hun waar niet per stuk, maar per kilo. De vrouw is erg prijsbewust en koopt voor haar gezin altijd tweedehands. “Behalve mijn man, die wil het liefst nieuwe kleren. Maar ik heb drie kinderen. Uiteraard speelt de prijs een rol.”
Soms vindt ze zelfs nieuwe kledingstukken in het aanbod. “Dan hangt het prijskaartje er nog aan. Niet alle tweedehandskledij is even goedkoop, merk ik. Net daarom zijn kilowinkels handig. Je kunt op voorhand goed inschatten of een stuk duur of goedkoop uitvalt.” Overal in de winkels staan trouwens weegschalen, zodat een klant niet bedrogen uitkomt aan de kassa.
Hursh en Anna, twee toeristen uit Londen, kijken bij Fripkot hun ogen uit. “In onze thuisstad heb ik dat soort winkels nog nooit gezien. Daar verkopen ze enkel per stuk.”
Kopen én verkopen per kilo
“De kleren die ik aankoop per kilogram, verkoop ik ook per kilogram”, legt Yussef Kmiara van het naburige Frip Techno uit. “Maar schoenen sla ik in per stuk en verkoop ik ook per stuk.”
Melting Pot Kilo koopt enkel per kilogram in. “We bestellen zakken per soort kledingstuk, bijvoorbeeld een zak met jeansvesten. Zowel bij de aankoop als de verkoop speelt het merk dus geen rol,” vertelt de shopverantwoordelijke van Melting Pot Kilo, ook in de Hoogstraat. “In de winkel vind je ook kleren van leer en wol, dat zijn duurdere stoffen, maar wij verkopen die kledij wel op basis van gewicht.”
Van Zara tot zelfs Prada: alles wat in Melting Pot Kilo belandt, kost 18 euro per kilogram. Dezelfde prijs hanteren Fripkot en Frip Techno. “Dit systeem kan dus erg voordelig uitvallen voor onze klanten,” klinkt het bij Melting Pot Kilo.
Cyclup, dat meerdere filialen uitbaat in de Hoogstraat en op basis van donaties werkt, verkoopt alleen per stuk. “Het gaat toch om het merk en de kwaliteit, niet om hoeveel een stuk weegt?” oordeelt de verkoper. “Een broek is sowieso zwaar, een T-shirt licht. Het gaat erom wat een stuk waard is, niet hoeveel de weegschaal aangeeft.”
Friperie Jipex koopt wel per kilo in, vertelt winkelverantwoordelijke Roseline Col, maar ook daar gebeurt de verkoop per stuk. “Ik werk al 27 jaar in deze sector en
“Bij verkoop per kilo heb je niet eens door dat het om een kwalitatief product gaat”
Marie Das Doctoraatsstudent Productontwikkeling UAntwerpen
Bij Fripkot in de Hoogstraat worden tweedehandskledingstukken verkocht voor 18 euro per kilo.
merk dat de kwaliteit enorm achteruitgegaan is. Door per kilogram te verkopen, gaat de waarde nog meer naar beneden.”
Duurdere merken
Marie Das werkt aan een doctoraat in productontwikkeling aan de UAntwerpen en onderzoekt daarvoor de perceptie van tweedehandskledij. “Hoewel tweedehands populairder is dan vroeger, leeft het idee nog sterk dat het slechter van kwaliteit is.”
Kleren aanprijzen per kilo helpt daarbij niet, zegt ze. “Je kan een vintage wollen jas verkopen per kilo, of er een prijskaartje van 150 euro aan hangen. Bij dat laatste beseft de consument dat de jas wel degelijk veel waard is, bij dat eerste heb je niet eens door dat het om een kwalitatief product gaat.”
Wanneer je een product naar waarde schat, zal je er bovendien beter voor zorgen, oordeelt Das. “Je gaat het zelf langer dragen en het eventueel opnieuw tweedehands aanbieden als je het niet meer gebruikt.”
Prijzen bepalen op basis van het merk in plaats van het gewicht is volgens Das een beter idee dan verkopen per kilo. “Naamsbekendheid is voor consumenten een indicator, zo kunnen ze inschatten of een kledingstuk kwalitatief is of juist niet. Bij kleding van bekende, duurdere merken verwachten consumenten hoge kwaliteit. Al blijft de staat van het product minstens even belangrijk.”
Ook helpt het om kledij niet zomaar in bakken aan te bieden, maar mooi op te hangen. “Zo komt tweedehands van zijn stereotiepe imago af.”
Pedagoog Joke Vandenabeele, experte in duurzaamheidseducatie aan de KU Leuven, vindt dat we hoe dan ook veel te veel kleren kopen. “Een grote fractie kledij is bovendien gemaakt om slechts een of twee keer te dragen. Daar zijn consumenten zich te weinig van bewust.”
Kleren delen of tweedehands kopen is volgens haar een beter idee, maar dat belet sommigen niet om in steeds dezelfde
consumptiepatronen te vervallen. “Als je iets zo goedkoop mogelijk maakt, krijg je het idee dat je er veel van kan kopen. Dat staat dan schijnbaar los van de vraag of je echt iets nodig hebt of niet.”
Tweedehandskleding per kilo is ook volgens haar een manier om overconsumptie aan te moedigen. “Het verbaast me niet dat ik mensen met grote zakken vol tweedehandskledij in het straatbeeld zie. Als je per gewicht shopt, koop je je kleren zoals je eten zou kopen, daarbij vergetend dat achter elk kledingstuk een verhaal schuilt.”
Drie halen, twee betalen
Tweedehandsfanaat Robert Scarr maalt er niet om of Frip Techno, de winkel die hij net binnengestapt is, per kilo dan wel per stuk verkoopt. “Ik ben helemaal verknocht aan vintage. Alles wat ik draag, behalve mijn zonnebril, is tweedehands. Ik pronk er ook mee op Instagram.”
Verkoper Yussef Kmiara van Frip Techno bevestigt dat klanten fan zijn van de aanpak. Aan de inkom van de winkel hangt zelfs een reclamebord: 2 + 1 kilo gratis. Ook hier gaat de vergelijking met voedingswaren op: drie halen, twee betalen, alsof het om een supermarkt gaat.
De Britse toeristen Hursh en Anna hebben daar toch vragen bij. Vooral Hursh blijkt kritisch. “Tweedehandswinkels bestaan omdat er veel te veel kleren zijn. Net die winkels zouden niet mogen aanzetten tot nog meer kopen, vind ik.” Zijn vriendin Anna zit er duidelijk minder mee in. “Ik heb net schoenen gevonden waar ik al erg lang naar zocht,” vertelt ze met een grote glimlach. “Ik ben zo gelukkig nu.”
Er is niks clownesks aan urban circus, een koepelterm voor diverse sporttakken als tricking, acro-porté en parkour. Maar ook niets competitiefs, behalve dan de competitie met jezelf, zegt Loes Messens van Circus Zonder Handen.
door Andy Furniere
“Toen ik de eerste keer op een training van Circus Zonder Handen kwam, tijdens een stage sociaal werk jaren geleden, was ik enorm onder de indruk van al het talent dat daar aan het springen en door de lucht aan het vliegen was,” zegt Loes Messens (30) uit Laken, wijk- en welzijnsverantwoordelijke bij de Molenbeekse circusschool Circus Zonder Handen. “Sommige vormen van urban circus zijn echt zware sporten. Ongelooflijk hoeveel fysieke paraatheid er bijvoorbeeld nodig is voor tricking, een mix van martial arts, acrobatie en dans, waarbij je sprongen, kicks, dansende bewegingen en salto’s combineert.”
Ook parkour is erg veeleisend: het vereist lenigheid, snelheid, coördinatie en kracht om over, onder en tussen obstakels te klimmen en te springen – al dan niet met de nodige salto’s. Omdat die discipline zo populair is, richtte Circus Zonder Handen een eigen parkourhal in in Lioncity in Molenbeek, waar jongeren dus ook op regendagen kunnen trainen. “Ook eenwieleren is momenteel enorm in trek bij ons, wat ik snap, maar ik hou het zelf toch maar bij mijn driewieler,” glimlacht Messens, knipogend naar haar beperking.
Een van haar eigen favoriete technieken is diabolo, al kostte het haar wel veel tijd en
moeite om dat onder de knie te krijgen. “In het begin vond ik het erg frustrerend, maar door geduldig vol te houden, ben ik er beter in geworden en kan ik er echt van genieten. Urban circus gaat daar ook over: je grenzen verleggen en zelfvertrouwen kweken. Het is geen competitiesport, behalve dan de competitie met jezelf.”
“We leren jongeren ook expliciet om hulp te vragen en te bieden”
Voor haar staat samenwerking centraal. “Ik heb geen ambitie om ergens een specialist in te worden, ik geniet vooral van de groepsdynamiek die ontstaat bij de trainingen. Bijvoorbeeld bij acro-porté is het geweldig om te zien hoe jongeren elkaar leren vertrouwen en optillen om een menselijke piramide te bouwen. We leren jongeren ook expliciet om hulp te vragen en te bieden.”
Circus Zonder Handen probeert ‘circus voor iedereen’ te realiseren, met onder meer ondersteuning voor jongeren met een beperking. Zo kan een rolstoelgebruiker bijvoorbeeld een-op-een begeleiding krijgen om aan de trapeze te werken. “Er zijn veel
creatieve opties om iedereen trots te laten zijn op wat hij of zij kan. Iedereen is welkom in onze lessen en we bieden aparte lessen aan voor jongeren met een beperking, voor wie zich daar comfortabeler bij voelt. We proberen zoveel mogelijk drempels weg te werken.”
Het grote voordeel van urban circus is volgens Messens dat er zoveel variatie is aan disciplines. “Iedereen vindt wel iets dat hij of zij graag doet en waar die goed in is. Geweldig om dan die gezichten te zien glimmen als er een nieuwe truc lukt. En daarnaast is het een ideale uitlaatklep, een manier om gevoelens een plek te geven.”
De inschrijvingen voor het nieuwe lesseizoen starten op 19 juni. De open trainingen lopen de hele zomer door, met algemene trainingen op vrijdag en aparte trainingen voor meisjes op woensdag. info: www.circuszonderhanden.be
In Sporting Flagey zoekt BRUZZ een interessant verhaal uit de Brusselse sportwereld.
zoekt elke week een antwoord op een lezersvraag, deze week van Jeroen uit Sint-Joost.
door Luana Difficile
Waren er ooit wijngaarden in Sint-Joost?
Vraag Er is een Wijnheuvelenstraat, er staan druiven op het wapenschild van de gemeente en in het straatbeeld zijn er verschillende referenties aan druiven. “Maakten ze ooit wijn in mijn gemeente?” vraagt Sint-Joostenaar Jeroen zich af. Antwoord Stel je eens voor dat op de wijnkaart in het restaurant naast een Barolo uit Piemonte en een Merlot uit Bordeaux een wijntje staat uit Sint-Joost. Zo gek is de vraag van Jeroen niet, want er waren inderdaad ooit wijngaarden op dat grondgebied, in wat vandaag de dichtstbevolkte gemeente van Brussel is. Het verhaal speelt zich af in de vijftiende eeuw, toen Brussel nog het decor was van de hertogen van Brabant en Sint-Joost nog geen gemeente was met smalle straatjes, maar wel een landelijker gebied. “De hertogen hadden hier hun buitenverblijven. Een van hen was de befaamde Filips de Goede,” vertelt plaatselijk geschiedkundige Jos Laporte. “Hij bezat niet zomaar een gezellig landhuis, maar wel het kasteel van Sint-Joost.” Van dat gebouw is helaas weinig beeldmateriaal terug te vinden, al staat er wel een vereenvoudigde versie op het huidige wapenschild van de gemeente, vlak boven de tekening van de druiven.
Filips de Goede, die in Frankrijk geboren was, deed vermoeden dat wijn maken ook daar zou kunnen.”
De hellende grond bleek ideaal om wijngaarden te cultiveren. Die oplopende tuin kennen we trouwens nu als de heuvel aan Ambiorix, maar dankzij de wijngaarden heette die in die tijd de Wijngaardenberg.
“Een wijngaard onderhouden was een ideale bezigheid voor het hofpersoneel en daarenboven kon de hertog huisgemaakte wijn serveren aan zijn gasten. Het kasteel stond er in de daaropvolgende eeuwen nog. De laatste restanten verdwenen in 1927 met de verbreding van de Kardinaalstraat,” verduidelijkt Laporte.
Zijn kasteel stond in de Maalbeekvallei, ongeveer waar zich vandaag de MariaLouizasquare bevindt.
“De Maalbeek die vlak naast zijn kasteel stroomde, was een erg krachtige rivier waardoor die door de eeuwen heen een dal had gecreëerd in het landschap,” vertelt Laporte nog. “In het domein rond zijn kasteel waren er lichte hellingen, wat
Een wijnrank valt vandaag niet meer te vinden op de Ambiorixsquare, of toch niet als deel van een wijngaard. Wel zijn er hier en daar in de straten van Sint-Joost druivenplanten te zien.
Enkele jaren geleden riepen buurtbewoners hun buren op om er aan de gevels te planten. Zo werd een link gelegd met dat stukje geschiedenis van de gemeente Sint-Joost.
Conclusie In de vijftiende eeuw stonden er nog geen art-decohuizen aan de Ambiorixsquare, maar wel het kasteel van Filips de Goede met in het domein errond een wijngaard. Zo kon hij huisgemaakte wijn serveren aan zijn gasten.
Ook een vraag?
Stel je vraag en stem op BRUZZ.be Bekijk en lees antwoorden op BRUZZ.be/bigcity
KETPORTRET
De rubriek ‘Ketportret’ zet een straffe ket in de kijker. Deze maand is dat Abdullah, die samen met zijn broer bokst bij de nationale ploeg.
Neem een kijkje in het leven van deze
EEN JAAR ZONDER REGERING
Op 9 juni zit het Brussels Gewest exact één jaar zonder regering. Een verjaardag waar niemand trots op kan zijn. BRUZZ blikt terug op een verloren jaar. Maandag in BRUZZ 24
Sta op met Robbe! Hij serveert je ‘s morgens de Brusselse actualiteit, interviews en verse plaatjes.
Van maandag tot vrijdag van 7 tot 10 uur op BRUZZ radio
Meer
straffe ket via BRUZZKet.be
BIO
Naam: Mohamed Rida
Leeftijd: 14
Woont samen met: zijn moeder, vader en drie zusjes in Sint-Jans-Molenbeek
Toekomst: Wil later misschien oorlogsjournalist worden, maar weet dat nog niet honderd procent zeker
The hang-out
‘Soms gaat het fout, dat moet je accepteren’
Elke week toont een straffe Ket zijn favoriete plek in Brussel. Deze keer neemt Mohamed Rida (14) BRUZZ mee naar het pleintje achter de Sint-Remigiuskerk in Molenbeek.
door Marjon Udo foto Saskia Vanderstichele
Wat is jouw band met deze plek?
Ik voel me hier goed. Ik kom hier vaak met mijn vrienden. Om te voetballen en soms zitten we op een van de bankjes. Dit is een veilig voetbalpleintje. Elders komen soms oudere kinderen, die zijn met veel meer en zeggen dat we er niet mogen spelen.
Je volgt het wereldnieuws op de voet. Sinds wanneer doe je dat?
Sinds twee jaar, met de oorlog in Gaza. Zo kan ik nieuwsbronnen vergelijken. Want elk nieuws lijkt een andere mening te hebben. Als ik dat merk, welk nieuws moet ik dan vertrouwen? We moeten proberen om neutraal nieuws te maken.
Hoe zou je dat zelf doen?
Bij de feiten blijven.
Wat vond je van de verslaggeving van de rellen bij de bekerfinale? Dat was in jouw wijk. Op sociale media werd toen geschreven dat iemand in coma was geslagen. Later dat hij was overleden. We moeten eerst naar de feiten kijken. Ligt hij echt in coma? Is hij overleden? Dan pas schrijf je dat. Anders maak je mensen misschien onnodig nog bozer en dat kan erge reacties uitlokken.
Je verdiept je vooral in conflictgebieden en oorlog. Wat spreekt je aan bij dat onderwerp?
Ik vind het interessant om over conflicten te praten. Het is spannend om te leren wat er gebeurd is met conflicten over de hele wereld.
Wat merk je in je eigen omgeving van spanningen in de wereld?
Ik heb twee vrienden, de ene is Turk en de andere Koerd en ze haten elkaar. Maar ze weten niet eens wanneer die oorlog is begonnen. Ze weten er niks van en toch haten ze elkaar. Ik probeer hen uit te leggen dat hun
conflict niet hier is. Dat ze elkaar moeten leren kennen, dat ze vrede met elkaar moeten hebben. Dat ze daar oorlog hebben, moeten we hier toch niet voortzetten?
Met wie kan je over dit soort zaken spreken?
Met mijn vader kan ik goed praten over de dingen die ik lees. Mijn moeder houdt niet van conflicten. Ze wil geen slechte dingen horen, alleen goed nieuws. Ik snap het, maar de wereld is niet zo. Soms gaat het fout, dat moet je accepteren.
Hoe kunnen we elkaar beter begrijpen?
Ik vind het belangrijk om veel talen te leren, zodat je meer van andere culturen leert. Ik spreek Nederlands, Frans, Engels, Berbers en Darija en klassiek Arabisch. Spaans wil ik nog leren, veel mensen spreken dat.
Hoe zie je de toekomst van Brussel?
Ik denk dat mensen op een bepaald moment terug naar hun land gaan. Een paar vrienden van me keren terug naar Marokko. Hun ouders zijn het beu om in Europa te leven.
Met welk land voel jij je het meest verbonden?
Ik ben hier geboren, maar Marokko is mijn land. Ik voel me meer Marokkaans en Brussels dan Belg.
Wat maakt Brussel voor jou anders dan België? Hier zijn veel verschillende culturen. Elders is er wel meer groen. De mensen spreken hier twee talen. Ik vind dat meerdere landen dat moeten doen, twee officiële talen. Als landen nu met elkaar praten, begrijpen ze elkaar niet, want ze spreken een andere taal.
Wil jij ook je favoriete plek tonen?
Dat zou heel leuk zijn. Stuur een mailtje naar ket@bruzz.be en een journalist neemt contact met je op.
Teletijdmachine
Ik zou graag willen zien hoe de steden vroeger waren. Bijvoorbeeld de hoofdstad van Irak, Bagdad. Ik heb een afbeelding gezien die iemand had gemaakt van hoe het er vroeger uit heeft gezien. Het was veel mooier dan nu. Daar zijn veel conflicten gebeurd, Bagdad is nu een klein beetje kapot.
Historisch figuur
Mohammed Abdelkrim El Khattabi was de baas van de Riffijnen tijdens hun oorlog met Spanje en Frankrijk. We hebben toen een periode ons eigen land gehad.
Nieuws
Ik volg heel veel nieuws van over de hele wereld, voornamelijk over conflicten: BBC, Al Jazeera, NOS, HLN. Ook het profiel van Dylan Page op TikTok. Zijn nieuws vind ik geloofwaardiger dan het grote nieuws.
De klassieke bakker verdwijnt uit Brussel
Bakkerij C’est Si Bon in Molenbeek is niet langer open in het weekend. “Mijn drie vaste bakkers zijn vertrokken. Ze waren betrouwbaar en toegewijd. Zulke mensen vind je amper nog. Ambachtelijk bakken is zwaar: nachtritme, fysieke arbeid, lange dagen,” zegt uitbater Christian Celej..
De geur van versgebakken brood stijgt steeds minder vaak op in de Brusselse straten. Door een nijpend personeelstekort en veranderende eetgewoonten kiezen meer en meer bakkers ervoor om de deuren in het weekend te sluiten, of zelfs volledig te stoppen.
door Charlotte Deprez foto’s Saskia Vanderstichele
Zaterdagochtend langs het kanaal in Molenbeek: er klinkt geklop op de deur van bakkerij C’est Si Bon. Een vrouw met een boodschappentas tuurt naar binnen, maar de deur blijft dicht. “Sorry, gesloten in het weekend,” zegt uitbater Christian Celej. Dat is ondertussen al twee jaar zo, maar voor veel klanten blijft het nog altijd wennen.
“Het is frustrerend om mensen te moeten wegsturen,” zegt Celej. “Maar ik kan het gewoon niet meer bolwerken.” In korte tijd zag hij drie van zijn vaste bakkers vertrekken. “Ze waren betrouwbaar en toegewijd. Zulke mensen vind je amper nog. Ambachtelijk bakken is zwaar: nachtritme, fysieke arbeid, lange dagen.”
Nochtans vormt het weekend voor veel bakkers het hoogtepunt van de week. Waarom dan geen andere dagen sluiten? “Het is moeilijk om goed personeel te vinden, maar het is nóg moeilijker om mensen te vinden die bereid zijn om op zaterdag en zondag te werken,” zucht Celej.
De situatie van Celej staat niet op zichzelf. Ook bakkerij Dhondt in de Machtenswijk in Molenbeek besliste vorig jaar om op zondag te sluiten. Een jaar eerder bleef bakkerij Maes uit Ganshoren voor het eerst dicht tijdens de feestdagen. En dan zijn er de bakkers die definitief de oven moesten uitzetten, zoals Becue in Sint-Gillis.
Volgens het Neutraal Syndicaat voor Zelfstandigen (NSZ) daalde het aantal bakkerijen in Brussel tussen 2018 en 2022 met maar liefst 11,11 procent. Dat is aanzienlijk meer dan in Wallonië (-2,86 procent) en staat in schril contrast met Vlaanderen, waar het aantal bakkerijen in dezelfde periode zelfs licht steeg (+3,27 procent).
Celej hoopt op termijn zijn winkel weer op zaterdag te openen, maar daarvoor moet hij nieuwe medewerkers opleiden. Een tijdrovende klus, zegt hij. “Ik moet ze alles aanleren, van nul. Ik krijg jonge bakkers over de vloer die twee jaar opleiding hebben gevolgd en niet eens een stokbrood kunnen maken.”
De opleidingen schieten tekort, zegt ook journalist Géry Brusselmans, die Tartine et Boterham oprichtte, een Brusselse organisatie die ambachtelijke bakkerijen promoot en in kaart brengt. Volgens hem zijn de opleidingen vaak gericht op grote industriële bakkerijen. “Dat is helemaal anders dan de ambachtelijke, waar het om handwerk draait en waar veel nachtwerk bij komt te kijken. Dat vraagt heel veel flexibiliteit.”
Hard werken uit passie
Bovendien komt het minder vaak voor dat kinderen de stiel leren van hun ouders, om later de zaak over te nemen. “De mentaliteit is veranderd,” zegt Brusselmans. “Vaak heeft de volgende generatie andere interesses. En zo hard werken als een bakker doet? Dat lukt alleen voor wie er echt voor kiest, uit passie.”
Dat ondervindt ook Francis Goedgezelschap, eigenaar van bakkerij Délicia in Laken. “Mijn kinderen sloegen een andere weg in. Ze zijn slimmer geweest dan hun vader (lacht). Toen mijn zoon twee keer na elkaar gebuisd was voor zijn examens, zei ik: ‘Nog één kans. Als je weer zakt, kom je in de bakkerij werken.’ Dat jaar was hij ineens geslaagd.”
Goedgezelschap mag intussen al drie jaar met pensioen, maar staat nog altijd elke ochtend om halftwee paraat. “Ik had vroeger een vaste bakker in dienst, maar die is vertrokken. Nu werk ik samen met één halftijdse patissier. Het is zwaar, maar ik doe het graag. En als klanten me op
zondagochtend bedanken voor hun verse pistolets, dan weet ik waarom ik blijf doorgaan.”
Of hij iemand zoekt om de zaak over te nemen? “Als iemand zich aandient, wil ik dat misschien overwegen, maar ik zoek niet actief. Ik laat het leven lopen zoals het komt.”
Als er zich geen overnemer meldt, dreigt ook Délicia te verdwijnen – net als veel andere bakkerijen in de wijk. Toen Goedgezelschap in 1987 begon, waren er vijf in zijn directe omgeving. “Ik zag ze een voor een verdwijnen. Vroeger ging iedereen naar de bakker, maar de eetgewoonten zijn veranderd.”
Concurrentie van supermarkten
Daar raakt Goedgezelschap een heikel punt aan: een fundamentele shift in consumptiegewoonten, waarop supermarkten en bakkerijketens handig inspelen, en die mogelijk zelfs versterken, aldus Géry Brusselmans van Tartine et Boterham. “Er zijn naar schatting duizend winkels die brood verkopen in Brussel, maar slechts driehonderd daarvan zijn bakkerijen. Klanten zijn gewend geraakt aan het gemak en de lage prijzen van supermarktbrood. Ze nemen minder vaak de tijd om langs te gaan bij de bakker op de hoek, en als ze dat doen, is het vaak enkel in het weekend.”
Hij gelooft dat er nog altijd mensen zijn die waarde hechten aan een traditionele bakkerij. “Maar in een stad als Brussel is er zo’n enorme diversiteit aan inwoners en gewoontes dat de markt heel complex is. Als ik in de supermarkt hetzelfde brood vind dat net zo goed smaakt, koop ik het daar. De markt evolueert voortdurend, dus bakkers moeten echt actief inspelen op die veranderingen.”
In die context houden bijvoorbeeld Turkse of Marokkaanse bakkers beter stand. Ze
bieden producten aan die je niet in de supermarkt vindt en hebben vaak langere openingstijden en lagere prijzen.
De keerzijde van de medaille is dat ze geconfronteerd worden met grotere concurrentie. Dat merkte ook Bouchra Metioui-Amanzou die samen met haar man bakkerij Zeynep in Sint-PietersLeeuw uitbaat. Twintig jaar lang bezaten ze een bakkerij in de Brabantwijk in Sint-Joost-ten-Node. “Er kwamen steeds meer spelers in de buurt bij. We verloren klanten en het werd onhoudbaar,” zegt ze. “In Sint-Pieters-Leeuw is de concurrentie kleiner. Hier kunnen we op adem komen.”
In tegenstelling tot veel ‘klassieke Belgische’ bakkerijen is Zeynep nog altijd een echt familiebedrijf. Samen met haar zus en zoon staat Metioui-Amanzou in de winkel, en haar man is de bakker. “Een bewuste keuze, omdat we veel moeten werken, ook op feestdagen. Maar dan zijn we tenminste onder familie.”
Lange dagen zijn het zeker: de bakkerij opent om 7 uur en sluit om 20 uur, behalve op donderdag. “Mijn man is de enige bakker. Hij begint om middernacht en stopt rond 16 uur. Hij zou wel wat hulp kunnen gebruiken, maar het is niet zo makkelijk om hulp te vinden.”
Al zou daar binnen enkele jaren verandering in komen. “Mijn jongste zoon wil zich opleiden tot patissier, om daarna in de zaak te komen werken. Mijn oudste zoon staat al in de winkel. Opvolging is verzekerd.”
Nieuwe generatie, nieuwe smaken
Door veranderde consumptiegewoonten ontstaat ook een nieuwe generatie bakkers met een ander profiel, die het vak benaderen op hun eigen manier. Ze specialiseren zich in zuurdesembrood of
“Als klanten me op zondagochtend bedanken voor hun verse pistolets, dan weet ik waarom ik blijf doorgaan”
Francis Goedgezelschap Eigenaar bakkerij Délicia in Laken
werken uitsluitend met biologische ingrediënten. Anderen experimenteren met vegan patisserie of gluten- en lactosevrije producten om een nieuw publiek aan te spreken.
“Vaak gaat het om mensen die zich omschoolden na een carrière in een ander vakgebied,” zegt Brusselmans. “Ze kiezen bewust voor kwaliteit en werken soms maar vier dagen per week om een betere balans te vinden tussen werk en privé. Ze bouwen hun zaak rond hun leven, niet omgekeerd.”
Voorbeelden zijn er genoeg. Zo opende Pinpin in 2023 zijn deuren in de Marollen. Behalve ambachtelijk brood en koffiekoeken biedt de zaak ook natuurwijn, ciders en bieren aan. Langs het kanaal in Anderlecht vestigde zich Kiekebich, het atelier van Tom De Vuyst, voormalig muziekmanager, die zich herschoolde tot bakker. Hij bakt slechts twee dagen per week, met zoveel mogelijk biologische en lokale ingrediënten.
In de Koorstraat in Molenbeek runt Françoise Patron bakkerij Brutus. Ze liet haar leven als communicatiespecialist achter zich om bakker van zuurdesembrood
te worden. Ook Soleil Bakery in Schaarbeek is gespecialiseerd in zuurdesembrood, en is enkel open van woensdag tot en met zaterdag, en dat pas vanaf 10 uur, om veel nachtwerk te vermijden.
Ook Christian Celej behoort tot die vernieuwende garde. “Ik zie mijn bakkerij als een atelier van ideeën. Alles wat ik verkoop, heb ik zelf bedacht. Ik probeer
altijd producten te maken die je nergens anders kan vinden.”
Om dat creatieve vuur brandend te houden, doet Christian iets wat in de sector zelden voorkomt: hij sluit zijn bakkerij elke zomer voor zeven weken. “Ik neem dan echt vakantie, maar ik bezoek wel bakkerijen op reis. Ik proef, leer, denk na. Dat komt de bakkerij enkel ten goede. Zo ontdekte ik
in Polen brioches met rabarbervulling. Nu verkoop ik ze zelf. Die nieuwe producten betalen vaak mijn reis terug.”
Dat vermogen om te vertragen en te innoveren vormt volgens Celej de sleutel tot overleven. “We moeten als bakkers echt anders gaan denken. Kritischer, creatiever. Niet vastroesten in oude gewoontes, maar ons aanpassen aan een veranderende stad, een diverser publiek. In Brussel liggen er kansen, als je ze weet te zien.”
BRUXELLES PERD SES BOULANGERS TRADITIONNELS
FR L’odeur du pain chaud se fait de plus en plus rare dans les rues de la capitale. Face à une pénurie de personnel et à l’évolution des habitudes alimentaires, nombreux sont les boulangers qui ferment désormais boutique le week-end, voire mettent la clé sous la porte. « Trouver du bon personnel est déjà un défi, mais dénicher des gens prêts à travailler le samedi et le dimanche relève de l’impossible. »
BRUSSELS IS LOSING ITS TRADITIONAL BAKERS
EN The smell of freshly baked bread is slowly disappearing from the streets of Brussels as more and more bakers are choosing to close over the weekend or even to stop entirely. The reasons are an acute staff shortage as well as changing tastes.. “It is difficult to find good staff, but it is even harder to find people who are willing to work on Saturdays and Sundays.”
Concerten, voorstellingen, musea, festivals en expo’s in Brussel.
Francis Goedgezelschap, eigenaar van bakkerij Délicia in Laken, heeft geen overnemer. “Mijn kinderen sloegen een andere weg in. Ze zijn slimmer geweest dan hun vader,” lacht hij.
Bruisend Brussel in één klik
Therapeuten in string
Als strippers zeggen we vaak tegen elkaar dat we “therapeuten in een string” zijn, omdat we de vertrouwelingen van onze klanten zijn. Maar een psycholoog raadplegen is niet “zomaar wat praten,” het is een langdurig proces onder begeleiding van een daarvoor opgeleide professional. Wij strippers zijn echter geen psychologen, psychiaters, maatschappelijk werkers, verpleegkundigen of artsen, en hebben dus geen enkele opleiding in die richting gevolgd. Ik ben letterlijk gewoon een meid in een string aan wie wildvreemden hun diepste geheimen toevertrouwen.
Meestal ligt het gesprek natuurlijk op hetzelfde niveau als een praatje bij de kapper. Maar het komt ook voor dat ik geconfronteerd word met mannen in extreme mentale nood. Ik zie mannen hun emoties wegdrinken en ze dan, figuurlijk gesproken, op onze schoot uitbraken. Ze kunnen hun pijn niet onder ogen zien. Ze kunnen hun problemen niet aanpakken. Ze kunnen geen hulp vragen. Dus luchten ze af en toe hun hart bij een courtisane die hun pijn tijdelijk stilt met troost tegen betaling, in plaats van medische hulp in te winnen en aan zichzelf te werken.
Die mannen willen niet dat we hen helpen. Ze willen ons meeslepen in hun zelfvernietiging en verwachten vooral dat we hen afleiden van zichzelf, ook al sleuren ze ons zo mee de afgrond in.
“Ik ben boos op het systeem dat van mannen eist dat ze hun emoties onderdrukken”
Ik ben weleens bij zonsopgang helemaal leeggezogen uit een club vertrokken. Zonder enige energie, emotie of levenskracht, omdat ik acht uur lang een vaste klant in de gaten moest houden die de hele nacht dreigde met zelfmoord en ik alleen maar kon toekijken hoe hij zichzelf
La Morrigasme is een erotisch performer, paaldansdocent en in hun vrije tijd ook domina. Hen treedt op in burlesque- en dragcabarets, op culturele festivals, undergroundraves en privéfeesten, in nachtclubs en stripclubs, en dat zowel in België, Brussel als het buitenland. Hun is altijd geëngageerd, fel feministisch en fier queer, met als slogan ‘Le cul au service de l’ARTivisme’. Instagram: la.morrigasme
verloor in een net niet comateuze alcoholroes. Ik had zelfs de kracht niet meer om te huilen. Als danseres kan ik mijn klanten niet verplichten om zich te laten opnemen. Dat valt niet onder mijn verantwoordelijkheid en is ook niet mijn taak.
Emotionele vuilnisbak
Uit zelfbescherming moet ik me hiertegen verzetten. Het is oneerlijk! Ja, het is oneerlijk dat ze hun ellende op mijn schoot komen uitbraken, mijn medeleven opeisen en vervolgens opgelucht vertrekken zonder stil te staan bij de impact die het heeft op mijn mentale welzijn dat ik hun emotionele vuilnisbak ben. Waarom zouden ze zich daar iets van aantrekken? Ze betalen mij er toch voor?
Toch kan ik niet echt boos zijn op hen. Ik ben boos op het systeem dat van mannen eist dat ze hun emoties onderdrukken om zogenaamd “sterk” te zijn. Niemand trapt daarin. Die onderdrukte emoties zie ik ‘s nachts weer bovenkomen in alcohol, drugs, woede (de enige emotie die blijkbaar “mannelijk” genoeg is) en zelfmedelijden.
Ik schrijf dit omdat dat patroon zich niet beperkt tot stripclubs. Ook in mijn dagelijkse leven kom ik mannen tegen die, in plaats van aan zichzelf te werken, al het emotionele werk afschuiven op vrouwen in hun omgeving.
Intussen moet ik, om te overleven, een pantser optrekken. In mijn ogen is dat het ergste geweld dat klanten me aandoen. Het is zelfs erger dan fysieke agressie. Want ze dwingen me om een ontmenselijkte versie van mezelf te worden. Ze beroven me van wie ik ben. Zodra ik merk dat ik geen enkele empathie meer voel tijdens mijn werk, verplicht ik mezelf om enkele maanden pauze te nemen, zodat ik mijn menselijkheid kan terugwinnen en niet door hun duisternis word opgeslokt.
Reeks nalezen? Wie alle columns van BRUZZ wil herlezen, kan de teksten terugvinden op BRUZZ.be/column
Uw gids door de culturele agenda 6 > 12/6
‘Een leven als gay leek me een leven in de marge’
In De klas van 2000, een tedere, subtiele coming-of-agereeks op VTM Go, blikt een man terug op de keuzes die hij als 18-jarige maakte. Of beter: niet durfde te maken. Scenarist Geerard Van de Walle en regisseur Heleen Declercq brengen een ingetogen verhaal over geaardheid, spijt, homofobie en de hardnekkigheid van puberale schaamte.
door Tom Zonderman foto’s Sophie Soukias
Ik loop al sinds mijn 18e rond met het gevoel dat ik een afslag heb gemist,” zegt Seb (Wouter Hendrickx) tegen zijn tienerdochter Emma (jong talent Toulouse De Cock) in de VTM Gowebreeks De klas van 2000. De vertwijfelde vader flitst 25 jaar terug in de tijd, naar het tijdsgewricht van millenniumbugs, Eiffel 65, blikkerige fonts en Blind date. In de drukte van dat grote scharniermoment is de jonge Seb (revelatie Felix Braeckman) een 18-jarige puber die zijn weg zoekt tussen geaardheid en toekomstvisie. Hij voelt wat voor Dennis (Helder Onkelinx), een jongen van zijn middelbare school ergens in de Vlaamse rand, maar hij weet niet of hij daaraan moet toegeven. Hij zwicht onder de druk. 25 jaar later valt het gezin dat hij willens nillens heeft gesticht uit elkaar, omdat hij eindelijk durft te zeggen dat hij “fucking gay” is.
“Het is de eerste keer dat ik mij zo ‘naakt’ opstel,” zegt Geerard Van de Walle, wiens scenario van De klas van 2000 dicht tegen zijn eigen leven aanschurkt. Als autodidact scherpte hij zijn stiel bij enkele Helden-films voor Ketnet, was hij head writer voor de reeks Single bells op VTM en bedacht hij het franke aapje Olly Wannabe. Humor was lang een schild, maar dat liet hij nu zakken. “Aanvankelijk zaten er meer komische ‘afleidingsmanoeuvres’ in de reeks. Als queer persoon is leuk en lollig zijn een manier om met de wereld om te gaan, en dat sluipt dan ook in je werk. Maar ik ben heel blij dat De klas van 2000 tot zijn emotionele essentie is herleid.”
Die essentie wordt in zes afleveringen van telkens tien minuten sober en poëtisch gevat door de Brusselse regisseur Heleen Declercq. Declercq stak in 2017 haar neus aan het venster met haar eindwerk Girlhood, meteen ook haar coming-out, draaide clips voor Brusselse rappers en was een van de regisseurs van de docu-
reeks Zij hen wij De klas van 2000 is haar fictiedebuut. “Oorspronkelijk wilde ik fictie maken, maar het RITCS duwde mij in de richting van documentaires,” vertelt Declercq. “Nu ik dit gedraaid heb, denk ik: dit smaakt naar meer. Intussen ben ik aan het schrijven aan een eigen serie.”
Een
leven in de marge
“Vandaag zijn er veel series waarin queer zijn een thema is, van Heartstopper tot Young royals,” zegt Van de Walle over De klas van 2000, dat zelf mikt op 16- tot 24-jarigen. “En op straat zag ik overal gen Z’ers uitgedost als Y2K’ers. Ik wilde die twee elementen samenbrengen.” Van de Walle was zelf 18 in 2000. “De wereld was toen veel meer binair dan nu. Ik durfde niet eens zo ver te gaan als Seb: zelfs voor ik gevoelens zou kunnen krijgen voor een andere jongen, fnuikte ik ze al. Een leven als gay leek me kiezen voor een leven in de marge. Ik wilde trouwen en had een kinderwens, maar dat leek allemaal veraf.”
Het homohuwelijk werd pas in 2003 goedgekeurd, vanaf 2006 mochten partners van hetzelfde geslacht kinderen adopteren. Van de Walle wachtte om zijn droom te vervullen tot de maatschappij was veranderd, in tegenstelling tot Seb. “Hij koos ervoor om zich te conformeren en trouwde met een vrouw. Was dat fout? Er is een prachtige dochter uit voortgekomen, dan kan je dat geen foute keuze noemen. Ook al vindt Emma dat ze een vergissing is, dat ze niet had mogen bestaan. Daarin vinden vader en dochter elkaar: als jonge gast met homofiele gevoelens wilde Seb er ook niet meer zijn.” De dialoog tussen die twee tieners uit verschillende tijdssegmenten en de catharsis die daaruit volgt, daar was het Van de Walle om te doen. De scenarist is zelf getrouwd met een man en heeft een dochter. “Ik heb mij geout in 2005, sindsdien heb ik alleen maar
“Ik durfde niet eens zo ver te gaan als Seb: zelfs voor ik gevoelens zou kunnen krijgen voor een andere jongen, fnuikte ik ze al”
Geerard Van de Walle Scenarioschrijver
positieve discriminatie ervaren. Ik heb niet het gevoel dat ik heb moeten pionieren, maar bij het schrijven en herschrijven van De klas van 2000 besefte ik hoe pril dit allemaal nog maar is. En hoe snel verworven rechten weer kunnen worden teruggedraaid.” Declercq, die 18 was in 2013, duwde haar gevoelens voor iemand van hetzelfde geslacht aanvankelijk van zich af, “alsof ik een soort van geïnternaliseerde homofobie had.” Ze wijst op hun beider geprivilegieerde positie, maar weet dat die wankel is. “Daarom maak ik docu’s en reeksen als deze: dit is mijn vorm van strijd voeren.”
Genderideologie door de strot
Er waren genoeg redenen om bang te zijn als jonge gay in 2000, zegt vader Seb tegen zijn dochter over het homofobe klimaat van rond de eeuwwisseling. Die dreiging neemt vandaag opnieuw toe. Uit een bevraging van het Jeugdonderzoeksplatform (JOP) bleek dat Vlaamse scholieren minder tolerant zijn geworden voor het homohuwelijk. Nog krasser: bijna één op de vijf Vlaamse jongeren vindt agressie tegenover homo’s aanvaardbaar. “Dat is geschift,” zucht Van de Walle. “Ik heb het gevoel dat er een nieuw soort fatalisme heerst. Er wordt weer meer gerookt, we zijn minder bekommerd om het klimaat.” Een samenleving onder druk zoekt zondebokken. “Je voelt dat er een tegenbeweging op gang komt tegen
In De klas van 2000 durft de 18-jarige Seb (Felix Braeckman, rechts (Helder Onkelinkx) niet toe te laten.
de progressieve stromen van de voorbije jaren. Misschien is het voor sommige mensen te snel gegaan. Een tijd terug raakte ik aan de praat met een lifttechnieker in het Brusselse appartement waar ik tot voor kort woonde. Ik vertelde over mijn job, wat resulteerde in een soort militante woede over hoe beu hij het was dat zijn kinderen door streamers als Netflix voortdurend genderideologie door hun strot geramd kregen. Ik zag in se een bange papa die in de verdediging ging.”
Declercq doet op dit moment research voor een nieuwe docureeks over mannen. “Ik zag onlangs een TED Talk waarin de spreker het voor mij perfect samenvatte: veel mannen zijn zo gewend aan hun privilege dat ze zelfs gelijkwaardigheid bedreigend vinden.” Van de Walle beaamt: “Misschien voelden jongens zich geviseerd toen de Disney’s van deze wereld de mannelijke personages bijna systematisch als de underdog neerzetten en de prinsessen het wel zelf konden.”
Spreidstand
De klas van 2000 is geen Disney-sprookje, maar een serene, tedere verkenning van queer liefde, zowel thematisch als visueel. Geen snelle montage, geen overdaad aan seks, drugs en rock-’n-roll, en jonge, onbekende acteurs. “Er is een overaanbod aan flitsende webreeksen,” zegt Declercq. “Ik wilde het soberder aanpakken. Ik ben blij dat de zender ons daarin gevolgd is.”
Dat de jonge cast zich ook vandaag nog herkende in de tegenstrijdige emoties, was voor Van De Walle het bewijs dat de reeks doel treft. “We zijn 25 jaar verder, er is veel meer representatie, er wordt minder roekeloos omgegaan met gevoelens, maar we zitten in een spreidstand: we leven met verschillende snelheden, vooruit, maar ook achteruit. De wereld is misschien veranderd, maar de puberteit niet. Als puber wil je nog altijd bij die negen op de tien horen, en niet bij die één op de tien.”
De klas van 2000 is te bekijken op VTM Go, vtmgo.be
ÊTRE QUEER EN 2000
FR « Depuis mes 18 ans, j’ai l’impression de m’être trompé de sortie », confie Seb à sa fille adolescente, Emma, dans De Klas van 2000, une websérie de VTM Go. Alors que sa famille se désagrège, le père se remémore l’an 2000, période où, à 18 ans, il réprimait son orientation sexuelle. Le scénariste Geerard Van de Walle s’est inspiré de ses propres expériences pour écrire la série. La réalisatrice bruxelloise Heleen Declercq donne vie à cette histoire à travers des images tendres et sobres. La série tisse un lien entre les thématiques queers d’hier et d’aujourd’hui, illustrant une meilleure représentation de ces enjeux, tout en mettant en lumière la vulnérabilité persistante des droits acquis.
BEING QUEER IN 2000
EN In VTM Go’s latest online series De klas van 2000 (“The class of 2000”), Seb tells his teenage daughter Emma that ever since he was 18 he has felt as if he has taken the wrong exit. With his family falling apart, Seb reflects on the year 2000 when he was 18 and dealing with his suppressed sexuality. Screenwriter Geerard Van de Walle drew upon his own experiences to create the series together with Brussels-based director Heleen Declercq, whose images are both tender and sober. The series addresses queer themes from both past and present, illustrating the increased visibility yet also highlighting the fragility of acquired rights.
op de foto) zijn gevoelens voor Dennis
Art & Lit Film
Liefdevolle puzzel
Mooiste plekje op aarde?
Op een Brusselse vlooienmarkt stuitten Pauline Caplet en Paul de La Marandais afgelopen herfst op een schat: zeven fotoalbums als schaarse stille getuigen van het leven van het Belgische echtpaar Paul en Sylvie. Tussen 1930 en 1960 reizen ze, delen ze gelukkige momenten, stelen ze intieme blikken van elkaar. Een expo van een selectie van die beelden prikkelt nu onze verbeelding om de liefdevolle puzzel te vervolledigen.
PAUL & SYLVIE – A BELGIAN LOVE STORY (1930S-1960S) 6/6 > 24/8, L’Enfant Sauvage, enfantsauvagebxl.com
Knock-out
Met Headshot belandde de Amerikaanse schrijfster Rita Bullwinkel op de lijstjes van de Booker Prize en de Pulitzer Prize, én op het nachtkastje van voormalig Amerikaans president Obama. In het boek volgt de voormalige waterpolospeelster acht jonge vrouwen in een boksarena in Reno, Nevada. Een inkijk in de harde realiteit van topsport en de hoofden van vrouwen die opgroeien onder hoogspanning.
RITA BULLWINKEL IN GESPREK MET BREGJE HOFSTEDE 12/6, Passa Porta, passaporta.be
Uitzwaaier
De KULT XL Ateliers in de Wiertzstraat in Elsene zwaaien na twee jaar hun residenten uit. Maar niet zonder een moment van gedeelde dankbaarheid en verwondering. De kunstenaars – onder wie Maëlle Dufour, Ethel Lilienfeld, Camille Truyffaut, Camille Dufour en Rafaël Klepfisch – sluiten hun residentieperiode af met een groepstentoonstelling die bezoekers de kans geeft om in hun universum-in-opbouw te duiken. (KS) STUDIO XL 2025 6 > 28/6, KULT XL Ateliers, Instagram: kult.xl.ateliers
Volgens Jacques Cousteau is Sfântu Gheorghe een van de mooiste plekjes op aarde. Volgens de Queer Palm van Cannes tiert niet alleen de natuur er welig, maar ook bekrompenheid, corruptie en homofobie. Three kilometers to the end of the world vertelt het verhaal van een jongeman die zwaar wordt toegetakeld na het zoenen van een andere man. In plaats van medelijden krijgt hij het hele dorp over zich heen. Pijnlijk.
Met de pracht én de zeggingskracht van existentiële films als Japón, Stellet licht en Nuestro tiempo veroverde de Mexicaan Carlos Reygadas de harten van cinefielen en selectiecomités van de grootste filmfestivals. Dat hij in Cinematek zijn oeuvre komt voorstellen én de films die hem inspireerden, verbaast niets. De plek was een thuis toen hij in Brussel zijn rechtenstudies voltooide en bepalend in zijn keuze voor de filmkunst.
ARTIST IN FOCUS: CARLOS REYGADAS > 18/6, Cinematek, cinematek.be
Johanna Wick
Al elf jaar moet je voor de strafste actiescènes, gestileerde pulp en entertainment pur sang bij de John Wick-franchise zijn. Ballerina is een spin-off rond een vrouwelijke tegenhanger van John Wick. De loodzware taak om cultacteur Keanu Reeves te evenaren werd toevertrouwd aan Ana de Armas, die in Blade runner 2049 indruk maakte als Joi en in Blonde als de getormenteerde Marilyn Monroe. (NR) BALLERINA US, dir.: Len Wiseman, act.: Ana de Armas, Anjelica Huston, Ian McShane
Three kilometers to the end of the world
Paul & Sylvie – A Belgian love story (1930s-1960s)
Klein onderhoud
Rumbazanger Ferre Gola brengt traditie en vernieuwing samen
‘De rumba vertelt wat ons blij maakt én triest’
“La nostalgie a fait de moi un artiste sans amour,” zingt Ferre Gola in ‘Dernière danse’, een van de songs waarmee hij de Congolese rumba zo mooi op de kaart zet. De gitaartjes rinkelen, het ritme swingt, de melodie zingt zoals alleen de rumba dat kan. “Maar rumba is inderdaad niet altijd en alleen vrolijkheid,” drukt hij BRUZZ op het hart, “we zingen vaak over de liefde, maar net zo goed over het leven, wat je blij maakt, én triest. Ik zing ook over hoe ik armoede heb gekend.”
Gola groeide op in Kinshasa. Als 12-, 13-jarige begon hij bij religieuze koren te zingen, net als zijn moeder.
“Mijn stem heb ik van haar,” glundert hij. Daarna stelde hij zich in dienst van de rumba, hét patrimonium van de Congolese diaspora. Hij leerde de stiel in de orkesten van rumba-iconen als Werrason en Koffi Olomidé, alvorens hij midden de jaren nul solo ging. Zijn bijnaam ‘Jésus de Nuances’ dankt Gola aan zijn zachte tenorstem, met haar vele schakeringen. Hij heeft volgers over de hele wereld, tot in de VS toe.
Vandaag pendelt Gola tussen Parijs en Kinshasa, maar hij woonde ook een tijd in Brussel. Vorig jaar speelde hij een zinderende set voor zijn toegewijde fans op Couleur Café. Net als zijn confrater Fally Ipupa houdt Gola de rumbatraditie levend, al waagt hij zich hier en daar ook wel aan uitstapjes. “Soms zing ik nummers die meer ‘slow’ zijn,” zegt hij, “waarin het ritme naar beneden gaat.” Dan zit het frivole wat verder weg en kaart Gola ook de politieke en sociale situatie in zijn geboorteland aan. In zijn liedje ‘Goma’ klaagt hij zo de schrijnende situatie in Oost-Congo aan.
“Ik vind het belangrijk om het geweld te veroordelen en de wereld te vertellen hoe onze broeders daar sterven.” Het is de taak van artiesten om te sensibiliseren en te informeren, zegt Gola. “Mensen begrijpen dankzij de muziek wat er gebeurt. Artiesten zoals ik zijn ambassadeurs van de vrede.” In het bijzonder jongeren wil hij bereiken, maar luisteren die nog naar rumba? “Ik houd vast aan de traditie, want de rumba is door de UNESCO erkend als immaterieel cultureel erfgoed, maar ik wil het genre ook moderniseren.”
Er is een jonge generatie in Congo die zich meer wil inzetten voor de toekomst van haar land, bevestigt Gola. “Ik ben geen politiek beest, maar ik zie dat er veel jongeren en jonge politici zijn die het tij willen keren. Ik weet niet wanneer het beter zal worden, maar het moet ooit verbeteren. Iedereen wil vrede.”
TOM ZONDERMAN
Ferre Gola laat de rumba zingen en swingen op 7/6 in de ING Arena, ing.arena.brussels
18.05 > 04.07
www.brf.brussels
Pop & Jazz
Dylan Iskariot
“Judas!” riep een heckler naar Bob Dylan toen die op 17 mei 1966 in de Free Trade Hall in Manchester een elektrische gitaar omgordde. Diehard folkies hoorden hem liever op een akoestische gitaar tokkelen en protestliederen zingen over “the times” die “a-changin’” waren. Het concert groeide uit tot een sleutelmoment in de geschiedenis van de rock-‘n-roll. De Amerikaanse chanteuse Cat Power, nooit verlegen om een goeie cover, speelt de hele show na. Jesus!
CAT POWER SINGS DYLAN ‘66 9/6, Koninklijk Circus, cirque-royal-bruxelles.be
Herrijzenis
“I’m just crazy, I’m fucked in the head,” zong Christopher Owens in 2009 op het debuut van Girls, de missing link tussen Elvis Costello, Spiritualized en The Beach Boys. Girls splitte, Owens ging solo. In 2017 raakte hij betrokken bij een verkeersongeval, verloor zijn job en zijn lief, en werd dakloos nadat iemand zijn camper stal met daarin zijn kat en favoriete gitaar. Zijn nieuwe album I wanna run barefoot through your hair is een onwaarschijnlijke wederopstanding.
CHRISTOPHER OWENS 12/6, Botanique, botanique.be
Fondue
De naam is een tongbreker, en naar alle waarschijnlijkheid is ook de muziek die geserveerd zal worden op het Sckruuhk Festival geen spek voor ieders bek. Voor de tweedaagse “à la bonne franquette”, zoals de organisatie zelf meegeeft, versmolten het onnavolgbare Schiev Festival, het Hongaarse UH Fest en het Gentse dwarse label en concertenplatform KRAAK tot een fondue van ongebreidelde muziekstijlen en dito artiesten. Dippen en smullen maar! (TZ)
SCKRUUHK FESTIVAL 6 > 8/6, Recyclart, recyclart.be
Klassiek
Dubbeltje Haydn
Tijdens de dreiging van de napoleontische oorlogen én onder nijpende deadlinedruk: Joseph Haydn schreef zijn Missa in angustiis onmiskenbaar in gespannen tijden. Al blijkt uit zijn partituur weer maar eens dat grote stressmomenten prachtige parels kunnen opleveren. Het Vlaams Radiokoor koppelt deze muziek aan het Requiem van Haydns jongere broertje Michael, een vooruitstrevende dodenmis waar al een eerste zaadje Mozart in kiemt.
VLAAMS RADIOKOOR & BART VAN REYN: NELSON MASS 7/6, Flagey, flagey.be
Prijsbeesten
De Koningin Elisabethwedstrijd zit erop. Terwijl het concours zijn traditionele ereronde van laureatenconcerten houdt, inviteert de Belgium Cello Society de prijsbeesten van de editie van 2022. Hayoung Choi en Aleksey Shadrin, de toenmalige nummers één en vier, zakken af naar Flagey voor een concert met strijkers en een vleugje piano.
Voor de laatste keer dit seizoen kan je naar een concert met een koffiekoek. Bozar sluit zijn reeks zondagmatinees af met gambiste Salomé Gasselin. Van albumawards tot individuele erkenningen: de jonge Française komt nu al plaats tekort op haar schouw. Nog voor het middaguur laat zij haar barokke strijkstok dansen over de darmsnaren in muziek van Johann Sebastian Bach en Heinrich Ignaz von Biber, Marin Marais en Antoine Forqueray. (JC)
Boa Boa is een stijlvolle listening bar die Brussel op een andere frequentie laat trillen. De prima akoestiek gaat gepaard met een menu met mediterrane flair. Als tweede luisterbar van de hoofdstad – na L’Altitude in Vorst – haalt Boa Boa de mosterd bij de in Zuid-Korea en Japan erg populaire record cafés, maar vertaalt die trend naar een warm en veeleisend Brussels kader.
Zo is de akoestiek toevertrouwd aan Kahle Acoustics, een gerenommeerd Belgisch bureau dat onder meer de Philharmonie de Paris mee vormgaf. Het geluidssysteem is op maat gemaakt door H.A.N.D. HiFi, een Berlijns bedrijf dat naam maakte in de bekende technoclub Berghain. Het resultaat is een getrouwe en meeslepende geluidsbeleving.
De zaak wordt gerund door Benoît Hallez en Charlie Gordower, bekende gezichten in de Brusselse horeca. We hebben de Schievelavabo’s aan hen te danken, en aan Gordower ook de ietwat verborgen kiosk in het Ter Kamerenbos en het Manneken Pis Café. Met deze nieuwe zaak verlaten ze de gebaande paden en kiezen ze voor iets persoonlijkers.
Zo’n 2.000 platen, mooi uitgestald achter de toog met geïntegreerde draaitafels, worden geregeld van stal gehaald. En er zijn nog eens 3.500 titels in reserve. Vanaf de late namiddag zorgt een resident dj voor de muzikale invulling. Wekelijks worden er ook albums integraal beluisterd.
In de keuken staat Cihan Kaman, een Turkse chef die zijn sporen verdiende bij Walvis. Hij presenteert een beknopte maar
5x2 tickets, Les Halles, 18/6
De studenten van de École Supérieure des Arts du Cirque zwaaien na drie jaar af met een reeks performances van zeven minuten in Les Halles. Mail ‘Exit’
schitterende kaart met mediterrane invloeden. Op het menu staan onder meer flatbread met pulled lamb, orleaanboter, yoghurt, munt en harissa (12 euro); witte vis met avocadocrème, gekonfijte citroen en postelein (14 euro); gekonfijte aubergine met tahin en zwarte sesam (12 euro); en entrecote met zwarte knoflooksaus (25 euro). Onder de desserts vind je onder meer een rijstpap met vanille, citrusvruchten en olijfolie (8 euro).
Op de drankenkaart figureren klassieke cocktails (martini, negroni, gin-tonic, van 9 tot 12,50 euro), bieren van Moortgat (Duvel, Vedett, Bolleke, La Chouffe) en een eerlijke huisgemaakte ijsthee, waarvan wij de perzikvariant kozen (4 euro).
TEKST: MICHEL VERLINDEN FOTO: SASKIA VANDERSTICHELE
Stuur het trefwoord, samen met je adres en telefoonnummer, naar win@bruzz.be
Marara Kelly art show
5x2 tickets, GC De Kriekelaar, 21/6
In de Marara Kelly art show ontmoet kunstenaar Mayara Yamada de in haar eigen lichaam wonende hoeder van haar jeugddromen Marara Kelly. Mail ‘Marara’ Exit
Inzichten
Wat weet schrijver Gaea Schoeters van het leven?
‘Ik ben de koningin van het verkeerd geciteerde citaat’
Wat heeft je werk je geleerd over het leven of over jezelf?
Dat de mooiste dingen ontstaan uit a comfortable level of distress
Welke levenswijsheid kreeg je mee van je ouders?
Wantrouw elke vorm van gezag. Denk altijd zelf én kritisch. Blijf met je voeten op de grond. Met een bankkaart en een tandenborstel kom je overal.
Welke levenswijsheid wordt doorgaans overschat?
De ochtendstond heeft goud in de mond. Welke zin mag er op je doodsprentje staan?
De namen van mijn hele roedel. We definiëren ‘familie’ veel te eng. Rouw gaat, net als liefde, veel breder.
Met welke quote durf je al eens uit te pakken?
Ongetwijfeld een verhaspelde, want ik ben de koningin van het verkeerd geciteerde citaat.
Welk nutteloos weetje wil je met de wereld delen?
Componiste Ethel Smyth, gearresteerd omdat ze als suffragette een steen door het raam van een politicus wierp, dirigeerde met haar tandenborstel door de tralies van haar cel een koor van medegevangenen.
Wat kan jij dat de meeste anderen niet kunnen?
Hinniken. Ondersteboven lezen. Al rijdend van plek wisselen met diegene die achter op mijn motor zit. (Niet uitproberen!)
In welk ander vak zou je ook top zijn?
Dierenarts. En osteopaat. Ik was al zo vaak kapot dat ik intussen alle reparatietrucs ken.
Wat helpt je er weer bovenop als je down bent?
De liefde. En naar de wolken kijken.
Welke misvatting bestaat er over jou?
Welke niet?
• Gaea Schoeters (1976) is auteur, journaliste en librettiste
• Ze initieerde en cureerde de Dead Ladies Show, en is lid van schrijverscollectief Fixdit
• Ze schreef het reisboek Meisjes, moslims & motoren, het filosofische prentenboek (N)Iets, met tekeningen van Gerda Dendooven, de romans Zonder titel #1 en Trofee, en ontving dit jaar de Ultima Letteren
• Haar nieuwe roman Het geschenk wordt op 11/6 voorgesteld in haar oude home town Sint-Niklaas
Wat was het beste persoonlijke nieuws van de afgelopen weken?
Dat mijn rozen dit jaar geen bladluizen hebben.
Wat had jij pas op erg late leeftijd door dat iedereen allang wist?
Dat er mannen en vrouwen bestaan, en dat het een verschil maakt tot welke groep je behoort.
Welk vreemd voorwerp slingert er rond in je huis?
Een momentsleutel.
Welke wet zou je meteen afschaffen?
Elke antiabortuswet. Alle wetten die homoseksualiteit strafbaar stellen. Het gedateerde erfrecht. De Tunesië-deal. De Amerikaanse wapenwetgeving. En nog wel een paar.
Doe eens een toekomstvoorspelling.
De mensheid is eindig.
Wat was er vroeger beter?
Handgeschreven brieven. En de meeste groenten.
Voor welke breed gebezigde uitvinding ben jij bijzonder dankbaar?
De boekdrukkunst.
Welke app ontbreekt er in je leven?
Een app die af en toe “nee” zegt in mijn plaats, want daar ben ik erg slecht in.
Welk cliché over Brussel stoort je het meest?
Dat het een gevaarlijke stad zou zijn.
Welke andere vraag hadden we je beter gesteld?
Wat is je favoriete leesteken? Dan had ik de puntkomma kunnen verdedigen, onterecht met uitsterven bedreigd.
MICHAËL BELLON
Op 12/6 roept Bozar met Gaea Schoeters, Velibor Čolić, Tülin Erkan, In Koli Jean Bofane en Joachim Pohlmann Het Schrijversparlement samen, bozar.be
PODCAST ‘IN BRUSSEL’
Luister
elke week naar verhalen recht
uit de stad
Deze week
Op 9 juni zit Brussel één jaar zonder regering. Hoe zijn we hier aanbeland? Wat zegt deze stilstand over het Gewest: kunnen we zonder? En geraakt Brussel nog uit de impasse?
Margot Otten legt het voor aan Steven Van Garsse (BRUZZ) en Dorian de Meeûs (La Libre Belgique).
Vanaf nu elke woensdag op je favoriete podcast-app en op BRUZZ.be/podcast
BRUZZ IS DE MAX
Straf nieuws! BRUZZ scoort nóg beter in het tevredenheidsonderzoek. Bijna 2.000 lezers, kijkers en luisteraars lieten hun stem horen en gaven ons een grote onderscheiding Onze score steeg van 7,8 in 2021 naar maar liefst 8,1 op 10 in 2025.
Wat jullie belangrijk vinden? Kwaliteitsvolle berichtgeving, bruggen slaan tussen gemeenschappen en onze sterke band met de stad. Daar zijn we fier op.
Een welgemeende BEDANKT!
De BRUZZKet schoolkalender
BRUZZKet, het jongerenplatform van BRUZZ, maakt opnieuw een kalender met leuke weetjes en Brusseltips voor ketten van het 4e, 5e en 6e leerjaar.
Vraag de kalender 2025-2026 aan via de QR-code. Wij leveren hem begin september gratis op jouw school.