Wie of wat heeft je op weg gezet naar je danscarrière?
Anne Teresa De Keersmaeker: Men zegt me
wel dat ik toen ik heel klein was al dikwijls verdween om me te verkleden en voor de spiegel te dansen. Daarna was er Lieve Curias, de inspirerende jonge leerkracht in het kleine balletschooltje van Wemmel dat mijn moeder oprichtte op het einde van de jaren 1960. Zij is iemand die ik altijd dankbaar zal zijn. Ze gaf niet alleen ballet, maar ook moderne dans, improvisatie en jazzballet, en nam ons ook mee naar dansvoorstellingen. Dat was in de gloriejaren van Maurice Béjart en zijn Ballet du XX siècle, dat een sterrenstatus had en weken na elkaar Vorst Nationaal vol speelde. Het was de eerste keer dat zo’n groot publiek naar dans ging kijken. De combinatie van die voorstellingen en de inspiratie van Lieve is beslissend geweest. Wim Vandekeybus: Voor mij was dat Paul Peyskens, bij wie ik heb kennisgemaakt
met teksttheater. En Jan Fabre, die me naakt op de scène zette als de koning zonder kleren in De macht der theaterlijke dwaasheden. Met echte dans ben ik pas laat begonnen. Mijn debuut What the body does not remember was heel fysiek, maar ik vond dat zelf geen dansvoorstelling. Toen we met de Bessie Award voor beste dansvoorstelling uit New York terugkwamen, vond men dat ik me maar bij dans moest voegen. Waarschijnlijk was het ook al dans toen ik thuis met mijn paarden galoppeerde zoals ik later deed in In spite of wishing and wanting, maar dan zonder paarden. Naar de dansschool ben ik nooit geweest. Ik deed wel martial arts en keurturnen en met dat fysieke wilde ik iets doen.
Op welke van je verwezenlijkingen ben je het meest trots?
Vandekeybus: Ik kan niet kiezen tussen
mijn voorstellingen. Ik ben het meest trots op het feit dat ik met vallen en opstaan ben blijven doen wat ik wil doen.
Er zijn altijd mensen die zeggen dat ze dit of dat toch beter vonden, maar ik ben blij dat ik alleen heb gedaan wat ik voelde dat ik moest doen. Dat maakt het ook voor mezelf onvoorspelbaar. De Keersmaeker: Ik ben blij dat ik na 33 jaar nog altijd Violin phase kan dansen, zoals op de Dag van de Dans in SintNiklaas. Ouder worden en nog altijd met die taal bezig zijn terwijl die verandert en er steeds andere mensen komen meespreken, is boeiend. Ik ben ook blij als ik die grote uitdijende gemeenschap van dansers in Brussel zie. In twintig jaar P.A.R.T.S. zijn ondertussen tien generaties en vierhonderd dansers en choreografen afgestudeerd. Deze week komen meer dan duizend kandidaten auditie doen. Het is mooi om die jonge mensen te zien veranderen door de opleiding en hun weg te zien vinden naar een gemeenschap die dans serieus neemt, en haar relatie tot de wereld definieert via dans. Dat is natuurlijk de verwezenlijking van een hele ploeg.
bruzz 9