Minister Bernard Quintin zet door met fusie politiezones
Dringende renovatie nodig voor stadsbeiaard Sint-Michielskathedraal
Een eeuw art deco in Van Buuren Museum & Tuinen

Bekerfinale

De voetbalclub die niet meer kan winnen



























Minister Bernard Quintin zet door met fusie politiezones
Dringende renovatie nodig voor stadsbeiaard Sint-Michielskathedraal
Een eeuw art deco in Van Buuren Museum & Tuinen
Bekerfinale
De voetbalclub die niet meer kan winnen
Voor een gewezen diplomaat spreekt Bernard Quintin (MR) in opvallend duidelijke termen over de fusie van de zes Brusselse politiezones: die komt er, tegen januari 2027, en niemand houdt hem tegen. In contrast met het grote niets in de Brusselse politiek momenteel, heeft het voluntarisme van de federale minister van Binnenlandse Zaken iets bevrijdend.
Blijft de vraag: hoeveel kans van slagen mag Quintin zichzelf toedichten?
In zijn voordeel speelt alvast zijn herkomst: als ketje opgegroeid in Watermaal-Bosvoorde en als inwoner van Ganshoren kent hij de situatie vanuit de praktijk. Het is dus niet ‘iemand van buiten’ – Vlaanderen of Wallonië – die stiefmoederlijk de hoofdstad komt dicteren hoe het allemaal moet. In de perceptie maakt dat een enorm verschil. (Jan Jambon uit Brasschaat moest het niet proberen.)
Bovendien komt Quintin niet met lege handen: de federale overheid belooft 30 miljoen euro vrij te maken om de schulden van de eengemaakte zone over te nemen. Dat is een bedrag waarmee te lijmen en te paaien valt. En hij wil ook de zogenoemde KUL-norm herzien: een verdeelsleutel die bepaalt hoeveel financiering een politiezone krijgt. Die valt, door het gebruik van verouderde data, al jarenlang in het nadeel van Brussel uit.
Toch moet Quintin in zijn liberale voortvarendheid ook opletten. Eén Brusselse politiezone, geleid door één korpschef, klinkt in zijn bestuurlijke eenvoud heel aanlokkelijk. Maar experts wijzen op een aantal risico’s, zoals machtsconcentratie, zeker als de nodige checks-and-balances aan de top ontbreken. En ook: hoelang zal het duren eer de functie van korpschef onderdeel uitmaakt van politieke onderhandelingen en het verdedigen van partijkleuren?
“Eén politiezone, geleid door één korpschef, klinkt goed, maar betekent ook een zekere vorm van machtsconcentratie”
Wat tegelijk kan tegenvallen: de logheid eigen aan iedere overheidsdienst. Agility, operational excellence, business resilience: wie al eens in contact kwam met de politie, weet dat die managementtechnieken niet bepaald tot het jargon van de ordediensten behoren. Als door allerhande ouderwetse ideeën over bevoegdheidsverdeling en interne stammentwisten de invoering van de fusie jarenlang aansleept, dan zal er de facto weinig veranderen op het veld. Om te slagen moet Quintin niet alleen een nieuwe structuur introduceren, maar ook een moderne en op efficiëntie gestoelde mentaliteit bij een korps van ongeveer 6.400 agenten.
Wat eveneens in het voordeel van Quintin speelt: de burger ligt niet wakker van die eeuwenoude discussie. De fusie beroert vooral politici en een handvol politiemensen. De gewone Brusselaar denkt vooral pragmatisch: de kleur van de kat maakt niets uit, zolang die maar muizen vangt. Voor mogelijk verzet, bijvoorbeeld van de vakbonden, zal die maar weinig sympathie voelen.
De belangrijkste horde blijft niettemin de negentien burgemeesters, ook die van de MR, de partij van Quintin. Met allerlei nepredenen – zoals schermen met nabijheid en territorialiteit – proberen zij de fusie te boycotten, in een poging om de macht bij zichzelf te houden. Maar nog langer verzet plegen, komt feitelijk neer op slecht en onverantwoord bestuur. De huidige, versnipperde structuur is misschien niet verantwoordelijk voor alle onheil op straat, maar tegenhouden of indammen lukt schijnbaar evenmin. Daarom alleen verdient de fusie als alternatief een kans. Of hoe zei Einstein dat ook weer? “Waanzin is steeds hetzelfde doen en toch andere resultaten verwachten.”
Maarten Goethals Coördinator magazine. In het edito fileert de redactie de Brusselse actualiteit.
Lees meer ‘Het mag nu eens vooruitgaan’. Minister Bernard Quintin wil politiefusie doordrukken p.6
Sinds 1 januari zijn rookmelders verplicht in alle Brusselse woningen. Dat gold al sinds 2005 voor huurwoningen, en nu moeten ook eigenaars ze in huis ophangen. Dat is volgens Brandweer Brussel van levensbelang, want er zijn nog steeds vier woningbranden per dag in het gewest. “Rookmelders waarschuwen op tijd en redden levens”, zegt Majoor Peter Roseleth.
Door de vele synthetische sto en in onze huizen verspreidt vuur zich vandaag razendsnel. In drie minuten kan je woning in lichterlaaie staan. Bovendien is de rookontwikkeling erg toxisch. Met de nieuwe rookmelderverplichting hoopt de brandweer dan ook het aantal slachto ers te zien dalen. Majoor Roseleth: “De meeste doden door woningbrand vallen ‘s nachts, wanneer we slapen. We ruiken dan bijna niets meer, maar onze oren werken nog goed. Rookmelders redden levens!”
Zes op de tien Brusselaars hebben al een rookmelder in huis gehaald, maar er is nog een inhaalbeweging nodig. Het is een kleine inspanning die gezinnen gemoedsrust geeft. Sinds maart loopt er daarom een campagne in Brussel die bewust maakt van enkele gevaren. Je ziet op de beelden een rookmelder die je toeschreeuwt dat je frietketel of droogkast in brand staat.
Beter vermijden dan bestrijden
“We willen zo veel mogelijk Brusselaars sensibiliseren”, legt David Van Vooren, directeur-generaal van Brussel Huisvesting, uit. Zijn administratie kijkt toe op de veiligheid en leefbaarheid van de Brusselse woninghuurmarkt. “Maar er zijn 600.000 woningen in Brussel, waarvan ruim de helft huurwoningen: die kunnen we niet allemaal bezoeken of controleren. Kortom: we kunnen beter
3 minuten, zo snel kan je huis in lichterlaaie staan.
vermijden dan bestrijden!”
Elke eigenaar moet bij wet minimale veiligheidsnormen respecteren. In ongeveer een kwart van de 1400 huurwoningen die Brussel Huisvesting jaarlijks bezoekt, stelt het echter inbreuken vast op de brandveiligheid, zoals onveilige elektrische of gasinstallaties. In de helft van de woningen zijn er geen of onvoldoende rookmelders, liggen ze ongebruikt in een lade of zijn ze verkeerd geplaatst, defect of nietgehomologeerd. Verhuurders die geen
Je hangt je rookmelder
rookmelders plaatsen, riskeren een administratieve boete die kan oplopen tot 200 euro, een veelvoud van de prijs van een rookmelder.
Majoor Roseleth doet een oproep om elkaar ook te helpen. “Wij stellen een grotere incidentie bij ouderen vast, bij 65-plussers zelfs drie maal groter. We moedigen de bevolking dan ook aan om elkaar te helpen met de rookmelderinstallaties.”
De brandweer komt gratis langs
De sensibiliseringsdienst van Brandweer Brussel gaat op huisbezoek om advies te geven over brandpreventie en de installatie van rookmelders.
Maak een afspraak via sensibilisation@firebru.brussels
• in de ruimte die volgt op de hoofdingang
• op de ‘vluchtweg’: alle ruimten om van de slaapkamers naar de hoofdingang te vluchten
• op elke verdieping van je woning, ook als deze niet op de vluchtweg ligt
• vanaf vier rookmelders moet je ze koppelen
Je nieuwe rookmelder heeft:
• een ingebouwde batterij die 10 jaar meegaat
• liefst ook een duidelijk zichtbare testknop
• een CE-markering en gekeurd volgens de (NBN) EN 14604-norm
Meer informatie op
34
Kunstenaar met een beperking Matilde Carli: “Ik ben bij Ateliers Indigo terechtgekomen na een tip van een leerkracht.”
16Voetbal Anderlecht: club op zoek naar haar verloren kroon
03Vooraan Fusie van politiezones is niet langer een fantasie
RWDM staat op een zucht van promotie naar de hoogste voetbalklasse.
Mogen drankhandelaars verplichtingen opleggen aan caféuitbaters?
24Erfgoed Stad zonder stadsbeiaardier
OP DE COVER
06Het gesprek Minister van Binnenlandse Zaken Bernard Quintin
32Interview Brusselse pornoactrice Gigi
Max wint sectorprijs
12Fenomeen van de week Boekenwinkel Filigranes verhuist naar warenhuis Mayfair
13Cartoon Kim Duchateau
34Tentoonstelling Kunstenaar met een beperking Matilde Carli debuteert bij Art et Marges
ACTUALITEIT
30 Sporting Flagey Toma Nikiforov op het EK Judo
31Big City Zwom er ooit een krokodil in de vijvers van Elsene?
31Meer BRUZZ Wat is er te doen op de andere BRUZZ-kanalen?
32Hang-out Sonny
15Debatteer mee Voel jij je veilig in het Brusselse nachtleven?
16Geopolitiek Is Brussel een doelwit voor Russische aanvallen?
03Vooraan ‘Maak medische screening verplicht’
06Het gesprek Jeugdrechter Tine Suykerbuyk en journaliste Phara de Aguirre over Mijn jeugdrechter
14Opinie Frauduleuze faillissementen aanpakken kan eenvoudig’
15Debatteer mee
COLOFON
VERHALEN
10In beeld Ivan Put: Musiceren in Molenbeek
24Horeca Brasserieën tonen zich creatief in tijden van crisis
22 Stadsleven Metro gemist
ELKE WEEK
12Fenomeen van de week Platform
Better koppelt bedrijven en goede doelen
23Beestig Brussel Gespecialiseerd team redt dieren bij woningbrand
13Cartoon Kim Duchateau
14Opinie ’Maak van het Noordplein een ontmoetingsplaats voor politiek debat’
10In beeld Emiel Viellefont: 25 Joêr Gardevils
14Stadsleven Merci
23Botanisch Brussel Natuurboomgaard in Laarbeekbos krijgt opfrisbeurt
38Column ‘Jij gaat lopen om stoom af te blazen? Ik laat me vastbinden’
28Sporting Flagey ‘Alles met wieltjes is welkom’
29Big City Waarom was er ooit een Schaarbeekse school in Blankenberge?
29Meer BRUZZ Wat is er te doen op de andere BRUZZ-kanalen?
39 Van Buuren Museum & Tuinen viert het eeuwfeest van de art deco
30Hang-out Eléonore
43Klein onderhoud Voetvolk
36Column Tussen godin en dikke koe
45Eat & Drink Le Petit Bon Bon
46Inzichten Gustaph
37 Filmmaker Mathijs Poppe slaat een brug tussen Jette en Shatila
41 Klein onderhoud Ilyas Mettioui
43Eat & Drink Fish Tank
44Inzichten Lubiana
BRUZZ Flageyplein 18, 1050 Brussel, 02-650.10.65 ABONNEMENTEN Josiane De Troyer (abo@bruzz.be), 02-650.10.80 Gratis in Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Rest van België: 29 euro per jaar; IBAN: BE98 3631 6044 3393 van Vlaams Brusselse Media vzw Buiten België: 35 euro per jaar OPLAGE 50.000 exemplaren ADVERTEREN? Sacha Devos en Angela Mngongo 02-650.10.81 sacha.devos@brusselmedia.be angela.mngongo@brusselmedia.be DISTRIBUTIE Ute Otten, 02-650.10.63, ute.otten@bruzz.be ALGEMENE DIRECTIE Dirk De Clippeleir ALGEMEEN HOOFDREDACTEUR Klaus Van Isacker COÖRDINATOR MAGAZINE Maarten Goethals ART DIRECTOR Heleen Rodiers VORMGEVING Ruth Plaizier EINDREDACTIE Karen De Becker, Kurt Snoekx WERKTEN MEE AAN DIT NUMMER Eva Christiaens, Luana Difficile, Kris Hendrickx, Bettina Hubo, Steven Van Garsse, Tom Zonderman (redacteurs); Johan Baeten, Michaël Bellon, Emilia De Feyter, La Morrigasme, Tom Peeters, Niels Ruëll, Maya Toebat, Michel Verlinden (medewerkers) VERTALING Frédérique Beuzon, Gregory Blauwers, Sam De Ryck, Aurélien Garcia, George Holmer FOTOGRAFIE & ILLUSTRATIE Bart Dewaele, Kim, Delphine Frantzen, Ivan Put, Saskia Vanderstichele, Emiel Viellefont VERANTWOORDELIJKE UITGEVER Dirk De Clippeleir, Flageyplein 18, 1050 Elsene.
BRUZZ is een uitgave van de Vlaams Brusselse Media vzw wordt gedrukt bij Printing Partners Paal-Beringen en wordt gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap en de Vlaamse Gemeenschapscommissie
02-650.10.81 sacha.devos@brusselmedia.be angela.mngongo@brusselmedia.be DISTRIBUTIE Ute Otten, 02-650.10.63, ute.otten@bruzz.be ALGEMENE DIRECTIE Dirk De Clippeleir ALGEMEEN HOOFDREDACTEUR Klaus Van Isacker COÖRDINATOR MAGAZINE Maarten Goethals ART DIRECTOR Heleen Rodiers VORMGEVING Ruth Plaizier EINDREDACTIE Karen De Becker, Kurt Snoekx WERKTEN MEE AAN DIT NUMMER Eva Christiaens, Kris Hendrickx, Sophie Soukias, Tom Zonderman (redacteurs); Uma Barrea, Michaël Bellon, Maya Callizaya, Jasper Croonen, Astrid De Bois, Emilia De Feyter, Andy Furniere, Michiel Leen, Tom Peeters, Niels Ruëll, Kevin Van den Panhuyzen, Michel Verlinden (medewerkers) VERTALING Frédérique Beuzon, Gregory Blauwers, Sam De Ryck, Aurélien Garcia, George Holmer FOTOGRAFIE & ILLUSTRATIE Bart Dewaele, Kim, Delphine Frantzen, Ivan Put, Saskia Vanderstichele, Emiel Viellefont VERANTWOORDELIJKE UITGEVER Dirk De Clippeleir, Flageyplein 18, 1050 Elsene. BRUZZ is een uitgave van de Vlaams Brusselse Media vzw wordt gedrukt bij Printing Partners Paal-Beringen en wordt gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap en de Vlaamse Gemeenschapscommissie
Na jaren van dralen gaat het plots snel met de fusie van de Brusselse politiezones. Dat is mede de verdienste van minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken Bernard Quintin (MR), een excellentie die al eens met een terreinwagen werd vergeleken. “Een burgemeester beloofde me een juridische Himalaya. Ik begin alvast met klimtraining.” door Kris Hendrickx en Steven Van Garsse foto’s Bart Dewaele
Als BRUZZ de statige werkkamer van Bernard Quintin aan de Wetstraat binnenwandelt, zwaait de minister met een kaartje van België met de politiezones. “Welke zones zal ik nog voor u fuseren? Zegt u het maar. Brugge en Oostende? Oei oei, dat lijkt me te moeilijk.”
Zijn introductie maakt meteen twee dingen duidelijk: de voormalige leraar, kabinetschef en diplomaat is niet enkel een man met humor, hij wil niet stoppen in Brussel.
Tot voor kort was u diplomaat. In die hoedanigheid zong u in Kinshasa zelfs in een koor.
BERNARD QUINTIN: Klopt, met de naam Les enchanteurs (de betoveraars, red.). We
zongen popsongs, Brel, Congolese liedjes … Het leverde me veel contact op met jonge Congolezen, die er mijn klankbord werden. Na de repetities verkondigde ik daar als enige ‘blanke’ mijn meningen over Congo. Na vijf of zes grote pinten werden die meningen dan vaak te straf en moest ik van onderwerp wisselen (lacht).
U bent Ganshorenaar en woonde in vier Brusselse gemeenten. Wat bevalt u aan Brussel?
QUINTIN: De stad heeft de voordelen van een grote hoofdstad, onder meer voor cultuur en infrastructuur. Tegelijk heeft Brussel de troeven van een grote provinciestad. In Parijs of Londen ben je altijd onderweg. Brussel is kleinschaliger, je kunt er makkelijk gaan wandelen, thuisblijven …
En uw grootste ergernis?
QUINTIN: J’ai mal à ma ville. De stad wordt slecht bestuurd, ze is vuil, overal zijn files en werken. Die werven zijn altijd erg slordig en zulke omgevingen trekken dan weer criminaliteit aan.
En dan de manier waarop we met vuilnis omgaan. Ik herinner me een Portugese diplomate die op de statige Louis Lepoutrelaan woonde in Elsene. Ze vertelde me hoe fout het voelde toen ze voor het eerst een witte vuilniszak zomaar op het trottoir ging plaatsen. Of neem de metro: ik vind de uitbreiding van het netwerk een goede zaak, maar je moet er de middelen voor hebben, en competente studiebureaus die de Brusselse moerasondergrond begrijpen.
• Geboren in 1971, opgegroeid in Watermaal-Bosvoorde
• Licentie middeleeuwse geschiedenis (ULB) en master internationale betrekkingen
• Leraar in België en Mexico
• Ambtenaar bij Buitenlandse Zaken
• Kabinetsmedewerker en kabinetschef op liberale kabinetten
• Diplomaat in onder meer Congo, het VK en Brazilië
• Volgde Hadja Lahbib op als minister van Buitenlandse Zaken in 2024
• Minister van Binnenlandse Zaken, Veiligheid en Beliris sinds februari 2025
Zegt u nu dat de metro beter in de koelkast gaat, aangezien die vele miljarden er niet zijn?
QUINTIN: Als je begrotingsproblemen hebt, moet je keuzes maken. Er zal tussen vijf en tien jaar nodig zijn om de Brusselse begroting op orde te krijgen. Tegelijk hebben we 4,7 miljard euro nodig om de metro te realiseren zoals die vandaag gepland is. Beliris heeft zijn deel betaald en kan die miljarden niet bijleggen. Ingenieurs vertellen me dat je de werken die al gebeurd zijn kan bevriezen. Ik stel voor om dat te doen en vervolgens de draad van de werken weer op te pikken als de begroting op orde is. Om verdere beslissingen te nemen over de metro wacht ik op de vorming van een Brusselse regering.
Vorige week stelde u de plannen voor de fusie van de Brusselse politiezones voor. U gaat erg snel en wil die al in 2027 operationeel hebben. Vanwaar die haast? Er wordt al decennia over gediscussieerd.
QUINTIN: Net daarom mag het nu eens vooruitgaan. Ik werk trouwens niet enkel aan een plan voor de fusie van de Brusselse zones, maar voor fusies van politiezones in het hele land. We hebben te veel zones.
Maar alleen in Brussel zal u die fusie ook verplichten.
QUINTIN: (Verveeld) Ja, omdat het in het regeerakkoord staat. Maar ik ben er oprecht van overtuigd dat die fusie nodig is. Moeten we de veiligheid in Brussel beter coördineren? (Uitdrukkelijk) Ja. Tijdens al die schietpartijen in Anderlecht kwam er enkel hulp van de zone Brussel Hoofdstad Elsene, ik zag weinig van de eenheid van commando.
Zal die fusie alle veiligheidsproblemen in Brussel oplossen? Natuurlijk niet, maar we zullen de interventiecapaciteit wel verhogen, terwijl we de nabijheidspolitie behouden en zelfs versterken. Dat ene
korps zal trouwens geen politieraad meer tellen, die taken gaan naar de gemeenteraden.
Toch krijgt u het verwijt dat u een Vlaamse politieke agenda uitvoert, die mogelijk aan de fusie van de gemeenten voorafgaat. QUINTIN: De fusie van politiezones is een operationele kwestie. Ik wil met klem ontkennen dat de fusie van de zones een voorbode zou zijn voor een fusie van de gemeenten.
De eenheid van commando waar u over spreekt zal alleen gelden voor de operationele leiding. Daarboven zit straks een politieke leiding met liefst negentien burgemeesters. Hoort die niet bij één persoon?
QUINTIN: Dat begrijp ik, maar we moeten werken met de politieke structuur die er vandaag is. Als je de politieke leiding van het korps bij één persoon wil leggen, de minister-president van het Gewest bijvoorbeeld, dan raak je aan de bijzondere Brusselwet van 1989. Dat zal niet zo snel gebeuren.
Wat de fusie van de zones betreft: ik had die met één pennentrek kunnen beslissen via een koninklijk besluit. Vijftien jaar treuzelen in één klap opgelost, een medaille voor Quintin. In de plaats heb ik ervoor gekozen om een echt project uit te werken, te overleggen, schulden te verlichten … Want er moet meer geld naar de zones. Neem nu de zone Brussel-West waar ik woon. Dat is de vijfde zone van het land qua bevolking, maar de 57ste als het op financiering aankomt. (In het Nederlands) Da gaat nie! We gaan dus ook de KUL-norm voor de financiering van politiezones (norm opgesteld in 1999, die de lokale politiecapaciteit in de gemeente bepaalt, red.) herzien.
Wat wordt dan nog de rol van de ministerpresident?
“Zal de fusie van de politiezones alle veiligheidsproblemen oplossen? Natuurlijk niet, maar het zal de interventiecapaciteit wel verhogen”
QUINTIN: Hij of zij krijgt een raadgevende stem in het politiecollege, net als de hoge ambtenaar. De burgemeesters krijgen echt stemrecht.
Geen minister-president als politiek uithangbord van het veiligheidsbeleid dus. Vandaag is er al veel kritiek op de onzichtbare Rudi Vervoort (PS), vooral aan Nederlandstalige kant.
QUINTIN: Ah, de regering in slapende zaken. Kijk, zichtbaarheid vul je zelf in. Ook ik kan formeel redeneren en zeggen dat de zoveelste schietpartij in Anderlecht een kwestie voor de lokale zone is, maar ik onderbreek wel verjaardagsfeestjes om ter plaatse te gaan in het weekend. Dat is een belangrijk signaal voor de bevolking én voor de agenten. Ik ben een man van het terrein.
U werd zelfs al met een terreinwagen vergeleken door uw veelzijdigheid en kordate aanpak.
QUINTIN: (Bulderlach) Ik vond dat een sympathieke vergelijking.
De burgemeesters zullen de directe link met de korpschef verliezen die ze vandaag
hebben. Begrijpt u hun angst om niet meer te kunnen wegen op het veiligheidsbeleid?
QUINTIN: Het lijkt me evident dat er in elke gemeente een soort referentiecommissaris komt, die een direct aanspreekpunt wordt voor de burgemeester, met een zekere bewegingsvrijheid.
De PS zegt dat ze zich zal verzetten tegen de fusie, in de conferentie van burgemeesters, in de parlementen. Kunnen ze de fusie blokkeren?
QUINTIN: Ik ga met iedereen praten en dat kan nuttige aanpassingen opleveren aan ons voorstel. Of een blokkade mogelijk is?
We zullen zien. Burgemeester Olivier Maingain van Sint-Lambrechts-Woluwe beloofde me al een juridische Himalaya. Ik heb hem geantwoord dat ik nog niet zo’n goede klimmer ben, maar dat ik zal trainen.
Diezelfde PS werpt u voor de voeten dat u de structuur hertekent zonder dat er per se extra agenten komen, terwijl er wel een duizendtal ontbreken.
QUINTIN: Dat personeelstekort is geen financiële, maar een rekruteringskwestie, die in de eerste plaats een verantwoordelijkheid is van de zones zelf. Nu wil ik wel
Minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken
Bernard Quintin over de metrowerken: “Ingenieurs vertellen me dat je de werken die al gebeurd zijn kan bevriezen. Ik stel voor om dat te doen en vervolgens de draad van die werken weer op te pikken als de Brusselse begroting op orde is.”
voor is, maar die de kat wat uit de boom kijkt.
Wie wordt korpschef en hoe wordt dat beslist?
QUINTIN: Dat zal het toekomstige politiecollege met de burgemeesters beslissen, na een aantal assessments.
De facto is er vandaag één grote zone en vijf kleine. Dreigt de zone Brussel Hoofdstad Elsene de rest niet gewoon op te eten en haar cultuur en korpschef op te dringen?
QUINTIN: De nieuwe structuur zal rekening houden met verschillende gevoeligheden en evenwichten en er zal plaats zijn voor alle korpschefs. Enkelen van hen staan vandaag al dicht bij hun pensioen.
Tot slot: hoe kijkt u naar de afwezigheid van een Brusselse regering?
helpen om die agenten te overtuigen om in Brussel te komen werken. Er spelen veel zaken, onder meer de mobiliteit. De aanwervingsprocedure kan alvast eenvoudiger en de opleiding beter.
Ontmoette u burgemeesters die voor de fusie zijn, behalve uw partijgenoot Vincent De Wolf uit Etterbeek?
QUINTIN: Je hebt drie categorieën: een groep die mordicus tegen is en die ik niet zal kunnen overtuigen, een groep die eerder voor is en een groep die niet per se
QUINTIN: Dat is een catastrofe. Ten eerste ligt ons internationale imago helemaal aan diggelen, denk maar aan het vernietigende artikel in Politico. Verder is het Gewest gewoon failliet, en blijven we toch maar aanmodderen. Die lange periode zonder volwaardige regering vind ik een echt democratisch probleem. Ik hoorde al socialisten zeggen: “We zitten nog steeds aan de knoppen in de regering in lopende zaken, we hebben de helft van de Brusselse gemeenten, zo slecht is dat allemaal nog niet.” Bij andere landen spreken we dan al snel over een bananenrepubliek. Ondertussen wordt de financiële put altijd dieper. De volgende regering zal moeilijke keuzes moeten maken, die met elke maand treuzelen pijnlijker worden. Op de achtergrond voel je een bepaald idee hangen, dat bij de socialisten al decennia bestaat: “Er zal altijd wel iemand voor ons betalen.”
‘LE PAYS ENTIER COMPTE TROP DE ZONES DE POLICE’
FR Après des années d’hésitations, la fusion des zones de police à Bruxelles semble enfin prendre un tournant décisif. Le ministre de l’Intérieur
Bernard Quintin (MR), surnommé parfois « le bulldozer », veut aller plus loin. « Il est temps d’avancer. Je ne travaille pas seulement à un plan de fusion pour Bruxelles, mais pour l’ensemble du pays. Il y a tout simplement trop de zones de police », affirmet-il.
‘THE WHOLE COUNTRY HAS TOO MANY POLICE DISTRICTS’
EN The merger of the police districts in Brussels is suddenly on track after years of procrastination. This is partly thanks to the Minister of the Interior Bernard Quintin (MR), a formidable force who has been compared to an all-terrain vehicle. “It is time that something happened. By the way, I am not only working on a plan to merge the districts in Brussels. We are looking at mergers across the whole country, we have too many police districts.”
“Wij zijn de fanfare van de Église kimbanguiste.” Jhon Wabali bespeelt de bariton, een blaasinstrument iets kleiner dan de tuba. “We hebben een lokaal aan Ribaucourt waar we elke zaterdag repeteren. Maar als het mooi weer komen we graag naar het park, in Thurn & Taxis. Vandaag zijn we nog niet eens met de helft. In Brussel zijn we met meer dan 50 muzikanten, in heel België tussen de 150 en 200.”
Boekenwinkel Filigranes verhuist en trekt in bij het al bestaande warenhuis Mayfair aan de Waterloolaan in Brussel-Stad, maar krijgt een aparte ingang.
Filigranes was decennialang aan de Kunstlaan gevestigd. Toen de boekenwinkel in moeilijkheden raakte, werd in 2024 al aangekondigd dat hij zou verhuizen, maar “in dezelfde perimeter” zou blijven. Nu raakt bekend dat Filigranes zal intrekken bij warenhuis Mayfair, één kilometer zuidwaarts over de kleine Ring op de Waterloolaan 25. Daar maakt de conceptstore plaats voor de 150.000 boeken van Filigranes, die ongeveer de helft van het huidige warenhuis zullen inpalmen.
Mayfair x Filigranes is voortaan samen één winkel: met elkaar verbonden, maar met een aparte ingang. Filigranes zal zich uitstrekken over vier verdiepingen, met een oppervlakte die vergelijkbaar is met die van de oude locatie, ongeveer 1.200 vierkante meter. In totaal telt het gebouw zo’n 3.500 vierkante meter.
Alle vertrouwde afdelingen van Filigranes blijven behouden in de nieuwe formule: van literatuur tot menswetenschappen en schone kunsten, stripverhalen, jeugd, maar ook
spelletjes en speelgoed. Ook de afdeling Nederlands en internationale talen blijft bestaan, en krijgt zelfs extra aandacht. Mayfair wil het aanbod in die categorie nog beter in de kijker zetten, met meer zichtbaarheid in de winkel.
Het concept van een restaurant in het midden van de winkel, blijft behouden. Mayfair x Filigranes kondigt een seizoensgebonden keuken aan, waar alles huisgemaakt is. “We zullen het aanbod verbeteren, met vergelijkbare prijzen,” zegt de directeur van Mayfair x Filigranes, Joevin Ortjens.
Ook de culturele ontmoetingen blijven behouden: Mayfair x Filigranes plant zes tot acht auteursmomenten per maand, met signeersessies en debatten. In april en mei staan onder meer op het programma: Fabrice Arfi (onderzoeksjournalist bij Mediapart), Swann Périssé (comédienne en klimaatactiviste) en Michel Barnier (voormalig EU-onderhandelaar en auteur van La grande illusion).
Filigranes werd in 2024 overgenomen door zakenman Mehmet Sandurac nadat de boekhandel de voorbije jaren in moeilijkheden was geraakt. Eerdere aanpassingen in het financiële beheer – twee herstructureringen, onder andere – mochten niet baten.
De problemen op de boekenmarkt én de moeilijkere bereikbaarheid hadden het voortbestaan van de winkel onmogelijk gemaakt.
Sandurac zag brood in boekhandel Filigranes, die vandaag een marktaandeel van tien procent heeft in de fysieke boekverkoop in België. Zeker de combinatie met lifestyle is volgens het managementteam een succesformule: “Onze bedoeling is om een
boekhandel-ervaring 2.0 aan te bieden – een vernieuwde versie die uitnodigt om binnen te stappen en een uniek moment te beleven,” zegt Ortjens. Vooruitkijkend mikt Mayfair x Filigranes op een omzet van meer dan 15 miljoen euro in 2025, met als doel 20 miljoen euro in 2026.
Publiek behouden
“De uitdaging is om het juiste evenwicht te vinden,” zegt Sandurac. Hij wil enerzijds trouw blijven aan de vaste klanten van Filigranes en tegelijkertijd de historische Franstalige basis van Mayfair behouden. “Het doel is duidelijk: die twee werelden samenbrengen in één inclusieve en coherente ervaring.”
euro omzet hoopt Mayfair x Filigranes in 2025 te boeken. Voor 2026 is 20 miljoen euro het doel
150.000
titels liggen in de fysieke boekhandel, online kunnen klanten kiezen uit meer dan 2,5 miljoen boeken
Sandurac heeft mede om die reden beslist het overgrote deel van het Filigranes-team te behouden – het gaat om zo’n dertig medewerkers. “Sommige teamleden werken al meer dan 25 jaar bij Filigranes – een traject dat wij enorm waarderen,” voegt Ortjens toe. “Die stabiliteit is een troef die we willen behouden.”
Een groot openingsfeest is nog niet voor direct gepland, maar vindt pas in september plaats. “We wilden niets overhaasten en de mensen de tijd geven om ons te leren kennen,” zegt Ortjens.
Mayfair werd in 2012 opgericht door zakenman Mehmet Sandurac en heeft vandaag twee verkooppunten: één in Brussel en één in Waterloo. In de conceptstore vind je kledingstukken van merken als Isabel Marant –bekend om haar bohemienchique stijl met Parijse flair –het Belgische avant-gardemerk Maison Margiela, en de Nederlandse ontwerpers Viktor & Rolf – beroemd om hun conceptuele en kunstzinnige modecreaties.
Daarnaast biedt Mayfair ook meubels aan, zoals die van Miniforms – Italiaans design met speelse vormen en kleuren – of Jonathan Adler, bekend om zijn glamoureuze, modernAmerikaanse stijl.
Sandurac nam Filigranes in 2024 over. Mayfair x Filigranes opent op 23 april. Het bedrijf stelt dertien mensen te werk en kan rekenen op een bijkomend team van Filigranes van dertig boekverkopers en -adviseurs.
Klanten krijgen toegang tot 150.000 titels, die fysiek beschikbaar zijn in de winkel. Online kunnen klanten kiezen uit meer dan 2,5 miljoen titels. Het warenhuis maakte 12.000 vierkante meter vrij voor het boekenvak. Er werden 400 nieuwe boekenkasten besteld.
JASMIJN POST
‘Frauduleuze
Het gebrek aan opvolging bij frauduleuze faillissementen door de Brusselse justitie zet malafide ondernemingen vanuit het hele land aan om hun zetel in Brussel te vestigen. Dat zegt advocaat Simon Deryckere.
Simon Deryckere
• Advocaat ondernemingsrecht
• Auteur van Justice in time
• Studeerde aan de KU Leuven, KUB en ULB
Frauduleuze faillissementen worden in ons land nauwelijks aangepakt. De situatie in Brussel is zelfs alarmerend. Al in 2022 trok de procureur-generaal van Brussel aan de alarmbel dat dossiers van frauduleuze faillissementen niet meer konden worden behandeld. Het gebrek aan opvolging door de Brusselse justitie zet malafide ondernemingen vanuit het hele land aan om hun zetel in Brussel te vestigen. Soms verhuizen ze zelfs vlak voor het faillissement nog snel naar onze hoofdstad. Dat kan nochtans eenvoudig worden aangepakt, als de federale wetgever ingrijpt. Het is helaas maar al te bekend. Vennootschappen die worden opgericht om binnen het jaar failliet te laten gaan. Niet toevallig nog voor de eerste jaarrekening wordt bekendgemaakt. Intussen worden de schuldeisers niet betaald en de belastingen ontdoken. In het beste geval pure fraude en concurrentievervalsing. In het slechtste geval ook
Stadsleven Metro gemist door Amber Janssens
Mijn oogleden moeten nog ontrimpelen. Twee accordeons die onder mijn wenkbrauwen hangen. Ik cross gehaast (lees: te laat) naar buiten, mijn metekind in het ding op wielen. Het rolt vooruit op de cadans van de straatstenen. Simonis binnen, gesukkel met de poortjes. Net wanneer ik aan het perron ben, rijdt de metro ons voorbij. Koud zweet onder mijn
een dekmantel voor drugshandel of andere criminele activiteiten. Een heel ander type frauduleuze faillissement is de vennootschap waar het vermogen plots verdwenen is wanneer de schuldeisers komen aankloppen en het faillissement wordt uitgesproken. Alleen al in de aannemingssector zijn de voorbeelden legio. De voorschotten die de klanten hebben betaald, zijn verdwenen. De problemen op de werf gebleven.
Kort geleden nog bleek dat een grote onderneming in Hasselt actief in de installatie van zonnepanelen tot op het laatste moment voorschotten bleef innen en vlak voor
het faillissement haar zetel heeft verhuisd naar Brussel. Dat wekt op zijn minst argwaan.
“Als u fraudeert, fraudeer dan volledig, is het adagium”
oksels. Putain. Net gemist. Dat moment is een metafoor. Een post-it van het universum, dat iets wil zeggen. Licht gesudderd in zelfmedelijden lees ik die post-it als een sneer. Over het leven en over kansen: net aan mijn neus zien voorbijgaan, gerateerd, te laat.
Frauduleuze faillissementen zijn uiteraard wettelijk verboden en ook een strafrechtelijk misdrijf. In theorie. In de praktijk blijkt immers dat het overgrote deel van de frauduleuze faillissementen nooit wordt aangepakt. Cynischer nog, hoe ernstiger de fraude, hoe kleiner de kans is dat ze wordt gesanctioneerd. De verklaring is eenvoudig. Zodra het faillissement is uitgesproken, stelt de rechtbank een curator aan die de activa van de vennootschap moet realiseren om de schulden te betalen. Stelt de curator inbreuken vast, dient hij een procedure in
Maar uit het ding met wielen klinkt opeens haar kiemende stem: “Nog één.” Mijn twee accordeons openen zich nu pas echt. Mijn lachkuiltjes ook. Nog één, da’s waar. En zo leer ik ’s ochtends vroeg in Simonis van een tweejarige om twee keer te kijken. Niet naar wat vlak voor mijn neus is gepasseerd, maar naar alles wat nog komt. Dansavonden, tijd, kansen, rimpels. De volgende metro.
In Stadsleven vertellen redacteurs en lezers in maximaal 1000 tekens een verrassende anekdote over Brussel. Insturen kan via redactie@bruzz.be
aansprakelijkheid te voerentegende verantwoordelijken.Maardie kost geld.Enalsde kas isleeggemaakt, kan derhalvegeenprocedure wordengevoerd. Het volstaatvoor malafidendusomdevennootschap volledigleeg te maken.Alsu fraudeert,fraudeerdanvolledig,is het adagium.
Bijdergelijkelegeschelpen, ontvangtdecuratorenkeleen beperktwettelijkforfait, net voldoendeomaandeminimale administratieveverplichtingen te voldoen.Betaalddoordebelastingbetalervia het pro deo fonds
Geen capaciteit in Brussel
Alsdewetgever dat wil, kan hijdit eenvoudigaanpakkendoorde kostenvooreenprocedurein
aansprakelijkheidvoor te schieten. Dat zou zichookinveelvoud terugbetalen met deopbrengsten van diesuccesvollevorderingen. Bovendienbetaaltdanfinaalde fraudeurennietdebelastingbetaler. Zo hoorthet.
Indienersprakeis van eenstrafrechtelijkmisdrijf,is het inprincipeaan het openbaarministerieom dat te vervolgen.Intheorie.Indepraktijk gebeurt dat veelmeernietdanwel. Ookhiervoorisdeverklaring eenvoudig:geencapaciteit.In Brusselheeft het parketalmeerdan zijnhanden vol met dedrugscriminaliteitenschietpartijen.Zelfsvoor derecentepoging tot oplichting van deeffectenreusEuroclearvoor 2 miljardeuroblijktergeenruimte… Hoeveelfrauduleuzefaillissementen zoudendanwordenvervolgd? Ookhiervoorbiedthuidigvoorstel eenoplossing.Al het werkgebeurt danimmersdoordecuratoren,die hiervoor wel ruimtehebben. Bovendienworden ze afgehandeld voordeinsolventiekamer van de ondernemingsrechtbank,diehierin gespecialiseerdis. Dat sluitookaan bij het recenteinitiatief van de wetgeveromdefaillissementsrechter meermogelijkheden te geven omeenberoepsverbodop te leggen. Laatditeen fresh start zijnvoorons faillissementsrecht.
Reageren of zelfeenopiniestuk insturen?Mailnaarredactie@bruzz.be
Mogen drankhandelaars verplichtingen opleggen aan café-uitbaters?
Resultatenonlinebevraging,op17april2025viaRhetoric(77reacties)
Ja
Ze investerenmeein het Brusselsehorecalandschap,zonderhenkunnenveelcaféuitbaterszelfs nietstarten. PieterH.
Uiteraard,binnen het proces van verticaleintegratie is het overnemen van horecapandeneenlogische stapvoordrankhandelaars. Dat daarbijregels wordenopgelegdaandeuitbatersis te verwachten. Diezijnvrijomanderepanden te huren. S X.
Ik twijfel
Opzichis het eenvrijemarkteneenfranchisemodel zou nietuitden boze moetenzijn.Deeigenaar van een café magzijncontractopstellenzoalshij wil.Deregelsrondovernamesenprijsverhogingen zoudenmeein dat contractmoetenzittenvoor transparantie. AdrianH.
Nee
Dehuur van het gebouwen het uitbatingscontract zoudenapartmoetenzijn,enalseraleenuitbatingscontractis zouhet devrijheid van ondernemen nietmogenonmogelijkmaken. Het behoud van traditionelekroegen kan indehuurprijsverwerkt worden. Tony M.
Een café moetzelfzijnthema,conceptenkaart bepalen. Dat iseenindividuelebeslissingenmoet nietonderdedrukzijn van bovenaf. V H.
Het resultaatisduidelijkzichtbaarinBrussel:na deMonkenMettekoookDaringman over de kop doordeeindelozehebzucht van éénspeler. Pieter V.
Arno is nog mijn buurman geweest. Ik woonde onder hem, in de Dansaertstraat. Ik weet nog dat hij altijd heel luid zijn eigen platen draaide”
FRANK VANDER LINDEN defrontman van de bandDeMens, over waaromhijin ‘LiefdevoorMuziek’ eenhommage brengtaanArno Hintjens Humo, 15april2025
Voetbal Bekerwinst tegen Club Brugge broodnodig voor zelfvertrouwen paars-wit
Volgende week kan Anderlecht in de Beker van België komaf maken
met een trofeedroogte van bijna drieduizend dagen, al start de recordkampioen als underdog tegen aartsrivaal Club Brugge. Keren de paars-witte gloriedagen ooit terug? “Stabiliteit zal er niet komen door de beker te winnen. RSCA moet in Europa centen gaan verdienen.” door Johan Baeten
Mei 2017. Coach René Weiler wordt getrakteerd op een champagnedouche bij de viering van de vierendertigste landstitel van Anderlecht. Zonder sprankelend voetbal en met een eigengereide stijl – “Geschiedenis en traditie maken geen goals,” blafte hij eens tegen journalisten – gaat de Zwitser voorlopig de geschiedenisboeken in als de laatste trainer die paars-wit eremetaal wist te bezorgen.
Doelman Frank Boeckx speelde een centrale rol in die kampioensploeg. “Het veld stond toen vol met talent: de jonge Youri Tielemans en Leander Dendoncker, kapitein Sofiane Hanni, de onwrikbare Kara achterin,” herinnert hij zich. “Nee, dominant voetbal bracht Anderlecht niet, maar het was wel resultaatgericht.”
Koel en onaantrekkelijk
Sindsdien blijven de resultaten grotendeels achterwege bij paars-wit. “Ik merk
“Marc Coucke heeft een ingeslapen Anderlecht aangetroffen, een afgebladderd paleis”
Dries Bervoet
Journalist bij De Tijd
na 2017 enkele heroplevingen op,” zegt Ludo Vandewalle, chef voetbal bij Het Nieuwsblad . “Bij momenten onder trainers Hein Vanhaezebrouck en later Vincent Kompany, die op een heel jonge kern moest terugvallen en desondanks soms in de buurt kwam van het overheersende Anderlecht-voetbal van weleer. Maar eigenlijk is het vooral bergaf gegaan, op vorig seizoen na – qua resultaten dan.”
Want Anderlecht finishte onder Brian Riemer met koel en onaantrekkelijk voetbal onverwacht derde, nadat de ploeg het in eigen huis had nagelaten om de titel te grijpen tegen aartsrivaal Club Brugge. “De club liet toen een enorme kans liggen,” zegt Dries Bervoet, die voor De Tijd onder meer inzoomt op het financiële reilen en zeilen van voetbalclubs. “Ze had in één klap tientallen miljoenen euro’s kunnen binnenhalen bij kwalificatie voor de Champions League.”
Net daar wringt het schoentje bij de recordkampioen. Als succesondernemer Mark Coucke in 2017 de sleutels van de club in handen krijgt, wordt de nieuwe eigenaar geconfronteerd met een financiële erfenis vanjewelste.
“Anderlecht leefde nog volgens het model waarbij ze hoge transfersommen en dure spelerslonen dacht te kunnen compenseren door te rekenen op inkomsten uit Champions League-voetbal,” zegt Godfried Roelant van de BRUZZ-podcast Radio Radzinski
Het seizoen dat volgde op de titel met Weiler, waarin Coucke de club overnam, zou voorlopig het laatste worden waarin de iconische Champions League-hymne nog door de paars-witte stadionspeakers galmt.
“Coucke heeft een ingeslapen Anderlecht aangetroffen. Een afgebladderd paleis,” pikt Bervoet in. “Een adellijke club die de switch naar een modern voetbalbedrijf nog moest maken. Pas op: de familie Vanden Stock, die decennialang de plak zwaaide, heeft het op commercieel vlak meer dan behoorlijk gedaan. Maar de analyse was dat een overname ook aan de orde was om op alle vlakken de bezem door de club te halen.”
Het is geen geheim dat Coucke laat in de dans sprong in het biedproces rond de overname. “Het boekhoudkundige onderzoek moest snel gaan,” vervolgt Bervoet. “Dan is de vraag: heeft zijn team bepaalde zaken niet gezien, of was niet alles zichtbaar?”
Wat wel zeker is? Er komt een proces over die verkoop, waarbij de voormalige clubtop Coucke zou hebben opgelicht. Het federaal parket gaf alvast aan dat de prijs waarvoor Coucke de club overkocht, zou zijn opgeschroefd op basis van “vervalste documenten en onjuiste verklaringen,” schreef De Tijd eerder dit jaar.
Boven haar stand
Los van de uitkomst van dat proces lijkt iedereen die BRUZZ spreekt het erover eens te zijn dat de club boven haar stand heeft geleefd, ook in de eerste jaren onder Coucke.
“Pas in 2021, toen Coucke samen met Wouter Vandenhaute en Geert Duyck via een schuldherschikking en kapitaalinjectie 93 miljoen euro in de club pompten, zijn ook de uitgaven wat meer in lijn gebracht met de inkomsten. Dat was nodig, want de club bleek virtueel failliet. Er is te lang gewacht met ingrijpen toen het sportief al slechter begon te gaan, met de knop om te
draaien naar de begroting van een subtopper,” zegt Bervoet.
Ondertussen kon Anderlecht voor het afgelopen seizoen wel een eerste positieve jaarrekening voorleggen sinds de jaargang waarin het met Weiler de titel graaide.
“De loonmassa is meer onder controle en het geluk is dat Anderlecht een heel sterk merk blijft. Coucke heeft ook ingezet op
vernieuwingen qua hospitality. Die commerciële blik: daarin ligt zijn sterkte.”
Behalve de financiële kommer en kwel heeft Anderlecht ook op bestuurlijk vlak onrustige jaren achter de rug. Door de vele personeelswissels in de hoge echelons en in de dug-out is een langetermijnvisie ontwikkelen een delicate opgave. ‘Niet-uitvoerend’ voorzitter Wouter Vandenhaute bleek vaak kop-van-jut. Sportief slaagde de
“Spelers kopen voor vier à vijf miljoen euro die geen schot in de roos zijn? Dat kan de club zich niet meer permitteren”
Ludo Vandewalle
Chef voetbal bij Het Nieuwsblad
club er evenmin in om continuïteit te creëren. “Elke speler die de club nu aankoopt moet bovendien een schot in de roos zijn,” zegt Vandewalle.
“En er zijn de voorbije jaren wel wat spelers binnengehaald voor vier of vijf miljoen euro die dat niet waard waren. Dat kan Anderlecht zich echt niet meer permitteren.”
Zeker in de voorbije jaren, toen gewezen technisch directeur Jesper Fredberg de sportieve lijnen uitzette, heeft paars-wit volgens Roelant te weinig ingezet op aanwinsten die de club meerwaarde zouden kunnen opleveren. De Belgische competitie staat nochtans internationaal te boek als exportmarkt. Zo haalden Club Brugge, Union en KRC Genk de voorbije jaren dan ook tientallen miljoenen binnen.
Roelant: “Oudere vedetten zoals Jan Vertonghen of Thorgan Hazard waren kwaliteitsinjecties, maar raakten snel geblesseerd, kosten veel en brengen niets in het laatje. Ook wordt er te veel met huurspelers gewerkt, maar te weinig met transfers op basis van scouting die op lange termijn de kas kunnen stijven. Het is een beetje Russische roulette geweest wat spelers en coaches betreft.” Inclusief trainers ad interim stonden na Weiler al veertien oefenmeesters aan het roer van de club – al is dat cijfer in de Belgische competitie zeker geen anomalie.
Jean Kindermans
Terwijl de scouting naar nieuwe aanwinsten niet altijd van een leien dakje liep, verloor ook het kroonjuweel van het paars-witte instituut aan glans: de jeugdacademie.
“Daar maak ik me het meest zorgen over,” zegt Boeckx. “Onder Kompany is er uit noodzaak plots met te veel jeugdspelers gewerkt, nu lijkt de doorstroom niet meer voldoende gegarandeerd en raakt de club de meeste getalenteerde spelers kwijt.”
De voorbeelden van ruwe bolsters die
hun opleiding deels op Neerpede kregen, maar daarna het mooie weer maakten bij de concurrentie, zijn veelzeggend: denk vooral aan Kos Karetsas en Bilal El Khannouss.
Ook het vertrek van Jean Kindermans vormt een pijnlijke episode in de recente geschiedenis. De Brusselaar stond jarenlang met succes aan het hoofd van de jeugdacademie. Eind 2022 stuurde Wouter Vandenhaute – toen nog gewoon voorzitter, vandaag niet-uitvoerend voorzitter – hem de laan uit.
Op die beslissing kwam stevige kritiek. “Een zwarte pagina in de clubgeschiedenis,” noemde paars-witte legende Romelu Lukaku het vertrek van Kindermans. Het ontslag zou de troebele relatie tussen Vandenhaute en de fans nog meer onder druk zetten.
Vandaag staat met Tim Borguet de gewezen marketingdirecteur van de club aan het hoofd van de jeugdacademie. “Nadat er ook daar heel wat geschoven is met allerlei namen. Waar het nu naartoe gaat met die ooit zo onuitputtelijke jeugdvijver: het is me geheel onduidelijk,” aldus Vandewalle.
Jackpot
Los van het resultaat van de bekerfinale, die op 4 mei gespeeld wordt in het Koning Boudewijnstadion, lijkt de verdere wederopstanding van de club in eerste instantie afhankelijk van de plannen van technisch directeur Olivier Renard, die afgelopen herfst aan boord kwam om de sportieve koers te bepalen.
“Stabiliteit zal er niet komen door de beker te winnen,” zegt Boeckx nuchter. “De ploeg moet in Europa centen gaan verdienen. In de Europa League meedoen tot de kwartfinale, of de ambitie tonen om de Conference League te winnen.”
Maar de jackpot waar de club naar smacht, is te vinden in de Champions League. Daarvoor moet Anderlecht volgend
“Het champagnevoetbal zal niet meteen terugkeren”
Frank Boeckx
Oud-doelman bij RSC Anderlecht
seizoen de landstitel winnen om zich rechtstreeks te plaatsen, of op zijn minst tweede eindigen in de competitie om via play-offs een plek af te dwingen in het kampioenenbal.
“Kijk naar Club Brugge, dat dit seizoen meer dan 60 miljoen euro opraapte in de Champions League,” zegt Bervoet. “Bovendien is het een uitstalraam om spelers met meerwaarde te kunnen doorverkopen.”
Bij de club vangt BRUZZ op dat Anderlecht meer wil inzetten op spelers met groeipotentieel, die in de toekomst een financiële meerwaarde kunnen opleveren. Academy-producten en jonge talenten enerzijds en ervaren namen anderzijds moeten de club weer doen wedijveren met ploegen zoals Union, KRC Genk en Club Brugge.
Examen in de zomer
Bekerwinst tegen de aartsrivaal uit West-Vlaanderen kan vooral een welgekomen vertrouwensboost zijn. “Het echte examen komt in de zomer,” zegt Vandewalle. “Dan zal technisch directeur Renard moeten tonen hoe creatief hij is op de transfermarkt. De beker winnen kan de boel wel wat kalmeren en een klein beetje druk van de ketel afnemen.”
Voetbalmirakels bestaan, maar de klassieker tussen Club en Anderlecht is toch vooral voorspelbaar geworden: in de laatste vijf confrontaties moest paars-wit telkens het onderspit delven.
Daar heeft Roelant een verklaring voor. “Het grote probleem van Anderlecht is dat je met een ploeg zit zonder een paar vaste basisspelers die nooit door de ondergrens heen zakken.”
“Dat is het grote verschil met Club Brugge. Jonge spelers, of nieuwkomers uit een andere ploeg kunnen makkelijker worden ingepast omdat het geheel goed draait. Denk aan Kyriani Sabbe, Jorne Spileers of Joaquin Seys. Bij Anderlecht moeten jonge spelers meteen het geraamte van de ploeg vormen. Dat is oneerlijk. En voor spelers die matchritme missen zoals Hazard is er geen tijd om zich in te spelen omdat het water de club op sportief vlak nu al aan de lippen staat.”
Individuele foutjes
In topwedstrijden valt op hoe vaak spelers zich laten betrappen op individuele foutjes die cash betaald worden, terwijl het team met een chronisch scoringsprobleem kampt. Bekerwinst op 4 mei kan Anderlecht verzekeren van Europa League-voetbal tot de winter, maar daarmee is het statuut van
Belgische topclub nog helemaal niet teruggekeerd.
“Weer echt meestrijden voor de titel, dat moet de club ambiëren. Dan kan je toppers op hun hoogtepunt halen, je team rond hen bouwen,” zegt Boeckx. Tot het zover is, blijven voor de gewezen doelman veel vraagtekens overeind.
“De vraag is of je verdergaat met de huidige trainer Besnik Hasi of voor een ander profiel kiest, bijvoorbeeld. Dat moet toch
LA FINALE DE LA COUPE CONTRE BRUGES DÉCISIVE POUR LE RSC ANDERLECHT
snel uitgeklaard worden, zodat het spelsysteem en dus de nodige transfers duidelijk worden.”
Bekerwinst of niet: de kans is heel groot dat Anderlecht weer voor een seizoen staat waarin de club vooral moet zoeken naar de juiste puzzelstukken. “Het champagnevoetbal zal niet terugkeren,” denkt Frank Boeckx. “Misschien moet de Anderlecht-fan beseffen dat je niet nostalgisch kan blijven. De tijden zijn veranderd.”
FR La semaine prochaine, Anderlecht pourrait enfin rompre une disette de trophées qui dure depuis près de 3 000 jours. Pour cela, il faudra triompher du Club de Bruges en finale de la Coupe de Belgique. Les Mauves, outsiders face à leur rival historique, peuvent-ils renouer avec leur prestige d’antan ? Pour Frank Boeckx, ancien gardien du club : « Remporter la coupe ne suffira pas. Ce qu’il faut, c’est retrouver une stabilité et générer des revenus en Europe. Les supporters doivent accepter que l’époque glorieuse est derrière nous : les temps ont changé. »
EN Next week, the Belgian cup final gives RSC Anderlecht the chance to end a streak of almost 3,000 days without a trophy, although the record champion will be the underdog against arch-rival Club Brugge. Will the glory days for purple and white ever return? Former goalkeeper Frank Boeckx is clear: “We will not get stability by winning the cup. RSCA has to start earning pennies in Europe. There will be no return to champagne football. Maybe the Anderlecht fan needs to realise that you cannot remain nostalgic, that the times have changed.”
Flagey Vendôme Galeries Kunstberg
Oscillation :::TheWeather 01.05.25–04.05.25 Brussels oscillation-festival.be
ÁineO’Dwyer,AmberMeulenijzer,D’incise, DavidToop,JanaWinderen,MarjaAhti,NeleMöller, PatThomas,SacredRealism,SoumayaPhéline, SilviaTarozzi&DeborahWalker,TzuNi, VanessaRossetto,YaraMekawei&more. afestivalbyQ-O2
Teamlead BRUZZ radio
Ben je gepassioneerd door radio en weet je hoe je een team inspireert om straffe content te maken? Heb je een oor voor wat leeft in Brussel?
BRUZZ salesmedewerker
Ben je zowel administratief als communicatief sterk? Hou je van contact met klanten, advies verlenen, en kan je goed overweg met cijfers?
Lees zeker verder op BRUZZ.be/jobs
Een huisdier dat achterblijft in een brand, het is de nachtmerrie van elke dierenliefhebber. Met gezond verstand, rookmelders en een vluchtplan specifiek voor huisdieren kan gelukkig veel leed worden voorkomen. door Karen De Becker
Op 17 maart kwamen een vrouw en haar twee chihuahua’s om het leven bij een woningbrand in Ukkel. Door de extreme hitte van de uitslaande brand konden de hulpdiensten het pand niet direct betreden om haar en haar twee hondjes te redden. Toch doet de brandweer alles wat in haar mogelijkheden ligt om ook dieren uit een brand te redden. En dat moet ze best vaak doen, want volgens het Brussels Instituut voor Statistiek en Analyse (BISA) heeft één Brussels gezin op de vijf een kat en bijna één op de tien een hond.
Om de hulpdiensten attent te maken op de aanwezigheid van huisdieren, zijn er sinds 2018 ook in het Brussels Gewest stickers beschikbaar, met de boodschap ‘Brandweer, red ook onze dieren’. “Eigenaars van huisdieren kunnen ze op hun raam kleven, zo zijn de hulpdiensten op de hoogte. Ze zijn te verkrijgen aan het onthaal van onze hoofdkazerne aan de Helihavenlaan, maar ook bij gemeentediensten en online zijn ze te koop,” geeft Walter Derieuw, woordvoerder van de Brusselse brandweer, mee.
Derieuw wijst uitdrukkelijk op het belang van rookmelders, die verplicht zijn in alle woningen. “Die hebben al vaak hun nut bewezen. Dieren zijn trouwens erg gevoelig voor rook. Ook raden we aan om een vluchtplan op te stellen. Daarbij duid je iemand aan om het huisdier – dieren in een kooi of dieren aan de leiband – bij brand te evacueren. Oefen dat vluchtplan in, als een soort brandoefening.”
Dat lijkt allemaal evident als het om ‘gewone’ huisdieren gaat, maar wat als er bijvoorbeeld een slang in huis blijkt te zijn? “Is er een exotisch dier aanwezig, dan kunnen wij ons gespecialiseerde dierenteam oproepen om dat te vangen of te verwijderen,” vertelt Derieuw. “Al heb ik zelf tot nu toe geen weet van de aanwezigheid van slangen, leguanen of dergelijke dieren bij een brand.”
“Gebruik bij een brand vooral je gezond verstand, ook voor je huisdieren moet je een goed familiehoofd zijn,” geeft Derieuw mee. “Ga nooit terug een woning in op zoek naar je huisdier. Blijf op een veilige afstand en roep zijn of haar naam. Laat de hulpdiensten zeker weten dat er nog een dier in huis is. Katten en honden hebben trouwens meestal een schuilplaats die de eigenaar kent. En handel preventief: houd je dieren weg van kaarsen, barbecues of vuurkorven. En laat je hond zeker chippen, dat helpt om het diertje weer naar de juiste eigenaar te brengen mocht het weglopen.”
En wat met de brandverzekering?
“Een brandverzekering dekt materiële schade aan de woning en de inboedel,” zegt Peter Wiels van Assuralia, de Beroepsvereniging van de Verzekeringsondernemingen.
“Natuurlijk redden wij zowel mensen als huisdieren,” beklemtoont Derieuw. “Als we een search & rescue doen, wordt er ook naar dieren gezocht. Onze mensen weten hoe met dieren om te gaan. Indien nodig dienen we de dieren zelfs via een masker zuurstof toe of doen we een reanimatie.” Reanimeren gebeurt trouwens door lucht in de neus van het dier te blazen, niet in de bek.
• Plaatsgenoegrookmelders injehuis,diezijntrouwens wettelijkverplicht
• Steleenvluchtplanopvoorje huisdieren,enoefen dat
• Kleefeenstickeropjeraam, zodat dehulpdiensten weten dat erdiereninhuiszijn
“Huisdieren zoals katten en honden kunnen beschouwd worden als inboedel en verzekerd zijn in geval van een brand. Mocht je huisdier omkomen in een brand, dan wordt er gebruikgemaakt van tabellen om de waarde van het dier te bepalen. Het gaat om de dagwaarde, niet om de affectieve waarde. Het speelt dus geen rol of je kat al schoonheidswedstrijden won, en of je hond een competitiebeest is. Bij andere dieren bespreek je best met je makelaar of verzekeraar of ze kunnen worden opgenomen in de polis.”
Lees de hele reeks op BRUZZ.be/beestigbrussel
Erfgoed Brussel hinkt achterop in carilloncultuur
Vrijdag verzamelen beiaardiers van overal te lande in het Stadhuis en op de Grote Markt. Met veel luister wordt er tien jaar Unesco-erkenning van de Belgische carilloncultuur gevierd, al heeft Brussel zelf weinig reden om te feesten. Er is al jaren geen stadsbeiaardier meer en de stadsbeiaard is versleten.
door Bettina Hubo foto’s Saskia Vanderstichele
De smalle wenteltrap die leidt naar de beiaard in de zuidertoren van de SintMichiels- en Sint-Goedelekathedraal telt precies 285 onregelmatige en soms gladde treden. Aan het eind van de klim opent Thibaut Boudart, historicus en beheerder van de stadsvzw Tintinnabulum, de deur naar een vrij donkere, hoge torenkamer vol bronzen klokken, 49 in totaal.
Beneden hangen de grote kanjers, tot ruim drie ton. Ze blijken namen te hebben. “Maria, Gudula, Astrid, Philippe, Laurent en achterin Fabiola, de grootste,” wijst Boudart aan. Boven hangt nog een veertigtal kleinere, voor de lichte sprankelingen. Het is een machtig en oorverdovend
spektakel als plots Maria – 2,3 ton brons – met een forse hamerslag tot leven wordt gewekt. Samen met enkele kleinere klokken geeft ze voor de passanten beneden het eerste kwartier aan met een kort deuntje. “Alles gebeurt volledig automatisch,” legt Boudart uit. “Het computergestuurde speelmechanisme is zo afgesteld dat er elk kwartier een melodietje door de stad klinkt, op het uur gevolgd door de uurslag.”
De klokken kunnen ook manueel worden bespeeld. Tussen de zwaarste en de lichtere klokken in bevindt zich een smalle, houten cabine. Binnen staat een instrument met een stokkenklavier, te bedienen met de vuisten, en een pedaal. Elke stok is via een metalen kabeltje verbonden met de klepel van een van de
klokken, die door hun verschillende gewicht allemaal een andere toon hebben. Het is vanuit dit piepkleine en ’s winters bitterkoude hokje dat de beiaardiers, onzichtbaar voor het publiek, het carillon tijdens concerten laten klinken over de stad.
De bespeelbare beiaard ontstond vijfhonderd jaar geleden in onze contreien. De automatische was er zelfs eerder. In de veertiende eeuw hingen er in kerktorens en belforten al automatische speelwerken die de tijd ritmeerden. De eenvoudige melodietjes waren bedoeld als waarschuwing dat de uurslag er zat aan te komen. Vanaf begin zestiende eeuw werd er ook een klavier aan de klokken verbonden, zodat het een echt muziekinstrument werd. De beiaard werd
vooral een groot succes in de Lage Landen, het huidige België, Nederland en Noord-Frankrijk. Daarbuiten waren en zijn er veel minder carillons.
Ook Brussel heeft een opmerkelijk beiaardverleden. “In de zeventiende eeuw telde de stad er minstens acht, Brussel was toen een echte beiaardstad,” schetst Luc Rombouts, die promoveerde op het ontstaan van de beiaard en stadsbeiaardier is in Leuven en Tienen.
Dé stadsbeiaard bevond zich in de Sint-Niklaastoren, het toenmalige belfort van Brussel dat naast de Sint-Niklaaskerk stond, vlak bij de Grote Markt. “Het was een heel goed instrument, maar de toren stortte in bij het Franse bombardement in 1695,” vertelt Rombouts.
Te zware en valse klokken
De toren werd heropgebouwd en kreeg opnieuw klokken, nog zwaardere dan voorheen, want Brussel wilde andere steden de loef afsteken. De beiaard speelde voor het eerst in 1714, maar amper enkele maanden later begaf de toren het onder het gewicht van de klokken. Waarmee Brussel opnieuw zonder belfort en stadsbeiaard kwam te zitten.
In de anderhalve eeuw nadien werden er pogingen ondernomen voor een nieuwe stadstoren met beiaard, maar die strandden.
Pas eind negentiende eeuw, toen het Broodhuis op de Grote Markt heropgebouwd werd in neogotische stijl, kwam er in het torentje een nieuwe stadsbeiaard. Rombouts: “Die klonk echter zo vals, dat het carillon drie jaar later onttakeld werd.”
Het gros van de overige zeventiendeeeuwse beiaarden in Brussel bevond zich in kerken en kloosters. Zo hing er ook in die tijd een fors carillon in de Sint-Michielskathedraal, zegt Thibaut Boudart. “Het instrument werd tijdens de Franse revolutie geconfisqueerd. En honderdvijftig
De stadsbeiaard in de
jaar later, tijdens WOII, namen de Duitsers ook bijna alle klokken mee.”
Ook de andere kerkelijke carillons uit die tijd werden het slachtoffer van bombardementen, branden of confiscaties. Geen enkel overleefde het.
In de tweede helft van vorige eeuw kreeg Brussel opnieuw een aantal beiaarden. Zo lanceerde de Stad Brussel eind jaren vijftig een nieuw project voor de Sint-Michielskathedraal. De eerste
“Dat Brussel geen stadsbeiaardier heeft, is echt een gemiste kans”
Luc Rombouts
Beiaardexpert en stadsbeiaardier in Leuven en Tienen
klokken werden er in 1967 opgehangen en de beiaard werd, met aanzienlijke financiële hulp van de Belgische staat en de provincie Brabant, voltooid in 1975. “Precies vijftig jaar geleden dus,” zegt Boudart. “Ondertussen zijn het klavier en de metalen draadverbinding wel al versleten. Het instrument is dringend toe aan restauratie en modernisering.”
Ook het federaal parlement aan de Leuvenseweg kreeg in de jaren tachtig een carillon, een van het lichtere soort. “Eerst werd er een automatisch klokkenspel met negen klokjes geïnstalleerd, enkele jaren later kwamen er 28 klokken en een klavier bij,” vertelt Thierry Heyvaert, adviseur bij de Senaat die ook het carillon onder zijn hoede heeft.
Klagende rijkswachters
Boven op het dak van het Huis van de Parlementsleden hangen de klokken aan
twee rekken. Ertussenin staat de cabine van de carillonneur, die een geweldig uitzicht heeft over de stad.
Maar jarenlang werd dit instrument amper bespeeld, een straf verhaal. “De rijkswacht zat aan de overkant van de straat en die klaagde over verstoring van de communicatie,” legt Heyvaert uit. Na de verhuizing van de politie kocht het parlement het gebouw over. “In 2012 begonnen we opnieuw met regelmatige bespelingen.”
Jaarlijks organiseert het parlement acht concerten, telkens op symbolische dagen zoals het Irisfeest, de nationale feestdag, de opening van het parlementaire jaar en de feesten van de gemeenschappen. Ze duren precies drie kwartier en er worden afwisselend Nederlandstalige en Franstalige beiaardiers voor gevraagd. Ook de automatische beiaard, die hier alleen op het uur speelt, respecteert het taalevenwicht rigoureus.
De Brusselse stadsbeiaard hangt boven in de zuidertoren van de Sint-Michiels- en Sint-Goedelekathedraal.
Heyvaert toont een lijst met alle melodieën. Elke dag klinken er vier verschillende liedjes, twee Franstalige en twee Nederlandstalige. Dit trimester zijn dat bijvoorbeeld het ‘Lied van mijn land’ en ‘Meunier, tu dors’.
Behalve de concertbeiaarden in de kathedraal en het parlement telt
Brussel tegenwoordig nog drie beiaarden die alleen automatisch spelen. Het zijn de kleine carillons in de Finisterraekerk en het gemeentehuis van Sint-Pieters-Woluwe, en de bij toeristen erg populaire beiaard aan de Kunstberg met zijn reusachtige uurwerk, zijn twaalf historische
figuurtjes en zijn jaquemart, die boven op de arcade het uur slaat.
De figuurtjes horen te draaien, maar deden dat al geruime tijd niet meer. Daarom zijn ze onlangs uit hun nissen gehaald en worden ze nu in Holsbeek gerestaureerd door de gespecialiseerde firma Clock-o-matic.
Belegen reputatie
Na een periode van verval in de negentiende eeuw bloeide de beiaardcultuur begin twintigste eeuw vanuit Mechelen weer op. Toch had beiaardmuziek eind vorige eeuw
“Mensen zeggen me vaak: ‘Alles lijkt vrolijker als de beiaard klinkt’”
Luc Rombouts
Beiaardexpert en stadsbeiaardier in Leuven en Tienen
bij het grote publiek een enigszins belegen reputatie, zegt Rombouts. “Dat veranderde rond de eeuwwisseling toen er een nieuwe dynamiek ontstond.” Beiaardiers beperkten zich niet langer meer tot het klassieke repertoire, maar vulden dat aan met popsongs en muziek afgestemd op de actualiteit.
Op de torenbeiaarden ging men creatief aan de slag om het publiek meer bij het carillon te betrekken. Zo ontstonden in studentenstad Leuven de erg succesvolle beiaardcantussen en in Brugge mochten de Bruggelingen zelf op de beiaard hameren tijdens een kakofonieconcert. In verschillende steden kunnen de inwoners het repertoire van de automaat tegenwoordig mee bepalen, wat onlangs in Gent nog leidde tot een relletje omdat er te weinig volksliedjes op de keuzelijst stonden.
Daarnaast werd er ingezet op frequente bespelingen. Rombouts: “In Antwerpen, Brugge en Mechelen zijn er het hele jaar door drie bespelingen per week en voorts zomerconcerten. Ook in Leuven speel ik
Het federaal parlement kreeg in de jaren tachtig van de vorige eeuw een carillon, een van het lichtere soort.
zelf drie tot vier keer per week op de verschillende carillons. In kleinere gemeenten speelt de beiaard vaak wekelijks tijdens de markt.”
Mede dankzij die nieuwe dynamiek in Vlaanderen en ook in Wallonië, waar de budgetten soms iets kleiner zijn, werd de beiaardcultuur in België in 2014 erkend door Unesco. Die erkenning, waarvan de tiende verjaardag vrijdag
gevierd wordt, leidde opnieuw tot een impuls.
Wat bij die ontwikkelingen opvalt: Brussel hinkt achterop. De huidige stadsbeiaard van Brussel is het carillon in de Sint-Michielskathedraal. Bij de bouw, vijftig jaar geleden, werd afgesproken dat de Stad zou instaan voor de bespeling en de beiaardier. Maar een vaste, wekelijkse bespeling is er niet. “Er zijn alleen de
De beiaard aan de Kunstberg is erg populair bij toeristen, met zijn reusachtige uurwerk en zijn twaalf historische figuurtjes, die onlangs uit hun nissen werden gehaald voor restauratie.
zondagmiddagconcerten – vooral in de zomer en in december en afwisselend met Franstalige en Vlaamse beiaardiers –waarvoor amper publiciteit wordt gemaakt.. De afgelopen jaren kwamen er wel drie extra bespelingen bij tijdens Winterpret.
“Voor het overige gebeurt er op beiaardvlak weinig in Brussel,” constateert Rombouts, die ook medevoorzitter is van het Belgian Carillon Heritage Committee, dat elk jaar een rapport schrijft over de beiaardwerking in de drie gewesten. “Het grote manco van Brussel is dat er geen vaste stadsbeiaardier is, zoals in veel andere Belgische steden.”
Die was er wel: van 1980 tot 2000 besteeg beiaardier Paula Van de Wiele – uit Mons maar perfect tweetalig – wekelijks de zuidertoren van de kathedraal voor een uurtje torenmuziek. Na haar overlijden werd ze niet vervangen en werd het instrument nog amper bespeeld. Tot de Vlaamse en Waalse beiaardvereniging in 2005 het initiatief namen om, samen met de Stad en de kathedraal, een vzw op te richten, Tintinnabulum, voor het beheer van het carillon en de organisatie van de concerten.
“Dat is niet hetzelfde als een stadsbeiaardier,” zegt Rombouts. “Je moet iemand hebben die zich identificeert met het instrument, die het promoot en er een
gezicht aan geeft. Een stadsbeiaardier kan lezingen geven, torenbezoeken animeren en kleine reparaties uitvoeren. Zo iemand zou voorts het restauratiedossier voor de beiaard vooruit kunnen helpen.”
Ook binnen Tintinnabulum gingen er de laatste jaren, vooral aan Nederlandstalige zijde, stemmen op om één vaste titularis, of een duo, te benoemen. “Ik heb daar inderdaad voor gepleit,” zegt Carl Van Eyndhoven, stadsbeiaardier in Tilburg en lid van Tintinnabulum. “Brussel verdient een gerestaureerd instrument dat wekelijks wordt bespeeld.”
Op zijn verzoek werd niet ingegaan. Een aantal andere leden verkiest immers de huidige manier van werken, met een afwisseling van Franstalige en Nederlandstalige beiaardiers. Dat is bijvoorbeeld het standpunt van Tintinnabulum-beheerder Thibaut Boudart. “Wij stellen liever geen beiaardier voor het leven aan, met alle prestige die daarbij hoort. Brussel is een tweetalige, diverse en multiculturele stad en er zijn ondertussen ook veel beiaardiers. Het carillon moet openstaan voor iedereen.”
Meer bespelingen of concerten dan nu acht hij niet mogelijk met de huidige stadssubsidie – 2.500 euro plus nog 1.000 euro voor Winterpret.
De Stad zelf, die de vzw officieel voorzit, houdt voorlopig de boot af. Het kabinet van de burgemeester laat weten dat een stadsbeiaardier niet mogelijk is om financiële redenen, “te meer daar de tweetaligheid van de stad en de vzw vereist dat er een Franstalige en Nederlandstalige wordt aangeduid”.
“Een gemiste kans voor de stad,” vindt Luc Rombouts. “Uit eigen onderzoek blijkt dat mensen de stad mooier en aangenamer vinden als het carillon speelt. Beiaardmuziek verbindt en brengt sfeer. Mensen zeggen me vaak: alles lijkt vrolijker als de beiaard klinkt.”
Op 25 april is er de viering van tien jaar Unesco-erkenning, met beiaardconcerten om 11 uur in de SintMichielskathedraal en om 12 uur in het federaal parlement. Daarna is er animatie met mobiele beiaarden op de Grote Markt. Om 14 uur feestzitting in het Stadhuis met o.a. Rik Van Cauwelaert over de rol van beiaardmuziek in het België van vandaag.
FR Vendredi, des carillonneurs de tout le pays ont investi l’Hôtel de Ville et la Grand-Place pour fêter le dixième anniversaire de la reconnaissance du carillon belge par l’Unesco. Tradition vivante en Flandre et en Wallonie, le carillon a marqué l’histoire de Bruxelles : au XVIIe siècle, la ville comptait au moins huit carillons, aujourd’hui disparus. Au XXe siècle, quelques instruments ont été installés, notamment à la cathédrale Saint-Michel, au Parlement fédéral et au Mont des Arts. Le carillon de la cathédrale est désormais l’instrument officiel de la ville, mais il est usé et Bruxelles n’a plus de carillonneur attitré.
EN On Friday, carillonneurs from all over the country will gather at City Hall and the Grand Place to celebrate ten years of UNESCO’s recognition of Belgian carillon culture. In the seventeenth century, Brussels had at least eight carillons but none have survived. The second half of last century saw the arrival of several new carillons, like the concert carillons in the Saint Michael and Saint Gudula Cathedral and the Federal Parliament as well as the automatic carillon on Kunstberg/Mont des Arts. But the city’s carillon in the cathedral is in dire need of restoration, nor has there been a permanent city carillonneur for years.
‘Mijn
Woensdag start in Montenegro het Europees kampioenschap judo. De eerste grote krachtmeting voor Toma Nikiforov (32) uit Schaarbeek, die pas sinds dit jaar een gewichtsklasse hoger speelt dan voorheen.
door Eva Christiaens
“Toma is nooit gepusht in sport. Dat werkt averechts, wist zijn vader goed.” Trainer Alain De Greef kent Nikiforov al sinds zijn geboorte, hij is zijn peetoom. Vader Nikolay Nikiforov, gewezen judoka, sloot zich na zijn vertrek uit Bulgarije in 1991 aan bij Judo Royal Crossing Club in Schaarbeek. Zijn vrouw volgde en het koppel kreeg twee zonen, Toma en Dylan. Ze werden ingeschreven in De Greefs club. “Toma volgde ook zwemles, tennis en zelfs theater,” weet de trainer nog. “Een multitalent, maar vooral een doorzetter. Een vechter.”
De keuze voor het judo dankt Nikiforov aan zijn zwemleraar, die hem aanraadde te specialiseren in één vak. “Tennis was te duur en zwemmen vond ik eentonig. Bij judo vecht je niet tegen de klok, maar tegen een ander persoon,” vertelt Nikiforov daar zelf over. “Ik hou van die variatie en het menselijke contact. En de judoclub was vlak bij huis.”
Vijftien jaar later is Toma Nikiforov nationaal bekend. Na zijn middelbare school kreeg hij een contract bij de Franstalige sportliga Adeps, in zijn legerstage kreeg hij de bijnaam kalasjnikiforov. Nog altijd is hij daar eliteatleet. Hij won brons op het wereldkampioenschap van 2015 en twee keer goud in Europa de jaren nadien. Een Olympische medaille nog niet: in Rio, Tokio en Parijs raakte Nikiforov nooit voorbij de voorrondes. “Natuurlijk was ik teleurgesteld na Parijs,” zegt hij over de laatste Spelen, waar hij na één kamp naar huis moest. “Ik dacht aan stoppen, maar de Belgische en Bulgaarse ploeg bleven me vragen voor grote toernooien. Lang stilzitten is niets voor mij.”
Nikiforov nam wel rust met zijn familie, de rode draad door zijn leven. In tatoeages eert hij hen als trouwste supporters en afgelopen najaar werd hij voor een tweede keer papa. “Ik haal de medailles binnen, maar eigenlijk zijn die voor mijn vrouw. Zij houdt alles draaiende,” vertelt Nikiforov, die de helft van het jaar in het buitenland traint. “Mijn tijd thuis spendeer ik voor tachtig procent met mijn gezin.” Daarbuiten gaat hij weleens pokeren “om zijn geduld te trainen” of springt hij binnen bij zijn oude club. “Maar ik ben geen vijfentwintig meer. Opwarmen duurt langer dan vroeger en ik haat het eindeloze stretchen.”
“Het voortdurende diëten maakte me nerveus en geïsoleerd”
sommigen wegen tot wel 160 kilogram. Spierkracht is heel belangrijk,” zegt trainer De Greef. “Toma’s voordeel is dat hij lang in tegen lagere gewichten heeft gevochten. Daar leer je explosief te zijn. Hij beheerst het tactische spel uitstekend.”
Om blessurekansen te beperken besloot Nikiforov na de ontgoocheling van Parijs voortaan in een gewichtsklasse hoger te vechten. “Het voortdurende diëten maakte me nerveus en geïsoleerd. Ik zei verjaardagen en barbecues met vrienden af omdat één glas cola al te veel kon zijn,” vertelt hij. Sinds januari vecht hij alleen nog met tegenstanders boven de honderd kilo. “Niet simpel,
Nikiforov schommelt nu rond de 115 kilogram en mikt in Montenegro op een medaille. In juni volgt zijn eerste WK als zwaargewicht. Intussen wacht al een nieuwe Brusselaar op de tatami: Yves Ndao uit Ukkel. Het 23-jarige zwaargewicht staat vijftig plaatsen onder Nikiforov in de wereldranking. “Ze zijn aan elkaar gewaagd,” zegt De Greef. In theorie komen ze elkaar dit EK niet tegen in de voorrondes. Zaterdag moeten ze daar eerst opboksen tegen Russische, Franse en Duitse topfavorieten. Zondag vechten ze samen voor de Belgische ploeg. Nikiforov: “Yves en ik komen uitstekend overeen. Met de juiste teamspirit is alles mogelijk.”
In Sporting Flagey zoekt BRUZZ een interessant verhaal uit de Brusselse sportwereld.
Big City
zoekt elke week een antwoord op een lezersvraag, deze week van Louisa uit Elsene.
door Luana Difficile
Vraag Romain De Reusme (PS), de burgemeester van Elsene, tweette op 1 april een foto van zichzelf met een krokodil. “Na 18 jaar hebben we hem eindelijk gevangen.” Welk verhaal is precies de aanleiding geweest voor deze aprilgrap, dat wil Louisa uit Elsene weleens weten.
Antwoord Het monster van Loch Ness kennen we allemaal, maar het scheelde niet veel of ook Brussel was een soortgelijke mythe rijker. Niet over een monster ergens in een meer diep in Schotland, wel over een krokodil in de vijvers van Elsene.
Het verhaal begint in de winter van 2007. Op een avond, tijdens het maken van een ommetje rond de vijver, merkte een bewaker iets vreemds op. Hij zag iemand een reptiel van ongeveer een meter lang uit een doos halen aan de rand van een van de vijvers, waarna hij het dier in het water liet glijden. Ingrijpen kon de bewaker niet, want bewakers hebben niet de bevoegdheid om iemands identiteit te vragen.
Hij meldde het voorval wel meteen aan de politie en andere bevoegde instanties. Zo werd ook het gemeentebestuur snel ingelicht. Toenmalig burgemeester Willy Decourty (PS) gaf toen deze reactie aan een van onze journalisten: “Het is mogelijk dat er een alligator in de vijvers zit. Ik heb getwijfeld omdat veel mensen zeiden dat het een grap is. Het is surrealistisch, maar ik wil toch geen risico nemen.”
Plots begonnen de wildste verhalen de ronde te doen. Niet alleen het gemeentebestuur, ook de politie voelde zich genoodzaakt in te grijpen. Bewoners die zijn ogen zouden hebben gezien in het
donker of de veronderstelling dat er sinds het voorval minder eenden en ganzen in de vijver te spotten vielen. Wandelaars durfden hun hondje niet meer uit te laten, en al zeker niet even verpozen op een bankje met de kinderen na school. Er werd ook gretig gespeculeerd over welk dier het zou kunnen zijn. Indien het om een krokodil ging, bestond de kans dat het dier niet lang zou overleven in het koude water, aangezien sommige soorten enkel kunnen gedijen in subtropische wateren. Andere soorten kunnen zich wel aanpassen aan de temperatuur van het water, door bijvoorbeeld in een soort van winterslaap te gaan. Was het een alligator, dan was de kans groter dat het dier in het water overleven kon.
Rekening houdend met al die factoren kon de politie niet anders dan echt op zoek te gaan naar de vermeende bewoner. Verspreid over een periode van een jaar volgden acties met verschillende soorten bootjes: van schijnen met grote lichten op het wateroppervlak, tot de bodem van de vijvers uitkammen. Na de zoveelste zoekactie zonder resultaat, werd de zoektocht naar de ‘Ixellinator’ stopgezet.
Conclusie Bijna twintig jaar geleden werd maandenlang gedacht dat iemand een krokodil of alligator had achtergelaten in de vijvers van Elsene. Na verschillende zoekacties werd het reptiel nooit gevonden.
Ook een vraag?
Stel je vraag en stem op BRUZZ.be Bekijk en lees antwoorden op BRUZZ.be/bigcity
Wat als de Brusselse ketten het voor het zeggen hadden in onze stad? In KetComité kruipen leerlingen in de rol van de jeugdraad van hun gemeente.
Ontdek wat zij willen veranderen aan Brussel op BRUZZKet.be
RADIO RADZINSKI
BRUZZ duikt samen met Peter Smeets in zijn paars-witte verleden. Zeven jaar lang begeleidde hij spelers als Romelu Lukaku, Leander Dendoncker en Youri Tielemans.
Beluister de podcast op BRUZZ.be of in je favoriete podcast-app
In ‘Onze stad’ pikt een jonge bekende Brusselaar – onder anderen acteur Tijmen Govaerts - een oudere man/vrouw uit de wijk op voor een wandeling. Elke dinsdag van mei in BRUZZ 24
Naam: Sonny
Gemeente: Anderlecht
Woont samen met: mama, papa, twee zussen en een broer
Huisdier: Bob, een albinokonijn
Elke week deelt een ket zijn of haar favoriete plek in Brussel om rond te hangen. Sonny, geboren in Lima, kiest voor het Astridpark in Anderlecht. Daar observeert hij het liefst de eenden en de zwanen in de vijver. “Ik mis mijn familie. Ik woon hier met mijn gezin, maar de rest van mijn familie woont nog steeds in Peru.”
door Emilia De Feyter foto Saskia Vanderstichele
Waarom is het Astridpark zo bijzonder voor jou?
Je kunt hier veel spelen, bijvoorbeeld rond het rad draaien totdat je hoofdpijn hebt, in het touwenparcours klimmen, of een koerswedstrijd houden met de fiets. Je kunt ook makkelijk nieuwe vrienden maken. Ik kom zeker elke week, dikwijls om de eendjes en de zwanen in de vijver te bekijken.
Wat zou de plek nog leuker maken?
Nog meer eenden en zwanen. Mijn lievelingsdier is een schildpad. Ik hou van onderwaterdieren, vooral omdat schildpadden zich zo goed kunnen beschermen met hun schild. Ik heb een video gezien waarin werd uitgelegd dat schildpadden sterker zijn dan haaien. Al zijn ze niet fysiek sterker, maar meer defensief.
Ik zou graag schildpadden in het park zien, maar ik denk niet dat dat goed is voor hen. Er is onder water niet genoeg voedsel voor schildpadden en de mensen zouden ze kunnen meenemen.
In welk leerjaar zit je?
Het zesde leerjaar. Vroeger zat ik op een andere school, maar ik moest daar weg omdat ze me pestten. De leerkrachten wisten het, maar er veranderde niets. Dat was vooral toen ik in het vierde leerjaar zat. Gelukkig is het nu beter en wordt er niet meer gepest. Ik ben nu de oudste en voel me dus sterker.
Ik kan niet tegen pesten, het maakt je verdrietig, je speelt niet meer mee en je moet vaak wenen. Het blijft maar duren.
Ga je weer graag naar school nu?
Ja, ik studeer goed en heb goede punten. De leerkrachten zijn vriendelijk en roepen niet, zoals in andere scholen.
Wat doe je nog tijdens de week?
Ik ga naar de kerk, want ik ben katholiek. We bidden er en luisteren naar de priester. Het is in het Spaans en in het Frans. Ik spreek Spaans, want ik ben geboren in Peru, in Lima en verhuisde naar België toen ik vijf jaar oud was.
Wat vond je ervan om te verhuizen?
In België kan ik goed studeren, beter dan in Peru. In Peru zijn er minder mogelijkheden voor een goede job.
Wat mis je soms?
Ik mis mijn familie. Ik woon hier met mijn gezin, maar de rest van mijn familie woont nog steeds in Peru. Wat me ook opvalt, is dat kinderen hier niet zomaar buiten op straat kunnen spelen. Het is te gevaarlijk. In Peru spelen kinderen altijd buiten.
Wat is het meest waardevolle dat je bezit? Mag het een mens zijn? Mijn oma en mijn mama zijn het belangrijkst voor mij. In de zomervakantie ga ik soms twee maanden naar mijn oma in Peru. Niet elke zomer, alleen als we genoeg geld hebben. Dan gaan we met het hele gezin naar Peru.
Wil jij ook je favoriete plek tonen?
Dat zou heel leuk zijn. Stuur een mailtje naar ket@bruzz.be en een journalist neemt contact met je op.
Ik eet het liefst ceviche. Je moet dat wel in Peru eten. Ik heb het eens in België gegeten, maar de vis was niet zo lekker. De sauzen zijn anders, en niet zo lekker als die in Peru. Verder eet ik ook graag churros, tortilla en pannenkoeken.
Roblox. Ik deel een smartphone met mijn zus. Ik gebruik het voor TikTok en muziek, maar ook om Roblox te spelen met mijn vrienden. Het is een soort spel waar je kunt vechten, parcours kunt doen, of een avonturenspel.
Later wil ik architect worden. Ik hou van tekenen en bouwen, en ik kan goed rekenen. Elke zaterdag ga ik naar Tada, waar we ons voorbereiden op de toekomst en nadenken over wat we later willen doen. Bij Tada leren we ook over andere beroepen, zoals advocaat, leraar of archeoloog.
Kunstenaar met een beperking Matilde Carli debuteert bij Art et Marges
‘Ik teken het liefst de bergen, de zee, de heuvels’
Elke weekdag komt de Brusselse kunstenaar Matilde
Carli thuis in Ateliers Indigo, een creatieplek voor kunstenaars met een mentale beperking. Nu treedt ze voor het eerst naar buiten met haar werk in een groepstentoonstelling bij Art et Marges. “Ik vertrek altijd van een foto of een beeld in mijn hoofd.”
Tentoonstelling Kunstenaar met een beperking Matilde Carli debuteert bij Art et Marges
Een potlood krast over een vel papier, de verf wordt bovengehaald en de eerste schetsen krijgen vorm. Op een maandagochtend heerst er een geconcentreerde stilte onder het zestal kunstenaars in de studio voor beeldende kunsten van Ateliers Indigo. Aan een centrale tafel, badend in het ochtendlicht, zit ook Matilde Carli (26) te tekenen. Met haar telefoon in de ene hand en een potlood in de andere brengt ze de wolken van een foto tot leven op papier. “Ik voeg elementen uit verschillende afbeeldingen samen,” legt ze uit. “De wolken uit de ene foto vermeng ik met de bergen op een andere foto en de kleuren van de zon uit weer een ander beeld. Vaak weet ik nog niet hoe mijn tekening of schilderij eruit zal zien op het moment dat ik de foto maak. Pas wanneer ik in het atelier zit, beslis ik wat ik die dag ga tekenen. Vandaag is dat een berglandschap, dat ik op een T-shirt van mijn moeder wil laten drukken.”
Carli is een van de twintig kunstenaars met een mentale beperking die een thuisbasis vinden in de atelierwerking van Ateliers Indigo aan het Jubelpark. Binnenkort zal ze deelnemen aan een groepstentoonstelling bij Art et Marges, het museum in de Hoogstraat dat al bijna veertig jaar tentoonstellingen organiseert van artiesten die zich in de marge van de kunstenscene bevinden.
“Ateliers Indigo is ontsproten aan de kunstlessen van Ateliers ArtsCade,” vertelt coördinator Christophe Lux. “Omdat de beperkte lesuren de artistieke honger van sommigen niet konden stillen, was er behoefte aan een meer toegewijde ruimte voor wie serieuze stappen in de kunst wilde zetten. Daarom openden we in 2015 een apart atelier, waar kunstenaars met een beperking de ruimte en ondersteuning krijgen van een team van professionele
kunstenaars, dat hen opleidt in de beeldende kunsten, podiumkunsten of muziek. Er is plaats voor een twintigtal residenten, die in principe zo lang mogen blijven als ze willen. Omdat we al een wachtlijst hebben, herbekijken we wel af en toe of er een plek kan vrijkomen.”
De missie van Ateliers Indigo reikt verder dan het aanbieden van een creatieplek. De organisatie wil de artistieke groei van kunstenaars met een mentale beperking bevorderen door hun werkomstandigheden te optimaliseren, hun werk actief te promoten en hun professionele kansen te bieden in de kunstwereld middels tentoonstellingen of optredens. Bovenal is het ook een levendige ontmoetingsplek, waar creatieve geesten elkaar inspireren. Voor Matilde Carli is Ateliers Indigo uitgegroeid tot een noodzakelijke uitvalsbasis voor haar artistieke ontwikkeling. “Ik ben opgegroeid in Italië en woon sinds mijn tiende in Brussel,” vertelt ze. “Na de middelbare school ben ik bij Ateliers Indigo terechtgekomen dankzij een tip van een leerkracht. Eerst combineerde ik tekenen met vrijwilligerswerk in een crèche, maar uiteindelijk koos ik ervoor om me volledig op mijn kunst te concentreren. Ik kom hier elke weekdag.”
Al van kindsbeen af is kunst een enorme passie van Carli. “Thuis zat ik vaak te tekenen. Mijn grootmoeder had een speciale kunstkamer, daar heb ik uren met mijn tante doorgebracht. Het liefst van al beeld ik de natuur af: de bergen, de zee, heuvels ...” Ze bladert door haar tekenblok, dat baadt in de felle kleuren. “Ik vertrek altijd van een foto of een beeld in mijn hoofd. Vooral in de omgeving van mijn grootmoeders huis op het Italiaanse platteland vind ik inspiratie. Het uitgestrekte landschap en de horizon daar vind ik prachtig. Af en toe teken ik ook vanuit mijn herinneringen, zoals die ene
“Kunstenaars met een beperking creëren verrassend sterke kunst die al te vaak onopgemerkt blijft”
Christophe Lux Coördinator Ateliers Indigo
keer dat ik als kind een bambi zag in een bos aan zee. Die plek is me altijd bijgebleven.”
Leren van filmpjes
Coördinator beeldende kunst Corinne Chotycki spreidt Carli’s schilderijen en tekeningen uit. “Matilde heeft een unieke manier om de beweging van een landschap te verbeelden,” zegt ze, “zoals de wind die door een landschap waait, het ritme van de golven of de neerwaartse dans van de regen. Ze legt de pure sensatie vast.”
Met een gedurfd kleurgebruik en abstracte vormen verweeft Carli haar observaties van de werkelijkheid. Daarbij wordt ze voortdurend gestimuleerd door de docenten van Ateliers Indigo, die haar niet alleen voorzien van hoogwaardige materialen, maar haar ook introduceren in diverse technieken. Zo wisselt ze af
terechtgekomen dankzij een tip van een leerkracht. maar nu concentreer ik me volledig op mijn kunst.”
tussen potlood, acrylverf en oliepastel. “Sommige methodes heb ik al doende geleerd of via de filmpjes van Art Attack (een Italiaans televisieprogramma, red.),” zegt Carli. “Maar ook hier steek ik veel op. Mijn favoriete leraar, Adrien, liet me eindeloos oefenen met observaties van mijn hand. Ik tekende elke lijn, elke ader, de huid als een landkaart.”
Om de kunstenaars te begeleiden, kiest Ateliers Indigo bewust voor kunstenaars met een actieve artistieke loopbaan. “Wij zijn geen opvoeders, psychiaters of verpleegkundigen. We ondersteunen hen in de eerste plaats als kunstenaars,” zegt Lux. Corinne Chotycki, een van de achttien kunstenaars in het team, vult aan: “Ieder van ons heeft zijn eigen specialiteit, van videokunst tot keramiek, waardoor de kunstenaars begeleiding kunnen krijgen in het medium dat hen het meest aanspreekt. Die diversiteit aan artistieke visies stelt hen bovendien
in staat om zelf te kiezen wat ze oppikken, zonder in een bepaalde richting te worden gestuurd.”
De wereld heruitvinden
Regelmatig krijgt Ateliers Indigo bezoek van curatoren, wat kan leiden tot mooie kansen. Zo benaderde museum Art et Marges het atelier met de vraag om werk in te zenden voor de nieuwe groepstentoonstelling Aussi loin qu’ici, die onderzoekt hoe kunstenaars de wereld om zich heen beleven en heruitvinden. “We stuurden het portfolio van enkele kunstenaars op, en Matildes schilderijen vingen meteen hun interesse,” zegt Chotycki. “Ze waren vooral geïnteresseerd in de rol die reizen inneemt in haar werk, aangezien Matilde vaak vertrekt van foto’s die ze op vakanties maakt.” De vijf geselecteerde werken draaien rond beweging en onderweg zijn, in haar landschappen verweeft ze details met weidse panorama’s en brengt ze kleur naar de voorgrond. “Het zijn niet zomaar kopieën van de foto’s,” benadrukt Corinne, “maar interpretaties die het originele beeld overstijgen. Ze roepen vragen op over de structuur van het landschap. Hoe valt de regen? Hoe vertaal je dat naar een beeld?”
Niet alleen voor Carli, maar ook voor Ateliers Indigo is de tentoonstelling een belangrijke erkenning. Het wil namelijk een katalysator zijn, die kunstenaars met een beperking een volwaardige stem en zichtbaarheid geeft in de kunstwereld. Chotycki: “We verzetten ons tegen labels als ‘art brut’ (een term die verwijst naar autodidactische kunstenaars die buiten de gevestigde kaders van de formele kunstwereld opereren, red.), want we
MENTAL ET CRÉATION : MATILDE CARLI CHEZ ART
geloven dat deze kunst net als alle kunst gezien en besproken zou moeten worden. Matilde is een prachtig voorbeeld van een kunstenaar die een verfrissende manier van kijken aanreikt. Ze heeft sterke affiniteiten met hedendaagse schilders als Harold Ancart en perfectioneerde jarenlang haar eigen manier om de wereld om zich heen te observeren, analyseren en reconstrueren.”
Het vergt tijd om naam te maken als kunstenaarswerking, maar na tien jaar treedt Ateliers Indigo steeds meer naar buiten, met een groeiend netwerk en een reeks veelbelovende projecten in het verschiet. “Zo publiceren we binnenkort een eerste kunstboek, van Clara Dupont, hosten we regelmatig shows op Kiosk Radio en verzorgen we de scenografie voor de nieuwe voorstelling van choreograaf Lara Barsacq,” vertelt Lux. “Daarnaast is er een expo van Jean Everarts gepland in Recyclart en verwelkomt Les Halles in Schaarbeek een groepstentoonstelling van het collectief. Zo ondersteunen we de kunstenaars niet alleen met het oog op nieuw werk, maar bieden we hun ook een podium voor hun talent. Kunstenaars met een beperking creëren vaak verrassend sterke kunst die net zo vaak onopgemerkt blijft of slechts als een hobby wordt beschouwd. Onze intentie is om de wereld bewust te maken van de kwaliteit van de creaties van onze kunstenaars en hun een netwerk aan te bieden, zodat hun werk de erkenning krijgt die het verdient.”
De tentoonstelling Aussi loin qu’ici loopt van 24/4 tot en met 29/3 in Art et Marges, artetmarges.be
FR Chaque semaine, Matilde Carli crée aux Ateliers Indigo, un espace bruxellois dédié aux artistes en situation de handicap mental. Elle dévoile pour la première fois son travail dans l’expo collective Aussi loin qu’ici, à Art et marges. « Je pars toujours d’une image dans ma tête, dit-elle. L’inspiration me vient de la campagne italienne où vivait ma grand-mère. » Christophe Lux, coordinateur des Ateliers, souligne : « Les artistes en situation de handicap produisent une œuvre d’une force étonnante. Il est temps qu’ils obtiennent la reconnaissance qu’ils méritent. »
ARTIST WITH A DISABILITY MATILDE CARLI MAKES HER DEBUT AT ART ET MARGES
EN Bodytekst samenvatting
EN Matilde Carli spends every weekday at Ateliers Indigo, a creative place for artists with mental disabilities. Now she is showing her work to the public for the first time in Art et Marges’ new group show Aussi loin qu’ici. “I always start from a photo or an image in my head,” Carli explains. “I find a lot of inspiration at my grandmother’s house in the Italian countryside.” “Artists with disabilities create surprisingly strong art that too often goes unnoticed,” says Christophe Lux, coordinator of Ateliers Indigo. “We want them to get the recognition they deserve.”
‘Jij
“Hoe verklaar je de groeiende belangstelling van de samenleving voor bdsm*?” Die vraag werd me onlangs gesteld. Om hierop te kunnen antwoorden, moet ik de stripclubs even links laten liggen en mijn ervaring bespreken als domina, maar vooral ook als beoefenaar.
Ik ben domina geworden omdat ik anderen de voordelen wilde laten ervaren van disciplines die ik al jarenlang beoefende als ontvanger: wax play (hete was op de huid), impact play (met name zweepslagen en spanking, slaan op de billen), shibari (vastgebonden worden met touw), trampling (over je heen laten lopen), breath play (de ademhaling beperken), enzovoort.
Door die praktijken kan ik in de categorie ‘masochiste’ worden geplaatst. Let op: ik zei ‘masochiste’, niet ‘onderworpene’.
Als je dat woord uitspreekt, stuit je meestal op onbegrip. Mensen snappen niet dat je betaalt om iets vervelends te ondergaan. Ik ook niet! Want het inhuren van een domina of dominant
“Vrijwillige, gecontroleerde pijn leidt tot een diepe ontlading”
draait daar helemaal niet om. Het doel is om je goed te voelen.
Tijdens een bdsm-sessie bepaal ik als ontvanger wat er gebeurt. Er is voortdurend communicatie en we zorgen ervoor dat de pijn niet boven een drempel komt die ik niet zou accepteren. Mijn doel is ontspanning.
Het is zoals afzien in de fitness. Het is een pijn “die goed doet”. Zeker, op het moment zelf doet het pijn, maar achteraf ben je ontspannen en heb je het gevoel dat je zweeft dankzij de vrijgekomen endorfines.
Hetzelfde gebeurt wanneer je een Chinese massage boekt en de masseur zijn ellebogen en duimen in je lichaam drukt. Een kortstondige
La Morrigasme
is een erotisch performer, paaldansdocent en in hun vrije tijd ook domina. Hen treedt op in burlesque- en dragcabarets, op culturele festivals, undergroundraves en privéfeesten, in nachtclubs en stripclubs, en dat zowel in België, Brussel als het buitenland. Hun is altijd geëngageerd, fel feministisch en fier queer, met als slogan ‘Le cul au service de l’ARTivisme’. Instagram: la.morrigasme
kwelling gevolgd door diepe ontspanning. Eigenlijk volgt een sessie bij een domina of dominant precies dezelfde logica: vrijwillige, gecontroleerde pijn die leidt tot een diepe ontlading.
Als je weleens bent gaan hardlopen, ken je precies het gevoel dat ik ervaar tijdens een zweepsessie. Zo simpel is het.
De groeiende populariteit van die praktijken verklaar ik op meerdere manieren:
- Ten eerste: het taboe dat afbrokkelt, het feit dat er vrijer over wordt gesproken in de media (bedenk wel dat Fifty Shades of Grey géén realistische weergave is van bdsm, net zomin als Fast & Furious een documentaire is over verkeersregels).
- Ten tweede: de stress in onze hedendaagse maatschappij. Het is niet verwonderlijk dat velen van ons de behoefte voelen om alles los te laten, om ons over te geven aan iemand die we vertrouwen en om gewoon te ontvangen. Ik boek een bdsm-sessie zoals anderen een massage. Want vaak is een massage niet voldoende om de stress en spanningen van het dagelijkse leven te verdrijven, en zijn zweepslagen veel effectiever.
Wanneer we onder extreme druk staan, zijn radicale oplossingen nodig.
Wat het label ‘onderworpene’ betreft, daar herken ik me niet in. Als ik me overgeef, wannéér, hoe en met wie ik dat wil, ben ik dan echt ‘onderworpen’?
*bdsm: bondage en discipline, dominantie en submissie, sadisme en masochisme: een verzameling seksuele en consensuele praktijken die gebruikmaken van pijn, dwang, erotische vernedering of het ensceneren van diverse seksuele fantasieën.
Reeks nalezen? Wie alle columns van BRUZZ wil herlezen, kan de teksten terugvinden op bruzz.be/column
Uw gids door de culturele agenda 25/4 > 1/5
Een tentoonstelling over beeldhouwkunst in het interbellum zet in Van Buuren Museum & Tuinen het eeuwfeest van de art deco luister bij. In onzekere tijden wekt die naast bewonderende blikken ook brandend actuele reflecties op: “Wat hadden we destijds beter kunnen doen om de naderende catastrofe te vermijden?”
door Tom Peeters
Tentoonstelling Brussel overdenkt 100 jaar art deco
Het nuljaar van de art deco situeert zich in 1925. Op 28 april werd toen in hartje Parijs de Exposition internationale des arts décoratifs et industriels modernes ingehuldigd door de Franse president Gaston Doumergue. In totaal zestien miljoen bezoekers zouden er zich gedurende zeven maanden de ogen uitkijken op de moderniteit op het vlak van architectuur, beeldhouwkunst, huisraad, zilverwerk ... en naar huis gaan met een idee van wat we later ‘art deco’ zijn gaan noemen. “De art deco was misschien wel de laatste westerse stijlstroming die breed haar weg vond naar zowat alle kunstdisciplines,” vertelt Eric Hennaut, die verbonden is aan de architectuurfaculteit van de ULB en schreef over de art nouveau en art deco in het Brusselse straatbeeld. De overgang van de ene naar de andere stroming verliep natuurlijk niet van vandaag op morgen. Beïnvloed door het kubisme en het futurisme waren strakke lijnen en gestileerde vormen langzaam belangrijker geworden. Hennaut noemt het Stocletpaleis, in 1911 gebouwd in Sint-Pieters-
Van Buuren focust ook op de emancipatiebeweging door bijvoorbeeld werk van een pionierende beeldhouwster als Rachel van Dantzig te tonen.
Woluwe, met zijn geometrische patronen een cruciale inspiratiebron voor architecten om hun stijl te matigen. “Maar tijdens die expo in Parijs kon iedereen vaststellen dat het één coherente beweging was geworden. Frankrijk had sinds Louis XIV een reputatie te verdedigen inzake decoratieve kunst, en alle ingrediënten waren aanwezig om er een belangrijke manifestatie van te maken. Alle grote winkelketens waren mee op de kar gesprongen. Le Corbusier ontwierp een van de Franse paviljoenen, Victor Horta het Belgische. Voor het eerst sinds de Eerste Wereldoorlog was er een gevoel dat er een nieuwe wereld voor de deur stond.”
De decoratieve beelden van de art deco vierden luxe en verfijning als reactie op de sociale en culturele veranderingen van de jaren 1920 en 1930. Onder de vele bezoekers bevond zich ook het echtpaar David en Alice van Buuren. Drie jaar later zouden ze in Ukkel een villa met tuin bouwen in de geest van wat ze in Parijs te zien hadden gekregen. “Ze trokken gedurende meerdere dagen van het ene naar het andere paviljoen, ontmoetten exposanten en deden inkopen voor een huis dat in hun gedachten steeds concreter werd en in 1928 af zou zijn. De samenwerking met Brusselse architecten en kunstenaars, maar ook met Franse en Nederlandse interieurontwerpers, zorgde voor een exceptionele fusion, die tot vandaag bijzonder goed bewaard is gebleven. De metalen lamp van binnenhuisarchitect Maurice Gaspard, die ze kochten in Parijs, staat nog steeds op de piano. Beeldhouwer en goudsmid Philippe Wolfers vroegen ze tafelservies en zilverwerk te ontwerpen.”
Tumultueuze periode
Naar aanleiding van de vijftigste verjaardag van het museum, die samenvalt met de viering van honderd jaar art deco, werd er – ook met de tuin in gedachten – geko-
zen voor een expo met beeldhouwwerk uit het interbellum. “Sommige stukken leunen wat dichter aan bij het kubisme en de abstractie, vandaar de titel Around art deco,” vervolgt Hennaut, die de retrospectieve mee cureert. “De werken moesten het idee van moderniteit uitstralen en rijmen met de ziel van het huis. Daarin hangt geen enkel non-figuratief schilderij. Die lijn hebben we doorgetrokken in de selectie van de sculpturen.” Het eeuwfeest van de art deco, een initiatief van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, krijgt ook elders in Brussel gestalte, van Villa Empain in Elsene over Train World in Schaarbeek tot de Basiliek van Koekelberg, en wil niet alleen focussen op de artistieke verdiensten van de stijlstroming, maar ook op de culturele en sociale achtergrond. “We willen de traditionele benadering, gericht op luxe en esthetiek, overstijgen,” zei Sarah Lagrillière van urban.brussels bij de lancering. “We vestigen ook de aandacht op de democra-
“De art deco was misschien wel de laatste westerse stijlstroming die breed zijn weg vond naar zowat alle kunstdisciplines”
Eric Hennaut Cocurator Around art deco
tische emancipatiebewegingen en de economische, sociale en politieke crisissen die in de jaren 1920 en 1930 de kop opstaken.”
Hoe hebben beeldhouwers deze tumultueuze periode weten te vatten? “Door het idee van de breuk met het verleden, dat na de Eerste Wereldoorlog sterk in opmars was, in hun beelden te weerspiegelen,” antwoordt Hennaut. “De literatuur, schilderkunst en dans stonden verder in hun emancipatiebeweging dan de beeldhouwkunst, het laatste echte mannenbastion in de kunsten. Door pionierswerk te tonen van Yvonne Serruys, de Menense die naar Parijs trok, de Brusselse Jeanne Tercafs, die ook in Belgisch-Congo werkte, en de Nederlandse Rachel van Dantzig vestigen we de
FR En 1925, seize millions de visiteurs s’émerveillaient devant les merveilles de l’Exposition Universelle de Paris, découvrant un monde flamboyant d’architecture, de sculpture, de mobilier et d’objets précieux. Un siècle plus tard, Bruxelles fête ce mouvement artistique total avec, entre autres, l’exposition Around Art Deco au Musée et Jardins Van Buuren. Celle-ci met à l’honneur la sculpture de l’entre-deux-guerres, avec l’ambition d’émerveiller, mais aussi d’inviter à la réflexion sur les mouvements d’émancipation et les crises sociales de l’époque.
aandacht op een eerste generatie beeldhouwsters. Natuurlijk kan je de beurscrash van 1929 en de opkomst van extremisme en dictatoriale regimes niet wegcijferen. Het werk van Brusselaar Dolf Ledel, die nauw verbonden was met de socialistische partij, had een uitgesproken politieke dimensie. Aan de andere kant van het spectrum maakten kunstenaars ook de luxueuze beeldjes die we zijn gaan vereenzelvigen met art deco. Zij leefden soms in een cocon en hadden genoeg geld om zich niets aan te trekken van de rest van de wereld.”
De expo sluit symbolisch af met De verwoeste stad, een sculptuur die Ossip Zadkine maakte na het Duitse bombardement op Rotterdam en die de tragedie uitdrukt waarin deze periode zal uitmonden. “Het werk echoot de situatie waarin we ons nu opnieuw bevinden en verdient een moment van reflectie: wat hadden we destijds beter kunnen doen om de naderende catastrofe te vermijden?” Zie in de glanzende objecten met een voorliefde voor kostbare materialen, weelde en exotiek dus niet alleen een spiegel voor de golf van vernieuwing die via emancipatiebewegingen en technologische vooruitgang de samenleving overspoelde. Maar ook voor de uitdagingen die ermee samenvielen en waarmee we nu opnieuw geconfronteerd worden.
De tentoonstelling Around art deco. Beeldhouwkunst uit het interbellum loopt van 24/4 tot en met 28/9 in Van Buuren Museum & Tuinen, museumvanbuuren.be
EN The 1925 World Fair in Paris had sixteen million enchanted visitors discover a new world of architecture, sculpture, household goods, silverware... A century later, Brussels is celebrating this last all-encompassing Western style movement with a series of events, including Around Art Deco, an exhibition with which Van Buuren Museum & Gardens is highlighting sculpture in the interwar period. To show them off but also to provoke reflection by drawing attention to the emancipation movements and crises shaping that moment in time.
“De jeugd van tegenwoordig weet niks meer van politiek,” zingt Pommelien Thijs op haar nieuwe single ‘Tegenwoordige tijd’, “Corrigeer me als ik fout ben, is er iets wat ik niet zie?”
Het is de Kempense ten voeten uit: met slimme teksten en vlotte rockmelodieën vat ze de tijdgeest in catchy songs. Een aanpak die haar de voorbije jaren naar een ongekende populariteit bij jong en oud stuwde, en naar een recordreeks van negen uitverkochte avonden in de Ancienne Belgique.
POMMELIEN THIJS 29/4 > 8/5, Ancienne Belgique, abconcerts.be
Tuurlijk, je kan op 1 mei een jaar van noeste arbeid vieren door languit in de hangmat post te vatten met een negroni, wat borrelnootjes en een rode roos in de knuist. Maar je kan ook naar de Varkensmarkt tijgen, om er mee te swingen met het Scabsverleden van Guy Swinnen, het wonderlijke Brusselse poptalent Bex te ontdekken of een traan te plengen op de potige punk van nieuwbakken Brusselaar Kaat Van Stralen.
ONE MAY FESTIVAL 1/5, Varkensmarkt, vooruit.brussels
Dawuna is de alias van de OegandeesAmerikaanse multidisciplinaire artiest Ian Mugerwa. Met de indie-r&b van zijn debuutalbum Glass lit dream werd hij een cultsnoepje voor fans van Prince en D’Angelo. Daar voegde hij vorig jaar nog wat slaapkamerfunk aan toe op Naya, een experimenteel, fragmentarisch klanklandschap, waarin hij zich rond zwarte emancipatie krult. Wie op tijd komt, krijgt er de intrigerende RwandeesBelgische artieste Dushime bij. (TZ) DAWUNA 1/5, Beursschouwburg, beursschouwburg.be
Het is weer van dattum: Brussel staat een weekend lang geheel in het teken van de hedendaagse beeldende kunsten. Op Brussels Expo bezetten ruim 165 binnen- en buitenlandse, gevestigde en opkomende galeries hun booths, buiten Art Brussels draait een heel netwerk van kunstenaars, collectieven, galeries, musea en andere instellingen mee om van de stad even het artistieke epicentrum te maken dat ze in haar stoutste dromen al is.
ART BRUSSELS 24 > 27/4, Brussels Expo, artbrussels.com
Is het toeval? Net op het moment dat de stad wordt overspoeld door kunstbeursbezoekers die hun dosis visuele cultuur hap-slik-weg consumeren, opent de Frans-Brusselse Béatrice Balcou in La Loge een ruimte voor vertraging en aandacht. Met de tentoonstelling Poor paintings zet ze koppig haar parcours voort door te werken rond objecten die beschadigd raakten en gerestaureerd werden. Tot de ziel blootligt.
BÉATRICE BALCOU: POOR PAINTINGS 24/4 > 6/7, La Loge, la-loge.be
Ook de Brusselse Camille Truyffaut schept een ruimte die gebaat is bij vertraging en verwondering. In de Kapel van Boondael weeft de artist in residence bij de KULT XL Ateliers in Elsene een meerlagige luchtspiegeling. Op basis van voorwerpen, papieren en minerale fragmenten maakt ze minimalistisch werk in zachte pasteltinten, dat transitie en transformatie verbeeldt en onze perceptie bevraagt. (KS)
CAMILLE TRUYFFAUT: MIRAGE 26/4 > 18/5, Kapel van Boondael, botanique.be
Na zijn vrijlating uit de gevangenis aanvaardt een zwijgzame loner een baantje als hondenvanger in een verlaten stad aan de rand van de Gobiwoestijn. Een wraakzuchtige slangenkweker zit hem op de nek, een zwerfhond wordt zijn zielsverwant. Black dog kan zelfs hondenhaters die niets met Chinese cinema hebben een mooie avond bezorgen. Een hartverwarmende, komische, visueel overdonderende, vrijheidsminnende en absurde western die blaft, bijt en tegen president Xi Jinpings been aan zeikt.
BLACK DOG CN, dir.: Guan Hu, act.: Eddie Peng
Stierengevechten mogen een eeuwenoud ritueel zijn, vandaag laait de discussie tussen radicale voor- en tegenstanders soms hoger op dan een torero die in de lucht wordt gekatapulteerd. Cineast Albert Serra laat de discussie links liggen ten gunste van een onverbloemde, fysieke en dus best wrede onderdompeling in het stierenvechten. Zijn gids is de beroemde Peruviaanse matador Andrés Roca Rey. Die voelt de pijn van de stier en de aanwezigheid van de dood.
TARDES DE SOLEDAD ES, dir.: Albert Serra
Humphrey Bogart en Lauren Bacall samen zien spelen is een waar plezier. Cinematek diept hun vierde en laatste gezamenlijke film op. In de claustrofobische film-noirvariant Key Largo (24/4 > 2/5) zet een orkaan een sadistische gangsterbaas vast in een eilandhotel voor de kust van Florida. Bogart wil als verbitterde oorlogsveteraan de confrontatie niet aangaan, maar hoteleigenaar Bacall prikkelt zijn strijdlust. (NR)
KEY LARGO US, dir.: John Huston, act.: Humphrey
Voetvolk maakt familievoorstelling met wasco’s en wilde noten
‘Jazz klinkt zoals kinderen zich voelen’
Choreograaf Lisbeth Gruwez en muzikant Maarten Van Cauwenberghe vormen samen Voetvolk, een gezelschap dat internationale dansvoorstellingen maakt als Nomadics, Into the open en Lisbeth Gruwez dances Bob Dylan. Voor en met een jonger publiek hadden ze nog niet gewerkt. Tot nu. In de familievoorstelling WASCO! – ondertitel: ‘Wasco’ing on?’ – stoppen ze tien performers van 6 tot 12 jaar oud verf en vetkrijtjes in handen en laten hen dansen en schilderen op jazzmuziek. In de geest van abstracte actionpainters als de Amerikaan Jackson Pollock, die zelf ook schilderde op jazz.
“Ik had al langer het idee voor een voorstelling waarin tekenen en schilderen een rol zouden spelen,” zegt Lisbeth Gruwez. “Maar aan volwassenen kreeg ik dat idee niet verkocht. Wat de muziek betreft, dachten we eerst aan samples van funk en soul om de kinderen mee te sturen. Maar hen voortdurend dirigeren vonden we eigenlijk te kinderachtig. Het is net belangrijk dat die kids daar alleen op de scène staan, zonder volwassenen. Dat ze alles zelf doen en hun gang gaan met de wasco en de verfpotten. Uiteindelijk kwam Maarten met jazz uit de periode van het midden van de jaren 1950 tot het midden van de jaren 1960 op de proppen. Ik weet nog dat we in de auto naar Impressions van John Coltrane aan het luisteren waren en meteen de kleuren en lijnen voor ons zagen. In het begin waren de kids wat overdonderd, maar hoe meer ze ernaar luisterden, hoe liever ze het hoorden. Omdat de muziek ook een beetje klinkt zoals zij zich voelen. Een kind kan eerst blij zijn en dan ineens boos. Of pijnlijk vallen maar meteen weer rechtstaan en hard weglopen. Ze vonden die rollercoaster van wilde noten geweldig.”
Automatisch gaat dit stuk ook over wie wij als volwassenen nog zouden willen zijn, en over wat vrijheid is. “De kinderen zijn ook ongelofelijk slim, open, rauw, genereus en wild. Het zijn sponzen die van alles in zich opnemen en weer teruggeven. Ze hebben een heel grote vrijheid van expressie en geen angst om ergens tegenaan te knallen zonder te weten waar ze gaan uitkomen. Ik laat hen ook heel erg vrij in hoe ze de tekening maken. Ze volgen de muziek, en elke avond is een klein beetje anders. Als iemand met een nieuwe move komt, dan proberen we die uit. Alleen de radslag en de koprol heb ik verboden.” (Lacht)
MICHAËL BELLON
WASCO! van hetpaleis & Voetvolk / Lisbeth Gruwez & Maarten Van Cauwenberghe speelt op 26/4 in de KVS BOX, kvs.be
Select Aanraders
Workspacebrussels ondersteunt permanent podiumkunstenaars. Deze huiskunstenaars en residenten ontmoeten nu drie dagen lang het publiek via presentaties van work-in-progress, installaties en gesprekken. De Open Studios beginnen vrijdagavond in La Bellone tijdens het festival Vitamines B, en in Les Brigittines en de Kaaistudio’s, waar de festivalbar is. Ook de rest van het weekend staan er presentaties op het programma.
KAAITHEATER & WORKSPACE BRUSSELS: OPEN STUDIOS 2025 25 > 27/4, verschillende locaties, kaaitheater.be, workspacebrussels.be
Fomo staat voor ‘fear of missing out’. Dat is nog altijd een dingetje, al heb je intussen ook ‘jomo’, dat net de ‘joy’ verwoordt om ergens niet te hoeven opdraven. Theater Artemis en Theater Basel maakten een niet te missen absurd-filosofisch stuk voor 12-plussers over het gevoel dat je krijgt als het feestje waarop iedereen is uitgenodigd buiten jouw medeweten aan de gang is.
THEATER ARTEMIS & THEATER BASEL: BEST WEL JAMMER ALS JE HIER NIET BIJ BENT 25/4, BRONKS, bronks.be
De Antwerpse nachtburgemeester en schepen van feesten Don Vitalski cheert je weer up met zijn Legendarische DinsdagClub: een bonte revue die goochelacts en burleske dans verknoopt met new wave en opera, een live quiz laat volgen op een opeenvolging van sterfscènes, en een tombola op een snelcursus knuffelwerpen. Vaste waarden van de show worden hier aangevuld met Brussels talent. (MB)
DON VITALSKI’S LEGENDARISCHE DINSDAGCLUB 25/4, GC Ten Weyngaert, tenweyngaert.be
En of de komst van Martel BXL een troef is voor de stad. De Brusselse vestiging van de gereputeerde Parijse Galerie Martel is net vijf maanden open, of we hebben al solo’s van Yann Kebbi, Éric Lambé en nu ook illustrator en stripmaker Brecht Vandenbroucke voor onze wijdopen ogen geschoven gekregen. Bruegels geestigste en gevatste geestesgenoot stelt er zijn schoonste en scherpste, uit popcultuur, wereldleed en zijn boek Shady gepulkte beelden tentoon.
BRECHT VANDENBROUCKE: SHADY B*TCH > 24/5, Martel BXL, galeriemartel.com
Het was een kleine stap voor Lieselot Mariën om van de coworkingspace van Passa Porta, waar ze aan haar debuutroman schaafde, naar het podium aldaar te verhuizen om die eerste worp voor te stellen. Als de dieren, door uitgeverij Das Mag omschreven als “een poëtische zoektocht naar taal en betekenis, voor een ervaring die zich tegen beide verzet,” wordt de wereld in begeleid door Peter Verhelst en Jozefien Van Beek.
HET DEBUUT VAN LIESELOT MARIËN 30/4, Passa Porta, passaporta.be
Nicolas de Crécy, de Franse kunstenaar, stripmaker en broer van dj en producer Étienne, heeft wat met berglandschappen. Een passie en een bezorgdheid. Met Montagnes, een project dat bij Huberty & Breyne wordt tentoongesteld, documenteert hij wat er door de klimaatverandering op verdwijnen staat. Zeventig werken, van aquarellen tot schilderijen, nemen je mee op een buitengewone bergwandeling.
NICOLAS DE CRÉCY: MONTAGNES 25/4 > 31/5, Huberty & Breyne, hubertybreyne.com
Le Petit Bon Bon
Koningsstraat 103, Brussel, lepetitbonbon.brussels
Le Petit Bon Bon, de nieuwe zaak op de benedenverdieping van het Corinthia Grand Hotel Astoria, vertaalt de typische brasseriekenmerken naar een puntgaaf retrochic kader. Een voltreffer voor chef-kok Christophe Hardiquest. Met zijn kameelkleurige zitbanken, spiegels en lambrisering speelt Le Petit Bon Bon in op een gevoel van nostalgie. Het interieur, ontworpen door WeWantMore, verwijst subtiel naar het allereerste Bon Bon-restaurant, dat begin jaren 2000 openging in de Karmelietenstraat. De inzet is duidelijk: de brasseriegeest herinterpreteren vanuit de hedendaagse gastronomische knowhow. En dat werkt.
Op de kaart overheersen perfect uitgevoerde klassiekers, of ze nu geïnspireerd zijn op de nationale traditie of op
Hommage à Brel
5x2 tickets, CC Westrand, 9/5
Filip Jordens gooit zijn talent, zijn stem, zijn lijf en zijn muzikanten in de strijd om ‘le grand Jacques’ te evoceren. Mail ‘Brel’
gevestigde Franse recepten. Een sprekend voorbeeld was het ‘gefrituurde Robinson-ei façon Meurette’ (24 euro), een gerecht met een bescheiden naam maar een verrukkelijke complexiteit. Het zachtgekookte eitje, dat eerst werd gepaneerd en dan gefrituurd, had een goudbruine korst en een lopende dooier, die zich mengde met een rodewijnsaus met gekonfijte sjalotten. Aangevuld met mals spek maakte dit gerecht indruk door de schijnbare eenvoud en perfecte uitvoering, waarin de discrete elegantie van Hardiquest te herkennen is.
Het vervolg was van hetzelfde niveau. De ‘Luikse balletjes’ (28 euro), op punt gesteld met slager Geert Vermeire, combineerden in rundvet gebakken varkens- en kalfsgehakt met in citroen geweekte rozijnen en een saus gebonden
Épique! (pour Yikakou)
5x2 tickets, La Raffinerie, 13/5
De Ivoriaanse choreografe Nadia Beugré danst voor het Kunstenfestivaldesarts haar voorouders tot leven. Mail ‘Epique’
Stuur het trefwoord, samen met je adres en telefoonnummer, naar win@bruzz.be
met Bertinchamps Brune-bier. Een royaal gerecht, dat tegelijk mooi in balans was en stevig en helder van smaak.
Het enige minpuntje was de dure wijnkaart: de goedkoopste fles kostte 55 euro, wat enigszins contrasteert met de in dit hogere segment relatief toegankelijke prijzen van de gerechten. Al verzachtten de soepele bediening en voor een luxehotel verrassend ontspannen sfeer de pijn.
In een tijd waarin chefs zichzelf heruitvinden met slimme consultancyprojecten op afstand, belichaamt Le Petit Bon Bon een vorm van culinaire geborgenheid zonder gemakzucht of karikatuur. Een herinnering aan hoe traditie, als ze goed is uitgevoerd, allesbehalve saai is.
TEKST: MICHEL VERLINDEN FOTO: SASKIA VANDERSTICHELE
The other way around
5x2 tickets, vertoning naar keuze, vanaf 30/4
Filmregisseur Jonás Trueba verbeeldt de feestelijke break-up van een Madrileens stel. Mail ‘Around’
Inzichten
Wat weet zanger Gustaph van het leven?
‘
Wat heeft je werk je geleerd over het leven of over jezelf?
Ik sta waar ik sta omdat ik altijd muziek ben blijven maken. Ik heb lang geworsteld met het idee een queer artiest te zijn, omdat men me vertelde dat dat niet zou ‘verkopen’. Maar hoe trouwer ik werd aan mezelf, hoe meer deuren er opengingen.
Wat helpt jou als je creatief droog staat?
Dynamisch blijven. Inspiratie putten uit prikkels van buitenaf in plaats van van binnenuit, door te reizen, te lezen of naar kunst te kijken.
Welke levenswijsheid wordt overschat?
Ik heb soms het gevoel dat er te veel waarde wordt gehecht aan bescheidenheid. Ik wil geen lans breken voor egomanie à la Trump, maar je mag best trots zijn op wat je verwezenlijkt. Valse bescheidenheid is irritanter: op een passief-agressieve manier proberen jezelf op te hemelen.
Met welke quote pak je graag uit?
De Amerikaanse schrijver Jack London zei dat het leven niet draait om het hebben van de beste kaarten, maar eerder om het kunnen uitspelen van een slechte hand kaarten. Een variatie op when life gives you lemons, make lemonade
In welk ander beroep zou je ook top zijn?
Misschien ben ik onrealistisch, maar ik heb altijd gedacht dat er een goede verkoper in mij zit. Ik ben redelijk empathisch en zot van mode. Ik zie me dus nog wel in een winkel staan om kledij te verkopen. Wat helpt je er weer bovenop als je down bent?
Muziek is altijd mijn remedie geweest voor alles. Ik ben beginnen zingen en performen toen ik 2 jaar was en muziek heeft me al meermaals gered.
Wat was het beste nieuws van de afgelopen weken?
Op persoonlijk vlak: de release van Look at us now, mijn debuutplaat op mijn 44e. En
•Stef Caers (1980) kwam in 2000 voor het eerst voor het voetlicht onder de naam Steffen, met de radiohit ‘Gonna lose you’
• Nadien zong hij bij de groep Hercules & Love Affair en als achtergrondzanger bij Eurovisiesongfestivalgangers Sennek en Hooverphonic
• In 2023 werd Gustaph zevende op het Eurovisiesongfestival met het nummer ‘Because of you’
• Zijn debuutalbum Look at us now verscheen zopas bij label 541
breder: dat het kunstenaarsstatuut voorlopig onaangetast blijft en dat Tesla in een neerwaartse spiraal zit. Karma voor onze vriend Elon.
Waar kijk je naar uit in de nabije toekomst?
Onze clubtour, ik ben heel trots op die uitverkochte AB.
Wie is de bekendste persoon met wie je ooit sprak?
Karl Lagerfeld. Met Hercules & Love Affair werden we in 2012 door Chanel uitgenodigd op zijn coutureshow in Louis XIV-stijl.
Bij welke historische gebeurtenis was je graag aanwezig geweest?
Look at us now is ook een ode aan queer culture. Ik ben nog altijd een grote fan van Larry Levan, een dj uit de jaren 1970 en 1980, voor wie het legendarische Paradise Garage in New York zowat zijn biotoop was. Ik had hem daar weleens willen zien draaien.
Wat was er vroeger beter?
Ik ben helemaal mee met streaming, maar de aandachtsspanne voor een plaat is wel heel klein geworden. Vroeger spaarde je als tiener voor een cd, die je zorgvuldig uitkoos om de volgende maanden constant op te zetten. Een plaat werd een vriend. Noem me een oude knar, maar nu heb je als artiest minder return op je artistieke investering. Typeer Brussel in drie woorden. Metropool. Surrealistisch. Gezellig. Welk cliché over Brussel stoort je het meest?
De stad lijkt me ongelofelijk Belgisch in haar complexe karakter. Wat me stoort is dat mensen die er weinig komen het snel over de problemen van Brussel hebben. Die zijn er ook, maar ik heb zelf altijd een warm gevoel als ik in de stad ben. MICHAËL BELLON
Look at us now is uit bij 541, Gustaph speelt op 26/4 in een uitverkochte Ancienne Belgique, abconcerts.be