BRUZZ - editie 1542

Page 14

14 I BRUZZ 1542 I Donderdag 13 oktober 2016

Stel zelf je vraag EN STEM op BRUZZ.BE

Simon steverlinck uit brussel:

Ik woon in de Marcel Grunerstraat in Sint-Jans-Molenbeek. Wie was Marcel Gruner? Hoewel deze rubriek niet bedoeld is om alle straatnamen van Brussel te verklaren, zijn we toch blij met deze vraag van de week. Ze levert immers een nog onbekend, maar spannend verhaal op over een soort Molenbeeks Kuifje dat tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn leven gaf voor het vaderland. Over Marcel Gruner is op het internet of in encyclopedieën nauwelijks iets te vinden. Gelukkig is er Maria Vandenbosch (75), samen met haar man Jean Boterdael zowat het levende geheugen van Molenbeek. De twee gepensioneerde gemeenteambtenaren vormen al jaren de spil van Molenbecca, de Molenbeekse heemkundige kring. In hun appartement op de twaalfde verdieping van een flatgebouw aan de Edmond Machtenslaan hebben ze een indrukwekkend archief aangelegd. Ook Marcel Gruner, wiens naam af en toe ook met umlaut geschreven wordt, komt erin voor. “Hij werd geboren op 17 februari 1922 in Etterbeek,” vertelt Vandenbosch. “Zijn ouders kwamen vanuit de Elzas naar Brussel. Het gezin woonde in de Kortrijkstraat en Marcel ging naar de gemeenteschool en was ook bij de scouts.” Tijdens de oorlog rekruteerde het verzet volop bij de scouts. Ook Gruner ging bij de weerstand. Eerst was hij actief in België, later probeerde hij in Engeland te geraken. Vandenbosch duikelt een brief op van de Federatie van de agenten-valschermspringers, een speciale afdeling van het toenmalige Belgische ministerie van Defensie in Londen. Hierin wordt beschreven wat voor een held de jonge Gruner was. Hij bereikte Engeland pas na een lange, moeizame reis tijdens dewelke hij maandenlang opgesloten zat in het Spaanse kamp Miranda. Eenmaal over het kanaal kreeg hij een opleiding tot parachutist-telegrafist en

“Het was echt iets voor burgemeester Machtens om een straat naar de jonge verzetsheld te vernoemen” Maria Vandenbosch Bezieler Molenbecca

© WIJJNAND

Marcel Grüner seinde tijdens WO II versleutelde berichten naar Londen. begin 1944 werd hij gedropt in België. Volgens de brief was Bib, zoals Gruners codenaam luidde, één van de moedigste en betrouwbaarste telegrafisten. “Elke dag seinde hij versleutelde berichten door naar Londen en legde zo een vaste verbinding tussen het geheime verzetsleger in België en Londen.” Maar de Gestapo zat hem al snel op de hielen, en vond hem. Op 6 augustus 1944 werd hij opgepakt in het huis in het Waals-Brabantse Tilly-Mellery waar hij zich schuilhield. Gruner belandde in de gevangenis van Sint-Gillis. Vanaf daar ontbreekt elk spoor. “Wellicht werd hij standrechtelijke geëxecuteerd door de Gestapo,” aldus de brief. Volgens het Molenbeekse bevolkingsregister overleed hij ergens tussen augustus 1944 en december 1945. Na de oorlog werd Gruner, van wie helaas geen foto bestaat, postuum gelauwerd met allerlei eretekens en ook met een eigen straat. Op 25 mei 1946 doopte de socialistische burgemeester Edmond Machtens de Kelkstraat (rue du

Calice) om tot Marcel Grunerstraat. “Dat was echt iets voor Machtens. Hij had zelf ook in het verzet gezeten en stond erop om eer bewijzen aan alle gevallen verzetsstrijders uit de gemeente,” zegt Vandenbosch, die tijdens haar carrière op het gemeentebestuur bijna twintig jaar onder Machtens werkte. In het archief heeft ze de toespraak die de burgemeester hield bij de inhuldiging van de straat. Daarin niets dan lof voor de jonge Molenbekenaar. “Hij heeft zich op heroïsche wijze opgeofferd, louter uit liefde voor zijn land en uit verlangen naar vrijheid voor ons allen.” Bettina Hubo

VOLGENDE WEEK In oktober maakt Big City extra plaats voor studenten. Ben jij een Big City Student? Zit je met een vraag over Brussel? Laat het ons weten via bruzz.be/bigcitystudent.

JOUW MENING

lezersbrieven@bruzz.be

EEN ALGEMENE TAAL In het interview met Helder De Schutter (BRUZZ 1539), zegt hij: “Tegelijk zullen we allemaal meer en goed Engels moeten spreken om te communiceren met talige anderen: we kunnen de Engelse hegemonie niet stoppen.” Dat laatste is manifest onwaar. We zouden terecht na de Brexit kunnen aandringen op het terugdringen van het Engels als één van de belangrijke “werktalen” in de EU. Het vereist alleen maar de nodige politieke moed. Vanuit de hele wereld zou men kunnen aandringen dat minstens de VN een programma opzet om een universele taal te ontwikkelen, die in de communicatie wereldwijd als tweede taal na de moedertaal zou kunnen worden ge-

bruikt. Er zijn daartoe al pogingen ondernomen; helaas zijn die verdienstelijke inspanningen steeds beperkt geweest tot een aantal min of meer dominante taalgroepen als basis voor hun voorgestelde universele taal. Maar theoretisch moet het mogelijk zijn een algemene taal te ontwikkelen die rekening houdt met al wat er aan taalkundige rijkdom op de wereld leeft: niet alleen de Indo-Europese talen, maar ook die uit het verre en nabije Oosten, de talen van de Indiaanse gemeenschappen op het Amerikaanse vasteland, van de oorspronkelijke bewoners van Nieuw-Zeeland en Australië, van mensen in Poolgebieden en in Centraal-Afrika. Als we gelijkheid onder de mensen nastreven, moeten we utopisch durven te denken. Via de VN een wereldtaal creëren, kan een utopie

lijken, maar wat is het principe van gelijkheid waard als er om “praktische” redenen voortdurend wordt van afgeweken?

Prof. Dr. Joost Rampelberg, Molenbeek

LOEIENDE SIRENES Ik kan Yves Vandenbergh alleen maar bijtreden (‘Stop de Sirenes’ in BRUZZ 1541). Ik woon in de Tentoonstellingslaan in Jette. Sinds de werkzaamheden voor tramlijn 9 begonnen zijn, passeren alle ambulances van en naar het UZ Brussel hier. Zeker tachtig procent doet dat met keihard loeiende sirenes. Zijn al die lawaaierige verplaatsingen “dringend”? Het zijn er soms meer dan zes in een uur tijd. Zelfs rond middernacht en voor zes uur ’s morgens wordt iedereen wakker

“gejankt”. Sommige ambulances hebben verschillende deuntjes, waarvan er één erg irriterend is, en soms zetten ze die deuntjes afwisselend op. Onmogelijk om er niet door gestoord te worden. Sommige ambulances rijden per twee - een reanimatiewagen en een gewone ambulance - en zetten allebei hun sirenes op, liefst elk met een verschillende toon. Een buurvrouw die zonder dringendheid naar het UZ werd vervoerd, vroeg aan de ambulanciers om de sirene niet op te zet-

ten. Hun antwoord: “Wij moeten dat opzetten, dat is verplicht.” Zelf volgde ik ooit een ambulance die met loeiende sirenes naar het UZ reed, om daar vast te stellen dat die terugkwam van een lege rit en doodgewoon parkeerde tussen de andere voertuigen in de brandweerkazerne. Constant last hebben van opdringerig lawaai kan trouwens leiden tot hartaanvallen. Misschien willen die ambulanciers van de hele buurt toekomstige klanten maken?

Jacques Scalais, Jette

SPELREGELS VOOR LEZERSBRIEVEN: Mail uw bijdrage naar lezersbrieven@bruzz.be. Schrijven kan naar BRUZZ-Brieven van Lezers, Flageyplein 18, 1050 Elsene; faxen naar 02-226.45.69. Vergeet niet uw adres te vermelden, ook in e-mails: zonder het adres van de afzender beschouwen we een brief als anoniem, en wordt hij niet gepubliceerd. De maximumlengte van een bijdrage is 2.500 tekens, inclusief spaties. Wilt u graag een langere, meer uitgewerkte opiniebijdrage schrijven (max. 5.000 tekens)? Neem dan eerst contact met ons op voor overleg via lezersbrieven@bruzz.be. De redactie mag lezersbrieven redigeren of weigeren. Moties, manifesten of omzendbrieven worden niet (in deze rubriek) opgenomen.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.
BRUZZ - editie 1542 by bruzz.be - Issuu