
Voetbal


Voetbal
EMBRACE BRUSSELS.
TE KOOP:
NIEUWBOUWAPPARTEMENTEN
AANKOOP AAN 6% BTW ONDER BEPAALDE VOORWAARDEN.
•Ontdek nieuwbouwappartementen in het historische hart van Brussel.
•Een warme buurt met de charme van een dorp, middenin de bruisende vijfhoek.
•Vind hier de perfecte combinatie van ruimte, rust en stedelijk woonplezier.
Meer info op brouck-r.be of 02 335 02 29
Vierde keer goede keer: Union is kampioen. Daardoor is het geplaatst voor de groepsfases van de Champions League. Real Madrid, Bayern München of Manchester City als tegenstander? Het zou zomaar kunnen. Wie precies op bezoek komt, wordt eind augustus duidelijk. Wat nu al vaststaat: Union zal ze niet kunnen ontvangen in een fonkelnieuw eigen stadion.
Nochtans is de ploeg al sinds 2019 in overleg met de gemeente Vorst om de Bempt-site naast de Ring te verwerven en er een nieuw stadion te bouwen. Die gesprekken liepen moeizaam. Zodanig zelfs dat Union tegen eind 2022 de gemeente expliciet om een duidelijk standpunt vroeg.
Het bleef mistig. Een officieel bod, impactstudies, mobiliteitsstudies ... alles wat toenmalig burgemeester Mariam El Hamidine (Ecolo) vroeg, leverde Union aan, maar telkens waren er nog bijkomende vragen, tot plots weer te horen viel dat een andere site toch beter zou zijn, of dat er voor zo’n beslissing een nieuwe Brusselse regering nodig is. Zo sleepte het gemeentebestuur tot aan de verkiezingen van oktober 2024 met de voeten. Met als resultaat dat er nog altijd geen steen verlegd is.
“Union moet het komende jaar voor de Europese wedstrijden uitwijken naar OHL of de Heizel: een keuze zonder winnaars”
tijdens de kampioenenviering in het gemeentehuis van Vorst. Als een vergunning voor het stadion toch onmogelijk blijkt, is de gemeente haar gronden niet kwijt, luidt de redenering. Maar het betekent ook dat de gemeente de sleutel pas op het allerlaatste moment uit handen geeft. Hopelijk toont deze meerderheid zich dan ook standvastiger dan de vorige. Union zal nog enkele jaren moeten uitwijken voor de Europese wedstrijden. Volgend seizoen trekt het naar Leuven of de Heizel: een keuze zonder winnaars. Het stadion van OHL is met een capaciteit van 10.200 toeschouwers te klein om topploegen zoals Liverpool of Barcelona te ontvangen. Het Koning Boudewijnstadion is aftands en ongezellig, zeker voor tegenstanders van een kleiner kaliber. Sowieso wordt Union een stukje geschiedenis ontnomen. Een topploeg met bijhorende beroemdheden wil je in je eigen stadion ontvangen. Om over de gemiste inkomsten uit hospitality nog te zwijgen.
Dat Unionist Charles Spapens (PS) burgemeester van Vorst werd, deed veel fans hopen op een snelle doorstart. De sfeer lijkt veranderd. Zowel Union als Spapens heeft het over “een constructieve samenwerking”, en de vergunningsaanvraag zou weldra worden ingediend.
Toch temporiseerde ook Spapens. Zo vroeg hij Union om een extra hydrologische studie en oplossingen voor het mobiliteitsvraagstuk. “Nog een studie,” zei de oppositie, maar die “komen sowieso van pas voor de vergunningsaanvraag,” schermde Spapens. In elk geval zal de gemeenteraad van Vorst pas na de vergunningsbeslissing van het Gewest bekijken of ze de terreinen al dan niet verkoopt. Dat zei Spapens maandag,
En de reguliere competitie? Die wordt voortgezet in het vertrouwde Joseph Marienstadion in het Dudenpark. Daar zullen veel supporters en zelfs sportcommentatoren niet rouwig om zijn. Het stadion is uniek. Jean Spinette (PS), burgemeester van Sint-Gillis, sprak na diezelfde viering op het gemeentehuis van Vorst zelfs over een renovatie van dat stadion, mocht de Bempt-site toch mislukken.
Zo blijft iedereen in rondjes draaien. Een nieuw stadion achter die gevel kan niet. Het park is terecht beschermd. Die hele lijst met alternatieven is trouwens al eens overlopen, en een studie van Perspective.brussels gaf in 2021 aan dat de Bempt-site de beste keuze is.
Het wordt nu tijd dat de Brusselse politiek op de ingeslagen weg doorgaat, en bij die beslissing blijft. Als er iets is wat de voetbalploeg Union ons geleerd heeft, is het wel dat dat lonend kan zijn.
Bram Van Renterghem Redacteur
In het edito fileert de redactie de Brusselse actualiteit.
Lees meer ‘Het strafste dat we al in onze competitie gezien hebben’ op p.6 en ‘In de kleedkamer van Union kwam ik een familie tegen’ op p.10
Straf nieuws! BRUZZ scoort nóg beter in het tevredenheidsonderzoek. Bijna 2.000 lezers, kijkers en luisteraars lieten hun stem horen en gaven ons een grote onderscheiding. Onze score steeg van 7,8 in 2021 naar maar liefst 8,1 op 10 in 2025.
Wat jullie belangrijk vinden? Kwaliteitsvolle berichtgeving, bruggen slaan tussen gemeenschappen en onze sterke band met de stad. Daar zijn we fier op.
Een welgemeende BEDANKT!
LATEN WE VAN MOLENBEEK EN BRUSSEL DE CULTURELE HOOFDSTAD VAN EUROPA MAKEN IN 2030!
De nieuwe zelfplukboerderij
Theo van Groot Eiland in Ganshoren, een voorbeeld van stadslandbouw.
06Sport Union is na negentig jaar weer kampioen in de hoogste voetbalklasse
RWDM staat op een zucht van promotie naar de hoogste voetbalklasse.
21Debatteer mee Moet de Brusselse regering strenger toezien op de naleving van de taalwetten?
03Vooraan ‘Een topploeg verdient een topstadion
OP DE COVER
10Sport Noah Sadiki: ‘In de kleedkamer van Union kwam ik een familie tegen’
14Fenomeen van de week
Jubelparksite: focus op musea
15Cartoon Delphine Frantzen
24Gezinsleven Steeds meer ouders zoeken hulp bij slaapcoaches
32Interview Brusselse pornoactrice Gigi Max wint sectorprijs
32Landbouw En de stadsboer, hij ploegde voort
ACTUALITEIT
voor het eerst de nationale Final Four
29Big City Waarom heet het Koning Boudewijnstadion niet meer het Heizelstadion?
29Meer BRUZZ Wat is er te doen op de andere BRUZZ-kanalen?
30Hang-out Lucas
15Debatteer mee Voel jij je veilig in het Brusselse nachtleven?
16Geopolitiek Is Brussel een doelwit voor Russische aanvallen?
03Vooraan ‘Maak medische screening verplicht’
16Stedenbouw ZIN, schuchtere pionier voor de nieuwe Noordwijk
20Opinie ‘Ik was die avond in het Heizelstadion’
VERHALEN
12In beeld Bart Dewaele: 45.000 lopers
06Het gesprek Jeugdrechter Tine Suykerbuyk en journaliste Phara de Aguirre over Mijn jeugdrechter
24Horeca Brasserieën tonen zich creatief in tijden van crisis
20 Stadsleven Een plateau broodjes
12Fenomeen van de week Platform Better koppelt bedrijven en goede doelen
23Beestig Brussel Expo toont effect lichtvervuiling op nachtvlinder
ELKE WEEK
10In beeld Emiel Viellefont: 25 Joêr Gardevils
28 Sporting Flagey Uccle Europe wint
13Cartoon Kim Duchateau
14Opinie ’Maak van het Noordplein een ontmoetingsplaats voor politiek debat’
14Stadsleven Merci
23Botanisch Brussel Natuurboomgaard in Laarbeekbos krijgt opfrisbeurt
36Column Vliegtuigmodus
28Sporting Flagey ‘Alles met wieltjes is welkom’
29Big City Waarom was er ooit een Schaarbeekse school in Blankenberge?
29Meer BRUZZ Wat is er te doen op de andere BRUZZ-kanalen?
37 De gebroeders Dardenne prijken voor de negende keer op het palmares van Cannes met Jeunes mères
30Hang-out Eléonore
36Column Tussen godin en dikke koe
41 Klein onderhoud puntjudith
SELECT
43Eat & Drink Place aux Plantes
44Inzichten Bent Van Looy
37 Filmmaker Mathijs Poppe slaat een brug tussen Jette en Shatila
41 Klein onderhoud Ilyas Mettioui
43Eat & Drink Fish Tank
44Inzichten Lubiana
BRUZZ Flageyplein 18, 1050 Brussel, 02-650.10.65 ABONNEMENTEN Josiane De Troyer (abo@bruzz.be), 02-650.10.80 Gratis in Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Rest van België: 29 euro per jaar; IBAN: BE98 3631 6044 3393 van Vlaams Brusselse Media vzw, een abonnement binnen Europa kost 162 euro per jaar, buiten Europa 192 euro per jaar OPLAGE 50.000 exemplaren ADVERTEREN? Angela Mngongo 02-650.10.81 angela.mngongo@brusselmedia.be DISTRIBUTIE Ute Otten, 02-650.10.63, ute.otten@bruzz.be ALGEMENE DIRECTIE Dirk De Clippeleir ALGEMEEN HOOFDREDACTEUR Klaus Van Isacker COÖRDINATOR MAGAZINE Maarten Goethals ART DIRECTOR Heleen Rodiers VORMGEVING Ruth Plaizier EINDREDACTIE Karen De Becker, Kurt Snoekx WERKTEN MEE AAN DIT NUMMER Kris Hendrickx, Sophie Soukias, Tom Zonderman (redacteurs); Johan Baeten, Uma Barrea, Michaël Bellon, Jazz Brak, Jasper Croonen, Andy Furniere, Luc Kempen, Sophie Moffat, Louiza Moyersoen, Tom Peeters, Niels Ruëll, Maya Toebat, Sarah Vandoorne, Freya Van Nieuwenhuysen, Bram Van Renterghem, Michel Verlinden (medewerkers) VERTALING Frédérique Beuzon, Gregory Blauwers, Sam De Ryck, Aurélien Garcia, George Holmer FOTOGRAFIE & ILLUSTRATIE Bart Dewaele, Kim, Delphine Frantzen, Ivan Put, Saskia Vanderstichele, Emiel Viellefont VERANTWOORDELIJKE UITGEVER Dirk De Clippeleir, Flageyplein 18, 1050 Elsene.
BRUZZ is een uitgave van de Vlaams Brusselse Media vzw wordt gedrukt bij Printing Partners Paal-Beringen en wordt gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap en de Vlaamse Gemeenschapscommissie
en
Mngongo
sacha.devos@brusselmedia.be angela.mngongo@brusselmedia.be DISTRIBUTIE Ute Otten, 02-650.10.63, ute.otten@bruzz.be ALGEMENE DIRECTIE Dirk De Clippeleir ALGEMEEN HOOFDREDACTEUR Klaus Van Isacker COÖRDINATOR MAGAZINE Maarten Goethals ART DIRECTOR Heleen Rodiers VORMGEVING Ruth Plaizier EINDREDACTIE Karen De Becker, Kurt Snoekx WERKTEN MEE AAN DIT NUMMER Eva Christiaens, Kris Hendrickx, Sophie Soukias, Tom Zonderman (redacteurs); Uma Barrea, Michaël Bellon, Maya Callizaya, Jasper Croonen, Astrid De Bois, Emilia De Feyter, Andy Furniere, Michiel Leen, Tom Peeters, Niels Ruëll, Kevin Van den Panhuyzen, Michel Verlinden (medewerkers) VERTALING Frédérique Beuzon, Gregory Blauwers, Sam De Ryck, Aurélien Garcia, George Holmer FOTOGRAFIE & ILLUSTRATIE Bart Dewaele, Kim, Delphine Frantzen, Ivan Put, Saskia Vanderstichele, Emiel Viellefont VERANTWOORDELIJKE UITGEVER Dirk De Clippeleir, Flageyplein 18, 1050 Elsene. BRUZZ is een uitgave van de Vlaams Brusselse Media vzw wordt gedrukt bij Printing Partners Paal-Beringen en wordt gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap en de Vlaamse Gemeenschapscommissie
Na drie jaar ‘net niet’ is het zover: Union Saint-Gilloise is landskampioen. Hoe is La Vieille Dame daarin geslaagd? “Union is het bewijs dat je resultaten kan halen door slim te werken, een goeie organisatie en stabiliteit in de bestuurskamer.”
door Bram Van Renterghem
Het was van 1935 geleden, maar nu is Union opnieuw landskampioen. Het mag zich nu opmaken voor de Champions League en de bijhorende miljoenen. Dat terwijl de club vijf jaar geleden nog in tweede klasse speelde. Hoe is het zover kunnen komen? BRUZZ vroeg het aan drie kenners: Peter Vandenbempt, journalist voor Sporza en Eleven Sports; Maarten Verdoodt, woordvoerder van de ploeg uit het Dudenpark en Union-fanaticus Fabrizio Basano.
De match van zondagavond werd onverhoopt spannend, toen AA Gent net voor de rust de gelijkmaker scoorde. Dachten jullie: “Dit komt niet goed?”
PETER VANDENBEMPT: Had titelconcurrent Club Brugge nog eens gescoord tegen Antwerp, dan zou het spannend worden. Je proefde de nervositeit in het Marienstadion, gekleurd door de ervaring van de voorbije jaren: “Het zal toch niet?”
FABRIZIO BASANO: Ik bleef vertrouwen in een goede afloop, maar het moet nog gebeuren
ook (lacht). De tweede goal van Union was een grote opluchting. Na de match zijn we van het stadion naar het Van Meenenplein getrokken, waar de spelers hun opwachting maakten op het balkon. Een topfeest.
Union haalde dit jaar 28 op 30 in de play-offs, terwijl het vorig jaar wegzakte. Vanwaar dat verschil?
BASANO: Ik vraag het me ook af (lacht). Vorige jaren hadden ze telkens een inzinking. Nu piekten ze in de play-offs, ook fysiek.
MAARTEN VERDOODT: We waren beter gewapend. Logisch ook, na vier jaar ervaring. Voor mij lijken die vier jaar zelfs tien jaar, zoveel is er gebeurd. Dat neem je mee natuurlijk.
VANDENBEMPT: Ervaring ja, al was er een groot spelersverloop. Dat hoeft niet alleen maar nadelig te zijn. Samen met ervaring en kwaliteit liet Union ook veel trauma’s de deur uitwandelen.
Waren ze koelbloediger dan de vorige jaren?
VANDENBEMPT: Ze legden alleszins meer realisme aan de dag: verdedigend, vanuit
een stevige organisatie. Ook in de play-offs voetbalden ze soms nog geweldig, maar vaak was het zakelijk, klinisch, soms zelfs cynisch. Met die schop van Burgess, de extra bal in het veld ...
BASANO: Er is minder individuele klasse dan de vorige jaren, maar ze zijn een team, een hecht blok. Nog meer dan in andere jaren.
VANDENBEMPT: Vorig jaar zat alles tegen in de play-offs. Kleine foutjes, balletjes die er net niet in vielen. Dan kom je in een negatieve spiraal en verlies je. Nu viel het allemaal mee. Club Brugge had in de onderlinge duels twee keer kunnen winnen, maar deed dat niet.
VERDOODT: Het had deze play-offs ook fout kunnen lopen. Je hebt wat geluk nodig.
VANDENBEMPT: Maar geluk dwing je ook af. Dat gebeurt als je in de flow zit.
De campagne kwam dit jaar moeizaam op gang.
VANDENBEMPT: Zeg gerust dramatisch, ze stonden eerst dichter bij de degradatie dan bij de eerste plaats. Hét grote voordeel van Union is dan dat hen dat kan overkomen
zonder dat het land in rep en roer staat, zonder dat er journalisten op de stoep staan of supporters de training verstoren. Misschien ligt de rol van achtervolger en outsider hen beter, in plaats van de play-offs te beginnen met een reuzegrote voorsprong.
VERDOODT: Iedereen is rustig gebleven. We hebben in kaart gebracht wat we nodig hadden, links en rechts wat bijgeschaafd en de sportieve staf aangevuld met spitsentrainer Kevin Mirallas. En, we zijn erin blijven geloven.
Hoe doe je dat, als je de hele tijd verliest?
VERDOODT: Voor de eerste match tegen Genk zeiden we aan de spelersgroep dat we geen enkele speler zouden willen ruilen voor een van hen, iedereen in die fel vernieuwde spelersgroep heeft kwaliteiten. Daar is het geloof ontstaan. Die match wonnen we met 4-0. Nadien volgde een ongeslagen reeks, tot we 2-1 verloren, opnieuw tegen Genk. Ook dat was een belangrijke les, waar we weer mee aan de slag gingen.
BASANO: Het is typisch Union: geloven waar ze mee bezig zijn en daarop voortbouwen. Bij elke andere club zou trainer Sébastien Pocognoli zijn C4 hebben gehad. Bij Union vroeg en kreeg hij spitsentrainer Kevin Mirallas. Het bestuur bleef pal achter hem staan, waardoor ook de spelersgroep hem vertrouwde.
VANDENBEMPT: Mirallas zei me dat hij op Union afwerkingswedstrijdjes organiseerde waar hij zelf aan meedeed, en nog altijd won (lacht). Dat was een wake-upcall, waar ze vervolgens uitstekend mee aan de slag zijn gegaan.
Het is al de vierde keer in vier jaar tijd dat Union meedoet voor de knikkers. Wat verklaart dat succes?
BASANO: Alle geledingen van de club zijn doordrongen van dezelfde leergierige werkcultuur. Op basis daarvan kloppen ze een strategie af en houden zich daaraan.
VANDENBEMPT: Union is het bewijs dat je
resultaten kan halen door slim te werken, een goeie organisatie en stabiliteit in de bestuurskamer – in plaats van je te laten leiden door de waan van de dag. Dat dat ook zonder het grootste budget kan, is een verheugende vaststelling.
VERDOODT: We werken datagericht, maar er wordt belangrijk motiverend werk verricht door sportief directeur Chris O’Loughlin. We hebben geen sportpsycholoog, net omdat hij dat zo goed beheerst. Hij kiest altijd de goede momenten om de groep toe te spreken. Hij is daar maniakaal en devoot mee bezig.
BASANO: De bestuurders van vandaag snappen het voetbal van morgen. In de jaren zestig en zeventig was dat anders, en heeft Union de boot gemist. Ze waren niet mee met nieuwe ontwikkelingen zoals sponsoring, goedbetaalde spelers, grote investeringen of het Nederlandse totaalvoetbal (waarbij spelers voortdurend van positie wisselen, red.). Dat is nu anders. Ze zijn altijd een stap voor.
Wat betekent dat concreet?
BASANO: Het gebruik van data, de rekrutering, de organisatie ... Zo betalen ze vrij lage salarissen aan nieuwe talenten, met winstpremies weliswaar. Als een speler dat te laag vindt, laten ze die gaan. Goeie spelers laten gaan, is deel van hun strategie.
Wat opvalt is dat Union erg robuust is. Drie vierde van de spelerskern mag vertrekken, met de trainer in hun zog, toch draait Union het jaar erop weer bovenaan mee.
VERDOODT: Omdat er standvastigheid is op het bestuurlijke niveau, en er duidelijke sportieve richtlijnen zijn.
VANDENBEMPT: Na de eerste uittocht dachten wij, journalisten, dat het succes eenmalig was. De tweede keer dachten we dat opnieuw. Intussen weten we beter.
BASANO: Elke keer dat er nieuwe spelers komen, integreren ze zich. Union dompelt hen echt onder in die clubcultuur.
“Spelers in wie we geïnteresseerd zijn, zijn altijd verbaasd dat we zoveel over hen weten”
Maarten Verdoodt
Woordvoerder Union
Hoe dan?
VERDOODT: Dat gebeurt al bij de rekrutering, daar gaan we erg bedachtzaam te werk. Stel dat er binnen ons budget tien interessante profielen zijn voor één positie, dan researchen we de spelers op wat ze kunnen, maar ook op hun persoonlijkheid, hoe ze zijn, of ze bij Union passen. Spelers zijn altijd verbaasd dat we zoveel over hen weten.
En dat motiveert?
VERDOODT: Ze voelen zich gewaardeerd, gewild. Wij maken hen duidelijk wat wij hen kunnen bijbrengen en geven hun vertrouwen. En daarvoor willen ze iets terugdoen. Dat geldt ook voor trainer Pocognoli. Het was zijn eerste job als hoofdcoach. Hij wilde dat gekregen vertrouwen terugbetalen.
Union werd in 2018 gekocht door Tony Bloom, de sterke man achter de Engelse voetbalclub Brighton. Had Club Brugge-voorzitter Bart Verhaeghe een punt toen hij zei dat ze niet tegen Union speelden maar tegen Brighton?
BASANO: Dat is te kort door de bocht. Ja, er was geld via Brighton-eigenaar Tony Bloom, maar de club werd nooit door Brighton aangestuurd. Hoogstens huurde Union enkele spelers van de ploeg.
VERDOODT: In de vier jaar dat ik hier werk heb ik nooit contact gehad met iemand van Brighton. Bloom heeft financiële putten
“Het huidige Union is op het hoogste niveau gekomen dankzij geld en knowhow van Brighton. Ik weet niet of dat oneerlijk is”
Peter Vandenbempt
Voetbalcommentator
moeten vullen, zoals altijd bij een overname. Intussen heeft voorzitter Alex Muzio bijna alle aandelen. Hij heeft niets met voetbalclub Brighton te maken.
VANDENBEMPT: Het huidige Union is op het hoogste niveau gekomen dankzij geld en knowhow van Brighton. Ik weet niet of dat oneerlijk is.
Union maakt gebruik van het databedrijf van Tony Bloom, Jamestown Analytics, dat de succesvolle passen, intercepties, afgelegde afstanden, enzovoort van spelers in andere competities bijhoudt. Die gegevens blijken van goudwaarde bij de keuze voor nieuwe spelers.
VERDOODT: Jamestown Analytics verkoopt data aan sportclubs en wij zijn een van de klanten, dat klopt. Maar de scouting is de onze, niet die van Brighton. En daarnaast hebben we een eigen database. Dat werk wordt dus nog verder verfijnd.
VANDENBEMPT: Ze maken gebruik van die data, maar staat intussen almaar meer op eigen benen, met geld van de
Union-fanaticus
Champions League en de uitstekende transfers die ze hebben gedaan. Als je ziet hoe Union elk jaar volstrekt onbekende ‘pipo’s’ boventovert die geweldig blijken te voetballen, daar kun je alleen maar je petje voor afnemen. Daar zijn de clubs jaloers op.
BASANO: Ook Verhaeghe heeft een Amerikaans fonds laten investeren in zijn club (Orkila Capital, red.). Het is makkelijker om een ander dat te verwijten, dan om toe te geven dat Union de zaken professioneel en modern aanpakt.
Wat is de grootste uitdaging voor Union?
VERDOODT: (Meteen) Het stadion. Zoals CEO Philippe Borremans zei: dat is meer waard dan twintig titels.
Is dat niet wat overdreven?
BASANO: ... voor 150 man, terwijl Anderlecht 3.500 maaltijden verdeelt voor de match. De Europese matchen kosten Union nu zelfs geld. Met een nieuw stadion is dat gedaan. Bovendien kun je zo’n stadion ook rentabiliseren door vergaderruimte en bureaus aan te bieden. En trekt het nieuwe fans aan.
VANDENBEMPT: Wel zal er een stuk charme en nostalgie verloren gaan. Ik heb daar magische avonden meegemaakt, met de zon die ondergaat in het Dudenpark, de mensen op straat naast de beschermde gevel en in de volkscafeetjes. Dat valt weg. Ik ben geen specialist, maar ik zie nog altijd niet goed waarom een nieuw stadion achter die beschermde gevel niet kan.
Zal Union dezelfde strategie – onbekende spelers rekruteren, relatief weinig betalen en bij succes duur verkopen – kunnen aanhouden?
VANDENBEMPT: Door het vooruitzicht van Champions League-matchen zullen misschien meer jongens blijven. Anderzijds: spelers kunnen ook veeleisender worden. Ga je met die extra miljoenen hetzelfde zuinige beleid kunnen aanhouden?
BASANO: Ik denk niet dat het de strategie zal veranderen: als een speler weg wil omdat ie elders meer wil verdienen, laten ze die gaan.
Tot slot: hoe straf is het wat Union presteert?
BASANO: Héél straf!
VERDOODT: Het leidt tot verankering. Met Charles Spapens (PS), burgemeester van Vorst, hebben we nu een goed contact, we hopen op een doorstart voor een stadion op de Bempt-site. Het gaat dan om de 16.000 toeschouwers en bijhorende ticketing, maar ook om de businessseats, de loges, een maaltijd voor de match kunnen aanbieden. Nu gebeurt dat noodgedwongen in een tent naast het stadion.
VANDENBEMPT: Als promovendus meedoen voor de titel en er op een zucht naast grijpen, dat had nog nooit iemand gedaan. Maar om je dan permanent bovenaan het Belgische voetbal te parkeren, op de manier waarop zij dat doen, dat is het strafste wat we al in het Belgische voetbal gezien hebben. Borremans zegt altijd dat ze met Union geen topclub willen zijn, maar als je de afgelopen vier jaar bij elkaar optelt, is Union de beste ploeg van het land.
Fabrizio Basano; Maarten Verdoodt, woordvoerder van de ploeg uit het Dudenpark en journalist Peter Vandenbempt verklaren het succes van de Brusselse club.
FR Après trois saisons à frôler le sacre, l’Union Saint-Gilloise tient enfin son titre de championne de Belgique. Comment la Vieille Dame a-t-elle réussi ce retour triomphal ? Réponse avec trois fins connaisseurs : Peter Vandenbempt, journaliste pour Sporza et Eleven Sports ; Maarten Verdoodt, porte-parole du club du parc Duden ; et Fabrizio Basano, supporter inconditionnel. « L’Union prouve qu’on peut atteindre l’excellence par l’intelligence, une organisation solide et une direction stable. »
EN After three years of “almosts”, they finally did it. Union Saint-Gilloise are national champions. How did La Vieille Dame manage that? BRUZZ asked three experts, sports reporter Peter Vandenbempt of Sporza and Eleven Sports, the club’s spokesperson Maarten Verdoodt, and the unconditional Union Saint-Gilloise fanatic Fabrizio Basano. “Union is proof that you can achieve something by being efficient and having a good organisation and stability in the board room.”
Hij is amper twintig, maar de Brusselse middenvelder Noah Sadiki groeide dit seizoen uit tot metronoom van landskampioen Union. “Onze ploeg bestaat uit rare vogels.”
door Johan Baeten
Ontspannen, alsof hij een doordeweekse wedstrijd achter de rug heeft. Zo oogt Noah Sadiki nog geen vierentwintig uur nadat Union voor het eerst in negentig jaar de landstitel in de wacht heeft gesleept. “Dit is het mooiste wat ons kon overkomen,” zegt hij op de teambarbecue in Ukkel.
De beker, de supercup en nu de titel. Wat doet dat met Noah Sadiki?
NOAH SADIKI: Het doet hem deugd. Hier hebben we als ploeg naartoe gewerkt. Nu willen we die titel verdedigen.
Het seizoen was een inhaalrace. Eind oktober stonden jullie op de twaalfde plek.
SADIKI: De Europa League-wedstrijd tegen Nice (12 december, red.) was voor mij het kantelpunt. We staan 1-0 voor, maar slikken net voor rust de gelijkmaker. In de kleedkamer zeiden we dat we voor elkaar door het vuur zouden gaan om te winnen, want we waren in de beginmaanden al vaker in situaties beland waarin de andere ploeg terugkwam, waardoor wij het moeilijk kregen. De teamgeest die in de play-offs op zijn hoogtepunt was, is daar ontstaan.
Welke rol speelt coach Sébastien Pocognoli daarin?
SADIKI: De trainer heeft altijd de nadruk gelegd op het collectief. Ook toen we twaalfde stonden, pompte hij het geloof
erin, bleef hij herhalen dat het nog niet voorbij was.
Wat is er bijzonder aan Pocognoli?
SADIKI: Hij is voetballer geweest, weet hoe het is om met druk te moeten omgaan en kent de Belgische competitie. Hij is de kapitein en wij volgen, net omdat hij zo dicht bij ons staat.
Je maakte je profdebuut in 2022 als 17-jarige bij Anderlecht. Ene Vincent Kompany liet jou starten tegen Club Brugge. Is het succes met Union een kleine revanche op Anderlecht?
SADIKI: Het is revanche op mezelf. Toen ik bij Anderlecht ben vertrokken, heb ik veel kritiek gekregen. Ik begon te twijfelen aan mijn keuze, maar ze was gemaakt. Ik heb mijn verantwoordelijkheid genomen en op de juiste manier op de kritiek geantwoord. Nu koester ik geen enkele rancune tegenover Anderlecht.
Was die kritiek ook een drijfveer voor jouw prestaties bij Union?
SADIKI: Het was meer de kritiek op Union: we werden aan het begin van dit seizoen afgeschreven, ons sprookje was zogezegd voorbij. Maar we zijn altijd in onszelf blijven geloven.
Wat voor club is Union voor jou?
SADIKI: Een familieclub met veel ambitie, die nooit druk zal zetten op spelers of coaches. Iedereen heeft gezien hoe moeilijk Pocognoli het had in de eerste maanden, maar het bestuur heeft hem niet laten vallen.
Dat voelt de spelersgroep ook.
SADIKI: Ja, en dat vertrouwen is heel bijzonder. Ik kom van een prestigeclub waar de verwachtingen heel hoog liggen en je sneller aan de kant geschoven wordt als je ondermaats presteert. Ik begrijp dat: Anderlecht is historisch gezien de grootste club van het land.
Op welke manier komt het vertrouwen dat jullie voelen weer in het spel?
SADIKI: Toen ik aankwam bij Union, zeiden ze tegen mij dat ik in de kleedkamer een familie zou tegenkomen die mij in de armen zou sluiten, mij zou verwelkomen als een van hen. De buitenwereld ziet dat niet, maar dat familiegevoel is voelbaar en daar zit het bestuur voor veel tussen.
Zelf ben je door en door Brussels.
SADIKI: Ik ben hier geboren, liep hier school, heb leren voetballen bij de jeugd van Anderlecht, en nu heb ik met Union alles gewonnen wat er te winnen valt in België. Ik ben mijn stad dus heel dankbaar.
Je vader runt een voetbalacademie, je moeder is verpleegkundige. Op wie lijk je het meest?
SADIKI: Moeilijk te zeggen. Ik heb de rust van mijn moeder, ik spreek niet zoveel. Maar wanneer er problemen op mijn pad komen, heb ik de vurigheid van mijn vader en durf ik de confrontatie aan te gaan. Ik ben niet bang van wat mensen over mij denken als ik ze tegenspreek.
Bij je allereerste club, in Merchtem, was je vader even je trainer.
SADIKI: Daar heeft het vaak gebotst tussen ons, maar dankzij zijn lessen
“Eigenlijk zijn we allemaal rare vogels bij Union. Vind jij Promise David normaal?”
sta ik waar ik nu sta. Ik ben mijn ouders heel dankbaar.
Speelden zij mee in jouw keuze voor de nationale ploeg van Congo?
SADIKI: (Snel) Nee. Totaal niet. Die keuze komt van mijzelf. Zij wilden dat ik voor België koos. “Ga maar naar Congo en je zal zien waarom,” vertelden ze.
Wat zag je ?
SADIKI: Op mijn achttiende of negentiende ben ik voor het eerst in tien jaar naar Congo gereisd. Ik was verbijsterd door de armoede die ik er zag. Op straat overleven, op de grond slapen ... Natuurlijk kampt Brussel ook met die problematieken. Maar daar was het wel wat extremer.
Noah Sadiki en Dante Vanzeir – ex-Union – in duel tijdens de kampioenenmatch tussen Union en AA Gent.
SADIKI: Ik ben ook raar. Je kan dat aan mensen hier vragen. Ik zou nu een rol kunnen spelen in een film en een ander personage zijn.
Zou je dat willen doen?
SADIKI: Heel graag, maar ik heb de vraag nog niet gekregen. Na dit interview wel, hoop ik.
Zoek je in de ploeg andere buitenbeentjes op?
SADIKI: Eigenlijk zijn we allemaal rare vogels. Vind jij Promise David normaal?
Op het veld alvast niet.
Hoe was de ontvangst in Congo?
SADIKI: Bij mijn debuut hebben de fans meteen mijn naam gezongen. Het deed mijn ouders veel deugd. Ik moest terugdenken aan mijn grootvader, die op mijn achtste tegen mij zei dat ik de naam Sadiki hoog zou houden. Mijn rugnummer 27 verwijst naar hem: mijn grootvader is gestorven op een 27ste januari.
Bij de kampioenenviering droeg je een Congolese vlag om jouw middel. Wat betekenen die roots voor jou?
SADIKI: Ik heb de Belgische en Congolese nationaliteit, maar bij ons thuis stond er wel vaak Congolese muziek op, zeker op zondag. Als we geen wedstrijd hebben, is zondag heilig. Tijd voor familie, tijd voor muziek, en tijd om te bidden.
Ik las dat je jeugd niet altijd evident was. SADIKI: Er is een periode geweest waarin het financieel wat moeilijker was. Dat merk je als kind snel, zeker als je je ouders ziet huilen. Ik zit nu zelf in een luxepositie en ik kan mijn ouders nu wat ondersteunen, maar elke wedstrijd kan mijn laatste zijn. Daarom wil ik achteraf nooit het gevoel hebben dat ik me niet genoeg heb ingezet.
Ik las ook in Humo dat mensen jou raar vinden.
SADIKI: Voilà. En wie je op het veld bent, is negentig procent van wie je als persoon bent. We komen uit allerlei landen: Kroatië, Canada, Argentinië, Japan, Engeland ... Al die achtergronden zorgen voor een vreemde smeltkroes en wij tonen onze excentrieke kanten. Op dat vlak zijn we anders dan de meeste teams.
Vorig seizoen was je nog invaller, dit seizoen onbetwiste titularis. Speel je in september Champions League met Union?
SADIKI: Ik ga eerst op vakantie en nadenken over mijn toekomst.
Maar zo’n Champions League-campagne ...
SADIKI: ... kan nooit kwaad.
Welke ploeg kom je het liefst tegen?
SADIKI: Bayern München.
Waar Kompany coach is. Hij is fan van jou.
SADIKI: Ja? Hij heeft mij destijds voor de leeuwen gegooid. Kompany is een heel goede coach, van wie ik veel heb geleerd.
Is de Duitse competitie iets voor jou?
SADIKI: Als je naar mijn speelstijl kijkt, zeker met mijn loopvermogen, kan Duitsland interessant zijn.
Of liever Engeland?
SADIKI: Ik sluit geen grote competitie uit.
En als het toch niet lukt: een acteercarrière.
SADIKI: In Miami als het kan. Daar zie ik mezelf wel leven.
45.000 lopers
Onder een grijze hemel werd zondag het startschot gegeven voor de 20 kilometer door Brussel. Meer dan 45.000 sporters gaven het beste van zichzelf over een parcours met start en aankomst in het Jubelpark. De organisatoren mikken volgend jaar op 50.000 deelnemers. Ook voor BRUZZ was het een bijzondere dag, omdat de BRUZZ-bus voor het eerst weer te bewonderen viel na een deugddoende opknapbeurt. De bus rijdt deze zomer uit naar het Ossegempark tijdens Couleur Café, naar het Muntplein op de Vlaamse feestdag en naar het Vossenplein voor Bal National. MG
Een jaar na haar aanstelling schroeft Isabel Casteleyn, directeur van vzw Horizon 50-200, de ambitieuze plannen voor de Jubelparksite terug. De focus gaat nu naar de renovatie van de bestaande musea en het permanent openen van het Paviljoen der Menselijke Driften vanaf deze zomer.
In 2020 kreeg de vzw Horizon 50-200 de opdracht van de Vivaldi-regering om de Jubelparksite klaar te stomen voor de 200e verjaardag van België. Concreet moesten de drie aanwezige musea – het Museum Kunst & Geschiedenis (MKG), het Koninklijk Legermuseum en Autoworld – worden gerenoveerd en moest de site worden gerevitaliseerd in aanloop naar de feestelijkheden in 2030. Sinds haar aantreden, een dik jaar geleden, heeft directeur Isabel Casteleyn het roer ernstig moeten omgooien: de oorspronkelijke, groots aangekondigde ambities – een overkapping van de 200 meter lange Jubelparktunnel en een ondergronds museumplein dat de verschillende instellingen met elkaar verbindt – maken vandaag plaats voor een nuchtere renovatie van de bestaande infrastructuur. “Want die is nog steeds in slechte staat,” benadrukt Casteleyn. “In de zomer lopen de temperaturen in de musea hoog op, in de win-
ter is het er ijskoud, en er zijn geregeld waterlekken, die nefast zijn voor de gebouwen én de collecties. We moeten eerst die basisnoden aanpakken om de site futureproof te maken,” zegt Casteleyn. “De gevelwerken en schrijnwerkerij hopen we afgerond te hebben tegen 2030, de grote werken zullen pas daarna kunnen starten.”
De aanpassing van de oorspronkelijke ambitieuze doelen hoeft geen afstel te betekenen, verduidelijkt Casteleyn, die een jaar na haar aantreden als opvolger van Paul Dujardin –die ontslagen werd wegens wanbeleid – het herwerkte masterplan voor de site afwerkt. “Misschien komen het nieuwe plein en de overkapping er binnen vijftig jaar wel, maar voor 2030 zal dat zeker niet het geval zijn.”
“Maar naast renoveren draait het project ook om ‘revitaliseren’. We willen van de site een must-visit maken, voor
Brusselaars én toeristen,” vertelt Casteleyn, die op een steenworp van het Jubelpark opgroeide en er nog steeds vlakbij woont, in Woluwe.
De bijsturing van de ambities lijkt ook te worden gedragen door de nieuwe federale regering, die eind deze maand het nieuwe masterplan onder ogen krijgt, én door de drie museumdirecties, die bijvoorbeeld hun collecties niet zullen moeten verhuizen.
De renovatiekost wordt geschat op 130 miljoen euro en wordt gedragen door Beliris en de Regie der Gebouwen. De Nationale Loterij financiert op haar beurt de initiatieven die van de site een museale trekpleister moeten maken. De drie musea mikken na de ingrepen samen op 1 miljoen bezoekers per jaar.
De focus van de renovaties ligt op het toegankelijker en zichtbaarder maken van de musea. Vandaag moeten bezoekers via een zijingang of
trappen in het Museum Kunst & Geschiedenis en het Koninklijk Legermuseum naar binnen, en dat is niet rolstoel- of kinderwagenvriendelijk.
Daarom wordt de ingang van het MKG verplaatst en naar het parkniveau getrokken, voor een betere zichtbaarheid.
De federale regering focust naast de toegankelijkheid en zichtbaarheid ook op de veiligheid en duurzaamheid van de site. Zo wordt de eventruimte Artibus gerenoveerd en de horecaruimte gescheiden van het museum. “Als er vandaag een event plaatsvindt in het MKG, moet het hele museum worden beveiligd, wat een hoge personeels- en energiekost met zich meebrengt. En ook het restaurant kan voorlopig niet openblijven na de openingsuren van het museum, omdat ze het sanitair delen.” De heroriëntering zal wellicht moeten gebeuren met minder middelen, hoeveel precies is vandaag nog niet duidelijk.
bezoekers hopen de drie musea jaarlijks aan te trekken
euro bedraagt de geschatte kost van het renovatieproject
“Maar in een periode waarin iedereen moet besparen, is het logisch dat dat voor ons ook geldt,” vertelt Casteleyn.
Menselijke Driften
Op de grote renovaties is het nog even wachten, maar in de tussentijd zit de vzw niet stil. Casteleyn focust op wat wél haalbaar is. Daarvoor timmert ze aan een nieuwe identiteit voor de site: Museums in the Park (MIP) brengt de drie musea samen onder één noemer en moet van het Jubelpark een publiekslieveling maken. Vandaag vinden joggers en hondenbaasjes vlot hun weg naar het Jubelpark, maar ondanks de drie grote musea is het geen culturele trekpleister. “Terwijl we hier collecties van wereldniveau hebben,” zegt Casteleyn. “Wist je dat we als enige land buiten Egypte originele stukken uit Toetanchamons graf hebben?”
Een eerste wapenfeit van MIP wordt de heropening van het Paviljoen der Menselijke Driften, het beroemde reliëf van Jef Lambeaux. Dat werd na grondige renovatie al meermaals tijdelijk opengesteld voor het publiek, maar zal vanaf de zomer gratis toegankelijk zijn op woensdagnamiddagen en in weekends en schoolvakanties. MIP organiseert ook zelf een cultureel programma, als aanvulling op het aanbod van de drie instellingen. “De musea op de Jubelparksite hebben dan wel een heel verschillend doelpubliek, we geloven sterk in hun samenwerking,” vertelt Casteleyn. Een voorbeeld daarvan is een stripparcours dat de organisatie opzet over de drie musea heen. “Dat zou in november moeten openen en bezoekers via bekende striptekeningen de collecties van het Koninklijk Legermuseum, Autoworld en het Museum Kunst & Geschiedenis moeten laten ontdekken.”
SOPHIE MOFFAT
Cartoon door Delphine Frantzen
Woningen, een werkplek voor duizenden Vlaamse ambtenaren en met The Standard nu ook een chic lifestylehotel: het ZIN-gebouw in de Noordwijk moet een pionier worden van de nieuwe, levendige Noordwijk. Een bezoek leert dat het die ambitie maar deels waarmaakt. “Een middenklassebubbel tussen arme wijken is niet duurzaam.”
door Kris Hendrickx foto’s Saskia Vanderstichele
Helemaal op de bovenste verdieping van The Standard ligt rooftoprestaurant Lila29. Net als elders in het hotel ziet een bezoeker het meteen: er is veel aandacht besteed aan sfeer en interieur. Van het op maat gemaakte meubilair over de stijlvolle lambrisering tot de doorzichtige gordijnen die zithoeken afscheiden, niets is aan het toeval overgelaten. Het geheel ademt een soort neo art-decostijl, die wat aan het Flageygebouw doet denken, maar dan huiselijker.
Het restaurant heeft nog een troefkaart: een weergaloos uitzicht op de 29ste verdieping. Aan een zijde overschouwen de restaurantbezoekers een daktuin van 1.500 vierkante meter, die ze delen met hotelgasten, de bewoners van het gebouw en de Vlaamse ambtenaren. Aan de andere kant ontvouwt zich het stadslandschap van Brussel. Thurn & Taxis, de Upsitetoren, het kanaal en op de voorgrond het versnipperde Maximiliaanpark en de sociale woningen.
De hotelkamers iets lager tonen dezelfde aandacht voor design. Met hun gevelbedekkende vensterpartijen voelen de ruimtes aan als een uitkijkplatform op de Noordwijk of, met de alomtegenwoordige gordijnen dicht, een warme cocon die de wereld rondom laat verdwijnen. Kostprijs? Van 169 euro tot ruim 700 euro per nacht.
Brussel is de eerste vestiging van The Standard op het Europese vasteland. De hotelketen, met vestigingen in onder meer Ibiza, Pattaya, New York, Londen en Bangkok, profileert zich als lifestylehotel. Daar hoort niet enkel een uitgekiend interieur bij, maar ook veel aandacht voor muziek en een uitgebreid activiteitenprogramma. “Voor de sfeer hebben we een environmental curator, die op licht, inrichting, akoestiek en muziek let,” vertelt Nienke Verwer, director of marketing & culture bij de Brusselse vestiging. “En op termijn zullen we onder
meer concerten en dj-sessies organiseren, yogalessen en een soort verklede bingo, een traditie bij The Standard.”
The Standard is maar een van de drie gebruikers van het ZIN-gebouw, op de hoek van de Albert II-laan en de Simon Bolivarlaan. Behalve het hotel herbergt het massieve complex van eigenaar Befimmo nog 127 woningen die vooral uitkijken op het Maximiliaanpark. Het leeuwendeel van de vloeroppervlakte is gereserveerd voor de circa 6.000 Vlaamse ambtenaren die er werken, weliswaar niet tegelijk. De drie functies vinden onderdak in een gebouw dat zich profileert als ‘het grootste circulaire kantoorgebouw van het land’. Een deel van de vroegere WTC-torens werd hergebruikt en de energie moet vooral uit zonnepanelen en de – voorlopig nog sputterende – geothermie komen. Als ZIN als pioniersproject geldt, is het vooral door de functiemix. De Noordwijk, zo vinden Gewest en immobedrijven, is vandaag vooral een kille wijk met grote kantoordozen. Het maakt de buurt overdag al niet bijster aantrekkelijk – probeer er trouwens maar eens een broodje te vinden – en ‘s avonds is het gebied al helemaal een niemandsland.
Door meer andere functies in de wijk te brengen, moet ze geleidelijk tot een echte stadsbuurt vervellen, waar verschillende functies tot diverse ritmes leiden, met mensen op straat op elk moment van de dag. Het is het principe dat stedenbouwkundige Jane Jacobs in de jaren 1960 “the sidewalk ballet” noemde, het trottoirballet. Meer ‘ogen op straat’ betekent meteen ook meer sociale controle en betrokkenheid.
Het ZIN-gebouw wil niet alleen leven op straat brengen, maar nodigt het straatleven in principe ook uit naar binnen. Dat kan in de hotel-restaurants op het dak en op de gelijkvloerse verdieping. Maar hét uithang-
bord voor die ambitie is toch de grote parkserre op de begane grond, op de hoek van de Albert II-laan en de Simon Bolivarlaan. De stedelijke jungle is overdag zowel open voor de gebruikers van het gebouw –The Standard plaatst er een deel van zijn terras – als voor voorbijgangers. ‘s Avonds gaan de schuifdeuren dicht.
Betrokken buurtbewoners
Tot zover de theorie. In de praktijk lijkt de impact van ZIN op de wijk vandaag beperkt. Neem de parkserre. Wanneer BRUZZ er op verschillende momenten van de dag passeert, zijn de wijkbewoners er geen enkele keer te bespeuren. Met haar betonnen binnenplein lijkt de plek vooral aangelegd als decor voor evenementen van de huurders die op de groene oase uitkijken: de Vlaamse overheid en het hotel. Een lange stenen bank aan de rand van de serre nodigt wel uit om te gaan zitten, je kijkt vandaar uit op de straat en de bank functioneert net zo goed als afsluitmuur voor het weelderige groen.
Komt er met ZIN meer stadsleven de klok rond? Door de aanwezigheid van The Standard, die nog op kruissnelheid moet komen, zijn er alvast druppelsgewijs hotelgasten op het trottoir, onder meer ‘s avonds. En ook aan de andere zijde van het gebouw aan de appartementenvleugel lopen geregeld bewoners af en aan – het blijkt vaak om internationale huurders te gaan, die minder dan een jaar in het gebouw verblijven. Soms ook om Airbnbgasten voor een paar dagen. Goedkoop zijn de kortetermijnwoningen van multinational Habyt overigens niet: een gemeubileerde studio van 25 vierkante meter begint hier bij 1.100 euro per maand.
Buiten de kantooruren kan je ZIN dan ook bezwaarlijk een gonzende bijenkorf noemen. Echt verwonderlijk is dat niet, want de kantoorfunctie weegt nog altijd veel zwaarder dan de rest. De Vlaamse
overheid neemt 75.000 van de 110.000 vierkante meter in, goed voor een kleine 70 procent. De echte huisvesting in het project? Die bedraagt amper 17 procent. “ZIN toont alvast dat een dergelijk gemengd project mogelijk is,” zegt bouwmeester Kristiaan Borret. “Alleen moet het aantal woningen echt omhoog om te wegen op de wijk. Ondertussen vraagt het Gewest 33 procent woningen bij nieuwe projecten. En bij de opvolger van het CCN aan het Noordstation is een kwart van die woningen bovendien sociaal.” Het aandeel woningen blijft een strijd met de promotoren, die liever lucratieve kantoren bouwen in de wijk, merkt Borret. “Juridisch kan het Gewest dat niet 100 procent verbieden.”
Veredelde hotelgasten
Er is iets ironisch aan de vaststelling van de bouwmeester. Enkele jaren geleden was het immers die immosector zelf die aan de alarmbel trok over de monofunctionele Noordwijk. Logisch, want een
“Voor de sfeer hebben we een ‘environmental curator’, die op licht, inrichting, akoestiek en muziek let”
Nienke Verwer Director of marketing and culture The Standard
doodse buurt, dat betekent dat kantoorgebouwen er minder snel gegadigden vinden. Veel bouwpromotoren zijn in het algemeen wel voor meer functievermenging, maar willen tegelijk dat hun eigen project een zo groot mogelijk kantooraandeel behoudt.
Dat de woningen in ZIN kortetermijnhuur zijn, stemt de bouwmeester evenmin vrolijk. “Dat betekent dat de bewoners eigenlijk veredelde hotelgasten zijn, die weinig betrokken zijn bij de buurt. Het beste dat zo’n wijk kan overkomen zijn mensen die er echt wortelen. Huurders of kopers die klagen omdat het trottoir er vuil bij ligt, dat is ideaal.”
BRUZZ springt binnen bij de belangrijkste huurder in ZIN: de Vlaamse overheid. Na de gedempte luxe van het hotel, valt de industriële en wat koele look van het Marie-Elisabeth Belpairegebouw, zoals de vleugel heet, extra op. Nog een blikvanger: de honderden soms erg grote planten, die in zwarte plastic potten een hoofdrol opeisen in de centrale inkomhal.
De Vlaamse ambtenaren kunnen in het gebouw gebruikmaken van een hele resem faciliteiten, van een spotgoedkope cafetaria over de gemeenschappelijke daktuin tot de fitness en sportzaal die op de Antwerpsesteenweg uitgeven. Dat sportcomplex zou toegankelijk zijn voor buurtbewoners, maar de Vlaamse overheid dacht daar anders over. Een gemiste kans om iets te betekenen voor de wijk, vindt Borret. “Als architect of bouwmeester kan je wel een deur laten tekenen, maar je kunt huurders niet
De grote parkserre op de begane grond van het ZIN-gebouw is overdag zowel open voor de gebruikers van het gebouw als voor voorbijgangers.
opleggen hoe ze die gebruiken. Op deze manier blijft het complex toch wat een burcht.” De Vlaamse overheid laat weten dat ze de zaal in de toekomst wil openstellen voor Vlaamse organisaties in Brussel.
Muizeninvasie
De gloednieuwe sportzaal en fitness van ZIN, waren ook Badredine (34) al opgevallen. De bewoner van een sociale huurflat staat net op zijn balkon. Vanaf zijn uitkijkplek langs de Antwerpsesteenweg kijkt hij direct op de sportzaal. “Wat ik van dat hele gebouw vind? Het is er en tegelijk is het er niet. Voor ons buurtbewoners heeft het geen betekenis. Ik passeer elke dag langs die sportzaal met fitness. Natuurlijk zou ik die graag gebruiken, nu moet ik veel verder naar de gym. Ik dacht dat er een winkelcentrum zou komen, dat ontbreekt momenteel in de buurt.”
Het woningcomplex waar Badredine met zijn moeder woont, oogt aftands, het contrast met het luxehotel is frappant. Verschillende bewoners vertellen horrorverhalen over schimmel en een muizenplaag. “In vier maanden tijd vingen we een twintigtal beesten, maar ze bleven komen,” vertelt Yanis (28). “Op de duur kwam ik enkel nog naar huis om te slapen, zo ondraaglijk was het.”
De verhalen van de buurtbewoners leggen de vinger op een zere plek in de planning van de nieuwe Noordwijk, vindt architect Antoine Crahay. “De nieuwe plannen leggen amper de link met de bestaande en vaak arme bewoners. Als je
de hogere middenklasse aantrekt in een wijk die tussen de armste buurten van Brussel ligt, moet je erop toezien dat die wijk ook voor die mensen betekenis krijgt. Anders creëer je een bubbel die niet duurzaam is.” Behalve een gedeelde sportzaal, kunnen ook parken in die opdracht een belangrijke rol spelen, vindt Crahay, die met zijn bureau CityTools de heraanleg van de Simon Bolivarlaan plant. “Kijk naar het Thurn & Taxis-park, dat heel intensief gebruikt wordt door de volkswijken errond. Ook op nieuwe Bolivarlaan willen we veel meer groen brengen, met een grote voetgangerspromenade en verblijfszones onderweg.”
Of en wanneer de nieuwe Bolivarlaan er komt, blijft koffiedik kijken. De vergunningsaanvraag loopt, maar het is
aan de nieuwe regering om vervolgens in de schaars gevulde portemonnee te tasten. Hetzelfde geldt voor het nieuwe Maximiliaanpark met de opengelegde Zenne en een nieuwe kinderboerderij, een project van bijna 40 miljoen euro. “Je kan ook niet zeggen dat er niets gebeurt,” zegt Antoine de Borman, topman van planningsadministratie Perspective.brussels. “Vooral richting kanaal is het aangezicht van de stad de voorbije vijftien jaar veranderd. Brussel keert er zich nu naar het water, vaak wél met veel woningen.”
Geen betere plek om die transformatie te overzien dan Lila29, lijken de klanten wel te denken. Het rooftoprestaurant van The Standard is de volgende weken alvast volgeboekt.
FR Accueillant des logements, des bureaux pour des milliers de fonctionnaires flamands et désormais The Standard, un hôtel lifestyle chic, le bâtiment ZIN incarne l’ambition de redonner vie au Quartier Nord. Pensé comme le moteur d’un renouveau urbain, il porte une vision audacieuse de transformation. Mais cette ambition laisse un goût d’inachevé. « Une bulle de classe moyenne au cœur de quartiers défavorisés, ce n’est pas un modèle durable. »
EN The ZIN building in the Northern Quarter already served as housing and as a workplace for thousands of Flemish civil servants, now it also includes The Standard, a stylish lifestyle hotel. It is envisioned to become a trailblazer for the revitalisation of the vibrant Northern Quarter. However, it appears that this ambition has only partially been realised. “A middle-class enclave in the middle of a poor neighbourhood is not sustainable.”
‘Ik was die avond in het Heizelstadion’
Op 29 mei 1985 zat de Italiaanse Brusselaar Salvatore Licata in het Heizelstadion, toen de rellen tussen Juventus en Liverpool uitbraken. “Ik kan nog altijd niet vatten wat toen gebeurde.”
Salvatore Licata
• 68 jaar
• Was aanwezig in het Heizelstadion op 29 mei 1985 als supporter van Juventus
• Was uitbater van Le Carlton in de buurt van het voetbalstadion
Het contrast. Eerst de geur van hotdogs, bier. Supporters. Geroep. Gejoel. Aanmoedigingen, gelach. Dan een vriend die terugkomt en zegt: “Er zijn doden gevallen.”
Ik kon het niet geloven. Voetbal is een feest. In dit geval: de Europese finale. Liverpool tegen Juventus, mijn ploeg. Mijn roots liggen in Caltanissetta, Sicilië – mijn vader was een mijnwerker, en verhuisde van Italië naar La Louvière, en van La Louvière naar Laken toen ik vijf jaar was. Ik groeide letterlijk op in de schaduw van het Heizelstadion, ik was zelfs uitbater van een café in de buurt, Le Carlton, maar Italië blijft in mijn hart. In de week voor de grote clash verkocht ik met mijn broers kaartjes voor de wedstrijd, tot soms 20.000 frank (500 euro zonder rekening te houden met inflatie, red.) per stuk, voor het S-vak, net boven de journalisten. Ik verdiende in totaal 300.000 frank (zo’n 7.500 euro). Niet slecht. Er deden veel valse tickets de ronde: gemaakt op het dunne papier van een photocopieuse in een sigarettenwinkel tegenover mijn café. De echte waren van
Stadsleven Een plateau broodjes door Louiza Moyersoen
Zoals velen hebben wij ons geïnstalleerd op de trappen van de kathedraal. Iedereen met hetzelfde plan: middageten in de zon. We roddelen over onze docenten en hun
saaie lessen. Enkele vrouwen achter ons staan recht en wandelen, wankelend op hoge hakken, de trappen af. Als ze ons bijna voorbij zijn, stoppen ze. “Zou dit jullie
karton en in rolletje gedraaid. Maar aan die dronken Engelsen kon je alles verkopen.
“Les hooligans vont arriver”
De kranten waarschuwden vooraf voor die van Liverpool: “Les hooligans vont arriver.” Ik wist niet wat dat was: een hooligan. Waren dat hetzelfde type bandieten als de Lazio-fans uit Rome?
Met zeventien vrienden ging ik naar de match. 29 mei 1985, een woensdag. Ik droeg een zwart-wit gestreept shirt, met op de rug het
“Ik was zo bang om verpletterd te worden dat ik door de adrenaline over een muurtje van het stadion sprong”
interesseren?” Ze steken een plateau naar ons uit. Er liggen een twintigtal broodjes op met kip, zalm of falafel. Broodjes die niet in ons studentenbudget passen. We nemen ze aan en genieten van onze opeens chique lunch. Als we terug moeten naar de les, liggen er nog een paar
opschrift ‘Platini 10’ – de held van de ploeg. Wat een sfeer. Ik zag zelfs een dronken agent met zijn hemd open en zijn stropdas rond zijn hoofd geknoopt.
Om een of andere reden duurde het lang tot de match begon. Een vriend kreeg honger en ging daarom eten halen. Toen kwam het nieuws. Eén dode. Twee doden. Drie doden. Opeens begonnen de Italianen over het veld te lopen, om de gemoederen te bedaren werd de wedstrijd alsnog gespeeld. Platini scoorde. Platini juichte. Vreemd.
Na de match duurde het uren voor mijn vak naar buiten mocht. Toen dat gebeurde, via een omweg langs de Houba de Strooperlaan werden de
eenzame broodjes op het plateau. “Wat gaan we daar meedoen?” Onmiddellijk roept een andere groep studenten: “Wij willen die wel!” Het plateau wordt doorgegeven met genoeg voor iedereen. Een miniversie van de wonderbaarlijke vermenigvuldiging. Toen Jezus een
massa kon voeden met vijf broden en twee vissen. Alleen had onze Jezus hoge hakken aan.
In Stadsleven vertellen redacteurs en lezers in maximaal 1000 tekens een verrassende anekdote over Brussel. Insturen kan via redactie@bruzz.be
het Heizeldrama: “Ik zag de schok in ieders ogen.”
supporterslangseenkleingangetje geleid,eensoortcorridor,waarik samen met mijnvriendenplots bekogeld werd met stenenen blikjes.Deklootzakkenhaddenal39 mensengedoodennuwachtten ze onsop...Iedereenwilde zo snel mogelijknaarbuiten, want iedereen was inpaniek.Ikviel,gelukkighielp mijnbroermijovereind.Ik was bang omverpletterd te worden,doorde adrenalinesprongik over een muurtje,inplaats van doordepoort te gaan.
Giovanni Rondmijliepenmensen met gescheurdekleren.Ikzagdeschokin iedersogen,sommigenkondengeen
antwoordenmeergeven,lekenzelfs gedrogeerd,lekenzombies.Ikzag dieavondoptelevisieooklichamen, blauw van het stikken. Endeeerstedieikherkende, was Giovanni.Hijhaddieweekook ticketsverkocht.Zijneigenkaartje hadhijgeruildvooreenplaatsin zoneZ–normaalgereserveerdvoor deneutralefans,maarItaliaanse reisbureausenBelgendieeenextra centjewildenverdienen,verkochten dieaandefans van Juventus. Zelfhadikeenticketjevoorde S-tribunegegevenaaneen Belgischeman met zijnzoontje,in ruilvooreentjeinZ,dieikongebruikt bijgehoudenhebalssouvenir.Die manredde het duswel.Gelukkig. Voormijn café stondeenrijItalianen te wachtenbijdetelefooncel.Ikliet ze binnen,zodat ze mijn vaste telefoonkondengebruiken,om te bellennaarfamilieinItalië.Ondertussenserveerdeiktheeenkoffie, tot eenuur of drie ’s nachts. Twee jaarlangvolgdeik het voetbal niet. Pas twintigjaarlaterstapteik voor het eerstweer het Heizelstadioninenhebikookgeholpen omdeherdenkingspaal te zetten met denamen van deslachtoffers. Mijnblikblijftaltijdhangenbij Giovanni.Ofhoeéénonnozele beslissing–omelders te gaanzitten –zulke grote gevolgen kan hebben. Ik kan hettot vandaagnogaltijdniet vatten.
Reageren of zelfeenopiniestuk insturen?Mailnaarredactie@bruzz.be
Een erg spijtige situatie. Vee- en paardenhouders kijken immers steeds uit naar hun deelname aan de nationale prijskampen tijdens Agribex”
Moet de Brusselse regering strenger toezien op naleving taalwetten?
Resultatenonlinebevraging,op25mei2025viaRhetoric(122reacties)
Ja
Maarenfin,uiteraardmoet ze dat.Sindswanneer stellen we onsdevraag of wetten wel moeten wordennageleefd?Is dat nietdeessentie van de rechtstaat?Ofgeldt dat plotsnietmeerals het over NederlandsinBrusselgaat? Wat eengênante normvervaging. Jan W.
BrusselistweetaligenookVlamingenmoetenzich inBrusselthuisvoelen. Gerda C.
IkzelfbenambtenaarbijdeBrusselseadministratie. Eéntaligbijaanvang,nuperfecttweetalig.Velen kunnendewil,dedurfen het respectnietopbrengen omexamens te doen.Dus JA deoverheidmoetveel strengerzijn,anderswordendeNederlandstaligen dinosaurussen. Patrick E.
AlsBrusselhoofdstadwilzijn van eentweetaligland moet het ookrespectopbrengenvoordeNederlandstaligemeerderheidin dat land. M.J.
Ik twijfel
Het strikttoepassenzalmoeilijkzijn,omdat het de zoektochtnaarsollicitantenbeperkt.Maarsterker stimuleren dat mensenmeertaligworden of hun taalkennisverbeterenmoet tot meerbegripleiden voorelkaar;zekerin het licht van dehuidigepolitieke crisisinBrussel. Oscar V.
Nee
Deprioriteitenzijnnuveiligheid,netheid,werken onderwijs. Jo S.
Taalismaareencommunicatiemiddel.Verruimje geestenlaatdienietbepalendoorwetten. Rony B.
ALAIN
VANDER CRUYS
eventcoördinatorbij Fedagrim,betreurt het verbod van Brusselom geenlevendedieren toete latenopAgribex,de landbouwbeursbegin decemberinBrusselsExpo Landbouwleven, 26mei2025
Aankondiging of vacature? Reserveer deze ruimte voor jouw organisatie.
Mail naar sales@bruzz.be en vraag naar onze instapaanbieding voor slechts € 500.
Met een expo in Ter Kamerenbos focust de Brusselse kunstenaar Adrien Lucca op lichtvervuiling en de negatieve impact ervan op nachtvlinders zoals de groot avondrood.
door Andy Furniere
Wie denkt aan bestuivers in de natuur, denkt wellicht in de eerste plaats aan bijen die in het volle daglicht die taak opknappen. Maar wanneer de schemering valt, is de groot avondrood een van de beestjes die de nachtshift voor hun rekening nemen. Het is een veelvoorkomende nachtvlinder met een lange roltong, het oprolbare orgaan waarmee nectar uit de bloem kan worden opgezogen.
“Daarmee kunnen ze dieper dan bijen naar nectar zoeken, handig om uit bloemen van planten zoals kamperfoelie en vingerhoedskruid te slurpen,” zegt kunstenaar Adrien Lucca, wiens expo À l’aube du crépuscule momenteel loopt in galerie LMNO aan het Ter Kamerenbos. In de tentoonstelling focust hij specifiek op de manier waarop de groot avondrood zijn voedselbronnen spot.
“Terwijl mensen in het pikdonker van de nacht als het ware kleurenblind worden, kan de groot avondrood nog altijd kleuren zoals blauw en geel onderscheiden.” Zo herkent de nachtvlinder de smakelijkste bloemen door bepaalde kleurschakeringen.
In de expo laat de kunstenaar de bezoeker door de ogen van dit insect kijken aan de hand van lichtinstallaties, sculpturen, schilderijen en tekeningen – gebaseerd op wetenschappelijke data over hun visuele vermogens. Lucca heeft een achtergrond in hedendaagse kleurwetenschap, zette zijn eigen laboratorium op, en werkt ook samen met de VUB en het Museum voor Natuurwetenschappen. In die laatste instelling zal hij volgend jaar een nieuwe expo opzetten die verder ingaat op een problematiek die hij in LMNO al zijdelings aankaart.
Eigenschappen
• Grootavondrood of Deilephila elpenor behoort tot defamilie van depijlstaarten
• Grotenachtvlinder met roze en olijfgroenevlekkenenstrepen
• De tot achtcentimeterlange bruinerupswordtolifantsrups genoemd
“Het overmatige gebruik van kunstlicht ’s nachts en van de huidige ledverlichting in het bijzonder, maakt dat de groot avondrood de kleuren van veel bloemen anders waarneemt, of ze in het ergste geval helemaal niet meer kan zien,” zegt Lucca. Dat maakt de nachtvlinders een van de vele slachtoffers van lichtvervuiling in de stad. “Nachtvlinders hebben niet de luxe om veel tijd en energie te verliezen: ze moeten zo snel mogelijk genoeg voedsel verzamelen voor het licht wordt en voor vogels ze kunnen bejagen. Door lichtvervuiling wordt dat steeds moeilijker, wat ook negatieve gevolgen heeft op het vlak van bestuiving.” Wetenschappers beseffen dat probleem steeds beter, maar de implementatie van hun inzichten in de praktijk blijkt een ander paar mouwen. Al beweegt er wel wat, zo is er jaren geleden al oranjerode nachtverlichting geplaatst op bepaalde plekken in Brussel, waaronder de site van het Rood Klooster. In de eerste plaats voor vleermuizen, maar die lampen zouden ook beter zijn voor nachtvlinders, zegt Lucca, al vindt hij die innovatie nog niet ver genoeg gaan.
De kunstenaar werkt voor zijn volgende tentoonstelling in het Museum voor Natuurwetenschappen aan een installatie die verdere actie moet inspireren. “Met veranderend licht en kleuren, want de noden van nachtdieren qua zicht veranderen tijdens de nacht. En met een beetje ultraviolet licht, ook heel belangrijk voor hen om goed kleuren te zien.”
Lees de hele reeks op BRUZZ.be/beestigbrussel
Steeds meer ouders zoeken hulp bij slaapcoaches
Bij een pasgeboren baby horen ook de slapeloze nachten. Die kunnen zo slopend zijn dat kersverse ouders hun heil zoeken bij een slaapcoach. De laatste jaren is de vraag naar hulp, advies en concrete tips geëxplodeerd, wat leidt tot wachtlijsten. “Expats, maar ook Vlamingen die in Brussel komen wonen, hebben geen netwerk dat hulp kan bieden bij slaapproblemen.”
door Sarah Vandoorne foto’s Ivan Put
Een uitputtingsslag.” Zo omschrijven Wouter Ryssens en Kaat Laheye uit Schaarbeek de eerste maanden met hun zoontje Felix, die in juli twee kaarsjes uitblaast. De eerste periode verliep nochtans redelijk normaal, vertelt Wouter. “Felix was een vrij gewone baby, maar na vier maanden liep het helemaal uit de hand.”
Voor elk dutje moesten Wouter en Kaat Felix vaak een uur tot anderhalf uur troosten voor hij de slaap kon vatten, en dat vier tot vijf keer per dag. Als Felix ’s nachts wakker werd, krijste hij een halfuur tot soms een uur lang. “Hij werd regelmatig wakker, gemiddeld om de drie uur. Daar tilden we minder zwaar aan, het leek ons niet abnormaal. Daarom hebben we een tijd gewacht om hulp te zoeken. Vooral Kaat twijfelde eerst, net omdat het haar normaal leek. Dat kan goed zijn, maar het vernietigde wel ons leven.”
Tegen Kerstmis 2023, hun eerste met zijn drietjes, was het gezin zodanig uitgeput dat het een slaapcoach in de arm
wilde nemen. Ze kwamen eerst uit bij een videotraining, een vooraf opgenomen sessie die geen advies op maat bood. “Het ging onder andere over het belang van een ritueeltje voor het slapengaan. Daar hadden we al op ingezet, dat hielp niet echt.”
In het voorjaar besefte Wouter dat hij nog een stap verder wou gaan, maar de coach die de videotraining aanbood, woont in Schilde, bij Antwerpen. Via collega’s vond Wouter een slaappsycholoog uit Grimbergen, de dichtstbijzijnde die Nederlands sprak en snel beschikbaar was.
De meeste slaapcoaches zijn drukbezet, met lange wachttijden, maar slaapproblemen kunnen zo acuut zijn dat een ouder het liefst nú hulp wil. “Ik had eindelijk Kaat overtuigd om een stap verder te gaan, maar het bleek erg moeilijk om op korte termijn een consult te boeken.”
Dat ondervonden ook Melody Van Geele en Michiel Villé uit Schaarbeek. De coach met wie zij eerst contact zochten, heeft vandaag 140 ouders op de wachtlijst staan. Al tijdens haar zwangerschap kreeg Melody een boek met tips over hoe je als
ouder je kind leert om te slapen. Ze las er advies over hoelang een baby wakker mag zijn voor hij opnieuw moet slapen, hoelang dutjes mogen duren en wanneer het kind zelfstandig zou moeten kunnen inslapen. “Vooral dat laatste werd er precies ingedrild,” merkte Melody, maar dat strookte niet met haar intuïtie.
Haar omgeving overstelpte Melody ongevraagd met advies. “Sommigen raadden mij zelfs aan om te stoppen met borstvoeding, wat ik helemaal niet wilde. Als je die raad niet opvolgt en je kindje blijft slecht slapen, is het alsof je het helemaal aan jezelf te wijten hebt. ‘Je hebt de keuze gemaakt, dus je moet er niet over zagen.’ Dat was erg moeilijk om te dragen. Na je bevalling heb je geen idee van wat er op je afkomt, die eerste periode is heel erg zwaar. Wat je op dat moment vooral nodig hebt, is steun, en erkenning.”
Via de vroedvrouwenpraktijk Zwanger In Brussel vond ze op Instagram enkele profielen van slaapcoaches die bij haar
visie aansloten. Uiteindelijk kon ze terecht bij een slaapcoach in Antwerpen, die ze via een videocall sprak. “Ik was blij dat ik ergens binnen raakte, en dat ik mijn verhaal kon doen.” Ook Wouter ging slechts één keer in de praktijk in Grimbergen langs, de rest van de sessies gebeurde online.
Beide ouderparen hechten veel belang aan hulp krijgen in hun moedertaal. “In Brussel is het geen evidentie, maar zorgverlening heb ik het liefst in het Nederlands,” zegt Melody. Dat beaamt Wouter. “Kaat en ik werken allebei in het Frans, we zijn de taal zeker machtig, maar alles wat met gezondheid te maken heeft, wil ik graag in het Nederlands, zodat ik mij correct en genuanceerd kan uitdrukken.”
Melody: “Dan heb ik nog liever een onlinegesprek dan een sessie in het Frans.”
De Brusselse slaapcoach Manoëlle Van Overstraeten werkt alleen in het Frans. “Misschien heb ik al Nederlandstalige klanten gehad, maar dan waren ze tweetalig.” Slaapcoach Ariane Vaughan stuurt Nederlandstaligen automatisch door naar een Vlaamse collega, helemaal uit Nieuwpoort. “Veel slaapcoaching gebeurt online. Zelf heb ik cliënten tot in Dubai. Franstalige Brusselaars hebben soms een coach uit Frankrijk, Nederlandstaligen zoeken hulp tot in Nederland. Al komen Brusselse gezinnen meestal naar mijn praktijkruimte in Laken.”
Geen netwerk
Vaughan is gecertificeerd als slaapcoach sinds 2020, als eerste in Brussel. “Intussen is slaapcoaching erg in de mode, na 2020 is de vraag geëxplodeerd. Ouders weten beter dat ze geholpen kunnen
worden, en talmen minder om die stap te zetten.” Meer kennis over slaap brengt rust in gezinnen, meent Ina Van Humbeeck, die Wouter en Kaat begeleidde. Vroedvrouwen op huisbezoek krijgen na de geboorte en tijdens het eerste levensjaar het vaakst vragen over slaap, zo merkt Elke Van Den Bergh, oprichter van de praktijk Zwanger in Brussel.
Specifiek in Brussel is de nood erg hoog, vertelt Vaughan. “Er wonen veel expats, door de aanwezigheid van de EU-instellingen. Die hebben geen familie in de buurt, geen netwerk om hen te helpen.” Ook Vlamingen die in Brussel komen wonen, hebben vaak dat probleem. Wouters ouders en schoonmoeder wonen in Essen, een Antwerpse gemeente aan de Nederlandse grens. “Bovendien hebben we lang in het buitenland gewoond. Onze vrienden van vroeger zijn we ofwel kwijt, ofwel wonen ze elders.”
Melody en haar man wonen ruim tien jaar in Brussel. “Ons leven is hier, maar we zijn allebei afkomstig uit Limburg. De maatschappij gaat er eigenlijk van uit dat grootouders in de buurt wonen om bij te springen, bijvoorbeeld als Magnus ziek is. Ik heb vier dagen sociaal verlof, als die op zijn, heb ik pech.” Tijdens haar zoektocht merkte Melody dat sommige slaapcoaches erg inspelen op angsten, onzekerheden en vooral de vermoeidheid van jonge ouders. “Maar dan kijken ze meer naar wat ouders nodig hebben dan naar de noden van het kind.”
Niet beschermd
“Het beroep van slaapcoach is niet beschermd, iedereen kan zich zo noemen,” klaagt Vaughan aan. Zelf heeft ze het certificaat ‘gentle sleep coach’, en raadt ze aan om met een gecertificeerde slaapcoach te werken. “Ze zouden toch op zijn
“Nederlandstaligen zoeken hulp tot in Nederland. Veel slaapcoaching gebeurt online. Zelf heb ik klanten tot in Dubai”
Ariane Vaughan
Slaapcoach
minst een opleiding gevolgd moeten hebben.”
De Brusselse Anouk Van Nuffel, die onlangs verhuisde naar Nijvel, trekt de waarde van certificaten in twijfel. Zelf is ze opgeleid tot ‘baby led sleepcoach’. “Iedereen kan een vorming volgen. Kijk liever naar het parcours dat een coach volgde. Ik ben wetenschapper van opleiding, zo zet ik mijn certificaat kracht bij.” Van Overstraeten benadrukt dat ze niemand kent zonder enige vorm van certificaat. “Maar de kwaliteit van de opleidingen verschilt enorm.”
Gecertificeerde slaapcoaches houden zich aan een bepaalde deontologie, zegt Vaughan. “Zo is het niet mogelijk om coaching te volgen voor de leeftijd van zes maanden. Voordien kan ik wel tips geven, maar start ik geen traject op.”
De meeste baby’s gaan al vóór die leeftijd naar de crèche, het is niet uitzonderlijk om voordien hulp te vragen. “Zeker als je kindje nog niet zelfstandig inslaapt, zijn veel ouders bang om het voor het eerst naar de opvang te sturen,” spreekt Melody uit eigen ervaring. Naar de crèche gaan is een enorme verandering, benadrukt Van Nuffel. “Net dan inzetten op leren slapen werkt contraproductief en zal juist meer stress veroorzaken.”
Melody leerde van haar slaapcoach dat kinderen het onderscheid kunnen maken tussen twee verschillende plaatsen. “Magnus sliep in de opvang wel zelfstandig
het begin van de oplossing, het heeft alles veranderd.”
In goud betalen hoeft niet, maar voor slaapcoaching heb je maar beter een stevige duit over. Ariane Vaughan vraagt 650 euro voor een traject van drie weken tot een maand, “het equivalent van 70 euro per uur,” mailt ze na. Manoëlle Van Overstraeten wijst op slaapcoaches die tot 1.000 euro vragen. “Dat ondermijnt het beroep. Het doet uitschijnen dat slaap een burcht is waar gewone mensen geen toegang toe hebben en dat er mirakeloplossingen bestaan. Terwijl het toch vooral kwestie is van luisteren naar de context en inspelen op de gezinsdynamiek.” Zelf rekent ze tussen de 70 en 110 euro per sessie.
in. Harde slaaptraining was voor die plek niet nodig.”
“Ik stuur ouders niet meteen door naar een slaapcoach, maar reik literatuur aan en geef zelf tips en tricks tijdens een spreekuur,” zegt vroedvrouw Elke Van Den Bergh, die verwijst naar het boek van Van Nuffel, Zachte Nachten, voor ouders die met vragen zitten. “Na één week wordt de situatie opnieuw geëvalueerd. Ook organiseer ik wekelijks een oudergroep, Babyboost, waarin ouders elkaar tips geven.”
Vloerbed
Melody heeft nog altijd contact met moeders die ze leerde kennen bij Babyboost. Met de kennis over babyslaap die ze nu heeft, had ze in principe geen slaapcoach nodig, blikt ze terug. “Op dat moment heeft het wel enorm geholpen. Magnus werd nog drie à vier keer wakker toen hij vier maanden was. Pas in gesprek met mijn slaapcoach had ik door dat dat perfect normaal is.”
Een praktische tip die ze uit het consult haalde, is om een vloerbed (een bed dat laag bij de grond staat, waardoor kinderen meer vrijheid hebben, red.) aan te schaffen. Dat gebruikt ze nog steeds. Het duurde wel zeventien maanden vooraleer Magnus een nacht doorsliep, maar “het komt dus wel degelijk goed,” zegt ze nog.
Wouter noemt Felix intussen een “kind zoals een ander”. “Een uitstapje maken
met hem is soms nog moeilijk, want in de buggy slaapt hij bijna niet,” zegt hij. “Maar intussen is hij op een leeftijd gekomen dat het niet erg is dat hij een dutje overslaat.” Zijn bedtijd is wel nog altijd heel gereglementeerd: om kwart over zeven moet het licht uit. “Daar zijn we erg strikt in, ik denk dat hij dat nog kan gebruiken.”
Het advies dat het verschil maakte voor Wouter en Kaat, was om Felix een uurtje vroeger in bed te leggen. “Zijn schema liep voor geen meter: om halfzes of zes was hij wakker, terwijl hij duidelijk nood had aan slaap. De tip om hem om zes uur ’s avonds in bed te leggen in plaats van om zeven uur was zijn gewicht in goud waard. Het was
Melody betaalde 150 euro voor een gesprek van een uur. “Daar hing wel een voorbereidend traject aan vast, waarin we onder meer noteerden waar, wanneer en hoelang Magnus dutjes deed, en er was ook nog een follow-upgesprek.” Ook Anouk Van Nuffel werkt met een tarief per sessie, van 65 euro voor 45 minuten. “Maar voor een uitgebreid consult analyseer ik eerst een vragenlijst van honderd vragen, daarvoor reken ik ruim 200 euro.”
Van Humbeeck vraagt tot 485 euro voor een traject, maar biedt ook gratis groepssessies in het Huis van het Kind in Jette, verbonden aan het UZ Brussel. Wouter herinnert zich een lager bedrag, van 355 euro. “Kennissen hebben kindjes van 3 jaar die nog altijd crisissen hebben ’s nachts,” vertelt hij. “De kosten zijn niet niks, maar je krijgt er veel voor terug. Wie alleen om die reden twijfelt, raad ik aan om het gewoon te doen.”
DE PLUS EN PLUS DE PARENTS FONT APPEL À DES COACHS DU SOMMEIL
FR Qui dit bébé, dit souvent nuits blanches. Épuisés, certains parents se tournent vers des coachs du sommeil. Ces dernières années, la demande en accompagnement et astuces concrètes a littéralement explosé, au point de créer des listes d’attente. « Les expatriés, mais aussi les Flamands récemment installés à Bruxelles, manquent souvent d’un réseau de soutien pour faire face aux troubles du sommeil. »
EN Newborn babies often mean sleepless nights, prompting some parents to turn to sleep coaches for support. The demand for guidance and practical tips has significantly increased in recent years, resulting in waiting lists. “Both expatriates and Flemish people moving to Brussels often lack a local network to provide help with sleep-related issues.”
Op zaterdag 17 mei zette een groep zestienjarige basketters uit Brussel de iconische sporthal aan de Winketkaai in Mechelen in vuur en vlam. Na een bizar duel met twee gezichten won Uccle Europe voor het eerst de nationale Final Four.
door Luc Kempen
“Zonde van al die flessen champagne in mijn kofferbak.” Jérôme Jurion, voorzitter van Uccle Europe, weet niet goed waar kijken op de parking voor de sporthal. Enkele minuten geleden weerklonk het rustsignaal van de finale in het kampioenschap voor zestienjarigen tegen Falco Gent. Zijn team heeft er twee dramatische quarters opzitten. De knullige missers in de laatste dertig seconden waren een perfecte illustratie van de vertwijfeling waaraan de ploeg ten prooi viel. 30-39 luidt de tussenstand, de kampioenstitel lijkt uit zicht. “Hopelijk wordt het geen afstraffing,” zucht Jurion.
Met een blik vol berusting betreedt de voorzitter de zaal voor het derde quarter Daarin blijven zijn jongens aanvankelijk de fouten opstapelen. Meer zelfs, het spel verloopt zo ongeordend dat hun trainer uit wanhoop de coaching aan zijn assistent overlaat. Als de achterstand is opgelopen tot twaalf punten krijgt guard Diybril Previti een bevlieging. Vanuit een hoek van het terrein scoort de, dixit Jurion, schuchtere jongen uit het niets een driepunter. Een halve minuut later gevolgd door nog zo’n magistrale worp en een korf, die veel tactisch inzicht verraadt. Diybril is de jongste van het team en als enige geboren in 2010, maar zijn magistrale punten leiden tot de kentering. In luttele minuten gaat de score van 36-48 naar 55-53.
De Brusselse achterban, verbouwereerd voor de rust, is nu buiten zinnen. Onder aanvoering van kapitein Gali Chakib wordt de
tegenstander finaal overrompeld: 65-56. De uitbundige taferelen die zich na de huldiging afspelen hebben veel bekijks in het ingedommelde Mechelen.
Enkele dagen later vertelt Ilias Al Sawalha (10 punten, 13 rebounds, Palestijnse roots) dat de wedstrijd ‘s nachts door zijn hoofd blijft spoken. Hij noch zijn ploegmaats hadden deze omstandigheden (hels kabaal, grote verwachtingen ...) ooit eerder meegemaakt. Eén uitspraak van de trainer tijdens de rust staat hem nog helder voor de geest: dat ze het als een voorrecht moeten beschouwen om de hoofdstad in Vlaanderen te kunnen vertegenwoordigen, maar dat daar wel iets tegenover staat. “Zo bespeelde hij onze trots,” vermoedt Ilias.
“De trainer bespeelde onze trots tijdens de rust”
Eden Tshimanga-Mashala (ook 10 punten en 13 rebounds, Congolese roots) zag in het slot van de wedstrijd de uitputting in de ogen van de tegenstanders, al voegt hij er in een adem aan toe dat hij veel meer had moeten scoren. Welke les hij trekt voor de toekomst? “Dat je zulke wedstrijden nooit te rustig mag aanvatten, want dan lukt er niets.”
Uccle Europe is lang niet de grootste Brusselse basketclub, maar heeft toch bijzondere trekken. Europe verwijst naar de intense samenwerking met de Europese school die op het grondgebied van de gemeente ligt. Daarnaast is de voorzitter trots dat de achtergronden van de spelers heel divers zijn en dat zijn teams het voor elkaar hebben gekregen dat hockey niet langer hét gespreksonderwerp is in de gemeente. Met de zege in Mechelen eindigt ook een tijdperk, want een aantal spelers zoekt andere oorden op. Noé Vila Welschen (3 punten, 5 rebounds, Spaans-Nederlandse roots) vervolgt zijn avontuur bij de jeugd van eersteklasser Antwerp Giants. Of hij klaar is om afscheid te nemen van zijn vrienden en zich onder te dompelen in de specifieke Antwerpse mentaliteit? “Een deel van mij is Amsterdams. Maak je geen zorgen, ik kan tegen een stootje.”
In Sporting Flagey zoekt BRUZZ een interessant verhaal uit de Brusselse sportwereld.
Big City
zoekt elke week een antwoord op een lezersvraag, deze week van Maarten uit Schaarbeek.
door Freya Van Nieuwenhuysen
Vraag Het Koning Boudewijnstadion is een begrip in België, maar lange tijd stond het bekend als het Heizelstadion. Maarten uit Schaarbeek vraagt zich af wanneer die naam veranderde.
Antwoord Als grootste stadion van het land en met een capaciteit van ruim 50.000 toeschouwers vormt het Koning Boudewijnstadion het decor voor grote sportevenementen, concerten en nationale plechtigheden. Achter die indrukwekkende façade schuilt een beladen verleden, want op 29 mei 1985 vond daar het
Heizeldrama plaats, een van de donkerste dagen in de voetbalgeschiedenis. Wat een groot feest moest worden tussen Liverpool en Juventus, mondde uit in een nachtmerrie. Die avond lieten 39 voetbalsupporters het leven, honderden raakten gewond. Nochtans kondigde de affiche een voetbalfeest aan: de finale van de Europacup I, de voorloper van de Champions League. Liverpool, viervoudig winnaar en titelverdediger, nam het op tegen Juventus, het jaar ervoor winnaar van de Europacup II. Het Heizelstadion zat vol met ruim 60.000 fans, klaar voor een strijd tussen wereldsterren. Toch liep het volledig mis, nog voor de aftrap. Door een zware organisatorische fout stonden de Britse en Italiaanse supporters vlak naast elkaar. Vak Z, bedoeld voor neutrale Belgische supporters, bleek massaal gevuld met Juventus-fans, direct naast twee propvolle Liverpoolvakken met onder meer beruchte hooligans. Rond 19 uur brak de chaos uit. Engelse
hooligans bestormden vak Z, Italiaanse supporters raakten in paniek en probeerden te vluchten. Er waren nauwelijks nooduitgangen, en de druk werd zo groot dat een oude stadionmuur instortte. Honderden mensen raakten verpletterd of verstikt in de massa. De politie was onderbemand en de communicatie tussen ordediensten faalde compleet. 39 mensen overleden – 32 Italianen, 4 Belgen, 2 Fransen en 1 Ier – en honderden raakten gewond. Terwijl slachtoffers en lichamen naar buiten werden gedragen en mensen in elkaar zakten van verdriet, gebeurde iets ondenkbaars: de voetbalwedstrijd werd toch gespeeld met als reden: verder geweld vermijden. Juventus won met 1-0, dankzij een doelpunt van Michel Platini. Maar op dat moment, midden in het verdriet, voelde die overwinning wrang.
Tien jaar later, in 1995, werd het stadion volledig verbouwd en herdoopt tot Koning Boudewijnstadion. Een eerbetoon aan de overleden koning, maar ook een symbolisch nieuw begin om de donkere herinneringen aan het Heizeldrama te wissen.
Conclusie Omdat de naam Heizelstadion te veel verbonden zou blijven aan het Heizeldrama op 29 mei 1985, kreeg het vernieuwde stadion in 1995 de naam Koning Boudewijnstadion.
Ook een vraag?
Stel je vraag en stem op BRUZZ.be Bekijk en lees antwoorden op BRUZZ.be/bigcity
DE BRUZZ-BUS IS TERUG
De gerenoveerde BRUZZ-bus werd zondag onthuld tijdens de 20 km door Brussel. Spot hem in de stad tijdens de zomermaanden.
bewonderen
BRUSSEL ONDER VUUR
Het geweld in Brussel neemt de laatste jaren buitensporige proporties aan. In ‘Brussel Onder Vuur’ duikt BRUZZ dieper in de wereld van de criminaliteit.
Iedere dinsdag van juni in BRUZZ 24
BRUZZ OP WHATSAPP
Volg het Brusselse nieuws via het WhatsApp-kanaal van BRUZZ en krijg een handig overzicht van de verhalen van de dag. Meer op BRUZZ.be/whatsapp
Naam: Lucas
Leeftijd: 18 jaar
Woont samen met: zijn ouders
Hobby: Kadettenopleiding bij de brandweer en fitness
Lievelingsliedje:’Hotel California’ van The Eagles
The hang-out
Elke week toont een ket zijn of haar favoriete plek in Brussel. Brandweerkadet Lucas vertoeft nergens liever dan in de kazerne van de Brusselse brandweer aan de Helihavenlaan. “Op school vond ik niets dat me écht interesseerde, tot ik dit ontdekte. Toen wist ik: dit is het.”
door Emilia De Feyter foto Saskia Vanderstichele
Waarom koos je voor de brandweer?
Voor mij is dit een persoonlijk doel. Ik heb familie die bij de brandweer zat en hun verhalen hebben me altijd geïnspireerd. Sinds mijn twaalfde droom ik ervan om brandweerman te worden. Ik zocht het uit en zag dat ik moest wachten tot ik zestien was voor de kadettenopleiding. Het eerste jaar zat vol, maar het jaar erna lukte het om bij de brandweerkadetten te starten.
Wat maakt deze plek speciaal voor jou?
De familiale sfeer. Samen leren en trainen met de anderen is echt tof. Ik kom hier twee keer per week: woensdag om te sporten en zaterdag om de opleiding te volgen.
Hoe groot is jullie groep?
Een veertigtal. De meesten zijn Franstalig, maar de Nederlandstaligen spreken ook Frans, dus de communicatie loopt vlot. Ik ben zelf tweetalig. Mijn familie spreekt Frans, maar ik ga naar een Nederlandstalige school.
Wat heb je tot nu toe geleerd?
We leren al delen van de cursus die later essentieel zijn. Ook teamwork en vertrouwen zijn superbelangrijk. Zonder vertrouwen kun je dit werk niet doen. Een van de meest indrukwekkende oefeningen was in de containers: we gingen met zes naar binnen en zagen hoe het vuur zich ontwikkelt. Zo leer je de verschillende fases van een brand en hoe je daarop moet reageren.
Waarom is dit jouw roeping?
Op school was ik nooit de beste en ik vond niets dat me écht interesseerde, tot ik dit ontdekte. Toen wist ik: dit is het. Elke dag is anders en je weet nooit wat er op je pad komt. Dat maakt het zo boeiend. De wereld heeft mensen nodig die dit willen doen.
Ben je bang voor het gevaar?
Het is een risicovol beroep. We zijn nog niet meegegaan op interventies, enkel theoretisch besproken. Natuurlijk wil ik dat meemaken, maar ik begrijp dat we daar nu nog niet klaar voor zijn.
Wat zijn je ambities binnen de brandweer?
Voorlopig is mijn doel om binnen te raken. Daarna zie ik wel welke richting mij het meeste voldoening geeft. Misschien specialiseer ik me in hazmat (hazardous materials of gevaarlijke stoffen, red.) of in duiken, maar dat beslis ik later pas.
Ga je eerst nog iets anders studeren?
Ja, ik wil een graduaat doen, bijvoorbeeld Systeem- en Netwerkbeheer, als back-up. Ik zit nu in het zesde jaar Onthaal, Organisatie & Sales. Na dit jaar kan ik naar de hogeschool of een specialisatiejaar volgen.
Heb je nog andere hobby’s en interesses?
Ik fitness graag en ben heel actief. Ik spendeer veel tijd met vrienden, familie en mijn vriendin. Ik game graag op de Playstation, bijvoorbeeld FIFA en Call of Duty. Ik hou ook van voetbal. Ik heb het vroeger zelf gespeeld, maar uiteindelijk moest ik kiezen tussen voetbal en brandweer. Ik ben fan van RSC Anderlecht en Chelsea.
Waar ben je trots op?
Dat ik al weet wat ik wil doen in de toekomst. Veel jongeren van mijn leeftijd weten dat nog niet, maar ik heb mijn doel gevonden.
Wil jij ook je favoriete plek tonen?
Dat zou heel leuk zijn. Stuur een mailtje naar ket@bruzz.be en een journalist neemt contact met je op.
De keuken van mijn mama en oma is de beste. Ik eet graag lasagne, maar let wel op mijn voeding –veel eiwitten, kip met rijst bijvoorbeeld. De basics om gezond te blijven.
Ik ben naar Marokko geweest en het jaar ervoor naar Griekenland. Griekenland vond ik het leukst, vooral de cultuur, de oude verhalen en de monumenten spraken me aan.
Grootste droom
Mijn kinderdroom is om binnen te raken bij de brandweer. Dat mag overal zijn, maar liefst in Brussel. Volgens mij is hier meer actie dan in Vlaams-Brabant. Er zijn meer inwoners en hogere gebouwen.
Landbouw Vijftig nieuwe projecten in Brussel
Op een zelfoogstboerderij is de landbouwer verantwoordelijk voor de teelt en verzorging van de gewassen, maar de leden oogsten zelf.
In kelders, op daken, aan de grens met Vlaanderen: waar mogelijk zoeken
Brusselaars en sociale organisaties een plek om aan stadslandbouw te doen. “Toch blijft het moeilijk om af te stappen van het imago dat duurzame en lokale landbouw voor bevoorrechte mensen is.”
door Maya Toebat foto’s Bart Dewaele
Terwijl op de Ring het monotone geluid van verkeer bromt, klinkt enkele kilometers verderop het gekakel van kippen. De geur van verse kruiden vermengt zich met de zoete aroma’s van omgespitte grond. Op onverwachte plekken, van braakliggende terreinen tot vergeten hoekjes en zelfs op daken, ontkiemt een groene beweging in Brussel. Met een dertigtal conventionele boeren, bijna vijftig nieuwe landbouwprojecten, en een relatief grote oppervlakte aan open grond, krijgt de Brusselse stadslandbouw wereldwijd een hoge score.
Ook Maarten Dieryck, coördinator van Groot Eiland, een sociaal initiatief dat werkervaring combineert met biologische landbouw, gelooft dat Brussel zich in een bijzondere positie bevindt. “Brussel heeft als grootstad met een eigen gewestgrens het voordeel dat het zijn landbouwbeleid zelf kan regelen, in tegenstelling tot Vlaamse steden die afhangen van een hoger beleidsniveau. Daardoor kan het een directer en effectiever beleid voeren, dat is afgestemd op de behoeften van de stad.”
De visie van de stad uit zich in de ambitieuze Good Food-strategie, van
Leefmilieu Brussel, waarvan nu de tweede periode loopt (2022-2030). De prioriteiten in die strategie? “De duurzame voedselproductie zien toenemen en zoveel mogelijk Brusselaars toegang geven tot lokale, gezonde voeding tegen 2030,” zegt Jan Pille van Leefmilieu Brussel. “Professionele landbouw binnen het gewest, met zijn beperkte aantal landbouwgronden, kan daar een kleine, maar betekenisvolle bijdrage toe leveren.”
Daarom ondersteunt Leefmilieu Brussel, samen met de collega’s van Economie en Werkgelegenheid, landbouwers via kennismakingssessies en begeleiding van bedrijfsplannen; ze werken ook samen met andere Brusselse, Vlaamse en Waalse partners rond de uitdagingen op het vlak van toegang tot (betaalbare) grond. “Tot slot investeren we om de landbouwers en de lokale inkopers van hun producten samen te brengen.”
De meerwaarde van landbouw in de stad reikt verder dan de voedselproductie. Op ecologisch vlak draagt het bij aan een duurzamere stad door transport van voedsel te verminderen, de biodiversiteit binnen stedelijke ecosystemen te vergroten, de bodemgezondheid te verbeteren en CO2 op te slaan in de vorm van organisch materiaal in de bodem.
Verder ligt de kracht van de stadslandbouw vooral in haar diversiteit. De Brusselse landbouw bevat een breed scala aan initiatieven: van melkveeboerderij de Neerpedehoeve tot de dakserres van BIGH, pluktuin Cour’Jette en buurtmoestuinen.
Projecten spelen vaak ook meerdere rollen. Zo is La Ferme du Chaudron in Anderlecht behalve een productieve stadsboerderij, ook een educatief centrum, kinderboerderij, winkel, restaurant en
ontmoetingsplaats. Coördinator Clara Dinéty noemt het daarom een “voedselhuis”.
“Ik wilde een ruimte creëren die de voordelen van duurzame landbouw in de stad op een toegankelijke manier belicht. Dit model zou veel steden ten goede komen, als bron van informatie over de herkomst van voeding en als schakel tussen de boeren en de stedelingen.”
Die verbinding is cruciaal voor de positie van de landbouwer in het voedselsysteem, merkt Pille. “Landbouwers die een band met hun klanten onderhouden, hebben een grotere economische en emotionele veerkracht. Zo installeerde Koen Heymans van de Neerpedehoeve een automaat en ziet hij nu meer buurtbewoners melk op de boerderij kopen. Ook zijn er modellen zoals de zelfoogstboerderijen van CSA (Community Supported Agriculture), die via abonnementen de oogstrisico’s spreiden.”
Theo, een van de initiatieven van Groot Eiland, is zo’n zelfplukboerderij. “Zodra je iets in de stad opstart, is het meer dan landbouw alleen,” gelooft Dieryck. “In de eerste plaats zijn de projecten van Groot Eiland gericht op professionele integratie van volwassenen door werkervaring op te doen, maar er komen ook scholen langs en de tuinen leiden tot gemeenschapsvorming. Rond onze zelfplukboerderijen Theo en Cour’Jette ontstaan er community’s van mensen die willen weten hoe iets groeit en bloeit, maar niet de ruimte of tijd hebben om groenten te kweken. Ze betalen een jaarlijks lidmaatschap, waardoor ze mede-eigenaar worden van het veld. Zo delen ze de risico’s en de oogst, en ontstaat er een hechte band tussen de boer en de leden van de gemeenschap. Het landbouwveld wordt een deel van hun leven, waar de leden zelfs een verjaardagsfeest kunnen organiseren.”
“Het landbouwveld wordt een deel van het leven van degenen die het lapje grond bewerkt, waar ze zelfs een verjaardagsfeest kunnen organiseren”
Maarten Dieryck Coördinator van Grooteiland
Net in dat sociale potentieel ligt een van de uitdagingen voor de Brusselse stadslandbouw. Hoewel buurtmoestuinen een dynamische mix van mensen aantrekken, bereiken initiatieven met een lidmaatschapsmodel vaak een publiek uit de middenklasse vanwege de jaarlijkse kosten en het vereiste engagement. “Groot Eiland bereikt een divers publiek via de medewerkers, die via hun werktraject in aanraking komen met biogroenten en cargofietsen,” zegt Dieryck. “Maar de leden zelf diversifiëren is moeilijker. We hebben geprobeerd om met OCMW’s samen te werken om de abonnementskosten te verlagen, maar ook honderd euro blijft veel voor mensen in precaire situaties.”
Ook FedeAu, de Brusselse federatie van professionals in de stadslandbouw, wil de landbouwsector inclusiever maken, maar stuit op grenzen. “Het blijft moeilijk om af te stappen van het imago dat duurzame en lokale landbouw voor bevoorrechte mensen is,” zegt community manager Laura Sylvia Herman. “Momenteel werkt FedeAu samen met vzw’s die ervaring hebben in buurtwerking, om beide expertises te bundelen. Zo willen we wijkprojecten opzetten met de focus op landbouw.” Ook de tweede periode van de Good Food-strategie zet in op wijken waar landbouw niet standaard tot het leven van de inwoners behoort.
La Ferme du Chaudron in Anderlecht bereikt wel een breder publiek, en dan vooral via het educatieve luik. “In ons restaurant kan je voor een gereduceerde prijs lunchen en door samenwerkingen met
scholen bereiken we alle bevolkingslagen,” merkt Dinéty. “Anderzijds komen de winkel en het restaurant met een prijskaartje, en kunnen we geen voedselhulp aanbieden, omdat we een eerlijke prijs aan de boeren willen geven. Als non-profitorganisatie zijn we sterk bezig met inclusiviteit, maar we moeten ook economisch overleven. Zo hebben we voorlopig slechts financiële middelen voor een jaar.”
Netwerk aan politici
Financiële stabiliteit is een zorg van veel landbouwprojecten. Zeker nu FedeAu haar economische ondersteuning dreigt te verliezen na de regeringswissel, en geen zicht heeft op de verdere ondersteuning van Brusselse landbouwers. “Daardoor dreigen ze één contactpunt te verliezen,” zegt Herman, “één stem om hen te representeren en een netwerk aan contacten met politici en instituties. Bovendien vrezen we dat de financiële steun op regionaal en gemeentelijk niveau voor landbouwers ook zal verminderen. Als FedeAu er niet is om hen te vertegenwoordigen, wie zal er dan voor hen ijveren?”
Een andere fundamentele beperking in een stedelijk gebied is het grondtekort. “Landbouwgrond vormt de basis van voedselproductie,” benadrukt melkveeboer Heymans. “Aangezien de bevolking groeit, is er meer voedsel nodig. Grotere productie kan door betere technieken toe te passen, maar slechts tot op zekere hoogte. Een andere optie is meer landbouwoppervlakte bewerken, maar dat is de laatste jaren een toenemend probleem in verstedelijkt gebied, dat meer en meer bebouwd wordt.”
In mei 2024 startte Groot Eiland in Ganshoren met Theo een nieuwe zelfplukboerderij op. De boerderij is genoemd naar Theo Hoogstijns, die bekend stond als de ‘laatste boer van Brussel’. Hij overleed in 2018.
rond Brussel. “Als steden zich profileren rond landbouw, zetten ze eerst in op de productie binnen de stadsgrenzen. Maar om het systeem te veranderen, moet je verder kijken,” zegt Pille. “Daarom spreek ik niet langer van ‘stadslandbouw’. Om het hele voedingssyteem te transformeren, is het belangrijk om samen te werken met Vlaamse en Waalse collega’s.”
Brusselse landbouwproducten
De Brusselse landbouw volstaat immers niet om Brussel te kunnen voeden. Wel kan men zoveel mogelijk proberen om de Brusselse landbouwproducten in Brussel te houden. Maar daar is een afzetmarkt voor nodig. Herman denkt aan distributiehubs, waar de producten van alle boeren samenkomen en verspreid worden naar de winkels en restaurants.
Herman erkent die uitdaging en ijvert ervoor om de vrije gronden te beschermen en te behouden voor landbouwdoeleinden. Tegelijkertijd gelooft ze in een efficiënter en eco-intensiever gebruik van de bestaande landbouwgronden in en rond de stad. Ook de creatieve benutting van stedelijke ruimtes, zoals daken en industriële panden, kan een oplossing zijn. Die innovatieve productietechnieken uiten zich al op verschillende manieren in Brussel. Zo buigt Permafungi zich over de teelt van paddenstoelen op organische reststromen in kelders. Microflavours doet aan verticale landbouw, waarbij gewassen in gestapelde systemen worden geteeld. En aquaponicsboerderij Bigh teelt groenten in serres op het dak van de Foodmet.
Het kan ook altijd buiten de stad. Zo betrekt de Good Food-strategie de rand
Volgens Dieryck is er een cruciale rol weggelegd voor lokale keukens, restaurants en openbare instellingen, zoals scholen en ziekenhuizen. “Zij kunnen een stabiele vraag naar duurzame, lokaal geproduceerde voedingswaren creëren. Op die manier geven ze gezonde voeding aan miljoenen mensen én zorgen ze voor een brede sensibilisering rond de herkomst en de productiemethoden van ons voedsel.”
Die win-win vraagt wel om een professionalisering van de landbouwsector. “Om grootkeukens te bedienen, moeten we een hoger productievolume aanbieden en ons organiseren in een coöperatie. Daar is ondersteuning voor nodig. Maar zodra de afzetmarkt vergroot, zal het aandeel van boeren versterken, vergroten en professionaliseren. Daarin zit een groot groeipotentieel.”
FR Dans des caves, sur les toits ou à la frontière avec la Flandre, les Bruxellois et les organisations sociales investissent des lieux parfois insolites pour y pratiquer l’agriculture urbaine. Cultiver ses propres légumes a du succès, et le potentiel de développement est immense. Les priorités de la stratégie Good Food de Bruxelles Environnement : « Augmenter la production alimentaire durable pour permettre au plus grand nombre de Bruxellois d’avoir accès à une alimentation locale et saine d’ici 2030 ». « Reste à déconstruire l’idée selon laquelle l’agriculture locale et durable serait réservée à une élite privilégiée. »
TITEL SAMENVATTING
EN Bodytekst samenvatting
EN Many Brussels residents and social organisations look for opportunities to practice urban agriculture, whether in basements or on rooftops. The desire to keep a vegetable garden is increasing and the potential for growth is immense. According to Leefmilieu Brussel/Bruxelles Environnement, the priorities of their Good Food strategy are “to enhance sustainable food production and ensure that as many Brussels residents as possible have access to local, healthy food by 2030.” “But dispelling the perception that sustainable and local agriculture is only for the privileged remains a challenge.”
“Leven in het hier en nu, daar draait het uiteindelijk om”
De laatste tijd zit ik weer veel op mijn iPhone. Na even of weer wat langer in mijn scherm te zijn verdwenen, stel ik me voor de zoveelste keer de vraag: waarom? Waarom laat ik me verleiden om doelloos te zitten scrollen tussen filmpjes, posts en comments waar ik –au fond – niks aan heb. En toch gaat er elke dag een deel van mijn kostbare vrije tijd naartoe.
Onlangs nagekeken hoe het met mijn schermtijd gesteld was. Gemiddeld vijf uur en vierentwintig minuten per dag, verdeeld onder een paar apps zoals WhatsApp, Spotify, enz., maar het leeuwendeel gaat naar Instagram.
Te mijner verdediging is Instagram voor een groot deel vakgebonden. Als artiest is het mijn uithangbord naar de fans en gebruik ik het platform om belangrijke info de wereld in te sturen: waar mijn optredens zijn, waar je tickets kan kopen, dat ik aan nieuwe muziek aan het werken ben, of om mijn volgers te laten weten dat deze column sinds vandaag in de BRUZZ te lezen is. Maar ik kan me er helaas niet helemaal achter verstoppen.
YES
Zoals ik al eens neerschreef in de tekst van ‘YES’: “Beter minder scrollen op de phone want dat leidt tot niks, mijn kids kijken op naar mij … ik kijk naar boven en kijk naar niks.”
En net voor hen – mijn kids – probeer ik mijn gsm vaker weg te leggen. Die schermtijd moet naar beneden en dat ding gewoon wegleggen is de beste manier. Ongestoord, vrij van meldingen en berichten, tijd doorbrengen met mijn vrouw en de kinderen. Ook mijn zoon (2 jaar) en dochter (5 jaar) kunnen al goed overweg met de voor hen enorme iPad waar ze filmpjes en spelletjes op spelen. We letten er wel
doelbewust op hun schermtijd zo laag mogelijk te houden, maar af en toe is het gemakkelijk ze even te laten doen, zodat je zelf wat rust krijgt. Maar net die tijd dan beter benutten en niet gebruiken om zelf te zitten scrollen, want voor je het weet zit je met vier in de zetel voor een scherm, ieder zijn eigen scherm, verschrikkelijk. Nu wordt de schermtijd goed gebruikt: Dris zit naar Tiktak te kijken, terwijl ik de tijd neem om met gebruik van mijn twee duimen in ‘Notities’ deze tekst neer te schrijven.
In ‘Notities’ schrijf ik alle rapteksten die later op albums verschijnen. Beats die ik toegestuurd krijg, worden gedownload met WeTransfer en gekopieerd naar notities, waar dan tekst bijgeschreven kan worden. Zo belanden ze samen in mappen die uiteindelijk onder een algemene titel komen te staan, en zo het plan voor een album vormen.
Naast al die apps die ik dagelijks gebruik, staan op deze iPhone maar liefst 75.488 foto’s en 11.253 video’s en heb ik 21.763 ongelezen mails.
Reden genoeg om dat ding even ver weg te leggen en te leven in het hier en nu, want daar draait het uiteindelijk om.
Het is 18.45 uur, ik ga op vliegtuigmodus tot morgenvroeg! Ciao.
Reeks nalezen?
Wie alle columns van BRUZZ wil herlezen, kan de teksten terugvinden op BRUZZ.be/column
Uw gids door de culturele agenda 30/5 > 5/6
‘Als tienermoeder kan je het tij altijd nog keren’ ‘Als tienermoeder kan je het tij altijd nog keren’
Voor de negende keer staan de broers Jean-Pierre en Luc Dardenne op het palmares van het Filmfestival van Cannes. In het met de prijs voor beste scenario bekroonde Jeunes mères volgen de regisseurs van Rosetta en L’enfant vijf tienermoeders die opgevangen worden door een moeder-en-kindhuis. Met het savoir-faire van de grote regisseurs en het savoir-vivre van de grote humanisten. door Niels Ruëll
Er waren eens twee broers uit Luik: Jean-Pierre en Luc Dardenne. Ook nadat ze al twee keer de Gouden Palm gewonnen hadden, bleven ze prangende realistische films maken die bejubeld worden op het Filmfestival van Cannes. In Jeunes mères verhalen ze zo kundig en warm over vijf jonge moeders die opgevangen worden door een moeder-en-kindhuis, dat de film hun het voorbije weekend de prijs voor het beste scenario opleverde. Het is al hun negende prijs in Cannes, na onder meer een Gouden Palm voor Rosetta in 1999. “We hadden het festival gevraagd om Jeunes mères op de voorlaatste dag te vertonen, op hetzelfde uur als destijds Rosetta,” vertelt Luc Dardenne. “Dat was ons eerbetoon aan (de onlangs overleden hoofdrolspeelster van Rosetta, red.) Émilie Dequenne.”
“De research voor Jeunes mères bracht ons in een moeder-en-kindhuis in Luik. Je zou denken dat dat niet meteen een grappige, vrolijke plek is, maar we werden er door tederheid bevangen,” bloost Jean-Pierre Dardenne. “We zagen er een achttal jonge moeders of hoogzwangere jongeren en héél veel pasgeborenen. De sfeer, het leven en de kwetsbaarheid ervan maakten een diepe indruk op ons. Daar en dan veranderden we van idee: onze film zou niet gaan over één tienermoeder, maar over een groep jonge moeders én over die bijzondere plek. Dat kwam ook overeen met onze wil om eens iets anders te doen.”
“We wilden geen té geconstrueerde film,” vult zijn jongere broer Luc aan. “We bedachten voor elk personage een zo uniek en individueel mogelijk verhaal en een specifiek doel. Vanaf het begin lag vast: het kan moeizaam zijn, maar de jonge moeders zullen zich erdoorheen slaan. We wilden absoluut niet dat de jonge meisjes en moeders zouden achterblijven in hun gevangenis. Ze bevrijden zich, van de straat, van de drugs, van huiselijk geweld, van de armoede, maar meestal ook van
hun moeder. Want hun situatie en hun gevoelens – of de afwezigheid van gevoelens – tegenover hun kind hebben meestal op de een of andere manier te maken met hun moeder.”
Positivo’s! Hoe succesvol is zo’n moederen-kindhuis in werkelijkheid?
JEAN-PIERRE DARDENNE: Er is de realiteit en er is fictie. Fictie is er niet om de werkelijkheid te camoufleren, maar fictie kan wel op mogelijkheden wijzen. De mogelijkheid om het te redden. In werkelijkheid loopt het niet voor alle meisjes uit zo’n huis positief af. Er gaat niet altijd een nieuwe deur voor hen open. Voor mensen met een psychiatrische aandoening, is het bijvoorbeeld lastig.
Je zou een film kunnen maken die zo stoer mogelijk dicht bij de realiteit blijft. Maar daar zouden wij nooit aan beginnen. We waren écht onder de indruk van hoe licht en hoopvol zo’n moeder-en-kindhuis kan zijn. Dat belichten we zonder de moeilijkheden of problemen te ontkennen, zonder de zwaarte van het sociaal determinisme te miskennen. Want er zijn natuurlijk redenen waarom je op 15-jarige leeftijd met een baby terechtkomt in zo’n huis.
Het is ook niet altijd slecht. Mag hier worden gezegd dat de Belgische samenleving via zo’n moeder-en-kindhuis goed werk verricht?
LUC DARDENNE: Ik denk het wel. We hebben het niet onderzocht, maar die huizen zijn openbare diensten die goed werk verrichten. Maar weet wel dat ze het belang van het kind vooropstellen. Het maakt voor hen niet uit of de jonge moeder er de zorg voor opneemt dan wel een pleeg- of adoptiegezin. Blijkbaar zijn er wel steeds meer kinderen die in een instelling opgroeien en steeds minder pleeg- of adoptiegezinnen. Misschien zorgen homoseksuele gezinnen straks voor beterschap.
JEAN-PIERRE: Wat er in het echte leven ook gebeurt met die jonge meisjes – en dat kan
“De nieuwe paus wordt ‘jong’ genoemd. Ik voelde me herboren toen ik dat hoorde. Hij is 69”
Jean-Pierre Dardenne
(links) en Luc Dardenne
met
inderdaad minder geslaagd en hoopgevend zijn dan het voor onze filmpersonages is –, ze zullen toch altijd drie tot achttien maanden in zo’n huis hebben samengeleefd. En daar zullen ze gemerkt hebben dat mensen elkaar kunnen steunen en helpen zonder conflict, geweld of uitbuiting. Ze zullen er gerespecteerd zijn en geleerd hebben anderen te respecteren. Daar zullen ze altijd naar kunnen teruggrijpen.
Van Rosetta over L’enfant tot Le gamin au vélo of Le jeune Ahmed: jullie hebben een voorkeur voor de verhalen van mensen die nog een heel leven voor zich hebben.
JEAN-PIERRE: Die belangstelling was er van in het begin. Ik weet niet waarom, maar het is niet anders. Achteraf kan je altijd wel redenen bedenken: we tonen tieners die worden geconfronteerd met volwassen problemen en daardoor een deel van hun zorgeloosheid verliezen. Dat zou niet mogen. Maar door hun jonge leeftijd is er wel nog altijd veel mogelijk voor hen. We weten dat sociaal determinisme bestaat en moeilijk te bestrijden is, maar we weten ook dat je op jonge leeftijd nog een kans en de energie hebt om het tij te keren en oplossingen te vinden. Dat doen de vijf meisjes in onze film, net als al hun voorgangers. Zij zijn degenen die ons interesseren, zij zijn degenen die wij willen filmen.
hun negende prijs in Cannes: “De dag dat we helemaal niets met lege handen terug.’ Alsof we op de kermismolen naast de
Jullie maakten voor de tiende keer deel uit van de competitie van het Filmfestival van Cannes en vielen bijna altijd in de prijzen. Soms wordt onderschat hoe uitzonderlijk dat is. Wanneer is het festival voor jullie een succes?
JEAN-PIERRE: Over de competitie heb je geen enkele controle. Een jury maakt haar keuzes en dat is het dan. Daar ga ik licht over. Maar over de ontvangst niet. Een écht goede ontvangst kan je film vleugels geven. Het neemt niet weg dat we zoals iedereen graag een prijs winnen. Alleen komen we aan de start met een zware handicap. Onze paarden zijn zwaarder beladen.
Op welke handicap doelen jullie?
JEAN-PIERRE: Het was onze tiende keer en we hebben al zoveel prijzen gewonnen. LUC: De dag dat we helemaal niets winnen zal dat de headline zijn: ‘De broers Dardenne keren met lege handen terug.’ Alsof we op de kermismolen naast de flosj grepen. Je mag zulke prijzen niet te ernstig nemen.
Slotvraag: Close-regisseur Lukas Dhont en zijn broer coproduceren Jeunes mères. Zelf coproduceren jullie de nieuwe film van de Brusselse Laura Wandel. Vinden jullie een band met de nieuwe generatie belangrijk?
JEAN-PIERRE: Een zeer getalenteerde nieuwe generatie!
LUC: We hebben dat altijd al gedaan. In de jaren 1980 steunden we documentairemakers, nu fictiemakers. Alle pluimen gaan naar Delphine Tomson (van productiehuis Les Films du Fleuve, dat ze oprichtte met de Dardennes, red.), al lezen wij uiteraard de scenario’s. Enkel wanneer de regisseur om feedback op de montage vraagt, zullen we die geven. We coproduceren ook gevestigde waarden, maar jongeren die hun eerste films maken zijn het interessantst.
Jongeren? Laura Wandel is 41.
LUC: In de filmwereld is dat jong. Wij zijn oude, sluwe vossen geworden. (Lacht)
JEAN-PIERRE: De nieuwe paus wordt ‘jong’ genoemd. Ik voelde me herboren toen ik dat hoorde. Hij is 69.
LUC: We zijn jonger dan Trump.
JEAN-PIERRE: Maar Schubert stierf dan weer op zijn 31e en liet een indrukwekkend oeuvre na. Leeftijd is relatief.
Jeunes mères speelt vanaf 4/6 in de Brusselse zalen
JEAN-PIERRE ET LUC DARDENNE, ENCORE PRIMÉS À CANNES AVEC ‘JEUNES MÈRES’
FR On devrait leur ériger une statue à Seraing et à Ixelles. Pour la neuvième fois, les frères Jean-Pierre et Luc Dardenne figurent au palmarès du prestigieux Festival de Cannes. Dans Jeunes mères, récompensé par le prix du meilleur scénario, les réalisateurs de Rosetta, L’Enfant et Le Gamin au vélo suivent cinq mères adolescentes accueillies dans une maison mère-enfant. Avec le savoir-faire des grands cinéastes, et le savoir-vivre des grands humanistes. « On pourrait faire un film qui colle crûment à la réalité, mais nous, ce n’est pas notre démarche. La fiction n’est pas là pour camoufler le réel, mais elle peut suggérer des possibles. La possibilité de s’en sortir. Dans la réalité, toutes ces filles ne s’en sortent pas. »
EN High time we gave them a statue in Seraing and Elsene/Ixelles! Brothers Jean-Pierre and Luc Dardenne have been lauded at the prestigious Cannes Film Festival for the ninth time! In Jeunes mères, which won the award for best screenplay, the directors of Rosetta, L’enfant, Le gamin au vélo, and Le jeune Ahmed follow five teenage mothers who end up in a shelter for mothers and children. And they do so with the savoir-faire of the great directors and the savoir-vivre of the great humanists. “You could make a film that stays as true to the tough reality as possible, but we would never do that. Fiction is not there to camouflage reality, but fiction can point to possibilities. The possibility of getting by, coping, managing, and finding a solution. In reality, it does not end well for all girls.”
“I wanna kiss you slow, wanna fuck you rough,” zingt Lola Young op haar nieuwe single ‘One thing’. De Britse poprevelatie, die dit voorjaar de hitlijsten bestormde nadat haar single ‘Messy’ viraal ging op TikTok, laat er geen twijfel over bestaan wie er in charge is. Na haar op het laatste moment gecancelde show in de Botanique begin dit jaar, keert de zangeres met de heerlijk rasperige stem terug voor een wiedergutmachung. Wie geen tickets kon bemachtigen, krijgt een ultieme herkansing op Rock Werchter.
LOLA YOUNG 4/6, La Madeleine, la-madeleine.be
De heruitgave van de concertfilm Stop making sense herinnerde er ons twee jaar geleden nog maar eens aan wat voor een geniale band Talking Heads was en hoe hard we hen missen. Een reünie van het funky New Yorkse new-wavecombo rond David Byrne zit er niet meteen in, maar een concert van twee van zijn leden – toetsenist Jerry Harrison en gitarist Adrian Belew – komt wel aardig dicht in de buurt.
JERRY HARRISON & ADRIAN BELEW 1/6, Koninklijk Circus, cirque-royal-bruxelles.be
Voor de nieuwe editie van Out Loud nodigde de Beursschouwburg tien Brusselse collectieven uit om een avond te hosten.
Klim naar de hoogste verdieping en ontdek bonte stijlen uit de hoofdstedelijke underground, van de jazzfusion van Artisjok over de (schlager)punk van Stadskanker tot de dancehall van Suga ’N Spice en de noisefolk van Music on a Whim. Clubben kan op oude cassettes uit Marokko met Fissa. (TZ)
OUT LOUD 4 > 21/6, Beursschouwburg, beursschouwburg.be
Sinds 2016 brengt het Brussels Street Photography Festival fotografen van over de hele wereld samen in hun gedeelde fascinatie voor de stedelijke omgeving en de bevrijdende beelden die daarin tot stand kunnen komen. De editie van dit jaar zet vanuit hoofdkwartier Reset een lang weekend op met expo’s, workshops, fotowandelingen, lezingen en filmvertoningen in het gezelschap van fotografen als Agneskena, Jane Evelyn Atwood en Chris Harrison.
BRUSSELS STREET PHOTOGRAPHY FESTIVAL 29/5 > 1/6 (expo > 15/6), Reset, bspfestival.org
De honderdste verjaardag van de art deco wakkert over de hele stad de creativiteit aan. De Sint-Gorikshallen haken hun wagonnetje aan de feestelijkheden met een bijzondere insteek: met Art deco 1925 >< Mode 2025 slaan ze een brug tussen de ontwerpen die een eeuw geleden furore maakten en hun echo’s in modesilhouetten van tien Brusselse ontwerpers, onder wie Dawit Felichie Ketema, Jean-Paul Lespagnard en You Huize.
ART DECO 1925 >< MODE 2025 > 16/11, Sint-Gorikshallen, sintgorikshallen.be
Het einde van weer een academiejaar is het geknipte moment voor een blik in de toekomst van de fotografie. Midden juni palmen de fotografiemasters van LUCA School of Arts en ENSAV La Cambre Fondation A Stichting in. Van 5 tot en met 8 juni verbeelden de studenten van ESA Le 75 op de drie verdiepingen van La Maison des Arts al 22 unieke perspectieven op de wereld onder de noemer Het huis is niet leeg (KS) ESA LE 75: HET HUIS IS NIET LEEG 5 > 8/6, La Maison des Arts, lamaisondesarts.be
Sommigen mopperen dat Wes Anderson er de voorbije jaren niet in slaagde om pareltjes als The life aquatic with Steve Zissou, Fantastic Mr. Fox, Moonrise Kingdom of The Grand Budapest Hotel te evenaren. Maar als je houdt van zijn spitsvondigheden, humor en puntgave stijl is er geen reden om The Phoenician scheme over te slaan. Dat is een Kuifje-achtige avonturenfilm met Benicio Del Toro als archetypische eurotycoon, genre Gianni Agnelli of Calouste Gulbenkian.
THE PHOENICIAN SCHEME US, dir.: Wes Anderson, act.: Benicio Del Toro, Mia Threapleton, Michael Cera
Een broer en zus botsen in het afgelegen huis van hun pleegmoeder op een huiveringwekkend ritueel. Het lijkt de premisse van een doordeweekse horrorfilm, maar het is de nieuwste van de Australische tweelingbroers Philippou, die al van zich deden spreken met de beklemmende en hartverscheurende horrorfilm Talk to me. Gevoelens van angst en kwelling bevangen je van de eerste tot de laatste minuut.
BRING HER BACK AU, dir.: Danny & Michael Philippou, act.: Sally Hawkins, Billy Barratt, Jonah Wren Phillips
Dichten, schrijven, zingen, vrouwen charmeren ... Leonard Cohen kon veel. Maar uit de doden opstaan om een animatiefilm te maken, dat net niet. Een Franse naamgenoot is verantwoordelijk voor het zachte Le parfum d’Irak. De getekende documentaire is een leerrijke reis naar de pittige realiteit van het Irak onder dictator Saddam Hoessein. Gids is de Frans-Iraakse journalist Feurat Alani, die het leven van zijn uit Irak gevluchte vader probeert te reconstrueren. (NR)
LE PARFUM D’IRAK FR, dir.: Léonard Cohen
‘We leven in een glazen kaartenhuis’
Het bestaat echt, Point Judith, in Rhode Island. Maar dat wist zangeres en toetseniste Judith Rijsenbrij nog niet toen ze puntjudith koos als pseudoniem om haar Nederlandstalige elektropop uit te brengen. “Mijn ‘punt’ verwijst naar de plek waar de inspiratie samenkomt en vanwaaruit lijnen vertrekken naar andere plaatsen, mensen en stijlen,” vertelt ze. “Ik verbind mijn verhaal met dat van anderen om tot iets groters te komen.”
Haar debuut Stad van glas, dat tot stand kwam in Gallait 80, het atelier van theatergezelschap Tristero, toen ze nog in Brussel woonde, is een goed voorbeeld.
“De titel kwam aanwaaien toen ik langs de Europese en de Noordwijk wandelde. Die stad van glas is een utopie. Het glas belichaamt onze kwetsbaarheid.” Ze bedoelt dat we steeds verder afglijden van de idealen van haar grootvader Max Kohnstamm (1914-2010). Zijn erfenis als voorvechter van de Europese gedachte was het punt waarmee ze aanknoping zocht in Brussel. “Mijn opa werd er in de jaren 1950 de rechterhand van Jean Monnet, die aan de wieg stond van de Europese integratie. Na WO II, waarin hij in een gijzelaarskamp verbleef, is hij diplomaat geworden. Het was zijn levensmissie om alle partijen te doen samenwerken.”
“Ik denk dat hij het moeilijk zou hebben gehad met hoe brexit, Trump, Oekraïne, Gaza ... de wereld nu ontwrichten. In de brieven die hij achterliet ging ik op zoek naar een antwoord op de vraag: hoe houd je hoop?” Het is ook het vertrekpunt van Stad van glas, dat naast het verlies van houvast ook de ratrace bevraagt. “Al vrees ik dat ik alleen maar meer vragen oproep. Soms wil ook ik de pauzeknop indrukken, maar tegelijk ben ik verslaafd aan de dopaminerush.”
Een begin van antwoord vond ze in het gedicht dat op de slaapkamerdeur van haar grootouders prijkte: ‘Niemand is een eiland.’ “Het weerspiegelt opa’s visie, die ik doortrok in de muziek. Naast het onweer dat we niet (willen) zien hangen. In onze bubbel beseffen we maar niet hoe fragiel ons glazen kaartenhuis is.” Ze denkt dat haar opa het fijn zou hebben gevonden dat ook zij geregeld in Brussel vertoeft. “Én dat de stad zo’n meltingpot is geworden! Problemen worden er niet weggepoetst, zoals in Amsterdam, waar de yuppen ver weg leven van gemengde wijken als Nieuw-West, waar ik nu woon. In Brussel wandel je van de Marollen over Matongé naar de Europese wijk: je krijgt er een eerlijker beeld van de verhoudingen in de wereld.”
TOM PEETERS
Stad van glas is uit via Fake Records; op 5/6 speelt puntjudith in Volta, volta.brussels
Select Aanraders van de week
Valt er nog wel wat te lachen in deze trieste wereld? En waarmee lachen we dan wel? Is humor dezer dagen dan geen mijnenveld? “Humor analyseren is als een kikker dissecteren. Niemand is erin geïnteresseerd en de kikker gaat ervan dood,” zei de Amerikaanse jeugdauteur E.B. White ooit. En toch peilt het Brusselse theatergezelschap Tristero in zijn nieuwe voorstelling Please don’t laugh naar de al dan niet bevrijdende, afleidende of net messcherpe lach.
TRISTERO: PLEASE DON’T LAUGH 4 > 6/6, GC De Kriekelaar, kaaitheater.be
Nevski Prospekt is een straat in Sint-Petersburg, een kortverhaal van Nikolaj Gogol, maar ook een Gents theatercollectief. Ginger is Engels voor gember en een rode haarkleur, maar ook de (artiesten)voornaam van actrice en danseres Ginger Rogers, bekend van haar musicals aan de zijde van Fred Astaire. Bij Nevski Prospect wil iemand graag nog eens dansen als Ginger in ‘Cheek to cheek’, met verenkleed en al. Alleen ontbreekt er nog een Fred.
NEVSKI PROSPEKT: GINGER 1/6, BRONKS, bronks.be
Na een lange machtsstrijd in Thebe mocht Antigone van haar oom, koning Kreon, haar vermoorde broer Polyneikes niet begraven.
Maar Antigone pleegde verzet, en dat leverde de tragische figuur een prominente plaats op in de theatergeschiedenis – zie Sofokles of Jean Anouilh. Maar ook in het heden intrigeert ze, in alweer een nieuwe productie van het Brusselse amateurcollectief D°eFFeKt. (MB)
D°EFFEKT: ANTIGONE 5 > 8/6, Vrijetijdspunt Comenius, deffekt.be
De Botanique biedt steeds vaker een podium voor klassiek. Deze week komt pianist en oud-student aan het Koninklijk Conservatorium van Brussel Bernard Lemmens opdraven met een programma waar zelfs doorgewinterde musicologen even bij met de ogen zullen moeten knipperen. Componist Alemdar Karamanov is namelijk geen naam die je vaak op een affiche ziet staan. Met zijn melodieuze en kleurrijke Ave Maria plaatst Lammens de Oekraïner terecht weer in de spotlights.
BERNARD LEMMENS 1/6, Botanique, botanique.be
De verborgen Tuin van de Burgers achter het al even weggedoken Wiertz Museum is een goedbewaard geheim in de Europese wijk. Het is een rustoord voor parlementairen en commissieleden, maar in juni wordt die pauzeplek ’s middags omgetoverd in een muziekbad. Van maandag tot en met donderdag komt om 13.00 uur telkens een nieuwe, klassieke artiest het prieel inpalmen voor een gratis lunchconcert.
CITIZENS’ GARDEN CONCERTS > 26/6, Tuin van de Burgers, visiting.europarl.europa.eu
Een tenor en een sopraan zijn verliefd, met een bariton als stoorzender. Zo gaat de flinterdunne plot van ontelbare libretti. In Jette vormen Denzil Delaere, Morgane Heyse en Kris Belligh deze traditionele drievuldigheid. VIVA!opera, het sluitstuk van Klassiek in de Abdij, neemt je naar goede gewoonte op sleeptouw door enkele eeuwen operageschiedenis, waarbij alle greatest hits – of toch alle allerbeste aria’s – de revue passeren. (JC)
VIVA!OPERA 1/6, Abdij van Dielegem, jette.irisnet.be
L’Employé du Moi is niet uit de spotlights te houden. In het Stripmuseum loopt de expo Ping-Pong club ter viering van haar 25e verjaardag. Daar komt op 12 juni ook de Amerikaan Noah Van Sciver, een ouwe getrouwe van de Brusselse uitgeverij, spreken over zijn oeuvre. En de recente employée Lisa Blumen stelt haar nieuwste worp Sangliers, over de wankele wereld van de influencer, voor in liefst twee Brusselse boekhandels.
LISA BLUMEN: SANGLIERS 30/5, Le Léviathan, Instagram: le.leviathan & 26/6, Multi BD, Instagram: multi_bd
Lang na de seksuele bevrijding is het hoog tijd voor de bevrijding van de erotische literatuur, vindt Bib Sans Souci. De Elsense bibliotheek nodigt de Amsterdamse journalist, schrijver, redacteur en programmamaker Mojdeh Feili, leading lady van Hydrogen Sea Birsen Uçar en journalist en schrijver Jorik Leemans uit om met zinderende en zinnenprikkelende verhalen de gêne te verjagen en de lust te omarmen.
LIVING STORIES: ZINDERENDE ZINNEN 4/6, Viaductpark, elsene.bibliotheek.be
De Bibliotheek Anderlecht richt de blik op de wijde wereld en nodigt bioloog en Knack-journalist Dirk Draulans uit om het menselijke leven op onze planeet te wegen. Met ruim acht miljard zijn we intussen, en dat is drummen. Met Darwin aan zijn zijde doet Draulans uit de doeken hoe het zover is kunnen komen en hoe die 8 miljard lieden de toekomst leefbaar kunnen houden voor zichzelf en andere aardbewoners. (KS)
OPMERKELIJKE LEZING: DIRK DRAULANS 3/6, Bibliotheek Anderlecht, anderlecht.bibliotheek.be
Als kruidenwinkel en geïnspireerde eetplek herdenkt Place aux Plantes onze voeding vanuit een subtiel activisme. De zaak ligt wat verscholen op een rustige hoek, net buiten het gewoel van het Fernand Cocqplein en de Sint-Bonifaaswijk, waar de tijd wat trager tikt. Ver weg van hippe formules creëert Place aux Plantes een zachte sfeer, die uitnodigt om te onthaasten en te luisteren. Het interieur, ontworpen door Frédéric Karam van Notan Office, sluit daar perfect bij aan: kopshouten tegels, ter plaatse gegoten beton, leemstenen van gerecupereerde werfgrond, akoestische spuitpleister en twee werkbladen – in natuursteen en inox. De esthetiek is even rustgevend als trefzeker, wat zorgt voor een bijna meditatieve ervaring. We houden ook van het grote schuifraam en
het terras, die volledig tot hun recht komen zodra de zon zich laat zien.
Achter dit originele concept schuilt een duo: herboriste Eglantine Richart, wier naam alleen al aan planten doet denken, en Sophie Lampsos, een kokkin met GrieksLibanese roots. Samen verenigen ze twee complementaire werelden. De ene draait om geneeskrachtige planten, met kruidenthees, gezonde poeders en gepersonaliseerde mengsels afgestemd op ieders gevoel en temperament. De andere komt in de vorm van een plantaardige keuken, soms met een flexitarische twist, die gericht is op evenwichtigheid, traceerbaarheid en een verrassende smaakbeleving.
Op de middag van ons bezoek proefden we een heerlijke, spiraalvormige börek van filodeeg, rijkelijk gevuld met halloumi,
courgette, huisgemaakte ratatouille, verse munt en vegetarische hazelnootpaté. Een complete maaltijd (18 euro), waarbij voedzaamheid primeert op een overdaad aan koolhydraten. Het aanbod aan desserts is uitgebreid: veganistische vla die varieert al naargelang het seizoen (citroen, specerijen …), griesmeelcake met kruiden, baklava met oranjebloesem of specerijen, en allerlei cookies. Het drankenaanbod volgt dezelfde lijn: latte met sesam, koude infusies of een verrassende, sprankelende basilicumdrank van Symples (5 euro), die tegelijkertijd fris – want niet te zoet –, plantaardig en subtiel aromatisch is. Kortom, een hybride en verfijnde plek, die uitnodigt om de tijd te nemen én er terug te keren.
TEKST: MICHEL VERLINDEN FOTO: SASKIA VANDERSTICHELE
Inzichten
Wat weet muzikant en schilder Bent Van Looy van het leven?
Wat heeft je werk je geleerd over het leven of over jezelf?
Ik heb mijn werk bij het tegemoettreden van de wereld altijd gebruikt als pasmunt, soms zelfs als wapen. Toen ik merkte dat datgene waarvoor ik op school scheef bekeken of in elkaar geslagen werd niet per se een handicap hoefde te zijn, besloot ik mijn innerlijke freak als een mooie jas aan de buitenkant te laten schitteren.
Wat helpt jou als je creatief droog staat?
Een ticket naar Parijs voor een lange wandeling garandeert een nieuwe song. En hier hielp het om mijn oude liefde voor schilderen nieuw leven in te blazen. Al kan schilderen en muziek maken niet tegelijk.
Welke levenswijsheid kreeg je mee van je ouders?
Als je iets doet, doe het dan goed. Het maakt dat ik streng ben voor mezelf en anderen. Welke levenswijsheid wordt overschat?
Doe maar gewoon, dat is al gek genoeg. Er wordt in onze maatschappij te hard geoordeeld over frivoliteit. Wat niet past bij onze drang om ernstig genomen te worden, wordt snel afgedaan als onbelangrijk. Ik ben ernstig bezig met frivole zaken. Welk nutteloos weetje wil je delen?
De pistoolkrab is een van de luidste dieren van het universum.
In welk ander vak zou je ook top zijn?
Als 16-jarige solliciteerde ik als keukenhulp in een restaurant waar de kok afwezig was. Ik heb toen op adrenaline een volledige service gedraaid. Zonder die traumatische shift lag een leven in de keuken misschien binnen de mogelijkheden.
Wat helpt je erbovenop als je down bent?
De klassieke combo: therapie en sport. Welke misvatting bestaat er over jou?
Dat ik een hardcorevegetariër zonder rijbewijs ben. Mensen zijn altijd verbaasd als blijkt dat ik mezelf kan verplaatsen en een uitstekende biefstuk kan bakken.
• Bent Van Looy (1976) is drager van goede outfits, beeldend kunstenaar, mediamens, liefhebber van Parijs en Amsterdam, en zanger van Das Pop
• Das Pop speelt nu comebackconcerten naar aanleiding van de 25e verjaardag van debuutalbum I love
• Van Looys geïnteresseerde vragen houden het Radio 1-programma Culture club op dreef
• Wanneer Beertje Paddington Nederlands spreekt, doet hij dat met de stem van Bent Van Looy
Wat was het beste persoonlijke nieuws van de afgelopen weken?
Dat ik toch niet zo onhandig ben als ik dacht. Voor de bouw van een nieuw atelier in de tuin ben ik zelf een stapel balken te lijf gegaan met schuurmachine en olieborstel.
Kijk je vaak in de spiegel? Waarom?
Ik zoek geen spiegels op, maar loop er zelden een voorbij zonder te kijken. Om te zien of ik er nog ben. Waar kijk je naar uit in de nabije toekomst?
Het is veertien jaar geleden dat we live hebben gespeeld met Das Pop. Ik merkte dat ik na al die tijd bijna fysiek heimwee had naar het luid spelen van onze liedjes. Wie is de bekendste persoon met wie je ooit sprak?
Ik was in Parijs ooit te gast bij een legendarische Franse modeontwerper, samen met Kyle MacLachlan. Hij bood me een koffie aan. Agent Cooper uit Twin Peaks! Het was een Nespresso, maar toch: damn good Doe eens een toekomstvoorspelling Mad Max beyond Thunderdome. Ik geef het nog dertig jaar voor we met z’n allen naar een schaduwspel op de muren van een grot zitten te kijken, terwijl Tina Turners ‘We don’t need another hero’ door de tinnen speaker van de batterijradio schalt. Voor welke breed gebezigde uitvinding ben jij bijzonder dankbaar?
De iPhone zal ons in de afgrond storten, maar kan wel tegelijk fototoestel, schrijfmachine en opnamestudio zijn.
Waarom zou je met de loterij meespelen? Om te bewijzen dat ik de eerste winnaar word wiens leven niet de dieperik induikt na het cashen van de cheque.
MICHAËL BELLON
Das Pop speelt op 30/5 in de Ancienne Belgique, abconcerts.be
De week van Brussel samengevat, elke zondag in je mailbox
BRUZZ weekly bruzz.be/nieuwsbrief
Dé belangrijkste nieuwsfeiten uit Brussel, elke ochtend in je mailbox
BRUZZ daily newsletter bruzz.be/nieuwsbrief
PODCAST ‘IN BRUSSEL’
In de nieuwe podcast In Brussel brengt Margot Otten jou twee verhalen recht uit de stad.
Deze week
Na Flow, geen openbaar openluchtzwembad meer. Waarom wil dat in Brussel niet lukken?
De winnaar van de 20km verblijft als asielzoeker bij Samusocial. Hoe train je in zo’n omstandigheden?
Vanaf nu elke woensdag op je favoriete podcast-app en op BRUZZ.be/podcast
€ 42.000 besparen?*
• Appartementen met 1-4 slpk.
• Strategische ligging tussen NAVO, Europese wijk, luchthaven & Brussel centrum
• Unieke daktuin
• Perfecte locatie voor verhuur aan hoogopgeleide expats
• Volledige ontzorging dankzij Kolmont verhuurservice
• All-in-one verhuurformule voor verhuurklaar appartement
*6% btw mogelijk voor zowel kopers als investeerders Maak nu een afspraak en vraag naar de mogelijkheden thegardenbrussels.be/nl 02 307 44 44