Brusseleir! magazine 15

Page 1


Het was een zomer waarin we met Brusseleir! op geregelde tijdstippen van ons lieten horen. De Brusseleir!acupunctuur begon op 11 juli, toen de vakantie mooi werd ingezet met de onvergetelijke huldiging van ondergetekende tot Brusselambassadeur op de Gruute Met, door Vlaams Minister voor Brussel Benjamin Dalle. Tien dagen later, op 21 juli, werd het Brusseleir! lied volle gaas meegezongen op Bal National en tijdens Resto National. Op 9 augustus werd dan weer netjes op tijd de Meyboom geplant, tot spijt van onze copains in Leuven… Ook achter de schermen zaten we ondertussen niet stil. Zo zijn we heel blij dat we u in dit magazine de komst kunnen aankondigen van bekend acteur en regisseur Tristan Versteven als nieuwe artistiek leider van het BVT. Op 5 en 6 oktober speelt het BVT trouwens nog eens Nen Air De Famille in GC De Melkerij in Zemst. En we sluiten deze succesproductie helemaal af ter gelegenheid van de Dag tegen kanker, met een benefietvoorstelling op 17 oktober in Zinnema ten voordele van Pink Ribbon. Uuk al edde de produkse al ne ki gezeen: kom nog ne ki af, ’t es vè e goo werk! Vanaf 1 oktober kan er al gereserveerd worden voor de volgende productie: Kip Kap Maison.

Verder in het najaar wacht ons natuurlijk De Weik van’t Brussels, ontwikkelen we een aantal acties voor de allerkleinsten, én duiken we in ons archief ter voorbereiding van een digitaal archiefplatform. Maar nu is het nog september, en werkten we mee aan de viering van de 150ste Brussels Stamenei op dinsdag 17 september in zaal Cadol in Koekelberg. Nen dikke profeesiat aan De Manne van de Platou en uile maskes!

Voorts zijn we erbij op de Internationale Streektaalconferentie in Roermond, georganiseerd door de Stichting Nederlandse Dialecten, én op de Autoloze zondag en de brocante in de Vlaamsesteenweg op 21 en 22 september.

Ondertussen vraag ik ook jouw aandacht voor de aan dit magazine toegevoegde brief met een warme uitnodiging om Copain van Brusseleir! te worden.

BRUSSELEIR! ouveral

Paradeit gelak nen échten Brusseleir!

Geert Dehaes, algemeen directeur Brusseleir!

Redactie

Geert Dehaes, Michaël Bellon

Foto’s

Guido Van den Troost

Vormgeving Florence Collard

Bestuursorgaan be.brusseleir vzw

Eddy Van Gelder, Voorzitter / Jan Hautekiet, Ondervoorzitter / Anne-Catherine Massagé, Secretaris / Paul Merckx, Penningmeester / Tony Mary, Veronique De Tier, Karla Verlie, Lynn Tytgat, Gil Dumarey, Herman De Cnijf, Bart Decoster –bestuursleden

Johan Verminnen, Erevoorzitter

Algemeen Directeur

Geert Dehaes

Algemeen Assistente

Kathleen Wayembergh Contact

be.brusseleir vzw, Vlaamsesteeweg 98, 1000 BRUSSEL 02/502 76 93 info@brusseleir.eu Reservaties 02/502 55 09 tickets@brusseleir.eu www.brusseleir.eu

Op den tram, op stamenei, op stroêt, in’t magazaain, in de stade, op de fiest, op konzjei…. Ouveral Brusseleir quoi!

De nieuwe Brusseleir! sweaters!

Navy Blue - Bordeaux - Pink S - M – L – XL – XXL

Commandeire?

Via online-shop of via shop@brusseleir.eu met vermelding van maat en kleur.

Praais?

60,00 euro – 70,00 euro (inclusief verzending)

> ‘t es gooi marsjandees

Volle Gaas!
COLOFON

TRISTAN VERSTEVEN

volgt Marc Bober op als

artistiek leider van het BVT

“Amateurtoneel is de basis van alles”

Met Tristan Versteven trekt het Brussels Volkstejoêter een verse kracht aan met veel ervaring in het theater. Versteven volgt Marc Bober op als de artistiek leider die het gezelschap de volgende jaren zal begeleiden. Hij regisseerde eerder bij BVT al De Zugezeide Zeeke van Molière, en zal er in 2025 Midzomernachtsdroom regisseren. Voorts is hij acteur en regisseur bij zijn eigen Mechelse gezelschap Het Banket, en speelde hij in tal van films en televisiereeksen, zoals recent nog Skunk en Knokke Off.

Foto’s Guido Van den Troost - Tekst Michaël Bellon

HHet Brussels Volkstejoêter wordt dus een nieuwe uitdaging naast uw eigen theaterprojecten bij Het Banket en het acteren voor film en televisie. Hoe heeft u ooit de microbe te pakken gekregen?

Mijn vader werkte in het KJT (Koninklijk jeugdtheater) in Antwerpen, dat nu hetpaleis heet. Als kind bracht ik daar bijna iedere woensdagnamiddag door. Ik mocht achter de schermen en zag ook alle voorstellingen, met die magische decors en grote decorwissels die mij ook een liefde voor scenografie hebben bijgebracht. Weggevoerd worden naar andere werelden en daarin meegaan, vind ik al heel mijn leven fantastisch. Mijn moeder speelde dan weer amateurtheater in Mechelen. Ik ben dus heel mijn jeugd met theater bezig geweest. Er wordt gezegd dat ik vanaf mijn vier jaar al zei dat ik later acteur wilde worden, en dus geen brandweerman of piloot. Vanaf mijn twaalfde ging ik dan naar de Dramastudio voor jongeren in het Mechels Miniatuurtheater,

en daarna ging ik bij amateurgezelschappen spelen. In de laatste twee jaar van mijn humaniora deed ik soms mee in vijf producties per jaar, bij verschillende gezelschappen. En als ze op het Conservatorium mensen tekort kwamen, ging ik daar ook meespelen als vrije leerling.

Voor uw studies kwam u dan terecht in Brussel. Ik ben begonnen aan het conservatorium en ben afgestudeerd aan het RITCS. Daarna heb ik meer dan tien jaar jeugdtheater bij hetpaleis gespeeld. En dan heb ik samen met collega Brechtje Louwaard ons eigen gezelschap Het Banket opgericht in Mechelen, waarmee we rondtoeren in heel Vlaanderen. In het begin maakten wij ook vooral jeugdvoorstellingen, want theater voor de jeugd is heel belangrijk. Omdat ik vind dat iemands eerste theaterervaringen, ook tijdens de schooltijd, goed moeten zijn. Je kan pas verwonderd geraken en betoverd worden als een voorstelling bepaalde normen haalt, en een kind voelt dat perfect aan. Nu maken we met Het Banket vooral theatrale concerten, zoals recent Egmont met I Solisti en het Vlaams Radiokoor, of Peer Gynt met Brussels Philharmonic Orchestra.

Maar het amateurtheater heeft dus wel nog altijd een plaats in uw hart én in uw agenda. Toen ik pas afgestudeerd was, heb ik een paar jaar regies gedaan in verschillende amateurgezelschappen. Omdat het ook voor een acteur enorm leerzaam is om zelf voor een groep acteurs te staan en te kijken wat werkt en wat niet. Ik vind het daarnaast heel belangrijk dat het amateurtoneel blijft bestaan, want dat is de basis van alles. Spijtig genoeg maakt de tijdsgeest het moeilijker voor mensen om zich voor langere periodes te engageren, en ook corona heeft aan heel wat gezelschappen en zaaltjes zware klappen toegediend. Maar die verbondenheid van een groep mensen die samen iets proberen te bereiken en dan genieten van wat ze voor een publiek hebben neergezet, dat is iets dat onze maatschappij meer en meer mist. Zoeken naar nieuwe teksten om te brengen, en naar nieuwe manieren om te spelen is zo boeiend. En het leuke aan acteren is dat je op zo’n podium jezelf niet hoeft te zijn hé. Je mag er een personage spelen.

Dat

is één van de grootste problemen van het verdwijnen van dialecten: de klanken kennen we nog wel, maar de rijke woordenschat, en de beeldrijke uitdrukkingen dreigen verloren te gaan..

Brussel en Mechelen hebben altijd even dicht bij elkaar gelegen. Voel je dat ook aan de mentaliteit?

Ik voel inderdaad dat de mentaliteit niet zo ver van elkaar ligt. Ik denk soms dat Mechelen wat dat betreft meer aanleunt bij Brussel dan bij Antwerpen. Misschien is de typische Brusselaar nog meer een echte Bourgondiër. Maar sowieso was studeren in Brussel een belangrijke keuze voor mij. Ik heb het altijd een bijzondere stad gevonden, met het Frans naast het Nederlands en het internationale naast het dorpse. Tijdens mijn laatste twee jaar op het Conservatorium speelden wij dikwijls in een zaaltje in de Hoogstraat met al die cafeetjes en winkeltjes. Dat was eigenlijk een dorp in de grote stad.

Dat ik uiteindelijk per ongeluk bij het BVT ben aanbeland komt door mijn vriend Jan Van den Bosch die ook op het

RITCS gestudeerd heeft, en door omstandigheden zijn

BVT-regie van De zugezeide zeeke niet kon verderzetten.

Toen ik van hem overnam, kwam ik terecht in een onwaarschijnlijke omgeving. Na het geploeter in het amateurcircuit in Mechelen om financieel rond te komen en publiek

aan te trekken, stond hier een gezelschap met een professionele omkadering, een costumier, een decorontwerper… en een lange speellijst van grote, volgeboekte zalen. Dat was heerlijk.

En het dialect? Was dat een beetje te doen?

Toen Jan mij destijds de tekstbrochure gaf in fonetisch Brussels, moest ik wel twee keer kijken wat er juist stond (lacht). Maar als je het hoort, versta je dat allemaal. Mijn zoon van dertien was ook helemaal mee. Wat voor mij een

Het leuke aan acteren is dat je jezelf niet hoeft te zijn. Je mag een personage spelen.

ongelofelijke ontdekking was, is dat de manier waarop De zugezeide zeeke van Molière naar het Brussels hertaald was, mij het gevoel gaf dat die tekst oorspronkelijk in het Brussels geschreven was. Hij was sappig en had ook een heel schone beeldtaal. Want dat is één van de grootste problemen van het verdwijnen van dialecten, zoals ook het Mechels: de klanken die kennen we nog wel, maar de rijke woordenschat, en de beeldrijke uitdrukkingen die dikwijls historisch bepaald zijn dreigen voor altijd verloren te gaan.

De vorige artistiek leider Marc Bober liet wel grote schoenen achter om te vullen.

Absoluut. Hij is iemand die in mijn ogen de stukken voor het BVT goed wist uit te kiezen. Stukken die toegankelijk zijn voor een breed publiek, maar die wel ergens over gaan. Marc en ik hebben een aantal goede gesprekken met elkaar gehad waaruit bleek dat wij op een gelijkaardige manier naar theater kijken. Er moet theater zijn met een lage drempel, maar dat betekent niet dat je voor gratuite billenkletsers

moet kiezen. Een stuk moet ‘leesbaar’ zijn zonder dat je op voorhand de brochure hebt bestudeerd. Maar je moet ook meegevoerd worden, en de acteurs op de scène moeten iets hebben waar ze hun tanden in kunnen zetten. Ook dat kon Marc: ervoor zorgen dat acteurs bleven evolueren door hen te begeleiden.

Waaruit zal uw rol als artistiek leider concreet bestaan? Er lag al een programma klaar voor de komende tijd, maar daar zal ik stilaan meer invloed op hebben. Ik kan met mijn netwerk waarschijnlijk ook helpen voor de omkadering van de producties. Ook van het hechter maken van het gezelschap en de ontwikkeling van de acteurs wil ik werk maken. Door een groepsdynamiek te creëren zonder daarom te grote engagementen te vragen bijvoorbeeld. En wie weet door acteurs, naast de producties voor publiek, ook eens uit te dagen om buiten hun comfortzone te treden. Kan iemand die graag heel ‘groot’ speelt ook een keer iets heel klein en gevoelig spelen en omgekeerd?

Wat doet u zelf ondertussen het liefst? Regisseren of acteren? Theater of televisie?

Televisie en film is eerder iets dat af en toe op mijn pad komt. Ik ga er niet voortdurend naar op zoek. Het is ook een wereld die door de opgang van sociale media heel hard is veranderd. Je uitstraling op sociale media wordt belangrijker en belangrijker om rollen voor film en televisie te kunnen spelen. En het zit niet in mij om mijn privéleven ineens op Instagram te gaan gooien.

De laatste tijd acteer ik ook wat minder omdat de grote muziekproducties die we met Het Banket maken het onmogelijk maken om behalve te regisseren ook nog te acteren. Daarom zou ik nu geneigd zijn om te zeggen dat ik graag wat meer zou spelen. Maar als ik dan weer teveel acteer, wil ik ook weer regisseren. Het is de variatie die het interessant maakt. Daarom zal ik mij bij het BVT ook nog wel eens aan een regie wagen. Te beginnen dus met Midzomernachtsdroom volgend jaar.

Enroute

150 kiere stamenei!

17.09.2024 - KOEKELBERG

Straffe manne en madamme, dei Manne van de Platou, al vè den 150ste ki organizeidege ze et Brussels Stamenei in Koekelberg. Profeesiat!

11.07.24 - GRUUTE MET

Onze Geert es den 11ste juillet ambassadeur van Brussel geboembardeid! Me nog ander artiste, gelak as Chris Lomme. E schuu moment, sertoe da me naa, à part van dat aireke van de lië, uuk ‘n aaige Brussels volksleeke emme vè te zingen as men ouver eet fier muige zaain!

04.09.2024 - ZINNEMA

ANDERLECHT

Voilà sè, ‘n klaain kompanee vè e gruut schuun neut stuk van et volkstejoêter: “Kip Kap Maison”. Hans Van Cauwenbergh règisseit en eksplikeit wo da me notoo goên!

Brusseleir-directeur Geert Dehaes is ook Brusselambassadeur

“De Brusselse streektaal is één van de monumenten van de stad”

Op 11 juli werd algemeen directeur van Brusseleir! Geert

Dehaes op de Gruute Met, samen met nog vier andere bekende Brusselaars, benoemd tot Brusselambassadeur door Vlaams minister van Brussel Benjamin Dalle (CD&V).

Die rol van ambassadeur is hem op het lijf geschreven.

Interview Michaël Bellon

DDe titel van Brusselambassadeur werd in het leven geroepen om de band tussen Vlaanderen en Brussel te versterken. Voor veel Vlamingen is Brussel immers nog onbekend en onbemind terrein.

Dit jaar kregen medeoprichter van basketbalclub Molenbeek Rebels Wenke Thewis, icoon en actrice Chris Lomme, jeugdwerker en coördinator van jeugdhuis

D’Broej Khalid El Addaoui, en filmregisseur Fien Troch de titel, samen met Geert Dehaes van Brusseleir!, die daarmee ook zijn inzet voor het behoud van het Brussels dialect, én zijn bijdrage aan inmiddels dertig theaterproducties van het Brussels Volkstejoêter (BVT) beloond ziet.

Het Brussels en Brusseleir!, it’s more than nice to have.

Na uw theateropleiding aan het RITS vroeg de aartsvader van de zorg voor het Brussels dialect Jef De Keyser om uw telefoonnummer omdat hij u erbij wilde bij de oprichting van het Brussels Volkstejoêter. En bijna 25 jaar later krijgt u dus een telefoontje met felicitaties en eretitel van het kabinet van minister Dalle. Dat had ik niet verwacht, want ik ben niet iemand die wacht op schouderklopjes. Deze ambassadeurstitel kwam er omwille van wat alle medewerkers van Brusseleir! doen, en ook als een erkenning van de dertig BVT-producties waaraan ik heb meegewerkt en die ik heb geleid. Daar ben ik dankbaar voor. Wij hebben altijd een constructieve band gehad met de politiek, en minister Dalle is erkentelijk voor het streektaalbeleid dat wij voeren. Binnen Brussel, maar zeker ook erbuiten. Want wij proberen onze actieradius nog altijd te verbreden en die grens tussen Brussel en Vlaanderen open te zetten voor verkeer in beide richtingen.

Wat toont het BVT van Brussel dat mensen buiten Brussel misschien vergeten zijn?

De mentaliteit en de karakteristieken van een Brusseleir. Hoe een Brusseleir denkt en zich eksprimeit, mè zwans en zelfspot. Maar ook hoe Brussel een zeer diverse stad is, waar dat Brussels dialect nog altijd deel van uitmaakt. Want om het verhaal van de meertaligheid en de meerstemmigheid in het huidige Brussel te laten kloppen, moet je de authentieke elementen van de stad meenemen in het nieuwe verhaal. Op die manier is het Brussels dialect dat we met het BVT levend houden, één van de beste exportproducten van Brussel, waardoor mensen in Vlaanderen zien dat ze zich ook thuis kunnen voelen in onze stad. Tijdens de huldiging van de Brusselambassadeurs op 11 juli zei ik tegen al die mensen op de Grote Markt dat ze vaker naar de schuunste gruute plosj van de wereld moesten komen dan alleen op die ene dag. Daarna liet ik ze allemaal uit volle borst ‘Volle Gaas!” roepen. Op zo’n moment voel je dat mensen zich durven openstellen voor de stad als je met hen communiceert. Van welk gedachtegoed ze ook zijn. En communiceren is wat wij doen met Brusseleir!.

Op welk moment had u zelf door dat het BVT en later Brusseleir! tot in West-Vlaanderen en Limburg gesmaakt kan worden?

Toen het BVT bijna 25 jaar terug werd opgericht, kreeg de Academie van het Brussels al interesse van buiten Brussel voor haar academisch werk rond het Brussels dialect. Het BVT heeft dat meteen verbreed met de eerste twee toneelstukken Bossemans en Coppenolle en De traafiest van Mademoiselle Beulemans. Ik wilde die niet enkel in Zinnema in Anderlecht brengen, maar ook een aantal culturele centra in de Brusselse Rand aandoen. Jezus-Eik, Alsemberg, Wemmel en daarna Meise en Dilbeek stapten snel mee in het verhaal en daarna is dat alleen nog uitgebreid. Bijna 25 jaar later spelen we nog overal in Vlaanderen. Dus ook mensen die er geen binding mee hebben, kunnen goesting krijgen in het Brussels. Als we niet opletten zou die goesting misschien zelfs groter kunnen worden buiten Brussel dan in onze eigen stad, want in de Rand verkopen we tegenwoordig sneller uit dan in Anderlecht. Dat heeft te maken met demografische verschuivingen, maar misschien ook met politiek geloof en ondersteuning. We moeten blijvend respect hebben voor de standaardtaal, maar ik vind de Brusselse streektaal tegelijk één van de monumenten van de stad - zoals ’t Stadoeis, den Atomiom en Menneke Pis. Het is ook een verrijkend onderdeel van de Franse taal. Tegen zowel de stad, het gewest als de Vlaamse gemeenschap zou ik willen zeggen dat het Brussels dialect niet zomaar een ‘nice to have’

is. Dialect wint aan belangstelling in de media, op tv, in de reclame, dus doe daar iets mee. Ondersteun de kleine dialectverenigingen, erfgoedcellen en erfgoedlabo’s met een duidelijk beleidsspoor voor dialecten. Anders verdwijnen ze op de duur helemaal.

Volle Gaas! lijkt ook uw lijfspreuk als directeur. Want u doet de productieleiding voor het BVT, maar acteert ook, geeft taallessen Brussels, en begeleidt nog vele andere projecten van Brusseleir! Dat heeft te maken met goesting. Ik ben ook lid van de decorploeg. Toen mijn medewerkster ziek viel, heb ik tickets verkocht. We werken met Brusseleir! ook heel multidisciplinair. En zelfs al ga je al eens naar een drink of een opening waar je uiteindelijk misschien niet had moeten bij zijn: als je interesse toont voor andere mensen, dan keert dat altijd op een of andere manier terug. Ik vind het ook belangrijk dat we bij Brusseleir! een vriendengroep zijn waarin je ook al eens iets

Wij proberen onze actieradius nog altijd te verbreden en de grens tussen Brussel en Vlaanderen open te zetten voor verkeer in beide richtingen.

persoonlijks tegen mekaar kan zeggen. Ook al ligt dat nu minder voor de hand dan toen we zijn opgericht, omdat mensen vandaag een andere visie hebben op het verenigingsleven. Het is aan ons om erover te waken dat die vriendschapsbanden in stand blijven. Omdat beleving belangrijk is. Als we ons verhaal over Brussel willen vertellen, dan moeten we het ook zelf beleven.

De combinatie van continuïteit en toch mee-evolueren met de tijd is misschien wel de grote verdienste van Brusseleir! Als we kijken naar de dertig producties van het BVT, dan zijn die allemaal positief onthaald. De ene natuurlijk al wat beter dan de andere, maar qua publieksbereik zat het altijd goed. Daar is wel wat strategie voor nodig. Beginnen met Bossemans en Coppenolle, dat eigenlijk pas twintig jaar na De traafiest van Mademoiselle Beulemans is geschreven, was destijds al een goede zet omdat dat stuk ook vandaag nog altijd

de Brusselse samenleving typeert. Na die twee klassiekers brachten we met Le Dîner de Cons direct een goed boulevardstuk. Vanaf 2008 of 2009 hebben we per seizoen dan telkens een tweede, kleinere productie toegevoegd, complementair aan onze grote komedie, waarmee we aan publieksopbouw hebben gedaan, en andere partners hebben bereikt. In 2011 hebben we ook Shakespeare in het Brussels aangedurfd. Poppentheater Toone doet dat al jaren, maar veel van onze toeschouwers zullen misschien toch wel even geaarzeld hebben voor ze konden vaststellen dat we daar een heel mooie benadering voor hebben gevonden. En tijdens corona hebben we ons niet vergalopeerd, en toch ons publiek behouden. Er zit dus wel wat denkwerk achter onze artistieke lijn. We krijgen natuurlijk veel goedbedoelde tips van wat we allemaal zouden moeten spelen met het BVT, maar de manier waarop wij met het Brussels erfgoed omgaan, is geen nattevingerwerk. Ook de benadering van het dialect is wetenschappelijk verantwoord. Wat wij doorgeven aan de mensen is geen fantasietje of geen taalmythe.

Voor het uitzetten en opvolgen van die artistieke lijn is er nu met Tristan Versteven een opvolger voor artistiek leider Marc Bober.

Dehaes: We zijn heel blij dat Tristan Marc wil opvolgen. Vooral omdat het iemand is met zijn ervaringen en referenties, zoals bij Het Banket in Mechelen. Dat hij van buiten Brussel en Brusseleir! komt kan ons ook met nieuwe en frisse inzichten naar de artistieke werking laten kijken. Tegelijk kent Tristan het BVT van zijn regie van De Zugezeide Zeeke van Molière. De acteurs en de artistieke entourage vonden het toen fantastisch om met hem te werken. Hij is een sympathieke gast. Rustig en toch heel resultaatgericht. En natuurlijk gaan we ook Marc nog blijven zien, want hij blijft lid van ons artistiek comité. Hij heeft het BVT vanaf zijn regie van Ne Pizjama Vè Zes in 2005 een kwaliteitsinjectie en een boost gegeven op het vlak van publieksbereik. En hij heeft er sindsdien mee voor gezorgd dat we die stijgende lijn altijd hebben kunnen aanhouden. Het BVT is rock en roll, zeg ik altijd. Het is nooit helemaal af, maar het heeft persoonlijkheid en het blijft mee evolueren.

Benefietvoorstelling

Brussels volkstejoêter speelt op 17 oktober 2024, op de dag tegen kanker,

NEN AIR DE FAMILLE ten voordele van Pink RIBBON

Pink Ribbon

Pink Ribbon heeft als missie borstkanker en haar gevolgen te verminderen. Enerzijds door preventie en tijdige opsporing aan te moedigen. Anderzijds door te werken aan de verbetering van de levenskwaliteit van personen en hun omgeving die geconfronteerd worden met deze ziekte, zowel tijdens als na de behandeling.

Het roze lintje

Het roze lintje is hét symbool in de strijd tegen borstkanker. Roze associëren we met hoop, mededogen en zachtheid. Met de vzw Pink Ribbon willen we die woorden concreet maken.

Donderdag 17 oktober 2024, 20u30 @ Zinnema Anderlecht

Tickets: 20 euro Reserveren: tickets@brusseleir.eu

Ook al heb je de voorstelling al gezien, kom nog ne keer voor het goede doel, we maken er een warme avond van.

NEN AIR DE FAMILLE is een bitterzoete komedie aan de toog

Philippe heeft het gemaakt. Hij is gehuwd met Yolande en is kaderlid in een onderneming waar ook zijn zus Betty werkt, een verbeten vrijgezel. Op een vrijdagavond komen ze in het gezelschap van hun moeder samen in het mistroostige cafeetje van Henri, de oudste broer, om de verjaardag van Yolande te vieren. Maar de avond verloopt niet helemaal zoals gepland. En wanneer Denis, de ober van het cafétje, zich begint te moeien met familiekwesties krijgt het feestje al snel de allure van een afrekening.

Een komedie van Agnès Jaoui en Jean-Pierre Bacri, een verbrusseling van ‘Un Air de Famille’ door Guido Goovaerts

“Ik

begin altijd zonder plan”

“Pink Ribbon” is een organisatie die zich inzet om borstkankerpatiënten te ondersteunen, elk jaar in september brengen ze een nieuw lintje uit, dat wordt ontworpen door patiënten en dit jaar won het ontwerp van Chloé Clauwaert uit Grimbergen. En dat is een straf verhaal.

De dingen bekijken van dag tot dag

REGIE Dave

Nauwelaerts

ASSISTENTIE

Monique Boonen

CAST Geert Dehaes, Anouk Van Doosselaer, Dean Raey, Karlien Figeys, Davy Van Stichel en Niki D’Heere

“In aug 2022 kreeg ik de diagnose en de week nadien ben ik gestart met zes maanden chemo, dan een zware operatie en daarna bestralingen. Alles er op en er aan. Maar het gaat goed nu, ik krijg nog wel nabehandelingen gedurende een paar jaar. Mijn zoontjes zijn nu tien en negen. Twee jaar geleden heb ik hen eerlijk verteld wat er aan de hand was en zij zijn daar heel goed mee omgegaan. Het ergste voor hen was dat ik kaal werd. Dat was moeilijk. Voor hen heeft een meisje lang haar en ik zag er ook wel raar uit zonder wimpers en wenkbrauwen. Je kan dan echt niet verbergen dat je ziek bent. Ik zie er nu weer een stuk beter uit, maar de chemopillen en de hormoontherapie, dat hakt er wel op in, al is dat niet zichtbaar voor de buitenwereld.”

Het lijkt niet eenvoudig om zo’n ervaringen mee te nemen in een ontwerp voor een lintje?

“Ik begin altijd zonder plan. Het komt gewoon vanzelf. Dus het was mijn minimalistische stijl in combinatie met een knipoog naar borstkanker, door hier en daar subtiel een borst te insinueren en dat is iets wat uiteindelijk ook in het finale ontwerp is gebleven.

Herbeginnen doe ik nooit, als er een lijn fout zit of er komt een vlek op omdat de kat erover loopt, dan corrigeer ik dat wel op één of andere manier. Fouten bestaan eigenlijk niet, ik maak er dan wel iets anders van, zodat het geen fout meer is.”

Heeft die houding je ook geholpen om je ziekte te overwinnen?

“Ik heb ook zo in de therapie gestaan ja, de dingen bekijken van dag tot dag en problemen pas oplossen als ze zich stellen. Al heb ik natuurlijk ook wel veel onrust gevoeld over de toekomst. Momenteel werk ik nog niet, ik leef nu op het tempo dat de oncoloog in UZ Jette mijn aanbeveelt.”

Maar binnenkort kunnen we je grafisch werk toch in een Brusselse galerie komen bekijken?

“Inderdaad, vanaf 6 oktober is mijn werk te zien in de Paula Raiglot Art Studio op de Zavel. Daar kijk ik wel naar uit, het is toch wel mijn droom om meer als ontwerper te kunnen werken. Ik probeer daar stapje voor stapje in te groeien en daar op een serieuze basis mee bezig te zijn.”

En in afwachting kan je ook een kijkje nemen op Instagram: @chloe.clauwaert.art of op de website: www.chloeclauwaert.be

Chloé Clauwaert

Brussels Volkstejoêter

KIP KAP Maison

vanaf 8 december 2024 in Zinnema

een komedie van Yasmina Reza

een verbrusseling van Le Dieu Du Carnage door Luc De Smet

Twee koppels, allebei ouders van een elfjarig jongetje komen samen om “op een beschaafde manier” de gevolgen te regelen van een incident tussen de twee zoontjes.

Bij een vechtpartij in een naburig parkje, heeft de ene kleine de andere geslagen met een stok; bij het slachtoffer zijn daarbij twee tanden gebroken.

Tijdens het “gesprek” begint het burgerlijk vernis af te brokkelen en gedragen de volwassenen zich meer en meer … kinderachtig. Wat een beschaafd gesprek had moeten worden wordt oorlog voeren met woorden, eerst op een beleefde en vriendelijke manier later zelfs dat niet meer.

Artistieke ploeg

Regie Hans Van Cauwenberghe

Assistentie Monique Boonen

Cast Kevin Van Doorslaer, Kathleen Seghers, Davy Van Stichel en Anouk Van Doosselaer

Licht- en Decor Marc Cnops

Kostuums Marnik Baert

Grime Gerlinde Vervenne

Rekwisieten Chantal Vermeir

Yasmina Reza

Yasmina Reza (1959) is een Franse schrijfster en actrice met Iraans-Hongaarse roots. Voor haar eerste toneelstuk ‘Conversations après un enterrement’ ontving ze in 1987 de Molièreprijs voor beste auteur. Voor ‘Art’ werd ze in 1995 een tweede keer met deze prijs bekroond.

Drie jaar later kreeg ze voor ‘Art’ ook de prestigieuze Amerikaanse Tony Award. Art werd al in meer dan dertig talen vertaald, en wordt over de hele wereld gespeeld. Le Dieu Du Carnage werd in de Verenigde Staten eveneens gelauwerd met een Tony Award. Reza schrijft behalve toneelstukken ook romans, essays en filmscenario’s.

INFO & TICKETS voor beide producties

€ 18,00 > -18, +65, groepen vanaf 20 personen

€ 20,00 > anderen

€ 57,00 > verwenarrangement i.s.m restaurant Den Appelboom)

(shuttle, ticket, aperitief, plat, dessert, excl.dranken)

VGC-paspartoe kan ingediend worden.

Rekeningnummer be.brusseleir vzw: BE79 7350 3377 0233

Speeldata Zinnema

Veeweidestraat 24-26, 1070 Anderlecht

December 2024

Zo. 8, Za. 14, Zo. 15

Januari 2025

Za. 11, Zo. 12

Za. 18, Zo. 19

Za. 25, Zo. 26

Februari 2025

Za. 1, Zo. 2

Voorstellingen op zaterdag vangen aan om 20u, op zondag om 14u30

RESERVATIES

vanaf woensdag 2 oktober 2024 telefonisch via 02/502 55 09 - op woensdag van 10u tot 13u en van 14u tot 17u - op vrijdag van 10u tot 13u of via tickets@brusseleir.eu of via de website: www.brusseleir.eu

PAKT AAVEN AZJENDA EN AAFT AAILE GERIED!

Vocabulaire

door Robert Delathouwer, Streektaalcoördinator

onze reeks over de spelling van het Brussels

In onze laatste streektaalbijdrage waren we binnengevlogen met de KLM. In ons alfabetisch overzicht van plezante of bijzondere Brusselse woorden belanden we dus logischerwijze nu aan bij woorden die beginnen met de letter N.

De N van neie, ni, niks, neeverans, neet, of naaig. Newo?

Het is opvallend hoeveel korte woorden we in het Brussels terugvinden die beginnen met de letter N. Maar we kunnen bij deze letter wel even illustreren wat het Brussels dialect zo apart maakt ten overstaan van de standaardtaal (‘et schuu vloms’). Bepaalde grammaticale afwijkingen bijvoorbeeld - dat gebeurt ook wel met andere dialecten. En ook: een dialect verandert constant, sneller dan de standaardtaal, want die is ook geregeld door de academi-

sche wereld. En tenslotte, in je streektaal kan je je nogal wat dingen veroorloven die je in de beschaafde omgangstaal wellicht niet of minder zou durven, vloeken, vunzige of ranzige moppen, of gewoon vulgaire en platte uitdrukkingen. Die dan meestal ook wel plaats- of tijdsgebonden zijn.

Het Brussels dialect werkt met een dubbele ontkenning.

De dubbele ontkenning was een van de stokpaardjes van prof. em. Sera De Vriendt, die daarover menig onderzoek schreef. Terwijl je in het Nederlands zal beweren dat je ergens nog nooit geweest bent (‘ik ben daar nog nooit geweest’) zal dat nog straffer klinken in het Brussels: ‘ik zen do nog nuut ni geweist’. ‘Nooit niet’ zou in het schuu vloms feitelijk moeten betekenen dat je er altijd al geweest bent, maar in ’t Brussels is nuut ni gelijk aan zeker niet. Hetzelfde trouwens wanneer je nog nergens bent geweest in bijvoorbeeld een of andere voorstad van Brussel. Dat zal dan klinken als: ‘neie, ik zaain neeveranst ni in Antwerpe geweist’. Een extra ontkenning wordt door Marcel de Schrijver in zijn schrijfsels aangehaald: ‘nuut ofte jamais van za leive neet!’ Een sterker superlatief van ‘nuut neet’ zal je wellicht niet vinden.

Dialect evolueert sneller dan de standaardtaal.

In dialecten creëer je sneller nieuwe woorden of uitdrukkingen, lang vooraleer de standaardtalen hun draai hebben gevonden met dezelfde nieuwigheid. Tegelijkertijd zal men zich ook meer onfraaie dingen permitteren in de taal die per definitie bestemd is voor een kleinere groep, laat staan gelijkgezinden. Een mooi –nou ja! – voorbeeld is het woord neigerzwiet…

Marcel de Schrijver vermeldt dit als: naam gegeven aan cocahoudend spuitwater door diegenen die dat goedje niet lusten. Het blijkt dat na W.O. II, toen veel Amerikaanse soldaten, waaronder nogal veel Afro-Amerikanen, in onze contreien voorbijkwamen, ook Coca-Cola aan een felle opmars is begonnen. Vele Brusselaars waren wel spuitwater, limonades of bier gewend, maar niet die nieuwe smaak die van de cola uitging. Maar de associatie met ‘negerzweet’ zegt veel over de mentaliteit en de appreciatie toen voor de zwarte medemens. En dat terwijl Belgen en Brusseleirs in het bijzonder niet konden beweren dat ze nog nooit Afrikanen hadden gezien, gelet op onze historische banden met het toenmalige Kongo. Gelukkig past een dialect zich ook zeer snel aan aan de veranderingen in onze samenleving. Het woord is dan ook naaig rappekes in de vergetelheid geraakt. Ik zou niemand aanraden om dit nu onder dezelfde naam nog te bestellen op een of ander Brussels terras.

Brussels dialect speelt en steelt stoemelings uit het Frans en het Nederlands.

We hebben het hier niet over het bestaan van het Vloms-Brussels enerzijds en het BeulemansFrans anderzijds. Noch over het feit dat we soms gewoon uitdrukkingen of zinnen uit de ene klakkeloos vertalen naar de andere.

We kennen allemaal het gezegde “naa gomme ne gank”, wat soms in het Frans wordt vertaald als “mènant on va d’un corridor!” Neen, hier willen we het even hebben over de vindingrijkheid van den Brusseleir die er plezier in schept om de omstaanders heimelijk op een dwaalspoor te brengen. Prachtig voorbeeld daarvan is het woordje noîkesschaaiter. Wat stelt dit voor? Beeld je even in: je zit in de jaren ’50 of ’60 van vorige eeuw aan tafel in een van de beginnende Chinese restaurants ergens in Brussel. Je wordt bediend door personeel van Chinese origine, en de meerderheid van de klanten is… Chinees. Als je tijdens je conversatie de woorden ‘Chinees, Sjinuus of Chinois’ gebruikt hebben alle aanwezigen in het restaurant begrepen dat je over hen praat. Vandaar de noîkesschaaiters. Want, zoals onze vriend Marcel de Schrijver in zijn bloemlezing schrijft: een noîkesschaaiter is een nootjesschijter, en afgeleid van het Franse chie-noix, en betekent… een Chinees. Gelukkig is ook deze ‘spitsvondigheid’ allang uit ons dagelijks woordgebruik verdwenen.

Voilà, genoeg voor deze keer. Ik had nog met plezier willen vertellen over de nuis, de noegelenboeik, of nonnekeskneene, of den ienen of andere nërk da’k vantaaid teigekom, maar daarover laat ik je zelf even fantaseren. Nè! Tot de noste ki!

ZUKTE E WOUD IN ’T BRUSSELS?

Dat kan ook digitaal. In samenwerking met de vzw Variaties werd het Brussels Lexicon gedigitaliseerd en opgenomen in de Woordenbank van de Nederlandse dialecten. Ga naar: brusseleir.eu/neus/brussels-lexicon-digitaal/ en daar klikken om in de woordenbank te belanden. Kruis ‘Brussel’ aan en tik het woord in dat je wil verbrusselen in het vakje de A.N.-zoekterm. Klik dan op zoeken.

Voor wie graag iets tastbaars in handen neemt: je kan bij Brusseleir! nog steeds in boekvorm het BRUSSELS LEXICON, van Sera de Vriendt en Marcel de Schrijver (uitg. Academie van het Brussels vzw, 2009) met meer dan 6000 Brusselse woorden bestellen of afhalen. Ook de Franse versie LEXIQUE BRUXELLOIS (van dezelfde auteurs plus Marc Quintelier) is beschikbaar.

Daarnaast is ook ’t KAKKENESJKE nog verkrijgbaar, de Franse versie van de bloemlezing van merkwaardige woorden en gezegden van Marcel de Schrijver (uitg. vzw BeBrusseleir, 2017). De Vlomse versie (’t ES ON AA NAA!) is al een tijd uitverkocht. Maar ook daar werken we aan een mogelijke digitalisering.

Het erkende volkslied voor het Brussels Gewest en de Brusseleirs

Brusseleir!, Brusseleir! (4x)

Sprekte Vloms of sprekte Frans

We verstoên a gieleganst

Gef mo bëzze, loît a goên

Probeit in ’t Brussels, ‘t zal wel goên

En da swingt en da klinkt

En dat es iel naaig plezant

Ouveral, da me komme

Zemme mier as welgekomme

Brusseleir!, Brusseleir! (4x)

Sprekt mo Brussels zonder air

Waaile zen nuut ni contrair

As w’ons kennen amuzeire

Goin we ’t ons wel permeteire

Magnifique en unique

Authentique en Poétique

Et ça rime et ça rame

Comme tartine en bouteram

Brusseleir !, Brusseleir ! (4x)

Magnifique en Unique

Authentique en Poétique

Féerique en pas merdique

Gelak de Guis en de Lambic

Ik zen ginne Vloêming,

Ik zen ginne Woêl,

Ik zen van alles en

Brussels es maain toêl

International. In de capital.

Gi probleim, partout nous AIME

En dat es al

Brusseleir !, Brusseleir ! (4x)

Magnifique en Unique

Authentique en Poétique

Féerique en Atomique

Erotique da’s Magnifique

Brusseleir !, Brusseleir ! (4x)

Bêzekes !

www.brusseleir.eu

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.