Brusseleir Magazine 19

Page 1


Juli– Augustus – September 2025

Op no 25 joêr Brussels Volkstejoêter

Het Brussels Volkstejoêter werd op 28 september 2000 opgericht door 7 ketsjes: Jef De Keyser, Marcel de Schrijver, Jef Burm, Roger Van de Voorde, Pol Bovré, Claude Lammens en Geert Dehaes.

25 jaar later kan het succesvolle theatergezelschap terugblikken op 33 toneelproducties en meer dan 860 voorstellingen, gespeeld op meer dan 45 locaties in Brussel en Vlaanderen.

De kwaliteit van de toneelproducties, geprezen door een ruim en divers publiek, is te danken aan de onnavolgbare, enthousiaste en talentvolle inzet van vele vrijwillige medewerkers en een professionele entourage.

De expo ’25 joêr Brussels Volkstejoêter’ neemt je mee op deze boeiende reis van 25 jaar Brussels Volkstejoêter. De tentoonstelling toont de dynamiek van het theatergezelschap, maar ook de belangrijke rol die het Brussels Volkstejoêter speelt bij het levendig houden van het Brussels taalerfgoed.

Scenografe Barbara Vandendriessche geeft de expo inhoud en vorm, Delphine Frantzen en Laure Allain zorgen voor kleur met illustraties en tekeningen. Tijdens de expoperiode zal je ook kunnen deelnemen aan akteirlesse, toêllesse etc… Donc, kom vanaf 12 september mo af naar het Archief en Museum voor het Vlaams leven te Brussel (AMVB) gelegen op de Arduinkaai 28 Brussel, op het plein achter de KVS. ’t Zal tof zaain!

Intussen werken journalist Michaël Bellon en videograaf Jin Dubois intens aan een televisiedocu die op de verjaardagdatum in première gaat. En ni te vergeite: de feestproductie ‘Nen druum in de zoumernacht’ wordt vanaf 7 december opgevoerd in Zinnema. De ticketverkoop start op 1 oktober. Es da gi goo neus?

Allien mo tejoêter? Mo neie… goo gaa!

Op zaterdag 20 en zondag 21 september kan je tijdens de brocante en de autoloze zondag in de Vlaamsesteenweg onze promostand bezoeken. In oktober vind je Brusseleir! op de Streektaalconferentie in Drenthe, waar Claude Lammens een paar workshops geeft over het verbrusselen van toneelstukken. En op maandag 10 november is het Brusseleir!-Fiest in de Waerboom te Groot-Bijgaarden.

Es’t alles? Neie! Op zaterdag 22 november is er BrusselsTUUB 6 in de Ancienne Belgique.

Allei, me weite wei wa doon. En gaailen uuk, want gaaile komt allemoê af! Tot binnekët!

Geert Dehaes, Brusselambassadeur - ALGEMEEN DIRECTEUR Brusseleir!

COLOFON

Redactie

Geert Dehaes, Michaël Bellon

Foto’s

Guido Van den Troost, Barbara Vandendriessche

Vormgeving

Florence Collard

Bestuursorgaan be.brusseleir vzw

Eddy Van Gelder, Voorzitter / Jan Hautekiet, Ondervoorzitter / Anne-Catherine Massagé, Secretaris / Paul Merckx, Penningmeester / Daniel Smets, Veronique De Tier, Karla Verlie, Lynn Tytgat, Gil Dumarey, Herman De Cnijf, Bart Decoster –bestuursleden

Johan Verminnen, Erevoorzitter

Algemeen Directeur

Geert Dehaes

Algemeen Assistente

Jennifer Tabotasa

Contact be.brusseleir vzw, Vlaamsesteeweg 98, 1000 BRUSSEL 02/502 76 93

info@brusseleir.eu Reservaties 02/502 55 09 tickets@brusseleir.eu www.brusseleir.eu

Scenografe Barbara Vandendriessche ontwierp decors en expo voor het BVT

“Het BVT is het werk van heel veel mensen”

Barbara Vandendriessche heeft oog voor het juiste beeld. Ze is niet alleen scenografe, maar ook regisseur, fotografe en beeldend kunstenaar. Nadat ze de scenografie van verschillende voorstellingen van het BVT verzorgde, neemt ze nu de tentoonstelling over 25 jaar Brussels Volkstejoêter voor haar rekening.

Barbara Vandendriessche is afkomstig uit Roeselare. Maar na haar studies regie aan het RITS bleef ze in Brussel hangen, en nu woont ze in Laken. Barbara studeerde af in 1998 en begon toen meteen te regisseren. In Mechelen bij toenmalig TheaterTeater (nu Nona) en figurentheater De Maan, in Gent bij Arca, in Kortrijk bij Theater Antigone, en in Turnhout bij Het Gevolg. Van 2005 tot 2017 was ze ook huisregisseur en artistiek leider van gezelschap Barre Weldaad.

Maar het bleef niet alleen bij regisseren. Je maakte vervolgens ook naam als scenografe en docente.

Barbara Vandendriessche: Vrij snel nadat ik afgestudeerd was, ben ik ook scenografie gaan studeren. Omdat ik merkte dat ik na het

RITS nog te weinig vaardigheden had om de beelden en ideeën die ik in mijn hoofd had, ook uit te voeren. Toen de decorbouwer van een stuk dat ik in NTGent maakte afkwam met een maquette op basis van mijn idee, wilde ik zoiets ook kunnen. Daardoor ben ik naast eigen regies dus ook de scenografie gaan doen voor andere regisseurs. Op een bepaald moment ben ik dan in het Lemmensinstituut (nu Luca School of Arts, red.) beland. Samen met acteur Kris Cuppens, die daar toen artistiek hoofd was, en nog een paar andere collega’s, hebben wij die theateropleiding op de kaart gezet. Daarnaast heb ik ook nog tien jaar regie en scenografie gegeven aan de lerarenopleiding Drama van het Conservatorium van Antwerpen en bij OpenDoek.

Foto’s Guido Van den Troost - Interview Michaël Bellon

Alles samen heb ik dus aan heel veel theaterstukken meegewerkt - zowel van professionelen, amateurs als studenten.

En dan is er ook nog je werk als fotografe en beeldend kunstenaar.

Vandendriessche: Bij Barre Weldaad werd het op een bepaald moment trekken en sleuren omdat de speellijsten verschrompelden, en het steeds moeilijker werd om geld bij elkaar te krijgen. Ik was al langer aan het fotograferen, toen ik

uiteindelijk besloot het gezelschap te parkeren. Een jaar later mocht ik al twee tentoonstellingen maken.

Zo kwam de passie terug. Van 6 september tot 16 november loopt de Biënnale van Oostende waar ik één van de uitgenodigde fotografen ben. In het voorjaar heb ik een tentoonstelling in Belgian Chocolate Village in Koekelberg, en het jaar nadien één in Twenty Seven Concept Gallery in Sint-Gillis. Met beeldhouwen begon ik op de academie in Anderlecht. Ik wilde scenografie loskoppelen van theater, en dus installaties maken. Maar we begonnen met boetseren en beelden maken, en dat was een nieuwe wereld die voor mij openging. In de toekomst wil ik ook verder onderzoeken hoe je combinaties kan maken.

Scenografie wordt waarschijnlijk onderbelicht en onderschat wanneer er over een theaterstuk gesproken wordt.

Vandendriessche: “Nochtans zeg ik altijd dat 70% van wat je later nog van een voorstelling onthoudt, het beeld is. Veel van het verhaal zal je op termijn vergeten, maar je zal wel nog kunnen zeggen hoe een bepaalde voorstelling eruitzag. Je hebt ook verschillende soorten toneelstukken. Met Shakespeare kan je alle kanten op. Dat noemen ze dan een ‘open dramaturgie’: je kan Romeo en Julia situeren in een moderne villa met zwembad, of in een motorbende. Dat geeft telkens een andere invulling. Maar je hebt ook eerder gesloten dramaturgie. Daar is een deurenkomedie een goed voorbeeld van: die zit strak in elkaar, en heeft bepaalde vereisten. Maar bij het BVT kreeg ik altijd veel ruimte en ook het nodige budget om mijn ideeën uit te werken. Regisseur Marc Bobber bijvoorbeeld

gaf mij altijd carte blanche. Hij gaf dan wel mee dat hij trappen nodig had voor de dynamiek, of noemde de naam van een kunstenaar als Roy Lichtenstein, waardoor ik dan met felle kleuren aan de slag kon.

Ik weet nog dat sommigen in het begin zeiden dat het allemaal niet te speciaal moest zijn, maar uiteindelijk heb ik de grenzen kunnen oprekken.

Bij Raaie of Vraaie zag je het decor pas wanneer het doek open ging, en kwam er meteen applaus voor. Dat had ik nog nooit meegemaakt. Sommige decors vroegen ook om heel wat denkwerk. Duideduidui speelde zich af in een chique landhuis, maar je moest ook kunnen zien wat zich achter de scène afspeelde. Dat was een constructie van jewelste, maar een plezier om aan te werken. Voor Bossemans en Copenolle waren er drie locaties nodig: het bureau, het winkeltje en het café. Het fameuze draaiende bed in ’n Vlooi in a uur was in mijn maquette nog een doosje van La vache qui rit! Dat we zo veel hebben kunnen realiseren is ook dankzij decorbouwer Paul De Braeckeleer van De Muur. Een klasseman, die bijvoorbeeld ook voor de VRT werkt. Eén van de weinige echte decormakers die er nog zijn, en die altijd een oplossing vindt voor je ideeën.

In het ‘hedendaags’ theater waren minimalistische, conceptuele decors lang de norm. Vandendriessche: Toen ik afstudeerde, was ik zot van decors. Maar in de jaren ’90 was het not done om daar veel werk van te maken. Het moest allemaal ‘meta’ zijn en rationeel, en veel bla bla. Ik weet nog dat mijn docenten toen lachten: ‘straks kom je nog af met een maquette!’ Terwijl ik dacht, ‘ja, dat vind ik net fijn’. Maar nu begint men terug te komen van al die tussenschotten tussen verschillende soorten theater. En decors mogen weer vaker met toeters en bellen, rook, licht en andere theatrale toestanden.

Je bepaalt nu ook de vorm en inhoud van de tentoonstelling over 25 jaar Brussels Volkstheater.

Vandendriessche: Het is fijn dat Geert dat vroeg, want ik ken het DNA van het BVT. Het is de bedoeling om niet teveel verhalen uit de oude doos boven te halen en alleen maar een paar affiches van toen terug op te hangen. Het zal een tentoonstelling worden die vooral over mensen gaat. Want het engagement van alle mensen die met het BVT te maken hebben en hadden, die al die repetities hebben meegemaakt, die al die tijd achter de coulissen hebben meegewerkt, dat is fenomenaal! Daar ligt dan ook de nadruk op. Van heel veel medewerkers, rond de 80, heb ik een portretfoto gemaakt. De veelheid daarvan moet imponerend zijn. Ook mensen die er niet meer zijn worden herdacht. Zodat je beseft om hoeveel mensen het gaat.

Ik heb aan iedereen ook gevraagd om eens in één zinnetje op te schrijven wat het BVT voor hen betekent. Dan merk je dat het vaak over het familiale aspect en ‘thuiskomen’ gaat, en je voelt dat dat gemeend is.

Een ander aspect in de tentoonstelling is natuurlijk de link met Brussel. Daarom heb ik aan twee Brusselse illustratrices, Delphine Frantzen en Laure Allain, gevraagd om op een speelse manier portretten te tekenen van de auteurs die het BVT gespeeld heeft en kaarten van alle locaties waar het BVT gespeeld heeft. Zo krijg je ook een indruk van de aanwezigheid van het gezelschap in Brussel en omstreken. Natuurlijk komen er ook filmpjes en nog heel wat aantal andere leuke dingen bij. We zijn bijna klaar om aan de opbouw te beginnen!

’T ES FIEST! EXPO ’25 JOÊR BRUSSELS VOLKSTEJOÊTER’, van 12 september tot 14 november in het AMVB en daarna nog in het Huis van de VGCraad, Zinnema en GC De Zandloper in Wemmel.

70% van wat je later nog van een voorstelling onthoudt, heeft met beeld en scenografie te maken”

Delphine Frantzen tekent voor de tentoonstelling

Portretten van Stany Crets tot Shakespeare

Delphine Frantzen is een jonge Brusselse tekenaar, voor wie de stad een voortdurende inspiratiebron is. Ze studeerde aan Sint-Lukas Brussel, geeft les aan de Academie van Anderlecht, realiseerde met haar collectief Freskolab grote muurschilderingen bij Vivaqua aan het Centraal Station en in de Noordwijk, en is ook illustrator en cartoonist voor Bruzz. Maar Delphine tekent ook af en toe voor Brusseleir! Zo maakte ze voor de tentoonstelling naar aanleiding van de vijfentwintigste verjaardag van het Brussels Volkstejoêter liefst dertig portretten van de auteurs van de theaterstukken die het BVT in de loop van die 25 jaar heeft gespeeld. “Barbara Vandendriessche, die de expo heeft samengesteld, kwam op het idee om de portretten van al die auteurs te laten tekenen, omdat het gaat om auteurs uit heel verschillende tijdvakken. Het gaat echt van Stany Crets tot Shakespeare. Als je daarvoor bestaande beelden zou gebruiken, dan zou je met foto’s van verschillende kwaliteit, of zelfs met getekende of geschilderde portretten door elkaar zitten. Daarom kiezen we voor een reeks portretten met een zelfde lijn, op hetzelfde formaat, en binnen een bepaald kleurenpalet. Met de nodige variatie natuurlijk. Maar

❛❛
De ene heeft een meer karikaturale kop dan de andere”

toch als een geheel, dat je ook makkelijk op verschillende locaties kan tentoonstellen.”

Heeft Delphine een beetje van die opdrachten genoten? Wat was bijvoorbeeld een leuke kop om te tekenen? “Het ene portret was natuurlijk leuker dan het andere. Omdat je ook afhangt van het beeldmateriaal dat voorhanden is. De ene mens heeft ook een meer karikaturale kop dan de andere. Eigenlijk vond ik vooral de wat oudere mensen het leukst, omdat die meestal een gezicht hebben met meer details. Voor Delphine is dit ook helemaal niet de eerste opdracht voor Brusseleir!. Zo maakte ze eerder al een geanimeerd logo en illustraties bij oude Brusselse spreekwoorden. Bovendien zijn figuren als het Zinneke, de Vaartkapoen of Madame Chapeau (uit De Traafiest van Madame Beulemans) haar niet vreemd, want ze is de dochter van beeldhouwer Tom Frantzen die deze Brusselse folklore met zijn beelden in het Brusselse straatbeeld vereeuwigde. “Echt dialect spreek ik niet, maar mensen associëren me wel snel met Brussel. Omdat ik een fel accent heb, en ook af en toe wat Franse woorden gebruik. Ik ben inderdaad met die folkloristische figuren opgegroeid, en de stad is ook voor mij voortdurend een inspiratiebron. Er valt elke dag wel iets te beleven.”

Laure Allain tekenvoor de tentoonstelling

“Het BVT heeft zowat overal gespeeld”

Ik vind dialect heel belangrijk”

Aan de vormgeving van de tentoonstelling over 25 jaar Brussels Volkstheater werkte behalve tekenaar Delphine Frantzen ook haar goede collega Laure Allain mee. Schaarbekenaar Allain studeerde eerst Germaanse talen aan de Vrije Universiteit Brussel, waar ze ook onderzoek deed naar meertaligheid en taaldiversiteit. Maar toen ze vijftien jaar geleden de opleiding 'beeldverhaal en illustratie' volgde aan Sint-Lukas, ging het tekenen haar zo goed af dat ze niet meer kon stoppen. In 2026 komt weer een nieuw kinderboek met tekeningen van haar uit bij uitgeverij De Eenhoorn: Koning

Kees. Wat later volgt bij de Franstalige uitgeverij Alice Jeunesse een Franstalig boek. “Ik ben begonnen als iemand van het woord. Ik hou van literatuur en heb gewerkt als taalkundige. Maar woord en beeld combineren is helemaal mijn ding. Op termijn is het ook de bedoeling om zelf kinderboeken te tekenen én te schrijven. Omdat mijn papa een Fransman is en mijn moeder half Waalse, half Vlaamse, heb ik ook het Frans meegekregen. Dat is één van de redenen waarom ik naar Brussel ben komen wonen. Ik kom uit het Mechelse en het Brussels dialect heb ik helaas niet meegekregen, al ken ik wel een paar woorden Brussels. Omdat mijn grootmoeder tijdens de oorlog als dienstmeisje in Brussel heeft gewerkt. Maar veel verder dan ‘kipkap’ geraak ik toch niet. Nochtans vind ik dialect heel belangrijk. De kennis van dialect draagt trouwens bij tot betere taalvaardigheid. Dat moet absoluut gestimuleerd worden.”

Laure werkte al een paar keer samen met Delphine Frantzen, en ook voor de tentoonstelling over het BVT verdelen ze het werk. “Daarvoor teken ik twee grote plattegronden, iets wat ik graag doe. De bedoeling is dat we op de ene kaart visueel duidelijk maken hoe verspreid de voorstellingen en het actieterrein van het Brussels Volkstheater de afgelopen 25 jaar geweest zijn. Dat gaat om heel veel locaties, want ik denk dat het BVT ongeveer in elk theater en cultureel centrum in de buurt van Brussel heeft gespeeld. Op de andere kaart staat waar elk stuk van het BVT zich afspeelt in Brussel. Dat is meer een soort zoekplaatje voor de bezoekers die de stukken van Brussels Volkstejoêter goed kennen. Barbara gaat die kaarten laten afdrukken op theaterdoeken, dus het worden grote formaten. Ik ben benieuwd!”

EXPO 25 JOÊR BRUSSELS VOLKSTEJOÊTER

van vrijdag 12 september 2025 tot en met 14 november 2025

AMVB, Arduinkaai 28, 1000 BRUSSEL (op het plein achter de KVS)

Brussels Volkstejoêter werd op 28 september 2000

opgericht door 7 ketsjes: Jef De Keyser, Marcel de Schrijver, Jef Burm, Roger Van de Voorde, Pol Bovré, Claude Lammens en Geert Dehaes.

25 jaar later kan het succesvolle theatergezelschap terugblikken op 33 toneelproducties, op meer dan 860 voorstellingen die gespeeld werden over meer dan 45 locaties in Brussel en Vlaanderen.

De geprezen kwaliteit van de toneelproducties door een ruim en divers publiek is te danken aan de onnavolgbare, enthousiaste en talentvolle inzet van meer dan 270 medewerkers.

De expo ’25 joêr Brussels Volkstejoêter’ neemt je mee op de boeiende reis van het Brussels Volkstejoêter. De tentoonstelling toont de dynamiek van het theatergezelschap, maar ook welke belangrijke rol het Brussels Volkstejoêter speelt bij het levendig houden van het Brussels taalerfgoed. Daarnaast ontdek je hoe het gezelschap een plek veroverde binnen het culturele aanbod van Brussel én daarbuiten, en hoe het als sociale lijm fungeert tussen mensen van verschillende generaties, achtergronden en buurten. Het Brussels Volkstejoêter is veel meer dan theater: het is een plek van ontmoeting, taalplezier en Brusselse fierheid.

CREDITS EXPO

Artistiek inhoudelijk coördinator en vormgever Barbara Vandendriessche

Illustraties en tekeningen Delphine Frantzen en Laure Allain

Video Jin Dubois - Redactie Robert Delathouwer, Geert Dehaes, Claude Lammens, Michaël Bellon

Productie-assistentie Jennifer Tabotasa Agbor

Projectcoördinator Geert Dehaes

OPENINGSUREN EXPO

ma-vrij: 9 tot 17u op zondag open tot 26 oktober, van 14u tot 18u

BEREIKBAARHEID MET HET OPENBAAR VERVOER

De metrohaltes IJzer (lijnen 2 en 6) en Sint-Katelijne (lijnen 1 en 5) bevinden zich op 5 minuten wandelen van het AMVB.

De tramhalte Marguerite Duras (lijn 51) bevindt zich op 2 minuten wandelen van het AMVB.

De bushalte IJzer (lijn 46 en 'De Lijn') bevindt zich op 5 minuten wandelen van het AMVB.

Het treinstation Brussel-Noord bevindt zich op 15 minuten wandelen. Vanuit Brussel-Centraal is het 20 minuten te voet naar het AMVB.

RANDACTIVITEITEN

Naast het bekijken van de prachtige expo heb je ook de kans om een acteerles te volgen, je Brussels bij te schaven met een toêlles en een interviewsessie met BVT’ers van het eerste uur bij te wonen.

Schrijf je snel in via www.brusseleir.eu of via 02 502 76 93

Den entrei es vè Buls (gratis)

AKTEIRLES MÈ LUC DE SMET

Donderdag 18 september of zaterdag 4 oktober 2025, telkens om 15u

Wat is voor de meeste mensen het criterium om kunst goed te vinden, een schilderij bijvoorbeeld?

Vaak zeggen ze dan: “Het is precies echt !”. Dat komt omdat de kunstenaar zeer zorgvuldig heeft gekeken hoe dat ‘echt’ in het echt is en dat dankzij zijn / haar techniek perfect weet weer te geven. Dat is bij acteren niet anders: scherpe observatie van alledaags menselijk gedrag en de perfecte, geloofwaardige weergave in het (na)spelen daarvan is de basis van waaruit verderop alle stijlen en uitvergrotingen mogelijk zijn. Als we de werkelijkheid zo dicht op de huid zitten, zien we meteen hoeveel theatraal materiaal er in de hoekjes en kantjes van die alledaagsheid te rapen valt en hoeveel speelplezier dat oplevert. Acteur, regisseur en spelpedagoog Luc De Smet leert je de basistechnieken aan van het toneelspel.

Luc schitterde als hoofdrolspeler in de BVT-producties ’N Vlooi In A uur en Poepa. Beide momenten zijn los van elkaar en behandelen exact dezelfde lesstof. Je kunt dus kiezen welk lesmoment je bijwoont.

TOÊLLES BRUSSELS MÈ ROBERT

DELATHOUWER

Donderdag 9 oktober of zaterdag 18 oktober, telkens om 15u

Mier Brussels as Robert Delathouwer kende ni emme. Robert is als 25 jaar één van de bezielers van de Brusselse streektaalprojecten. Als Streektaalcoördinator voor Brusseleir! geeft hij het Brussels door met toêllesse, initiaties, coaching en begeleiding. Tijdens deze toêlles geeft Robert jou met de nodige zwans alle mogelijke aspecten van het Brussels door. Verget uuk a stem ni mei te bringe want er zal uuk gezoenge wëdde! Beide momenten zijn los van elkaar en behandelen exact dezelfde lesstof. Je kunt dus kiezen welk lesmoment je bijwoont.

OUVER ET BRUSSELS VOLKSTEJOÊTER

Zaterdag 25 oktober om 15u

Van waar het idee om een Brussels Volkstejoêter op te richten en hoe ging dat? Wat zijn de organisatorische en artistieke evoluties van het gezelschap?

Wat is de bijdrage van het Brussels Volkstejoêter sociaal-cultureel en tot de uitstraling van Brussel. Wat is het belang van het verbrusselen van toneelstukken en waar wordt er rekening mee gehouden. De mooie herinneringen en wat brengt de toekomst. En zu voesj…

Bezielers van het eerste uur Geert Dehaes, Claude Lammens, Robert Delathouwer en Marc Bober gaan met mekaar in gesprek en vertellen je er alles over. Of toch zuvuil muigelaaik!

Journaliest Michaël Bellon werkt mee aan BVTdocumentaire

Michaël Bellon is als freelance journalist al meer dan 25 jaar vertrouwd met Brussel en de rand. Als cultuurjournalist voor ondermeer Bruzz en de Randkrant kent hij ook het theaterlandschap goed. Hij werkte al als redacteur al voor Bruzz-voorganger ‘Brussel Deze Week’ op het moment dat het Brussels Volkstejoêter werd opgericht en bleef het sindsdien volgen. Sinds enige jaren is hij ook betrokken bij het Brusseleir! Magazine, door het maken van interviews en teksten. En nu werkt hij ook mee aan de documentaire die in de maak is over 25 jaar BVT. Michaël Bellon: “Met de documentaire wil Brusseleir! vastleggen op welke domeinen het Brussels Volkstejoêter een meerwaarde betekent als ama-

“Waar staat de ‘BVT’ in Brussels

Volkstejoêter voor?

teurtheater met een professionele omkadering. In samenspraak met Geert Dehaes, Jennifer Tabotasa en Jin Dubois besloten we om er geen zelfgenoegzame terugblik van te maken, en ook geen langgerekte hulde te brengen aan het succes dat het BVT sinds 2000 gehad heeft in Brussel en de rest van Vlaanderen. We willen juist weten waar dat succes vandaan is gekomen, en op welke vlakken de werking van het BVT zo belangrijk is.”

Omdat het opzet een documentaire in drie delen is, volgde het idee drie thema’s uit te werken die ook gewoon terugkomen in de naam van het ‘Brussels Volkstejoêter’ en zelfs in het letterwoord BVT: Brussel, Volks, en Theater. Michaël: “We willen het in de eerste plaats hebben over het ‘Brussels’: dus over taal, de promotie van het Brussels dialect die bij de oprichting het hoofddoel was, en over andere dialecten. In de tweede plaats gaat het natuurlijk ook over ‘theater’. Dus over de bijzondere evolutie van het repertoire dat het BVT heeft gespeeld. Met de typisch Brusselse stukken, maar ook verbrusselingen van oude én hedendaagse successtukken. Maar we praten ook over de regisseurs en acteurs die dat gerealiseerd hebben, en over de kracht van breed volkstheater en amateurtheater.”

In de derde plaats gaat het dan over dat ‘volkse’. “Een theatergezelschap en zijn publiek zijn een kleine gemeenschap van cultuurliefhebbers. Het BVT is een soort familie met uitstraling tot in de rest van Vlaanderen.”

De docu gaat over taal, dialect, humor, volks- en amateurtheater, en het familiegevoel van het BVT”

brengt BVT in beeld

“Op naar nog eens 25 jaar”

Jin Dubois staat al een twintigtal jaar achter de camera om reportages, documentaires en andere video content te maken. Op zijn cv staan onder andere RSC Anderlecht, de EU en haar instellingen, en BRUZZ International, naast tal van bedrijven en particulieren. Jin werd geboren in Seoul, woont nu rond Ninove, maar heeft een veertiental jaar in Brussel gewoond en gestudeerd. En raad eens: “Eerlijk gezegd is wat ik het liefste doe filmen voor het Brussels Volkstejoêter. Sinds 2017 maak ik voor Brusseleir! trailers en captaties van voorstellingen, korte interviews en ook sfeerreportages in de aanloop naar de premières.”

Wat hem daar vooral in aanspreekt? De mensen en de sfeer. “Ik vind het bijvoorbeeld altijd leuk om samen met de acteurs en de andere medewerkers de spanning voor zo'n première te voelen. Meestal heb ik hen dan ook al bezig gezien tijdens de generale repetitie, waardoor ik echt met hen meeleef. Het is leuk om dan daarna samen met hen vast te stellen dat het goed komt, en dat het weer op een groot succes uitdraait.”

Natuurlijk staat Jin dus ook achter de camera om de documentaire over 25 jaar Brussels Volkstejoêter te draaien. Hoe zou hij graag hebben dat

❛❛

die documentaire er uit zal zien? “De bedoeling is dat het niet alleen een terugblik wordt op wat het BVT de afgelopen 25 jaar al gepresteerd heeft. Het zou fijn zijn als de documentaire ook inzichten biedt en een springplank kan zijn voor nog eens 25 jaar extra. Dat er een visie voor de toekomst in wordt meegegeven. De dag van vandaag is het denk ik niet zo evident dat zo’n volkstheater blijft draaien in een internationale, verengelste stad zoals Brussel. Het BVT doet dat wonderwel, en op een heel mooie manier. Maar de blik op de toekomst gericht houden is natuurlijk cruciaal.”

Het liefste dat ik doe, is filmen voor het Brussels Volkstejoêter”

De verschillende thema’s in de documentaire - taal, theater en gemeenschapsvorming - zullen aan bod komen via gesprekken met specialisten ter zake. “Het is altijd heel dankbaar om de mensen van het BVT te spreken, want zij weten natuurlijk als geen ander hoe ze iets op een aanstekelijke manier moeten overbrengen. Maar we hebben er een punt van gemaakt om niet alleen de mensen uit de entourage van Brusseleir en het BVT te spreken, maar ook specialisten van buitenaf, zoals academici of artiesten uit andere steden.”

Chef Marketing Jonas De Jonge steunde het BVT al vroeg

“Goede band tussen BVT en sponsor KBC”

Al in 1992 had Jonas De Jonge voor het eerst professioneel contact met de mensen die later de kern zouden uitmaken van het Brussels Volkstejoêter en Brusseleir!. En dat terwijl hij voor een bank werkte, maar bepaald de Kredietbank. Jonas De Jonge: “Ik ben eigenlijk van Asse afkomstig, maar vanaf mijn vijftien jaar ging ik naar school in Molenbeek, in de Vierwindenschool. Later ging ik voor de Kredietbank werken. Eerst in de kantoren in Ganshoren en op het Stefaniaplein. Daarna was ik kantoordirecteur in Jette, Sint-Joost-ten-Node, en Ukkel. Zo heb ik een goede doorsnede van Brussel leren kennen. Tenslotte ben ik in 1986 naar de hoofdzetel van de KB aan de Warboesberg gekomen. Daar ging ik bij de marketing werken, en had ik voor het eerst contact met naar aanleiding van een persconferentie over het Brussels die in 1992 bij ons doorging. Later zijn de contacten dan nog versterkt door de fusie van KB met de ABB en CERA tot KBC. KBC had in zijn portefeuille ook de sponsoring van het Kaaitheater. Roger Van de

Voorde, Robert Delathouwer en Claude Lammens waren toen al bekenden voor mij. Zo konden wij het Brussels Volkstejoêter de grote zaal van het Kaaitheater een aantal keer gratis laten gebruiken bij wijze van sponsoring, en hebben wij de eerste opvoeringen van Bossemans en Coppenolle in 2002 van nabij meegemaakt. Net zoals het jaar nadien De traafiest van Mademoiselle Beulemans. Dat was telkens een heel plezante bedoening. En na de opvoering in het Kaaitheater was er dan een receptie met heel wat volk in de gebouwen van de KBC aan de overkant van het kanaal. Zelfs de fanfare van RWDM is toen eens langs geweest voor de ambiance.”

Later is zelfs de jaarlijkse personeelsontmoeting van KBC van Leuven naar Brussel verhuisd. Jonas: “Zo hebben we in 2005 hebben we de Traafiest nog eens overgedaan op dat personeelsfeest. Met de acteurs in hun rol, en de personeelsleden die het koppel zogezegd cadeautjes kwam geven: allemaal lege dozen, maar mooi ingepakt. En er werd samen gegeten, gedronken, gezongen en gezwansd. Om maar te zeggen hoe nauw wij met elkaar verbonden waren.”

Vandaag is De Jonge op pensioen, maar hij komt nog altijd naar Brussel, bijvoorbeeld om op de Grote Markt iets te gaan eten. “Ik ga naar alle voorstellingen van het Volkstejoêter in Zinnema, terwijl ik zelf ook voorzitter ben van het Brusselse Operettetheater, dat nu tijdens de verbouwing van het Kaaitheater zijn producties in de KVS Bol presenteert. Brussel g’èt maain èt gestoule!”

We hebben De traafiest van Mademoiselle Beulemans nog eens overgedaan.”

Hugo

Vanden

Driessche ontving het BVT in het Kaaitheater

“Amateurtheater verdient zijn plaats in Brussel”

Hugo Vanden Driessche was 21 jaar lang algemeen directeur van het Kaaitheater, tot hij in 2014 met pensioen ging. Vanden Driessche was een man met verstand van organisatie en cijfers. Artistieke keuzes liet hij aan anderen, maar hij stelde wel alles in het werk om de kunstenaars en de artistieke directeurs van het Brusselse kunstencentrum aan het kanaal in optimale omstandigheden te laten werken. Op de podia en in het programma van het Kaaitheater staan vooruitstrevende hedendaagse podiumkunsten centraal. Toch was het in het Kaaitheater dat het Brussels Volkstejoêter 25 jaar geleden een plek vond. Nadat aanvankelijk ook de Gala’s van het Brussels er veel volk hadden getrokken. Het BVT maakte geen deel uit van het officiële programma van het Kaaitheater, maar kon er wel terecht voor zaalhuur. Hoe blikt Hugo Vanden Driessche vandaag op die episode terug? “De grote frustratie van populaire amateurgezelschappen is natuurlijk dat ze soms méér voorstellingen spelen dan professionele gezelschappen, maar eigenlijk geen centen, noch infrastructurele mogelijkheden aangereikt krijgen om voor een volwaardige professionele omkadering te zorgen.

Amateurtheater zoals dat van het Brussels Volkstejoêter en het Brussels Operettetheater verdient zeker zijn plaats in Brussel, de thuisbasis van deze gezelschappen. Een correcte financiering op langere termijn en speelplekken die tegemoetkomen aan de noden van deze gezelschappen zijn hiervoor noodzakelijke voorwaarden.”

Soms wordt ook geopperd dat deze gezelschappen een eigen speelplek zouden moeten krijgen in Brussel, maar dit lijkt Vanden Driessche geen goed idee. “Een betere oplossing lijkt mij dat grote Brusselse podia structureel plaats inruimen in hun kalender om deze gezelschappen een speelplek te geven. Waarom grote podia? Omdat deze beschikken over de nodige technische infrastructuur en begeleiding om deze semi-professionele gezelschappen te ondersteunen. Evident

is dat natuurlijk niet, want de curatoren en artistieke leiders in de theaters stippelen meestal zorgvuldig een artistieke lijn uit, die ze met hun beleid en programma willen uitdragen. Ik had daar ook altijd alle respect voor, en ik zeg ook niet dat amateurtheater daarom direct in het officiële programma van het theater moet worden opgenomen. Maar ondersteuning op technisch vlak en qua infrastructuur moet wel kunnen. Het BVT heeft een eigen publiek en bereikt een specifieke doelgroep die niet, of slechts in beperkte mate, tot het publiek van pakweg KVS of Kaaitheater behoort.

Het BVT heeft een eigen publiek en bereikt een specifieke doelgroep”
“Zeer blij dat ik een steentje mocht bijdragen”

“Ooit wilden we samen met theaterman, stichter en toenmalig directeur van het VCA Roger Van de Voorde en toenmalig sociaal-cultureel werker Mark Bergman in Anderlecht een Anderlechtse revue maken. Dat is een oude vorm van theateramusement met sketches en liedjes enzo.“ zo diept Brusseleir vè ’t leive Mars Moriau zijn eerste herinneringen op aan wat mee aan de basis lag van wat later het BVT zou worden. “Eigenlijk was dat idee een verre voorloper van het latere, gestructureerde Brussels Volkstheater dat Roger Van de Voorde in zijn hoofd had, maar dan met een Anderlechts accent. We hebben daar toen een aantal vergaderingen over gehad die op niks zijn uitgelopen. Maar via mijn contacten met Roger, en nadien ook met Geert, heb ik zo wel van in het begin het BVT kunnen volgen toen het er eenmaal was. Als directeur cultuur bij de VGC, heb ik het dossier van het BVT mee kunnen ondersteunen via subsidies, en als directeur van Zinnema hebben we het Brussels Volkstheater ook een structurele plaats in de brede culturele werking van het huis kunnen geven.” Zo evident was de steun vanuit VGC blijkbaar toch niet. “Laat ons zeggen dat het kunstenbeleid, op het moment dat ik aantrad als directeur cul-

tuur van de VGC, een sectair kantje had. De kunstensector had zo zijn eigen netwerken, en deze vorm van volkscultuur werd als populistisch bestempeld en een beetje minderwaardig bekeken. Het BVT is erin geslaagd om een eigen plaats op te eisen door aandacht te hebben voor kwaliteit en niet zomaar tevreden te zijn met de traditionele billenkletsers. Het heeft een repertoire opgebouwd dat de moeite waard is, en zo een breed cultureel en artistiek veld bediend. Ik wil graag mijn grote waardering uitdrukken voor al die mensen die samen met Geert Dehaes met het Brussels dialect zoveel mooie dingen hebben gerealiseerd, denk maar aan Claude Lammens, Raymond Doms, Robert Delathouwer, Luc De Smet of Marc Bober - om er maar een paar te noemen. Ik ben zeer blij dat ik in die sfeer mijn steentje heb mogen bijdragen.”

Het kon bijna niet anders of Mars Moriau raakte ook als artiest betrokken bij de werking van Brusseleir! Hij is immers misschien nog wel het meest bekend als de frontman-met-trekzak van Emballage Kado, muziekgroep in de folksfeer.

Je zou kunnen zeggen dat dat oude idee voor een Brusselse revue uiteindelijk alsnog uitwerking kreeg in de vorm van de zondagse aperitifshows ‘Plat du jour’ in café Het Goudblommeke in Papier waar Mars aan meewerkte.

Ik wil graag mijn waardering uitdrukken voor al die mensen die zoveel mooie dingen hebben gerealiseerd”

Stefaan Gunst van vzw de Rand

introduceerde BVT buiten Brussel

“Het BVT als verbindend project tussen stad en rand”

Als centrumverantwoordelijke van GC De Zandloper in Wemmel, programmeerde Stefaan Gunst ooit als eerste het BVT buiten Brussel. De Zandloper is één van de zes gemeenschapscentra van de faciliteitengemeenten in de Rand rond Brussel. Door die eerste stap buiten Brussel, kon het succes van het BVT zich dus doorzetten in de rest van Vlaanderen. Vandaag is Stefaan adjunct-directeur en hoofd gemeenschapscentra van vzw de Rand, die werd opgericht om het Nederlandstalig karakter in de hele Rand rond Brussel te ondersteunen. “Er was een link tussen het BVT en Wemmel via Marcel de Schrijver, lid van het BVT en kenner van het Brussels, en zijn zoon Erik de Schrijver die theater maakt bij De Pieterman in Wemmel. Marcel en Geert kwamen mij vinden om te vertellen over hun nieuwe initiatief,

en zo zijn we in gesprek geraakt. In 2002 hebben we dan meteen twee voorstellingen van Bossemans en Coppenolle in De Zandloper geprogrammeerd. Omdat het iets anders was dan

❛❛
Ook in de rest van Vlaanderen werkt de lokale insteek van het BVT”

wat de mensen gewoon waren hier te zien, en omdat we ons publiek nog wilde verbreden. In mijn zoektocht naar mensen en projecten die weg wilden van de polarisering tussen stad en Rand, was een verbindend project als het Brussels Volkstheater met het Brussels dialect een gedroomde kans.” Wel was het ongewoon om een amateurgezelschap in het reguliere programma te zetten. Stefaan: “Ik merkte dat een aantal collega's nog heel sterk het onderscheid wilden maken tussen wat professionele gezelschappen brachten en wat amateurgezelschappen deden. Ik heb er meteen voor gekozen om het BVT volwaardig mee in het cultuuraanbod van de Zandloper te steken. En er gebeurde wat ik gehoopt had: bij de aankondiging waren beide voorstellingen al snel uitverkocht. Het BVT was één van de eerste gezelschappen waarbij een volle zaal bijna een evidentie werd, en is dan ook een blijver geworden.”

Stefaan zag veel mensen in de zaal zitten die hij nog nooit had gezien voor het reguliere programma van de Zandloper, maar die wel van Wemmel waren. “Er woonden en wonen natuurlijk ook heel wat mensen in de Rand die vroeger zelf in de stad woonden, er nog gaan werken of er een familiale band mee hebben. Recente cijfers bewijzen dat die uitstroom van Brusselaars die in de Rand gaan wonen nog altijd aan de gang is. Het was en is die vertrouwdheid met het Brussels karakter van het Brussels Volkstejoêter, die maakt dat mensen er in de Rand naar komen kijken. Ook in de rest van Vlaanderen werkt die lokale insteek, al is het Brussels voor hen dan misschien iets exotisch. Ten slotte heeft veel ook te maken met de kwaliteit die het Brussels Volkstejoêter brengt. Vandaar dat we in Wemmel ook graag ruimte maken om de tentoonstelling over 25 jaar Volkstheater te ontvangen.”

Nen druum in de zoumernacht

vanaf 7 december 2025 in Zinnema

Productiebeeld: GAL (Gerard Alsteens)

Een verbrusseling van A Midsummer Night’s Dream van William Shakespeare Verbrusseling: Claude Lammens - Bewerking: Marc Bober

… laat je betoveren door deze dromerige komedie…

NEN DRUUM IN DE ZOUMERNACHT

Betoverende liefde, hilarische chaos en magische intriges! In een bos vol mysterieuze feeën, ondeugende spreuken en verliefde dwalers ontspint zich een verhaal vol humor, romantiek en misverstanden.

Wanneer de maan er hoog aan de hemel straalt, ontwaakt er een wereld waarin dromen dansen, waarin het magische de bovenhand neemt.

Vier geliefden dolen door dit mysterieuze woud, waarin Koning Oberon heerst, waarin Puck zijn spel speelt, waarin een ezelskop de koningin in vervoering brengt. Passie ontbrandt, maar met één fluisterspreuk wordt het lot verdraaid—wie bemint wie, en wie hoort bij wie? In dit betoverde rijk vervaagt de grens tussen schijn en zijn. En dan is er nog de groep amateur-acteurs, zij zorgen voor komische verwarring, Kom en druum mè ons mei!

ARTISTIEKE TEAM

Spel: Kathleen Seghers, Guido Goovaerts, Anouk Van Doosselaer, Geert Dehaes, Karlien Figeys, Dean Raey, Kurt Parewyck, Gertjie Brijssinck, Claude Lammens, Ani Leroy, Robert Delathouwer, Niki D’Heere en Elie Devuyst

Regie: Tristan Versteven

Assistentie: Monique Boonen

Decorontwerp: Barbara Vandendriessche

Rekwisieten: Niki D’Heere

Lichtontwerp: Marc Cnops

Kostuums: Marnik Baert

Grime: Gerlinde Vervenne + VELE PRODUCTIEMEDEWERKERS

SPEELDATA ZINNEMA

Veeweidestraat 24-26, 1070 Anderlecht

DECEMBER 2025

zo. 7, za. 13, zo. 14

JANUARI 2026

za. 10, zo. 11, za. 17, zo. 18, za. 24, zo. 25, za. 31

FEBRUARI 2026

zo. 1, za. 7, zo. 8

INFO TICKETS

€ 18,00 > -18, +65, groepen vanaf 20 personen

€ 20,00 > anderen

€ 57,00 > verwenarrangementen i.s.m. restaurant Den Appelboom en restaurant Appel Thaï (NIEUW!) – shuttle, ticket, aperitief, plat, dessert, excl. dranken

VGC-paspartoe kan ingediend worden

Rekeningnummer be.brusseleir

vzw: BE79 7350 3377 0233

RESERVATIES

vanaf woensdag 1 oktober 2025 telefonisch via 02/502 55 09 - op woensdag van 10u tot 12u30 en van 14u tot 17u - op vrijdag van 10u tot 12u30 of via de website: www.brusseleir.eu

PAKT AAVEN AZJENDA EN AAFT A GERIED!

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.