Bisdomblad_2012_Januari_(Jaargang 90)

Page 6

Interview met zuster Mary Antonette van de Arme Clarissen

‘Ik ben volledig van Christus’ “Laat de gedachte aan Jezus nooit je geest verlaten.” Daarin ligt voor zuster Mary Antonette de kern van het leven van een Arme Claris. En dat geeft ook meteen aan hoe het bij de zusters zit met ‘geven en ontvangen’, het thema van dit Bisdomblad. “We ontvangen Jezus Christus en we geven onszelf, totaal.” Zo eenvoudig is dat.

6

Bisdomblad januari 2012

In de ontvangstkamer is de verwarming lekker opgestookt. Met een blijmoedig gezicht en een liefdevolle open houding verwelkomt zuster Mary Antonette ons. De contemplatieve zusters wonen sinds 1990 in Nederland en vanaf 1993 in Gestel (Eindhoven). De zestigjarige, van origine Amerikaanse, gaat er eens goed voor zitten. In de uurtjes die volgen vertelt ze liefdevol over het leven bij de Arme Clarissen en over de rijkdom van de leefvorm die de H. Clara - “onze moeder Clara” - haar zusters heeft voorgeleefd. Eerst verontschuldigt zij zich voor het vliegengaas dat tussen ons in zit. Het zouden eigenlijk tralies moeten zijn, zoals dat in contemplatieve kloosters gebruikelijk is, maar daar hebben de Arme Clarissen het geld niet voor. Het gaas is een goede, goedkopere oplossing. Uit alles wat zuster Antonette vertelt, blijkt de enorme liefde voor de stichteres van de Arme Clarissen, de H. Clara. “Het zijn de ouders die de grootste invloed op iemands leven hebben, eenvoudigweg door wie ze zijn en het voorbeeld dat ze geven. Zij vormen daardoor het kind. Zo vormt onze ‘moeder’, onze stichteres, ons zusters ook. Zij heeft, in grote eenvoud, op een prachtige manier de kracht van het kloosterleven verwoord. Ze spreekt niet van een leefregel – dat doet meteen denken aan wetten en voorwaarden – maar van een levensvorm. Door het gebruik van ‘vorm’ denk je aan schoonheid, gezichten, Zijn gezicht dat in liefde naar ons is gekeerd. Onze levensvorm is constant het leven van Christus beschouwen. En de gedachte aan Hem nooit uit onze geest laten gaan.” Voorzien de zusters in hun eigen onderhoud? “We leven van de goedheid van anderen. Ons brood bijvoorbeeld is het brood dat de bakker niet verkoopt en dan gelukkig aan ons geeft. Wat de mensen aan de deur aanbieden, dat is wat wij

"Een moeder kijkt niet naar wie het belangrijkst is, maar naar wie het meest zorg nodig heeft." eten. (lachend) Mijn taak hier is koken en ik ben héél creatief met kool de laatste tijd. De Arme Clarissen die in arme landen wonen, delen dus ook in de armoede van de mensen om hen heen.” Zoals zuster Antonette de kok is in huis, heeft ieder haar eigen taak. De negen zusters, van wie er vijf Amerikaans zijn, twee Belgisch, één -onlangs geprofest- ZuidKoreaans en één Nederlands, hebben hun handen vol aan het onderhouden van de het klooster. “En we vinden het ook heel belangrijk de mensen die ons schrijven en om gebed vragen persoonlijk terug te schrijven. Daar gaat ook veel tijd in zitten.” Op de vraag wat het allerbelangrijkste is in het leven van een Arme Claris, antwoordt zuster Antonette met pretoogjes: “Nu kom je bij mijn favoriete onderwerp.” Ze legt uit hoe de H. Clara het vrouwelijk genie in het zusterschap heeft gelegd. “Ze was een moeder ten voeten uit. Een moeder kijkt niet naar wie het belangrijkst is, maar naar wie het meest zorg nodig heeft. Dat kind krijgt op dat moment de meeste aandacht. Zij nam de H. Moeder Maria als voorbeeld en zag haar totale ‘armoede’ tegenover God. Een armoede die elke moeder deelt. Want wie

is er armer dan een moeder die geroepen is haar leven te wijden aan het dragen en opvoeden van een kind, over wie ze niets te zeggen heeft? Ze bepaalt niet of het een jonge of meisje wordt, of het gezond of zwak is, of het intelligent is of niet. En toch wordt haar gevraagd alles te geven wat ze heeft om dat kind op te voeden. Zij is geroepen Gods liefde en toewijding tot zijn schepsel te weerspiegelen.” Voor de H. Clara stond vast dat elke vrouw die armoede tegenover God in zich draagt. Ook de zusters die een kloosterleven leiden, want juist zij zijn geroepen die totale toewijding naar God en naar elkaar uit te stralen. H. Clara was ook de eerste die sprak van ‘zusters’ en gaf haar volgelingen daarmee een grote rijkdom in handen. “Wij zijn allereerst zusters van elkaar. Het beleven van deze onderlinge band is enorm belangrijk voor ons. Daarom bidden we ook voor elkaar en beleven die volledige toewijding ook onderling.” “De vraag over armoede bij ons Arme Clarissen is er dan ook niet een naar ‘welke bezittingen heb ik wel of niet’ maar naar ‘wiens bezit bén ik?’ En dan kom je – zuster Antonette straalt gewoon bij de gedachte – bij het besef dat je van God bent, volledig van Hem. Materiële bezittingen doen er dan niet meer toe.” Voor mensen van buiten die misschien niet veel van de zusters afweten, kan hun leven erg ver van de wereld af staan. “Maar wij staan ook gewoon elke dag op en doen ons werk, zoals zoveel mensen.” Op de vraag of wij iets van de zusters kunnen leren, heeft ze wel een antwoord. We kunnen allemaal van elkaar leren, maar misschien kan het idee van de armoede in de zin van totale toewijding wel een nieuw licht werpen, “om elkaar als gave van God te ontvangen”.

Yvonne Koopman-Snep Bisdomblad januari 2012

7


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.