VOEDINGSMIDDELEN, MANAGEMENT EN TECHNOLOGIE TRANSPARANTE ETIKETTERING: WEL OF NIET • WAAROM FOODWATCH DOET WAT HET DOET • HOE COMMUNICEER JE TRANSPARANT? • PALMOL IEPRODUCTIE IN MALEISIË VERDUURZAAMT Thema: Transparantie WWW.VMT.NL 2018 | EDITIE 3 Openheid hard nodig
Programma Uw bedrijf zichtbaar? Neem contact op met onze media adviseurs: Monique van Neutegem, tel. +31 6 50 44 94 02, m.neutegem@mybusinessmedia.nl Anneloes Veerman, tel. +31 6 12 70 70 14, a.veerman@mybusinessmedia.nl Food Future Event Donderdag 5 april 1931 Congrescentrum Den Bosch
Parallelle sessies
Blockchain: veelbelovend of te veel belovend
Trends in plantaardige eiwitten
Samenwerken met start-ups: wat levert het op?
Dit is slechts een greep uit het programma dat VMT voor het Food Future Event heeft samengesteld. Wilt u meer info of uzelf inschrijven?
Ga naar: www.vmt.nl/ foodfuture
Data Suikerverlaging Plantaardige eiwitten Communicatie Blockchain
8.
Radicale transparantie, kan dat? Deze vraag staat centraal op het Food Future Event
16.
Nederland Voedselland in gesprek met blogger
12.
Transparant etiket voer voor discussie
22.
Waarom doet Foodwatch wat het doet
04 VMT . 9 MAART 2018 . NR 3 INHOUD
Foto cover: Marco de Swart
Nieuws
6 Nieuws
39 Agenda
40 Colofon
Thema: Transparantie
Er gaan steeds meer geluiden op dat partijen in de foodsector alleen nog toekomst hebben als ze volledig transparant zijn. Radicale transparantie, kan dat?
Dilemma
8 Radicale transparantie, kan dat?
12 Transparant etiket voer voor discussie
14 Column: Transparant communiceren, hoe doe je dat?
16 ‘Dialoog over food leidt tot vertrouwen’
22 Waarom Foodwatch doet wat het doet
25 Maleisië belicht pionierende producenten
van palmolie
28 Veel initiatieven met blockchain in food
31 Column: Belooft blockchain te veel?
Ingrediënt & Product
32 HAS Experience sluit aan bij trends
Duurzaamheid & MVO
36 Kipster: nieuwe kijk op eierindustrie
Laatst was ik op een foodcongres in België, waar ik met enkele Vlaamse voedingsmiddelenfabrikanten en experts sprak. Ik stipte bij hen het thema aan van het Food Future Event op 5 april in Den Bosch. “Het gaat over radicale ketentransparantie”, vertelde ik. Een man verslikte zich bijna in zijn broodje. “Toe maar. Transparantie en dan ook nog radicaal. Typisch Nederlands om er zo vol in te gaan. In België doen we dat veel voorzichtiger en zou het thema luiden: zouden we misschien eens met elkaar gaan nadenken over een transparantere voedingsindustrie?”
De voorzichtige Belgische benadering geeft misschien een mentaliteitsverschil aan tussen de Nederlander en de Belg – voor zover dat bestaat. Het zette me echter ook weer aan het denken. Want transparant zijn als voedingsmiddelenindustrie klinkt wel heel mooi, maar daar moet wel heel goed en gedegen over worden nagedacht. Waarin moet je allemaal openheid van zaken geven? Zijn er ook zaken die je soms beter niet of gefi lterd kunt vermelden, omdat ze alleen maar onnodige onrust veroorzaken? Zoals FNLI-directeur Marian Geluk in dit nummer zegt: “Een keerzijde van transparantie kan een overkill aan informatie zijn waardoor het niet duidelijker wordt. Daarnaast is het soms lastig om complexe zaken goed uit te leggen.”
Iedere foodprofessional snapt dit dilemma. Toch nemen bedrijven als VION, Wessanen, Moyee Coffee, HAK en Eosta deze ingrijpende stap. Moet ook u er vol voor gaan? Ik kijk er naar uit om het daar met elkaar over te hebben op 5 april.
05 COLUMN
Willem-Paul de Mooij w.mooij@mybusinessmedia.nl
ZON en Unilever
Unilever en Telersvereniging ZON introduceren bij supermarkt Deen vijf verspakketten onder de merken Conimex, Knorr en Unox. Daarmee willen ze de consumptie van verse groenten van eigen bodem stimuleren. Met de introductie van de nieuwe Schijf van Vijf, twee jaar geleden, werd 250 gram groente per dag de richtlijn. Hoewel de nieuwe normen al geruime tijd bekend zijn, blijkt het voor de consument in de praktijk moeilijk ernaar te handelen. De verspakketten moeten deze knelpunten wegnemen. Ieder pakket – te vinden in het agf-schap – levert minimaal 200 gram groente per persoon. De pakketten spelen in op de seizoenen.
......................................................................................www.unilever.com
&Samhoud food
De vegetarische burger van 2-Michelinsterrenchef Moshik Roth ligt sinds half februari in de schappen van Albert Heijn. De groenteburger werd eerst alleen in het restaurant geserveerd, maar is nu ook te vinden in de supermarkt. De burger wordt gelanceerd door vegetarisch voedselproducent &Samhoud food. Hij is hoofdzakelijk gemaakt van tomatengehakt en bevat verder rode biet, doperwt, maïs, wortel en ui. Er zit een bijpassende saus bij.
........................................................................http://food.samhoud.com
Topteam Agri & Food
Het topteam van de topsector Agri & Food is vanaf begin 2018 versterkt met twee nieuwe leden: Frans Keurentjes, melkveehouder en voorzitter van de raad van commissarissen van Royal FrieslandCampina, en Bert Jansen, ceo van zetmeelcoöperatie Avebe. Frans Keurentjes volgt voormalig voorzitter Piet Boer van FrieslandCampina op. Bert Jansen vervangt Robert Smith, voormalig ceo van Cosun.
..................................................................................www.tki-agrifood.nl advertentie
VMT-video
Vleesverwerker Dekeyzer-Ossaer in het Belgische Koekelare en Lantmännen Unibake in Londerzeel zijn in België Factory of the Future 2018 geworden. Johan Dekeyzer van het vleesverwerkingsbedrijf geeft aan dat het inzet op digitalisering en in de toekomst ook de blockchaintechnologie omarmt.
Abonneer u op het Youtube-kanaal van VMT en bekijk het interview met de winnaar.
Muis in paasschuim van IKEA
IKEA roept uit voorzorg alle 100 grams verpakkingen Godis Påskkyckling-paasschuim terug. Het gaat om de verpakkingen met THT-datum 23 oktober 2018 en 26 januari 2019. De datum is vermeld op de achterzijde van de verpakking. Een Ierse consument vond een dode muis in een van de verpakkingen. IKEA heeft direct contact opgenomen met de leverancier en kondigde uit voorzorg een wereldwijde verkoopstop af. Het Zweedse bedrijf Candinavia, leverancier van het snoepgoed, beschikt over een door SP Sveriges Tekniska Forskningsinstitut afgegeven FSSC 22000-certificaat, een GFSI-erkend voedselveiligheidssysteem, laat IKEA in een uitgebreide reactie aan vmt.nl weten.
Neem een optimaal abonnement en lees meer op vmt.nl.
06 NIEUWS IN HET KORT
..............................................................www.youtube.com/vakbladVMT
............................................................................................www.ikea.com
Unilever maakt leveranciers palmolie bekend
Unilever heeft al zijn palmolieleveranciers bekendgemaakt. Door deze informatie te delen, wil de multinational bijdragen aan meer transparantie in de keten. Unilever gelooft dat openheid en transparantie de oplossing is voor een volledig traceerbare palmolieketen.
In 2013 startte Unilever met een Duurzame Palmolie Sourcingstrategie. Volgens het bedrijf maakt deze strategie duidelijker zichtbaar waar de palmolie vandaan komt. Zo zijn problemen in een vroeg stadium te identificeren. Ook kunnen anderen Unilever met behulp van deze data informeren over eventuele problemen. “Veel mensen denken dat door het outsourcen van toeleveringsketen ook de verantwoordelijkheid wordt uitbesteed. Dat is niet zo,” zei ceo Paul Polman tijdens het World Economic Forum in Davos eind januari. De palmolieketen is lang en complex, zegt het voedingsmiddelenbedrijf. Palmolie gaat door vele handen voordat ze de Unileverfabriek bereikt. Boeren planten de vruchten op de plantages en verkopen die aan tussenpersonen. Die verkopen aan fabrieken die de olie uit de noten halen. Vervolgens wordt de olie via handelaren vervoerd naar refineries voor verdere verwerking. Daarna komt ze in de directe toeleve-
ringsketen van Unilever. Uit de documenten blijkt dat Unilever met meer dan 300 directe leveranciers en meer dan 1.400 palmnootverwerkingsbedrijven samenwerkt. Ondanks de vooruitgang die het heeft geboekt, concludeert het bedrijf uit de data dat er nog serieuze milieuproblemen en sociale problemen in de palmolie-industrie zijn. Marc Engel, chief supply chain officer bij Unilever: “We willen een
NVWA waarschuwt sneller
De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit gaat voedselveiligheidswaarschuwingen sneller en vollediger doorgeven. Dat zei NVWA-woordvoerder Benno Bruggink in het tv-programma Kassa. De NVWA wacht niet meer tot de fabrikant het publiek waarschuwt. In totaal kwam Kassa afgelopen jaar 93 waarschuwingen tegen, waarvan 65 op de NVWA-website, Twitter of Facebook. 25 waarschuwingen kwamen een of meer dagen later op de website te staan, 28 haalden de uitingen helemaal niet. Wettelijk gezien zijn de fabrikanten verantwoordelijk voor de communicatie van de waarschuwingen. Bruggink zegt dat de NVWA voortaan niet meer wacht tot de fabrikant het publiek waarschuwt, maar meteen melding doet zodra ze door de fabrikant is geïnformeerd. Hij voegt er wel aan toe dat de NVWA niet in alle gevallen waarschuwt, bijvoorbeeld niet als de gebruiksdatum van een product is verlopen. .....................................................................................................www.nvwa.nl
R-Biopharm AG
leidende positie innemen in transparantie. De beste manier om dit te doen is door onze toeleveringsketen openbaar te maken. Unilever gelooft dat complete transparantie nodig is voor een radicale verandering. We willen dat deze stap de start is van een beweging in de hele industrie.” ..............................................www.unilever.com
advertentie
RIDA®QUICK Gliadin
Sneltest voor het testen van grondstoffen en oppervlakten
07 MEER NIEUWS OP WWW.VMT.NL NIEUWS VMT . 9 MAART 2018 . NR 3
Radicale transparantie, kan dat?
Food Future Event op 5 april
08 CONGRES TRANSPARANTIE NIEUWS & ACHTERGROND
Foto: Marco de Swart
Hoogeboom, ceo HAK: “Consumenten, media en belangenorganisaties eisen dat de transparantie verder wordt vergroot. Niet transparant zijn leidt tot wantrouwen terwijl dit vaak helemaal niet nodig is.”
Timo
‘2018 moet het jaar worden van radicale transparantie’, zegt onderzoeksbureau Mintel in het laatste European Consumer Trends Report. Dat geldt zeker voor de voedingsmiddelenindustrie die moet werken in een omgeving waar feiten en wetenschappelijke inzichten er soms niet meer toe lijken te doen. Gaat transparantie de sector verder helpen? Maar kan dat wel en hoe dan? Dit is het prikkelende centrale thema van het Food Future Event op 5 april in Den Bosch.
Er gaan steeds meer geluiden op dat partijen in de foodsector alleen nog toekomst hebben als ze volledig transparant zijn. Natuurlijk richting de consument, maar die transparantie begint in de keten zelf. Hoe richt je dat het beste in? Op het Food Future Event delen kopstukken uit de voedingsmiddelenindustrie hun ervaringen en visie. In dit artikel laten we alvast enkele sprekers aan het woord: ceo Timo Hoogeboom van HAK (cover en foto links), FNLI-directeur Marian Geluk, en Marije Vogelzang, designer en oprichter van Dutch Institute of Food & Design.
Timo Hoogeboom, ceo HAK
“Uit onderzoeken komt vaak naar voren dat Nederland het relatief goed doet ten opzichte van andere landen als het gaat om ketentransparantie. Naar mijn mening moeten bedrijven in de sector ernaar streven dat ze te allen tijde transparantie kunnen bieden. Dat moet een ieder als doel hebben. Consumenten, media en belangenorganisaties eisen dat de transparantie verder wordt vergroot. Niet transparant zijn leidt tot wantrouwen, terwijl dit vaak helemaal niet nodig is.”
Hoe vult u bij HAK het thema transparantie in?
“Wij bieden met ons platform pottenkijkers.nl en de Pottenkijkersdagen voor kritische consumenten, pers en andere
influentials volledige transparantie naar iedereen die geïnteresseerd is in onze producten en daarover meer wil weten. Wij geven hier online nog verder invulling aan met een volledige ingrediëntendeclaratielijst, en een 360-graden-inkijk in onze fabriek en het hele proces vanaf het land tot in de pot. Alle vragen van consumenten worden vervolgens beantwoord door onze eigen mensen. Pottenkijkers is daarmee geen eenmalige campagne maar een langetermijninitiatief en het gedachtegoed van HAK: volledige transparantie.”
Daar hoort soms ook een kwetsbare opstelling bij. Kan dat en wat is daarvoor nodig?
“Een kwetsbare opstelling is mogelijk en nodig. Nobody is perfect. Als je maar laat zien dat je elke dag je best doet om het nog beter te doen. Daarnaast is transparantie voor ons juist nodig omdat de werkelijkheid mooier is dan de perceptie. En wat is er mooier dan hiervoor de glazen pot als metafoor te gebruiken: je ziet wat je koopt.
Je moet kunnen toegeven dat transparantie een proces is, dat je kritisch moet kijken naar dogma’s die in ieder bedrijf bestaan, en dat de informatievoorziening in de wereld om ons heen in sneltreinvaart verandert. Het zou helpen als media niet alleen geïnteresseerd zijn als het een keer misgaat. Dat ze ook aandacht besteden aan de nuance met meer context en diepgang en aan bedrijven die structureel bezig zijn met vooruitgang. En vooral niet zomaar iets overschrijven van iemand anders.”
Thema Radicale transparantie
Kom naar het Food Future Event op donderdag 5 april in Den Bosch en leer van anderen hoe zij omgaan met het thema Radicale transparantie. Het congres is voor vakprofessionals in de voedingsmiddelenindustrie. Tijdens het Food Future Event komt transparantie in uiteenlopende onderwerpen en parallelsessies aan bod: blockchain, plantaardige eiwitten, datakwaliteit en eigenaarschap, etikettering, suikerverlaging, startups, communicatie en productverbetering. Bekijk het programma en meld u aan via www.vmt.nl/foodfuture
09
TRANSPARANTIE
CONGRES
Marian Geluk, directeur FNLI
“Breng als industrie over de bühne hoe je werkt aan innovatie, aan verduurzaming en laat zien wat er binnen de muren van de fabriek nu echt gebeurt.”
“Het vertrouwen van consumenten in de industrie is belangrijk. Belangrijke factoren voor dat vertrouwen zijn transparantie en heldere informatie geven over wat we al doen, wat we gaan doen en wat beter kan. Er lijkt sprake te zijn van een steeds grotere groep in de samenleving die geïnteresseerd is in de werking van de voedselketen. Bedrijven uit onze achterban kunnen dit benutten als kans: breng over de bühne hoe je werkt aan innovatie, aan verduurzaming en laat zien wat er binnen de muren van de fabriek nu echt gebeurt. We zien dat steeds meer bedrijven zich openstellen en een open stakeholderdialoog voeren: niet alleen reageren op kritiek van buitenaf, maar ook zelf proactief in gesprek gaan. Lastiger wordt het als er vooroordelen of ingegraven standpunten zijn over de industrie. Dan is er vaak geen sprake van een open en eerlijke dialoog. Als metafoor voor transparantie gebruiken we de fabriek van plexiglas.”
Heeft u een voorbeeld van waar het niet goed gaat?
“Er is onder consumenten een grote vraag naar producten zonder
additieven. De industrie probeert hier natuurlijk op in te spelen. Maar om goede producten te maken, heb je soms additieven nodig, bijvoorbeeld glutamaat. Dit is een aminozuur dat toegevoegd wordt aan veel levensmiddelen als smaakversterker en wordt aangeduid met het E-nummer E621. Vanwege de vraag van consumenten naar producten zonder additieven willen marketeers dit liever niet aanduiden op het etiket. Daarom worden er gist- of groente-extracten gemaakt waarin glutamaat zit, maar die niet aangeduid hoeven te worden als glutamaat. We snappen dat bedrijven dit doen, maar is transparantie hier wel bij gebaat?”
010 VMT . 9 MAART 2018 . NR 3 NIEUWS & ACHTERGROND
Op het Food Future Event wordt de Jaarprijs Goede Voeding uitgereikt.
Foto’s Robin Britstra
Het Food Future Event trekt ieder jaar ruim 300 tot 350 bezoekers.
Transparantie maakt ook kwetsbaar. Wat is de keerzijde ervan?
Kun je wel altijd transparant zijn?
“Transparant zijn is een keuze en is in de industrie zeker mogelijk. De vraag is wel altijd wie en wat je ermee wilt bereiken. Keerzijde kan een overkill aan informatie zijn waardoor het niet duidelijker wordt voor de consument. Daarnaast is het soms lastig complexe zaken goed uit te leggen. Soms los je problemen liever eerst op voordat je ermee naar buiten gaat. Vergelijk het maar met piloten die via de intercom in het passagiersgedeelte van het vliegtuig zouden praten over problemen tijdens de vlucht, maar die gemakkelijk op te lossen zijn. Dat wil je als passagier toch niet weten?
Voedselschandalen schaden het vertrouwen van de consument. Ze suggereren dat er van alles mis is met ons eten, terwijl ons eten nog nooit zo veilig was. Bij de fipronilcrisis vorig jaar was er sprake van fraude, maar er bleek geen sprake te zijn van een voedselveiligheidsissue. Toch werden eieren massaal weggegooid en producten uit de schappen gehaald. Hoe moet de consument dit duiden?
Mede door de enorme media-aandacht dachten sommige consumenten dat er echt grote risico’s waren. In dergelijke situaties kan de industrie transparantie betrachten. Gegeven de vermeende belangen is het dan beter dat een onafhankelijke partij duiding geeft aan de consument.”
Marije Vogelzang, food designer en oprichter Dutch Institute of Food & Design
“Er ontbreekt veel kennis bij de consument om te begrijpen welke keuzes er in een transparante situatie zijn gemaakt.”
“Ik denk dat er voor de industrie nog veel te winnen valt. De vraag is of transparantie alleen het antwoord is op het wantrouwen van de consument. Er ontbreekt ook veel kennis bij de consument om te begrijpen welke keuzes er zijn gemaakt in een transparante situatie. Ook is er een gebrek aan eetcultuur bij consumenten, waardoor ze weinig kennis hebben, te weinig willen betalen en te weinig kritisch zijn. Of wel kritisch maar niet altijd op de juiste punten. Daarnaast kan de industrie veel winnen door hen actiever te betrekken bij de productontwikkeling en ze niet alleen te zien als eindafnemer. Het is goed om ook te begrijpen dat het geproduceerde onderdeel is van het menselijk lichaam, van het ecosysteem en deel uitmaakt van onze cultuur. De wens tot transparantie moet niet worden beantwoord vanuit de dwang van de consument, maar vanuit de intrinsieke waarden van het bedrijf. Dat wordt ook door mensen gevormd.”
Waar moet de industrie beginnen om transparantie te verbeteren?
“Ik denk dat het betrekken van de consument bij het productieproces een mooie manier is om inzicht te geven en ook om open te staan voor geluiden. Men moet beginnen met een cultuurverandering. Zowel in het bedrijf als in onze eetcultuur.”
Transparantie maakt ook kwetsbaar. Wat is de keerzijde ervan?
Kun je wel altijd transparant zijn?
“Ik denk dat een kwetsbare opstelling de beste manier is om toekomstbestendig te zijn. Consumenten zoeken naar een ‘echt’ product en prikken door een gesloten opstelling en advertentiepraatjes heen. Ik denk dat het mogelijk is om de dilemma’s te delen door een creatieve benadering te gebruiken. Hoe zou het zijn om consumenten te betrekken bij productontwikkeling? Hoe zou het zijn om keuzes in het productieproces geheel te baseren op gezondheid? Hoe zou het zijn om keuzes tot op het bot inzichtelijk te maken? Hoe zou het zijn om conceptontwikkeling achterstevoren te doorlopen? Wat zou er gebeuren als consumenten mede-eigenaar zijn van het bedrijf? Wat als smaak het allerbelangrijkste zou zijn?
En de vraag is ook: is transparantie zaligmakend? Wat als je niet inzet op transparantie maar op educatie?”
011
• WILLEM-PAUL DE MOOIJ •
‘Hoe zou het zijn om keuzes tot op het bot inzichtelijk te maken?’
Tijdens het Food Future Event wordt dit jaar inhoudelijk gedebatteerd over transparantie.
Transparant etiket voer voor discussie
Nice to have of nice to need anno 2018?
Consumenten misleiden met een verpakking of reclame mag niet, daar is iedereen het over eens. De positieve tegenhanger daarvan is transparant etiketteren. Deze nieuwe trend is ingegeven door de wens om zo eerlijk mogelijk te zijn over samenstelling en eigenschappen van een levensmiddel. Hoe werkt dit in de praktijk? En hoe wenselijk en haalbaar is het?
Misleiding op het etiket staat al jarenlang hoog op de agenda van levensmiddelenbedrijven. Het is dan ook niet verrassend dat dit mediagenieke onderwerp zo vaak terugkomt op congressen en in menige vergaderzaal. Want hoe kruip je in het hoofd van de gemiddelde consument en hoe bepaal je wanneer deze fictieve persoon wordt misleid? De toverformule is inmiddels ongetwijfeld bekend: volgens het Hof van Justitie moet de hele verpakking, inclusief ingrediëntendeclaratie, worden meegenomen om te bezien of er sprake is van misleiding. Dit kan van alles zijn: van het merk tot claims, van afbeeldingen tot kleurgebruik. Kortom, het gaat om het totaalplaatje. Een misleidende of onduidelijke claim of afbeelding op de voorkant maakt een product niet meteen misleidend wanneer de rest van de verpakking volstrekt helder is over de samenstelling ervan.
‘Dat deugt niet’
In de praktijk blijkt dit vaak tot discussie te leiden. Zo vindt de Consumentenbond bijvoorbeeld dat een productnaam waar fruit
in voorkomt, terwijl het product maar een klein percentage van dat fruit bevat, niet door de beugel zou moeten kunnen. De organisatie is daarom eind vorig jaar de campagne ‘Dat deugt niet’ gestart, inclusief een petitie ‘Ik heb recht op eerlijke informatie op voedselverpakkingen’. Directe aanleiding hiervoor is onder meer een onderzoek onder de leden, waaruit blijkt dat 93 procent van het panel vindt dat de voorkant van een
product een goed beeld moet geven van wat erin zit. Kortom, een enkele naam of vermelding op de voorzijde kan volgens de Consumentenbond een verpakking wél al misleidend maken. Deze toets lijkt strenger te zijn dan wat in de wet en rechtspraak is vastgesteld.
In de schijnwerpers
De aangesproken ondernemingen reageren op hun beurt wisselend. Sommige producenten passen de verpakking aan nadat ze een misleidingsnominatie hebben gekregen of op de Wall of Shame zijn gezet. Anderen houden zich stil, wachtend tot de storm is overgewaaid.
Ook Foodwatch heeft misleiding nog steeds op zijn prioriteitenlijstje staan,
Casus: Peijnenburg Zero Volkoren Ontbijtkoek
Peijnenburg gaat online de discussie aan over het ontwerp voor een nieuw label van Peijnenburg Zero Volkoren Ontbijtkoek. Iedereen mag input leveren op de eerste versie, waar de term ‘volkoren’ staat. 65 procent van het roggemeel is volkoren – 100 procent is volgens de ontbijtkoekfabrikant nog niet haalbaar vanwege smaak en textuur. 27 procent van het product bestaat uit volkoren roggemeel. Peijnenburg vraagt zich af: zijn we transparant genoeg met dit etiket? Naar eigen zeggen voldoet Peijnenburg aan de wet en staat het bedrijf staat open voor suggesties van lezers om het etiket nog beter te maken.
012 VMT . 9 MAART 2018 . NR 3 WETGEVING & TOEZICHT
ACHTERGROND TRANSPARANTIE
onder meer met de terugkerende verkiezing het Gouden Windei. Jumbo trok vorig jaar december de aandacht. Nadat de supermarktketen de verkiezing had gewonnen, bleef ze als een van de weinigen uitdrukkelijk in de schijnwerpers staan. Jumbo verklaarde niet van plan te zijn de verpakking
stelling. Met deze etiketten nieuwe stijl lijkt te worden ingespeeld op een wens van de consument die op zoek is naar authentieke voeding. Een stap verder is transparantie, codewoord anno 2018. Waar Jumbo transparant was over zijn overwegingen om het label niet aan te passen, hebben andere bedrijven
2017/00621). Daar nam deze commissie het op voor de consument: de vermelding van een volkorenpercentage moet heel goed uitgelegd worden. Is het percentage berekend over de hoeveelheid meel of over het totale product? En onvermijdelijk: ook op andere onderdelen van het etiket wordt al dan niet ongevraagd input geleverd. Gaat deze manier van communiceren navolging krijgen? Is het een slimme stap die voor consumentenvertrouwen zorgt? Eén ding is zeker: dit is transparant communiceren.
• SARAH ARAYESS •
aan te passen en gaf daarbij ook zijn overwegingen.
Transparant etiketteren
Al deze aandacht voor misleidende etikettering zorgt ook voor een veranderd beleid bij ondernemingen. Sinds een paar jaar zien we al de term ‘clean label’ voorbij komen. Ondanks veelvuldig gebruik lijkt over de invulling ervan nog geen consensus te bestaan. Waar de een clean label gebruikt voor producten waaraan geen E-nummers zijn toegevoegd – of althans niet als zodanig zijn gedeclareerd op het etiket – gebruikt de ander de term voor een product met zo min mogelijk ingrediënten of met een zo natuurlijk mogelijke samen-
als doel transparanter te zijn over ingrediënten en herkomst, in communicatie en op het etiket. Misschien wel echt revolutionair is de aanpak van Peijnenburg (zie kader). Dat gaat de discussie online aan over het nieuwe label voor een ontbijtkoek, waarvoor iedereen input mag leveren. Van deze mogelijkheid tot inmenging wordt dankbaar gebruik gemaakt door zowel consumenten als andere stakeholders, waaronder het Kenniscentrum Zoetstoffen en diëtisten.
Veel discussie is er, ook onderling, over de percentages: 65 versus 27. Is dit wel zo transparant? Peijnenburg kan wellicht extra input halen uit de zaak Quaker Granola bij de Reclame Code Commissie (VZ) (dossier
Sarah Arayess is advocaat Health, Beauty & Food Law bij Hoogenraad & Haak
Food Future Event
Over de ins and outs van transparant etiketteren discussiëren Ebba Hoogenraad en Sarah Arayess in een unieke setting met Henry Uitslag, campagneleider Voedsel en Voeding van de Consumentenbond, en Ika van de Pas, director Quality Development and Support van Albert Heijn. Meeluisteren en -praten kan in de sessie Transparante etikettering of misleiding op het Food Future Event op 5 april in Den Bosch.
Meer informatie: www.vmt.nl/foodfuture
013
‘Misschien echt revolutionair is de aanpak van Peijnenburg’
Hoe kruip je in het hoofd van de gemiddelde consument en hoe bepaal je wanneer deze fictieve persoon wordt misleid?
Transparant communiceren, hoe doe je dat?
‘Wetenschapper, spreek!’ was de oproep van Rosanne Hertzberger in haar column in NRC Handelsblad begin januari. De wetenschap zou zich in publieke debatten sterker moeten laten horen om het afnemende vertrouwen in haar autoriteit een halt toe te roepen. Afnemend vertrouwen zien we natuurlijk niet alleen in de wetenschap, maar ook in de politiek. En zeker ook in de voedingswereld, waarbij vooral voedingsmiddelenbedrijven in de publieke opinie vaak het onderspit delven. Want als je sociale media mag geloven, kan alles dat op industriële schaal wordt geproduceerd nooit goed voor ons zijn. Ook hier geldt dus of je dit als producent laat gebeuren of dat je laat zien dat het anders is. Laat je negatieve beweringen de boventoon voeren of ga je geloofwaardig tegengas geven? Ons advies is om je stem te laten horen en transparant te communiceren. De vraag is natuurlijk wel hoe je dat doet.
Een gesprek voeren
Bijna vier jaar geleden hebben we tijdens het VMT Food Event onze visie op transparantie mogen delen. Zoals we toen al aangaven, is openheid alleen – fabrieken van plexiglas – niet voldoende. Als bedrijf word je niet alleen afgerekend op afzonderlijke daden of berichten, maar ook op het totaal aan activiteiten en boodschappen. Communicatie is belangrijk, maar kan alleen maar als ze van a tot z klopt: van grondstof tot marketing. En daarvoor is het handig dat je goed inzicht hebt in de eigen bedrijfsvoering, de processen en de keuzes die daarin zijn gemaakt. Je moet kennis hebben over grondstoffen en ingrediënten, warenwettelijke aspecten en de belangrijkste thema’s rond duurzaamheid en gezondheid. Als dat inzichtelijk is, dan begint het pas. Wat ga je zeggen? En tegen wie? Je moet natuurlijk wel de juiste toon aanslaan en een gesprek voeren. Niet alleen zenden.
Weet dus met wie je praat. Maak zichtbaar dat al die mooie producten door mensen worden gemaakt en verkocht. En dat ze allemaal zorgvuldig te werk gaan. Maar een echt gesprek aangaan, houdt ook in dat je je soms kwetsbaar opstelt. Ben niet bang om aan te geven waar je kunt verbeteren, waar je tegenaan loopt en bij welke keuzes je nog geen eenduidig antwoord hebt.
Niets zeggen geen optie
Het allerbelangrijkste is dat je de conversatie begint. Niets zeggen is in deze tijd geen optie meer. Laat zien dat je verstand van zaken hebt. Zoals ook Rosanne Hertzberger aangeeft dat de wetenschap luider en vaker en in heldere taal tegen ons moet praten om ook daadwerkelijk gehoord te worden. Zo ook moet de industrie te horen zijn. We kunnen het ons niet veroorloven dat consumenten zich verder vervreemden van hun voeding. Het is tijd om te werken aan radicale transparantie
• AD NAGELKERKE EN SUZANNE VAN DER PIJLL •
Food Future Event
Voedingsmiddelenproducenten zoeken naar vormen van transparante communicatie. Wat is de beste aanpak? Op het Food Future Event van 5 april lichten experts van Schuttelaar & Partners dit toe in de sessie Transparant communiceren: hoe doe je dat? Dat doen zij aan de hand van enkele spraakmakende voorbeelden. Meer informatie: www.vmt.nl/foodfuture
014 VMT . 9 MAART 2018 . NR 3 COLUMN TRANSPARANTIE DUURZAAMHEID & MVO
A. Nagelkerke en S. van der Pijll zijn managing partners bij Schuttelaar & Partners
LabCo
‘Dialoog over food leidt tot vertrouwen’
Nederland Voedselland in gesprek met blogger
Ze hebben een gedeeld doel. Thomas van Gaal en Liesbeth Oerlemans willen allebei een inhoudelijke en oprechte dialoog over voedsel met bedrijven binnen de levensmiddelenindustrie realiseren. Van Gaal is creatief directeur bij Het Portaal, een communicatiebureau voor de stakeholderdialoog tussen bedrijfsleven en maatschappij. Oerlemans is klinisch epidemioloog, docent en kritisch blogger. Ze roert zich in de dialoog over voedsel op sociale media.
Online leerden ze elkaar kennen via het platform Nederland Voedselland (kader). Hij als creatief brein achter het platform, zij als gever van ongevraagd kritisch advies en gangmaker. In dit artikel gaan ze met elkaar de dialoog aan over transparante communicatie.
Thomas: Het is opvallend hoe actief en vasthoudend jij meedoet aan de online dialoog over voedsel. Waar komt dat uit voort?
Thomas van Gaal
“Een groot aantal bedrijven en stakeholders heeft inmiddels verhalen, kennis en opinies gedeeld op het platform.”
Liesbeth: “Ik verbaas me regelmatig over non-informatie die wordt verspreid over voedsel. Er wordt eenzijdig gecommuniceerd, waarbij de afzender de eigen mening verdedigt of zich afzet tegen de mening van een ander. Van fabrikant tot ngo, bijna iedereen maakt zich daar schuldig aan. De berichtgeving is vaak tegenstrijdig en het onderscheid tussen feiten, meningen en ervaringen verdwijnt. De consument raakt hierdoor het spoor bijster.”
T: Waar ligt dat aan?
L: “Wie het hardst roept wordt helaas het
meest gehoord. Kijk bijvoorbeeld naar de discussies over suiker of E-nummers. Voedselgoeroes voeren de boventoon met stellige overtuigingen en maken zo van voedsel een religie. Zij baseren hun adviezen op persoonlijke ervaringen. Die adviezen voldoen vaker niet dan wel aan de aanbevelingen van de Gezondheidsraad. Organisaties als Foodwatch dragen niet bij aan duidelijke informatie, ze zijn vooral goed in het hypen van onderwerpen. Ze zetten zich af tegen de industrie, maar dragen niet bij aan oplossingen. Ook ben ik kritisch op de rol van de media. Nieuwswaarde en bereik lijken de belangrijkste doelen, niet het geven van inhoudelijke informatie. Berichtgeving speelt met name in op de behoeften van de worried well, oftewel de hoogopgeleide consument die al gezond leeft en alleen details kan verbeteren aan zijn leefstijl maar die zich wel structureel zorgen maakt. De consument die minder interesse heeft in voedsel of het met een kleinere portemonnee moet rooien, is daarom lastig te bereiken.”
016 VMT . 9 MAART 2018 . NR 3 MARKETING & CONS UMENT
INTERVIEW TRANSPARANTIE
T: We hebben toch het Voedingscentrum om het brede publiek voor te lichten?
L: “Organisaties en wetenschappers die willen informeren en daarbij de nuance opzoeken hebben moeite boven het marketinglawaai uit te komen. Dat merk je ook bij het Voedingscentrum, dat niet kopt met pakkende oneliners. Ik vind het knap hoe het Voedingscentrum én de consument weet te bereiken én de juiste informatie verschaft.”
T: Hoe kunnen bedrijven transparant communiceren volgens jou?
L: “Het zou goed zijn als bedrijven uitleggen waarmee ze bezig zijn. Daarbij zullen ze vooral open moeten zijn over de keuzes die worden gemaakt en de dilemma’s waar de organisatie voor staat. Het doel van communicatie moet dus niet primair zijn om producten te verkopen. Mijn ervaring is dat vragen van consumenten vooral worden gezien als lastig en dat maar weinig bedrijven prioriteit geven aan het serieus zoeken naar antwoorden. Een positieve ervaring heb ik met Albert Heijn. Die nodigt mij actief uit om in gesprek te gaan en zoekt de samenwerking. Al heeft het wel een tijd geduurd voordat we zover waren, maar vertrouwen opbouwen kost tijd. De intentie om te luisteren naar de consument en andere stakeholders is zo belangrijk. Daarom was ik ook erg benieuwd naar het platform Nederland Voedselland.”
L: Waarom denk je dat Het Portaal is gevraagd om de onafhankelijke redactie over het platform te voeren?
T: “Het Portaal organiseert al zestien jaar op verschillende manieren de dialoog over maatschappelijke onderwerpen. We hebben een voorsprong door onze kennis van sociale vraagstukken en het netwerk dat we hebben opgebouwd. We hebben laten zien, onder andere met The Milk Story met FrieslandCampina, dat we in staat zijn om ook via een online platform de dialoog tussen stakeholders mogelijk te maken. Daar
hebben we ontzettend veel van geleerd. Je bereikt het door te onderzoeken wat en waarom mensen meer willen weten over bepaalde thema’s.”
L: We hebben het over een dialoog, en door Nederland Voedselland merk ik dat dat meer oplevert dan een discussie. Kun je uitleggen waarom dat verschil belangrijk is?
T: “Bij een dialoog wil je een onderwerp zo eerlijk mogelijk in kaart brengen en zoek je naar inzichten om de situatie te verbeteren. Dat betekent dus dat ieders standpunt belangrijk is. Zowel Foodwatch als de industrie verdient dan ook een plek in de voedseldialoog, maar dat slaagt alleen als je onbevooroordeeld naar elkaar luistert. We zijn meer gewend om een discussie te voeren met het doel de ander te overtuigen. Dialoog draait voor ons altijd om het zoeken naar win-winsituaties.”
L: Je zegt win-winsituaties. Wat hebben bedrijven eraan om in dialoog te gaan met hun stakeholders?
T: “Het is naar mijn mening zinvol om als organisatie veel meer tijd en moeite te steken in het opbouwen van goede relaties door je te verdiepen in waar de ander behoefte aan heeft. Organisaties zijn meer bezig met het zenden van eigen standpunten dan dat ze vragen aan stakeholders wat zij belangrijk vinden. Dat is jammer. Juist door in gesprek te gaan, kom je er als organisatie achter wat je sterker maakt. Online dialoog is daarnaast misschien wel de beste manier om je te onderscheiden van organisaties die alles inzetten op flitsende pr en marketing.
L: Je bent zelf niet erg actief op sociale media. Waarom niet?
T: “Het lastige van sociale media vind ik dat mensen en organisaties ze veel gebruiken voor de eigen marketing. De oprechte relaties vind je vooral in kleinere netwerken, waar mensen elkaar vanuit gemeenschappelijke interesses opzoeken. Ik gebruik sociale
Liesbeth Oerlemans
“De vragen van de consument zijn een kans om dingen beter uit te leggen.”
media zelf vooral om te observeren en te luisteren. Wat doet mijn mening er namelijk toe als ik niets van een onderwerp weet?”
L: Waarom moeten bedrijven actief meedoen aan het gesprek op sociale media?
T: “Wat organisaties nog weleens lijken te vergeten, is dat er op sociale media ook veel mensen meelezen. Dat klinkt misschien eng. Tegelijkertijd is het een kans om te laten zien waar je als organisatie voor staat. Sociale media maken het mogelijk om in direct contact en openbaar te reageren op vragen en kritiek, en zo samen te werken aan een oplossing.
017
T: Hoe zie jij dat?
L: “Sociale media zijn ideaal om te achterhalen wat mensen willen weten over eten. Welke behoefte ligt er achter het commentaar? Zo zijn mensen over het algemeen niet per se op zoek naar producten zonder E-nummers, maar willen ze in eerste instantie een gezond product. De vragen van de consument zijn een kans om dingen beter uit te leggen.”
L: Waar moet je als bedrijf op letten als je online het gesprek wilt aangaan met stakeholders?
T: “Medewerkers moeten de ruimte krijgen om dat te doen. Als consument verbind je je liever met een persoon dan met een merk of organisatie. Daar horen ook menselijke kwaliteiten bij, zoals het tonen van respect en empathie en je kwetsbaar opstellen. Een mooi voorbeeld van geloofwaardige en transparante communicatie op Nederland Voedselland is het verhaal van ceo Paul Mesters van Suiker Unie, over hoe suiker wordt gemaakt. We merken dat bedrijven het nog spannend vinden om op die manier te communiceren en dat consumenten niet altijd geloven wat er wordt gezegd.”
T: Hoe kijk jij naar de rol van bedrijven in de online dialoog?
L: “De levensmiddelenindustrie heeft door commerciële belangen inderdaad de schijn tegen. Het is duidelijk dat het vertrouwen van de consument de afgelopen jaren is afgenomen. Ik vind het goed dat het initiatief voor Nederland Voedselland is genomen en ik zie de mogelijkheden, maar ik ben nog wel kritisch op hoe bedrijven hun rol invullen. Actiever meedoen met het gesprek, beter luisteren en minder zenden in marketingtaal is belangrijk. Doordat dit nog niet genoeg gebeurt, heb ik regelmatig op het punt gestaan geen input meer te leveren.
Anderzijds denk ik dat criticasters zoals ik nodig zijn om het platform relevant en scherp te houden.”
L: Hoe kijk je terug op het eerste jaar Nederland Voedselland?
T: “Met een goed gevoel, maar het kan altijd beter. Een groot aantal bedrijven en stakeholders heeft inmiddels verhalen, kennis en opinies gedeeld. Het bereik van het platform groeit snel en er wordt veel gereageerd. Voor de komende periode is het de ambitie dat bedrijven actiever het
Nederland Voedselland
Nederland Voedselland is een platform waar consumenten, burgers, bedrijven, maatschappelijke organisaties, wetenschap en politiek met elkaar het gesprek aangaan over de herkomst en productie van voedsel. Het is een initiatief van de FNLI, Het Portaal voert de onafhankelijke redactie. nederlandvoedselland.nl
gesprek aangaan met de consument. De online dialoog over voedsel is voor alle betrokkenen een leerproces.”
L: Het afgelopen jaar heeft ons ook geleerd dat ontspoorde voedingsdiscussies niet worden opgelost door je eigen plan te trekken en te vechten voor je eigen belang. Net als bij ons ligt de kracht hem in het gezamenlijke belang op te zoeken.
• VEERLE VOESTEN •
V. Voesten is content- en communitymanager bij Het Portaal
VMT . 9 MAART 2018 . NR 3 018 MARKETING & CONS UMENT
INTERVIEW
TRANSPARANTIE
Onderdeel van: www.careforfoodgroup.com
TRANSPARANTIE
Waarom Foodwatch doet wat het doet
Van de Wouw: ‘We zijn een tegenwicht voor de industrie’
Als het in de voedingsmiddelensector over transparantie gaat naar de consument, komen algauw de campagnes van Foodwatch aan bod. De naming & shaming-methode wordt lang niet altijd gewaardeerd. Bovendien zaait Foodwatch geregeld onnodig paniek met boude uitspraken, is de kritiek vanuit de markt. Sjoerd van de Wouw reageert.
Het kantoor van Foodwatch is gevestigd op de zolderverdieping van een bedrijfsverzamelgebouw aan De Wittenstraat in Amsterdam. Zeven mensen werken daar aan de campagnes van de voedselwaakhond, zoals Foodwatch zichzelf placht te noemen. Een van de bekendste campagneleiders is Sjoerd van de Wouw, eerder actief bij de stichting Wakker Dier en in 2015 begonnen bij Foodwatch. Hij licht de hoofddoelstelling van de organisatie nog een keer toe: “Foodwatch is een consumentenorganisatie voor gezond en veilig eten. De hoofddoel-
Over Foodwatch
Foodwatch presenteert zich als consumentenorganisatie. In 2002 richtte Thilo Bode, voormalig Greenpeace-directeur, in Duitsland Foodwatch op. In 2010 werd een Nederlandse tak gestart en in 2014 een in Frankrijk. De komende jaren moeten er kantoren in andere Europese landen opengaan.
Zie: www.foodwatch.org
stelling is beïnvloeding van Europese wetgeving. Maar voor veel issues blijkt niet meteen een Europese oplossing te zijn: of die ligt niet voor de hand of is niet het meest kansrijk. Vaak moet je de oplossing niet bij de overheid zoeken maar bij het bedrijfsleven zelf. Toch is en blijft ons uitgangspunt: zelfregulering werkt niet voldoende. Uiteindelijk moet je bij veel issues toch een stok achter de deur hebben met wetgeving.”
Foodwatch richt zich primair op Europese wetgeving. Maar dat blijkt niet uit de meeste campagnes van Foodwatch. “Nee. Het algemene vangnet aan Europese voedselwetgeving is goed. Zo zijn we nog altijd erg blij met het voorzorgsbeginsel –bij twijfel niet doen – dat goed is verankerd in de Europese wet. Als dat de basis is voor alle wetgeving, mogen we trots zijn op wat we in Europa hebben aan wetgeving voor de veiligheid en gezondheid van consumenten. Maar in de praktijk werkt het zo meestal niet. Je ziet zelfs dat sommige zaken in de Verenigde Staten verboden zijn en in Europa wel zijn toegestaan. Het voorzorgsbeginsel is een beetje een wassen neus aan het worden. Vytenis Andriukaitis, de eurocommissaris voor Gezondheid en Voedselveiligheid, heeft gezegd dat hij ervan af wil.
022 VMT . 9 MAART 2018 . NR 3 WETGEVING & TOEZICHT
INTERVIEW
Namen & shamen is een veelgebruikte tactiek van Foodwatch. “Wij vinden het een gezond maatschappelijk proces om dat zo te doen.”
Maar Foodwatch vindt dat een heel belangrijk beginsel. De fundamentele wetgeving zit nu goed in elkaar en dat willen we zo houden.”
Foodwatch voert veel campagne op onderwerpen. Vaak wordt daarbij de naming & shaming-tactiek gebruikt. Waarom?
“Foodwatch kijkt per issue wat de beste aanpak is. Vaak bepalen we op die manier hoe we een bedrijf gaan aanpakken dat het in onze ogen fout doet. Wij vinden het een gezond maatschappelijk proces om dan te namen, shamen en te famen. Want dat laatste doen we ook zeker, hoewel dat minder de aandacht krijgt. Voor een journalist is famen gewoon minder interessant. Bovendien moet Foodwatch het doen met kleine budgetten. Geld voor grote reclamecampagnes is er dus niet, we moeten het hebben van free publicity. Dan blijkt namen & shamen het meest effectief. We merken ook dat het bedrijfsleven daar het sterkst op reageert. Want vertrouwen komt te voet en gaat te paard.”
De kritiek op Foodwatch die je vaak hoort is dat jullie zaken dermate scherp brengen
Sjoerd van de Wouw, Foodwatch: “De hoofddoelstelling van Foodwatch is beïnvloeden van Europese wetgeving. Maar voor veel issues blijkt niet direct een Europese oplossing te zijn.”
dat dit vaak onnodig zorgt voor maatschappelijke onrust, zoals de berichtgeving over arsenicum in rijstwafels. Daardoor kan het er soms op lijken dat de voedselveiligheid ernstig in het geding is, terwijl wetenschappers en andere experts dit openlijk betwijfelen. Dan begint het te lijken op onrust zaaien.
“Dat is een veelgehoord punt. Wat vaak onvoldoende begrepen wordt: Foodwatch
ning wordt gehouden met de maximale onnauwkeurigheidsmarge van 5,7 procent van uitgevoerde testen. De voedselautoriteit zegt dat producenten eigenlijk 20 procent onder de wettelijke norm moeten zitten, alleen wordt gehandhaafd bij 20 procent erboven. Maar nu de communicatie. Wij zeggen: het is kwalijk dat de wettelijke norm hier wordt overschreden. We zeggen niet: baby’s vallen dood neer bij het eten van de wafels. We schetsen heel gedetailleerd het proces en hoe vaak per week je het product eigenlijk mag eten. En we zeggen dat het Voedingscentrum wel degelijk een webpagina heeft waarop verteld wordt dat arseen gevaarlijk kan zijn, maar moeders vinden die informatie niet op de pagina met informatie over het voeden van hun kinderen. Onze stelling is dan dat de overheid gewoon foute voorlichting geeft. Dat stellen we aan de kaak. En dat proberen we te beïnvloeden door te roepen hoe het daar misgaat. Dat doen we via nieuws en media. En dat is geloofwaardig.”
Waarom ontstaat er dan toch paniek na dergelijke berichtgeving door Foodwatch?
doet niet aan voedingsvoorlichting, maar probeert beleid te beïnvloeden. Laatst hebben we inderdaad rijstwafels voor baby’s laten testen op arseen en het blijkt dat een aantal ervan boven de wettelijke norm zit.
De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) gaat pas handhaven bij 20 procent boven de wettelijke norm. Wij hadden een test laten doen die aantoonde dat veel rijstwafels boven deze norm zitten, ook als reke-
“Dat heeft ermee te maken dat wij het beleidsproces proberen te beïnvloeden. Dat benoemen we en dat is denk ik ook heel gerechtvaardigd. Maar we zien dat een deel van de consumenten heel paniekerig reageert op alles wat over voedsel gaat. Dat komt doordat zij niet meer zo geloven in instituten. Bovendien is er een enorme scepsis over het Voedingscentrum en de overheid. Die is ontstaan vanuit de houding dat er vaak te snel wordt gezegd bij issues: niets aan de hand, geen probleem, dooreten.”
Wat wil Foodwatch uiteindelijk?
“Eerlijk, veilig en gezond voedsel. We zien ons wel als een tegenwicht van de industrie. De politiek moet beslissen op basis van feiten, maar die wordt beïnvloed door
023
‘Je kunt niet eerst een bedrijf shamen en erna weer gezellig gaan doen’
“We zijn heel open over wat we doen, maar we gaan het niet aan iedereen persoonlijk toelichten.”
de industrie de dialoog aan te gaan?
“Nee. Dat zou een belediging zijn voor de mensen die werkzaam zijn binnen de industrie. Ik hoop namelijk dat ze zich laten leiden door de feiten en niet of ze ons misschien onsympathiek vinden. Het primaire bedrijfsbelang is winst maken. Daar is niets mis mee, maar kom niet aan met het verhaal dat het de primaire doelstelling van zo’n bedrijf is om gezonde producten te maken. Wij moeten ervoor zorgen dat het voor deze bedrijven aantrekkelijk is om gezonde producten te ontwikkelen. Dat gaat niet via de dialoog, want ik heb geen feitelijke info voor ze die ze nog niet hebben.”
Is Foodwatch zelf transparant?
“Ja, we zijn heel open over wat we doen, maar we gaan het niet aan iedereen persoonlijk toelichten.”
Kunnen voedingsmiddelenbedrijven jullie onderzoeksresultaten inzien?
de lobby van de levensmiddelenindustrie. Dan is het ook gezond dat er aan de andere kant iemand aan het jasje trekt en dat kan Foodwatch zijn.”
Waarin verschilt de organisatie van de Consumentenbond?
“Inhoudelijk zitten we meestal op dezelfde lijn, maar de aanpak is anders. En dat is alleen maar goed. Foodwatch gaat bewust niet in overleg met allerlei partijen en het bedrijfsleven. De Consumentenbond doet dat wel. Beide rollen zijn nodig. Je kunt als Foodwatch niet eerst een bedrijf shamen en dan vervolgens weer gezellig doen. We doen het een enkele keer, maar dat bijt ook wel een beetje.”
Waarom zien we Foodwatch zo weinig meedoen aan de maatschappelijke discussies over de issues in food en op branchebijeenkomsten?
“Dat heeft met menskracht te maken, we zijn maar met zijn zevenen. Bovendien worden we
door donateurs betaald om iets voor elkaar te krijgen in de foodsector. Naar onze mening krijg je dat niet voor elkaar als je meedoet aan allerlei panels en gesprekken met bedrijven. Ik kan iemand van een levensmiddelenbedrijf niets nieuws vertellen. Ze weten het wel, maar ze hebben gewoon een ander belang. Hoe krijgen we die persoon in beweging? Door iets publiek aan de kaak te stellen en niet door in discussie te gaan.”
Maar misschien wordt zo ook aversie vanuit de industrie tegen Foodwatch gecreëerd. Terwijl de doelstelling juist is iets voor elkaar krijgen. Denk je niet dat het effectiever is met de mensen binnen
“In het geval van minerale oliën hebben we de methode en de testresultaten gepubliceerd. We konden echter niet zeggen om welk testlab het ging, want als bedrijven daar lucht van krijgen, wordt het lab erop afgerekend. Dat ligt gevoelig”
Er is ook de kritiek dat Foodwatch zelf niet de juiste feiten presenteert.
“Als we dat doen, mag iedereen een rechtszaak tegen ons beginnen. De grote bedrijven zullen dat ook doen op het moment dat we er echt feitelijk naast zitten. Dat is bij mijn weten nooit gebeurd.”
Een uitgebreide versie van dit artikel met extra toelichting op de gedane uitspraken en links is online te vinden op: https://goo.gl/L8db91
VMT . 9 MAART 2018 . NR 3 024 WETGEVING & TOEZICHT
• WILLEM-PAUL DE MOOIJ • INTERVIEW TRANSPARANTIE
‘Een deel van de consumenten reageert paniekerig op alles wat over voedsel gaat’
‘We maken werk van verduurzaming’
Maleisië belicht pionierende palmolieproducenten
Maleisië is trots dat het al honderd jaar palmolie produceert. De autoriteiten vinden dat dit best gedeeld mag worden met de wereld. Ze nodigden journalisten uit voor een kijkje op plantages in het land. Hoe duurzaam is de palmolieproductie eigenlijk? VMT was in Maleisië en doet verslag.
Maleisië had net zo goed Palmolië kunnen heten met als hoofdstad Palm Lumpur in plaats van Kuala Lumpur. Bij aankomst op het internationale vliegveld wordt al duidelijk dat je als bezoeker niet om de nationale trots heen kan: zover het oog reikt zie je palmolieplantages. Navraag op het vliegveld leert dat iedereen wel iemand kent die in de palmolie-industrie werkzaam is. Vorig jaar exporteerde Maleisië voor meer dan 15,5 miljard euro aan palmolie.
exportwaarde van 80 miljard Maleisische ringgit (16,5 miljard euro)”, vertelt minister Datuk Seri Mah Siew Keong van Plantages en Grondstoffen in de online krant New Straits Times. “De productie gaat over de 20 miljard ton, is de verwachting. Terwijl de prijzen blijven stijgen door een groeiende internationale vraag.”
Maleisië telt 680.000 kleine palmolietelers, het grootste deel is georganiseerd en een deel is onafhankelijk.
“Dit jaar denken onze planters aan een
Naast het ministerie houden de overheidsorganen Malaysian Palm Oil Council (MPOC) en de Malaysian Palmoil Board (MPOB) zich bezig met palmolie, wat aangeeft hoe belangrijk het gewas is voor de Maleisische economie. Ook de Maleisiër is trots op zijn palmolie, bleek tijdens een uur durende taxirit. De chauffeur praat er honderduit over. “De oliepalm gaat zo’n vijfentwintig tot dertig jaar mee en vanaf het derde jaar draagt de boom vruchten.”
Transparant of niet?
Maleisië wilde buitenlandse journalisten laten zien dat er hard wordt gewerkt aan verduurzaming. Het is ook economisch in het belang voor het land om er vaart achter te zetten. Europa is nog steeds een van de belangrijkste exportmarkten van Maleisië. Europeanen oefenen druk uit om werk te maken van verduurzaming. “Van ontbossing in Maleisië is absoluut geen sprake”, is het antwoord van Ahmad Parveez Hj Ghulam Kadir, deputy director-general van de Malaysian Palm Oil Board, als hij een spervuur aan vragen krijgt. De rondgang over de palmolieplantage op Carney Island en een bezoek aan de onafhankelijke palmolieboer Hariri laten geen tekenen zien van ontbossing. Maar de journalisten hadden dan ook geen mogelijkheid om onafhankelijk op onderzoek uit te gaan tijdens het vijfdaagse ‘educatieve programma’ dat de Maleisische overheid organiseerde.
025 VMT . 9 MAART 2018 . NR 3 REPORTAGE TRANSPARANTIE DUURZAAMHEID & MVO
Europees Parlement
De Maleisiër mag dan trots zijn op het product, steeds meer Europese consumenten lijken een aversie te ontwikkelen tegen de in hun ogen niet-duurzame grondstof voor onder andere voedingsmiddelen als koekjes en ijs. Ook europarlementariërs zijn steeds kritischer op palmolie. Begin dit jaar liet het Europees Parlement (EP) weten uiterlijk in 2021 af te willen van palmolie in biobrandstof. In het voorjaar van 2017 riep hetzelfde EP op dat binnen drie jaar alleen nog duurzaam geproduceerde palmolie Europa binnenkomt. “We gebruiken enorme hoeveelheden palmolie, terwijl regenwoud verdwijnt, diersoorten uitsterven en mensenrechten worden geschonden. De situatie is onhoudbaar”, zegt europarlementariër Bas Eickhout op de website van GroenLinks. Maleisië herkent zich niet in de woorden van de GroenLinkser en wil de wereld graag tonen dat duurzaamheid hoogste prioriteit heeft.
Palmolieplantages
Tijdens een van de eerste dagen van onze reis bezoeken we een palmolieplantage van
een eerlijk loon? 90 procent van onze werknemers komt uit het buitenland en krijgt dezelfde behandeling als lokale medewerkers, vertelt de manager. Het loon bedraagt zo’n 1.000 Maleisische ringgit, omgerekend zo’n 206 euro. Niet echt heel veel. “Maar de lonen worden mogelijk snel opgehoogd tot 1.500 RM (ofwel 309 euro). Het is namelijk erg lastig om arbeiders te vinden.” Maleisiërs halen hun neus op voor het werk op de plantages. Het land ontwikkelt zich razendsnel en net zoals veel Nederlanders niet meer in de kassen willen werken, hebben Maleisiërs geen zin om te ploeteren op een plantage. De medewerkers wonen op de plantage en hebben daar toegang tot medische voorzieningen en onderwijs.
Ontbossing
Sime Darby op Carney Island. De journalisten krijgen uitleg over de palmvruchten, die uitgestald liggen op een houten tafel: over mannelijke en vrouwelijke palmvruchten en wanneer ze rijp, onrijp en overrijp zijn. Natuurlijk komen de onvermijdelijke vragen over duurzaamheid. “We verzekeren dat de palmolieproductie duurzaam gebeurt, dus geen ontbossing. We hebben een detectiesysteem dat werkt via een satelliet. Zodra we een rookpluimpje zien, ondernemen we actie”, zegt de plantagemanager. De plantage oogt verzorgt en goed georganiseerd. Maar krijgen de werknemers wel
Dan komt het onderwerp toch weer op ontbossing. Hoeveel bos is er gekapt om deze plantage mogelijk te maken? Medewerkers van MPOC vertellen dat de Britten ongeveer 180 jaar geleden deze plantage begonnen. In eerste instantie verbouwden ze rubber, maar in 1957 werd dit omgezet naar palmolieproductie. En dat geldt voor de meeste plantages in Maleisië. “Omdat we minder land hebben dan bijvoorbeeld Indonesië, moeten we innovatiever zijn. We herbeplanten op het land dat we al hebben en ontwikkelen nieuwe palmolierassen om hogere opbrengsten te verkrijgen”, zegt de plantagemanager. Hij geeft aan dat de palmolieplantage op Carney Island RSPO-gecertificeerd is.
Toch werd er in de jaren zeventig best wat bos gekapt in Maleisië, zeggen MPOCmedewerkers. “Dit als bestrijding van de armoede op het schiereiland en op Sabah. Ons land bestaat nog altijd voor zo’n 50 procent uit bos. Er mag niet meer gekapt worden van de overheid.”
Kleine boeren
Maleisië telt zo’n 680.000 kleine palmolietelers met minder dan 40 hectare land. Het
026 VMT . 9 MAART 2018 . NR 3 REPORTAGE TRANSPARANTIE DUURZAAMHEID & MVO
‘RSPO? Nog nooit van gehoord’
Palmolieboer Hariri met zijn echtgenote. Hij is een van de voorlopers op het gebied van verduurzaming.
grootste deel is georganiseerd en een deel is onafhankelijk. Die laatste groep werkt zonder hulp van de overheid en private organisaties. Juist aan deze groep besteedt de Maleisische overheid extra aandacht. Ze moedigt alle – onafhankelijke – smallholders aan zo snel mogelijk, maar uiterlijk eind 2019, te voldoen aan deze standaard die zich baseert op zeven principes. Dit betekent dat bijvoorbeeld onafhankelijke smallholders in clusters moeten gaan samenwerken op verschillende thema’s, zoals transparantie en ontwikkeling van nieuwe aanplant. Geen eenvoudige opgave, want certificering wordt vaak als drempel gezien en als onnodige bemoeienis door de onafhankelijke boeren. Laagdrempeliger en meer persoonlijke begeleiding zijn de voordelen ten opzichte van gelijk beginnen met RSPO. “RSPO? Nog nooit van gehoord”, zegt de onafhankelijke boer Hariri (70) die samen met zijn vrouw een palmolieplantage van 3,5 hectare runt op het Maleisisch schiereiland. Hij ging op zijn vijfenvijftigste met pensioen bij de Maleisische staatsoliemaatschappij Petronas. Te jong om al achter de geraniums te gaan zitten. Kort geleden behaalde hij een MSPO-certificering. Op-
volgers voor zijn bedrijf zijn er niet. De kinderen van Hariri hebben gestudeerd en willen het bedrijf niet overnemen. De kwieke zeventiger maakt zich geen zorgen. Hij vindt het werk leuk en verdient er nog een leuke aanvulling op zijn pensioen mee.
Twijfels
Het valt te betwijfelen of de plantages van Sime Darby en die van Hariri representatief zijn voor Maleisië. Hariri behoort tot een van de voorlopers onder de onafhankelijke boeren. Ook RSPO-lid Sime Darby, een van
de grootste palmolieproducenten ter wereld, lijkt zijn zaakjes prima op orde te hebben. Het had fijn geweest om bijvoorbeeld wat palmolieplantages op Sabah en Sarawak onder de loep te nemen. Beide deelstaten maken deel uit van Maleisisch Borneo. Juist op dit eiland is de afgelopen decennia veel bos gekapt. Maar niet op het Maleisische deel, verzekert de MPOB, daarmee suggererend dat het wellicht aan de Indonesische kant wel gebeurt. Indonesië is met een jaarlijkse productie van 45 miljoen ton ruwe palmolie de grootste producent ter wereld, 67 procent meer dan nummer twee Maleisië.
De groep internationale journalisten bezocht wel Borneo. Niet om de palmolieplantages te bekijken, maar om de flora en fauna te bewonderen. VMT hield tijdens een busrit het landschap op Sabah scherp in de gaten. Hier en daar doken braakliggende stukken land op. Ontbossing? “Nee, deze stukken zijn grond zijn gereserveerd voor landbouw, maar nog niet in gebruik genomen”, zegt een MPOC-medewerker. Het is
niet zo dat de organisatoren van de persreis de journalisten de palmolieproductie op Sabah en Sarawak niet wilden laten zien, maar de tijd ontbrak simpelweg. Bovendien zijn de plantages op Borneo door de slechtere infrastructuur minder toegankelijk.
Kritische woorden
Over de palmolieproductie vielen tijdens de persreis weinig kritische woorden. Logisch, want de palmolieproductie is een van de belangrijkste sectoren van het land. Juist nu er zoveel kritiek komt uit Europa op de duurzaamheid van palmolie, is positieve pr nodig. De transparantie tijdens de reis was selectief: de journalisten kregen alleen de voorlopers in palmolieproductie te zien, maar toch ontstond een goede indruk. Met het eigen certificeringsprogramma MSPO en de inspanningen van een bedrijf als Sime Darby en een onafhankelijke smallholder als Hariri toont Maleisië aan dat het verduurzaming wel degelijk serieus neemt.
027
• MAURICE DE JONG •
‘In Maleisië is er geen sprake van ontbossing’
Palmolieplantages vanuit de auto.
‘Veel initiatieven met blockchain in food’
De Bruin (IBM) belicht voordelen voor bedrijven
Was 2017 voor veel partijen nog het jaar van de kat uit de boom kijken voor wat betreft blockchain, dit jaar zullen veel bedrijven in de voedingsmiddelenindustrie initiatieven gaan ontplooien. Dat zegt Louis de Bruin, die mede leiding geeft aan de Europese Blockchain Practice van IBM. VMT had een interview met hem.
IBM is een van de wereldwijde voortrekkers van de blockchaintechnologie. In augustus vorig jaar kondigde het bedrijf aan samen met spelers als Nestlé, Unilever en Walmart te starten met een gezamenlijk blockchainnetwerk om zo de voedselveiligheid en traceerbaarheid te verbeteren. Volgens De Bruin is de blockchaintechnologie uitermate geschikt om transparantie en traceerbaarheid te waarborgen. Het werkt vooral als een groot aantal ketenpartners meedoet. “Het begint met erkennen van problemen in je branche, waar een keten nodig is voor de oplossing. Dat zijn vraagstukken waarvan je zegt: die kan ik niet alleen oplossen. Je bent daarvoor afhankelijk van partijen voor en na jou in de keten.”
Kun je een voorbeeld geven van een case waar blockchain veel kan betekenen in food?
“Een van de belangrijkste zaken die je ermee kunt verbeteren is traceerbaarheid. Omdat iedere ketenpartij gegevens in de blockchain plaatst, krijg je steeds meer informatie over wat er gebeurt met het voedsel. Stel dat er een schimmel zit in een pakje
mango’s in de supermarkt. Nu kom je er pas drie maanden later achter hoe dat is gekomen. Je moet een enorm forensisch detectiewerk uitvoeren, omdat er zoveel partijen bij die mango’s zijn betrokken: de supermarkt zelf, distributiecentra, verschillende transporteurs, leveranciers van koelapparatuur, bedrijven die de goederen bespuiten tegen insecten en pathogenen, boeren, de douanes; ga zo maar door.
Vind dan maar eens uit wie de fout heeft gemaakt. Walmart en IBM voorzien dat deze informatie met blockchaintechnologie binnen drie seconden boven tafel kan komen. Er is precies te achterhalen welke stappen de mango’s hebben doorlopen en waar de fout zich heeft voorgedaan.”
Wat is de status van het consortium dat nu is opgestart met Walmart en andere partijen?
“Het consortium is net gevormd en op dit moment worden de processen gedefinieerd. Dat gaat stap voor stap. Een groothandel kan bijvoorbeeld zijn inkoopproces erin verwerken. Een blockchain gebruik je om een proces af te spreken. Om het met elkaar eens te zijn over de onvolkomenheden en
Blockchain bij IBM
IBM wordt wereldwijd als een belangrijke aanjager gezien van de blockchaintechnologie, zegt Louis de Bruin, hoofd Blockchain Europa bij IBM Digital Operations. “IBM heeft een technologie mede ontwikkeld en besloten dat ze beschikbaar moet zijn in het publieke domein. Deze opensourcetechnologie is Hyperledger Fabric van het Hyperledgerproject van de Linux Foundation.
Hyperledger Fabric onderscheidt zich op verschillende manieren van andere blockchaintechnologieën, zoals die van de cryptovaluta. Een van de verschillen is dat het niet op mining is gebaseerd. Bij mining worden betalingen in het netwerk gevalideerd en vastgelegd. Dat is bij op cryptovaluta gebaseerde blockchains het geval. Mining vereist heel veel energie. Bij Hyperledger Fabric wordt consensus anders bewerkstelligd, dus zonder mining. Verder is Hyperledger Fabric ondersteund door de Linux Foundation, eveneens een open platoform. Het is dus voor iedereen een gebruiksklaar platform.”
028 VMT . 9 MAART 2018 . NR 3 TECHNOLOGIE & TECHNIEK
INTERVIEW TRANSPARANTIE
een manier hebben om gezamenlijk die onvolkomenheden te verminderen. Als inkoper wil je bijvoorbeeld zekerheid hebben over de correctheid van informatie die leveranciers je geven.”
Kun je met blockchain fraude uitsluiten?
“Je kunt niets voor 100 procent uitsluiten. Dat is ook niet de verwachting bij blockchain. Wel kun je fraude drastisch terugschroeven. Enerzijds kan met blockchain sneller de oorsprong van een probleem worden blootgelegd, anderzijds werkt het ook disciplinerend. Je dwingt spelers in de keten secuurder en meer integer om te gaan met producten en processen. Want als het een keer niet goed gaat, dan is dat in seconden te achterhalen. Blockchain is daarmee een nieuwe uiting van transparantie.”
Vereist de invoering ervan hoge investeringen van een voedingsmiddelenketen?
“Het gaat in oplopende stappen en van use case tot use case. Steeds opnieuw moet er be-
keken worden: wat gaat dit voor ons betekenen? Iedere keer breid je dat proces uit. Het vereist dus niet ogenblikkelijk heel grote investeringen. Maar een blockchainproject wordt wel ondernomen om verbeteringen te bewerkstelligen Daarmee zullen allengs
varkensvlees gedaan. Dat is een vrij complex product en ook daarbij is toepassing van blockchain zeer veelbelovend en succesvol gebleken.
Maar ook zijn er grote voordelen te behalen voor producenten van samengestelde producten.
grotere use cases geadresseerd worden, met grotere investeringen die dan ook in verhouding staan met de opbrengsten.”
Een mango is een vrij eenvoudig product, maar wat als de producten complexer zijn of als het zelfs gaat om samengestelde producten?
“Samen met Walmart en een Chinese universiteit hebben we een heel traject met
Neem een chocolaatje. In een bonbon zitten al gauw 47.000 foodmiles. De ingrediënten komen van over de hele wereld. Daar word je je van bewust wanneer je al die gegevens in een blockchain hebt. Als je dat inzichtelijk hebt, kun je vervolgens zeggen: dat willen we niet en dat gaan we efficiënter doen. Dan kun je bijvoorbeeld grondstoffenstromen gaan combineren. Bijvoorbeeld vanille uit India, die nodig is in zowel pudding als chocolade. In plaats van die tien keer apart te bestellen, kun je dat gezamenlijk gaan doen.”
029
Met blockchain kan sneller de oorsprong van een probleem worden blootgelegd.
‘Traceerbaarheid is een van de belangrijkste zaken die je ermee kunt verbeteren’
Louis de Bruin: “Omdat iedere ketenpartij gegevens in de blockchain plaatst, krijg je steeds meer informatie over wat er gebeurt met het voedsel”.
Op een gegeven moment verzamel je zoveel data. Blijft het dan nog wel overzichtelijk?
“Blockchain is primair een grootboek en niet zozeer een database. Je legt in de blockchain zelf dus geen grote hoeveelheden gegevens vast, maar alleen de concensus daarover. Als iemand beweert dat de vanille uit het warenhuis komt, maar dat is niet zo, dan heb je dat snel boven tafel. De informatie die je als partij levert, daar kun je aan worden gehouden. Als je informatie niet blijkt te kloppen, kun je daarna direct zien: wie heeft dat gezegd? Met blockchain kun je dat razendsnel achterhalen.”
Kan ieder bedrijf zomaar beginnen met blockchain?
“Het staat iedereen vrij een blockchain te beginnen, maar het gaat erom dat je een ecosysteem van partners meekrijgt. Het consortium bepaalt gezamenlijk wie eraan kan deelnemen. Het is belangrijk te beginnen met het opdoen van ervaring, met hoe blockchain werkt en hoeveel invloed het kan hebben op je bedrijfsprocessen. Ketenintegratie is een grote uitdaging voor alle processen in de voedselketen en blockchain kan daarin grote vooruitgang brengen.”
Wat zit er naast Walmart verder in de pijplijn voor blockchain in food?
“Er zijn nu gesprekken met producenten met vergaande interesse voor bijvoorbeeld varkensvoeder. Die vinden het belangrijk dat de authenticiteit van varkensvlees kan worden aangetoond. Er wordt namelijk steeds minder, maar wel hoogwaardiger vlees gegeten van varkens die een goed leven en goed voedsel hebben gehad. Dat moet je kunnen aantonen. En daar wil een klant extra voor betalen. Alleen zeggen ‘wij doen dat’ is niet voldoende. Dat moeten varkenshouderijen, slachterijen en transporteurs gezamenlijk kunnen aantonen. Dan is de klant eerder bereid om die premiumprijs ervoor te betalen. Er is dus een enorme financiële prikkel voor die keten om dat te doen.”
Maar hiervoor zijn nu toch al certificeringen en controlesystemen? Vervangt blockchain dat dan? “Veel controle is nu zelfcontrole in de keten. De NVWA, de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit stimuleert dat ook. Maar je ziet soms dat het ook mis kan gaan. Door blockchain te gebruiken, kun je nog steeds zelfregulerend optreden, maar je kunt ook elkaar veel beter scherp houden. Daarnaast kunnen reguleerders deel uitmaken van een blockchainconsortium. Als informatie een keer per ongeluk niet in een systeem wordt gezet, dan wordt dat direct zichtbaar. Zo kun je ervoor zorgen dat bijvoorbeeld een Beter Leven-ster automatisch vervalt op het moment dat de info niet in orde is. Dan wordt hij gewoon niet gedrukt op een verpakking als info ontbreekt. Dat kun je zelfs programmeren in een smart contract. Voor zoiets is blockchain een heel mooi middel.”
En hoe zit het met de interesse van Nederlandse foodpartijen?
“Er is veel interesse, maar ik kan nog geen namen noemen.”
Wat is de meest logische volgende stap?
Gaan de grote Nederlandse retailers hierin het voortouw nemen?
“Grote retailers tonen interesse. Dat geldt
ook voor andere grote partijen die er veel belang bij hebben, waaronder zuivelproducenten. Het kan best zo zijn dat de drijvende kracht voor een blockchain zich aan die kant ontpopt.”
En de producenten? Zijn zij de mogelijkheden aan het aftasten?
“De fase van kat uit de boom kijken is voorbij. Nu gaan veel partijen ermee experimenteren.”
Transparantie is een belangrijk issue in food, maar partijen in de voedingsmiddelenindustrie hebben hier niet altijd evenveel baat bij.
“Ja, maar een partij die niet transparant wil zijn, komt zichzelf vroeg of laat tegen. De klant wordt namelijk alleen maar mondiger en partijen spreken elkaar veel meer aan op hun verantwoordelijkheid. Je zult wel moeten, want je moet je als voedingsmiddelenpartij ieder moment kunnen verantwoorden.”
Gaat blockchain het leven van de kwaliteitsmanager makkelijker maken?
“Dat weet ik wel zeker.”
VMT . 9 MAART 2018 . NR 3 030 TECHNOLOGIE & TECHNIEK
• WILLEM-PAUL DE MOOIJ •
INTERVIEW TRANSPARANTIE
‘Blockchain kan grote vooruitgang brengen in ketenintegratie’
Belooft blockchain te veel?
We horen het aan alle kanten: blockchain is een technologische doorbraak die, net als internet, ons leven blijvend gaat veranderen. ‘Met blockchain kunnen we weer vertrouwen op ons voedsel’. Maar als we wat kritischer lezen: ‘elegante oplossing op zoek naar probleem’ en ‘blockchain is een technische oplossing voor een sociaal en politiek issue’. Moet de voedingssector iets doen met deze technologie?
Een blockchain is in essentie een ketting van kopietjes, referenties aan data. In de voedingsindustrie kunnen alle producenten, vervoerders en handelaars van een product hun handelingen toevoegen aan de blockchain. Elke stap is voor iedereen op hetzelfde moment zichtbaar, inclusief eventuele problemen. Deze transparantie wordt vaak aangehaald als de kernwaarde van blockchain voor voedingssystemen. De herkomst is echter ook te achterhalen met bestaande technieken. Herkomst is op zich niet het vernieuwende aan blockchain. De innovatie zit hem in het decentrale en onveranderlijke karakter.
Decentraal beheren van data
Kwaliteitsgegevens eenvoudig en decentraal – gedistribueerd –beheren is veel vernieuwender. Wageningen UR, TNO en blockchainplatform The Fork hebben vorig jaar een eerste experiment gedaan met kwaliteitsgegevens op blockchain. Hierin zie je hoe boer, auditor, handelaar en retailpartij een decentraal netwerk vormen waarin ieder verantwoordelijk is voor de juiste invoer van eigen gegevens. Als de informatie niet klopt – als een auditor bijvoorbeeld constateert dat de gecertificeerde druiven van boer John niet conform de biologische richtlijnen zijn geproduceerd –kan de auditor in dit geval aangeven dat de informatie van boer John foutief is. Op datzelfde moment, een paar seconde nadat de auditor zijn informatie invoert, zien alle partijen dat de druiven niet meer biologisch gecertificeerd zijn. Dat is zeer vernieuwend. Een boer kan dan ook bijvoorbeeld de weg van zijn product volgen en inzien. Dit experiment laat duidelijk zien dat blockchain kwaliteitsmanagement veel efficiënter en betrouwbaarder gaat maken.
Applicaties in experimentele fase
De meeste blockchainapplicaties in de voedingsmiddelensector zijn in een experimentele fase. Vaak worden deze applicaties gestuurd door een technisch team dat de voedingssector wil laten zien dat het kan, zoals bij Ripe.io of IBM, of door ngo’s als FairFood, Provenance en Fairchain die ermee willen demonstreren dat het anders moet.
Wijzelf zijn een ambitieuze applicatie gestart die het mogelijk maakt de hele toeleveringsketen van een product op een blockchainapplicatie te managen. We hebben al vele jaren ervaring met het transparant
maken van ketenmanagement en voedselketens met Nederlandse retailers. Met onze PowerChain-oplossing testen we hoe de kwaliteitseisen en de herkomstgaranties (provenance) per partij en transactie kunnen worden bepaald en worden voldaan door smart contracten in de keten. Die worden per productgroep en activiteit van de ketenpartij bepaald. De inzichten die we daarmee verkrijgen, delen we graag met anderen, bijvoorbeeld op het Food Future Event in een parallelsessie over blockchain.
• LEONTIEN HASSELMAN-PLUGGE •
L. Hasselman-Plugge is directeur van SIM Supply Chain Information Management, lhasselman@simsupplychain.com
Food Future Event
Op het Food Future Event op 5 april in Den Bosch gaat een van de parallelsessies over blockchain. Leo Dijkstra, practice leader Blockchain bij IBM, legt het concept uit. Leontien HasselmanPlugge belicht de kernwaarde voor voedselketens. Wat gebeurt er nu echt? Is deze technologie schaalbaar en wat kan ze op korte termijn voor u betekenen? Marieke de Ruyter de Wildt, founder blockchainplatform The Fork, schetst het internationaal perspectief en de mogelijkheden voor de toekomst. Zie: www.vmt.nl/foodfuture
031 VMT . 9 MAART 2018 . NR 3 VOEDSELVEILIGHEID & KWALITEIT
COLUMN TRANSPARANTIE
‘Kwaliteitsmanagement wordt efficiënter en betrouwbaarder’
VAKBEURS
HAS Experience sluit aan bij trends
Studenten kiezen voor plantaardige grondstoffen
Een steak van zeewier of een gezonde snack van kikkererwten. Veel laatstejaars HAS-studenten lieten zich voor HAS Food Experience 2018 inspireren door plantaardige grondstoffen. Een greep uit de ontwikkelde producten.
Studenten van HAS Hogeschool tonen steeds in hun laatste jaar de innovatieve producten, verpakkingen en technologische oplossingen die ze ontwikkelden. Dit
jaar waren er ook innovaties te bewonderen van de vestiging in Venlo en van de avondopleiding. De projecten waren verdeeld in Today’s Food Challenges. Binnen de uit-
dagingen Circulair en Gezondheid waren veel innovaties te zien waar dierlijke eiwitten werden vervangen door een plantaardige variant.
032 VMT . 9 MAART 2018 . NR 3 INGREDIËNT & PRODUCT
Eind januari organiseerde HAS Hogeschool voor de tiende keer de HAS Food Experience. Ruim 200 vierdejaarsstudenten van de HAS-vestigingen in Den Bosch en Venlo toonden hun innovaties aan de ruim 1.500 bezoekers.
Plantaardige eiwitten
de reststroom van een industriële producent van kikkererwten. “Met die stroom lukte het niet helemaal omdat die zout bevatte. Bovendien is het voor het industrieel proces niet nodig om de waterige stroom iedere keer te vervangen. Daarmee kreeg ik dus geen goede producten. Daarom ben ik overgestapt op de reststroom van restaurants. Restaurants die zelf hummus en falafel maken, voegen geen zout toe en verversen het vocht elke keer.”
Kikkererwten
Net als vorig jaar haakten HAS-studenten in op de trend om meer plantaardig te eten. De gepresenteerde projecten varieerden van plantaardige tussendoortjes en koffiecreamer tot een steak van zeewier en vegetarisch draadjesvlees. Roos Juten (foto boven) ontwikkelde voor kinderen een eiwitrijk tussendoortje, gemaakt van kikkererwten en lupine als alternatief voor chips. De snacks zijn bereid in de oven. Een test onder de doelgroep – basisschoolkinderen – was succesvol.
Elisabeth Worm werkte eveneens met kikkererwten, maar dan wel met de waterige reststroom die ontstaat bij het koken van de peulvruchten, aquafaba genaamd. De stroom bevat eiwit. Worm maakte een plantaardige versie van schuimkransjes: Meringue Vegal. Doel is milieubewust en diervriendelijk snoepen. Ze gebruikte eerst
De kikkererwt was ook een van de ingrediënten in de vegetarische worst Good to Go, het project van een groep studenten Food Innovation. zij zochten naar een plantaardig alternatief voor de populaire on-the-go-snack, de hamkaascroissant. Het vegetarische worstbroodje is gemaakt van kikkererwten, soja en tarwegluten. De studenten bespeurden interesse van retailers tijdens de sponsoravond die voorafging aan de HAS Food Experience.
Insecten
Ook het alternatief eiwit uit insecten was populair bij de studenten. Insecten zijn duurzaam en bevatten een hoog eiwitgehalte. Nadeel is dat de westerse consument weerzin voelt bij de consumptie van insecten. Ant Spices is een kruidenmengsel op basis van zwarte mieren. Student Food Innovation Lydia Roijen proefde de mieren voor het eerst in Nieuw-Zeeland. “Ze smaken zoutachtig.” Ze zocht uit welke kruiden het best bij de mier passen. Het resultaat is
een kruidenmix met peper, gember en zwarte mieren. Het bekendste eetbare insect, de meelworm, is volgens Roijen wat vlak van smaak.
Krekels
Folkert de Jong, student Bedrijfskunde en Agrifoodbusiness, richtte naast de kippenboerderij van zijn ouders een krekelbedrijf op. “De krekel is een gezonde, lekkere en duurzame oplossing om de groeiende wereldpopulatie te kunnen voeden.”
De Jong toont verschillende cijfers over de duurzaamheid van krekels, zoals benodigde ruimte, water, voer (foto). Ook zijn krekels erg gezond. Belangrijk is wel de afzetmarkt. Hij laat daarom ook producten zien die al op de markt zijn, zoals brood van krekelmeel.
033
VAKBEURS
Plantaardige vleesalternatieven
oogst of tijdens het verpakken van de tros vallen. De eerste groep ontwikkelde een verrassend lekkere tomatenfrisdrank. De frisdrank bevat 20 procent tomatensap na filtratie van de gemalen tomaten. Behalve suiker en zuur bevat hij ook een natuurlijk tomatenaroma. De studenten geven aan dat de pulp die overblijft na filtratie nog kan worden hergebruikt.
Een andere groep studenten maakte een serie soepen. Zij volgden de HAS-avondopleiding naast hun dagelijkse baan. De
De Verspillingsfabriek, die ook soep maakt van reststromen, interesse had. Onderdeel van het onderzoek was ook de ontwikkeling van het proces. De studenten ontwikkelden een lijn die groentetelers wellicht samen kunnen aanschaffen om hun waardevolle reststroom te verwerken.
De derde groep studenten maakte jam van de tomatenreststroom
Allergeenvrij
“Een goed vegetarisch product voor een feestelijke gelegenheid ontbreekt in het huidige assortiment aan vegetarische vleesalternatieven,” betoogt Daan de Rooij, student Food Innovation. Hij ontwikkelde een seasteak, een vleesalternatief dat 20 procent zeewier bevat naast tarwe (voor de rek) en witte boon (voor de stevigheid). “Het zeewier, wakame, geeft een lichtzilte smaak.” De Rooij verpakt het vlees in een luxe verpakking naar analogie van de luxe vleesverpakkingen, bijvoorbeeld voor de Ierse biefstuk.
Resttomaat
Drie groepen studenten Levensmiddelentechnologie gingen aan de slag met eenzelfde reststroom: trostomaten die tijdens de
studenten ontwikkelden vier soepen die qua smaak en ingrediënten aansluiten bij de seizoenen. De groep lette erop dat de soepen een laag zoutgehalte hebben maar door kruiden toch goed smaken. De studentengroep merkte dat sponsor
Plantaardig werd ook gekoppeld aan allergeenvrij. Romana den Engelse toonde Noda Scoops, een plantaardig en allergeenvrij alternatief voor roomijs op basis van kokosmelk. Het ijs bevat tevens rietsuiker en johannesbroodpitmeel. Den Engelse lette vooral op het ontbreken van alle veertien
allergenen en dierlijke producten. “Verder is het net zo lekker en ongezond als normaal ijs.”
Spread Peas (foto) is het concept van Food Innovation-student Merel Veenstra. Deze plantaardige spread is op basis van erwten (dop- of kikkererwten), groenten en kruiden. De spreads zijn vrij van de meest voorkomende allergenen. Het doel was om meerwaarde aan primaire producten te geven. Veenstra studeert aan de HAS in Venlo, waar de focus meer ligt op verwerking van vers groente en fruit.
VMT . 9 MAART 2018 . NR 3 034 INGREDIËNT & PRODUCT
• DIONNE IRVING •
Aerzen Nederland pagina 20 + 21 AZO pagina 15 Beko Technologies pagina 35 Care for Food Group pagina 19 Dinnissen Process Technology pagina 35 DUPP – Food Recruitment pagina 2 easyFairs Netherlands pagina 1 Eurofins Food Testing Netherlands pagina 15 Nutrilab pagina 6 Nyenrode Business Universiteit pagina 42 Qlean-tec pagina 40 R-Biopharm pagina 7 Adverteerdersindex VMT
Kipster: nieuwe kijk op eierindustrie
Leghennen gevoerd met reststromen uit food
Na een faillissement besefte Ruud Zanders dat het anders moest met de leghennenhouderij. Met drie partners bedacht hij een systeem dat vriendelijk is voor dier, mens en milieu. Als voer krijgen de leghennen reststromen uit de foodindustrie. Nadat ze uit het ei zijn, worden de haantjes apart opgefokt en later verwerkt tot haanburgers. “Zo blijft vlees eten mogelijk zonder dat de CO2-voetafdruk groter wordt.”
Pluimveehouder Ruud Zanders zit al jaren in het vak, net als zijn voorvaders. Hij is volgens eigen zeggen hard op weg de beste kippenboerderij ter wereld te worden. Dat doet hij samen met zijn compagnons: duurzaamheidsadviseur Maurits Groen,
voormalig Boomerang-directeur Olivier Wegloop, en Styn Claessens, pluimveehouder van de nieuwe generatie. Vorig jaar bouwden ze Kipster in Oirlo-Venray, een kippenboerderij met ruim duizend zonnepanelen en waar fijnstof wordt op-
gevangen, hanenvlees wordt verwerkt en reststromen worden gevoerd. De klimaatneutrale en transparante kippenboerderij moet zorgen voor een verfrissende en nieuwe kijk op de eierindustrie.
Eieren voor Lidl
“In 2016 zegde Lidl toe om voor vijf jaar onze eieren af te nemen. We hadden alleen een verhaal, een tekening en een stuk grond. Dankzij geloof en vertrouwen van Lidl konden wij beginnen met het Kipsterconcept”, vertelt Zanders. “Lidl wil van het beeld af dat het alleen gaat voor goedkoper. De supermarktketen is begonnen als discounter, wat niet wil zeggen dat ze geen duurzame producten heeft.” De eieren liggen sinds oktober vorig jaar in het schap.
“De verkoop sluit aan bij ons doel om de Kipstereieren voor de gemiddelde consument bereikbaar te maken. Ze gaan inmiddels naar alle zes distributiecentra van Lidl.”
Ander houderijsysteem
“Vroeger gingen mensen de barricaden op voor meer vlees. Nu zie je spandoeken met ‘maak gehakt van de vleesindustrie’”, vertelt Zanders. “Daarom moeten we in de toekomst de goede dingen van mijn opa –kleinschalig en voeren met reststromen –combineren met de efficiëntie van mijn vader.” Het Kipsterconcept onderscheidt zich met het composteerbare blauwe eierdoosje, gemaakt van onder andere aardappelzetmeel, en de visie op dierenwelzijn. Zo beschikken de leghennen over een bin-
036 VMT . 9 MAART 2018 . NR 3 DUURZAAMHEID & MVO
REPORTAGE TRANSPARANTIE
Ruud Zanders (r) met zijn drie compagnons, vlnr Olivier Wegloop, Maurits Groen en Styn Claessens.
nentuin die erop ingericht is om hen een natuurlijke leefomgeving aan te bieden. “Kippen zijn van nature bosdieren en wagen zich niet op een kale oppervlakte. De tien hectare die volgens de wet voor ons bedrijf met 24.000 leghennen vereist is voor de term ‘vrije uitloop’, is dan ook helemaal niet nodig. Het gaat erom hoe je de omgeving inricht.” In de centraalgelegen binnentuin liggen her en der boomstronken en in het midden, waar de stal het hoogst is, staan een paar meter hoge boompjes. Zanders: “Ondanks de maatregelen die we nemen, zitten ze behoorlijk onder het stof. Of ze het halen? Eerlijk gezegd doen we maar wat met die bomen. Niemand weet hoe het moet omdat niemand dit ooit heeft gedaan.”
Fijnstof
Naast dierenwelzijn zijn ook het milieu en de gezondheid van dier en mens belangrijke aspecten van het Kipsterconcept. Zo’n 40 tot 45 procent van het fijnstof wordt afgevangen door acht ionisatiekanonnen in de binnentuin. In het begin werd de stal natuurlijk geventileerd. Daar is Kipster van afgestapt. “Eerst konden de ramen in het dak nog open, maar dan kun je klimaat en
fijnstofgehalte niet meer sturen”, vertelt Zanders. Achterin de stal hangen ventilatoren die de lucht naar buiten afvoeren. Tien fijnstoffilters vangen nog eens 95 tot 99 procent van het overgebleven fijnstof en de daaraan hangende micro-organismen en endotoxines (resten van dode bacteriën die voor de mens een matig giftige en antigene
onder meer eiwitten uit zonnebloem- en raapzaadschroot. “Een kilogram voer, gemaakt van reststromen, brengt in vergelijking met een kilogram traditioneel leghennenvoer de CO2-voetafdruk met de helft naar beneden”, weet Zanders. “Voor de eiwitten zijn we aan het bekijken of ze uit gras of insecten kunnen komen. Algen zijn op dit moment nog vrij prijzig om een verdere CO2-verlaging te realiseren.” Daarom hebben de initiatiefnemers gekozen voor een witte leghen. “Voor de productie van één ei heeft ze minder voer nodig dan een bruine leghen. Ook dit verkleint de CO2-voetafdruk”, vertelt Zanders. De eieren dragen het Beter Leven-keurmerk van de Dierenbescherming met drie sterren, maar biologisch zijn ze niet. “De reguliere reststromen zijn niet voldoende gescheiden van de biologische. Daardoor kunnen wij geen garantie geven dat de dieren uitsluitend biologisch diervoeder krijgen. Daarnaast hebben we niet de vereiste tien hectare uitloop.”
Haantjesburgers
werking hebben, red.). “Nu is fijnstof onderwerp van discussie, maar over een paar jaar zijn endotoxines dat ook”, voorspelt Zanders.
Reststromen
Zanders benadrukt het belang van het verkleinen van de CO2-voetafdruk. De leghennen worden gevoerd met restjes koekjes, biscuits, beschuit, rijstwafels en knäckebröd. Deze reststromen komen van industriële bakkerijen en worden aangevuld met
Het dierenwelzijn en de dreigende voedseltekorten laat de ondernemers niet koud. Daarom kiest Kipster ervoor de haantjes apart te laten opgroeien op een opfokbedrijf, waar ze tot nu toe traditioneel voer krijgen. Onderzocht wordt hoe goed voer met behulp van reststromen kan worden samengesteld. “De volgende keer dat we hanen grootbrengen, is dat ons streven”, legt hij uit.
Sinds 19 februari liggen er haanburgers in de schappen van Lidl. “Ongeveer de helft van de 350 miljoen in Europa geproduceerde haantjes van leghennenrassen belandt jaarlijks op de afvalberg omdat haantjes van slachtrassen veel efficiënter vlees produceren. Als we dan toch vlees willen eten, vinden we het ethisch gezien beter om ook deze haantjes terug te brengen in het
037
‘Dankzij het vertrouwen van Lidl konden wij met het Kipsterconcept beginnen’
Kipster experimenteert met boomstronken en bomen in de binnentuin waar de 24.000 leghennen kunnen scharrelen.
voedselsysteem.” Ze worden na ongeveer vijftien weken geslacht en wegen dan zo’n anderhalve kilogram. Ter vergelijking: een haantje van een slachtkuikenras bereikt in zes weken tijd een gewicht van circa 2,3 kilogram. Gevraagd naar de hogere kostprijs zegt Zanders dat niet interessant te vinden. “De haanburgers komen in het schap te liggen voor 2 euro 49 per twee stuks.” Leghennen produceren na 80 tot 85 weken onvoldoende eieren en worden dan geslacht. Zanders en zijn collega’s willen ook dit vlees niet verspillen. Ze
verwachten eind dit jaar de huidige leghennen tot voorgegaarde producten te verwerken, zoals kipburgers, kipcorn en kipschnitzel. Ook die krijgen drie sterren volgens het Beter Leven-keurmerk.
Competitie food en feed
Om in de toekomst klimaatneutraal vlees te kunnen blijven eten, is het van belang te matigen. Er is volgens Zanders te veel competitie tussen voedsel voor dieren en voedsel voor mensen. Volgens de pluimveehouder wordt 30 procent van alle grond wereldwijd gebruikt voor de productie
allemaal op deze manier eieren en vlees produceren, zouden volgens onderzoek door Wageningen UR wereldwijd negen miljard mensen dagelijks tussen de 7 en 27 gram dierlijk eiwit kunnen consumeren”, stelt Zanders. Nu eet de gemiddelde Europeaan dagelijks 70 tot 75 gram eiwit en de gemiddelde Amerikaan zelfs 80 gram. In Azië en Afrika is de eiwitconsumptie met 5 tot 10 gram beperkt. “We moeten dus meer vleesloze dagen creëren.”
van graan en 70 procent van alle agrarische grond benut voor ons vee of om voedsel te produceren voor vee. “Een miljard mensen lijden honger. Dan is het best wel gek dat wij dit eten aan de dieren geven.” Van graan zou volgens hem zoveel mogelijk brood gemaakt moeten worden. Ook kan een deel van het grasland beter gebruikt worden voor de productie van humane voeding. De reststromen van deze gewassen zouden zich wel uitstekend lenen voor de verwaarding tot diervoeders. “Als we
Kipster staat nu nog aan het begin van een traject dat veelbelovend lijkt. Als het systeem verder wordt ontwikkeld en er meer Kipsterstallen worden gebouwd – Zanders en compagnons willen het concept ook in licentie verkopen – zou een groter deel van de eiproductie steeds meer dier- en milieuvriendelijk worden. In de verre toekomst, wanneer het aanbod zo groot is dat afzet naar de verwerkende industrie aantrekkelijk wordt, zou de voedingsmiddelenindustrie die ook kunnen gaan verwerken. Bijvoorbeeld voor exclusieve advocaat of A-merk beschuit, gemaakt met Kipster- in plaats van scharreleieren.
• SOPHIE LAEMERS •
VMT . 9 MAART 2018 . NR 3 038 DUURZAAMHEID & MVO
REPORTAGE TRANSPARANTIE
S. Laemers is student Voeding en Diëtetiek aan Hanze Hogeschool Groningen en was stagiair bij VMT
‘De haantjes worden na zo’n 15 weken geslacht’
Haanburgers liggen sinds 19 februari in de Lidl-winkels. Het vlees van uitgelegde hennen zal tot kipburgers worden verwerkt.
Composteerbaar eierdoosje, gemaakt van onder andere aardappelmeel.
Cursus Microbiologie voor beginners
VHL Trainingen & Cursussen organiseert samen met Eurofins-KBBL een cursus Microbiologie voor beginners. Doel daarvan is de deelnemers te her- of bijscholen in de theoretische achtergronden en de praktische uitvoering van het microbiologische onderzoek. Ze leren de basisprincipes van de microbiologie. Centraal staat het uitvoeren van analyses om bijvoorbeeld aëroob kiemgetal, Enterobacteriaceae, gisten en schimmels te bepalen. Vervolgens leren ze de ver kregen kiemgetallen in relatie tot grenswaarden te interpreteren. Met deze kennis en vaardigheden wordt de betrouwbaarheid van het microbiologisch onderzoek vergroot, en kunnen resultaten direct in de bedrijfsvoering worden toegepast.
Datum: 22, 29 maart, 5 en 12 april, Locatie: Leeuwarden
Robotica in foodindustrie
Tijdens deze bijeenkomst wordt robotica in de voedingsmiddelenindustrie besproken en gedemonstreerd. ‘s Ochtends worden vragen behandeld over de inzet van robots in de voedingsmiddelenindustrie, onder meer over het schoonmaken van en met robots, waterdichtheid, productherkenning en het pakken van naakt product. ‘s Middags zijn er life demo’s.
Datum: 17 april, Locatie: Apeldoorn
Free From Expo
De zesde editie van de Free From Food Expo wordt dit jaar gehouden in Stockholm in Zweden. De editie van 2017 was in Barcelona en was de meest succesvolle. Bezoekers kunnen dit jaar meer dan 2.700 producten bekijken. Het is volgens de organisatie de beste mogelijkheid om producten te vinden in snelgroeiende markten als glutenvrij, lactosevrij, zuivelvrij, vegan, eiwitrijk, suikervrij, allergeenvrij en meer.
Datum: 16-17 mei, Locatie: Stockholm
www.freefromfoodexpo.com
10-11 maart VeggieWorld, Utrecht
11-13 maart Printpack 2018, Algiers, Algerije (DZ)
12-mrt Training Toppraktijk, Wageningen
13-mrt Workshop Hygiënische perslucht, Ede
15-16 maart Training Coördinator voedselveiligheid, Doorn
15-mrt Training Werken met CareNet Online QA Software, Houten
15-mrt Vital2-risicobeoordeling allergenen, Beveren (BE)
16-23 maart Cursus Hygiënische engineering - Gebouw, Utrecht
21-mrt Data Integrity Seminar, Tiel
22-mrt Training Gevarenbeheersing STEC, Houten
22-mrt Cursus Omgevingshygiëne, Technologie en Microbiologie, De Bilt
22-mrt Cursus Microbiologie voor beginners, Leeuwarden
23-mrt Training IFS Food, Houten
26 maart-29 mei All About Milk, basiscursus Zuiveltechnologie, Den Bosch
5-apr Food Future Event, Den Bosch
9-10 april VersVak, Hardenberg
12-13 april Cursus Innovatieve reinigingstechnieken (CIP), Utrecht
17-apr Seminar Robotica in de voedingsmiddelenindustrie, Apeldoorn
17-18 april Vakbeurs Maintenance Gorinchem 2018, Gorinchem
17-25 april Cursus Basics of Oils and Fats, Vlaardingen/Den Bosch
17-19 april Vakbeurs Maintenance Gorinchem 2018, Gorinchem
19-apr Vital2-risicobeoordeling allergenen, Nijmegen
15-17 mei Vitafoods Europe, Genève (CH)
16-30 mei Cursus Validatie en verificatie, Den Bosch
16-17 mei Free From Functional Expo, Stockholm (SE)
17 mei17 augustus Cursus Kwaliteit in bedrijf, Den Bosch
Voor de volledige agenda: www.vmt.nl
039 KIJK VOOR DE VOLLEDIGE AGENDA OP WWW.VMT.NL VMT . 9 MAART 2018 . NR 3
AGENDA
Cursussen Beurzen Congressen
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
.https://eurofinsfoodtesting.nl
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .www.safefoodfactory.com
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Voedingsmiddelen, Management en Technologie is hét mediaplatform voor de voedings-, genotmiddelen- en drankenindustrie in Nederland en België. VMT verschijnt 15x per jaar.
MYbusinessmedia
Mr. H.F. de Boerlaan 28
7417 DA Deventer
Postbus 58
7400 AB Deventer
T 0570 504065
F 0570 504080
E redactie.vmt@mybusinessmedia.nl
I www.vmt.nl
Uitgever
Suzanne Wanders
T 0570 504328
E s.wanders@mybusinessmedia.nl
Hoofdredactie
Willem-Paul de Mooij
T 0570 504386
E w.mooij@mybusinessmedia.nl
Eindredactie
Margo Verbiest
T 0570 504329
E m.verbiest@mybusinessmedia.nl
Redactie
Hans Damman
T 0570 504387
E h.damman@mybusinessmedia.nl
QA Manager Food Professionals in Food, Limburg
Projectleider Innovatie Mora Produktie
Maastricht
Accountmanager Food Valley NL
Wageningen
Productmanager Food Valley NL
Wageningen
Dionne Irving
T 0570 504396
E d.irving@mybusinessmedia.nl
Maurice de Jong
T 0570 504367
E m.jong@mybusinessmedia.nl
Rik de Langen (webredactie)
T 020-4602208
E r.langen@mybusinessmedia.nl
Redactie-adviesraad
Dr. ir. R.W. van den Berg; prof. dr. ir. M.A.J.S. van Boekel; prof. dr. ir. M. Uyttendaele; F. Egberts, dr. ir. C.D. de Gooijer; M. Janssen; dr. P.M. Klapwijk; prof. dr. ir. A. Van Landschoot; ir. F. Lanting; ir. J. Maagd; A. Postema; ir. J. van de Put; drs. J. Stark (voorzitter); dr. W. Visser; Ir. E.J.C. Paardekooper (erelid)
Met medewerking van TNO, NIZO food research, Wageningen Universiteit en Researchcentrum, Universiteit Gent, Universiteit Utrecht.
Advertentie
Voor print, online en website-advies: Monique van Neutegem
T +31 6 50449402
E m.neutegem@mybusinessmedia.nl
Anneloes Veerman
T +31 6 12707014
E a.veerman@mybusinessmedia.nl
Marketing Rosalie de Wildt
T 0570 504355
E r.wildt@mybusinessmedia.nl
Vormgeving Colorscan bv, www.colorscan.nl
Druk
Drukkerij Roelofs, Enschede
Abonnementen
Voor vragen over abonnementen, bezorging en/of adreswijzigingen
kunt u: Bellen met +31 570 504300; Mailen naar klantenservice@vmt.nl; Schrijven naar MYbusinessmedia bv, VMT, Postbus 58, 7400 AB Deventer.
Jaarabonnement VMT Optimaal
Nederland € 306,-
Jaarabonnement VMT Magazine
Nederland € 234,-
Jaarabonnement VMT Online
Nederland € 210,-.
Studentenabonnement € 114,-
Proefabonnement (3 edities) € 29,-
Prijzen zijn excl. btw en € 3,95 administratiekosten. Beeindiging van het abonnement kan uitsluitend schriftelijk geschieden, uiterlijk drie maanden voor het einde van de abonnementsperiode; nadien vindt automatisch verlenging plaats.
ISSN 0042-7934
Vacatureservice
Lean Coördinator Productie Food Professionals in Food Zuid-Holland
QA Afdelingsmanager Professionals in Food Drenthe
Medewerker Quality Assurance Professionals in Food Gelderland
Kwaliteitsmedewerker Wijngaard Kaas / Nutri-akt Woerden
Niets uit deze uitgave mag zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever openbaar worden gemaakt of verveelvoudigd, waaronder begrepen het reproduceren door middel van druk, offset, fotokopie of microfilm of in enige digitale, elektronische, optische of andere vorm.
Publicaties geschieden uitsluitend onder verantwoording van de auteurs. Alle daarin vervatte informatie is zorgvuldig gecontroleerd. De auteurs aanvaarden echter geen aansprakelijkheid voor de gevolgen van eventuele onjuistheden.
www.vmt.nl
Projectleider (Engineering) Royal Bel Leerdammer / DUPP - Food Recruitment Schoonrewoerd
Coördinator Administratie Levensmiddelen Professionals in Food Zuid-Holland
Meer vacatures: zie vacatures.vmt.nl of check de QR-code
040 VMT . 9 MAART 2018 . NR 3 COLOFON
AMBIEER JIJ EEN MANAGEMENTPOSITIE OP C-LEVEL IN DE FOODAGRI-SECTOR?
Ben jij werkzaam in de foodagri-sector? Dan maak je deel uit van een industrie die volop in beweging is en vol kansen en uitdagingen zit. Technologische ontwikkelingen gaan exponentieel, ethiek- en gezondheidsvraagstukken komen prominenter naar voren en consumentenbehoeften blijven veranderen. Blijf je alle ontwikkelin-
gen afwachtend volgen, of wil je in de voorhoede spelen en kansen creëren voor jezelf en jouw bedrijf? Je kan een rol van betekenis spelen door leiding te geven aan innovatieve projecten of op ondernemende wijze nieuwe groeimarkten aan te boren. Of door leiderschap te tonen bij foodgerelateerde problemen in binnen- of buitenland.
Weet jij van aanpakken en ambieer je een managementpositie op C-level in de foodagrisector? Wil je bij de smaakmakers horen die de industrie op duurzame wijze willen door-ontwikkelen? Dan is het Modulair Executive MBA in Food & Innovation-programma op Nyenrode Business Universiteit de opleiding die je zoekt.
NYENRODE. A REWARD FOR LIFE MODULAIR EXECUTIVE MBA IN FOOD & INNOVATION MMBA @ NYENRODE.NL +31 (0)346 291 001 NYENRODE.NL/FOODINNOVATION
LOSSE MBA MODULES | CASES UIT DE PRAKTIJK | PERSOONLIJKE GROEI STEL ZELF SAMEN
JAARBEURS UTRECHT
Empack @EmpackNL VOLG ONS WWW.EMPACK.NL MATERIALEN AGILEPRODUCTIE ETY RE
REGISTREERNUMETCODE2016
ONTDEK DE TOEKOMST VAN VERPAKKEN!
1 en 12 april 2018 g 1 en te ve gaat de grootste ve Op 10, 11 en te verpakkingsvakerland van st erlan ack art. Empack beurs van Nederlan ack keert terug naar de , bent u ben ook u er Jaarbeurs in Utrecht, ook bij?
niet eerde iet eze editie is nog niet e Deze e er zo inte interactief ingestoken. Naaast oken. Na santen staan er antenexposante de 375 expo r verschillende nde topsprekers klaaar, opsprekers n verschillende in worden er 3 novatieroutes g over eorganiseerd A ood Safety en A Recycling, Fo gile Manufactu r ring en vindt e e Demo Tour plaats waarin u d st een begeleide voor het eers e aats waarin u d de kingsketen, van hele verpakk hele materialen, doseren, verpa seren, verpaerpakken, re ot aan palletiser eren to etiketteren en live in werking teru ng teru terug ziet.
s rtom, het worden 3 onmis Kortom sbare dagen waarin u we u weer comh pleet op de hoogte gebrach p t wordt van de laatste ontwikkkewikkelingen op verpakkingsgebgebied!
Registreer u d u dus nu op r www.empack.nl met me code 2016
HOOFDTHEMA’S
FOOD SAFETY
v veilig verpakken d.m. cht zich specifiek op Food Safety ri n en voedselcontact- echnieken, materiale verschillende t e en. Vi od van de grote spele een compleet aanb materialen. V Vind een rs en lg de over de actuele novatieroute o volg d g Food Safety Innova gy ogdeoodSaetyoateouteoedeactuee amische e dyna uitdagingen die spelen in deze dyn sector
RECYCLING
In samenwerking gev kin voerd lende invalshoeken. Een inzamelaar, recycler, vanuit verschillende designer schijnen hun licht op het thema Recycling. verpakker en d
ng met KIDV wordt een paneldiscussie gevoer
MATERIALEN
PEFC organiseert een speciaal kennisprogramma, dat plaa sp ats a, pla heeft om u de laatste nieuwe inzichten te geven op het ge heeft om u de laatste nieuwe in ebied e van duurzame materialen.
AGILE MANUFACTURING
nspelen op de behoeften van de consument is anno Snel kunnen inspelen de behoefteen van de c t belang. Verandering in processen, machines en 2018 van groot p tools maken dit mogelijk.
Openingstijden en locatie
10, 11 & 12 april 2018
10:00 - 17:00 uur
Jaarbeurs Utrecht
#Empack2018
www.empack.nl
EmpackNL