9 minute read

Eilandjesstructuur staat innovatie in de weg

Next Article
Meest gelezen

Meest gelezen

R&D-MANAGERS OVER DE AL DAN NIET SOEPELE INTERNE SAMENWERKING

Voedingsmiddelenbedrijven blijven innoveren en ontwikkelen nieuwe smaken, andere kleuren en nieuwe ingrediënten. Vaak komen ze met een volledig nieuw product om de consument vast te houden. Maar uit onderzoek weten we dat zo’n tachtig procent van de innovaties sneuvelt voordat deze op de markt komen. Wat kun je doen aan het R&D-proces om dat hoge percentage mislukkingen te laten dalen?

Tekst Laura Willemsen Beeld Creamy Creation/Shutterstock

Om antwoord te vinden op die vraag, sprak VMT een aantal R&D-managers uit de industrie in verschillende productgroepen. Een belangrijke algemene behoefte van productontwikkelaars die boven komt drijven, is de wens om nauwer samen te werken en beter te communiceren met andere afdelingen binnen het bedrijf. Een conclusie die in lijn ligt met de bevindingen uit een lezersonderzoek van VMT in 2017, waarbij R&D’ers aangaven te zoeken naar manieren om teams soepeler te laten functioneren. “Hoe ga je als R&D’er een discussie aan met marketing of commercie?” was daarbij één van de vragen.

Wederzijds begrip Nu, drie jaar later, blijkt tijdens de gesprekken al snel dat er nog veel ruimte is voor verbetering. Vooral de samenwerking tussen R&D en marketing of commercie kan nog wel wat bijschaving gebruiken binnen de gepolste bedrijven. “Marketeers spreken vaak een andere taal dan een productontwikkelaar. Marketeers kunnen ‘het ene’ zeggen, maar ‘het andere’ bedoelen”, aldus Suzanne van Steenis, R&D-manager bij Creamy Creation, een voormalige bedrijfseenheid van FrieslandCampina die zich richt op mengbare en kant-enklare geëmulgeerde dranken, op zuivel-, soja- of kokosbasis met en zonder alcohol. Ook Maaike Renssen, productontwikkelaar bij Aviko, herkent het probleem en vertelt hoe belangrijk intern begrip is: “Afdelingen moeten elkaar goed begrijpen. Sales moet bijvoorbeeld snappen waarom productie iets op een bepaalde manier wil doen en productie moet begrijpen waarom sales bepaalde eisen stelt.” Renssen geeft als voorbeeld: “Een tijd terug hebben we een aardappelproduct ontwikkeld waar weinig pitjes op mochten zitten. Bij productie rijst de vraag: waarom? Hoe meer pitjes er van een aardappel gehaald moeten worden, hoe lager het rendement en hoe hoger de kosten. Sales heeft daarentegen vaak een goede reden zoals speciale wensen van een klant. Als je elkaar begrijpt, maakt dat samenwerken een stuk makkelijker.”

Niet dezelfde taal Ook Ruud Luiten, R&D-manager bij Luiten Vleeswaren, kent dit probleem. Het bedrijf heeft sinds een paar jaar een oplossing gevonden om de miscommunicatie tussen sales en productontwikkeling te tackelen. In geval van een nieuw ontwikkeltraject, gaat bij Luiten Vleeswaren standaard iemand uit het R&D-team met commercie mee om met een klant te spreken. Zo zegt Luiten een hoop communicatieruis te voorkomen en het probleem van ‘niet dezelfde taal spreken’ voor te zijn. “Als ik met commercie naar een Belgische klant ga voor filet americain, kopen we bij een aantal Belgische supermarkten eerst alle varianten filet americain die we kunnen vinden. Bij de klant leggen we deze op tafel en zo bespreken we met behulp daarvan welke kleur, smaak, kruidencombinatie en textuur hij wil.” Luiten zegt zo een letterlijk beeld van de opdracht te creëren voor R&D. Zo kan worden voorkomen dat er eerst onjuiste batches worden gedraaid. Het maakt volgens de R&Dmanager de slagingskans van een project veel groter en een stuk efficiënter.

ANDERE TAAL Productontwikkelaars spreken vaak een andere taal dan marketeers, merken ze bij Creamy Creation.

Iedereen betrekken Naast miscommunicatie tussen productontwikkeling en marketing of sales kan er ook onduidelijkheid ontstaan bij productie of kwaliteitsmanagement. Waar R&D’ers zich vooral aan lijken te ergeren bij de collega’s van kwaliteit is het gebrek aan creatief gevoel. “Ze spelen op veilig,” aldus R&D-manager Erwin de Waele van Dawn Foods. “Collega’s van kwaliteit hebben een enorme expertise en ze doen alles volgens het boekje. Natuurlijk moet een product veilig zijn, maar het leidt soms wel tot discussie en dus onderlinge irritatie.” Uitleggen waarom je als productontwikkelaar voor een bepaalde optie hebt gekozen, zou een hoop van deze irritatie weg kunnen nemen, denkt De Waele. Door iedereen al vanaf de start bij een project te betrekken, lijken veel hobbels te kunnen worden weggenomen. Ook de R&D-manager bij een snackbedrijf (die niet bij naam genoemd wil worden, red.) heeft positieve ervaringen bij het betrekken van andere afdelingen in een vroeg stadium. “Wij werken met grondstoffen die voor het proces moeten worden goedgekeurd door de kwaliteitsafdeling. Het helpt enorm dat we op dezelfde verdieping zitten. We zijn kritisch op onszelf, maar ook op elkaar. Door iedereen vanaf het begin bij het proces te betrekken, zijn we veel risico’s voor.” Ook Van Steenis (Creamy Creation) merkt dat het betrekken van elke afdeling aan het begin van het ontwikkelproces zijn voordelen heeft. Bij Creamy Creation worden innovatieprocessen doorlopen aan de hand van een management of change-proces. Bij een nieuw product is er een groot productautorisa

Ruud Luiten R&D-manager bij Luiten Vleeswaren: “Goed blijven communiceren.”

Wederzijds respect neemt irritaties weg

tieoverleg met de belangrijkste afdelingen. “Doordat we alles voorbespreken en een checklist als leidraad nemen, worden veel ‘standaardproblemen’ al in de kiem gesmoord.”

Wederzijds respect Hoe ziet de ideale samenwerking binnen voedingsmiddelenbedrijven eruit? Die kent vele vormen, maar valt of staat met een soepele communicatie tussen de verschillende afdelingen. Wederzijds respect en interesse kan een hoop irritaties wegnemen. De ruis op de soms lange communicatielijnen lijkt ook een heikel punt binnen veel organisaties. Robert Catsburg, hoofd Product Development Centre bij CSM, weet wel hoe die ruis op de communicatielijnen sterk verminderd kan worden. “Het zou een goed idee zijn om een overkoepelende manager aan te stellen die met elke afdelingsmanager een kort lijntje heeft en dus van alles op de hoogte is, zonder zelf compleet in het innovatieproces ondergedompeld te worden.” Het belangrijkste, ongeacht de structuur van de organisatie, is volgens Catsburg wederzijds respect. Volgens hem ontbreekt dat respect nog wel eens. “Iemand denkt snel: ik weet het toch wel beter want jij bent maar een eikel.” Catsburg noemt doorvragen essentieel. “Vaak kom je erachter dat anderen een goede reden hebben om iets op een bepaalde manier te doen. Als je daar overheen kunt stappen, dan heb je een heel effectieve samenwerking.” Renssen (Aviko) is het met Catsburg eens. Daar voegt ze aan toe: “Tijd is de sleutel”, zegt ze. “Als ie

HOBBELS Door alle afdelingen binnen een food-bedrijf al vanaf de start bij een project te betrekken, lijken veel hobbels te kunnen worden weggenomen, waardoor innovaties een grotere kans van slagen hebben.

dereen genoeg tijd zou krijgen voor het werk en ook tijd om de ander te leren en te kunnen begrijpen, zou dit veel problemen voorkomen.” Catsburg beaamt dit: “De tijd krijgen om je ding te doen is een enorm verbeterpunt. Er is zorgvuldigheid nodig, anders krijg je producten van lage kwaliteit.”

Ministage Dat tijd kostbaar is snapt ook De Waele (Dawn Foods). Hij oppert een werkwijze die een hoop miscommunicatie en onbegrip zou kunnen voorkomen: “Het zou enorm helpen wanneer nieuwkomers binnen het bedrijf de eerste paar weken een soort ministage op andere afdelingen lopen. Mensen worden zo compleet ondergedompeld in het werk van de ander.” Volgens De Waele heeft zo’n stage alleen maar positieve kanten: “Je kunt de standpunten en problemen van de andere afdelingen veel beter begrijpen als je even in hun schoenen hebt gestaan. Daarnaast leer je de mensen kennen en bouw je een relatie met ze op. De ervaring en de opgedane relaties neem je mee in de rest van je loopbaan.”

Vasthouden aan visie Voor Niels Stoppelenburg, R&D- en kwaliteitsmanager bij Abbot Kinney’s, producent van plantaardige yoghurt en ijs, ligt het anders: “Voor ons zou het ideaal zijn als iedereen zijn ideeën kon inbrengen zonder dat het plan telkens verandert. Een plan, maar wel met ruimte voor aanpassingen en verbeteringen.” Omdat Abbot Kinney’s nog een klein bedrijf is dat vijf jaar geleden werd opgericht, zijn de lijnen

Sneuvelen Volgens Clayton Christensen, professor aan Harvard, sneuvelt tachtig procent van alle producten die jaarlijks op de markt worden gebracht. Er zijn ook voedingsproducten die sneuvelen voordat ze op de markt komen. Of er een verband is tussen het samenwerken met andere afdelingen en het sneuvelen van producten is onduidelijk. Er zijn vermoedens maar geen keiharde cijfers over deze kwestie.

kort en de samenwerking met andere afdelingen verloopt zonder grote hobbels. Miscommunicatie lijkt voor de startup dan ook niet het grootste probleem, maar hier kan soms het enthousiasme tegenwerken. Stoppelenburg: “We willen en kunnen veel en het liefst natuurlijk zo snel mogelijk. Maar onze grootste uitdaging is het vasthouden aan een visie en niet telkens van idee en inzicht veranderen.” Uiteindelijk heeft elk bedrijf een andere dynamiek. Zo blijkt een startup meer baat te hebben bij vastigheid en een groot concern juist meer bij creativiteit. Toch zeggen bijna alle managers dat het werken aan productinnovatie in projectgroepen of managementteams een goede verandering teweeg zou kunnen brengen binnen bedrijven. “Werk in projectgroepen en adresseer mogelijke risico’s in de groep. Durf kritisch te zijn naar jezelf en anderen”, aldus de eerder genoemde anonieme productontwikkelaar. Een andere belangrijke voorwaarde zijn duidelijke richtlijnen en verwachtingen die vanaf het begin glashelder zijn voor iedereen die betrokken is bij het project. De Waele (Dawn Foods) zegt tenslotte dat je als innovatiemanager niet moet vergeten dat je te maken hebt met mensen. Ondanks alle technologieën blijft het innovatieproces volgens hem nog altijd mensenwerk. “Alle beschikbare technieken en informatie zijn een tool om te gebruiken maar het kan ook een valkuil zijn. Focus is dus enorm belangrijk.” Luiten (Luiten Vleeswaren) adviseert vooral om jezelf niet uit het oog te verliezen en sterk in je schoenen te staan: “Zorg ervoor dat je weet waar je het over hebt, dat geeft rust voor jezelf en straalt zekerheid uit.” •

Food Future Event 2020

Food Future Event 2020  #  "  %'

Uw bedrijf ook profileren bij vakprofessionals in de voedingsindustrie? &"&"&&#$$ $(&#%"#

Tijdens het Food Future Event vindt tevens de uitreiking plaats van de Jaarprijs Goede Voeding 2020

When safety and hygiene are at stake, you can count on us.

For applications with very strict hygiene requirements, Cleaning-in-Place (CIP) plays a particularly important role. Processes that run reliably and effi ciently as well as the dependable dosing and delivery of cleaning media are the key factors in food safety. In this context, we offer a comprehensive product portfolio backed by in-depth consulting expertise for your CIP plant.

Our solutions enable

„ dependable fl uid delivery, using a variety of valve types such as diaphragm valves, solenoid valves and dosing pumps as well as complete valve block solutions.

„ reliable process automation with rapid switching and direct feedback.

„ seamless quality control, with analysis, level, pressure or temperature sensors that can detect deviations at an early stage, to prevent faults. This delivers lasting improvements in process reliability.

We would be delighted to develop a bespoke system solution for you – feel free to contact us.

This article is from: