
7 minute read
BELGIË Corneel Geerts werkt samen met Raben en kijkt jaloers naar Nederland
CORNEEL GEERTS EN RABEN GROUP GAAN FIJNMAZIG VOOR ELKAAR RIJDEN
De Belgische wegvervoerder Corneel Geerts en de Poolse Raben Group gaan samenwerken. Raben zal voor de fijnmazige distributie gebruikmaken van de drie depots van Corneel Geerts in België. Die krijgt op zijn beurt beter toegang tot onder meer Duitsland en de Baltische staten. Aanleiding voor directeur Marc Geerts om de ‘Belgische toestanden’ nog eens aan te kaarten.
TEKST MATTHIAS VANHEERENTALS
Raben Group is een grote Europese speler van Nederlandse komaf (met daar een bescheiden positie). Het bedrijf zetelt in Polen, maar heeft inmiddels vestigingen in dertien Europese landen. Raben is onder meer sterk verankerd in Duitsland. Voor de fijne distributie gaat Raben Group in België gebruikmaken van het distributienetwerk van wegvervoerder Corneel Geerts. Die krijgt op zijn beurt toegang tot het fijnmazige distributienetwerk van Raben in Duitsland, Polen, de Baltische staten en de rest van Oost-Europa. “Duitsland is voor ons qua volume het belangrijkste land”, zegt directeur Marc Geerts van Corneel Geerts. “Raben Group komt dagelijks met vier à vijf vrachtwagens met 30 à 40 zendingen vanuit Duitsland naar België. In totaal beloopt dat ongeveer 160 transporten per dag. De shuttles komen ’s nachts naar België waardoor ze niet in de file staan en geen lege kilometers rijden. Ze leveren de vrachten aan één van onze drie depots, vanwaaruit ze de volgende dag worden uitgeleverd. Onze voertuigen rijden vervolgens korte trajecten dichtbij de depots met meer stops.” Geerts geeft een concreet voorbeeld. “In plaats dat iedereen met een vrachtwagen naar Antwerpen-stad rijdt, rijdt er nu nog maar één vrachtwagen naar Antwerpen, die twintig klanten belevert. Dat is ecologisch en economischer interessanter.” Het project is ook in omgekeerde richting goed nieuws. “De vrachtwagens van Raben Group nemen onze producten mee terug naar Duitsland”, zegt Marc Geerts. Aan een fusie wordt overigens niet gedacht.
BENELUX-NETWERK
Corneel Geerts heeft eenzelfde soort samenwerking met veertig andere partnerbedrijven. “Meestal gaat dat tot drie vrachtwagens per week”, zegt Marc Geerts. “Bij Raben zijn dat er gemiddeld vier per dag, wat hen qua volume dus de grootste partner maakt. Als Duitsland goed lukt, dan gaan we de samenwerking met Raben zeker verder uitbreiden naar andere landen.” De samenwerking vindt plaats binnen het Benelux-netwerk Distri 24 waarmee transporteurs de Benelux in 24 uur tijd kunnen bestrijken, zonder lege kilometers te hoeven rijden. Het netwerk werd destijds mee opgericht door Corneel Geerts. Het werkt op basis van een track- en-tracesysteem en een proactieve planning die via een zelf ontwikkeld IT-systeem gekoppeld is aan elke depot en zo elke vertraging van meer dan 15 minuten realtime meldt. “We rijden elke nacht naar elkaars depot”, zegt Marc Geerts, “en doen vervolgens elkaars uitleveringen. Dankzij het netwerk rijden we nul kilometer leeg.”
SAMENWERKING STIMULEREN
Volgens Geerts zijn er nog veel transportbedrijven - met name familiebedrijven - die huiverig zijn om samen te werken. “Jammer, want die moeten soms tot 300 kilometer rijden om pakweg vijftien klanten in België te beleveren. De kosten van rekeningrijden zullen ons echter dwingen om samen te werken. Hoe duurder een kilometer wordt, des te minder men zich kan permitteren om een verloren kilometer te rijden. Zeker als er in de toekomst in de steden geleverd moet worden met elektrische voertuigen, dan zal er meer samengewerkt gaan worden. Dat concurrenten nu niet willen samenwerken komt ook
Directeur Marc Geerts: “Dankzij het netwerk rijden we nul kilometer leeg.”
omdat ze dan het proces minder in de hand hebben. Maar dat kun je opvangen door meer technologie te gebruiken. Daarom werken we met track & trace. De goederen worden aan beide kanten voorzien van barcodes, zodat de klanten alle statussen van de zendingen kunnen volgen.”
LOGISTIEKE AMATEURS
De directeur vindt dat Nederlanders voorlopen op de Belgen. Hij noemde de laatsten in 2017 in het magazine Trends ‘logistieke amateurs’ in vergelijking met Nederlanders. Een uitspraak waar hij tot op de dag van vandaag achter staat, maar graag toch wat wil verduidelijken. “Ik bedoelde daarmee dat Belgische firma’s gemiddeld kleinschaliger zijn”, zegt hij. “Het heeft een stuk met professionaliteit te maken, maar ook met schaalvergroting. Nederland telt bijna 18 miljoen inwoners. Daardoor kan Nederland het vervoer grootser en dynamischer aanpakken.”
COMPLEXE POLITIEK
Geerts uit ook kritiek op de Belgisch politiek. “De complexe Belgische politieke structuur is dramatisch”, zegt hij. “Hier hebben we vijf regeringen voor 11 miljoen inwoners. In Parijs heb je één burgemeester voor 11 miljoen inwoners. In Nederland heb je ook maar één regering: dan heb je één visie, één strategie, één richting. Als ik bijvoorbeeld met afval rondrijd, had ik vroeger voor België één vergunning nodig. Nu heb ik er drie nodig: een Vlaamse, een Brusselse en een Waalse. Dat is niet efficiënt.” Volgens Geerts geeft de Belgische politiek de logistieke sector een slecht imago. “België kent geen gediplomeerde chauffeurs. Bij ons moet je gewoon een rijbewijs (code 95 en ADR-certificaat) halen. In Nederland heb je wél gediplomeerde en goed opgeleide chauffeurs waar men trots op is, iets wat in België totaal niet het geval is. We waarderen onze mensen onvoldoende. Tijdens de coronacrisis hebben we nochtans een cruciale rol gespeeld om de ziekenhuizen en grootwarenhuizen te blijven bevoorraden, in zeer moeilijke omstandigheden. Onze chauffeurs verdienen veel beter. In Nederland is logistiek een speerpunt van de economie, in België is dat totaal niet. In Nederland wordt de logistiek gedragen door de politiek en de bevolking. Nederlanders zijn logistiekers pur sang. Ze zijn fier op hun containers, magazijnen, havens, hun bedrijven en transporteurs. Ze beschouwen het als een topprestatie.”
SLECHT WEGENNET
Geerts hekelt ook het slechte wegennet. “België heeft een van de slechtste wegennetten in Europa. Ik zie vaak scheuren en putten in de weg, zelfs op de autostrade. Als je met je vrachtwagen rijdt, hoef je je ogen niet open te doen om te weten dat je over de grens bent. Zelfs in Oost-Europa, zoals in Bulgarije, Roemenië en Polen, zijn de wegen tien keer beter dan in België. Heel Europa

Goederen in een van de drie depots wachten op uitlevering. De distributiewagens rijden vervolgens korte trajecten dichtbij de depots met meer stops.
lacht ons ermee uit. We betalen miljarden aan wegtaksen. Waar gaat al dat geld naartoe?” Geerts pleit ook voor meer ‘conflictvrije’ kruispunten in België, die voorkomen dat voetgangers en/of fietsers op kruispunten gegrepen worden door vrachtwagens. Mobiliteitsexperts dringen er al langer op aan: maak verkeerspunten conflictvrij, zodat zwakke weggebruikers en kruisend autoverkeer nooit op hetzelfde moment groen licht kunnen krijgen. “De politiek moet haar verantwoordelijkheid nemen. Chauffeurs die een ongeval meemaken, krijgen een trauma en willen vaak nooit meer achter het stuur plaatsnemen.”
BOETES
Ook moet er volgens Geerts iets gebeuren aan de torenhoge boetes en de houding van de politie tegenover vrachtwagenchauffeurs. “De boetes zijn voor buitenlandse chauffeurs nergens zo hoog als in België”, zegt de directeur. “Buitenlandse chauffeurs worden in België behandeld alsof het de grootste criminelen zijn. Boetes moeten contant betaald worden. Die kunnen oplopen tot 1.200 euro en meer. Nederlanders zijn toleranter en begripvoller voor de chauffeur.”
TOEKOMST
Corneel Geerts heeft moeite om chauffeurs te vinden. Zeker 10 procent van de vrachtwagens van de transporteur staat stil omdat er geen chauffeur voor is te vinden. “Aan de ene kant betalen we de chauffeur 11 euro per uur”, zegt Marc Geerts. “Dat is het loon van een poetsvrouw. Maar langs de andere kant verwachten we dat de chauffeur een professioneel en een halve ingenieur is. De eisen voor chauffeurs zijn vertienvoudigd de laatste jaren. Hij moet alles kennen qua boordcomputer, ladingzekerheid, gewichten verdelen, rij- en rusttijden… En als hij dan een boete krijgt, is hij de helft van zijn loon kwijt. Ik pleit er dan ook voor dat er een minimumloon komt in Europa, zodanig dat het loonverschil tussen lidstaten minder groot wordt. Mijn Oost-Europese concurrenten werken met een veel lager loon. Als ik het loon zelf verhoog, ben ik niet meer concurrerend.” Toch ziet Marc Geerts de toekomst positief in. Momenteel vindt er een generatiewissel in zijn bedrijf plaats. Zijn drie kinderen zijn de firma al aan het overnemen. “Het zijn jonge dertigers die enorm inzetten op innovatie, digitalisering en automatisering”, zegt Geerts. “Daar scoren ze op. Zij hebben de omzet de afgelopen jaren verdubbeld, zonder dat we overnames gedaan hebben. Onze jongeren zijn heel goed bezig.”