
3 minute read
Verpakking vaak ervaren als noodzakelijk kwaad
by VMN Media
Fietsfabrikant VanMoof verstuurde in het verleden de nieuwe fietsen in dozen die op tv-verpakkingen leken, om schade tijdens het verzenden te voorkomen. Het probleem speelde vooral erg bij verzending naar de Verenigde Staten. In 2016 werd meer dan 25 procent van de fietsen beschadigd voor aflevering. De Hollandse fietsenmaker was daar niet zo blij mee en bedacht iets slims: het bedrijf drukte een grote afbeelding van een tv op de doos. Dat tv’s voorzichtiger worden behandeld dan andere producten vanwege de breekbaarheid, klinkt logisch. Ties Carlier, een van de oprichters van het fietsenmerk, runde destijds de fabriek in Azië en besloot de doos als experiment dit nieuwe design te geven toen hij over het aantal klachten hoorde. “We vroegen ons af: waar houden Amerikanen echt van? Wat zou koeriers ertoe aanzetten om voorzichtig te zijn met een pakket?”, aldus Carlier. “Toen dachten we aan een flatscreen-tv, omdat onze doos dezelfde grootte en vorm heeft als die van een hele grote tv.”
De tv op de doos heeft enorm geholpen om schade te voorkomen, vertelt Mila de Randamie van VanMoof. Sinds de lancering van de nieuwe verpakking zag
VanMoof de schade op hun leveringen met 80 procent dalen. Ondertussen is het bedrijf wel met dit ludieke idee gestopt. De Randamie: “Onze dozen zijn inmiddels een stuk kleiner geworden. Ook bevat de fiets in de doos nu zelf meer bescherming.”
Milieu-impact
Grote en kwetsbare producten, zoals fietsen, tv’s en wasmachines, worden logischerwijs in grotere verpakkingen geleverd. Van oorsprong zijn productverpakkingen ontworpen voor in (de etalage van) de fysieke winkel. Ze zijn niet gemaakt voor transport en daardoor komt er vaak een extra verzendverpakking omheen om het product te beschermen, vertelt Alicja van Ewijk, projectmanager duurzaamheid & logistiek bij Thuiswinkel.org. “Schade aan het product zelf heeft een veel grotere milieu-impact dan het inzetten van een extra (kartonnen) verpakking. Gelukkig houdt ook hier de ontwikkeling niet op, en zien we steeds vaker dat bepaalde producten zonder omverpakking verstuurd worden, denk aan waterkokers of blenders.”
De consument reageert niet altijd positief op deze ontwikkelingen. De productverpakking kan door het transport beschadigen zonder dat het product beschadigt. Maar daar zijn consumenten volgens Van Ewijk vaak niet van gediend. “Zij wensen een nieuw gekocht product in een onbeschadigde productverpakking te ontvangen.” Ook moet er een etiket op de verpakking geplakt worden met daarop het verzendadres, zodat het pakket gescand kan worden en traceerbaar is. “Ook dit etiket laat vaak sporen achter of zorgt ervoor dat delen van de verpakking niet zicht- of leesbaar zijn. Gelukkig zijn hier inmiddels ook oplossingen voor.”
Verpakkingsmateriaal mee terug
Grotere producten, zoals fietsen, worden vaak via ‘eigen service’ of bijvoorbeeld via tweemanslevering geleverd, net als bijvoorbeeld wasmachines en koelkasten. Hierbij is het volgens Van Ewijk gebruikelijk dat verpakkingsmateriaal direct mee teruggaat, zodat dit in het warehouse of het depot direct gerecycled kan worden. “Verpakkingsmateriaal dient hier vaak ter bescherming van het product. Ook hier heeft een defect of beschadiging aan het product - dat vervangen moet worden - een grotere milieu-impact dan het gebruik van extra verpakkingsmateriaal.” Ook vanuit het duurzaamheidsperspectief is dit een goede oplossing. “De koerier rijdt immers altijd terug naar een depot of warehouse. Dat kan hij doen met een lege bus of ‘vol’ met verpakkingsmateriaal. Dat kan daar direct op de juiste wijze gescheiden en gerecycled worden.”
Van de pakketten die met reguliere bezorging bij de consument komen, wordt het verpakkingsmateriaal niet mee teruggenomen. Het is volgens Van Ewijk heel belangrijk dat deze grote verpakkingen en verpakkingsmaterialen op de juiste wijze verwerkt worden, met name ten behoeve van de recycling. “We gaan vanuit Thuiswinkel.org de mogelijkheden verkennen om samen met de keten te analyseren wat de huidige problemen zijn voor het verwerken van groot karton en hoe we de consument kunnen stimuleren om op de juiste wijze verpakkingen te verwerken. We zoeken daarvoor de samenwerking op met verpakkingsleveranciers, webwinkels, gemeentes, afvalverwerkers, et cetera. In de toekomst zullen we steeds meer overgaan op herbruikbare verpakkingen. Bedrijven zijn daar nu volop mee aan het testen.”
Pallets met ‘statiegeld‘

Het is voor de consument goed mogelijk om karton op de juiste manier te verwerken, maar bij pallets is dat een ander verhaal. Waarom worden die dan toch niet standaard mee teruggenomen, maar vaak bij de consument gelaten? De e-commercesector heeft volgens Van Ewijk nog weinig ervaring en kennis in deze richting, omdat het een recente ontwikkeling is dat (B2B-)bedrijven ook hun assortiment leveren aan consumenten, bijvoorbeeld op pallets. Dus zie je nog wel eens dat een pallet achterblijft, omdat het niet mogelijk is voor de consument om het product direct te verplaatsen, bijvoorbeeld tuintegels of zakken grind. Er zijn echter ook pallets met ‘statiegeld’, die de consument weer kan inleveren. Van Ewijk: “Kortom, het is lastig om voor ieder product of verpakking één oplossing te vinden, en dat is de reden dat we met zoveel partners uit de keten samenwerking en verbinding zoeken.”

Heel divers, complex en zeer uitdagend. In de praktijk blijkt e-fulfilment een vak te zijn dat niet iedereen verstaat en winstgevend kan maken. In een serie artikelen op www.logistiek.nl geven specialisten hun visie op basis van stellingen. Zoals bij Monta, waar Edwin van der Ham zijn bedrijf vorig jaar verkocht aan DHL Supply Chain.