
3 minute read
Voor individualiteit is geen architectuur nodig Warenhuis Vanderveen in Assen van Herman Hertzberger Janny Rodermond
Voor individualiteit is geen architectuur nodig warenhuis Vanderveen in Assen van Herman Hertzberger Het oeuvre van Hertzberger is opmerkelijk constant voor wat betreft de thema’s die hem na aan het hart liggen. Nadrukkelijk ligt het primaat bij het publieke domein. Zowel in als buiten de gebouwen zijn de collectieve ruimtes, die bij voorkeur een informeel gebruik genereren, het belangrijkst. Het transparante warenhuis in Assen contrasteert qua expressie sterk met de omringende baksteenarchitectuur, maar is qua gebruik op alle niveaus verbonden met de stad.
Janny Rodermond Foto’s Duccio Malagamba
In het oeuvre van Hertzberger zijn de constanten opvallender dan het meebewegen met modieuze trends. De aandacht voor het publieke domein, voor een informeel gebruik en voor duurzaamheid zijn constanten over een periode van meer dan dertig jaar. Over een lange periode bekeken ligt zijn kracht niet in de uitbundige expressie. Zijn beste werken, waaronder Centraal Beheer, zijn een beetje droog en schraal. De kracht ligt eerder in de organisatie, in een zekere neutraliteit en interne ruimtelijkheid. Zijn jongste plannen voor nieuwe woongebieden in Almere en Ypenburg omvatten uitbreidbare woningen en het verwondert niet dat ze een haast structuralistische onderlegger kennen. Hertzberger is in eerste instantie zeer tevreden over de huidige condities om architectuur tot stand te brengen. Niet zo verwonderlijk want hij heeft een gevarieerd opdrachtenpakket en krijgt wereldwijde erkenning, terwijl opdrachtgevers meer oog krijgen voor architectonische kwaliteit. Doorpratend is er wel degelijk sprake van kritiek. Deze concentreert zich op de bemoeizucht van de verschillende overheden. Een gebrek aan engagement is vertaald in een overvloed aan regelgeving en een minimum aan budgetten voor collectieve voorzieningen en openbare ruimtes. Hij noemt een aantal voorbeelden. Culturele kwaliteit is volgens hem niet afhankelijk van de architectuur, maar van de aanwezigheid van publieke ruimte voor alledaags gebruik. Ze is afhankelijk van een goede situering van scholen, die Hertzberger een centrale positie toedicht in de samenleving. In Nederland heerst een dramatische afkeer van dichtheid, die vertaald is in regelgeving. Deze is vooral gericht op afscherming van functies en op het beschermen van de privacy van de individuele woning. Dit is in strijd met het sociale karakter van de moderne Nederlandse stad. De huidige sociale en maatschappelijke veranderingen vragen volgens Hertzberger niet om een specifieke architectuur. Gebouwen moeten neutraal en flexibel bruikbaar zijn. Dat bepaalt hun duurzaamheid. De tijd lijkt hem gelijk te geven. Centraal Beheer is wel aangepast, maar niet gesloopt of van binnenwanden voorzien. Zijn eerste bejaardentehuizen worden verbouwd omdat de toegenomen ruimteconsumptie ook in deze sector doordringt, maar bieden daar ook de mogelijkheid toe. In zijn jongste woningbouwplannen zijn nog altijd de rasters en de flexibiliteit herkenbaar die in de jaren zeventig ten grondslag lagen aan het structuralisme. Groeiwoningen spelen nu in op de veronderstelde behoefte van de markt. In de jaren zeventig werd ermee geëxperimenteerd binnen het kader van de inspraak. De setting is gewijzigd, de architectuur blijft gelijk.
Acrobatische invulling De expressie van warenhuis Vanderveen is uitgesproken eigentijds. Maar de thema’s zijn bekend: een flexibele, neutrale structuur, die uitnodigt tot een informeel gebruik op de grens van publieke en private ruimte. Het gebouw bestaat als het ware uit een voor de oude gevel geplaatste kolom die naar beide zijden uitkraagt. De diepte van de uitkraging varieert. De bovenste uitkraging draagt een dakterras met uitzicht op de stad. Het gebouw balanceert voor de pleinwand als een schip dat afgemeerd is aan de kade. Het warenhuis is ontstaan doordat de gebroeders Vanderveen in de loop van deze eeuw verschillende aan elkaar grenzende kleine winkels opgekocht en samengevoegd hebben tot een labyrintisch geheel. De uitbreiding werd geïnitieerd door een complete herinrichting van de stedelijke context, waarbij de rooilijn zes meter naar voren verschoof. Ondanks de smalle marge is het nieuwe gebouw volledig los gehouden van de bestaande structuur, waaraan het niets verandert. Het informele gebruik van het warenhuis heeft wel de nieuwbouw gekoloniseerd, zodat het volgens Hertzberger niet geschikt bevonden werd voor publikatie in het Jaarboek. Oud- en nieuwbouw zijn van elkaar gescheiden door een anderhalve meter brede vide van waaruit gecombineerde uitzichten over het stadsplein en de verschillende verdiepingen van het warenhuis mogelijk zijn. Afhankelijk van de weersgesteldheid en het moment van de dag gedraagt het gebouw zich als een kleurige lichtkrant, een wand die het plein reflecteert of als een transparante etalage van het warenhuis. De opdrachtgever, die zich liever spiegelt aan moderne steden dan aan een benauwd provincialisme, heeft bewust gekozen voor Hertzberger. Deze heeft de aanleiding gebruikt om een luchtig en qua ruimtelijke continuïteit modem gebouw te maken, dat eerder de stad dan de eigenaar toebehoort. Er is vakkundig voldaan aan de vraag vanuit ‘de markt’, terwijl de opdracht tegelijkertijd naadloos past in het eigen oeuvre.