Across cities and continents, a new generation of Chinese diaspora artists is telling stories that cross languages, cultures, and traditions. Photographer Tyler Chan has dedicated his work tobringing these voices together, documenting not just individuals but the bonds that form when creativity becomes a shared language.
Originally from Chinatown, New York, and now based in Rotterdam as a finalyear student at the Willem de Kooning Academy, Chan set out to explore how Chinese identity transforms across different corners of the world. His journey led him through the United States, the Netherlands, France, Luxembourg, Hong Kong, Guangzhou, and Chengdu — each place revealing new layers of memory, culture, and resilience.
Through photography, interviews, and exhibitions, Chan created a living archive of experiences: Chinese hip-hop artists rewriting the beats of their heritage in Hong Kong; families in Rotterdam and Amsterdam keeping traditions alive while raising a new generation; youth communities in Paris and Luxembourg blending languages and styles into something entirely their own.
The goal was never simply to document, but to build a sense of family — a community without borders, tied together by shared struggles and triumphs. In interviews, artists and families
spoke openly about growing up between worlds: balancing expectations, carrying pride in their roots, and forging new identities through music, dance, and everyday life.
What emerged from these conversations and photographs was a portrait not of a single experience, but of many — rich, complex, and deeply human. From New York’s vibrant neighborhoods to the rhythms of New Orleans, from Guangzhou’s old streets to the buzzing creativity of Rotterdam, Chan’s project reveals a global family connected not just by blood, but by spirit.
At a time when diaspora stories are too often reduced to stereotypes or left untold, this work reminds us that identity is not fixed — it is living, evolving, and woven from countless personal histories. By creating a space for these voices to meet, reflect, and celebrate their journeys, Chan’s exhibitions invite viewers to see the Chinese diaspora not as a distant idea, but as a vital, creative, and ever-growing family.
As he looks to the future, Chan hopes that the project will continue to expand, building even more bridges between communities worldwide — and preserving the voices of a generation that is shaping new definitions of home, heritage, and belonging.
Uitgelicht: Bamboe
Wat en hoe
Bamboe wordt in China al duizenden jaren gebruikt voor allerlei doeleinden. Al in de prehistorie maakten vroege Chinese gemeenschappen gebruik van bamboe om bijvoorbeeld gereedschappen en manden te vervaardigen, of om schuilplaatsen te bouwen. Bamboe groeit snel en is in veel delen van China gemakkelijk in de natuur te vinden. Het materiaal leent zich uitstekend om met eenvoudige bewerkingen direct iets bruikbaars te maken.
In de bronstijd werd bamboe ook ingezet voor het maken van wapens: schilden en speerpunten, maar ook bogen en pijlen. Daarnaast werden bamboevezels bewerkt tot ne en en touwen. In de vroege dynastieën vond bamboe ook zijn weg naar de bouw en werd het gebruikt als drager van Chinese schritekens. Deze ontwikkeling leidde tot de opkomst van bamboe schri rollen en penselen van bamboe. Later werden de bamboerollen verdrongen door de uitvinding van papier. Hoewel bamboemeubels al eerder bestonden, werd bamboe pas vanaf de Ming-dynastie (in de tijd van de Europese Middeleeuwen) echt veelvuldig gebruikt in het interieur. Tafels, stoelen, kasten en bedden werden ervan gemaakt. En laten we ook de grote bouwsels niet vergeten, zoals bruggen.
Bamboe komt het meest voor in het zuiden van China, in provincies zoals Zhejiang, Fujian, Guangxi, Guangdong en Hunan. Dit gebied hee een warm en vochtig klimaat, ideaal voor de groei van verschillende bamboesoorten.
Een persoonlijke noot Bamboemeubels zijn nog steeds veelvoorkomend in Chinese huizen. Zelf ben ik opgegroeid in een huis met veel meubels van bamboe. We hadden bijvoorbeeld een bamboe rustbed in de ‘woonkamer’ staan, waar we met z’n allen op rus en. Ook was er een bamboe relaxbank waar mijn opa of oma vaak op lag, en talloze bamboekrukjes. Zo’n krukje kwam ik ook tegen in de tentoonstelling – niet als object, maar echt bedoeld om op te zi en. Als ik daarop plaatsneem, overvalt me een gevoel van heimwee. Je zit laag, maar voor een kinderlichaam was het perfect.
Een ander object uit de tentoonstelling dat me bijzonder raakte, was een onderhemd gemaakt van bamboekralen. Iets wat ik nog nooit eerder had gezien – ik wist niet eens dat dat bestond. Het deed me denken aan een malienkolder, en ik dacht eerst dat het iets met Chinese soldaten te maken moest hebben. In de rondleidersgids vond ik deze uitleg:
Dit onderhemd is gemaakt van duizenden bamboekralen die met de hand aan elkaar zijn genaaid tot een netachtige structuur. Dit creëert een luchtlaag tussen je huid en je zomerkleding. Het zorgt voor isolatie tegen de hi e en voorkomt dat je kleding – vroeger meestal een zijden gewaad –zweetvlekken krijgt. De omboordsels zijn waarschijnlijk later aangebracht als reparatie. Zulke bamboehemden werden van de Ming-dynastie (1368–1644) tot begin 20e eeuw gedragen, vooral in het tropische zuiden van China.
Prachtig vond ik dat – bamboe als materiaal voor kleding! Het blijkt dus dat mensen zich al eeuwenlang kleden met bamboe. Tegenwoordig zie je ook kleding van bamboe, maar dan in een heel andere vorm. Het wordt vaak gepresenteerd als duurzaam. Ik las hierover op een website over duurzame kleding:
De productie van bamboekleding Als je in de winkel een onderbroek, paar sokken of een T-shirt van bamboe koopt, is dat gemaakt van garen die zijn gesponnen uit bamboestengels. Dat kan op twee manieren: via een mechanisch proces of via het viscoseproces.
Het mechanische proces: De geoogste bamboe wordt verzameld, geplet en gestoomd. Daarna kookt men het met natuurlijke enzymen, wat resulteert in een papperige massa. Hieruit worden vezels uitgekamd, waar vervolgens garen van worden gemaakt. Die garen kunnen dan worden geweven of gebreid tot bijvoorbeeld T-shirts. Dit proces lijkt op hoe linnen wordt gemaakt uit hennep of vlas. Het is helaas erg arbeidsintensief, kostbaar en tijdrovend, waardoor de meeste producenten het vermijden.
Het klinkt prachtig: het materiaal voelt zacht aan op de huid, houdt je koel in de zomer en warm in de winter. Veel merken beweren ook dat bamboe antibacterieel of hypoallergeen is.
Maar: hoewel de oorspronkelijke bamboevezels die eigenschappen hebben, kun je je afvragen hoeveel daarvan overblij na een chemisch productieproces...
Ik heb een zwak voor spullen die van bamboe zijn gemaakt. Ik heb ze graag om me heen. Vlechtwerk van bamboe vind ik fantastisch – grote plateaus waar groente op wordt gelegd om in de zon te drogen. Die plateaus gebruik ik nu om spullen op te displayen. Ze ademen direct vakmanschap.
Ik zou willen dat ik van iemand kon leren om met bamboe te vlechten. Misschien is dat nog een van mijn stiekeme wensen: mijn makerschap uitbreiden met deze eeuwenoude techniek.
www. ro erdam.wereldmuseum.nl
Ondertussen in de atelier…………
Op zolder van het Wereldmuseum
Ro erdam bevindt zich het atelier. Een lichte ruimte met een prachtig uitzicht over de stad. Hier worden workshops gegeven die aansluiten bij de tentoonstelling. Made in China is bij uitstek een van de mooiste tentoonstellingen om inspirerende workshops bij te maken én te volgen.
Er komen scholen uit het hele land om deel te nemen aan de workshops, maar ook gewone museumbezoekers zijn welkom om iets te komen maken. Van papieren knipkunst tot emailleren — voor kleuters én voor volwassenen. Zie het atelier als een plek waar makers worden geboren. Je kunt er even proeven hoe iets gemaakt wordt, om daarna geïnspireerd thuis verder te leren of te creëren. Vooral kinderen doen waardevolle ervaringen op in ons atelier. Ze leren met hun handen te werken, maken kennis met technieken en tradities die misschien een beetje in de vergetelheid zijn geraakt — gewoon omdat we er niet meer zo bij stilstaan.
Het is mooi om te zien hoe een tentoonstelling niet alleen kan bijdragen aan begrip voor een onderwerp of cultuur, maar ook le erlijk de ruimte biedt om zelf iets te leren met je handen. Een vaardigheid of een stukje wijsheid waarvan wij hopen dat kinderen het de rest van hun leven met zich meedragen.
Voor deze editie heb ik bamboe gekozen als mijn onderwerp. Al die tijd moest ik denken aan de woorden: “buigen als een bamboe.” Waar ik het precies vandaan heb, weet ik niet, maar het spreekt me erg aan. Ik zeg het ook graag. Toen ik ging opzoeken of er echt een Chinees spreekwoord bestaat dat hierop lijkt — met dezelfde woorden en betekenis — kwam ik dit tegen: 象竹般弯而不折 (xiàng zhú bān wān ér bù zhé)
Le erlijk: “Als bamboe, buigen maar niet breken.”
Betekenis: Wees exibel en veerkrachtig in moeilijke tijden; pas je aan zonder je waarden te verliezen.
Misschien geen o cieel spreekwoord, maar het wordt blijkbaar wel vaak gezegd. Voor mij vat het mooi samen hoe wij zijn — als mensen, als Chinezen.
Maar goed, dan nu naar een van de leukste eigenschappen van bamboe: bamboescheuten. Eetbare bamboe! Niet alleen panda’s eten het — ook wij mensen kunnen bamboe eten. Het gaat dan om jonge bamboescheuten, die net uit de grond komen. Het was echt een van mijn favoriete groenten toen ik nog in China woonde als kind. In Nederland koop ik nog regelmatig bamboe — meestal uit blik of bevroren. Soms vind je ze vers, maar dat is zeldzaam. Het smaakt lang niet zo lekker als in mijn herinnering, maar het voldoet.
En dan is er Zongzi — pakketjes van kleefrijst, omwikkeld met bamboebladeren. Die bladeren geven een bijzondere geur af aan de rijst. Zongzi maken en eten we tijdens het Drakenbootfestival. Het is een lekkernij die ik van mijn oma heb leren maken. Mijn favoriet zijn de zoete Zongzi, met een vulling van Chinese dadel. De natuurlijke zoetheid van de dadels komt vrij als ze eenmaal zacht zijn gestoomd.
De Zongzi van mijn oma waren altijd gemaakt van geelgekleurde kleefrijst. Die kleur kwam van een geurige bloem, die ze eerst kort in een wok verhi e. Daarna maakte ze met veel water een soort kleurstof. De bloemen werden eruit ge lterd, en de wi e kleefrijst werd in het geurige gele water geweekt. Elk jaar houd ik deze traditie in ere door zelf Zongzi te maken. Soms hele pannen vol — bijvoorbeeld als ik ze maak voor een evenement — en soms een kleine hoeveelheid, gewoon voor mezelf en om te delen met vrienden en familie. Ik geniet ervan.
En dit jaar ga ik voor het eerst het maken van Zongzi ook doorgeven aan mijn kinderen.
Ik laat ze stap voor stap zien hoe je ze maakt en vouwt. We gaan weer smullen.