ARTIKEL
GASTAUTEUR
PEPIJN VAN DER VEEN Masterstudent ‘Ondernemingsrecht aan de Zuidas’
TUSSEN WAARSCHUWING EN ONTSLAG Met het wetsvoorstel tot Wijziging van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren (Wrra) beoogde de regering de tuchtrechtelijke mogelijkheden tot het corrigeren van rechters uit te breiden.2 Het voorstel, dat begin vorig jaar al unaniem door de Tweede Kamer werd aangenomen en op 26 juni 2018 door de senaat als hamerstuk is afgedaan, introduceert de maatregel van schorsing.3 Met deze maatregel heeft de wetgever de leemte tussen de bestaande maatregelen, de relatief lichte schriftelijke waarschuwing enerzijds en het zware ontslag anderzijds, op te vullen.4 Hierbij moet worden opgemerkt dat de mogelijkheid tot het op non-actief stellen van rechters reeds sinds lange tijd is opgenomen in de Wet Rechtspositie Rechterlijke Ambtenaren, maar dat het daarbij gaat om een ordemaatregel waaraan het punitieve karakter ontbreekt.5 Het doel was tot voor kort bijvoorbeeld slechts om de betrokken rechter te schorsen in afwachting van de uitkomst van een ontslagprocedure.6
Sinds de Bataafse Republiek domineert één thema de geschiedenis van het tuchtrecht voor rechters: het bewaken van de rechterlijke onafhankelijkheid. Het bekritiseren van wetsvoorstellen op dit gebied is daardoor enigszins als schieten voor open doel. Breidt de wetgever de hoeveelheid of de zwaarte van disciplinaire maatregelen uit, dan doet het daarmee afbreuk aan de rechterlijke onafhankelijkheid. Voegt een voorstel inhoudelijk weinig toe, dan loopt men het risico dat ongewenst gedrag niet of niet passend kan worden bestraft. Het is aan de wetgever om zijn wetsvoorstel door de Scylla en
januari 2019 | ALIBI Magazine
Charybdis van het rechterlijk tuchtrecht te navigeren. Hoewel de rechterlijke onafhankelijkheid niet expliciet in onze Grondwet is vastgelegd, kan zij worden afgeleid uit artikel 117 Gw. Hierin wordt bepaald dat leden van de rechterlijke macht met rechtspraak belast bij koninklijk besluit voor het leven worden benoemd, en uit dat zij slechts in bij wet bepaalde gevallen, door een bij wet aangewezen orgaan dat onderdeel uitmaakt van een tot de rechterlijke macht behorend gerecht, kunnen worden geschorst of ontslagen. Relevant voor het tuchtrecht
45