In gesprek met Daphne Sies

Page 1

IN GESPREK MET DAPHNE SIES

OP ZATERDAG 18 FEBRUARI 2012, CARNAVALSZATERDAG, WORDT DAPHNE SIES NEERGESTOKEN DOOR HAAR EX IN HAAR EIGEN WONING, KORT NADAT ZIJ DE RELATIE MET HEM HEEFT BEËINDIGD. ALS SLACHTOFFER VAN DIT GEWELDSMISDRIJF

WORDT ZE IN DE MAANDEN DAAROPVOLGEND BETROKKEN BIJ HET STRAFPROCES TEGEN HAAR EX. HET STRAFPROCES IS HET BEGIN VAN HAAR WEG NAAR HERSTEL. ZO GAAT ZE BIJVOORBEELD MET HAAR EX IN GESPREK - DIT GEBEURT VOOR

DE EERSTE KEER TIJDENS EEN BEMIDDELINGSGESPREK GEORGANISEERD DOOR STICHTING PERSPECTIEF HERSTELBEMIDDELING. INMIDDELS DEELT DAPHNE HAAR VERHAAL EN GEEFT ZE TRAININGEN AAN LEDEN VAN HET OPENBAAR MINISTERIE OVER ‘DEBEJEGENINGVANHETSLACHTOFFER’. VANWEGE HAAR ERVARING KAN DAPHNE NAMELIJK EEN ANDER - EN ZEER WAARDEVOL - PERSPECTIEF BIEDEN OP DE STRAFRECHTSPRAKTIJK: DIE VAN HET SLACHTOFFER. OP DINSDAG 4 APRIL JL.

GINGEN WIJ VOOR ALIBI IN GESPREK MET DAPHNE OVER HAAR ERVARING EN DE BIJZONDERE POSITIE VAN HET SLACHTOFFER IN HET STRAFPROCES.

DOOR JENS VREUGDENHIL EN DESTINY EBINUM

De opvatting van Daphne over de huidige omgang met slachtoffers wordt al in de eerste minuten van het gesprek duidelijk: wij worden er door Daphne op gewezen dat de terminologie ‘bejegening van het slachtoffer’ niet helemaal passend is. ‘‘Bejegening is eigenlijk gewoon een duur woord voor omgaan met’’, aldus Daphne. Het is duidelijk: we moeten het juridisch jargon laten varen. Ze heeft eenzelfde boodschap voor de leden van het OM die ze traint; juridisch jargon vergroot de kloof tussen de strafrechtspraktijk en het slachtoffer. We beloven ons best te doen en parafraseren nog snel even onze vragen voor Daphne.

JE VERTELDE DAT JE NIET TIJDENS DE ZITTING VOOR DE EERSTE KEER GECONFRONTEERD WILDE WORDEN

MET JOUW EX, WILDE JE WEL ACTIEF BETROKKEN ZIJN BIJ DE STRAFZAAK?

‘’Dat zeker. Slachtofferhulp heeft me daar ook echt bij geholpen en ik heb tijdens de zitting ook gebruik kunnen maken van mijn spreekrecht. Je moet je alleen bedenken dat als je zoiets overkomt, dan leeft er een monster in je hoofd. Mijn ex was dat monster en ik wilde hem weer als mens zien, zodat ik makkelijker door kon met mijn leven. Dat kon niet gelijk, want in het begin sta je in overlevingsstand. We werden uit elkaar gehaald, hij werd meegenomen

door de politie en ik door de ambulance. We hadden toen geen enkel contact meer. Ik dacht, als ik mijn zegje wil doen tijdens de zitting, dan wil ik niet geconfronteerd worden met dat monster. Dan zou ik blijven hangen in schrik of alleen maar huilen. Ik heb daarom de organisatie Perspectief Herstelbemiddeling ingeschakeld om een bemiddelingsgesprek voor ons te organiseren in de gevangenis waar mijn ex toen zat. Ik had van tevoren vragen voorbereid, maar die heb ik eigenlijk niet kunnen stellen. Het gesprek was een ontlading van verdriet, pijn en woede. Alles kwam eruit, ook vanuit zijn kant. Na dat gesprek kon ik hem weer zien als mens die

ALIBI MAGAZINE | EDITIE 2 2023 4 INTERVIEW
EDITIE 2 2023 | ALIBI MAGAZINE 5 INTERVIEW

dit eigenlijk óók was overkomen. Ik keur niet goed wat hij heeft gedaan, maar iemand als mens zien maakt dat de horror je niet blijft achtervolgen. Dat heeft mij ook geholpen tijdens de zitting.’’

JOUW EX HEEFT ZICH UITEINDELIJK VOOR DE RECHTER MOETEN VERANTWOORDEN, HOE HEB JIJ HET STRAFPROCES TEGEN JOUW EX ERVAREN?

‘’Er kwam al heel snel een zitting. Al binnen drie maanden na het incident, wat voor de strafrechtspraktijk heel vlot is. Achteraf had het misschien beter langer kunnen duren voordat de zaak op zitting kwam, want ik zat eigenlijk nog in een soort schok- of overlevingsstand. Alles ging langs me heen. Ik voelde zelf niet zoveel. Iedereen om mij heen was verdrietig en boos en ik kon dat eigenlijk nog helemaal niet zijn. Dat kwam bij mij pas veel later. Het proces zelf verliep oké. Ik heb vooraf veel gesprekken gehad met de officier van justitie en die was heel begripvol, dus

het contact met haar verliep prettig. Ik wist daarnaast, omdat ik bij de reclassering heb gewerkt, hoe het in zijn werk ging bij de rechtbank. Dat maakte voor mij de drempels wat lager. Het enige waar ik me echter over verbaasde was de uitspraak. Niet de uitspraak an sich, maar de manier waarop ze de uitspraak doen. Dan moet je weer naar de rechtbank en dan kom je met heel veel mensen in de zittingszaal te zitten en dan leest de griffier in iedere zaak op wat de uitspraak was. Dat ging heel snel en dat was ook vrij onpersoonlijk, ik zat daar en dacht: ‘Oh, was dat mijn zaak, is het nou al gezegd?’ ‘Wat was nou precies de uitspraak?’ Dat had persoonlijker gemogen en dat vond ik jammer.’’

JE HEBT JOUW ROL IN HET STRAFPROCES ALS POSITIEF ERVAREN, MAAR DENK JE DAT HET OOK NEGA-

TIEVE KANTEN KAN HEBBEN OM ALS

SLACHTOFFER DEEL TE NEMEN AAN HET PROCES?

BIO

Jens Vreugdenhil:

Bachelorstudent Rechtsgeleerdheid

aan de Universiteit van Amsterdam

‘’In mijn ogen niet. Het is een confrontatie en dat is super heftig, maar daarna kun je wel weer verder en kun je wat er gebeurd is gaan afsluiten. Ik denk daarom dat iedereen het eigenlijk wel nodig heeft, maar er zijn ook heel veel mensen die het uit de weg gaan. Alleen als je het uit de weg blijft gaan, dan houdt het feit of de dader de regie. Jij bent degene die verder moet en dan moet je de regie terugpakken, daar gaat het uiteindelijk om. Bij het strafproces aanwezig zijn helpt daarbij. Dat gezegd hebbende, ik ben van nature een persoon die de confrontatie aan wil gaan, maar dit is voor anderen soms lastiger.’’

ZIJN ER MANIEREN WAAROP DE DREMPELS VOOR SLACHTOFFERS OM MEE TE DOEN AAN HET STRAFPROCES KUNNEN WORDEN VERLAAGD?

‘’Tegenwoordig werken er mensen bij het OM die als tussenpersoon fungeren (slachtoffercoördinators, red.), zeker bij huiselijk geweld zaken en dat is heel fijn. Je hebt als slachtoffer iemand nodig die je de voors en tegens uitlegt en je kan uitleggen wat jouw positie is als slachtoffer en wat jouw rechten zijn. Anders heb je het idee dat je het allemaal zelf moet doen. Dat er nu dus tussenpersonen werken bij het OM kan de drempel voor slachtoffers verlagen. Ik denk daarnaast dat contact met lotgenoten belangrijk is; met mensen in gesprek gaan die hetzelfde of iets soortgelijks hebben meegemaakt. Als officier van justitie kan je tijdens een gesprek met een slachtoffer wel zeggen ‘ja, ik begrijp het’ of ‘ik snap het’, maar dat doe je niet echt. Je begrijpt het niet, want je hebt het niet meegemaakt.

Het is dus goed en meelevend bedoeld, maar dat soort woorden zijn juist heel lastig. Het werkt denk ik beter om iemand bij je te hebben die iets soortgelijks heeft meegemaakt. Het kan enorm drempelverlagend werken om iemand naast je te hebben die je écht begrijpt, maar dat moet je als slachtoffer wel willen.’’

WAT KUNNEN WE IN NEDERLAND

VERBETEREN TEN AANZIEN VAN DE OMGANG MET SLACHTOFFERS?

‘’Het Openbaar Ministerie moet eigenlijk gewoon toegankelijker worden. Hoe je dat doet is natuurlijk een moeilijke vraag, maar ik denk dat het al kan met een foldertje of met een filmpje. Daarnaast kan ook het contact vanuit het Openbaar Ministerie met het slachtoffer vaak beter. Een officier van justitie heeft tijdens de gesprekken met het slachtoffer een doel en dat is heel begrijpelijk. Zij hebben een datum voor een strafzaak en moeten het bewijs

ALIBI MAGAZINE | EDITIE 2 2023 6
INTERVIEW
‘’Het gesprek was een ontlading van verdriet, pijn en woede. Alles kwam eruit, ook vanuit zijn kant.’’

voor die datum rond krijgen als ze een veroordeling willen, maar als je daar te veel mee bezig bent dan raak je slachtoffers kwijt. Als slachtoffer heb je meer tijd en begrip nodig en je bent tijdens die gesprekken vaak met hele andere dingen bezig. Zo’n gesprek kan dan heel averechts werken. Als officier doe je er goed aan om aan te voelen waar het slachtoffer in zijn eigen proces zit en waar de behoefte ligt van het slachtoffer. Je kan dus niet altijd alles bespreken in één gesprek, maar moet dat in twee of drie gesprekken. Soms mogen dingen extra tijd kosten. Je krijgt namelijk ook te maken met mensen die problemen met de mentale gezondheid hebben, zoals PTSS. Het is belangrijk dat het Openbaar Ministerie hierover voldoende kennis in huis heeft en hiermee weet om te gaan. Een laatste punt is de taal, juristen spreken altijd in vakjargon, maar dat is een enorme drempel voor slachtoffers.’’

NAAST HET OPENBAAR MINISTERIE

KOMEN NATUURLIJK OOK ANDEREN IN CONTACT MET HET SLACHTOFFER, ZOALS DE RECHTER EN DE ADVOCAAT. WAAR MOETEN ZIJ OP LETTEN?

‘’Als rechter moet je niet zakelijk en star blijven. Natuurlijk begrijp ik dat je als rechter niet te veel mag weggeven, welke ideeën je hebt over de zaak enzovoort, maar een menselijke benadering kan altijd en dat werkt wel beter. Het is voor iedereen super spannend als je in een rechtszaak terechtkomt en al helemaal als je dat voor het eerst meemaakt. Als de rechter dan heel strak of star is, dan is dat niet prettig. Wat advocaten betreft vind ik het moeilijk om te zeggen wat ik van hen verwacht. Vaak worden er wel veel kleine details opgeworpen die moeten gelden als verzachtende omstandigheden. Dat is een beetje onnodig en je merkt dat anderen daar geïrriteerd door raken. Het is natuurlijk hun baan, maar soms is het onnodig.’’

UITEINDELIJK IS JOUW EX VEROORDEELD, KAN JE DAAR WAT MEER OVER VERTELLEN?

‘’Mijn ex is veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier jaar, waarvan een jaar voorwaardelijk. Er zijn mensen om mij heen geweest die het een belachelijk lage straf vonden, maar ik heb dat nooit zo gezien. Ik denk namelijk dat hij nog steeds niet klaar is met zijn straf. Hij is en blijft ook een mens. Ik probeer me in te beelden dat je zo’n feit gepleegd zou hebben, dan ben je toch ook heel lang bezig met daarbovenop komen? Dat is een nog grotere straf dan een paar jaar zitten, dat denk ik echt. Het lijkt mij heel zwaar om hem te zijn eigenlijk. Ik sluit mij aan bij wat Frans Douw (auteur van ‘’Het Zijn Mensen, het verhaal van een Gevangenisdirecteur”, red.) altijd zegt: Daders zijn ook mensen en die hebben ook het recht op nog een kans. Ik gun mijn ex nog steeds een heel mooi leven, maar alsjeblieft wel heel ver bij mij vandaan. Overigens vond ik natuurlijk wel dat er iets van een straf moest volgen op zijn daad.’’

‘’Wat er na de uitspraak gebeurt is overigens wel een punt van aandacht. Als slachtoffer krijg je dan geen informatie meer. Je wordt wel op de hoogte gesteld wanneer iemand bijvoorbeeld met verlof mag, maar dat is dan heel kort van tevoren en dat is natuurlijk heel spannend. Hetzelfde geldt voor de mededeling dat iemand vervroegd vrij komt. Daarbij krijg je geen begeleiding, je wordt enkel op de hoogte gesteld dat het zo is. Ik begrijp dat hij ook zijn privacy heeft, maar jij zit zelf ook in een proces om erbovenop te komen. Als je hem dan in de supermarkt tegenkomt, dan helpt dit niet.’’

WAAR HOOP JE OP VOOR DE TOEKOMST MET BETREKKING TOT DE POSITIE VAN HET SLACHTOFFER?

‘’Ik hoop dat de drempel voor het slachtoffer om in gesprek te gaan met

het OM lager blijft worden. Het moet natuurlijk geen leuk uitje worden om naar het OM toe te gaan, want het gaat om serieuze zaken. Maar ja, waar ligt de grens hè? Ik denk wel dat er nog heel veel valt te bereiken bij hoe de mensen binnen het OM de slachtoffers benaderen, of in ieder geval in hun gesprekken. Ze zijn nu bezig daarvoor te trainen, maar ik denk dat daar nog wel ruimte voor verbetering is.’’

DIT TIJDSCHRIFT IS NATUURLIJK VOOR (TOEKOMSTIGE) JURISTEN. WELKE LES/BOODSCHAP ZOU JE AAN HEN WILLEN MEEGEVEN?

‘’Probeer altijd jezelf te blijven en je te verwonderen. Ik probeer me altijd te verwonderen over hoe mensen in elkaar zitten en waar ze mee bezig zijn en probeer dat niet alvast voor ze in te vullen. Ik vraag ze juist ‘hoe zit dat dan bij jou?’

Probeer je dus op een open manier in de ander in te leven. Dan kan je echt naast iemand staan. Daarmee kom je denk ik het verst.’’

Destiny Ebinum:

Master Strafrecht

aan de Universiteit van Amsterdam

EDITIE 2 2023 | ALIBI MAGAZINE 7
INTERVIEW
BIO

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.