Men moet er aan werken

Page 1

“MEN MOET ER AAN WERKEN.”

IN 1951, IETS MEER DAN DRIE JAAR NADAT ZE ZEGEVIERDE ALS GRONDLEGGER VAN DE UNIVERSELE VERKLARING VAN DE RECHTEN VAN DE MENS (HIERNA: UVRM), ZEI ELEANOR ROOSEVELT HET VOLGENDE: “HET IS NIET GENOEG OM OVER VREDE TE PRATEN. MEN MOET ERIN GELOVEN. EN HET IS NIET GENOEG ERIN TE GELOVEN. MEN MOET ER AAN WERKEN.” JUIST IN EEN TIJD DAT MEN GECONFRONTEERD WERD MET DE PIJN EN VERNIETIGING DIE DE MENS TEWEEG KAN BRENGEN IS HET WERELDLEIDERS VAN DIE TIJD GELUKT OM SAMEN TE KOMEN IN DE WENS LIJDEN TE VERMINDEREN. NU, 75 JAAR NADAT DE UVRM GEPRESENTEERD WERD, LIJKT HAAR KERNOVERTUIGING UIT ONZE HANDEN TE GLIPPEN: DE WETENSCHAP DAT DE WERELDGEMEENSCHAP ZICH CONSTANT EN ACTIEF MOET INZETTEN OM DE MENS BINNEN DE PERKEN VAN HET MENSELIJKE TE HOUDEN.

DOOR TIJMEN DIETVORST

10 ALIBI MAGAZINE | EDITIE 1 2023 ARTIKEL | MENSENRECHTEN

Op het moment dat ik dit schrijf verblijven ongeveer 25 volwassenen en 30 kinderen met de Nederlandse nationaliteit in Syrisch-Koerdische gevangenkampen.1 Deze volwassenen, waarvan voornamelijk vrouw, worden formeel uitreizigers genoemd. Deze term doelt op individuen met een Nederlandse nationaliteit die ervoor hebben gekozen naar Syrië af te reizen om zich daar aan te sluiten bij de Islamitische staat (hierna: IS). Onder deze groep individuen bevinden zich vaak ook kinderen die noodgedwongen met hun ouders meeverhuisd zijn of in Syrië geboren worden.

Op dit moment zitten er naar schatting meer dan 7300 kinderen vast in gevangenenkampen in Noord-Syrië.2 Jarrah Riedijk was zo’n IS-kind. Als kind van de Britse moeder Shamima Begum en een Nederlandse vader had deze jongen de Nederlandse nationaliteit.3 Echter, in 2019 overleed Jarrah als gevolg van erbarmelijke omstandigheden in het kamp aan een longontsteking. De Engelse staat weigerde eerder Jarrah en zijn moeder te repatriëren. Ondanks de blijvende vraag van uitreizigers om gerepatrieerd te worden, en de bereidheid van de Koerden om repatriatie actief bij te staan, heeft ook de Nederlandse staat nog niet alle kinderen veiliggesteld. Sterker nog, de Hoge Raad heeft bepaald dat de Nederlandse staat geen inspanningsverplichting heeft om repatriatie uit te voeren.5

In dit artikel wil ik een inkijk nemen in de manier waarop juridische mensenrechtenverplichtingen zich verhouden tot hun morele onderbouwing. Om dit te doen neem ik de repatriëring van de kinderen van uitreizigers onder de loep. Dit geeft me de mogelijkheid om aan de hand van deze zaak de discrepantie tussen de theoretische onderbouwing van de mensenrechten en haar uitvoe-

ring bloot te leggen. Ik concludeer dan ook dat de manier waarop de Hoge Raad de verplichtingen van de Nederlandse staat interpreteert onverenigbaar is met de morele onderbouwing van het mensenrechten-project.

ERBARMELIJKE OMSTANDIGHEDEN

Zoals eerder gesteld leven de eerder genoemde Nederlanders onder erbarmelijke omstandigheden in Syrisch-Koerdische gevangenkampen. De gevangenen komen meermalen tekort in basisvoorzieningen zoals gezondheidszorg, schoon drinkwater en eten. Dit leidt geregeld tot gezondheidsklachten zoals hartfalen, dehydratie, interne bloedingen en soms zelfs de dood.6 In 2019 kwamen er 517 mensen om in deze kampen, waarvan 371 kinderen.7 Zelfs de VN bevestigde deze slechte leefsituatie door de kampen “vreselijk” en “inhumaan” te noemen.8

Hoe reageert Nederland hierop? Zo nu en dan kiest het kabinet ervoor om vrijwillig vrouwen en kinderen te repatriëren om ze te beschermen tegen de omstandigheden in de kampen. Dit gebeurde bijvoorbeeld in november van vorig jaar toen 12 vrouwen en 28 kinderen om humanitaire redenen verwelkomd werden op Nederlands grondgebied.9 De staat is daarna logischerwijs overgegaan tot het berechten van deze moeders voor hun lidmaatschap aan een terroristische organisatie.

Echter, nog niet alle vrouwen en kinderen met een Nederlandse nationaliteit zijn teruggehaald uit Noord-Syrië. De reden hiervoor is dat het kabinet tot nu toe onwillig is geweest uitreizigers en hun kinderen systematisch een helpende hand te bieden. Het kabinet is bereid tot repatriatie over te gaan in specifieke gevallen, maar heeft nog geen uitspraken gedaan over een mogelijk structureel recht voor kinderen van uitreizigers om verwelkomd te worden in hun land van nationaliteit. Hieraan ten grondslag ligt een afweging tussen de nationale veiligheid en het in bescherming nemen van uitreizigers. Toch, het beschermen van Nederlandse staatsburgers is niet louter politiek. De vraag is dan ook niet of repatriatie wenselijk is, maar tot in hoeverre de Nederlandse staat verplicht is om de uitreizigers en hun kinderen te beschermen van de barre omstandigheden waarin ze zich verkeren.

Tijmen Dietvorst

11 EDITIE 1 2023 | ALIBI MAGAZINE ARTIKEL | MENSENRECHTEN
BIO
Alumnus Magister Juris aan de University of Oxford
“Op dit moment zitten er naar schatting meer dan 7300 kinderen vast in gevangenenkampen in Noord-Syrië.”

GEEN INSPANNINGSVERPLICHTING

Het gerechtshof Den Haag en daarna de Hoge Raad hebben de voorgaande vraag behandeld en zijn in hun uitspraken duidelijk geweest: Nederland heeft geen inspanningsverplichting om uitreizigers en hun kinderen te

repatriëren.10 De Hoge Raad erkende dat de Nederlanders in IS kampen bloot werden gesteld aan mensenrechtenschendingen, en dat de staat in een positie verkeert deze schendingen tegen te gaan. Toch besloot de Hoge Raad dat dit niet voldoende

reden was om de staat een verplichting van inspanning op te leggen.11

De advocaten van de uitreizigers waren het hier uiteraard niet mee eens. Zij pleitte dat de Nederlandse staat wél een verantwoordelijkheid draagt voor de mensenrechtenschending in de gevangenenkampen. 12 Binnen hun pleidooi legden ze de nadruk op de internationale verbintenissen die Nederland in verband met mensenrechten is aangegaan. Het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) en het Internationale Verdrag voor de

12 ALIBI MAGAZINE | EDITIE 1 2023
ARTIKEL | MENSENRECHTEN
“In andere woorden stelt de Hoge Raad dus eigenlijk dat dit simpelweg niet ons probleem is.”

Rechten van het Kind (IVRK) stonden hier centraal. 13 In het bijzonder haalde de advocaten van de uitreizigers de volgende artikelen van het IVRK aan:

• Artikel 2 lid 2, de bescherming tegen elke vorm van bestraffing;

• Artikel 3, de verplichting om de belangen van het kind de eerste overweging te geven bij maatregelen over kinderen;

• Artikel 6 lid 1, het recht op leven;

• Artikel 6 lid 2, het recht op ontwikkeling;

• Artikel 37 sub a, het verbod op elke vorm van foltering, wrede, onmenselijke of onterende behandelingen.

Naast het IVRK is de staat ook gebonden door het EVRM. De situatie waarin de kinderen van uitreizigers zich verkeren overtreedt volgens de advocaten de volgende rechten van dit verdrag:

• Artikel 2 lid 1, het recht op leven;

• Artikel 3, het verbod van foltering;

• Artikel 6 lid 1, het recht op een eerlijk proces;

• Artikel 3 lid 2 van het vierde protocol van het EVRM, het verbod van uitzetting van onderdanen.

Indien men dan ook kijkt naar de wetteksten in combinatie met de feiten is het duidelijk dat de uitreizigers en hun kinderen in omstandigheden verkeren die niet in lijn zijn met de standaard van leven waar het IVRK en EVRM op doelen. Zo is het onverenigbaar met artikel 6 lid 1 van het EVRM dat de kinderen opgesloten zijn in een gevangenkamp zonder enige vorm van proces. Daarbij lijken de eerder genoemde erbarmelijke omstandigheden ook een overtreding van het recht op leven en ontwikkeling te zijn. Sommige geleerden hebben zelfs beargumenteerd dat de omstandigheden waarin de kinderen dag in dag uit verkeren als een vorm van foltering kan worden begrepen.14

Het was voor de Hoge Raad dan ook niet de vraag óf er mensenrechten geschonden worden in de gevangenenkampen, maar tot in welke mate deze schendingen de verantwoordelijkheid van de Nederlandse staat zijn.15 Hierover kwam de Hoge Raad tot de conclusie dat dit niet het geval is. De vrouwen en kinderen kunnen zich niet op de mensenrechtenverdragen beroepen omdat zij zich buiten Nederlands grondgebied bevinden, en daarom niet binnen de rechtsmacht van de staat vallen.16 Naast de mensenrechtenverplichtingen onder het IVRK en EVRM ging de Hoge Raad ook nog in op de bijzondere zorgplicht die de staat heeft tegenover haar burgers onder artikel 6:162 BW.17 De advocaten van de vrouwen pleitten namelijk dat de zorgplicht in dit artikel geschonden wordt door de Nederlandse staat. Dit zou dan betekenen dat de staat een onrechtmatige daad begaat door niet tot repatriatie over te gaan. Echter, hierover besloot de Hoge Raad dat de nationale veiligheid zwaarder woog dan de bijzondere zorgplicht van de staat tegenover onschuldige kinderen en hun strafwaardige moeders.18 Zodoende bepaalde de Hoge Raad dat de staat niet onrechtmatig handelt door de vrouwen en kinderen niet actief te repatriëren.

DE RECHTEN VAN DE MENS

Deze afwegingen stellen echter

pijnlijk bloot hoe de toepassing van mensenrechtenverdragen haaks staan op haar fundament: de wens het lijden in de wereld te verminderen. De vraag die de Hoge Raad beantwoordt is namelijk niet of het mogelijk is voor de Nederlandse staat om het lijden van Nederlandse staatsburgers weg te nemen. Nee, de vraag is of moet. Het schuurt dan ook dat de Hoge Raad lijkt te erkennen dat de staat de mogelijkheid heeft haar burgers te beschermen tegen mensenrechtenschendingen maar dat niet zal doen omdat het niet hoeft. In andere woorden stelt de Hoge Raad dus eigenlijk dat dit simpelweg niet ons probleem is. Alhoewel systematische repatriatie uitsluiten wellicht niet ingaat tegen de wettelijke verplichtingen die gemoeid gaan met mensenrechtenverdragen, schendt dit wel de morele verplichtingen die als fundament gelden voor deze documenten. Sterker nog, zulk soort overwegingen hollen ze uit tot een amoreel cocon.

Het doet me denken aan Peter Singer’s vraag wat onze morele verantwoordelijkheid is wanneer we iemand zien verdrinken. Volgens Singer is het niet van belang of je je mooiste pak aan hebt, met een nieuwe Apple-watch pronkt of dat je vastgelijmd zit aan je VanMoof, je hebt een morele obligatie om iemand van verdrinking te redden als dit jou relatief weinig kost.19 Nou zijn in een gedachte-experiment als deze na-

13 EDITIE 1 2023 | ALIBI MAGAZINE
ARTIKEL | MENSENRECHTEN
“Dit zijn mensen waar de staat bij staat te kijken terwijl ze hun Nederlandse paspoort boven water houden tijdens hun langzame verdrinkingsdood.”

tuurlijk veel nuances aan te brengen, bijvoorbeeld of het verschil maakt dat er andere mensen bij staan of dat je zelf eigenlijk niet zo goed kan zwemmen. Maar toch denk ik dat het over het algemeen geldt dat er een bepaalde morele obligatie bestaat om het lijden van anderen te verhelpen wanneer je daar (1) de directe mogelijkheid toe hebt en (2) dit je weinig kost. Het is de erkenning van deze

obligatie die na de tweede wereldoorlog de VN ertoe zette de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens op te stellen. Een verdrag wat begint met de “erkenning van de inherente waardigheid en […] de gelijke en onvervreemdbare rechten van alle leden van de mensengemeenschap […]”. Eenzelfde overweging als die in het EVRM, wat stelt “dat deze Verklaring ten doel heeft de univer-

sele en daadwerkelijke erkenning en toepassing van de rechten die daarin zijn nedergelegd te verzekeren.”

Geldt eenzelfde morele obligatie dan niet voor de kinderen in gevangenenkampen in Noord-Syrië? Dit zijn mensen waar de staat bij staat te kijken terwijl ze hun Nederlandse paspoort boven water houden tijdens hun langzame verdrinkingsdood. Is het daarom de verantwoordelijkheid van de staat ze te helpen? Niet helemaal. De Hoge Raad beweegt zich in de eerste plaats natuurlijk niet binnen de sfeer van morele overwegingen; de staat is gebonden door het recht. Juridisch klopt het allemaal. De staat kijkt toe bij de verdrinking van honderden vrouwen en onschuldige kinderen

14 ALIBI MAGAZINE | EDITIE 1 2023
ARTIKEL | MENSENRECHTEN
“In een obsessie met de letter vergeet de Hoge Raad echter de geest van de wet, waardoor de letter op haar plaats uitgehold achterblijft”

terwijl ze rustig door de mensenrechtenverdragen bladert, om deze burgers als laatste woorden de kennis te schenken dat de staat ze wel zou kunnen redden maar dat niet gaat doen omdat het water een paar meter van ze verwijderd is en er dan in de regels staat dat ze niks hoeft te doen. Juridisch klopt het wel, moreel echter absoluut niet.

Het probleem ligt dan ook bij de eerder gestelde vraag: “is het de verantwoordelijkheid van de staat deze vrouwen en kinderen te helpen?” Mensenrechten zijn een concept wat van origine voortvloeit uit de natuurwetten; een concept wat overstroomt van morele overwegingen en universaliteit. En dus net zoals je de liefde nooit zo mooi

op kan schrijven als dat men het ervaart, kunnen ook de rechten van de mens nooit in taal gevangen worden. Dat wat op papier staat kan dan ook niet meer zijn dan een verbastering van deze universele rechten in een poging ze tot recht te maken. Deze poging tot bescherming werkt soms echter averechts. Ook in de zaak van uitreizigers en hun kinderen is dit te observeren: de Hoge Raad besteed pagina’s aan de vraag of de staat een juridische verplichting heeft tot repatriatie over te gaan. In een obsessie met de letter vergeet de Hoge Raad echter de geest van de wet, waardoor de letter op haar plaats uitgehold achterblijft. Zoals Eleanor Roosevelt zei: praten is niet genoeg, geloven ook niet, men moet ervoor werken. Aan de slag dus.

1 ‘Uitreizigers en terugkeerders’, aivd.nl.

2 ‘The European Court of Human Rights Sitting on the Fence?: Its Ruling and Impact on the Repatriation of European Children from North-East Syria’, icct.nl

3 ‘Kind Syriëgangers Riedijk en Begum overleden’, nos.nl

4 ‘Kind Syriëgangers Riedijk en Begum overleden’, nos.nl

5 HR (civiele kamer), 26 juli 2020, ECLI:NL:HR:2020:1148

6 ‘Deaths of children in northeast Syria “could have been averted”: UNICEF’, news.un.org

7 M. Francois & A. Ibrahim, ‘The Children of ISIS Detainees: Europe’s Dilemma’, 2020

8 ‘Syria: Humanitarians ‘very concerned’ for thousands still living in Al Hol camp’, news.un.org.

9 ‘Zorg voor een goede begeleiding van teruggekeerde IS-kinderen’, trouw.nl

10 ‘Nederlandse Staat niet verplicht vrouwelijke IS-reizigers en hun kinderen te repatriëren vanuit Syrië’, hogeraad.nl

11 HR (civiele kamer), 26 juli 2020, ECLI:NL:HR:2020:1148

12 HR (civiele kamer), 26 juli 2020, ECLI:NL:HR:2020:1148

13 HR (civiele kamer), 26 juli 2020, ECLI:NL:HR:2020:1148

14 European countries are being challenged in court to repatriate their foreign fighters and families, icct.nl

15 HR (civiele kamer), 26 juli 2020, ECLI:NL:HR:2020:1148

16 HR (civiele kamer), 26 juli 2020, ECLI:NL:HR:2020:1148

17 HR (civiele kamer), 26 juli 2020, ECLI:NL:HR:2020:1148

18 HR (civiele kamer), 26 juli 2020, ECLI:NL:HR:2020:1148

19 ‘The Drowning Child and the Expanding Circle’, newint.org

15 EDITIE 1 2023 | ALIBI MAGAZINE ARTIKEL | MENSENRECHTEN

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.