ARTIKEL
LAURI VAN DORTH Masterstudente Strafrecht aan de Vrije Universiteit.
“DE AANLEIDING HIERVOOR WAS DE MAATSCHAPPELIJKE DISCUSSIE OVER SEKSUEEL OVERSCHRIJDEND GEDRAG, DIE EEN DISCREPANTIE BLOOTLEGDE TUSSEN WAT MAATSCHAPPELIJK WORDT GEZIEN ALS SEKSUEEL OVERSCHRIJDEND GEDRAG EN WAT STRAFRECHTELIJK ALS SEKSUEEL OVERSCHRIJDEND GEDRAG WORDT GEKWALIFICEERD”
24
DE TOEGEVOEGDE WAARDE VAN DE STRAFBAARSTELLING VAN SEKS TEGEN DE WIL In mei 2019 maakte minister Grapperhaus in een Kamerbrief1 aan de Tweede Kamer het voornemen bekend om seks tegen de wil en seksuele intimidatie strafbaar te stellen. De aanleiding hiervoor was de maatschappelijke discussie over seksueel overschrijdend gedrag, die een discrepantie blootlegde tussen wat maatschappelijk en strafrechtelijk wordt gezien als seksueel overschrijdend gedrag.2 Deze maatschappelijke discussie wakkerde aan in oktober 2017, toen #MeToo viral ging. Volgens de minister schiet de strafrechtelijke bescherming tegen veelvoorkomende vormen van seksueel overschrijdend gedrag op onderdelen tekort.3 Zo ligt de huidige drempel voor het bewijs van dwang bij aanranding en verkrachting betrekkelijk hoog en biedt de strafwet geen zelfstandige bescherming tegen seksueel intimiderend gedrag in de openbare ruimte, terwijl dit gedrag wel als schadelijk en strafwaardig wordt ervaren.4 De strafbaarstelling van seks tegen de wil en seksuele intimidatie zijn onderdeel van de modernisering van de zedenwetgeving, die in 2016 door de toenmalige Minister van Veiligheid en Justitie werd aangekondigd.5 Dit werd aangekondigd mede in het licht van de bevindingen uit het WODC-onderzoek “Herziening van de zedendelicten?”, uitgevoerd door K. Lindenberg en A. van Dijk.6 Zij concludeerden dat een integrale herziening van de zedenwetgeving nodig is.7 Begin 2020 wordt naar alle waarschijnlijkheid de uitkomst van de impactanalyse van het wetsvoorstel bekend.8 In deze bijdrage zal ik mij focussen op de strafbaarstelling van seks tegen de wil en de vraag of deze strafbaarstelling het gat tussen wat maatschappelijk wordt gezien als seksueel overschrijdend gedrag en wat strafrechtelijk als seksueel overschrijdend gedrag wordt gekwalificeerd kan dichten.