ARTIKEL
HET ONTRUIMINGSKORTGEDING: WANNEER WORDT HET TOEGEWEZEN?
HELEEN DE RIJK Bachelorstudent Rechtsgeleerdheid aan de Universiteit van Amsterdam
Photo by chuttersnap on Unsplash
In de ideale situatie bestaat een goede verstandsverhouding tussen huurder en verhuurder. De verhuurder is verplicht om een woonruimte ter beschikking te stellen. De huurder is verplicht om een tegenprestatie – meestal de betaling van huurpenningen – te verrichten.1 In de realiteit gaat dit niet altijd goed. Er kunnen uiteenlopende geschillen ontstaan. In dit artikel wordt aandacht besteed aan wanprestatie aan de kant van huurder in twee verschillende vormen: wanprestatie door huurachterstand en wanprestatie door structurele overlast. Indien deze wanprestatie – naar de mening van verhuurder – zeer ernstig is, kan hij besluiten ontruiming van het gehuurde bij de rechter te vorderen. Dit kan zowel via een bodemprocedure, als via een kort geding procedure. Een bodemprocedure duurt volgens Rechtspraak.nl minimaal drie maanden, een kort geding procedure minimaal vier weken.2 Voor de verhuurder met haast bij de ontruiming, lijkt dat laatste de beste optie. Het ‘ontruimingskortgeding’ wordt als ingeburgerd in het Nederlandse recht beschouwd en zou eenvoudig worden toegewezen.3 Tijd om hier dieper op in te gaan.
januari 2019 | ALIBI Magazine
19