INTERVIEW
IN GESPREK MET YVONNE DONDERS DOOR ANNE WEERSINK & NEDA NAVASER
Prof. dr. Yvonne Donders is hoogleraar Internationale Mensenrechten en hoofd van de afdeling Internationaal en Europees publiekrecht aan de rechtenfaculteit van de Universiteit van Amsterdam. In juli 2019 is ze benoemd tot Collegelid van het College voor de Rechten van de Mens. Daarnaast zet zij zich in voor mensenrechtenverdedigers door haar werk voor Shelter City. ALIBI ging met haar in gesprek over haar werk voor het College voor de Rechtens van de Mens en haar kijk op de huidige situatie van mensenrechten.
U bent gespecialiseerd in internationale mensenrechten en culturele identiteit. Hoe en wanneer is uw ambitie hierin ontstaan? ‘Ik heb internationale betrekkingen gestudeerd in Utrecht en toen kreeg ik belangstelling voor de rechten van de mens. Ik was altijd heel maatschappelijk betrokken. Dat heeft zo vorm gekregen. De interesse in culturele diversiteit is pas gevormd tijdens het schrijven van mijn proefschrift. Daar ben ik in 1997 mee begonnen in Maastricht. Het moest gaan om een recht op culturele identiteit, dat recht was er toen niet, het was de vraag of dat recht zou moeten worden ontwikkeld. Er waren wel allerlei andere rechten die met mensen en cultuur te maken hebben maar het recht op culturele identiteit was er nog niet. Toen ben ik mij gaan verdiepen in culturele rechten, mensenrechten en diversiteit
4
en de universaliteit van internationale mensenrechten; kan dat allemaal wel samengaan? Kan je wel aandacht vragen voor specifieke culturele rechten van mensen als je tegelijkertijd zegt dat mensenrechten universeel zijn? Volgens mij kan dat. Weliswaar is het internationale mensenrechtensysteem universeel geldig, het geldt overal in de wereld, dat betekent niet dat alle mensenrechten precies hetzelfde moeten worden geïmplementeerd. Universaliteit is geen uniformiteit.’ U heeft gezegd dat het recht op culturele identiteit meer een beginsel is? ‘Dat was in mijn proefschrift. Daar heb ik betoogd dat we het recht op culturele identiteit niet specifiek moeten gaan vastleggen. Dat gaat niet lukken en dat is ook niet wenselijk omdat er natuurlijk toch ook negatieve kanten aan cultuur
“IK VIND DAT WE INDERDAAD ZIEN DAT EEN AANTAL TAKEN VAN DE OVERHEID NAAR PRIVATE ACTOREN GAAN EN OP ZICH IS DAAR NIET VEEL MIS MEE. MITS DE OVERHEID, DIE GEBONDEN IS AAN DIE MENSENRECHTEN, ZORG DRAAGT DAT DIE MENSENRECHTEN OOK WORDEN GERESPECTEERD ALS ZE BEPAALDE TAKEN OVERDRAGEN AAN PRIVATE ACTOREN”