ZuivelZicht mei 2012 nummer5

Page 1

JAARGANG 104 - NUMMER 5 - 16 MEI 2012

Roemenië Nederlandse zuivelketen helpt Roemenië vooruit

Franse zuivel dynamisch in ontwikkeling FAO/OESO: uitgangspunten voor zuivel positief

414440.indd 1

15-5-2012 13:10:39


414640.indd 2

15-5-2012 9:28:11


zijlijn

R e n é va n b u i t e n e n , h o o f d r e d a c t e u r

Leergeld betalen De stemming op de zuivelmarkt is de afgelopen tijd drastisch veranderd. Al een aantal maanden dalen de prijzen voor zuivelproducten. Vooral op de botermarkt gaan de zaken minder florissant dan tot voor kort. De notering die het Productschap Zuivel opmaakt voor verse boter lag in januari nog op 348 euro per honderd kilo. Vorige week was de notering al gedaald 240 euro: een derde lager. Dat is illustratief voor de stemming op de markt van dit moment. Dat is inmiddels ook duidelijk tot uiting gekomen in de voorschotprijzen die de zuivelondernemingen uitkeren aan hun melkveehouders. De melkprijzen dalen snel. De garantieprijs van FrieslandCampina (die de waarde van de Noord-Europese melkplas weerspiegelt) ligt over de eerste vijf maanden van dit jaar op 34,60 euro. Dat is 1,66 euro minder vergeleken met dezelfde periode van het vorig jaar, toen uiteindelijk een recordhoge melkprijs werd betaald. De snelle omslag die de melkprijs momenteel doormaakt roept herinneringen op aan 2009, dat bij menig veehouder als een rampjaar te boek staat. Toen kwam de melkprijs na de jubeljaren 2007 en 2008 in de vrije val terecht. (Ter herinnering: de boternotering lag toen op 205 euro). Zover zijn we nog niet. En het is ook maar zeer de vraag of het diepe dal van toen weer wordt bereikt. De omstandigheden zijn er niet naar. Natuurlijk, er is een economische crisis die de marges alom onder druk zet. Maar van de vraaguitval die zich destijds voordeed als reactie op de enorme prijspiek uit 2007/2008 is nu geen sprake. De vraag naar zuivelproducten in de wereld loopt wel wat terug onder invloed van de haperende economie. De huidige prijsdaling is evenwel veel meer het gevolg van de stijgende melkproductie. Die wordt vooralsnog nergens in de wereld afgeremd door tegenvallende weersomstandigheden. Hier en daar klinkt al de oproep aan de Europese Commissie om het vangnet uit te rollen. Maar of Brussel er nu al verstandig aan doet om producten in interventie te nemen? Interessant is de vraag is hoe de keten omgaat met de prijsdaling. Hebben melkveehouders iets geleerd van de malaise waar ze enkele jaren geleden in terecht kwamen. Zijn er buffers aangelegd? Of is het vorig jaar verdiende melkgeld gestoken in nieuwe stallen en het steeds minder renderende melkquotum? Nu zal duidelijk worden of de lessen van 2009 geleerd zijn. Leergeld moet je niet te vaak betalen.

colofon ZuivelZicht Magazine is een uitgave van

Ontwerp: Giesbers, Velp

Abonnementenadministratie: BDU Vak- en

Koninklijke BDU Uitgevers BV in Barneveld

Druk: Koninklijke BDU Grafisch Bedrijf BV Barneveld

Publieksmedia, Postbus 67, 3770 AB Barneveld.

ISSN: 0165-8573.

Tel 0342-494889, e-mail: abonnementen@bdu.nl

Postbus 67, 3770 AB Barneveld

Abonnementsprijzen (12 nummers): € 106,15

Advertenties: BDU Tijdschriften, Robijnlaan 2,

www.bduuitgevers.nl

(studenten € 60); buitenland: € 140,35.

2132 WX Hoofddorp. Contactpersoon: Hielke van

Proefabonnement (3 edities): € 7,50.

der Werf, Tel 020-5736056 Fax 020-6242519 email: h.v.d.werf@bdu.nl

Redactie ZuivelZicht

Hoofdredactie: René van Buitenen, email:

Adres: Louis Braillelaan 80 | Postbus 165,

r.v.buitenen@bdu.nl

2700 AD Zoetermeer

Eindredactie: Yvonne Mors, email: y.mors@bdu.nl

Tel: 079-3430307

Medewerkers aan dit nummer: Ria Besseling, Yves

Internet: www.zuivelzicht.nl

De Groote, Lili Hu, Jurgen Jansen, Nico van Opstal,

email: redactie.zuivelzicht@bdu.nl

Richard Rennie, Jerome Rozendaal.

zuivelzicht / 16 mei 2011

414698.indd 3

Het volgende nummer verschijnt op 20 juni.

3

15-5-2012 12:25:54


gi

SE

RV

ICES

wa r eh

ic

ou

g packa ing & lo

st

si

, ng

CHEE

SE

De juiste partner voor U! Voor meer kwaliteit in opslag, verpakking en distributie van kaas Van der Heiden Cheese Services Landjuweel 15 3905 PE Veenendaal Telefoon +31 (0)318 56 26 50 E-mail info@vanderheidencheeseservices.nl Internet www.vanderheidencheeseservices.nl

414641.indd 4

15-5-2012 11:26:55


inhoud

dynamiek in franse zuivel

De Franse overheid heeft zich sterk gemaakt voor het opzetten van producentenorganisaties in de melkveehouderij, die met private zuivelbedrijven contracten aangaan waarin criteria voor vaststelling van de melkprijs zijn vastgelegd. De Franse coöperaties bereiden zich voor op de afschaffing van melkquota door het leveringsvolume van hun leden op te delen in een A-volume en een B-volume. Nico van Opstal, Landbouwraad in Parijs, zet de ontwikkelingen op een rijtje. Foto: productie van Beaufort-kaas bij kaasmakerij Chiopa in Tarentaise.

6 10

18

24

En verder...

9 Volgens Amerikaanse publicist klopt pleidooi voor minder calorieën en meer bewegen niet.

sen kaasproducent en retail.”

27 Melkproductie Nieuw-Zeeland koerst af op 10 procent groei.

18 “Nederland kan belangrijke rol spelen in Roemeense zuivel”.

10 Paul Wilde over vijf jaar Uniekaas.

28 Voorlopige cijfers OESO en FAO voor de komende tien jaar.

20 Melkveehouders uit Nederland 12 Duurzaamheid ook op Anuga

pionieren op Roemeense grond.

FoodTec.

22 Twee zuivelspelers in Roemenië over 15 Hoogvliet breidt uit met Groene

hun marktstrategie.

Hart basiszuivel.

24 Terwijl het EK nadert, ploetert 16 “Juust is verbindende schakel tuszuivelzicht / 16 mei 2012

414709.indd 5

Oekraïense melkveehouderij voort.

COVER Een van de Roemeense bedrijven van de Nederlandse melkveehouder Jan de Boer (pag. 20). Er staan 2500 koeien. foto rené van buitenen 5

15-5-2012 14:20:01


visie

n i c o va n o p s ta l

coÖperaties voeren systeem van A- en B-melk in

Franse zuivel moet overleggen met pro Na een periode van relatieve rust maakt de Franse zuivelsector een dynamische ontwikkeling door; dankzij het wegvallen van de vaste minimumprijzen en het verdwijnen van de quota in 2015. Nico van Opstal, landbouwraad in Parijs, zet de ontwikkelingen op een rijtje. Hij kijkt vooral naar Bretagne, waar de meeste melk vandaan komt.

De zuivelsector is zeer belangrijk voor de Franse landbouw. Zuivel heeft een aandeel van bijna een derde in de landbouwproductiewaarde. In de export van landbouwproducten bedraagt het aandeel 14 procent. Kaas is het belangrijkste exportproduct van de Franse zuivelsector met een jaarlijks netto-overschot van 600.000 ton. Het leeuwendeel van de van de Franse zuivelexport (85 procent) gaat naar landen in de Europese Unie. Frankrijk heeft de melkquota verdeeld over negen regio’s. Belangrijkste regio is de Grand Ouest (Bretagne en Pays de Loire). In dit gebied is 31% van alle Franse melkveehouders actief en zij nemen 33% van de nationale melkproductie voor hun rekening. Blijft de totale melkproductie van Frankrijk door de jaren achter op het toegewezen melkquotum, deze regio vormt daar een uitzondering op. De regio benut toegewezen quotum volledig of overschrijdt het zelfs.

Toename productie Onder de Franse melkveehouders domineerde de laatste tijd het optimisme vanwege de sterk verbeterde melkprijzen (302 euro/1000 liter in 2010 t.o.v. 274 euro/1000 liter in 2009). Dat resulteerde in een toename van de productiecapaciteit. Illustratief is de toename van vaarzen: in 2011 steeg het aantal tweejarige vaarzen met 3,7 procent en het percentage van éénjarige vaarzen nam met 5,1procent toe. 6

413388.indd 6

Het gemiddeld Bretons melkveebedrijf beschikt over 30 hectare grasland, 22 hectare maïs,48 koeien en een productie van circa 320.000 liter. De belangrijkste zuivelproducten van Bretagne zijn melkpoeder (mager en vol), boter en kaas. Wat kaas betreft gaat het vooral om de productie van Emmentaler. Maar liefst 73 procent van de Franse Emmentaler productie komt uit Bretagne. Emmentaler is de goedkoopste kaassoort in de Franse retail. De winstmarge is gering en de concurrentie van Duitse Emmentaler is groot. Voor Bretagne ligt daarom de marktontwikkeling van Emmentaler gevoelig. Met de overname van de belangrijke regionale speler Entremont is Sodiaal een grote Emmentaler producent geworden. Ook wordt harde ongepasteuriseerde kaas (met name raclette) in Bretagne geproduceerd. Van de totale Franse melkpoederproductie wordt 54 procent in Bretagne geproduceerd. Voor melkpoeder en boter zijn er goede afzetperspectieven mits men op de wereldmarkt voldoende kan concurreren met de prijs. Versproducten zijn relatief ondervertegenwoordigd in het Bretonse productiepakket. Lactalis is de grootste melkcollector in deze regio, gevolgd door Sodiaal. De verwachting is dat bij afschaffen van de quota de productie in Bretagne fors toeneemt. Schattingen variëren tussen de 15-50 procent. De grote marge in deze schattingen geeft aan dat er veel onzekerheden zijn. Zo

Lokale coöperatieve kaasmakerijen weten met AOC-kazen waarde toe te voegen aan de melk. (foto: P. Xicluna/min.agri.fr)

is de beschikbaarheid van arbeid een probleem voor verdere productiegroei. Een nog groter probleem is de milieubelasting door de melkveehouderij. Dit resulteert in nitraat in het oppervlaktewater met als gevolg een enorme groei van groene algen voor de Bretonse stranden. Elk jaar leidt dit tot veel negatieve publiciteit en met nadelige gevolgen voor het toerisme. Productie-uitbreiding zou de uitvoering van de nitraatrichtlijn extra bemoeilijken, terwijl dit met de huidige melkveestapel nu al een forse opgave is.

Inkomenssteun Een laatste onzekerheid is de valorisatie van de Bretonse melk en afzetperspectieven van de Bretonse zuivelproducten op de wereldmarkt. Behalve afschaffing van melkquota, zal ook zuivelzicht / 16 mei 2012

15-5-2012 13:26:47


et producentenorganisaties

Melk Makkelijker Mans Maken! Het potentieel dat in melk aanwezig is, is u wel bekend. Wij helpen u de processen beter ‘mans’ te maken. ProLeiT – uw partner voor innovatieve industriële automatisering in de zuivel industrie. • Proces visualisering met video playback functie • Receptuur management • Materiaal management • Rapportage en analyse • Packaging- en energie management

de verandering van directe inkomenssteun vanaf 2014 een rol spelen. Veel van de Bretonse melkveehouders ontvangen nu een directe inkomenssteun die historisch is bepaald aan de hand van de omvang van hun productie. De basis van toekenning zal nu gekoppeld worden aan hectares. De Franse overheid concludeert dat dit veel melkveehouders fors zal raken. De sector is zich hier steeds meer van bewust. Daarom bepleit zij een lange aanpassingsperiode met een inachtneming van een maximum percentage inlevering directe inkomenssteun per jaar.

Producentenorganisaties De overheid heeft op het veranderende, meer liberale zuivelbeleid gereageerd door nationaal en Europees de positie van melkveehouders te versterken in hun onderhandelingen met afnemers. Om grote schokken in de inkomens van melkveehouders te voorkomen heeft zuivelzicht / 16 mei 2012

413388.indd 7

Frankrijk zich sterk gemaakt voor het opzetten van producentenorganisaties die met de private zuivelbedrijven contracten aangaan. Daarin worden melkaanvoer, contractduur, productkwalificaties en criteria voor de vaststelling van de melkprijs vastgelegd. Aangezien het oprichten van producentenorganisatie juridisch pas sinds maart van dit jaar mogelijk is, stonden de melkveehouders tot voor kort in een zwakke onderhandelingspositie tegenover de verwerkers. Ondertussen hebben ondernemingen als Danone, Bel, Bongrain en Senoble contracten vastgesteld met melkveehouders. Over de aantallen melkveehouders die contracten hebben getekend en het volume waarop deze betrekking hebben, zijn geen gegevens beschikbaar. Met het instellen van producentenorganisaties die contracten aangaan met afnemers wordt in principe de opdeling in negen regio’s losgelaten. Verwacht mag worden dat

Bovenstaande functionaliteiten worden gerealiseerd met het door proces technologen ontwikkelde software pakket Plant iT. Plant iT is het –op de specifieke eisen van de zuivel industrie afgestemde– procesbesturing systeem met geïntegreerde MES functionaliteiten. Meer informatie over “Melk Makkelijker Mans Maken”? Ga naar: www.mmmm.nu

ProLeiT BV Enschede Tel: 053 4836 500 info-nl@proleit.nl www.proleit.nl

7

15-5-2012 14:20:24


visie

wordt afgeleid van de prijsvorming voor boter en melkpoeder.

Toekomstverwachtingen

In Frankrijk zijn er volop moderne melkveehouders actief. (foto: X.Remongin/min.agri.fr)

de productie in de meest concurrerende regio’s op termijn zal toenemen. De grootste verwerker, Lactalis, is er pas na veel pijn en moeite in geslaagd om met de melkveehouders contracten aan te gaan. Daarbij voerde de overheid grote druk uit op de onderneming om zich inschikkelijker op te stellen. Vorige maand accepteerde Lactalis uiteindelijk na tussenkomst van een bemiddelaar dat producentenorganisaties namens de aangesloten melkveehouders de onderhandelingen voeren. Daarna werd Lactalis het met de producentenorganisaties eens over de modaliteiten van de contracten. Vervolgens konden de melkveehouders op basis van deze overeenkomst een individueel contract tekenen. Nu wordt het afwachten wat er gebeurt met overeengekomen contracten als de melkprijs daalt, als gevolg van verslechterende marktomstandigheden. Grote vraag blijft natuurlijk ook wat er met deze contracten gebeurt als deze in 2016 weer vernieuwd moeten worden; dan zijn immers de quota al afgeschaft. De wijze waarop de uit te keren melkprijs moet worden vastgesteld ligt uiteraard gevoelig. In de eerste plaats refereren de voorgestelde contracten aan prijsindicaties die vastgesteld worden door de zuivelorganisatie CNIEL (Centre National Interprofessionnel de 8

413388.indd 8

l’Economie Laitière). In de contracten wordt nadrukkelijk een slag om de arm gehouden door te stellen dat de concurrentiekracht van de sector behouden moet blijven. Bel gaat daarbij nog verder. De onderneming wil, met het oog op behoud van de concurrentiekracht van de zuivelsector, de prijsmodaliteiten specificeren aan de hand van minimaal tien representatieve melkveehouders. Vraag is dan uiteraard wat een representatieve melkveehouder is.

A/B-melk De zuivelcoöperaties bereiden zich ook voor op de afschaffing van melkquota en delen het toegestane leveringsvolume van hun leden op in een A-volume (met een A-prijs) en een B-volume (met een lagere B-prijs). Het A-volume is bedoeld om de aanvoer van melk voor hoogwaardige zuivelproducten te stabiliseren en het B-volume wordt gebruikt voor zuivelproducten met weinig toegevoegde waarde. De precieze invulling van het systeem verschilt per coöperatie. Bij de grootste coöperatie, Sodiaal, mag een veehouder 96 procent van het huidige quotum als A-melk leveren. De komende jaren wordt dit percentage teruggebracht tot 85% van het huidige quotum in 2015. De prijsvorming voor A-melk is conform de geïndiceerde prijs van de CNIEL. De prijsvorming voor B-melk

De Franse private zuivelindustrie is volop aan het internationaliseren. Zo werd Lactalis vorig jaar mondiaal de op één na grootste zuivelverwerker door de overname van Parmalat. Het concern versterkte bovendien haar positie in Canada, Afrika, Zuid-Amerika en in Spanje en Zweden. Danone heeft een sterke positie opgebouwd in Rusland met de overname van Unimilk. Inmiddels is Rusland na Frankrijk de belangrijkste markt voor Danone. Het concern richt zich op producten voor kindervoeding en klinieken. Danone ontwikkelt veel van haar producten in Nederland. Bongrain is internationaal ook volop actief onder andere in Duitsland, Roemenië en Italië. Groupe Bel is eveneens een bekende in de Nederlandse zuivelwereld ondermeer via dochterbedrijf Leerdammer. De coöperaties hebben het duidelijk moeilijk in Frankrijk. Zij halen 57 procent van de melk op en staan voor de uitdaging daar zo veel mogelijk waarde aan toe te voegen. De enige coöperatie van formaat is Sodiaal. Andere coöperaties proberen door fusies en allianties tot schaalvergroting en rationalisatie en daarmee versterkte concurrentiekracht te komen. Wat echter ontbreekt, is marktleiderschap voor bepaalde zuivelproducten. Zij slagen er zelfs niet in om de nummer twee in een bepaald marktsegment te zijn, uitgezonderd Sodiaal. Hun portfolio richt zich veelal op bulkproducten zoals boter, melkpoeder en consumptiemelk. Tenslotte zijn er vele kleine, lokale zuivelverwerkers die veelal hoogwaardige karakteristieke (kaas)producten (met veelal oorsprongsbescherming) produceren en goede marges weten te halen. Nationaal nemen zij een bescheiden positie in maar lokaal zijn ze belangrijk. Grote zuivelverwerkers hebben interesse in deze verwerkers. Door overnames en vervolgens kwaliteitsverbetering en gebruik te maken van hun distributie- en afzetmogelijkheden, voegen zij interessante producten toe aan hun portfolio. Voorlopig blijft dan ook de dynamiek in de Franse zuivel volop aanwezig. Nico van Opstal is Landbouwraad in Parijs (Nico-van.Opstal@minbuza.nl) zuivelzicht / 16 mei 2012

15-5-2012 13:27:03


visie

r e n é va n b u i t e n e n

Symposium over voedingsbeleid en aanpak obesitas

‘Andere kijk op voeding nodig’ Gezond eten gaat niet alleen om het beperken van het aantal calorieën, maar ook om de voedingstoffendichtheid van ons voedsel. Verslag van een symposium over obesitas. In Europa richt het beleid om overgewicht en voedingsgerelateerde ziekten aan te pakken zich sterk op minder eten en meer bewegen. De inname van calorieën moet omlaag is de heersende gedacht. Maar naast calorieën, bevatten producten ook een veelheid aan positieve voedingsstoffen die een bijdrage leveren aan de gezondheid. Beleidsmakers zouden daar meer het accent op moeten leggen. Dan worden gezondheidsproblemen als obesitas effectiever aangepakt. Dat was de conclusie van het symposium ‘Obesity and Food in Europe: The Policy Challenge’ dat vorige week plaats had in Brussel. De organisaties was in handen van twee zuivelorganisaties: de Nederlandse NZO en haar Franse zusterorganisatie CNIEL. Zij wilden daarmee de rol die een positief voedingsbeleid kan spelen in ziektepreventie op de kaart zetten. Een van de sprekers was de Amerikaanse publicist Gary Taubes. Hij betoogt dat de wetenschap en ook de beleidsmakers het bij het verkeerde eind hebben met hun pleidooi voor minder calorieën en meer bewegen. Volgens Taubes is overgewicht namelijk niet het gevolg van de inname van vetten, maar zijn de gemakkelijk verteerbare koolhydraten de boosdoener. Die werken insulineresistentie in de hand, wat leidt tot een hormonale disbalans, waardoor het lichaam meer vet opslaat. De Franse voedingswetenschapper Didier zuivelzicht / 16 mei 2012

414443.indd 9

Enkele deelnemers aan het slotdebat tijdens het symposium over voedingsbeleid en obesitas. Uiterst links Despina Spanou, derde van links Henk Reinen; uiterst rechts Gary Taubes.

Chapelot vindt het juist verkeerd om het accent te leggen op bepaalde nutriënten. Juist het hele voedingspatroon moet worden bekeken. Het is echter een onmiskenbaar feit dat een energierijke, maar nutriëntarme voeding vaak in verband wordt gebracht met zwaarlijvigheid en gewichtstoename. Volgens Adam Drewnowski, van de Universiteit van Washington in Seattle, tonen studies aan dat het dieet van zwaarlijvige personen vaak arm is aan bepaalde essentiële voedingstoffen, terwijl hun voedingspatroon niet altijd meer vet of calorieën bevat. “Nieuwe strategieën in de strijd tegen overgewicht moeten zich daarom richten op het betaalbaar en aantrekkelijk maken van nutriëntrijke voedingsmiddelen. Melk is één van deze producten.”

Gezondheidskosten Over betaalbaarheid gesproken. De impact van zwaarlijvigheid en voedingsgerelateerde ziektes op de economie is groot. David McCarron van de Universiteit van Californië becijfert de totale gezondheidskosten die gemoeid zijn met obesitas in de Verenigde Staten op jaarlijks 165 miljard dollar. Volgens hem zouden de gezondheidsuitgaven in

Westerse landen alleen al in het eerste jaar 500 tot 600 miljard euro lager kunnen uitvallen als iedereen dagelijks de aanbevolen hoeveelheden voedingstoffen consumeert. Dergelijke bedragen zouden de beleidsmakers aan het denken moeten zetten. Despina Spanou, adviseur Voedingsbeleid bij de Europese Commissie, maakte tijdens het slotdebat duidelijk dat Brussel niet van plan is om bepaalde voedingsmiddelen uit te bannen. “Het is niet onze taak voeding te verbieden. We proberen wel de gezonde keuze te stimuleren. Daarbij maken we gebruik van de heersende wetenschap.” De vraag is echter of de wetenschap het wel bij het rechte eind heeft, zoals Taubes beweert. “Als hij gelijk heeft moeten we met terug naar de tekentafel”, vond CDAeuroparlementariër Esther de Lange. Volgens Henk Reinen, lid directie Voeding, Gezondheidsbescherming en Preventie bij het ministerie van VWS, moet je juist voorzichtig zijn met aanpassing van het voedingsbeleid. ”Als je je boodschap steeds opnieuw verandert creëer je verwarring; dan geloven de mensen je op den duur niet meer.” 9

15-5-2012 12:29:07


bedrijf

yves de groote

alle schakels in de keten geld laten verdienen

‘Uniekaas staat voor 100% lekker, Hollands en natuurlijk’ Vijf jaar geleden nam de huidige directie Uniekaas over. Paul Wilde wijst op de sterk marktgerichte merkstrategie. Nieuwe ontwikkelingen zijn de verpakkingen en een ‘line extension’ voor Tjiezi. Ook benadrukt hij het belang van eerlijke prijzen in de keten. “We vinden het belangrijk dat alle marktspelers wat verdienen.”

Uniekaas is in binnen- en buitenland vooral actief met haar eigen kwaliteitsmerken Uniekaas en Parrano, dat ondertussen zowel een merk als kaassoort is. “We zijn geen kaashandelaren. Dit is wel eens een misverstand”, merkt Paul Wilde op. Onder Uniekaas –”het oudste Nederlandse kaasmerk”- valt een breed gamma Goudse kazen, die het bedrijf (net als Parrano) bij Nederlandse kaasfabrikanten volgens exclusief recept laat produceren. Het Goudse kaasgamma omvat ook specialiteiten als Friesche Nagelkaas of Rookkaas. Daarnaast levert het bedrijf in mindere mate kaasspecialiteiten zoals Goudse en geitenkaas onder private label. Ook deze worden in Nederland geproduceerd.

Opnieuw op de rails Samen met Willem Jan Rote zette Paul Wilde het bedrijf Uniekaas na de overname in 2007 opnieuw op de rails. Dat was nodig omdat in de jaren voor de overname structureel marktaandeel werd verloren. “Retailers gaven een duidelijke voorkeur aan de ontwikkeling van het eigen merk in de bedieningsafdeling, een afdeling waar van oudsher veel Uniekaas verkocht werd en Uniekaas had moeite met het introduceren van nieuwe concepten”, verklaart Paul Wilde. Ook sloegen twee kaasmerken van Uniekaas, namelijk Nederlander in 2005 en Zonnezuivel het jaar ervoor, niet echt aan in de markt. Nederlander zou volgens aloude productiewijze zijn bereid en had een hoger vetgehal10

414533.indd 10

Samen met Willem Jan Rote zette Paul Wilde (foto) Uniekaas na de overname opnieuw op de rails.

te voor een smaakvollere beleving. Zonnezuivel mocht geen kaas heten omdat het dierlijk vet vervangen was door plantaardig vet. “Innovatie, dat wel, maar de consument wist niet wat hij ervan moest denken” zegt Paul Wilde. Hij merkt op dat Uniekaas een voortrekkersrol vervult in de ontwikkeling van de Noord-Hollandse kaas als Beschermde Geografische Aanduiding (BGA). Twee vestigingen werden samengevoegd. Ook volgden forse investeringen onder andere in (energie) efficiëntieverbeteringen in de productie en logistiek. “We namen alle fa-

cetten van de bedrijfsvoering onder de loep. We stroomlijnden bovendien onze hele organisatie, zodat deze zo efficiënt mogelijk op de markt zou kunnen opereren. Belangrijk is korte communicatielijnen, waardoor snel beslissingen genomen kunnen worden.” De beide directieleden delen om die reden een kantoor. “Uniekaas staat voor natuurlijke, betrouwbare smaakvolle Nederlandse Goudse kaas zonder E-nummers. Kwaliteit staat voorop. We willen ons zo onderscheiden van de veelal goedkopere, soms snelgerijpte kaas, met zuivelzicht / 16 mei 2012

15-5-2012 13:10:53


bedrijf

ITQI award Uniekaas ontving dit jaar voor de derde keer op rij de hoogste waardering van het International Taste & Quality Institute (ITQI) voor haar Extra Oude Goudse kaas. Deze in Brussel gevestigde onafhankelijke organisatie van chef-koks en sommeliers beoordeelt, bekroont en promoot wereldwijd de kwaliteitsvolste en smakelijkste producten. De jury wordt geselecteerd in samenwerking met de beroemdste Europese culinaire instellingen en sommeliersorganisaties, zoals EuroToques en Les Maîtres Cuisiniers de France. De consumentenproducten ‘Bonkies’ (175 gram) kregen een nieuwe verpakking (foto Uniekaas).

E-nummers op het etiket. De prijs overheerst dan de kwaliteit.” Omdat Uniekaas dit zo goed mogelijk in de hand wil houden, ontwikkelt het bedrijf zelf de recepten tot in detail, waarbij nauw samen wordt gewerkt met de kaasfabrikant. Dat het bedrijf hierdoor minder wendbaar is bij de inkoop, ziet de directeur niet als een nadeel. “De kostprijs staat op de tweede plaats.”

Nieuwe verpakkingen Onderscheid in het winkelschap door een aantrekkelijke verpakking is belangrijk. Hij geeft als voorbeeld de begin dit jaar vernieuwde Holland-verpakkingen voor plakken (175 gram) en de kilogramstukken Goudse kaas in hersluitbare klapverpakking. De zonsopkomst is te zien op de jongste kaas; de zonsondergang op de oudste; en op de andere verpakkingen staan momenten van de dag ertussen. Ook komt Uniekaas deze week op de Nederlandse retailmarkt met nieuwe consumentenverpakkingen voor ‘Bonkies’: 175 gram rechthoekige korstloze kaasblokken geitenkaas, Parrano en belegen Goudse kaas. De witte kunststofverpakking heeft een papier-uiterlijk en wordt in een smalle retailverpakking van zes stuks aangeboden. “Hierdoor kunnen op de breedte van een klapverpakking in het winkelschap tot drie kaassoorten worden aangeboden aan de consument”, verduidelijkt Paul Wilde het retailvoordeel. zuivelzicht / 16 mei 2012

414533.indd 11

Vernieuwingen bij Tjiezi Uniekaas verlengde de houdbaarheidsdatum van Tjiezi, waardoor een deel van de producten ook buiten de koeling houdbaar is. Ook werd de verpakking voor de dippers vernieuwd. Bovendien verkoopt Uniekaas vanaf deze week onder het Tjiezi-merk ook choco dippers. Tjiezi ligt overigens nu ook exclusief bij Delhaize in Belgie en de eerste ladingen zijn inmiddels naar China vertrokken. Marketingmanager Huub Terpstra vult aan dat Uniekaas met Tjiezi als nieuw gezond kaasconcept voor jongeren duidelijk haar nek heeft uitgestoken. “We hebben twee jaar aan het Tjiezi-concept gewerkt. Het is vorig jaar augustus op de markt gebracht in Nederland. Daar tegenover staat nu wel dat we hebben getoond bijzonder innovatief te zijn. Bovendien hebben we gekozen voor voor de zuivelindustrie volledige nieuwe marketingtools zoals sociale media en apps, in combinatie met een website voor het merk Tjiezi en massa-ondersteuning op televisie (o.a. sponsoring van The Voice Kids bij RTL 4). Dat is allemaal ongetwijfeld goed geweest voor het imago van ons bedrijf als Uniekaas.”

Winkelconcepten Om de retail, maar ook de groothandel te ondersteunen in de verkoop, ontwikkelt Uniekaas ook complete kaasboetieken voor op de winkelvloer. “Het idee komt uit de VS”, aldus Paul De Wilde. De verkooppresen-

taties moeten vooral zorgen voor een sfeer van authenticiteit en ambachtelijkheid. Hij laat voorbeelden zien die Uniekaas realiseerde bij onder meer de Deen en Makro in Nederland en Wholefoods in de VS.

Eerlijke prijzen in de keten Belangrijk is dat kaas een aantrekkelijk product is voor alle schakels in de keten. “Dit betekent in mijn ogen dat zowel de winkels, de handel, de fabrikant als de melkveehouder voldoende marge kan maken op het product”, zegt hij. “Iedereen moet voldoende kunnen verdienen aan kaas. Dat kan natuurlijk door een sterk merk, maar dat is niet voldoende.” Hij maakt zich zorgen over de stijgende gronstoffenprijzen en fluctuerende melkprijzen. Fabrikanten en handel lopen vaak achter de prijsontwikkelingen aan, omdat ze de hogere kosten pas relatief laat of zelfs niet door kunnen rekenen. “Hier ligt een enorme uitdaging, die vooralsnog vooral betekent dat bedrijven moeten interen op hun kapitaal.” De Uniekaas-directeur is ervan overtuigd dat het roer om moet. “Ik vind dat de industrie samen met de andere schakels de grondstofprijs op een andere manier moet gaan benaderen. Uitgaand van een eerlijke melkprijs voor de melkveehouders moeten grondstofstijgingen gewoon doorberekend kunnen worden, zodat niemand in de keten er rijker of armer van wordt. De consument kan besluiten een product wel of niet te kopen, wat uiteindelijk het plafond van de melkprijs bepaalt.” 11

15-5-2012 13:10:56


bedrijf

yves de groote

Anuga FoodTec bruiste van energie

Efficiëntie en duurzaam produceren centraal bij productie Verdere productiviteitsverhoging, kostenbesparing en duurzaam produceren zijn de belangrijke trends in de voedingsmiddelen- en zuivelproductie. Dat was duidelijk zichtbaar op de driejaarlijkse beurs voor de voedingsmiddelen- en drankenindustrie Anuga FoodTec, die in maart in Keulen plaatsvond. Machinefabrikant PDX toonde op de Anuga FoodTec in Keulen een éénstapsoplossing voor verschillende processtappen. Verhitten, homogeniseren en emulgeren gebeurt allemaal in één procestank met PDX Sonic. Het energieverbruik is volgens het bedrijf 2545% lager in vergelijking met traditionele verwerking in verschillende machines. Een productiecapaciteit tot 24 ton per uur is mogelijk. Een ander belangrijk voordeel is de compactheid: voor de productie van 4.000 kg product volstaat 4,5 m2. Volgens PDX verbetert de kwaliteit onder andere door minder afschuifkrachten op het product. Inmiddels zijn wereldwijd twintig van deze installaties geleverd.

HighTech Europe innovatieprijs

Uitzicht op een stukje van de beurs in Keulen, waar meer dan 1300 exposanten uit 40 landen de nieuwste proces- en verpakkingtechnologieën presenteerden.

HighTech Europe, een Europees innovatienetwerk van 22 Europese bedrijven en kennisinstellingen, bracht in Keulen haar “European Food Processing Implementation Award 2012” onder de aandacht. De prijs, die in november wordt uitgereikt tijdens een conferentie van de EFFoST (European Federation of Food Science & Technology), bekroont proces- en kwaliteitsinnovatie gebaseerd op de valorisatie van wetenschappelijke kennis. Inschrijven voor de award kan nog tot 15 juni. Meer informatie: www. hightecheurope.eu

12

413825.indd 12

Tetra Pak Processing Ook Tetra Pak Processing bracht haar OneStep technologie voor de aseptische productie van UHT-melk onder de aandacht. Verhitting wordt in één processtap gecombineerd met het separeren en standaardiseren van de melk. De gebruikelijke voorverhitting van de rauwe melk en tijdelijke opslag blijven achterwege. Het volledig geïntegreerde proces duurt daardoor niet langer dan enkele uren, terwijl de nodige flexibiliteit in bijvoorbeeld vetgehalte mogelijk is. OneStep technologie verlaagt de productiekosten met 50 procent door vermindering van productver-

liezen en verhoging van productietijden.

Hergebruik grondstof Nieuw bij SPX is het veelbelovende Goldstream duurzame proces voor het zuiveren van melk uit bijvoorbeeld spoelwater. Dit gebeurt door omgekeerde osmosetechnologie (RO). Dankzij hygiënisch ontwerp van de volledige installatie kunnen beide productstromen worden hergebruikt in het productieproces voor bijvoorbeeld de productie van yoghurt, kaas of roomijs. Een andere duurzame technologie-oplossing is het APV SepStream systeem voor het scheiden en zuivelzicht / 16 mei 2012

15-5-2012 12:28:22


bedrijf

Advertentie

concentreren van wei of melk om nieuwe hoofdproducten of ingrediënten met toegevoegde waarde te maken. En dit zonder afval aangezien het proces tevens een hoogwaardige waterkwaliteit produceert.

UHT-proeffabriek SPX stond ook op de beurs met haar nieuwe UHT-proefinstallatie. Hiermee kunnen verschillende hittebehandelingstechnologieën voor UHT-sterilisatie worden vergeleken: van standaard stoominfusie tot indirecte buis- of plaat UHT-sterilisatie. Productontwikkelaars kunnen op die manier een optimale keuze maken voor het steriliseren van bijvoorbeeld melkproducten. De capaciteit bedraagt 500 tot 1000 liter per uur. Belangrijke productcriteria zijn kleur, smaak, textuur en voedingswaarde. Via een eenvoudig bedieningspaneel maakt de operator een keuze tussen de mogelijke technologieën en worden de verschillende procesparameters automatisch geregistreerd.

Tweede generatie PEF Cool Wave Processing was naar de Anuga FoodTec gekomen met de tweede generatie van pulserende elektrische velden (PEF)technologie voor smaakvollere verse dranken. Door een gelijkmatige verdeling van de pulsen over de vloeistofstroom in de behandelingsinstallatie is de warmtetoename beperkt tot 45°C in plaats van voorheen 60°C. Een productiecapaciteit tot 1800 liter per uur is mogelijk. De houdbaarheid van de producten bedraagt tot drie weken. Er is ondertussen een lijn bij een vruchtensapproducent in bedrijf. Op de stand konden de nodige vruchtensappen worden geproefd.

Dubbelstroominstallatie Voor het mild produceren van sappen en

(melk)dranken met stukjes fruit, pulp of vezels ontwikkelde machinefabrikant Krones een innovatieve dubbelstroom installatie. Het aangevoerde vruchtensap wordt voor de verdere verwerking en hittebehandeling en het afvullen gescheiden van de vruchtbestanddelen. Beide stromen worden samengevoegd bij het afvullen. Voor het sap volstaan standaard installatiecomponenten, zoals centrifugaalpompen of plaatwarmtewisselaars voor het pasteuriseren. Fruitstukjes, pulp en dergelijke krijgen een specialere behandeling, zoals pasteurisatie in een buizenwarmtewisselaar. Deze worden in een voorvulinstallatie aan het sap toegevoegd, waarna het vruchtensap wordt afgevuld. Nieuw zijn ook de EvoGurad aseptische kleppen. Deze voldoen volgens Krones aan de hoogste hygiëne-eisen.

Volwassen hogedruk Hogedruktechnologie (6000 bar) voor het niet-thermisch steriliseren van producten is duidelijk volwassen. Grootste voordeel is dat de verse kwaliteit van de producten intact blijft, terwijl het product lang houdbaar is. De procestemperatuur bedraagt maximaal 30°C. De technologie wordt inmiddels o.a. gebruikt voor de productie van smoothies, Ook verse kaas kan onder hoge druk worden behandeld. Machinefabrikant Hiperbaric toonde naar eigen zeggen ’s werelds grootste uitvoering van hoge druk apparatuur. De capaciteit bedraagt 2160 kg per uur. De con-

Laude bestaat 50 jaar De fabrikant van kaasvaten Laude BV bestaat 50 jaar en bracht dit op de beurs onder de aandacht. Directeur Auke Rienks ziet de marktontwikkelingen in de zuivel bijzonder positief. “2011 was een topjaar voor het aantal orders.” Dit heeft volgens hem enerzijds te maken met de verwachte grotere melkaanvoer na het wegvallen van de quotumregeling, en anderzijds met uitgestelde investeringen en vertrouwen in de markt. In maart opende het bedrijf haar nieuwe productiehal van 1500 m2. Deze investering was volgens Rienks nodig vanwege een gestaag groeiende omzet en door de steeds grotere machines voor de productie van alsmaar groter wordende kaasvaten voor de kaasindustrie, waar schaalvergroting een belangrijke trend is. zuivelzicht / 16 mei 2012

413825.indd 13

tainergrootte is 420 liter en de cyclustijd 7 minuten. De kleinste installatie heeft een capaciteit van 255 kg per uur.

FoodTec Award Een andere fabrikant van hogedrukinstallaties Multivac opende in Wolfertschwenden (130 km ten westen van München) een proeffabriek voor hogedrukbehandeling van verpakte voedingsmiddelen. Klanten kunnen hier zelf testen doen. Tijdens de Anuga FoodTec ontving het bedrijf de Gouden International FoodTec Award voor de combinatie van hoge druktechnologie in combinatie met verpakken onder gewijzigde gasatmosfeer in de verpakking. Volgens Mutivac is deze verpakkingswijze vaak beter dan een vacuüm verpakt product, omdat het product er beter uit ziet.

Melkstandaardisatie Foss kwam naar Keulen met de nieuwste MilkoScan voor het analyseren van de melkkwaliteit voor melkstandaardisatie. Een vernieuwing is dat elk gemeten analysespectrum wordt opgeslagen. Wanneer blijkt dat de analist niet de juiste productkeuze heeft gemaakt (bv room in plaats van magere melk) kan hij dit corrigeren. Hij hoeft de meting zelf niet opnieuw te doen.

Lege blikinspectie Bij Eagle Vision constateert Frank van Nederveen een stijgende vraag naar inspectiesystemen voor lege blikken. ‘Zuivelbedrijven stellen steeds hogere eisen aan de leveranciers van de blikken en willen de garantie dat de blikken volledig schoon zijn, zonder enige vorm van vuil of metaalaanslag.’ Het bedrijf levert hiervoor inspectieapparatuur. 13

15-5-2012 12:28:24


PASSIE VOOR VAKMANSCHAP LSBL IS ERKEND OPLEIDER IN VOEDINGSINDUSTRIE

MEER INFORMATIE OP WWW.LSBL.NL OF BEL 0318 69 69 99

414646.indd 14

15-5-2012 14:18:36


markt

tekst ria besseling foto Marijke Booij

‘hoogvliet zit Bij kaasmaker aan tafel’

Groene Hart kaas succesvol Hoogvliet heeft succes met boerenkaas uit het Groene Hart. Het assortiment is in anderhalf jaar tijd uitgebreid van zes naar twaalf kazen. Binnenkort volgt Groene Hart basiszuivel. De boerenkazen hebben bij alle 62 Hoogvliet winkels een eigen plaats in het kaasschap op de kaasafdeling. Iedere kaas heeft een foto van de kaasboer en er zijn folders verkrijgbaar. De boerenkaas wordt vers afgesneden en krijgt een sticker met Groene Hart Streekproduct. Op de biologische boerenkaas komt bovendien een Eko-sticker. De boerenkazen worden ondersteund met proeverijen. “Dan vertellen kaasboeren in de winkel over hun product. Klanten vinden het directe contact met de producent heel waardevol”, vertelt Marijke Booij van Coöperatie Groene Hart. De samenwerking met Hoogvliet is correct en verloopt tot nu toe prima, constateert zij. “Wij waren als producent van streekproducten afwachtend in het leveren aan supermarkten, maar Hoogvliet is hier goed mee omgegaan. De keten heeft inmiddels voldoende vertrouwen in de producten en houdt rekening met de mogelijkheden en onmogelijkheden van levering van streekproducten”. “Zo stemt Hoogvliet acties en aan te leveren volume af in overleg met ons”, vertelt Marijke Booij. “Wij ontvangen de actieplanning lang van tevoren en kunnen zelf aangeven welke producten we in het seizoen kunnen leveren. Zo weten we nu al de Kerstaanbieding van december zodat we deze kunnen afstemmen met de kaasboeren. De boeren willen uiteraard zekerheid in de afname, maar wij geven prognoses af. Dat is zuivelzicht / 16 mei 2012

414420.indd 15

Hoogvliet verkoopt boerenkaas van tien zuivelboerderijen in het Groene Hart.

geen probleem, want als coöperatie hebben wij ook afzet van boerenkaas naar andere kanalen”.

Bij kaasmaker aan tafel Rutger van den Bout, unitmanager Vers bij Hoogvliet, stelt vast dat het boerenkaasconcept een echt toegevoegde waardeconcept met streekproducten vormt voor de formule. Hoogvliet sloot hiervoor een exclusief samenwerkingsverband met Groene Hart Coöperatie. “Groene Hart boerenkaas vormt een eigen segment naast de NoordHollandse kaas en Hoogvliet kaas. Boerenkaas voegt additionele omzet toe in de category kaas”, ziet Van den Bout. “De consument koopt boerenkaas met zijn specifieke smaak als extra voor op een kaasplank of bij de borrel. We onderscheiden ons hiermee in de markt als enige retailer in Nederland. Het unieke van de Groene Hart producten is dat we bij de kaasmaker aan tafel zitten. We kopen als retailer bij de bron, bij de boer. In Nederland is dit uniek, in Engeland is deze trend vele malen groter”.

Ook zuivel Hoogvliet gaat het aanbod op korte termijn

verder uitbreiden met zuivelproducten zoals melk, yoghurt en fruityoghurts. Sinds een half jaar is er Groene Hart sap bij Hoogvliet verkrijgbaar. Van den Bout: “We overwegen om meer Groene Hart-producten door het hele assortiment in te voeren. Ook groenten en fruit bijvoorbeeld zijn geschikt als Groene Hart streekproduct”.

Groene Hart Marktwagen: logistiek De boerenkazen worden eenmaal per week bij de kaasboerderijen met een Groene hart Marktwagen opgehaald en aangeleverd bij het dc van Hoogvliet in Alphen aan de Rijn. “De Groene Hart Marktwagen verzorgt de logistiek voor ons tegen een percentage van de verkoop. Deze onafhankelijke organisatie is ook op markten aanwezig en verzorgt de Groene Hart promotie”, vertelt Marijke Booij. Hoogvliet is volgens Booij de enige supermarktketen die rechtstreeks bij de producent inkoopt. “De retail staat open voor streekproducten. Het is een belangrijk afzetkanaal waar we niet omheen kunnen. Hier wordt het overgrote deel van het zuivelassortiment verkocht”. 15

15-5-2012 12:28:39


markt

tekst ria besseling

platform tussen kaasboer en speciaalzaak

“Juust! versterkt kleine producent” Gisteren is het platform

On line communicatie zal wel een belangrijk punt worden. Transparantie in de keten is een must”.

Juust! gestart. Doel van initiatiefnemer Hans Boot is de

Hoe is de logistiek georganiseerd? “We streven naar zo maatschappelijk mogelijk ondernemen. Foodmiles worden omgezet naar food smiles ofwel zo min mogelijk transportbewegingen, waarbij regionale producenten de boventoon voeren. Alle kaasproducten worden centraal - dus niet meer op verschillende locaties in Nederland - gegroepeerd en in één stroom bij de winkels aangeleverd”.

positie van regionale boeren en kleine producenten van kaas te versterken. Afnemers zijn Kaashuis Tromp, De Kaasspecialist en Zuivelland/ van de Kaasplank. “Een kaasboer kan worstelen met de vraag hoe hij zijn producten in het distributiekanaal kan krijgen. Dit is vaak het geval met kleinere producenten. Zij bereiken de consument steeds slechter. Markten worden gedomineerd door grote spelers die vervolgens bepalen welke producten er in het schap komen. Juust helpt om dit probleem op te lossen en stelt de kaasboer tevens in de gelegenheid om zijn productie stelselmatig op te schalen of gebruik te maken van informatie over aankoop- en consumentengedrag”, aldus Boot. Hij vertelt dat Juust de beschikbaarheid van de kaas, de conceptontwikkeling en de promotie voor de aangesloten versspeciaalzaken verzorgt, zodat zij zich volledig op hun klanten kunnen richten. “De wereld verandert op dit moment in razend tempo. De toekomst zal geen eenrichtingsverkeer van producent naar consument zijn. Internet verbindt consumenten en producenten. Juust is de verbindende schakel, die zorgt voor de logistieke afhandeling van een totaalassortiment kaas. Authentieke kaasproducten met een eigen verhaal staan hierbij centraal” aldus Boot. Hij vervolgt: “De prijs is niet meer alleen bepalend. Consumenten kopen steeds meer vanuit gevoel. Versspeciaalzaken kunnen dicht tegen 16

414435.indd 16

Hans Boot: “Juust is geen klassieke kaasgroothandel die vanuit aanbod stuurt”.

die consument en zijn behoefte ‘aankruipen’ en begrijpen wat die echt wil”. Welke voordelen biedt Juust voor ondernemers? “Juust zorgt voor een betere verkrijgbaarheid van producten, een korte keten, onderscheidend vermogen en efficiency in de keten door geen onnodige schakels of ophopingen van voorraden. Het assortiment is diep en breed. De aangesloten versspeciaalzaken kunnen hieruit in één stroom worden beleverd. Zij hebben niet te maken met verschillende kleinere leveranciers. die kampen met de problematiek van de bereikbaarheid van de binnensteden en sterk toenemende logistieke kosten”. Biedt Juust ook on line verkoop? “Juust wil niet de functie van de aangesloten versspeciaalzaken overnemen met on line verkopen naar de consument. De verwachting van Juust is juist dat de versspecialisten weer in het straatbeeld terugkomen.

Welke problemen spelen er nu voor kaasspeciaalzaken? “Verkrijgbaarheid en bereikbaarheid van producten zijn een groeiend probleem voor speciaalzaken. In de kaas stoppen er meer meer boeren met kaasmaken dan er bij komen, terwijl er enorme kansen in de markt liggen. Met het verdwijnen van de melkquota zal de zelfkazende boer zich moeten onderscheiden. Wij helpen daarbij graag. In het buitenland worden prachtige kaassoorten gemaakt die wij ook heel goed van Nederlandse melk kunnen maken. Wij willen graag in contact komen met boeren die bereid zijn om daar tijd in te investeren. Juust kan voor de kennis en het distributiekanaal zorgen. We beschikken over 1000 ton capaciteit eigen rijping en hebben samenwerkingsverbanden met opleggers voor kazen die onder specifieke omstandigheden moeten rijpen. Te denken valt hier aan boerenkazen, maar ook aan kazen met andere (korst)culturen”. Welke plannen zijn er met andere versassortimenten voor de speciaalzaak? “Juust stelt zich open voor nieuwe initiatieven van producenten. Ons platform maakt zich zelf ook sterk voor productontwikkeling. Vanuit die beide perspectieven zien we verschuivingen binnen de speciaalzaak ontstaan. Mogelijk dat er zelfs een overlap komt van assortimenten van andere versbranches”. zuivelzicht / 16 mei 2012

15-5-2012 12:28:51


MARKTCIJFERS

T E K S T: P R O D U C T S C H A P Z U I V E L

Melkaanvoer belangrijke zuivellanden jan. - feb.’12; % wijziging t.o.v. 2011; x mrd kg

Melkprijsontwikkeling internationaal mrt.’11 - feb.’12; €/100 kg 39

VS

+ 5,8%

(euro per 100 kg)

Duitsland

37

+ 4,6%

Frankrijk

35

+ 3,5%

Nieuw-Zeeland

+ 10,2%

Nederland

DE

33

FR

31

NL NZ

29

+ 2,7%

VS

27

Australië

+ 6,4% 25

0

5

10

15

20

Marktprijsontwikkeling mei ’11 - apr.’12; €/1.000 kg Mager melkpoeder ADPI

Vol melkpoeder 26%

Note ing per 100 kg af fab iek, excl. BTW 4.000

4.000 3.000

5.00016/02

EURO

09/02 EURO

398,00

390,00

2.000338,00

333,00

280,00

270,00

268,00

260,00

105,00

97,00

4.000

3.000

Verse boter, in EEG-doos

2.000

2.000

Vol verstuivingsmelkpoeder, 26% vet, 1.000 in 6-wandige exportzakken 1) 1.000 Mager verstuivingsmelkpoeder van gebruikelijke handelskwaliteit food grade 1) Mager verstuivingsmelkpoeder van EG-origine, voor veevoederdoeleinden, in bulk, franco geleverd Weipoeder, verstuivingspoeder, in bulk Exportwaarde belangrijke zuivellanden jan.’12; % wijziging t.o.v. 2011; x € mln 1) op eiwit gestandaardiseerd ▲ ▼ = stijging/daling NZ 37 (+121%) DE

478 (-9%)

FR

337 (-3%)

NL

259 (+11%)

VS

2 (-55%)

AU

1 (-32%) 0

ZUIVELZICHT / 16 MEI 2012

414705.indd 3

Boter 82%

3.000

772 (+30%) 113 (+11%) 122 (+9%) EU

141 (-2%)

Derde landen

335 (+36%) 136 (+5%) 200

400

600

800

1.000 17

15-5-2012 12:29:20


markt

r e n é va n b u i t e n e n

structuurverbetering melkveehouderij noodzakelijk

Nederlandse kroonjuwelen gewild in Roemeense zuivel De Roemeense zuivelsector heeft zich de laatste jaren snel ontwikkeld. Dat is te danken aan de komst van Westerse ondernemingen en de toetreding van Roemenië tot de EU. Toch telt het land nog zo’n 800.000 melkveehouders, die veelal niet meer dan vijf koeien hebben. “Met onze know how van zuivel en melkveehouderij kan Nederland een belangrijke rol spelen in de Roemeense zuivelsector.“ Bericht uit een land met mogelijkheden.

De directeur van de Roemeense zuivelorganisatie excuseert zich. Dorin Cojocaru heeft haast. Hij moet onmiddellijk naar de studio van de nationale televisie om een reactie te geven op een vreemde uitspraak van de landbouwminister. Die heeft geroepen dat de melk in de Roemeense supermarkten niet vers is, maar gemaakt is van met water aangelengde melkpoeder. Dat kan Cojocaru als directeur van de nationale zuivelorganisatie natuurlijk niet over zijn kant laten gaan. Dat moet hij rechtzetten. “Ik ben al bijna twee dagen in touw met deze affaire”, vertelt hij de volgende dag. “Een belachelijke zaak toch?” Het de zoveelste poging van de regering om de zuivelin-

houders goed voor ongeveer een kwart van de 1,6 miljard liter melk die de zuivelindustrie verwerkt. De rest wordt geleverd door een paar honderd melkveebedrijven die elk meer dan honderd koeien hebben. “De kleine boeren zijn electoraal enorm van belang”, legt de directeur van de zuivelorganisatie uit. “Daarom proberen politici zich voortdurend aan hen te binden. Zo stellen ze dat de grote zuivelbedrijven niks doen voor de kleine veehouders. Zeker nu ze onlangs de melkprijs weer hebben verlaagd.” Dat de zuivelindustrie op deze wijze in diskrediet wordt gebracht komt wel vaker voor, vertelt Martin de Jong. Namens zuiveladviesbureau AgriWorks/The Friesian SRL is hij al

‘We moeten onze kennis, innovatie en kwaliteit inbrengen in de Roemeense keten’ dustrie in diskrediet te brengen, vindt hij. Dat heeft alles te maken met de structuur van de Roemeense melkveehouderij. Die is nogal uitzonderlijk. Roemenië telt maar liefst 800.000 melkveehouders. Het overgrote deel daarvan bezit niet meer dan vijf koeien. Zij gebruiken de melk deels voor eigen consumptie, deels leveren zij hun melk via lokale verzamelpunten aan zuivelondernemingen. Op deze manier zijn de 800.000 melkvee18

413732.indd 18

vele jaren actief in de Roemeense zuivelsector. Hij staat met raad en daad terzijde voor zowel Nederlandse veehouders die in Roemenië een bedrijf willen opzetten als zuivelbedrijven. De Jong ziet de melkveehouderij sterk veranderen sinds de grote zuivelconcerns de Roemeense markt hebben betreden. De komst van ondernemingen als Danone, FrieslandCampina en Hochland heeft voor een professionalisering van de sector ge-

zorgd, meent De Jong. “Zij zijn op zoek naar grote melkveebedrijven die in staat zijn om kwalitatief hoogwaardige melk te leveren. Dat leidt tot een schaalvergroting in de Roemeense melkveehouderij. Maar dat proces gaat langzaam, want de overheid doet er alles aan om de positie van de kleine veehouders te versterken, die de melk voornamelijk voor eigen consumptie gebruiken.”

Ketenaanpak “Dit soort publicitaire incidenten is te voorkomen door als keten te opereren”, stelt Herman van Wissen, de Nederlandse landbouwraad in Boekarest. Maar van een ketenaanpak is in de Roemeense zuivel allerminst sprake. Juist daar liggen kansen voor de Nederland”, meent Van Wissen, die volgende maand na vier jaar de hoofdstad Boekarest verruilt voor Den Haag. Hij vindt dat de Nederlandse landbouwexport meer gericht zou moeten zijn op beheersing van een keten, in plaats van op de uitvoer van producten. “Wij moeten als Nederland geen grote volumes willen exporteren die veelal weinig opbrengen; we moeten het met toegevoegde waardeproducten verdienen.” En dan heeft Van Wissen het met name over kennis, innovatie en kwaliteit. “Dat zijn de kroonjuwelen van de Nederlandse zuivelsector. Die moeten we inbrengen in de Roemeense keten. Dan maak je echt Gemeenschappelijk zuivelzicht / 16 mei 2012

15-5-2012 12:28:03


markt

Geleidelijk aan komen er steeds meer grote melkveebedrijven in Roemenië.

wordt nog nauwelijks gefaciliteerd door de politiek. Het Wilde Westen is hier hoor, niet in de VS”, zegt Van Wissen wijzend op de onstuimige groei die de Roemeense retailmarkt de laatste jaren doormaakt, zeker sinds de toetreding van het land tot de Europese Unie in 2007. “De groei van de retail geeft veel aan van wat er hier gaande is. In tien jaar tijd is het percentage huishoudelijke aankopen via de supermarkten gegroeid van niets naar 55 procent. Dat is echt een revolutie. Alle grote spelers van de Europese retailmarkt zijn hier volop aanwezig.” De komst van de grote retailers heeft grote gevolgen voor de Roemeense zuivelsector. “De retail eist volume, een gegarandeerde aanvoer, kwaliteit, traceerbaarheid en marge. Aan die eisen kan de primaire sector niet voldoen. Dus wordt ongeveer 70 procent van de behoefte aan zuivel ingevoerd.”

Melkkwaliteit

Meer dan de helft van de Roemenen haalt inmiddels zijn boodschappen in de supermarkten.

Europees Landbouwbeleid. Dat is wat anders dan praten over hectaretoeslagen.” De mogelijkheden worden naar zijn mening echter onvoldoende benut. “Ik vind het heel spijtig dat Nederland niet het voortouw neemt. Het belang van de export van Nederlandse kennis, technologie en innovatie wordt niet gezien.” Van Wissen meent bij voorbeeld dat de Nederlandse overheid veehouders die hun bedrijf in Nederland willen beëindigen, zou moeten helpen hun bedrijf elders voort te zuivelzicht / 16 mei 2012

413732.indd 19

zetten. “Voor Nederlandse veehouders liggen er hier in Roemenië enorme kansen. Als je ziet wat een onderneming als FrieslandCampina hier allemaal doet. Met onze know how van zuivel en melkveehouderij kunnen we hier een belangrijke rol spelen in de Roemeense zuivelsector. “ “Het probleem is dat we er eigenlijk geen beleid op hebben. Het is geen core business in de Europese landbouwpolitiek, terwijl de markt er wel om vraagt.” “Er ligt hier een gigantische markt, maar die

Vasile Dreve, vertegenwoordiger van de Roemeense overheid in Brussel, wijst vooral op het probleem van de melkkwaliteit. Roemenië heeft van Brussel uitstel gekregen om aan de EU-kwaliteitseisen te voldoen. Daarmee komt de overheid de kleine melkveehouders tegemoet. Die kunnen vaak onmogelijk aan de kwaliteitseisen voldoen, als de overheid al in staat is om de melk van de 800.000 boeren te monitoren. ”Het kleine melkveebedrijf sterft hier uit”, zegt Dreve. “Maar dat proces duurt nog wel een flink aantal jaren.” Zolang de structuur van de Roemeense melkveehouderij niet verbetert, zal de afhankelijkheid van de Westerse zuivelsector groot blijven, beaamt ook Dorin Cojocaru, de directeur van de Roemeense zuivelorganisatie. Om de herstructurering te versnellen is samenwerking tussen de verschillende ketenpartijen nodig. Pogingen om een structureel overleg te starten tussen de diverse partijen analoog aan bij voorbeeld een soort Productschap Zuivel bleken tot dusver tevergeefs. “Wij zien het belang van meer samenwerking wel in”, zegt Cojocaru, “maar dat krijg je in Roemenië heel moeilijk voor elkaar. Wat je ziet is dat met name de boerenorganisaties het belang er niet van inzien. Zij willen praten over de melkprijs van morgen. Hoe de sector er over drie jaar uit moet zien en wat daar voor nodig is, dat interesseert ze eigenlijk niet. Het gaat hen alleen om de melkprijs die ze morgen kunnen krijgen.” 19

15-5-2012 12:28:09


markt

r e n é va n b u i t e n e n

‘minder zekerheden, maar meer mogelijkheden’

Nederlandse melkveehouders pionieren op Roemeense grond Quotum leasen tegen een fles wijn. Het illustreert hoe gemakkelijk het kan zijn om te ondernemen in Roemenië. Het verhaal van twee pioniers: Jan de Boer en Harry van der Brug.

Een jaar had Jan de Boer nodig om twintig hectare grond te verwerven zodat hij zijn plannen voor een spiksplinternieuw melkveebedrijf in Garbova, midden in Roemenië, kon verwezenlijken. Daarvoor moest hij in de slag met 67 grondeigenaren. “Je moet geduld hebben als je hier iets wilt realiseren”, luidt het nuchtere commentaar van de 51-jarige Drentse melkveehouder. De Boer heeft in Garbova inmiddels een bedrijf met 2.500 melkkoeien. Elders in Roemenië bezit hij een even groot bedrijf en hij heeft concrete plannen voor nog een melkveebedrijf van vergelijkbare omvang. Daarnaast is De Boer ook nog eigenaar van drie grote Duitse melkveebedrijven. “Ik ben meer pionier dan melkveehouder”, zegt de man die zich met een jaarproductie van uiteindelijk 30 miljoen liter melk de grootste melkveehouder van Roemenië kan noemen. Zijn project in Garbova is op een opmerkelijke wijze gefinancierd. Een dertigtal particulieren uit Nederland participeren in het project. Het melkveebedrijf draait inmiddels een jaar en is succesvol, meent De Boer, al kan het volgens hem altijd beter. Het succes is volgens hem te danken aan de op kostprijsbeheersing gerichte strategie. De lange termijn staat daarbij centraal. De vee20

414414.indd 20

Het bedrijf van Jan de Boer in Garbova, in het midden van Roemenië.

houder koopt voer in tegen een vastgestelde prijs en verkoopt zijn melk (aan Danone) tegen een prijs die voor minimaal drie jaar vast staat. “Dan weet je waar je aan toe bent. Op deze manier is het bedrijf beschermd tegen de steeds heviger worden prijsschommelingen op zowel de grondstoffenmarkten als op de zuivelmarkt.

Grote stallen In Nederland zou De Boer geen schijn van kans hebben om bedrijven met 2.500 koeien op te zetten. Gigastallen zouden dergelijke melkveebedrijven worden genoemd. In Roemenië wordt zijn ondernemerschap op waarde geschat, vindt hij. “Melkveehouders die in Nederland op den duur nog een boterham willen verdienen, ontkomen er niet aan om grote stallen te bouwen. Je moet nu eenmaal voor een prijs van maximaal 28 cent per liter kunnen produceren. Anders heb je volgens mij geen toekomst. Ja, dat geldt ook voor de bedrijven in Nederland.”

Vertel Jan de Boer niet hoe belangrijk het is om geaccepteerd te worden door de maatschappij. Het eerste dat hij deed toen hij zijn plannen in Garbova wilde uitvoeren was praten met de lokale bevolking. “Ik ben in elf dorpen hier in de omgeving naar de kerk geweest en heb de dominee mijn plannen uitgelegd. Na afloop van de kerkdiensten ging ik op de kansel staan en heb ik de mensen verteld wie ik ben en wat ik hier kwam doen.” Daarmee kweekte hij goodwill. Inmiddels is De Boer met zijn bedrijf een belangrijke werkgever in Garbova.

Melkverwerking Drie bedrijven in Duitsland, binnenkort ook drie melkveebedrijven in Roemenië. Waar houdt het op? Nog meer melkveebedrijven? De Boer schudt het hoofd. “Ik denk het niet. Dat zou nog meer van hetzelfde zijn. Ik ken dit kunstje nu wel. Nee, dan zoek ik weer een nieuwe uitdaging.” Die uitdaging zou weleens in de zuivelprozuivelzicht / 16 mei 2011

15-5-2012 12:25:48


markt

ductie kunnen zitten. De melkplas die zijn bedrijven produceren, is er groot genoeg voor. Hij zou zich er bovendien minder afhankelijk mee maken van de grote zuivelverwerkers in Roemenië. Dus waarom niet zelf in de melkverwerking gestapt? Hij sluit het niet uit. De Boer relativeert zijn succes. Want de prijs die hij betaalt is hoog. Per maand verblijft hij een aantal weken in Roemenië, terwijl zijn gezin in Nederland woont. Tussendoor is hij ook nog regelmatig bij zijn Duitse bedrijven. “Mijn sociaal leven is nul. Het is dus niet alleen maar rozengeur en maneschijn.”

Na afloop van de kerkdienst ging Jan de Boer op de kansel staan om te vertellen wie hij was en wat hij kwam doen In Giurgiu, in het uiterste zuiden van Roemenië, vlak tegen de Bulgaarse grens, vergaat het Harry van der Brug (31) uit Groningen uitstekend. Hij kocht in 2004 samen met Jan Anker en Tino Baelde een voormalig staatsbedrijf en bouwde het om tot een goedrenderend melkveebedrijf met 400 koeien. Hij managed ook nog een ander bedrijf van vergelijkbare omvang op 20 kilometer afstand van Giurgiu. In totaal levert hij ongeveer 6 miljoen liter melk per jaar.

Fles wijn “Ik heb in Tsjechië gekeken, heb een half jaar stage gelopen in Texas, maar uiteindelijk ben ik hier terecht gekomen en het bevalt me goed”, zegt de Groningse veehouder, die mede met behulp van fondsen van de Europese Unie zijn plannen kon realiseren. Dat Van der Brug niet in Nederland is gebleven, heeft alles te maken met de hoge kosten die de overname van een melkveebedrijf in Nederland met zich mee brengen. In Roemenië heeft het melkquotum om maar iets te noemen, geen enkele waarde. “Ik lez uivel z i c ht / 1 6 mei 2 0 1 1

414414.indd 21

Harry van der Brug, melkveehouder in Zuid-Roemenië

ver 3,5 miljoen liter melk maar ik heb nog geen euro geïnvesteerd in quotum. Laatst heb ik er een miljoen liter bij geleast voor een fles wijn.” De melk wordt dagelijks opgehaald door Hochland. De Duitse onderneming verwerkt de melk van Van der Brug in Sovata, een plaats 400 kilometer noordwaarts. Dat is acht uur rijden voor de RMO. Dat is voor Nederlandse begrippen onvoorstelbaar. Melkveebedrijven met een omvang als die van Van der Brug en van Jan de Boer zijn echter bijzonder in trek bij de grote melkverwerkers in Roemenië. Het grote volume en de kwaliteit van de melk maken het aantrekkelijk voor de zuivelbedrijven om met dergelijke melkveehouders in zee te gaan. Tussen de zuivelbedrijven is dan ook een flinke concurrentie gaande.

Veel mogelijkheden “We leverden eerst aan Danone, maar Hochland bood uiteindelijk toch een betere prijs”, zegt Van der Brug die net als zijn col-

lega De Boer voor langere tijd een vaste melkprijs heeft kunnen afspreken. “Het bevalt me hier uitstekend. Roemenië is een land met wat minder zekerheden dan in Nederland, en daarom doe ik het liefst zaken met Westerse zuivelbedrijven, maar het is ook een land met veel mogelijkheden voor ondernemers.”

Risicospreiding De afgelopen jaren heeft Van der Brug de technische resultaten op het voormalige staatsbedrijf flink verbeterd. “We hebben de melkproductie kunnen opvoeren van 4.000 naar 8.000 liter per koe, maar ik denk dat er nog meer mogelijk is.” Inmiddels heeft hij vergevorderde plannen om het bedrijf uit te breiden met nog eens 400 koeien. “De afzet van die extra hoeveelheid de melk is geen enkel probleem. De zuivelondernemingen doen graag zaken met je als je een flinke hoeveelheid melk van hoge kwaliteit kan aanbieden.” 21

15-5-2012 12:25:54


markt

r e n é va n b u i t e n e n

‘afbouw kleine melkverzamelpunten onvermijdelijk’

Zuivelproducenten maken jacht op grote melkveebedrijven Vijf spelers domineren de Roemeense zuivelindustrie. FrieslandCampina is de marktleider. Zij strijdt met de Franse grootmachten Danone en Lactalis en de lokale ondernemingen Albalact en Covalact om de gunst van de consument. Covalact en FrieslandCampina zetten hun strategie uiteen. Covalact, dat volledig eigendom is van de Amerikaanse investeringsmaatschappij SigmaBleyzer, profileert zich in de markt met een natuurlijk imago. Dat doet de onderneming met twee merken: Lactata Harghita en Covalact de Tará (melk van het platteland). Met name met dat laatste merk gaat Covalact de strijd aan met de vele kleine regionale melkverwerkers in Roemenië. De in Covasna (Brasov) producerende onderneming verwerkt de melk van 2.200, voornamelijk kleine, melkveebedrijven. Ongeveer de helft van de melkplas is afkomstig van veehouders die minder dan vijf koeien hebben. De andere helft wordt geleverd door bedrijven met meer dan zeventig koeien. De kleine melkveebedrijven hebben grote moeite om te voldoen aan de kwaliteitsnormen die de onderneming stelt, vertelt het Nederlandse directielid Marius de Jongh. “Wij stimuleren onze veehouders de kwaliteit te verbeteren via toeslagen op de melkprijs. De overheid probeert al jaren met allerlei stimuleringsprogramma’s de melkkwaliteit te verbeteren, maar er komt niets van terecht.”Volgens De Jongh ontkomt Covalact er op den duur niet aan om langzaam maar zeker het aantal verzamelpunten in de dorpen waar de kleine boeren hun melk komen brengen, af te bouwen. Dat is onvermijdelijk.”

Strijd De grote zuivelondernemingen doen dan ook graag zaken met grote melkveebedrijven, die in staat zijn voortdurend melk te le22

414416.indd 22

Covalact-directielid Marius de Jongh en marketing consultant Raluca Bies.

veren van hoge kwaliteit. “Ja, er is enige strijd om de melk”, vertelt De Jongh, “we hebben wel een gentlemen agreement om geen veehouders in elkaars werkgebied te werven. Maar ja, dat werkt natuurlijk alleen zolang er melk genoeg is.” Dat is op dit moment het geval. Er is sinds kort sprake van een melkoverschot in Roemenië nadat er vorig jaar juist een tekort aan melk was. Maar de gevolgen van de economische crisis en de snelle opkomst van supermarkten met een discountformule laten zich voelen in de Roemeense zuivelsector. De consument zoekt zijn heil tot lager geprijsde producten. Steeds meer zuivelbedrijven zien

zich daarom genoodzaakt te leveren onder de huismerken van de retailers. Het aandeel private label in de Roemeense zuivelmarkt is in korte tijd gestegen tot ongeveer 25%. Zo produceert Covalact sinds kort consumptiemelk voor het huismerk van Lidl. “Als gevolg van de economische crisis zijn de discounters enorm in opkomst”, constateert De Jongh. “De consumentenprijs van melk onder private label is in sommige gevallen de helft van de prijs van de A-merken. Dat is een groot verschil.” Het besluit van Covalact om voor private label te leveren past eigenlijk niet in de strategie om door middel van eigen merken waarzuivelzicht / 16 mei 2012

15-5-2012 12:30:13


markt

József Szász (links) en Zoltan Feher, verantwoordelijk voor de gang van zaken bij FrieslandCampina.

de toe te voegen aan de melk. “Onze strategie verandert niet”, maakt De Jongh duidelijk. “Wij blijven ons focussen op de afzet van premiumproducten die een hogere toegevoegde waarde hebben. De hoeveelheid melk die we als private label verkopen zal beperkt blijven. Maar als wij niet onder private label gaan produceren doet een ander het wel. Wat dat betreft is de situatie op de Roemeense markt nu niet anders dan destijds in Nederland toen de coöperaties uiteindelijk onder druk van de retailers dagverse melk onder huismerk gingen leveren.”

Napolact “Wij willen het liever niet, maar als er vraag naar is en als we capaciteit hebben en de prijs staat ons aan, zeggen we geen nee”, is het oordeel van József Szász over private labels. Hij is directeur Supply Chain Hongarije en Roemenië bij FrieslandCampina. “De snelle opkomst van de retail leidt tot meer flexibiliteit. Daar hebben we ons bij aangepast. Dat heeft ook tot gevolg gehad dat wij produceren voor private labels.” Szász stelt overigens wel vraagtekens bij de opkomst van huismerken in de Roemeense supermarkten. “Ik dat de groei ervan beperkt zal blijven. De Roemeen heeft een sterke voorkeur voor lokale bekende merken.” Een van die merken is Napolact. Van oudsher is dat het nationale merk van de Roemeense zuivelindustrie. Sinds FrieslandCampina in Roemenië neerstreek en het in Cluj-Napoca gevestigde zuivelbedrijf Napolact overnam, is Napolact het belangrijkste merk in het portfolio van FrieslandCampina Romania. Een anzuivelzicht / 16 mei 2012

414416.indd 23

der belangrijk merk van het zuivelconcern is Milli. De onderneming heeft daarnaast nog het merk Oké in haar portfolio; dat is meer gericht op de onderkant van de markt. FrieslandCampina Romania produceert hoofdzakelijk consumptiemelk, yoghurt, boter en verschillende soorten kaas. De onderneming heeft productielocaties in ClujNapoca, Tirgu Mures en Carei. Het bedrijf verwerkt ongeveer 100 miljoen liter per jaar, waarvan 65 procent rechtstreeks van ongeveer 400 melkveebedrijven. De overige 35 procent komt van melkveehouders die hun melk naar de melkverzamelpunten in de dorpen brengen. Van deze kleine boeren heeft FrieslandCampina er 1.200. Zij leveren doorgaans niet meer dan 25 liter per dag. Het criterium voor een groot melkveebedrijf ligt bij FrieslandCampina momenteel op een dagelijkse levering van minimaal 300 liter per dag.

Zowel FrieslandCampina als de veehouder hebben de mogelijkheid een prijsaanpassing te bespreken indien zij van mening zijn dat de omstandigheden dat noodzakelijk maken. De veehouders worden daarbij vertegenwoordigd door belangengroeperingen, die veel weg hebben van producentenorganisaties. Belangrijk punt in onderhandelingen over de melkprijs is ook bij FrieslandCampina de kwaliteit van de melk die de boeren kunnen leveren. “Met behulp van onze rayonadviseurs doen we er alles aan om de kwaliteit van de boerderijmelk te verbeteren, maar dat gaat stapsgewijs”, vertelt Zoltan Feher, bij FrieslandCampina Romania verantwoordelijk voor de melkaanvoer. “Als we onze kwaliteitsnormen verder kunnen verhogen, zullen we ook afscheid moeten nemen van kleine melkveehouders.” Dat is volgens hem onvermijdelijk, aangezien de kleine boeren veelal niet in staat zijn om aan de EU-kwaliteitsnormen te voldoen.

Concurrentievervalsend Het feit dat de Europese Unie de termijn waarbinnen Roemenie aan de kwaliteitsnormen moet voldoen, al een aantal malen heeft opgeschoven, werkt in zekere zin concurrentievervalsend, vindt Szász. Hij betitelt de derogatie als een beloning voor de zuivelbedrijven en de melkveehouders die de afgelopen jaren niets hebben gedaan om de kwaliteit van de melk te verbeteren. “Dat is onterecht. Wij hebben volop geïnvesteerd in kwaliteitsverbetering om de EU-standaarden te halen. Andere bedrijven die dat niet hebben gedaan, profiteren op deze manier van het voortdurende uitstel. Dat maakt het voor ons lastiger om te concurrentie aan te gaan met dergelijk bedrijven.” Advertentie

De veehouders van FrieslandCampina Romania ontvangen een flexibele melkprijs op basis van een eenjarig contract. De melkprijs wordt niet bepaald aan de hand van de garantieprijs die het concern in Nederland vaststelt. De prijs is afhankelijk van ontwikkelingen op de markt. 23

15-5-2012 12:30:20


markt

Jerome Rozendaal

Terug naar het verleden

Melkproductie in Oekraïne stagneert al jaren Oekraïne produceert elk jaar minder melk. Na de val van de Sovjet-Unie stortte de professionele melkveehouderij in en van een wederopstanding lijkt geen sprake. Terwijl het EK in Oekraïne en Polen met rasse schreden nadert, ploetert de melkveehouderij voort.

Oekraïene - na Rusland het grootste land van Europa - produceert al jaren minder en minder melk. “Het land heeft een melkcrisis”, stelt Danone Oekraïne-directeur Dario Marcetti op het hoofdkantoor van Danone in Kiev. “Elk najaar zijn we gedwongen de productie van de minst winstgevende producten (melk, karnemelk en crème fraîche) stop te zetten en een kentering is nog niet in zicht.”

Keuterboer Dertig kilometer buiten de Oekraïense hoofdstad is van de hectiek van de miljoenenstad, die zich opmaakt voor het EK voetbal, weinig te merken. Elke ochtend brengt Ira haar koe naar een grasveldje en haalt deze in de middag weer op. De tijd lijkt in dit dorpje, Borodyanka, stil te staan. Dit gevoel wordt versterkt als ik me in de ‘stal’ van Ira begeeft. Achter het schuurtje, onder een raam, ligt een grote berg mest. Terwijl Ira – gezeten op een krukje – de melk uit de koe perst, kijken twee katten toe. In een naburig hok scharrelt een varken. Na het melken giet Ira de melk over in een melkbus en vangt met een zeefje het schuim af. Elke middag haalt een melktruck van een plaatselijke fabriek de melk van Ira en andere dorpsbewoners op. De schamele opbrengst van twintig cent stuit Ira tegen de borst, maar ze zegt geen keus te hebben.“Ik probeer melk aan bekenden te verkopen, maar dit lukt niet elke dag. 18 liter is een behoorlijke hoeveelheid.” Ira is zeker geen opvallende verschijning in Oekraïne. Sterker nog: maar liefst 80 procent van de melkproductie 24

414576.indd 24

komt van dergelijke keuterboeren, die volgens de statistieken gemiddeld anderhalve koe bezitten. Maar deze private productie neemt gestaag af, vertelt Marchetti. “Jonge mensen trekken naar de stad.”

Coöperaties Om de dalende productie op het platteland tegen te gaan begon Danone twee jaar geleden met zogenaamde melkcoöperaties. Daar krijgen private boeren zoals Ira advies en hebben zij de beschikking over opslag- en testapparatuur. “Op deze manier willen we de kwantiteit en kwaliteit verhogen”, vertelt Marcetti. “De dorpsmelk is van slechte kwaliteit. Mensen melken met vieze handen, wassen de melkbus niet goed of laten de melk op warme plekken staan”. De stelling van Marcetti wordt niet door iedere Oekraïner gedeeld. Marktproducten zijn heilig en er is een sterk wantrouwen bij fabrieksproducten. Yoghurtjes van Danone en andere producenten deden pas na de val van de Sovjet-Unie hun intrede in Oekraïne. Daarvoor waren de winkelschappen louter gevuld met melk, karnemelk en Smetana (crème fraîche). Anno 2012 telt Oekraïne 25 coöperaties en tussen de 1300 en 1600 keuterboeren. Maar het Franse concern is goed op weg. Nadat het in de zomer van 2010 het RussischOekraïense melkconcern Unimilk overnam, is het belang van de keuterboeren in de melkvoorziening afgenomen. “Bij de Danonefabriek komt 25 tot 30 procent van de melk van kleine boeren, maar de twee Unimilk-

Ira giet de melk over naar een melkbus.

fabrieken maken nauwelijks gebruik van deze melk. Hierdoor is het totale aandeel van de kleine boeren in de melkleverantie sterk afgenomen”, vertelt Alexander Prischepa, directeur Grondstoffen van Danone Oekraïne. “De coops zijn hierdoor eigenlijk meer verworden tot een sociaal project”, vervolgt hij. De Franse hoop spitst zich toe op de grote melkveebedrijven. De leveranciers van Danone hebben gemiddeld zo’n 400 koeien.

Sovjet-Unie De melkveehouderij stortte helemaal in na de val de Sovjet-Unie in 1991 en het ontstaan van een onafhankelijk Oekraïne. De zuivelzicht / 16 mei 2012

15-5-2012 12:24:57


markt

melkproductie halveerde tot 11 miljoen ton. Volgens experts is dit zelfs een hoge schatting. “Het is moeilijk om de private productie (eigen consumptie en straatverkoop) in kaart te brengen”, vertelt Prischepa. “Eén ding weten we wel zeker: melkfabrieken verwerken 4,6 miljoen ton.” De traditionele, gemeenschappelijke boerenbedrijven (kolchozen) werden na de val van de Sovjet-Unie onder de werknemers verdeeld. Zonder ervaring in het leiden van een bedrijf, zonder geld en zonder een fatsoenlijke infrastructuur raakten ze al gauw in verval. In de late jaren negentig werden sommige boerenbedrijven bij elkaar geraapt en werd de productie voortgezet. Geldgebrek en instabiliteit hielden investeringen en modernisering tegen. Het gros van de veehouders werkt nog precies zoals 30 jaar geleden. Dit betekent niet alleen verouderd materiaal, maar ook achterhaalde techniek. Het Nederlandse adviesbureau The Friesian adviseert Oekraïense melkveehouderijen hoe zij met kleine aanpassingen de melkproductie en kwaliteit kunnen verhogen. “Bij sommige bedrijven beginnen we echt met de basisbeginselen voor een goede melkproductie, zo moeten we soms het belang van het lucht- en waterdicht afdekken van ruwvoer uitleggen”, vertelt medewerker Rudie Brok.

Semi-modern Een Oekraïens melkveebedrijf dat er wel in slaagde om te moderniseren is Dolinski, in het zuiden van Oekraïne. Het bedrijf, dat sinds twee maanden aan Danone levert, bouwde twee moderne stallen. “De melk-

De nieuwe rmo van Danone naast een oude melkwagen van Oekraïense makelij.

productie ligt er 20 procent hoger dan in de oude stallen”, vertelt bedrijfsleider Andrei. “De luchtvochtigheid en ventilatie kunnen worden gereguleerd, waardoor de koeien zich meer op hun gemak voelen en meer melk geven. Het Oekraïense bedrijf heeft 600 melkkoeien, die in totaal 15 tot 16 ton melk leveren. “We hebben nu hoofdzakelijk Oekraïense rassen, maar willen in de toekomst naar Holstein koeien, die produceren 20 procent meer melk”, aldus de bedrijfsleider. Hij vertelt dat de melkprijs met 35 cent per liter erg laag ligt. “Een maand geleden was dat nog meer dan 45 cent.” De reden van de prijsdaling is de ‘kaasoorlog’ tussen

Nederlanders in oekraïne Nederlanders zijn in alle uithoeken van de wereld te vinden. Ook in Oekraïne kennen zij de weg. Twee Nederlanders runnen een melkveehouderij. Een van hen is de Brabantse boer Antoon Smits (links op de foto). Op de ruïnes van een oud Sovjet-bedrijf bouwde hij een modern bedrijf dat eind vorig jaar zijn deuren opende. De nieuwe stal verbetert de efficiëntie aanzienlijk. Voor het melken van de 600 koeien heeft hij nog maar zes werknemers nodig in plaats van 16 en voer hoeft niet langer met de hand naar de koeien gebracht te worden. Binnenkort moeten de eerste half-Nederlandse koeien melk gaan leveren, waardoor de productie naar verwachting omhoog gaat van onder de 20 naar 25 liter of meer.

zuivelzicht / 16 mei 2012

414576.indd 25

Oekraïne en Rusland, waarbij Rusland de import van Oekraïense kaas lange tijd boycotte. Toch is de modernisering verre van voltooid. Mest wordt over het land uitgereden. Krachtvoer of voedingsupplementen kom je op het bedrijf niet tegen. “Wij produceren al het voer zelf”, vertelt Andrei. Het bedrijf bewerkt in totaal 20.000 hectare grond, 1500 hiervan wordt voor de koeien gebruikt. Een pompeus stenen naambord herinnert aan het roemrijke Sovjet-verleden van Dolinski. Ooit liepen hier 2000 koeien rond. “Voorlopig zitten deze aantallen er niet in”, vertelt Andrei. “Daarvoor ontbreekt het geld.” Geldgebrek is een belangrijke verklaring voor de stilstand in de Oekraiense melkveehouderij. Lenen van de bank tegen rentes van 20 procent (of zelfs meer) is geen optie. “Sinds 2009 kom ik regelmatig in Oekraïne en sinds die tijd zijn de hoge rentepercentages en korte looptijd van leningen een issue”, vertelt Rudie Brok van The Friesian. Danone kwam eveneens tot inzicht dat de hoge rentes remmend werken. Vorig jaar startte het concern een programma waarbij het een deel van de rente van investerende melkleveranciers compenseert. “Bij een rente van 19 procent compenseren we de helft. Hierdoor wordt het aantrekkelijker om te investeren”, vertelt Prischepa van Danone. “Vorig jaar hebben zes van onze melkleveranciers binnen dit project voor twee miljoen euro geïnvesteerd”. 25

15-5-2012 12:25:00


Mens & Samenleving

Bestuurskracht bepalend voor toekomst coöperatie  12,50

Boeiend praktijkrelaas van een melkveehouder die vele jaren bestuurlijk actief was en in deze uitgave zijn ervaringen doorgeeft. Dat gebeurt onder het motto: het besturen van een coöperatie leer je vooral in de praktijk. Auteur: Jan Loonen ISBN: 978-90-8788-084-2 Verkrijgbaar bij de bekende boekverkopers of rechtstreeks via

www.bduboeken.nl

414764.indd 26

15-5-2012 12:30:38


markt

Richard Rennie

gunstige weersomstandigheden

Recordproductie in Nieuw-Zeeland Dankzij uitstekende weersomstandigheden koerst de melkveehouderij in NieuwZeeland af op een van de beste jaren uit de geschiedenis. De productie stijgt met bijna 10 procent. De melkveehouderij in Nieuw-Zeeland stevent af op een record over de afgelopen tien jaar. Zoals het er nu naar uitziet zal de melkproductie in het eind deze maand eindigende seizoen bijna 10 procent hoger uitvallen dan vorig jaar. Schattingen van de NieuwZeelandse zuivelorganisatie DCANZ komen uit op een productie van 1,28 miljard kilo vet en eiwit. De productietoename is te danken aan de uitstekende weersomstandigheden, die in het hele land hebben geleid tot goede groei van het gras, hetgeen cruciaal is voor de op grasland gebaseerde melkveehouderij.

Irrigatie Gegevens van de nationale zuivelorganisatie laten zien dat de productie ook in de laatste maanden is toegenomen. Meestal zijn de klimatologische omstandigheden in het tweede deel van het melkseizoen in een aantal regio’s minder gunstig. Met name in Waikato en Taranaki kan het dan erg droog zijn, en bij gebrek aan irrigatiesystemen is de grasopbrengst dan beduidend minder. De melkproductie in Waikato, dat met 1,1 miljoen melkkoeien de voornaamste zuivelregio is in Nieuw-Zeeland, ligt inmiddels 9 procent boven het niveau van vorig seizoen. Het is nog maar twee seizoenen geleden dat de melkproductie in deze regio fors afnam als gevolg van een lange periode van droogte. James Houghton, voorzitter van de vereniging van melkveehouders in Waikato, noemt zuivelzicht / 16 mei 2012

414648.indd 27

Een toename van de melkveestapel gecombineerd met een uitstekende grasgroei zorgen voor een recordhoge melkproductie in Nieuw-Zeeland.

dit seizoen het meest productieve dat hij in twintig jaar melkveehouderij heeft meegemaakt. “De gemiddelde temperatuur was dit jaar 22 graden; dat is ideaal voor de grasgroei. Gelukkig hadden we dit jaar geen dagen met tropische temperaturen.” Ook in Canterbury is dit seizoen opnieuw meer gemolken. De melkveestapel in deze regio is de afgelopen vijf jaar steeds met ongeveer 10 procent per jaar in omvang toegenomen. Het effect daarvan was dit seizoen goed te merken in de melkproductie.

GrasIndex De gang van zaken in de melkveehouderij in Nieuw-Zeeland is van groot belang voor de economie van het land, aangezien een kwart van de export zuivelgerelateerd is. Daarom is de ‘grasgroei-index’, die de perspectieven voor de melkveehouderij weerspiegelt, een belangrijke indicator in NieuwZeeland. Deze NZX Agri Pasture Growth Index heeft het gehele seizoen al een stijging laten zien, en was op een zeker moment bijna twee maal zo hoog dan in het vorige seizoen. De stijging van de index komt niet alleen tot uiting in de melkaanvoer. Het vertrouwen in

de Nieuw-Zeelandse zuivelindustrie is ook goed. Dat komt mede door de recordhoeveelheid melkpoeder die China begin dit jaar van Nieuw-Zeeland kocht. Alleen al in januari werd er 55.200 ton vol poeder naar China uitgevoerd. Mede dankzij de hoge melkaanvoer kon de nieuwe poedertoren van de Fonterra-fabriek in Edendale in maart een nieuw wereldrecord vestigen. In die maand produceerde de zuivelonderneming 20.826 ton melkpoeder in de fabriek op het zuidereiland.

Dalende prijzen De keerzijde van de hoge melkproductie is inmiddels ook zichtbaar geworden. Want niet alleen in Nieuw-Zeeland wordt meer gemolken, ook andere zuivelexporterende landen laten zich gelden. De productie in de Europese Unie is in de eerste twee maanden van dit kalenderjaar 4 procent hoger dan vorig jaar, en ook in de Verenigde Staten leveren de veehouder meer melk aan de zuivelproducenten. Dat zet de prijzen wereldwijd onder druk. Op de Nieuw-Zeelandse zuivelveiling Global Dairy Trade zijn de prijzen vorige maand dan ook scherp gedaald. 27

15-5-2012 12:29:38


markt

jurgen jansen, productschap zuivel

FAO-OESO Outlook 2012-2021:

Uitgangspunt zuivel positief Analisten van OESO en FAO bespraken eind maart in Rome met delegaties van aangesloten landen en experts van belangrijke mondiale sectororganisaties het concept van de nieuwe Outlook. Dit rapport biedt jaarlijks een tienjarenprognose (dit jaar over de periode 20122021) voor de mondiale markt voor landbouwproducten, waaronder zuivel. Definitieve publicatie volgt deze zomer, maar de voorlopige cijfers geven alvast enige richting. Bij hun prognoses gaan de experts van OESO en FAO uit van een aantal basisveronderstellingen ten aanzien van macro-economische ontwikkeling en gevoerd beleid. Een belangrijke factor is de bevolkingsontwikkeling, omdat deze via zowel de vraag- als aanbodkant van de markt mede bepalend is voor de toekomstige ontwikkeling van de mondiale economie. De groei in de wereldbevolking zal naar verwachting het komende decennium wat afvlakken, tot 1,02% per jaar. In Afrika blijft de groei het grootst terwijl deze in Europa het kleinst is. Azië en de Pacific zijn goed voor ruim de helft van de 679 miljoen extra monden die wereldwijd in 2021 gevoed moeten worden. Wat betreft de economische ontwikkeling wordt verwacht dat de groeiperspectieven voor de meeste OESO-landen voor de korte termijn zwak zijn. Voor de middellange termijn zijn de vooruitzichten beter, waardoor via een geleidelijk herstel uiteindelijk een gemiddelde groei van 1,8% per jaar wordt geprognosticeerd. In contrast met het algeheel wat bleke beeld van de OESO-landen, zullen de belangrijkste aanjagers in de wereldeconomie, China (8,2%) en India (7,8%), naar verwachting nog steeds een robuuste groei blijven realiseren. Ook een belangrijk opkomend land als Brazilië zal met een jaarlijkse groei van 4,4% een positieve bijdrage kunnen leveren aan de wereldeconomie.

Prijsdaling niet structureel Ingezoomd op zuivel wordt verwacht dat de mondiale zuivelprijzen op korte termijn zullen dalen, maar zich aanzienlijk boven de niveaus van de afgelopen tien jaar zullen blijven be28

413889.indd 28

wegen. OESO en FAO geven daarmee aan te verwachten dat de huidige prijsdaling in geen verhouding zal staan tot de prijsval in 2009, aangezien de mondiale vraagontwikkeling sterk blijft, vooral in Azië. Men verwacht dan ook dat wereldwijd aanbod en vraag op niet al te lange termijn opnieuw in evenwicht komen, waardoor de prijzen zullen stabiliseren. De prijsprojecties gaan uit van een jaarlijkse stijging van 2% vanaf 2014 vanwege toenemende productiekosten en een groeiende vraag door bevolkingsgroei en stijgende inkomens. Over de verslagperiode blijven de reële prijzen echter relatief vlak, maar wel op niveaus die duidelijk boven die van de afgelopen tien jaar liggen. Dit geldt in verschillende mate voor alle zuivel commodities: kaas (+7%), boter (+30%) en melkpoeders (+14 à 15 %).

Groei melkproductie vlakt af In 2011 nam de wereldmelkproductie sterk toe door een combinatie van hoge prijzen en gunstige weersomstandigheden in veel belangrijke productielanden. OESO en FAO verwachten dat een wat lager prijsniveau voor de korte termijn en terugkeer naar meer normale weerscondities de groei in melkproductie wat zullen matigen. De analisten schatten de gemiddelde jaarlijkse groei voor de komende tien jaar in op 1,9%, iets lager dan in de periode 2002-2011 (2,1%). Dit betekent dat de mondiale melkplas met zo’n 150 miljoen ton zal toenemen. Het grootste deel hiervan, circa 70%, zal komen van ontwikkelingslanden. Daarmee nemen deze landen zowel het voortouw in de economische groei als in de ontwikkeling van melkproductie. Dit

leidt de komende jaren tot een omslag: tot nu toe werd het grootste deel van de melk geproduceerd in traditionele zuivelregio’s als Europa, Noord-Amerika en Oceanië. Verwacht wordt dat deze dominantie in 2013 voor het eerst doorbroken wordt en dat ontwikkelingslanden die positie zullen overnemen.

Azië leidt groei In absolute zin speelt de grootste ontwikkeling zich in Azië af. China en India tekenen samen het komende decennium voor bijna 40% van de wereldwijde productiegroei. Bij China zal daarbij de van overheidswege ingezette noodzakelijke herstructurering van de zuivelsector leiden tot een verdere normalisering van het groeitempo, tot gemiddeld 2,4% per jaar, fors lager dan de groei van de afgelopen jaren. In India vormt de toenemende binnenlandse vraag de belangrijkste drijfveer voor de 3% groei per jaar, waarmee India zijn positie als grootste melkproducent consolideert. Ook de melkproductie in diverse landen in Zuidoost- en Oost-Azië (zoals Thailand, Indonesië, Maleisië en de Filippijnen) zal, weliswaar komend van een lager niveau, fors blijven doorgroeien.

Oceanië groeit rustig door De prognose voor melkproductie in NieuwZeeland is dat deze de komende jaren zal doorgroeien in een wat rustiger tempo dan gemiddeld genomen in het afgelopen decennium. OESO en FAO zetten in op een gemiddelde groei van jaarlijks 2,6% voor de komende tien jaar. Dat betekent over die periode zo’n 6,8 miljoen ton (+39%) extra melk, hoofdzakelijk bestemd voor export. Voor zuivelzicht / 16 mei 2012

15-5-2012 12:29:49


markt

Australië, waar herstel van de ongunstige weersomstandigheden in het recente verleden zich aftekent, wordt uitgegaan van een voorzichtige groeiprognose van jaarlijks 1,2%.

Latijns-Amerika veelbelovend Veel groeiperspectief voorzien OESO en FAO voor Latijns-Amerika. Het hoge prijsniveau in combinatie met gunstige weersomstandigheden lieten in 2011 al zien wat daar mogelijk is. Naar verwachting zullen betere opbrengsten, investeringen en voortgaande schaalvergroting in combinatie met een betere doelmatigheid in management de komende jaren bijdragen aan een stevige groei in de melkproductie. Voor een belangrijk exportland als Argentinië wordt ingezet op gemiddeld 3,4% groei per jaar, wat leidt tot een productie van 16,8 miljoen ton in 2021, 58% boven het gemiddelde van de afgelopen drie jaar. Voor Brazilië wordt een jaarlijkse groei voorzien van 1,7%. Deze zal vooral gericht zijn op de binnenlandse vraagontwikkeling.

niet-mager melkpoeder In de vertaalslag van melkproductie naar producten voorzien OESO en FAO dat de productie van niet-mager melkpoeder weliswaar wat zal afvlakken, maar dat dit het product met de grootste toename blijft, gevolgd door verse zuivelproducten. De dynamische ontwikkeling in laatstgenoemde categorie wordt vooral beïnvloed door sterke groei in gefermenteerde producten als yoghurt. Ten opzichte van de basisperiode (2009-2011) wordt voor nietmager melkpoeder tot 2021 een groei verwacht van 33%. Van de kleine 1,4 miljoen ton extra product zal bijna tweederde afkomstig zijn van Nieuw-Zeeland en China.

VS leider mager melkpoeder Bij boter(vet) is de verwachte groei over de verslagperiode 25%, bij mager melkpoeder 24% en bij kaas zo’n 19%. Bijna 70% van de 2,6 miljoen ton extra botervet zal worden geproduceerd in India en Pakistan, landen met relatief veel vette buffelmelk en een rijke traditie in ghee consumptie. Ook de VS (8%) en Nieuw-Zeeland (5%) dragen substantieel bij aan de extra boter. Deze landen zijn ook verantwoordelijk voor de belangrijkste groei in mager melkpoeder, een product dat de laatste jaren weer veelgevraagd is. Met een aandeel van 39% in de groei, ontwikkelen de VS zich naar verwachting tot de grootste producent, daarmee de EU in 2017 voorbij strezuivelzicht / 16 mei 2012

413889.indd 29

vend. Kaasproductie blijft gedomineerd worden door de EU en de VS, samen nu al goed voor tweederde van de mondiale productie. Deze twee landen leveren ook het meeste van de 3,7 miljoen ton extra kaas in de periode tot 2021 (59%).

handelsGroei zet door De sterke groei in wereldhandel van de afgelopen jaren zet naar verwachting door, vooral bij melkpoeders. De trend richting minder interventieaankopen en ook minder gebruik van exportregelingen heeft de dynamiek in de mondiale zuivelmarkt veranderd. Meer dan voorheen beïnvloeden regionale ontwikkelingen en strategische beslissingen van grote internationale zuivelondernemingen de handelsstromen, aldus OESO en FAO. De handel in mager melkpoeder zal over de verslagperiode met 35% toenemen. Bij niet-mager melkpoeder is de verwachte groei de komende tien jaar 30%. NieuwZeeland behoudt in deze categorie zijn dominante positie, goed voor meer dan 50% van het wereldhandelsvolume in 2021. De mondiale boterexport neemt met 21% toe. Ook hier blijft NieuwZeeland de leidende exporteur. Ruslands positie als belangrijkste botermarkt zal verder afkalven door groei in eigen melkproductie. Naarmate het zwaartepunt in de

vraag meer richting Midden-Oosten verschuift (Iran, Saudi-Arabië) zal de kwetsbaarheid voor instabiliteit in de toch al dunne botermarkt toenemen. De kaashandel tenslotte, zal naar verwachting in de verslagperiode met bijna 590 duizend ton groeien (+26%). De VS nemen hiervan ruim een derde voor hun rekening en zijn daarmee de grootste groeier. Advertentie

• In en verkoop zuivelapparatuur • RVS tanks • Ontwerp en realisatie van zuivellijnen

v.d. Heuvel Zuivelmachines B.V. info@heuvelzuivelmachines.nl www.heuvelzuivelmachines.nl Tel. 0184-642208

29

15-5-2012 12:29:54


BELRUBRIEK KAASPRODUCTIELIJNEN

RVS KAASPLATEAUS

VERPAKKINGEN

Mr. F. J. Haarmanweg 44 4538 AS Terneuzen tel: 0115 682000 www.elopak.com

Kaasproductielijnen - peKelsystemen

Hichtumerweg 7, 8701 PG Bolsward tel. 0515-576523 - fax 0515-572575

Uw partner voor: kaaswas en kaascoating verpakkings- en etiketteerlijm

email: klokslag@klokslag.nl website: www.klokslag.nl

SYSTEEM INTEGRATIE

Tel: +31 (072) 57 50 600

Technische Automatisering

SIG Combibloc b.v. Amarilstraat 11 Postbus 24, 7550 AA Hengelo Tel: +31 (0) 74 2554455 Fax: +31 (0) 74 2554400

Technische Installaties Technisch Beheer

www.vanlente.nl

www.paramelt.com

info.cben@sig.biz www.sig.biz

MEMBRAAN FILTRATIE

SAMEN DENKEN SAMEN DOEN

Leverancier van kartonverpakkingssystemen voor het aseptisch afvullen van dranken en andere vloeibare voedingsmiddelen.

PROCESSING Leading specialist in membrane technology for the dairy industry. Fast delivery of spares.

TANKBOUW

DSS Silkeborg AS Tel. +45 8720 0840 Service hotline +45 70701661 info@dss.eu • www.dss.eu

Uw advertentie in de Belrubriek 03-10-2011 14:56:57 is twintig keer per jaar adverteren Untitled-4 1 voor een scherpe prijs.

LUCHTBEHANDELING

Suppliers List 58x50.indd 1

8/03/2011 9:04:28

Voor tarieven en inlichtingen: tel 020 – 5736056 email h.v.d.werf@bdu.nl

ZuivelZicht

al 100 jaar een begrip in de zuivel inlichtingen: tel: 020-5736056 • fax 020-6242519

414644.indd 30

15-5-2012 9:27:39


BELRUBRIEK IN- EN vERKoop tANKS

KWALItEItSCoNtRoLE

KAASBEWERKINGSMACHINES

Snel

Praktisch

Specialist in kaasbehandeling en rijpen!

Betrouwbaar • Automatische kaasbehandelingslijnen • Robot kaasbehandelingslijnen • Kistenbelading voor foliekaas • Plastificeren • Planken wassen • Etiketteren • Banderolleren • Verpakkingsinstallaties voor foliekaas

Uniek assortiment voor de zuivelindustrie in Nederland en België Kant-en-klare voedingsbodems 3M™ Petrifilm™ Count Plates Testen van oppervlaktehygiëne en water 3M™ Clean-Trace™ ATP meting

KAASpRoMotIE

Verrijking en verdunning van monsters 3M™ Sampling Eindcontrole UHT-zuivelproducten 3M™ MLS

T: 0348 435435 F: 0348 439399 E: info@bma-nl.com I : www.bma-worldwide.com

Pathogenen testen 3M™ Tecra™

Surf naar www.3M.nl/voedselveiligheid Of bel (071) 5 450 342 8130_adv_zuivelzicht_125x180_10.indd 1

14-06-10 10:14

ADvIES

onderdeel van

IA GROEP

Feenstra Adviseurs, al ruim 90 jaar sterk als ontwerpen adviesbureau in de zuivel- en voedingsmiddelenindustrie info@doeschotbv.nl sales@ferdar.nl

www.doeschot.nl www.ferdar.nl

KALIBRAtIE www.feenstra.nl

info@feenstra.nl - tel: +31 (26) 38 444 00

Kalibratie

in de zuivelindustrie Meer dan alleen het controleren van het meetinstrument

Naast de voorwaarde om te voldoen aan de wettelijke eisen ook uw toegang tot het beste product, geproduceerd met een optimaal en storingsvrij productieproces met maximale energiebesparing Stork Technical Services Nederland E&I Noordoost vestiging Leeuwarden Poolsterweg 3, 8938 AN Leeuwarden. Telefoon: 058 – 2844600 E-mail: leeuwarden@stork.com

inlichtingen: tel: 020-5736056 • fax 020-6242519

414643.indd 31

15-5-2012 9:28:00


414645.indd 32

15-5-2012 9:28:12


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.