ZuivelZicht, nummer 12, december 2012

Page 1

JAARGANG 104 - NUMMER 12 - 19 DECEMBER 2 0 1 2

Van nature voedzaam Slogan pan-Europese melkcampagne

HIE 2012 Race om de meest eiwitrijke drank Nieuw-Zeeland Stijgend aandeel in boter zet door

467622.indd 1

18-12-2012 12:19:14


469055.indd 2

18-12-2012 9:49:45


ZIJLIJN

R E N É VA N B U I T E N E N , H O O F D R E D A C T E U R

Op de bres voor weidegang Het is nog maar zes maanden geleden dat 54 partijen uit de voedsel keten de handen ineen sloegen om de koe in de wei te houden. Zij sloten het Convenant Weidegang en daarin spraken ze af alles in het werk te stellen om tenminste het huidige niveau van weidegang op melkveebedrijven te behouden. Criticasters zetten vraagtekens achter het initiatief. Het document zou te vrijblijvend zijn, luidde een van de kritiekpunten. Een tandeloze tijger. Vorige week kwamen de partijen weer bij elkaar. De ondernomen activiteiten werden besproken, nieuwe initiatieven voor het komend jaar werden toegelicht en bediscussieerd. Diverse partijen kondigen acties aan waarvan je je kunt afvragen of die ook zonder convenant zouden zijn ondernomen. Een paar voorbeelden. Enkele zuivelbedrijven verdubbelen de premie voor veehouders die weidegang op hun bedrijf toepassen naar 1,00 euro per 100 kilogram melk. Bedrijven die nog geen premie kenden, komen ook met een (financiële) stimulans. Een enkele zuivelproducent scherpt haar weidegangeis aan: 150 dagen/8 uur per dag in plaats van de gangbare 120 dagen/6 uur per dag. Retailers hebben de afgelopen tijd steeds meer weidezuivelproducten in het schap gelegd en zeggen toe dat de ze verkoop daarvan komend jaar nadrukkelijker willen promoten. Diverse kaashandelaren zien daarin ook een taak voor zichzelf en kondigen promotiecampagnes aan. Ook maatschappelijke organisaties als Dierenbescherming, Natuur & Milieu en Milieudefensie hebben toegezegd – al dan niet in samenwerking met zuivelproducenten- komend jaar acties te ondernemen om weidegang te stimuleren. En fokkerijorganisatie CRV gaat haar stierenkaart aanpassen om weidende veehouders passend fokmateriaal te kunnen aanbieden. Het moet allemaal nog worden waargemaakt, maar uit de voortgangsrapportage rijst wel het beeld op van een Brede Coalitie die zich concreet inzet voor behoud van weidegang. Vorige week sloten nog eens vijf partijen zich aan bij het initiatief. Des te merkwaardiger wordt dat het sommige partijen zich nog altijd afzijdig houden: waar blijven bij voorbeeld de jonge melkveehouders? Waar blijven de melkrobotfabrikanten? Nemen zij ook hun verantwoordelijkheid, of plaatsen zij zich bewust buiten het debat?

COLOFON ZuivelZicht Magazine is een uitgave van

Abonnementsprijzen 2013:

Advertenties: BDU Tijdschriften, Robijnlaan 2,

Koninklijke BDU Uitgevers BV in Barneveld

(12 nummers) € 100,14 (studenten € 56,60);

2132 WX Hoofddorp. Contactpersoon: Hielke van

ISSN: 0165-8573.

buitenland: € 132,41. Proefabonnement (3 edities):

der Werf, 020-5736056 E-mail: h.v.d.werf@bdu.nl

Postbus 67, 3770 AB Barneveld

€ 7,08. Schriftelijke beëindiging (vóór 1 november) per

Het volgende magazine

www.bduuitgevers.nl

eind kalenderjaar.

verschijnt op 23 januari.

Redactie ZuivelZicht

Hoofdredactie: René van Buitenen, email:

Adres: Louis Braillelaan 80 | Postbus 165,

r.v.buitenen@bdu.nl

De redactie van ZuivelZicht

2700 AD Zoetermeer

Eindredactie: Yvonne Mors, e-mail: y.mors@bdu.nl

wenst u fijne kerstdagen

Tel: 079-3430307

Medewerkers aan dit nummer: Ria Besseling, Yves

en een sprankelend begin

Internet: www.zuivelzicht.nl

De Groote, Lili Hu, Martin de Vries.

van het nieuwe jaar.

email: redactie.zuivelzicht@bdu.nl

Abonnementenadministratie: BDU Vak- en

Ontwerp: Giesbers, Velp

Publieksmedia, Postbus 67, 3770 AB Barneveld.

Druk: Koninklijke BDU Grafisch Bedrijf BV

Tel 0342-494889, e-mail: abonnementen@bdu.nl

ZUIVELZICHT / 19 DECEMBER 2012

469069.indd 3

3

18-12-2012 11:32:13


Van ’t Riet. Een begrip in zuiveltechnologie.

LIVE & WEBCAST VEILING wegens sluiting van

DAIRY FARMERS OF BRITAIN

ST14 - 5EH, Fole nr Uttoxeter (Staffordshire) - Groot-Brittannië

DONDERDAG 7 MEI

vanaf 11.00 uur (GB-tijd) op The Uttoxeter Racecourse Platinum Suite Wood Lane - ST14 8BD Uttoxeter (GB)

Zuivel verwerkings- / verpakkingsfabriek

3 COMPLETE FLESSENAFVULLIJNEN Doorstroompasteurs, kaasmachines, kaaspersen en karns, maar ook koel- en verwarmingsinstallaties. Van ’t Riet levert een totaalpakket op het gebied van zuivelbereiding.

3x “BWI DAWSON“, type 24/8, flessencap. 500 ml - 1 liter - 1 pint - 2 pints, cap. 170 flessen/min, flessencap. 2 liter - 4 pints - 6 pints - 3 liter, cap. 75-140 flessen/min;

2 ROOM / YOGHURT AFVULLIJNEN 2x “Duckworth” Colunio 9000, cap. 142 en 284 ml, cap. 800 dozen/ uur (6 bekers); 8-VOUDIGE ROTATIE BEKER-AFVULMACHINE “Dawson”, cap. 568 ml, cap. 200 dozen/uur (6 bekers);

2 ROOMPASTEURISATIELIJNEN best. uit pasteuriseermachine “Alfa Laval”; 2 MELK PASTEURISATIELIJNEN best. uit 2 pasteureermachines “Alfa Laval”, 2 rvs separators “Westfalia”; 3 HOMOGENIZERS “Manton Gaulin” K6, MC18 en MC45;

GEÏSOL. MELKSILOS “APV”, vol. 113.000 l; melktanks “Alfa Laval”, cap. 25.000 galls (2007), “APV” vol. 136.000 l, etc.;

C.van van't‘tRiet RietZuiveltechnologie ZuiveltechnologieB.V. B.V. C. Nieuwkoop Aarlanderveen Telefoon:0172 0172571304 571304 Telefoon: www.rietdairy.nl www.rietdairy.nl

BEZICHTIGING: woensdag 6 mei van 9.00 tot 17.00 uur en op de dag van de veiling van 8.00 tot 10.30 uur (GB-tijd). FOTOBROCHURE / catalogus op onze website

info@rietdairy.nl info@rietdairy.nl

www.TroostwijkAuctions.com

469056.indd 4

18-12-2012 9:51:20


INHOUD

LANDBOUW AANJAGER ECONOMIE

De landbouw moet de aanjager van de economie worden. Dat vindt voorzitter Albert Jan Maat van LTO Nederland. Volgens hem is de agrarische sector een van de weinige branches die in de economische crisis “buiten de ellende blijft”. Hij vindt daarom dat de landbouw een van de sleutels is om Europa uit het slob te trekken. “We zijn geen deel van het probleem, maar een deel van de oplossing.” Albert Jan Maat deed zijn uitspraak tijdens de ‘Dag van LTO Noord Fryslân’ die 12 december in Leeuwarden plaatsvond.

12 10

16

Calcium

26

Vitamin B2

Vitamin B12

nutritious by nature

Phosphorus

Vitamin B5 Protein

Potassium

EN VERDER...

6

Financiële steun voor certificering MVO-beleid voortgezet

8

Belang GD diermonitoring onderstreept

mogelijk in de zuivel”

17 CZ Rouveen krijgt lovende woorden uit Brussel voor melkprijzensysteem

18 Sodiaal zet met Chinese deal nieuwe 10 ‘Melk van nature voedzaam’ slogan

A pan-European information campaign pan-Europese on the nutrient richness of milk melkcampagne by the European Milk Forum (EMF)

14 Exporterende toeleveranciers voor

20 Zwitserse Lati richt zich op nieuwe Europese markten

22 Drastische verandering eigendoms-

ZUIVELZICHT / 19 DECEMBER 2012

469079.indd 5

26 Aandacht voor gezonde eigenschappen vet en eiwit op HIE 2012

28 Wereldmarkt boter stabiel

internationale stap

zuivel slaan handen ineen

16 “Tot 25 procent energiebesparing

25 DSM imponeert Genootschap

structuur Ierse Glanbia

COVER Verse kaas en desserts zijn de paradepaardjes van de Zuid-Zwitserse zuivelcooperatie Lati SA FOTO LATI SA 5

18-12-2012 12:20:42


visie

r e n é va n b u i t e n e n

zuivelbedrijven enthousiast over certificering

Ministerie vervolgt MVO-expeditie Twaalf bedrijven in de agrifoodsector volgden dit jaar een traject om hun MVO-voornemens concreet toe te passen in hun organisatie. Dat deden zij aan de hand van de criteria van de internationale richtlijn ISO 26000. Het ministerie van Economische Zaken hielp de bedrijven. ‘MVO zit deze sector in de genen.’

Op het terrein van Bouter Cheese in Culemborg, een onderdeel van de A-ware Food Group, organiseerde de MVO Nederland Academie eerder deze maand het symposium ‘MVO in de Food- en Agribusiness’. Het was de afsluiting van de ‘MVO-expeditie Food- en Agribusiness’, een traject waarin 12 bedrijven hun beleid om maatschappelijk verantwoord te ondernemen (MVO) implementeerden in hun organisatie. Ze deden dat het afgelopen jaar met behulp van ISO 26000, de internationale richtlijn die voor MVO-beleid is opgesteld. Het ministerie van Economische Zaken, dat de bedrijven financieel in staat stelde zich te laten certificeren, is enthousiast over de aanpak. Gezien de positieve ervaringen van de deelnemers wil het ministerie de toepassing van ISO 26000 in agrifoodbedrijven verder stimuleren.

Nieuwe kansen Tijdens het symposium maakte Kees Lever, directeur Plantaardige Agroketens & Voedselkwaliteit van het ministerie, bekend een vervolg te willen financieren. ISO 26000 hielp de deelnemers aan de expeditie bij de integratie van MVO in hun beleid, het stellen van prioriteiten en het communiceren met (internationale) klanten en stakeholders. Bovendien biedt het hen nieuwe kansen in de markt, bleek tijdens het symposium. Een van de deelnemers was A-ware Food 6

468702.indd 6

Group. Deze zuivelonderneming was de eerste die de expeditie kon afsluiten met de een Zelfverklaring ISO 26000. “ISO 26000 is voor ons een goede kapstok om het MVO-beleid gestructureerd uit te werken”, aldus Robert van Ballegooijen, binnen de directie van A-ware Food Group verantwoordelijk voor MVO. “Wij zijn gestart omdat we onze ervaringen wilden delen met andere expeditieleden en experts en om ons eigen MVO-beleid aan te scherpen. Bovendien maken wij hiermee voor onze medewerkers, klanten en andere stakeholders (ook internationaal) inzichtelijk hoe wij werken aan MVO. Het ondertekenen van de Zelfverklaring helpt daarbij”, stelt Van Ballegooijen.

‘Hoe maak je afspraken in een coöperatie met vijfhonderd boeren?’ “Zo’n Zelfverklaring maakt het makkelijker om je activiteiten uit te leggen. Dat doen wij op de A-ware-manier. Door heel praktisch en concreet duidelijk te maken wat wij doen. Het helpt je in de markt als je dat op een pragmatische manier duidelijk kunt maken.” Het symposium stond geheel in het teken

Robert van Ballegooijen vertelt over het certificering van het MVO-beleid van de A-ware Food Group.

van de ‘lessons learned’ tijdens de afgelopen expeditie. Die werden gepresenteerd in de vorm van een publicatie ‘MVO in de Fooden Agribusiness, SAMEN DOEN!’. Zoals A-ware-directeur Van Ballegooijen onder woorden bracht, bleek tijdens de bijeenkomst dat de meeste deelnemers op zoek waren naar een efficiënte methode om hun bedrijf te verduurzamen. “ISO 26000 bleek een handig hulpmiddel”, vertelt Pierre Hupperts, partner bij The Terrace, het bureau dat de bedrijven ondersteunt bij hun MVO-beleid. “De internationale richtlijn is te gebruiken in de communicatie richting klanten en helpt bedrijven om MVO structureel op te pakken en te integreren in hun beleid. Ook geeft de richtlijn een totaaloverzicht en ondersteuning zuivelzicht / 19 december 2012

18-12-2012 9:45:08


visie

ditie voedingsbedrijven

bij het stellen van prioriteiten. Daarnaast vonden de deelnemers het interessant om met elkaar te leren en een blik in elkaars keuken te werpen.”

Dierenwelzijn Onder de 12 voedingsbedrijven die aan de eerste MVO-expeditie deelnamen was ook CONO Kaasmakers. Namens de coöperatieve kaasproducent lichtte Catherinus Wierda, manager Duurzaamheid bij deze coöperatie, de aanpak toe. “Als je aan kaas denkt, denk je aan boeren. Het thema Dierenwelzijn wilden wij als eerste goed regelen. Vijf jaar geleden hebben wij daarom ‘Caring Dairy’ ontwikkeld. Daarmee hebben we boeren geholpen te verduurzamen. We zijn met elkaar aan de slag gegaan, met Koekompas, Kringloopkompas en Boerenkompas. Dergelijke programma’s moeten bij hen passen. Daar hebben we de laatste tijd best diszuivelzicht / 19 december 2012

468702.indd 7

cussie over. Hoe maak je afspraken in een coöperatie met vijfhonderd boeren? Dat geeft spanning, wrijving; maar wrijving geeft ook glans.” Wierda maakt duidelijk dat mede met behulp van ISO 26000 de coöperatie veel meer is gaan redeneren vanuit heldere doelstellingen. “Daardoor krijgt het partnerschap met alle boeren binnen de coöperatie verdieping. ISO helpt om de punten die je vanzelfsprekend vindt of over het hoofd ziet ook in beeld te krijgen.” “Ik geloof dat er in de agrifoodsector ontzettend veel gebeurt op gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen”, concludeert Gerard Teuling van MVO Nederland, de kennis- en netwerkorganisatie voor maatschappelijk verantwoord ondernemen. “Vooral in ketensamenwerking loopt de agrifoodsector voorop. Je ziet dat MVO, het gericht zijn op de lange termijn, in deze sector in de genen zet.” 7

18-12-2012 9:45:17


visie

r e n é va n b u i t e n e n

symposium onderstreept belang GD-diermonitoring

“Diermonitoring is essentieel voor de volksgezondheid” Na tien jaar heeft de diergezondheidmonitoring van de Gezondheidsdienst voor Dieren haar waarde bewezen. Daar was iedereen het over eens tijdens het symposium dat ter gelegenheid van het jubileum was georganiseerd. De volksgezondheid profiteert er van, meent Roel Coutinho, directeur van het Centrum Infectieziektebestrijding van het RIVM. “Als je vroeg op de hoogte bent kan je wat doen.” “Er wordt wel eens gezegd zullen we niet eens stoppen met de diermonitoring. Want we hebben al zo lang geen besmettelijke dierziekte meer gehad. Maar statistisch gezien komt het moment dat er een dierziekte als mond- en klauwzeer kan optreden, naderbij. Dan moet je juist monitoren”, meent Anton Pijpers. Hij was directeur van Gezondheidsdienst voor Dieren (GD) toen tien jaar geleden de monitoring van de diergezondheid in Nederland werd opgezet. Vorige maand tijdens een symposium in Amersfoort werd even stilgestaan bij dat jubileum. Niet zozeer de tiende verjaardag van diermonitoring stond daar centraal, als wel het belang om de diergezondheid op de voet te blijven volgen. Diverse sprekers, waaronder Pijpers (inmiddels decaan aan de faculteit voor Diergeneeskunde van de Universiteit Utrecht) onderstreepten dat. In het fraai geïllustreerde jubileumboek ‘Samen voor gezondheid’, wordt duidelijk gemaakt dat de doelen van de monitoring nog altijd fier overeind staan: opsporing van bekende en onbekende aandoeningen en zicht houden op trends op het gebied van diergezondheid.

Fijnmazig systeem Om die doelen te bereiken is een systeem aan instrumenten opgezet. Een groot aantal partijen in de dierhouderij (Qlip, Rendac, CRV, rundveehouders en niet te vergeten het omvangrijke netwerk van dierenartsen) levert 8

468808.indd 8

daar een bijdrage aan, bijvoorbeeld door data beschikbaar te stellen voor koppeling. “Het is een fijnmazig systeem”, zegt Pijpers. “Waar ’s ochtends melding van wordt gedaan door een veehouder, daar kan later op de dag al onderzoek naar worden gedaan.” Een recent ‘succes’ is het Schmallenbergvirus dat de GD vorig najaar kon opsporen aan de hand van gegevens uit de diermonitoring. Maar ook het blauwtongvirus werd enkele jaren geleden dankzij de diermonitoring achterhaald.

Verschillende belangen “De belangen van de diergezondheid zijn groot”, stelde GD-bestuursvoorzitter Toon van Hoof in zijn openingsrede. “Voedselveiligheid en volksgezondheid staan voorop. Diergezondheid is voor de veehouder daarnaast van belang voor zijn bedrijfseconomisch rendement.” Dagvoorzitter en filosoof Bas Haring bracht dat verschil in belangen regelmatig aan de orde tijdens het symposium. Hij vroeg zich af of de wijze waarop de diermonitoring nu is georganiseerd wel de juiste is, gelet op de gevolgen die dierziekten kunnen hebben voor de volksgezondheid. Pijpers maakte korte metten met de suggestie die uitging van die vraag.”Het is onzinnig om twee verschillende systemen op te zetten.” Ook Roel Coutinho, directeur van het Centrum Infectieziektebestrijding van het

RIVM, ziet er niets in. Hij is positief over de wijze waarop de GD de diermonitoring heeft georganiseerd. De opsporing van het Schmallenbergvirus is daarvan voor hem een bewijs. Of de structuur goed werkt wordt naar zijn mening pas echt duidelijk bij een grote uitbraak van een dierziekte. In elk geval is surveillance van dierziekten naar zijn mening essentieel voor de volksgezondheid. Het systeem staat of valt wat dat betreft met de bereidheid van veehouders en dierenartsen om opvallende zaken te melden. “Als je vroeg op de hoogte bent kan je wat doen. Elke boer probeert een dierziekte zo lang mogelijk onder de pet te houden. Dat is begrijpelijk gezien de belangen die er mee gemoeid zijn. Maar boeren beseffen ook dat ze daar uiteindelijk zichzelf meehebben. Daarom is monitoring belangrijk.”

Klein oppervlakte Is het nog wel houdbaar om zoveel mensen en dieren op zo’n klein oppervlakte houden? wilde Haring weten. Coutinho: “Ik denk dat het houdbaar is, maar je hoeft geen deskundige te zijn om te vast te stellen dat een ziekte zich sneller verspreidt als er veel mensen en dieren bij elkaar zitten. Daar kun je heel goed maatregelen tegen treffen, maar die zijn duur.” Alle monitoringsystemen ten spijt, een wereld zonder dierziekten die vervelende gevolgen voor ons voedsel kunnen hebben bestaat eenvoudigweg niet, aldus het zuivelzicht / 19 december 2012

18-12-2012 9:46:26


visie

GD-voorzitter Toon van Hoof (links) in debat met Simone Hertzberger van Ahold. Rechts dagvoorzitter Bas Haring.

relativerende betoog van Simone Hertzberger, bij Ahold verantwoordelijk voor productintegriteit.”We moeten realistisch blijven. Nergens nooit niet iets vervelends aanwezig, dat bestaat niet.” Ook de kwaliteitssystemen van het supermarktconcern kunnen volgens Hertzberger niet al het mogelijke onheil in voedingsmiddelen voorkomen. “Voedselveiligheid is ons grootste bedrijfsrisico. Daarom leunen wij zeer zwaar op certificering.”

Verhoogd risico “We roepen altijd dat we weten waar ons voedsel vandaan komt, maar dat is slechts ten dele waar. Veevoer? Daar weten we eigenlijk niet zoveel van. Bekende leveranciers? Het is niet zo gemakkelijk als je denkt om uitsluitend zaken te doen met leveranciers die je kent. Als je een product in de aanbieding hebt ben je ook wel eens gedwongen zuivelzicht / 19 december 2012

468808.indd 9

om losse partijen in te kopen.” Hertzberger kondigde aan dat het supermarktconcern extra eisen gaat stellen aan producten met een verhoogd risico.

‘Als wij iets eisen van onze leveranciers moeten we ook de consequenties kennen’ “Affaires met EHEC, salmonella en listeria noodzaken ons om scherpere normen te stellen. Dus zullen wij procesmonitoringscriteria met leveranciers gaan afspreken. Daarnaast zullen we goed blijven communi-

ceren met de consument over de wijze waarop hij producten moet bereiden. Wij willen dat de laatste bacterie dood is gemaakt.” Maar Ahold houdt wel begrijp voor de producent, benadrukte Hertzberger, bijvoorbeeld in het geval van antibiotica. “Natuurlijk willen wij dat er minder antibiotica wordt gebruikt in de veehouderij, maar we willen het ook snappen. Als wij iets eisen van onze leveranciers moeten we ook weten wat de consequenties voor hem zijn. Onze marketeers snappen dat ze niet zo maar van leveranciers kunnen eisen dat er geen antibiotica meer worden gebruikt”, aldus Hertzberger. “Waar het in de diermonitoring op aan komt, is vertrouwen. We weten allemaal dat de consument niet meer weet waar zijn voedsel vandaan komt. Als hij het niet wil weten, hoeft dat niet. Het gaat erom dat hij erop kan vertrouwen dat het in orde is.” 9

18-12-2012 9:46:37


visie

r e n é va n b u i t e n e n

unieke samenwerking tussen zeven EU-lidstaten

Europese zuivelorganisaties komen met nieuwe campagne Met een symposium over voeding vond vorige maand in Brussel de aftrap plaats van een nieuwe Europese zuivelcampagne: ‘Melk, van nature voedzaam’. Het is de eerste gezamenlijke campagne van zeven Europese zuivelorganisaties, verenigd in het European Milk Forum. Voorzitter Laurent Damiens vertelt over de achtergronden en de doelstellingen van de campagne.

Het was een gedenkwaardig moment voor Laurent Damiens, toen hij vorige maand in Brussel de bezoekers toesprak van het symposium over gezonde voeding en rol van zuivel. Het symposium was de aftrap van een pan-europese campagne getiteld ‘Melk van nature voedzaam’. Damiens is de voorzitter van het European Milk Forum, dat de driejarige campagne op touw heeft gezet. “Daar ging een lange tijd van voorbereidingen aan vooraf”, legt hij uit. “Want wat we aan het doen zijn, is uniek. Het is voor het eerst dat zeven niet-commerciële zuivelorganisaties in de Europese Unie een gezamenlijke promotiecampagne voor

melk en zuivelproducten starten. Een dergelijke samenwerking is in de Europese Unie nog niet eerder voorgekomen.” Damiens is afkomstig van de Franse zuivelorganisatie CNIEL, die zich samen met de Nederlandse Zuivel Organisatie sterk heeft gemaakt voor het nieuwe internationale samenwerkingsverband.

Verschillende culturen “Het was niet eenvoudig om met zo veel verschillende landen en verschillende culturen deze organisatie van de grond te tillen, maar het is toch gelukt.” Ondanks de verschillen hebben de zuivelor-

ganisaties in de diverse lidstaten een gemeenschappelijke uitdaging: een halt toe roepen aan het afkalvende imago van melk en zuivelproducten in hun land. Damiens: “In diverse Europese landen zie je dat de positie van zuivel in meer of mindere mate onder druk staat. Met name bij de jongeren heeft melk een minder goed imago. Dat zie je terug in een dalende consumptie per hoofd van de bevolking. Het verschilt wel enigszins per lidstaat, maar over het algemeen kan je stellen dat het imago bij de nieuwe generatie niet zo goed meer is.”

‘Wij willen melk en EMF nieuwe Europese zuivelorganisatie Het European Milk Forum is een internationaal samenwerkingsverband van zuivelorganisaties uit zeven verschillende lidstaten van de Europese Unie: België, Denemarken, Frankrijk, Ierland, Nederland, Noord-Ierland en Oostenrijk. In deze landen start een driejarige campagne om het publiek duidelijk te maken dat melk en zuivelproducten een belangrijke bijdrage leveren aan een gezond en evenwichtig voedingspatroon. De campagne wordt deels gefinancierd door de zuivelorganisaties zelf en door de Europese Unie op basis van co-financiering. Brussel heeft voor de driejarige campagne in totaal 8 miljoen euro beschikbaar gesteld. Het grootste deel van dat bedrag gaat naar de Franse en de Belgische zuivelorganisaties. Nederland ontvangt met een totaalbedrag van 135.000 euro de kleinste bijdrage uit de Europese kas. Dat komt omdat het op consumenten gerichte deel van de campagne niet in Nederland zal worden uitgevoerd.

10

468014.indd 10

zuivelproducten weer aantrekkelijk en spannend maken voor de nieuwe generatie’ “Het is aan ons om het beeld te veranderen. Wij willen melk en zuivelproducten weer aantrekkelijk en spannend maken voor de nieuwe generatie.” Dat gaat het EMF doen met een tweeledige campagne. Het betreft ten eerste een gezazuivelzicht / 19 december 2012

18-12-2012 9:45:47


visie

meestal niet goed volgens Verbeke, omdat de kans op ‘over-claimen’ dan groot is. “Het beste resultaat wordt bereikt bij de meest natuurlijke combinatie van claim en product. Een product als ‘vezelrijke cereals’ vindt de consument veel betrouwbaarder dan een ‘fruitdrank verrijkt met calcium’”. Het toevoegen van claims aan de claim ‘van nature’ wijst hij dan ook af, omdat deze averechts zou werken. De landbouweconoom ging tijdens zijn bijdrage aan het symposium ook dieper in op de vraag welke informatie de voedselkeuze van de consument beïnvloedt.

Vertrouwen in voedsel Er is in Europa een groeiende groep consumenten die eet wat ze wil zonder zich zorgen te maken over de gevolgen voor de gezondheid. “Je kunt dit betitelen als roekeloos gedrag, maar je kunt het ook anders zien. Feit is dat de consument een groot vertrouwen heeft in het voedsel dat op het schap staat.” Toch blijkt de kijk op gezondheid te zijn veranderd. In het verleden beschouwde de consument gezondheid als iets dat je kan verliezen als je verkeerde keuzes maakt. Tegenwoordig wordt gezondheid gezien als iets dat je wint als je de juiste keuzes maakt. In dat verband wees Verbeke op wetenschappelijk onderzoek, waaruit blijkt dat informatie met een positieve connotatie (‘voedsel met meer vitaminen en mineralen’) door de consument belangrijker wordt gevonden dan informatie met een negatieve connotatie (‘voeding met een lager vetgehalte’). Laurent Damiens, voorzitter van het European Milk Forum.

menlijke campagne die met name gericht is op politici, beleidsmakers en zorgprofessionals. “We willen een nadrukkelijke bijdrage leveren aan de voedingsproblematiek zoals die in diverse Europese landen heerst. Want er is in onze Westerse maatschappij een onbalans tussen de hoeveelheid energie die we innemen en de voedingswaarde van de producten die we consumeren. Met onze campagne willen we laten zien dat melk en zuivelproducten vanwege de rijkdom aan nutriënten een onderdeel is van een gezond en evenwichtig voedingspatroon.” Het tweede deel van de campagne betreft zuivelzicht / 19 december 2012

468014.indd 11

een op consumenten gerichte campagne per land, die door een aantal EMF-partners zal worden uitgevoerd.

Krachtige claim De claim van de campagne ‘Melk, van nature voedzaam’ is een prima keus volgens Wim Verbeke, professor Agro-food Marketing and Consumer Behaviour aan de universiteit van Gent. Tijdens het symposium en Brussel vertelt hij dat het gebruik van de de woorden ‘van nature‘ een krachtige werking heeft. Een werking die krachtiger is dan een extra claim. Een combinatie van claims werkt

Informatiebron Andere aspecten die van invloed zijn op de keuze van de consument zijn de hoeveelheid informatie en de informatiebron. Verbeke adviseert de hoeveelheid productgegevens op labels beperkt te houden. Een grote hoeveelheid informatie leidt tot veel onzekerheid bij de consument. “Die zal daardoor kiezen voor een alternatief.” Artsen en diëtisten worden door de consument als de meest betrouwbare informatiebron gezien, zo blijkt uit onderzoek. Echter zij worden ook het minst vaak gebruikt als informatiebron. Vrienden, familie en consumentenorganisaties worden als tweede betrouwbare bron van informatie beschouwd. 11

18-12-2012 9:45:56


visie

tekst martin de vries foto alex de haan

Melkveehouderij redelijk goed in economische malaise

“Landbouw aanjager in crisistijd” De landbouw moet de aanjager van de economie worden. Dat vindt voorzitter Albert Jan Maat van LTO Nederland. Volgens hem is de agrarische sector een van de weinige branches die in de economische crisis “buiten de ellende blijft”. Hij vindt daarom dat de landbouw een van de sleutels is om Europa uit het slob te trekken. “We zijn geen deel van het probleem, maar een deel van de oplossing.”

Albert Jan Maat deed zijn uitspraak tijdens de ‘Dag van LTO Noord Fryslân’ die 12 december in Leeuwarden plaatsvond. De voorzitter van LTO Nederland vindt dat de sector waar hij de belangen van behartigt niet de zoveelste klager moet zijn. “Afgelopen week zat ik aan tafel voor een overleg met het kabinet. Als ik dan luister hoe het met de collega’s gaat, dan is dat schrikbarend. De bouw, de detailhandel, het mkb, 50 procent van de ondernemingen staat in de fik. Het chagrijn wordt steeds groter. Natuurlijk hebben wij als landbouw ook te maken met stijgende grondstofprijzen, maar we moeten zorgen dat wij buiten de ellende blijven.” Door voorbeelden als projecten met zonnecollectoren op asbestdaken laat de landbouw zien dat die verder wil denken. LTO zet in op een verder gezamenlijke thematische aanpak. De uitvoering is gericht op individuele bedrijven. “Denk bijvoorbeeld aan de Duurzame Zuivelketen, een programma waar ik persoonlijk trots op ben. We proberen de gemiddelde leeftijd van een koe omhoog te krijgen, de koe in de wei te vermarkten en in te zetten op duurzame energie. Hier liggen de kansen om agrarische bedrijven levensvatbaar te maken.” 12

468976.indd 12

Meer samenwerking Ondernemerschap wordt bepalend, stelt Maat. Hij denkt dat er andere eigendomsvormen komen en dat er meer moet worden samengewerkt. “Bovendien vindt binnen nu en vijftien jaar een verbreding plaats op de bedrijven, is er geen ongebreidelde groei meer mogelijk en moeten de bedrijven passen in omgeving en maatschappij.” Voor LTO Nederland ligt er veel werk om de concurrentiepositie voor de melkveehouderij te versterken. Het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) is daar een belangrijke schakel in. “De inzet is het behoud van het GLB-budget. Wij erkennen dat de miljoenen die nodig zijn om de sector te vergroenen slimmer moet worden ingezet. We weten ook dat er miljoenen verschuiven, van de melkveehouderij richting de akkerbouw. Daar moeten we wel op zijn voorbereid.” Maat stelt dat 80 procent van de inzet door de lobby van LTO inmiddels is geregeld. In nationaal perspectief heeft LTO Nederland zich ook ingespannen om bezuinigingen een andere wending te geven. “De ondernemers worden geconfronteerd met extra lasten omdat er een streep door de rode diesel is gezet. Toch hebben we het lage btw-tarief kunnen behouden, is er nog steeds een

landbouwvrijstelling, komt er meer geld voor duurzame energie en blijven de Vamil-, Miaen Eia-regelingen intact. Bovendien zijn we nog met het kabinet in gesprek over een vereenvoudiging van het belastingstelsel en een compensatie voor het wegvallen van het voordeel op rode diesel.”

samen uit de crisis Maat is van mening dat de landelijk besluiten in perspectief moeten worden bekeken en dat zijn sector redelijk buiten schot blijft. Toch vindt hij dat de discussie momenteel te veel gaat over bezuinigingen. “We hebben in deze economische tijd belang bij stabiliteit. Het gaat nu te vaak over het verdelen van de pijn en niet over hoe we uit de crisis komen. De landbouw kenmerkt zich door ondernemerschap en de wil om samen te werken. Op die manier kunnen we sterker uit de crisis komen.” Directeur Ruud Huirne van Rabobank Food & Agri is het met Maat eens. “De bouw en het mkb zouden een moord doen om onze cijfers te halen. Zij vragen zich af hoe wij überhaupt durven te klagen in zo’n situatie.” Huirne geeft wel aan dat de agrariërs momenteel ondernemen in een ‘nieuwe realiteit’. “De wereld is in beweging, dynamisch, complex en onvoorspelbaar. Agrariërs moeten proberen de vertaalslag te maken. Goede ondernemers zijn goed geïnformeerd.” Bedrijven moeten inleveren als het nieuwe Europese landbouwbeleid wordt ingevoerd, constateert Huirne. Uit berekeningen van het Landbouw Economisch Instituut (LEI) blijkt dat Nederland momenteel 18.440 melkveebedrijven telt met gemiddeld 46 hectare grond en een jaarinkomen van 49.000 euro. Door de maatregelen zouden de bedrijven er gemiddeld 6.900 euro op achteruit gaan. De klappen komen in de Veenkoloniën het hardst aan. Daar gaat het inkomen gemiddeld met 10.700 euro achteruit. “Als we kijken naar omvangsklassen dan blijkt dat de zuivelzicht / 19 december 2012

18-12-2012 9:47:07


visie

Intensievere melkveehouders komen er beter uit dan bedrijven met een lage veedichtheid, maar groei wordt door veel ondernemers onderschat aldus Rabobank Food & Agri.

grotere bedrijven meer moet inleveren dan de kleinere, maar hun inkomen ligt ook hoger.”

Concurrerend in Europa Uit de berekeningen blijkt ook dat de intensievere melkveehouders er uiteindelijk beter uit komen dan bedrijven met een lage veedichtheid. “De pijn komt dus met name in de Veenkoloniën en op de Veluwe terecht. Flevoland en Friesland komen er gemiddeld goed uit.” Huirne stelt dat de Nederlandse melkveehouders qua kosten concurrerend zijn in Europa. “Willen we nog sterker uit de strijd komen dan moeten we iets doen aan de variabele kosten. Dat is voor de Nederlandse melkveehouderij lastig, omdat 55 procent van de kosten vast ligt. Een andere koers is daarom niet eenvoudig, tenzij je net voor een investering in bijvoorbeeld nieuwbouw of machines staat.” Een schaalsprong is volgens Huirne desalniettemin ook een groot risico. “Groei wordt door veel ondernemers onderschat. Een groter bedrijf betekent nogal wat. Als een ondernemer net iets minder scherp is, dan kan die veel geld verliezen. Bij een schaalsprong moet de ondernemer dezelfde scherpte hebz u i vel z i c ht / 1 9 de c embe r 2 0 1 2

468976.indd 13

ben als in de huidige situatie.” Voor de toekomst liggen daar grote uitdagingen. “Mineralenmanagement, diergezondheid, broeikasgassen, omgevingsbewustzijn. Hier moet de melkveehouder een antwoord op hebben. Daarnaast moet de afzet goed geborgd zijn, daar wordt immers het geld verdiend.” Huirne is al met al wel positief. “Als het ergens zou moeten lukken dan is dat toch in de Nederlandse melkveehouderij met al die innovatieve ondernemers.”

Leeftijdscrisis De uitdagingen liggen er met name voor de jonge ondernemers. Volgens bestuurslid Bastian Kooistra van de Agrarische Jongeren Friesland kan dat nog een probleem worden. “Momenteel zit de landbouw in een leeftijdscrisis. Slechts zes procent van de ondernemers is jonger dan 35 jaar.” Kooistra gaf een duidelijk signaal af richting de politiek en Europa. “Er moeten meer middelen komen om jongeren te ondersteunen. We moeten een instrument bedenken om opvolgers de kans te geven om een ‘gezonde’ start te maken. Ook zullen jongeren die niet uit de landbouw komen meer kansen moe-

ten krijgen om in een agrarisch bedrijf te stappen. Anders vinden we nooit opvolgers voor al die ondernemers die straks gaan stoppen.”

te weinig kennis in politiek Voorzitter Geart Kooistra van LTO Noord Fryslân stak de jongeren een hart onder de riem. “Er is te weinig gedaan voor de toekomst van de sector. Daar moeten wij ons nu hard voor maken”, gaf hij aan. Kooistra stelt dat er de afgelopen tijd ook op regionale schaal veel gedaan is om de sector te ruimte te geven om te ondernemen. “We hebben onder andere de grondgebondenheid als criterium voor schaalvergroting behouden.” De Friese voorzitter is niet te spreken over de rol van het rijk. “De politieke verhoudingen hebben een verlammende werking op de lokale overheden gehad. Ook na de afgelopen verkiezingen is er niet een letter op het bordje van een ministerie voor de tweede economische drager van het land gekomen. Als belangenbehartiger wordt de rol daardoor misschien nog wel belangrijker, want voor de Nederlandse politiek geldt dat er een structureel tekort is aan mensen die kennis van onze sector hebben.” 13

18-12-2012 9:47:16


visie

tekst martin de vries foto’s alex de haan

“nederlandse dairy topsector moet beter op de kaart”

Exporterende toeleveranciers zuivel slaan handen ineen Nederlandse exporterende toeleverende bedrijven voor de melkveehouderij verenigen zich in het Dutch Dairy Centre. Doel is de krachten te bundelen om het imago in het buitenland te versterken. Inmiddels hebben zich 35 bedrijven aangesloten.

Adviesbureau The Friesian in Leeuwarden is initiator van het samenwerkingsverband Dutch Dairy Centre. “Via-via stuitten wij op het Dutch Poultry Centre. Een bundeling van exporterende bedrijven in de kippenhouderij. Deze club profileert zich gezamenlijk naar het buitenland en heeft een sterke lobby in Den Haag”, licht directeur Siebren van der Zwaag toe. The Friesian richt zich op de export van kennis en turnkey-projecten in de melkveehouderij. “We werken veel samen met andere bedrijven die toeleverancier zijn voor het buitenland. Recentelijk hebben we bijvoorbeeld een opdracht in Azerbeidzjan gekregen waar een tiental Nederlandse toeleveringsbedrijven bij zijn betrokken. Het is een project voor de opzet van een melkveehouderijbedrijf met 660 koeien en een kaaslijn.” “Het is van belang dat we gezamenlijk een totaalpakket kunnen aanbieden”.

Enorm exportpotentieel Volgens Van der Zwaag is er een grote groep Nederlandse bedrijven die zich zowel op de binnenlandse als buitenlandse melkveehouderij richt. Een samenwerkingsverband als Dutch Dairy Centre levert daarbij veel voordelen. “Als groep heb je een krachtige stem in Den Haag om het belang van de exporterende bedrijven uit de melkveehouderijsector voor Nederland te onderstrepen. Wij hebben gewoon een enorm exportpotentieel met machines, management, kennis, noem maar op. Dat belang moeten we op de voorgrond krijgen.” Uit verschillende opdrachten blijkt dat ook 14

469075.indd 14

The Friesian ketenpartners nodig heeft. “De klant vraagt om een totaalproduct. Het complete plaatje van management, machines, stalinrichting, kalverhutten, enzovoort. Het is dus van belang dat wij gezamenlijk een totaalpakket kunnen aanbieden.” De verschillende bedrijven proberen bijvoorbeeld als ‘Dutch Dairy Centre’ op beurzen vertegenwoordigd te zijn. “Ook als er in eerste instantie misschien geen prioriteit voor individuele bedrijven is. Op die manier kunnen potentiële klanten toch in contact komen met Nederlandse bedrijven.”

Link met Dairy Campus Dutch Dairy Centre legt ook een interessante verbinding met Dairy Campus die in Leeuwarden verrijst. “Wij zien de Dairy Campus als een verbinding met het buitenland. Wij verwachten dat het kennisinstituut veel buitenlandse leads zal opleveren. Als exportbedrijven kunnen wij ons daar profileren en kunnen contacten worden gelegd. Wij moeten zorgen dat bij de Dairy Campus alle informatie aanwezig is. Ook wordt er een website gelanceerd waar geïnteresseerde partijen geïnformeerd worden over de mogelijkheden.” zuivelzicht / 19 december 2012

18-12-2012 12:19:51


visie

Een concrete verklaring op de vraag waarom er nog niet eerder een vergelijkbaar initiatief is ontstaan, heeft Van der Zwaag niet. Wel constateert hij een trend dat bedrijven meer gaan samenwerken. “De tijd is dus rijp voor zo’n samenwerkingsverband”. “Je kunt wel een topsectorenbeleid voeren, maar als je je niet profileert als Nederland dan komt dat niet van de grond”, zo vervolgt hij. Voor alle bedrijven is er een gezamenlijk belang. Nederland moet als dairyland goed op de kaart worden gezet. Als we de krachten bundelen dan komen we veel sterker naar buiten.” De combinatie met Dairy Campus geeft volgens Van der Zwaag een toegevoegde waarde. “Wageningen UR heeft in de wereld een vooraanstaande positie als het gaat om kennis, innovatie en research op het gebied van

zuivel. Die link opent deuren voor de partijen in het Dutch Dairy Centre.”

Start in het voorjaar De kansen voor het samenwerkingsverband wordt ook door de sector onderstreept. Na een bijeenkomst op 29 november die werd bezocht door zo’n 50 exporterende bedrijven, schreven meer dan 30 ondernemingen zich direct in. Nog steeds komen er aanmeldingen binnen. “Wij verwachten rond het voorjaar ongeveer 40 deelnemers te hebben. Het gaat dan overigens alleen om dairybedrijven die gericht zijn op export.” Inmiddels is er een voorlopig bestuur voor het samenwerkingsverband aangewezen. Het bestaat uit Robert Liet van Trioliet (fabrikant voermengtechnieken), Wob Beukema van Deltra instruments (fabrikant analytische

instrumenten) en voorzitter Harm Jan van der Beek van Uniform-Agri (producent van managementinformatiesystemen voor de zuivel). Siebren van der Zwaag is adviseur. Ook is door de aanmeldingen geld in kas om de eerste projecten te starten. Van der Zwaag: “In het voorjaar gaat het Dutch Dairy Centre officieel van start. We willen dan enkele bijeenkomsten organiseren. Doel is om twee tot drie keer per jaar aan ‘match making’ te doen met buitenlandse bedrijven die willen investeren in de melkveehouderij.” Hij besluit: “Met de leden gaan we binnenkort in gesprek over welke buitenlandse beurzen gezamenlijk worden bezocht. Bovendien moet de website worden gelanceerd. Uiteindelijk moet het Dutch Dairy Centre ook een loketfunctie krijgen.”

Dairy Campus krijgt steeds meer vorm De ontwikkeling van Dairy Campus aan de zuidkant van Leeuwarden is in een stroomversnelling gekomen. De provincie Friesland, de gemeente Leeuwarden en het Samenwerkingsverband NoordNederland (SNN) hebben extra miljoenen uit de pot voor de Zuiderzeelijn aan het project toegezegd. In totaal gaat het om een bijdrage van vijftien miljoen euro en vijf miljoen euro cofinanciering vanuit gemeente en provincie. Momenteel worden de schetsen voor de Dairy Campus verder uitgewerkt en de diverse benodigde vergunningen aangevraagd. De eerste paal zal eind 2013 de grond in gaan. Manager Kees de Koning van Dairy Campus is zeer verheugd over de toezegging van de extra gelden. “Hiermee geeft de provincie niet alleen een impuls aan de regionale economie maar ook aan Dairy Campus komt bij Nij Bosma Zathe in Leeuwarden. Nederland als koploper op het gebied van kennis en innovatie in de zuivelketen.” Het geld zal op drie fronten worden ingezet. “In eerste instantie voor de realisatie van de Campus. De voormalige melkveeproefboerderij Nij Bosma Zathe krijgt nieuwe stallen. Bovendien wordt er een centrum gebouwd met een soort flexplekkenorganisatie waar onderzoekers, docenten, instructeurs en studenten samen een plek krijgen.” Inmiddels is in Dairy Campus ook een dairytrainingscentrum opgezet. De miljoenen gaan ook naar innovatie- en educatieprogramma’s die rondom Dairy Campus worden ontwikkeld. “Het wordt nu mogelijk om nieuwe lectoren en masteropleidingen bij het Van Hall Instituut te beginnen. Wij werken nauw samen met deze onderwijsinstelling. Ook kunnen wij met het geld het bedrijfsleven ondersteunen bij het ontwikkelen van innovaties op de huidige locatie. Nu zie je op het bedrijventerrein bij Dairy Campus al meer bedrijvigheid. Over vier jaar hoop ik dat hier op deze plek in Leeuwarden een soort Sillicon Valley voor de Nederlandse melkveehouderij ontstaat.”

zuivelzicht / 19 december 2012

469075.indd 15

15

18-12-2012 12:20:01


bedrijf

tekst Martin de vries foto alex de haan

“Kostenreductie tot 25 procent mogelijk in de zuivel”

Energiebesparing is teamprestatie Met energiebesparende maatregelen kan tien tot vijftien procent op de energierekening worden bespaard. De grote winst zit in het proces, stelt adviesbureau E-kwadraat. E-kwadraat organiseerde op 11 december in Leeuwarden een speciale masterclass voor ondernemingen in de zuivelsector om een omslag in denken te bewerkstelligen. “Besparen op energie is een teamprestatie. Als bedrijf moet u er voor zorgen dat ieder schakeltje er mee bezig is”, legt Folkert Linnemans van E-kwadraat uit. Zijn publiek bestaat uit vertegenwoordigers uit de zuivel. E-kwadraat werkt op dit moment samen met partijen als FrieslandCampina, Aware en Hochwald. Adviseur Wietze Jongsma is initiator van het project. De opdracht aan die ondernemingen is om energie te besparen, bij het eigen bedrijf of in de keten. Niet alleen om de kosten te verlagen, maar ook om maatschappelijk verantwoord te ondernemen. “Met technische oplossingen kunt u gemiddeld maximaal tien tot vijftien procent besparen. Ons doel is om het proces zo in te richten dat de besparing op 25 procent uit komt.”

Pieken en dalen inzichtelijk Linnemans stelt dat de zoektocht naar besparingen begint bij het inzicht hoeveel er in en hoeveel er uit een machine gaat. Op die manier wordt ook de potentie van energiebesparingen inzichtelijk. “Duidelijk wordt of er bijzondere afwijkingen in het verbruik zitten. Waar zitten de grote pieken en dalen in het elektroverbruik. Vaak blijkt dat er energie verloren gaat op momenten dat er bijvoorbeeld een operatorwissel is. Uitdaging is om 16

468919.indd 16

Duitse monteurs zijn druk bezig met de plaatsing van een nieuwe warmteterugwininstallatie bij kalvermelkfabrikant Sloten BV. De installatie bespaart drie miljoen kuub gas of 30 procent energie.

die diversiteit uit het proces te halen. Focus moet liggen op alle verschillende productieonderdelen.” In de meeste gevallen blijkt dat de bedrijven ‘onbewust onbekwaam’ zijn. “De winst zit vaak in het versnellen van een productie-unit of het verkorten van een productielijn. Dit zijn de besparingen waar de snelle winst mee kan worden geboekt. Het inzichtelijk maken van het energieverbruik van elk proces-onderdeel daagt operators uit tot optimalisatie van zijn of haar deel.” Linnemans adviseert om het energieverbruik te voorspellen en het uiteindelijke gebruik te analyseren. “Wij hebben bijvoorbeeld een droger van een onderneming grondig bekeken. De machine was de grootste verbruiker van zijn soort. Door het balanceren van de droger en het aanpassen van de luchtstromen op het product is de machine nu de zuinigste in de hele fabriek. Gevolg is dat ook andere machines geijkt worden om te kijken of er op andere plekken winst te halen valt.”

Meer dan CO2-reductie E-kwadraat probeert ondernemingen te adviseren op het gebied van verduurzaming van

de bedrijfsvoering. Voorheen was energie altijd de sluitpost van nieuw- en verbouw. Tegenwoordig wordt er anders tegenaan gekeken. “Duurzaamheid is meer dan CO2reductie. Het is een stuk prijscontinuïteit en een maatschappelijk verantwoordelijkheid.” Het in kaart brengen van de omgeving is een belangrijke factor in de zoektocht naar duurzame energiebronnen. “Is het bijvoorbeeld mogelijk om restwarmte van andere fabrieken te benutten of kun jij restwarmte leveren? Misschien is de locatie wel geschikt voor geothermie, biovergisting of een houtwkk? Ook is goed om te kijken of elektriciteit het grootste kostenelement is of warmte.” Uit de analyses van E-kwadraat blijkt dat geothermie en windenergie op dit moment de meest effectieve en betaalbare vormen van energie-opwekking zijn. “Zonnepanelen kunnen dit nog niet evenaren, maar met windmolens zoek je wel de grens van acceptatie op.” Directeur Douwe Faber van E-kwadraat wil zuivelondernemingen er op wijzen om goed na te denken over energiebesparing. “Duurzaamheid is uiteindelijk onze ‘license to produce’.” zuivelzicht / 19 december 2012

18-12-2012 10:40:41


Bedrijf

R e n é va n B u i t e n e n

leden akkoord met tweeprijzensysteem

Brussels lof voor CZ Rouveen De leden van CZ Rouveen

lijk dat er nog coöperaties zijn die zeggen dat ze straks alle melk zonder beperkingen zullen ontvangen en verwerken. “Eerst de grondstof leveren en dan pas kijken hoeveel er op de markt kan worden afgezet; in welke markt gebeurt dat nog?” Volgens Versteijlen wil ook de Europese Commissie de melkveehouders meer inzicht geven in de ontwikkelingen op de zuivelmarkt. Mede met het oog daarop ontwikkelde de Commissie het Melkpakket dat sinds 3 oktober formeel van kracht is. “We beogen onder meer dat de transparantie van de markt wordt vergroot. De Commissie zal daar zelf ook een actieve rol in spelen door belangrijke informatiestromen over de zuivelmarkt in de benen te houden”, aldus Versteijlen.

zijn akkoord gegaan met een nieuw melkprijzensysteem. Het systeem, dat in 2015 van kracht wordt, is een noviteit in de Europese zuivelindustrie, meent EUtopambtenaar Herman Versteijlen. “Gefeliciteerd met het besluit. Julie lopen voorop in Europa.” Lovende woorden van Herman Versteijlen, directeur Agrarische Markten van de Europese Commissie voor de leden van CZ Rouveen. De zuivelcoöperatie besloot donderdag 6 december in te stemmen met een voorstel van de raad van beheer om een nieuw melkprijzensysteem te introduceren. Het systeem komt erop neer dat CZ Rouveen per 2015, als de quotering is afgeschaft, A- en B-melkprijzen uitbetaalt. De A-prijs is voor de melk die de onderneming kwijt kan in haar eigen producten en markten. Melk waarvoor Rouveen een andere bestemming moet zoeken wordt betaald met een B-prijs. Rouveen introduceert het systeem omdat zij haar leden de kans wil geven gelijkmatig te kunnen groeien in het post-quotumtijdperk. “We zouden bovendien graag zien dat onze veehouders zich ook meer bewust worden van de marktomstandigheden”, aldus directeur Ben Wevers.

Marktinformatie Hij voegt er aan toe dat de coöperatie daarom haar leden stelselmatig zal informeren over de ontwikkelingen op de internationale zuivelmarkt, zodat de veehouders daar rekezuivelzicht / 19 december 2012

467628.indd 17

‘Productiegroei valt mee’ Herman Versteijlen, directeur Agrarische Markten bij de Europese Commissie.

ning mee kunnen houden bij het uitstippelen hun bedrijfsstrategie. Met name dat aspect spreekt Versteijlen erg aan.

‘Bij dit systeem vertaalt de coöperatie signalen uit de markt naar de veehouders’ Tijdens zijn lezing voor de bijna 200 aanwezige leden benadrukte de topambtenaar het belang van een marktgerichte melkproductie door veehouders, zoals Rouveen beoogt. “Wat jullie met dit nieuwe melkprijssysteem gaan doen is eerst kijken hoeveel je op de markt kan afzetten en dat vertalen naar de productie.” Versteijlen vindt het onbegrijpe-

Volgens hem zal het na 2015 wel meevallen met de groei van de melkproductie in de Europese Unie. “Hier en daar zal er wel een productiesprong zijn, bijvoorbeeld in lidstaten waar veehouders al over het quotum heen melken. zoals in Nederland en Ierland. Maar vergeet niet dat 22 lidstaten onder hun quotum produceren. Voor de veehouders in die lidstaten is er geen enkele reden om na afschaffing van de quota meer te gaan produceren. Dat kunnen ze nu ook al.” Overigens maakte Versteijlen nog eens duidelijk dat zuivelcoöperaties uitgezonderd zijn van de bepaling dat de lidstaten contracten tussen melkveehouders en hun afnemers verplicht kunnen stellen. Iets waaraan de Nederlandse overheid geen enkele behoefte heeft. “De Commissie heeft wel mogelijkheden gecreëerd om discussies in coöperaties op gang te brengen over het afstemmen van vraag en aanbod, zodat daarover goede afspraken gemaakt kunnen worden. Tot mijn plezier hebben jullie voor een melkprijssysteem gekozen waarbij de coöperatie signalen uit de markt naar de veehouders vertaalt”, sprak Versteijlen tot de veehouders van CZ Rouveen. 17

18-12-2012 10:37:14


bedrijf

EM

Yoplait-eigenaar richt zich op babyvoedingsmarkt

Sodiaal zet met Chinese deal nieuwe internationale stap De aanwezigheid van Sodiaal op de internationale zuivelmarkt kenmerkte zich tot dusver vooral door Yoplait, het yoghurtmerk dat Frankrijks grootste zuivelcoöperatie deels in licentie uitgeeft aan derden. Sinds kort verruimt Sodiaal haar blikveld. Nu wordt ook de internationale babyvoedingsmarkt opgezocht, met behulp van Chinese investeerders.

Enkele maanden geleden tekende de Franse zuivelonderneming Sodiaal een samenwerkingsovereenkomst met Synutra, een Chinese producent van babyvoeding. Met deze deal is een bedrag van 100 miljoen euro gemoeid. Dat geld is voornamelijk bestemd voor de bouw van een melkpoederfabriek in Carhaix, Bretange. De Chinese onderneming steekt 90 miljoen euro in het project; Sodiaal-dochter Eurosérum investeert 10 miljoen euro. Vanaf eind 2014 moet op jaarbasis ongeveer 100.000 ton poeder in de nieuwe fabriek worden geproduceerd. De grondstof gaat Sodiaal leveren: 280 miljoen liter rauwe melk en 30.000 gedemineraliseerde weipoeder van dochterbedrijf Eurosérum. De samenwerking met de Chinese babyvoedingsproducent kenmerkt de strategie van Frankrijks grootste zuivelcoöperatie. Sodiaal wil haar internationale concurrentiepositie verstevigen. Zij zoekt het vooral in de lucratieve babyvoedingsmarkt.

Poederdivisie De melkpoeder- en ingrediëntendivisie van Sodiaal is al behoorlijk gericht op het buitenland. Dit bedrijfsonderdeel met de firma’s Eurosérum, Nutribio en Régilait behaalde vorig jaar ruim tweederde van zijn 600 miljoen euro omzet op de internationale markt. Eurosérum is met een omzet van 413 miljoen euro verreweg het grootste ingrediëntenbedrijf van Sodiaal. De onderneming heeft productiebedrijven in Frankrijk, Tsjechië, Polen 18

467609.indd 18

Babyvoeding van Synutra, de nieuwe Chinese partner van Eurosérum. Deze dochtermaatschappij moet Sodiaal een betere positie op de internationale babyvoedingsmarkt geven.

en Spanje, en produceert in totaal ongeveer 300.000 ton melk- en weipoeder per jaar. Dochterbedrijf Nutribio is vrijwel volledig op de exportmarkt gericht. Deze in Parijs gevestigde onderneming zette vorig jaar 45 procent meer om op 140 miljoen euro. Nutribio is in 2008 gevormd uit de fusie van Sodiaal Industrie en Entremont-dochter Cofranlait.

Het bedrijf heeft naast twee Franse vestigingen ook een fabriek in Japan, van waaruit de Aziatische babyvoedingsmarkt wordt beleverd. Régilait (90 miljoen eurp omzet) richt zich meer op de binnenlandse en Europese markt. Naast ingrediënten ligt de focus bij Sodiaal op kaas en verse producten. Fusies en overzuivelzicht / 19 december 2012

18-12-2012 10:36:40


bedrijf

names hebben de positie van deze productcategorieën de afgelopen twee jaar versterkt. Vooral de (deels door de Franse overheid afgedwongen) overname van het noodlijdende Entremont Alliance springt in het oog. Deze kaasproducent werd begin 2011 van een bankroet gered door Sodiaal.

General Mills Andere grote stap was de joint-venture Yoplait SAS die Sodiaal vorig jaar vormde met het Amerikaanse voedingsconcern General Mills. Daarnaast droeg de toekenning van productie- en marketinglicenties van het yoghurtmerk Yoplait aan verschillende buiten Europa gevestigde partners bij aan de uitbouw van de internationale positie van het concern. Sodiaal heeft in de samenwerking met General Mills niet de meerderheid. De Amerikanen hebben 51% van de aandelen in handen. Yoplait SAS zette vorig jaar wereldwijd 4,5 miljard euro om, waarvan de helft in de VS en ongeveer een kwart in Europa. Andere belangrijke regio’s van Yoplait zijn NoordAfrika, het Midden-Oosten, Latijns-Amerika en Azië. Het merendeel van de omzet in deze regio’s is behaald door partners die op basis van licenties Yoplait-producten verkopen.

Marokko Afgelopen zomer sloot Yoplait overeenkomsten met twee nieuwe partners. De Marokkaanse zuivelproducent SLCN brengt sinds juni van dit jaar Yoplait-producten op de lokale markt. Die producten komen uit de fabriek van SLCN in Fès. In Canada sloot Yoplait een vergelijkbare overeenkomst met Ultima Foods, de grootste yoghurtproducent van het land met een aandeel van 30 procent. Deze gezamenlijke onderneming van de Canadese concerns Agropur en Agrifoods heeft zes jaar lang het exclusieve recht om Yoplait-producten op de Canadese markt te brengen. Yoplait heeft in Frankrijk drie fabrieken die yoghurt en desserts produceren voor de Franse markt en een aantal andere Europese landen. Samen met dochterbedrijven in de Benelux, het Verenigd Koninkrijk, Zweden , Tsjechië en Canada werd vorig jaar 1,2 miljard euro omgezet. Vorig jaar zette Yoplait op de Franse markt 8 procent meer af, waarmee het bedrijf zijn zuivelzicht / 19 december 2012

467609.indd 19

Bretagne zwaartepunt Sodiaal Union De zuivelonderneming Sodiaal is in handen van de coöperatie Sodiaal Union, die ook volledig eigenaar is van dochteronderneming Sodiaal International. De coöperatie telt 12.6000 melkveehouders die in 64 verschillende Franse departementen zijn gevestigd. De veehouders zijn lid van zeven regionale coöperaties, waarvan Bretagne-Oost en BretagneWest met een melkplas van resp. 787 en 779 duizend ton de belangrijkste zijn. De zeven lidcoöperaties van Sodiaal Union waren vorig jaar goed voor in totaal 4,1 miljard liter melk. Dat is ongeveer 6,7 procent meer dan in 2010, hetgeen voornamelijk het gevolg was van de overname van Entremont. De 4.500 Entremont-veehouders moeten overigens als gevolg van de overname de eerste vijf jaar 50 miljoen euro afdragen aan Sodiaal Union. Dat bedrag wordt direct verrekend met de melkprijs. Gemiddeld produceerden de veehouders van Sodiaal 324.000 liter melk per jaar. Sodiaal Union schreef vorig jaar voor de tweede achtereenvolgende keer zwarte cijfers. Er werd 2,9 miljoen winst behaald op een omzet van 2,2 miljard euro. De winst was een derde lager dan in 2010.

positie als op de Franse markt voor yoghurt, kwark en desserts verstevigde. Yoplait is na Danone de belangrijkste speler in dit segment. Een belangrijke factor in de groei was het product Colin+, een yoghurt met extra calcium en vitamine D. De omzet van dit product is in zes jaar tijd verdrievoudigd tot 57 miljoen euro vorig jaar. Volgens het Yoplait-management is tot 2016 nog een verdrievoudiging mogelijk.

Yoplait bouwt internationale positie verder uit met nieuwe partners Al met al is de omzet van Sodiaal over boekjaar 2011 met tweederde gegroeid tot ruim 4,4 miljard euro. De winst echter kelderde met 80 procent tot een schamele 8 miljoen euro.

sanering Dat was vooral het gevolg van de noodzakelijke sanering bij de kaasbedrijven van Entremont. Voor deze sanering heeft Sodiaal 80 miljoen euro moeten uittrekken. Als gevolg van de overname van Entremont Alliance ontving Sodiaal 5,2 miljard liter melk en daarmee is het naar eigen zeggen de vijf-

de melkverwerker in Europa. Een half miljard liter melk wordt op de vrije markt verkocht, de rest verwerkt Sodiaal in haar vijftig productiebedrijven. Die fabrieken zijn onderverdeeld in negen aparte ondernemingen waarin Sodiaal in meer of mindere mate een gecontroleerd belang heeft.

Consumptiemelk De (naar omzet gemeten belangrijkste) bedrijven zijn Entremont, Yoplait SAS en Candia, producent van consumptiemelk. Voor Candia is overigens een andere rol in de strategie van Sodiaal weggelegd. Waar Yoplait en Entremont vooral internationaal moeten groeien, gaat het bij Candia vooral om verbetering van de kwaliteit van de bestaande omzet. Het rendement moet dus omhoog. Het verliesgevende bedrijfsonderdeel (vorig jaar dook het resultaat van deze eenheid naar 28 miljoen euro in de min) zal de komende jaren een forse sanering ondergaan. Tot halverwege 2014 zullen minimaal drie consumptiemelkfabrieken sluiten, hetgeen gepaard gaat met een verlies van 313 van de 1.400 banen. De resterende vijf fabrieken moeten de concurrentie aangaan met de grote rivaal Lactalis en de Duitse consumptiemelkproducenten die zich de laatste jaren steeds nadrukkelijker op de Franse markt manifesteren. Candia is goed voor een omzet van 1,4 miljard euro, ongeveer een derde van de concernomzet. 19

18-12-2012 10:36:46


bedrijf

t e k s t r i a b e s s e l i n g f o t o ’ s l a t i SA

verder specialiseren in verse kaas en desserts

Zwitserse Lati richt zich op nieuwe Europese markten Dagelijks verwerkt de moderne fabriek Lati SA in het Zuid-Zwitserse Antonino zo’n 30.000 liter melk tot traditionele specialiteiten. Verse kaas is het paradepaardje. De regionale coöperatie verwerkt de melk van 180 lokale veehouders, en richt zich op verdere specialisatie in verse kaas en desserts voor nieuwe Europese markten.

Voor de productie van het ricottakaasje ‘Fior de Latte’ wordt volle melk van bergboeren gebruikt - vijf liter per kg kaas. De melk wordt al roerend opgewarmd tot bijna het kookpunt, ergens tussen 85 en 89 graden. Daarna wordt een zuur toegevoegd om wrongel te vormen. De wrongel wordt in vormen geschept om uit te lekken. Als de ricotta (‘herkookt’) stevig genoeg is, wordt hij met vorm en al gekeerd en wordt de vorm verwijderd. Binnen 24 uur na productie volgt de uitlevering. Het succeskaasje heeft de lichtzoete zachte crèmesmaak van volle melk en kan zowel hartig als zoet worden gegeten. Het is slechts twee weken houdbaar. Fior de Latte is een van de kazen van Lati SA, dat in het zuidelijke Zwitserse kanton Ticino de belangrijkste zuivelproducent is, en een van de grotere locale voedingsondernemingen. Andere verse kazen van Lati zijn ‘Formaggini’, die vooral ‘s zomers veel in de regio wordt gegeten en ‘Grottino’: een populair kleurrijk kaasje met kruiden, peper of Spaanse peper. Een seizoensspecialiteit is ‘Fior di Bacco’: verse kaas die wordt gerijpt in de droesem van Merlotdruiven. De ‘Canto di Bacco’, specialiteit van het najaar, wordt gerijpt in Merlotwijn. ‘Brenno’ is de nieuwste introductie in zachte kaas, aldus directeur Marco Bachmann. Deze kaas is het resultaat van een nauwe samenwerking tussen enkele melkveehouders in het Bleniodal en Lati. Naast verse kaas produceert Lati ook halfharde kaas, consumptiemelk (UHT en gepasteuriseerde melk) en desserts. Een nieuwe pro20

468699.indd 20

Verse kaas is het paradepaardje van Lati SA. Op de foto de drie smaakvarianten van de in Zwitserland populaire Grottino.

ductlijn in zoete desserts is ‘panna cotta’. Dit nagerecht van Zwitserse room en verse melk wordt geproduceerd in verschillende smaken: met karamel, koffie, Amaretto of walnootlikeur. De zes medewerkers van de afdeling Productontwikkeling ontwikkelen op basis van de vraag vanuit de markt, aldus Bachmann. Hij vertelt dat enkele producten (Monte Ceneri en Furmacc del Pian) ontwikkeld zijn in samenwerking met de supermarkten Coop en Migros. Dat geldt ook voor ‘Piccola Carasso’, een kaas die zes maanden rijpt in de grotten bij Bellinzona.

Uitdagingen “Ons bedrijf staat aan de vooravond van enkele belangrijke uitdagingen”, vertelt Bachmann, ”Dat is de verdere uitbreiding van de afzet op de thuismarkt in het kanton Ticino en het ontdekken van nieuwe Europese markten. Ook de situatie in de internationale zuivelmarkt biedt ons kansen.” Hij vervolgt: “De kosten voor kwaliteit, grondstof, verwerking en distributie vormen een belangrijk aandachtspunt in de discussie met de melkveehouders van onze coöperatie. De melkprijs werd voorheen eenmaal per jaar vastgesteld. Nu wordt hij eenmaal per zuivelzicht / 19 december 2012

18-12-2012 10:38:51


bedrijf

maand met de aangesloten melkveehouderijen besproken. In het afgelopen jaar lag de prijs op gemiddeld € 0,45, € 0,55 en € 0,60 per liter. Hieruit blijkt de grote variatie per seizoen. In de zomer ligt de piek: dan betalen we tussen de € 0,51 en € 0,80. In april en mei was de literprijs € 0,55”, zo herinnert Marco Bachmann zich. Hij is positief over de vrije Europese markt vanaf 2015: “We denken dat de vrije markt voor Lati nieuwe mogelijkheden oplevert en kijken er naar uit. Naast de belangrijke thuismarkt richten we ons op een verdere specialisatie in verse kaas en desserts voor nieuwe Europese markten. Uiteraard voor de prijs die de consument wil betalen. We kunnen daarin niet te hoog gaan”. Zwitserland heeft al vrijhandel met de Europese Unie in de kaassector. Geleidelijk aan moet dit ook zo worden voor melk en vlees, zo is het plan van Landbouwminister Johann Schneider-Ammann. Onlangs werden de plannen voor geleidelijke invoering van de vrije handel voorgelegd aan de Zwitserse Bondsraad. Ze stuiten op weerstand van de Zwitserse boeren. Zij zijn bang dat het openen van de markt de hoge prijsdruk in de melksector nog verder verhoogt. Ticino moet in de zomer melk importeren. De meeste melkveehouders laten de koeien ’s zomers op de alpenweiden grazen en verwerken de melk zelf tot Alpenkazen. Hen meer melk laten produceren door middel van seizoenstoeslagen levert weinig resultaat op, erkent Bachmann. Het gevolg is dat Lati in

“Het aanbod aan verse zuiveldesserts en kazen wordt steeds verder ontwikkeld”

de zomer vaak melk – tegen hoge transportkosten - moet laten aanvoeren vanuit de Duitstalige regio ten noorden van de Gotthard-tunnel. De hoeveelheid melk in Ticino blijft ook na het openen van de markt ongeveer gelijk. Lati blijft als verwerker en aanbieder van lokale specialiteiten met herkomstlabel afhankelijk van lokale aanvoer.

Groei in private label Lati is niet alleen leverancier van merkzuivel, maar daarnaast private labelproducent. Ongeveer 60 procent van de producten wordt uitgeleverd aan de Zwitserse retail zoals Migros, Coop, Manor en groothandels.

Lati Zuivelcoöperatie Lati SA (Federazione Ticinese Produttori di Latte) in Antonino realiseert een omzet van 30 miljoen Zwitserse frank per jaar (ca. 24,8 miljoen euro) en telt 69 medewerkers. De onderneming verwerkt jaarlijks 13 miljoen kilo melk van ongeveer 200 boeren in Ticino en Mesolcina (kanton Graubunden). Dit is het merendeel van de in totaal 19 tot 20 miljoen kilo melk die jaarlijks in het hele kanton Ticino wordt verwerkt. Van dit volume wordt per jaar 4 miljoen Casificio kaas en - tussen juli en september - 4 miljoen kilo Alpenkaas geproduceerd. Lati SA levert 25 producten aan retail en horeca in Zwitserland, Italië en Duitsland, en brengt daarnaast Zwitserse en buitenlandse zuivelproducten van derden op de Zwitserse markt. “Naast de belangrijke thuismarkt richten we ons met een deel van het productievolume aan zuivel- en kaasspecialiteiten steeds meer op nieuwe markten waaronder Italië en Duitsland”, aldus directeur Marco Bachmann. Lati SA, dat al in 1902 melk vanuit de hoger gelegen bergweiden in de streek naar Antonino bracht, maakt deel uit van de coöperatie FTPL, waarvan ook onderdeel zijn de wijncoöperatie Cagi, diervoederproducent Fela en varkensvleesproducent IMFE.

zuivelzicht / 19 december 2012

468699.indd 21

De overige productie gaat naar de out of home markt en foodservice. Ook de levering van grondstoffen als room aan industriële bakkerijen neemt toe. Aan de Migros supermarkten in het Franstalige deel van Zwitserland levert de coöperatieve zuivelonderneming onder andere ‘Formagella’, gesmolten kaas met een rookaroma bestemd voor raclette, een typisch Zwitserse nationaal gerecht met gesmolten kaas. Het wordt volgens drie recepturen geproduceerd voor Migros, Coop en onder eigen merk Lati. Daarnaast is Lati leverancier van ongeveer 25 alpenkazen, waaronder de zes maanden gerijpte AOC kaas Piora en Lucomagno. De kazen worden bij de boeren op de alpenweiden geproduceerd en gerijpt, en bij Lati verpakt en gedistribueerd. “We staan open voor verdere private labelleveringen. Het aanbod aan verse zuiveldesserts en kazen wordt steeds verder ontwikkeld”, zo voorziet Bachmann. “Onze afnemers willen gezonde, eerlijke en verse producten en een goede service en ondersteuning. Onze bedrijfspolicy is gebaseerd op dit principe.” Tot slot vertelt hij dat Lati veel aandacht besteedt aan duurzaamheid. Zo neemt het bedrijf maatregelen voor besparing op energiekosten en beperking van CO2 emissie in het kader van het Swiss Energy programma. Bachmann: “Als onderneming met lokale productie en verwerking van de grondstof van 180 melkveehouders betekent dit een grote verplichting naar de lokale economie.” 21

18-12-2012 10:39:02


bedrijf

EM

nieuwe eigendomsstructuur nodig voor investeringen

Glanbia schudt het kussen op Ter voorbereiding op de quotumloze melkproductie heeft de Ierse zuivelonderneming Glanbia haar eigendomsstructuur drastisch veranderd. De gelijknamige coöperatie heeft haar belang in de zuivelonderneming verminderd. In ruil daarvoor investeert het bedrijf in extra capaciteit om na 2015 de vele extra liters melk te kunnen verwerken.

Bij het Ierse zuivelconcern Glanbia staan grote veranderingen op stapel. Vorige maand kondigde de onderneming een herstructurering van de activiteiten aan vanwege de te verwachten groei van de melkproductie. Want na afschaffing van de quotering zullen de bij de coöperatie aangesloten veehouders de melkproductie massaal opvoeren. Waar nationaal al rekening wordt gehouden met een productiegroei in jaren na 2015 van 50 procent, verwacht Glanbia een toename van de melkaanvoer van 60 procent tot 2,6 miljard liter. Het bijkomende volume melk wil Glanbia

volledig voor de export bestemmen. De zuivelproducten zullen onder het duurzaamheidsprogramma van de Irish Food Board ‘Origin Green’ op de internationale markt worden gebracht. Glanbia is een van de eerste Ierse voedingsbedrijven die meedoet aan dit nationale duurzaamheidsprogramma. In totaal hebben 55 Ierse bedrijven zich er toe verplicht een programma op te stellen om de voedingsproductie te verduurzamen.

Nieuw bedrijf Daarnaast heeft Glanbia vorige maand zogezegd het kussen opgeschud. De eigendoms-

verhoudingen zijn drastisch gewijzigd. Er is een nieuw bedrijfsonderdeel opgezet: Glanbia Ingredients Ireland. Daarin zijn de activiteiten van dochterbedrijf Dairy Ingredients Ireland samengevoegd met de activiteiten van de Belgische Bongraindochtermaatschappij Corman Milkoko Ireland waarin Glanbia een belang heeft van 45 procent. Ook het 23-procentsbelang van Glanbia in de nationale zuivelexportorganisatie Irish Dairy Board is in de nieuwe eenheid opgenomen. Overigens is de coöperatie Glanbia Cooperative Society met 60 procent grootaandeelhouder geworden van het nieuwe bedrijf Glanbia Ingredients Ireland. Het kostte de boeren bijna 18 miljoen euro. De coöperatie hoestte dat bedrag op door een deel van haar aandelen in de beursgenoteerde vennootschap Glanbia af te stoten. Deze onderneming is eigenaar van de overige 40 procent van de aandelen in het nieuw geformeerde Glanbia Ingredients Ireland. De boeren hebben het recht verworven om binnen zes jaar ook die aandelen te kopen. Al met al is het boerenbelang in het Glanbiaconcern teruggebracht van 51,4 procent naar 41,4 procent. Niettemin hebben de afgevaardigden van de coöperatie tenminste vijf jaar lang een doorslaggevende stem in de raad van commissarissen.

Melkpoederfabriek

Verwerking van weipoeder in een van de Ierse bedrijven van Glanbia. 22

468811.indd 22

De nieuwe structuur stelt het zuivelbedrijf in staat te investeren in de melkverwerkingscapaciteit. Glanbia Ingredients Ireland steekt tot en met het jaar 2020 een bedrag van in totaal 180 miljoen euro in de verwerking van zuivelzicht / 19 december 2012

18-12-2012 10:40:03


bedrijf

rauwe melk. In Belview, een plaatsje in de Midden-Ierse graafschap Kilkenny, wordt voor 150 miljoen euro een nieuwe fabriek gebouwd voor de verwerking van melkpoeder, zo is enkele maanden gelden besloten. Ook wordt 30 miljoen gestoken in vergroting van de productiecapaciteit van de fabrieken in Virginia (graafschap Cavan) en Ballyragget (Kilkenny). Eerder dit jaar was al besloten om deze laatste vestiging voor 21 miljoen euro uit te breiden met extra productielijnen voor weipoeder in verband met de groeiende vraag op de wereldmarkt.

Amerikaanse investeringen Overigens besloot Glanbia dit jaar niet alleen in eigen land te investeren in groei van de productie. Ook de Amerikaanse dochteronderneming US Cheese zal haar vestiging in Twin Falls (Idaho) kunnen uitbreiden vanwege toenemende afzet. US Cheese boekte in 2011 een flinke omzetgroei. Het bedrijf boekte 29 procent meer omzet op 1,32 miljard euro, hetgeen zowel te danken was aan grotere verkoopvolumes als hogere prijzen. US Cheese produceert op jaarbasis 190.000 ton kaas in drie fabrieken. De onderneming is naar eigen zeggen marktleider in het cheddar-segment. Ook in Global Nutritionals, een andere Amerikaanse dochteronderneming van Glanbia, kan haar positie het afgelopen jaar versterken. Deze producent van ingrediĂŤnten voor de voedingsmiddelenindustrie (met name sport- en energiedranken en zuigelingenvoeding) nam voor omgerekend 50 miljoen euro de het bedrijf Aseptic Solutions Incorporated over. ASI is producent en afvuller van vitaminedranken, eiwitshakes en vruchtensappen. Het bedrijf beschikt volgens Glanbia over innovatieve technologieĂŤn die het concern op den duur een sterkere positie op de internationale markt voor zuivelingrediĂŤnten kan bezorgen.

Stabiele melkprijs Vanwege de toenemende volatiliteit in de zuivelmarkt heeft Glanbia een stabiliteitsprogramma voor haar melkveehouders ontwikkeld. De onderneming garandeert veehouders die dat willen tot 2014 een vaste melkprijs van 28 cent inclusief btw (bij 3,6 procent vet en 3,3 procent eiwit). Deze prijs geldt alleen als de door Glanbia vastgestelde gemiddelde uitbetalingsprijs zich tussen de 24 en 33 cent (exclusief btw) beweegt. zuivelzicht / 19 december 2012

468811.indd 23

Glanbia investeert in de uitbreiding van haar kaasproductie. Advertentie

Overschrijdt of onderschrijdt de melkprijs deze bandbreedte dan corrigeert Glanbia de garantieprijs naar verhouding. Dus als de gemiddelde uitbetalingsprijs een cent hoger of lager uitvalt, dan wordt de garantieprijs ook met een cent verhoogd of verlaagd. Het systeem is in samenwerking met een aantal grote afnemers ontwikkeld. Deze klanten willen namelijk voor langere tijd een stabiele prijs voor de producten van Glanbia betalen. Zij willen evenmin als de veehouders geconfronteerd worden met extreme schommelingen op de zuivelmarkt. 23

18-12-2012 10:40:09


MARKTCIJFERS

PRODUCTSCHAP ZUIVEL

Melkaanvoer belangrijke zuivellanden jan. - sept.’12; % wijziging t.o.v. 2011; x mrd kg

Melkprijsontwikkeling internationaal okt.’11 – sept.’12; €/100 kg 39

VS

+ 2,4%

(euro per 100 kg)

Duitsland

37

+ 1,0%

Frankrijk

35

+ 0,3%

Nieuw-Zeeland

+ 10,3%

Nederland

DE

33

FR

31

NL NZ

29

+ 0,6%

VS

27

Australië

+ 4,1% 25

0

25

50

75

100

Marktprijsontwikkeling dec.’11 - nov.’12; €/1.000 kg Vol melkpoeder 26%

Mager melkpoeder ADPI

Note ing per 100 kg 4.000 af fab iek, excl. BTW

4.000 3.000 2.000

EURO

09/02 EURO

398,00

390,00

1.000338,00

333,00

280,00

270,00

268,00

260,00

105,00

97,00

3.000

2.000

Vol verstuivingsmelkpoeder, 26% vet, 1.000 in 6-wandige exportzakken 1) 1.000 Mager verstuivingsmelkpoeder van gebruikelijke handelskwaliteit food grade 1) Mager verstuivingsmelkpoeder van EG-origine, voor veevoederdoeleinden, in bulk, franco geleverd Weipoeder, verstuivingspoeder, in bulk Exportwaarde belangrijke zuivellanden jan. – aug.’12; % wijziging t.o.v. 2011; x € mln 1) op eiwit gestandaardiseerd ▲ ▼ = stijging/daling DE 4.364 (-4%) NZ

137 (-9%)

FR

3.017 (0%)

NL

1.918 (-9%)

VS

28 (-47%)

AU

10 (-1%) 0

468693.indd 24

4.00016/02

3.000

Verse boter, in EEG-doos

24

Boter 82%

2.000

1.044 (+24%) 4.939 (+10%) 1.146 (+16%) EU 1.307 (+5%)

Derde landen

2.852 (+34%) 1.155 (+14%) 2.000

4.000

6.000

8.000 ZUIVELZICHT / 19 DECEMBER 2012

18-12-2012 10:38:19


markt

r e n é va n b u i t e n e n

ingrediëntenbedrijf gastheer van najaarssymposium

DSM imponeert Genootschap Het najaarssymposium van het Genootschap voor Melkkunde ging deze keer over ingrediënten voor de zuivelindustrie. De bezoekers waren te gast bij DSM Food Specialites. De halfjaarlijkse symposia van het Genootschap voor Melkkunde gaan meestal over zuivelproducten of trends in de productie van zuivel. Onlangs besloot het bestuur tot een ‘uitstapje’. Het najaarssymposium ging niet over zuivel zelf, maar over ingrediënten die nodig zijn om bepaalde zuivelproducten te kunnen maken. Ook werd er een bezoek gebracht aan DSM Food Specialties, een van de belangrijkste toeleveranciers van de zuivelindustrie. Op de DSM-vestiging in Delft werd uitgebreid stilgestaan bij de rol van ingrediënten voor de zuivelindustrie. De bezoekers tijdens het najaarssymposium maakten ook een rondleiding door het bedrijf. Ze raakten geïmponeerd door de hoogwaardige technologieën waarvan DSM Food Specialties gebruik maakt, meldt Margreet Hovenkamp, die tijdens het symposium terugtrad als voorzitter van het genootschap. Haar opvolger is Matthijs van Rijn, bedrijfsleider van de Rotterdamse vestiging van FrieslandCampina. “We zijn onder de indruk geraakt van DSM. Vooral het hoge kennisniveau van de medewerkers die DSM kan aantrekken en vasthouden is opvallend”, vindt Hovenkamp, die veronderstelt dat de nabije aanwezigheid van de TU Delft daar mede debet aan is. De uit 1896 daterende De Nederlandsche Gist- en Spiritusfabriek is volgens Frank Teeuwisse, directeur van de DSM-plant, onder de vleugels van DSM uitgegroeid tot een biotechnologiebedrijf waar onder anderen zuivelzicht / 19 december 2012

468755.indd 25

Merel Roes van DSM Food Specialties informeert de bezoekers van het najaarssymposium van het Genootschap voor Melkkunde over de markt voor lactosevrije producten.

enzymen,antibiotica en gistextracten worden geproduceerd. Ook natamycine, het schimmelwerend middel voor kaas, komt er vandaan. Over dergelijke ingrediënten voor de zuivelindustrie ging het tijdens het najaarssymposium.

Natuurlijk Ingrediënten toevoegen aan zuivel, terwijl melk van nature al zo rijk is aan nutriënten. Dat roept vragen op. Daarom had de organisatie plaats ingeruimd voor Ingrid Broekhuizen van smaakstoffenfabrikant Givaudan. Zij stond stil bij de vraag wat de consument onder het begrip ‘natuurlijk’ verstaat. Die wordt ertoe verleid producten te ervaren als natuurlijk doordat claims als ‘100% natuurlijk’,’puur’, ‘vers’, ‘traditioneel’ en ‘lokaal geproduceerd’ prominent op verpakkingen staan. Maar onderzoek dat Givaudan liet uitvoeren onder consumenten leert dat volvette blanke yoghurt als natuurlijk wordt ervaren, meer nog dan yoghurt met weinig vet en vruchtendrank. Producten met veel toevoegingen worden niet als natuurlijk beschouwd. Toch is er volgens Emily Tellers, Market Development Manager van DSM Nutritional

Products, nog winst te behalen voor zuivelproducenten indien zij ingrediënten toevoegen, gezien de seizoensmatige variaties in de natuurlijke vitamine-inhoud van melk als gevolg van het voedingspatroon van koeien. Tijdens het symposium werd ook stil gestaan bij de markt voor lactosevrije zuivelproducten. Een snelgroeiende markt volgens Merel Roes, marketingmanager bij DSM Food Specialities. De vraag werd opgeworpen in hoeverre de zuivel haar positie schaadt door lactosevrije producten op de markt te brengen. Volgens Roes vergroot de zuivelsector juist haar markt met het lanceren van producten voor consumenten die lactose niet kunnen verdragen.

vetvervanger De bezoekers toonden veel belangstelling voor Etenia, een ingrediënt dat Cindy Semeijn, marketingmanager bij aardappelzetmeelfabrikant Avebe introduceerde. Etenia wordt gezien als een vetvervanger aangezien het romigheid en textuur geeft aan zuivelproducten met weinig vet. Het product wordt gemaakt door aardappelzetmeel te behandelen met een - mede door NIZO food research ontwikkeld - enzym. 25

18-12-2012 10:39:32


markt

yves de groote

HIE 2012 toont trends in gezonde voeding en zuivel

Gezonde eigenschappen eiwit en vet onder de aandacht Vier ingrediënten sprongen tijdens de laatste ingrediëntenbeurs HIE 2012 in Frankfurt in het oog: gezonde vetzuren en vetten, melkeiwit en stevia. De race naar de meest eiwitrijke drank lijkt begonnen en de natuurlijke zoetstof is ook steeds meer in zuivel te vinden. Leveranciers toonden diverse concepten voor de zuivelindustrie, die de keuze voor een ingrediënt makkelijker maken.

De beurs Health Ingredients Europe (HIE) die vorige maand in Frankfurt plaatvond gaf weer een mooi overzicht van de veelbelovende gezondheidsbevorderende ingrediënten voor de zuivel- en voedingsmiddelenindustrie. Het strikte goedkeuringsbeleid van de Europese voedselveiligheidautoriteit EFSA was merkbaar: opvallend was dat exposanten op hun stand terughoudend waren met gezondheidsbeweringen. In het verleden was dit wel eens anders. Een bezoek aan de beurs was daarom niet minder interessant. Integendeel, want innovaties op het vlak van ingrediënten en zuivel- en andere producten gaan immers gewoon door. Advertentie

26

468960.indd 26

Excellence award melkeiwit Het Franse bedrijf Ingredia Nutritional won met haar 100 procent melkeiwit ‘Prodiet Fluid’ de Excellence Award in de categorie ‘Physical Performance Innovation of the Year’. Door een zelf ontwikkeld proces, waar productmanager Aurélie Vromaine geen details over kwijt wilde, is het mogelijk niet-gedenatureerd melkeiwitisolaat (mpi) te produceren dat 88 procent minder visceus is dan standaard mpi. Bij neutrale pH is dit bestand tegen UHT. Dit is natuurlijk interessant voor productontwikkeling van gezonde melkeiwitrijke langhoudbare (zuivel)dranken. De ingrediëntenleverancier stelde als concept een 250 milliliter flesje Tone Up sportdrank voor, dat niet minder dan 35 gram melkeiwit bevat, ofwel 14 procent in plaats van de doorgaans 8 tot 10 procent, aldus de productmanager. Het drankje smaakte uitstekend en was vlot drinkbaar. Volgens Ingredia is het ingrediënt ook uitstekend geschikt voor zoete dranken voor senioren en mensen die een dieet volgen. Voor deze doelgroepen heeft het

bedrijf diverse recepturen ontwikkeld.

Nog meer eiwit Ook zuivelbedrijf Arla presenteerde een tweetal nieuwe veelbelovende, ook al goed smakende eiwitingrediënten voor diverse markten. De eerste was Hydro.365, een nieuw wei-eiwit voor sportdranken, repen of als ‘shot’ gewoon in poedervorm. Dit herstelt de spieren binnen een dag na het sporten. Door de samenstelling, aminozuren en 60 procent kleine peptiden (minder dan 6 aminozuren) en de goede oplosbaarheid van dit ingrediënt is een eiwitgehalte van niet minder dan 40 gram per 100 ml mogelijk, legde voedingskundige Erik Adamsen uit. Door de pH- en hittestabiliteit kan het ook in UHTproducten worden gebruikt. Volgens Euromonitor groeide de Europese markt voor eiwitgebaseerde sportvoeding tussen 2006 en 2011 met 59 procent tot 4,13 miljard euro. Nieuw van Arla is verder haar 100 procent wei-eiwit Lacrodan DI-7017, dat bestand is tegen UHT-temperatuur. Dit maakt het hoogwaardige ingrediënt interessant voor gebruik in vloeibare klinische voeding. De smaak was goed. Tot dusver werd vooral caseïne als alternatief gebruikt, maar dit is voedingskundig minder hoogwaardig dan wei-eiwit, aldus Adamsen. Deze markt zou in Europa en de VS een omvang hebben van 3 miljard euro. zuivelzicht / 19 december 2012

18-12-2012 11:31:37


markt

sterkt volgens de ingrediëntenleverancier de opname van het calcium in de yoghurt en versterkt daardoor de botten en helpt osteoporose te voorkomen.

Fosfolipiden Een derde nieuw ingrediënt van onder meer het Deense zuivelbedrijf Arla is het fosfolipide LP-20, dat wordt gewonnen uit de melkvetmembranen. Dit ingrediënt, in Het komt aan op de grote A-merkfabrikanten als het gaat om de toepashet bijzonder het fosfatidylserine, verbetert sing van stevia in food. het geheugen. LP-20 kan worden toegeBij DMV kon geproefd worden van een aardvoegd aan bijvoorbeeld roomijs, maar ook beisportdrank op basis van caseïne-eiwit. desserts, zuiveldranken en repen. Bij de Dankzij verrijking met Excellion Calcium Zwitserse ingrediëntenleverancier Lonza beCaseinate bevat deze goed drinkende weinig vestigt verkoopdirecteur Gilles Jequier dat visceuze sportdrank 25 gram eiwit per 100 melk van nature al rijk is aan fosfolipide (het ml. Belangrijk voordeel van caseïnaat is dat melkvetmembraan bestaat voor 30 tot 40 de aminozuren in de maag trager vrijkomen procent uit fosfolipide, red.), maar dat gezien in vergelijking met wei-eiwitten. Dit is intehet gezondheidseffect altijd nog meer kan ressant voor langdurig herstel van het liworden toegevoegd. Hij liet weten dat fosfochaam na het sporten. Calcium is belangrijk lipiden aanvankelijk uit kalfshersenen werden voor de spierwerking en natuurlijk voor de gewonnen; na de gekke koeienziekte is daar stevigheid van de botten. resoluut een einde aan gekomen. Een alternatieve plantaardige bron voor dit ingrediënt, Soja-melkeiwitmixen dat onder de merknaam Memree door Lonsa Ingrediëntenleverancier Solae, sinds mei vermarkt wordt, is soja. dochterbedrijf van DuPont, koos voor een uitgebalanceerde mix van eiwitten uit melk en soja voor een eiwitrijke sportdrank (8,5% eiwit). Deze werd ook als productconcept op de beursvloer gepresenteerd. 30 RTD bevat caseïne- en wei-eiwitten en soja-eiwitisolaten. Het getal verwijst naar de 30 gram eiwit in de portieverpakking van 356 ml. Door het hoge eiwitgehalte van deze drank, maar ook de andere soortgelijke producten, kan onder meer worden geclaimd dat eiwit bijdraagt aan de groei of het in stand houden van de spiermassa of de botmassa. Danisco, een ander dochterbedrijf van DuPont, bracht haar lactase-enzym GodoYNL2 onder de aandacht. Een conceptproNatuurlijke zoetstof duct dat getoond werd was een yoghurt Stevia, de nieuwe zoetstof, werd natuurlijk zonder lactose, maar verrijkt met ActivK op de HIE door verschillende aanbieders onS2000, puur vitamine K2. Dit vitamine ver-

Stevia wordt vooral

gebruikt voor nieuwe producten en niet ter

vervanging van suikers

in bestaande producten

zuivelzicht / 19 december 2012

468960.indd 27

der de aandacht gebracht. De markt ontwikkelt zich langzaam, zo viel te beluisteren op de beursvloer. Midey González, technisch service manager bij Cargill, constateerde dat voedingsmiddelenbedrijven vooral besluiten stevia te gebruiken voor nieuwe producten, en minder ter vervanging van suikers in bestaande producten. Cargill brengt stevia onder de merknaam Stuvia op de markt. Als voorbeeld van een nieuw product noemde Midey González Arla Zin!, gepositioneerd als de eerste 100 procent natuurlijke drinkyoghurt zonder vet en zonder kunstmatige zoetstoffen. Stevia staat op de verpakking vermeld onder de benaming honingkruidextract. Op de stand stond in een vitrinekast echter nog meer voorbeelden uit de zuivel: Nöm fasten laagcalorische drinkyoghurt en Danone DanVia of Danone Taillefine vruchtenyoghurt. Marketingmanager Sharon Galperin van de Galam Group benadrukte het belang van toonaangevende A-merkfabrikanten voor de verdere toepassing van stevia in producten door andere voedingsmiddelen- en zuivelfabrikanten. Deze nemen volgens haar een afwachtende houding aan, versterkt door de economische situatie op dit moment.

Plantaardige omega-3 DSM bracht in Frankfurt de eerste plantaardige mix van de omega-3 vetzuren epa en dha op de Europese markt, afkomstig van algen. Het bedrijf benadrukt dat deze gezonde vetzuren een positief effect hebben bij het voorkomen van hart- en vaatziekten, maar ook bijdragen aan een goede ontwikkeling van de hersenen en het gezichtsvermogen in alle leeftijdscategorieën. Voor het verbeteren van het vetzuurprofiel en tegelijk het verlagen van het vetgehalte in roomijs zonder dat dit ten koste gaat van smaak en mondgevoel, bracht Roquette recent het ingrediënt Almagine op de markt. Ook dit wordt gewonnen uit microalgen. Met behoud van smaak kan het vetgehalte in Amerikaans roomijs met een relatief hoog vetgehalte van 17 procent met bijna tweederde omlaag tot 6 procent, vertelde commercieel directeur Philippe Caillat. Hiervoor is 4 procent van het ingrediënt toegevoegd. De calorische waarde is 38 procent lager en het verzadigd vetgehalte 70 procent lager. Het cholesterolgehalte is 90 procent verminderd, wat de gezondheid van de consument alleen maar ten goede kan komen. 27

18-12-2012 11:31:44


markt

lili hu, productschap zuivel

Stijging boterexport Nieuw-Zeeland zet door in 2012

Wereldhandel boter stabiel De wereldhandel voor boter en boterolie was redelijk stabiel en steeg in 2011 licht. De grootste exporteur Nieuw-Zeeland versterkte in 2011 zijn positie. Dit zet zich verder door in 2012. De prijs voor boter was volop in beweging. De mondiale boterproductie nam in 2011 vanwege een relatief hoog prijsniveau aanzienlijk toe.

De totale productie van boter en boterolie in de wereld nam in 2011 toe met 4,6 procent tot bijna 9,4 miljoen ton. De groei was aanzienlijk hoger dan in de voorgaande jaren. Vooral in de Verenigde Staten en NieuwZeeland steeg de boterproductie relatief flink. In de VS kwam de productie uit op 821 duizend ton (+15,7%) en in Nieuw-Zeeland op 492 duizend ton (+11,6%). In de EU (+3,0%) en Rusland (+4,6%) herstelde de boterproductie zich sterk na enkele jaren van daling. In 2011 bedroeg de productie in de EU en Rusland respectievelijk 1.993 en 216 duizend ton. De forse toename van de melkaanvoer in de EU kwam voor een deel terecht in de boterproductie. Het grootste boterproducerende land India liet een lagere groei zien dan in de jaren ervoor. De groei

van 3,8 procent was wel goed voor bijna 40 procent van de totale toename in de wereld. De Indiase boterproductie kwam uit op 4,3 miljoen ton. Dit is ruim 46 procent van de totale boterproductie in de wereld. De grootste exporteur Nieuw-Zeeland versterkte in 2011 zijn dominante positie en had bijna de helft van de markt in handen. De export nam met 4,6 procent toe. Dit was echter niet voldoende om de terugval in 2010 te compenseren. Nieuw-Zeeland won in 2011 terrein op de EU-markt. Ook de uitvoer naar China nam aanzienlijk toe, waardoor dit land ĂŠĂŠn van de belangrijkste afzetmarkten van Nieuw-Zeeland werd. Bijna 90 procent van de boter werd door NieuwZeeland geleverd. De botervraag in China nam sterk toe. Dit land werd zelfs de vijfde

Boter en boterolie productie* (2000-2011)

Volume (x miljoen ton)

15

12

+ 3,6% (gemiddelde jaarlijkse groei)

+ 4,6% + 1,5%

+ 1,8%

9 9,4 6

9,0 8,8 8,7 7,6

3

6,5

grootste afzetmarkt in de wereld. De NieuwZeelandse export naar Iran, Egypte en Rusland nam juist af. In 2012 heeft de stijging van de NieuwZeelandse boterexport zich doorgezet. Tot en met het derde kwartaal nam het NieuwZeelandse exportvolume met bijna een vijfde toe ten opzichte van dezelfde periode in 2011. Het land wist ook in deze periode de handel op China sterk uit te breiden, echter wel in een lager tempo. Naar de EU werd juist een kwart minder uitgevoerd.

Daling EU aandeel De EU boterexport daalde in 2011 sterk (-20%). Hierdoor daalde het aandeel in de wereldhandel van 19 naar 15 procent. In de eerste negen maanden van 2012 steeg de EU-export weer licht (+3%). Dankzij een goed verlopen tweede en derde kwartaal werd de forse krimp in het eerste kwartaal ruimschoots gecompenseerd. In 2011 nam de uitvoer naar Iran het sterkst af (-75%). Belangrijkste oorzaak was de politieke onrust in het land. In de eerste drie kwartalen van 2012 zag de EU haar exportvolume naar Iran nog verder krimpen. Ook de handel op Rusland (-23%) de belangrijkste bestemming op de wereldmarkt en Egypte (-65%) daalde in 2011. In de eerste negen maanden van 2012 liet de uitvoer naar beide landen een verdere afname zien.

VS derde plaats

0 2000

2005

2008

2009

2010

2011

*cijfers betreffen minstens 90% van de totale wereldproductie. Bron: IDF World Dairy Situation 2012 28

468689.indd 28

De VS exporteerden in 2011 fors meer dan in het jaar ervoor en werd hierdoor weer de derde grootste exporteur op de wereldmarkt. De groei van 12 procent was echter minder zuivelzicht / 19 december 2012

18-12-2012 10:37:43


markt

Prijsontwikkeling (€ per 1.000 kg)

Tot en met november 2012, vergelijking van de wereldmarktprijs met de Nederlandse notering

sterk dan in 2010. Toen bedroeg deze zelfs 95 procent. De groei vond in het eerste halfjaar van 2011 plaats. Het laatste halfjaar noteerde de export juist een grote daling. Deze daling zette zich ook in de eerste drie kwartalen van 2012 door. In 2011 waren Saudie-Arabië, de EU, Mexico, Canada en Japan de belangrijkste Amerikaanse exportbestemmingen. De VS wist in al deze landen, met uitzondering van Mexico, flink extra af te zetten. In de eerste negen maanden van 2012 concentreerde de Amerikaanse boterhandel zich voornamelijk op het Midden-Oosten en Noord-Afrika. Bijna driekwart van het exportvolume ging naar deze gebieden. De uitvoer naar de andere landen liet in deze periode een scherpe daling zien. Het exportvolume naar Mexico, Canada en Japan daalde met bijna 80 procent en de uitvoer naar de EU zelfs met bijna 90 procent.

Wit-RusL grootste in Rusland Wit-Rusland exporteerde bijna 3 procent meer boter en boterolie in 2011. Hiermee herstelde de export nog lang niet van de scherpe daling in 2010 (-30%). Zowel naar Oekraïne als Rusland werd in 2010 fors minder geëxporteerd. Wit-Rusland is de belangrijkste leverancier voor Rusland. In 2011 wist dit land als één van de weinige leveranciers de handel naar Rusland uit te breiden. Ook Uruguay en Argentinië wisten in Rusland meer af te zetten. Maar ook elders waren deze landen succesvol in 2011. Argentinië was zelfs de grootste relatieve stijger van de belangrijkste exporteurs op de wereldmarkt en verdubbelde bijna haar afzet. De groei weerspiegelde een forse groei in de melkproductie in combinatie met een sterke competitiviteit op de internationale markten.

4.000 3.000 Nederland

2.000

Wereldmarktprijs

1.000

Bron: PZ Prijsontwikkeling van boter op de wereldmarkt en de Nederlandse notering (€ per 1000 kg). Bron: PZ

lair product. De gemiddelde boterconsumptie van 3,5 kg is dan ook hoog vergeleken met andere landen in Azië. Ook in Pakistan wordt gemiddeld veel ghee geconsumeerd. China heeft één van de laagste niveaus van boterconsumptie per capita in de wereld. In de VS is de gemiddelde boterconsumptie in 2011 gestegen en kwam uit op 2,5 kg. In de eerste drie kwartalen van 2012 compenseerde de gestegen binnenlandse consumptie de daling in de Amerikaanse export. Ook slonk de Amerikaanse botervoorraad snel vanaf mei 2012. Deze daalde in de daaropvolgende 5 maanden met 45%. Landen in Afrika en Zuid-Amerika hebben de laagste gemiddelde boterconsumptie, vooral in Colombia, Zuid-Afrika en Brazilië. In deze landen ligt de gemiddelde per capita consumptie onder de 0,5 kg.

Recordhoogte wereldprijzen De prijs voor boter is in 2011 volop in beweging geweest. De wereldmarktprijs voor boter steeg in het eerste kwartaal van 2011 tot een recordhoogte van 3.532 euro per ton in februari 2011. De oorzaak voor het hoge

Belangrijkste exporteurs boter en boterolie

Franse consumptie hoogst De gemiddelde per capita boterconsumptie loopt in de wereld erg uiteen per land. In Europa en Oceanië is deze per capita het hoogst. Oceanië en de landen in WestEuropa zoals Frankrijk, Luxemburg, Duitsland, Oostenrijk, Tsjechië en Zwitserland hebben de hoogste per capita boterconsumptie van meer dan 4 kg. Frankrijk heeft de hoogste per capita boterconsumptie van 7,5 kg. Dit aantal is ruim twee keer zo hoog dan het EU gemiddelde van 3,6 kg. In India is ghee (geklaarde boter) een popuzuivelzicht / 19 december 2012

468689.indd 29

prijsniveau was de krapte aan melkvet voor boterproductie op zowel de wereldmarkt als de EU-markt. Ook was de vraag vanuit Azië sterk. De EU-boterprijs had zijn piek in juli 2011 en kwam daarna onder druk te staan. Zowel de wereldmarktprijs als de EU-prijzen lieten vanaf de tweede helft van 2011 een dalende trend zien. Die daling werd veroorzaakt door het toenemende aanbod van de zuivelproductie op het zuidelijk halfrond, in samenhang met de positieve trend in het andere deel van de wereld. De EU-prijzen daalden harder, waardoor het verschil met de wereldmarktprijs minder groot werd. In het tweede kwartaal van 2012 bereikte de botermarkt een bodem en kwamen de EUprijzen zelfs even onder de wereldmarktprijs. Daarna verbeterde het marktbeeld geleidelijk. De markt werd ontlast doordat in de EU extra hoeveelheden boter onder private opslag werden gebracht en er meer vraag vanuit de markt kwam. In augustus 2012 stabiliseerde de wereldmarktprijs zich; vanaf september was er weer een voorzichtige stijging als gevolg van beperkingen in de melkaanvoer in zowel Europa als de VS.

2011 (x 1.000 ton) Nieuw-Zeeland EU-27

Frankrijk Nederland VS Wit-Rusland Australië Argentinië Uruguay Cumulatief

401,3 124,3

% groei 11/10 4,6% -19,8%

aandeel wereldhandel 49,3% 15,3%

27,8 26,7

5,8% -34,9%

3,4% 3,3%

63,7 61,9 50,0 26,2 17,8 745,1

7,8% 7,6% 6,1% 3,2% 2,2% 1,2%

7,8% 7,6% 6,1% 3,2% 2,2% 91,5%

2012 t/m sept. 318,7 96,0 22,3 19,8 38,0 nb 36,3 14,8 19,2 -

% groei 12/11 t/m sept. 17,8% 3,4% 6,9% 12,5% -29,0% -3,4% -21,6% 56,2% -

Bron: WDS 2012, PZ, Comtrade

29

18-12-2012 10:37:49


469057.indd 30

18-12-2012 9:45:48


469058.indd 31

18-12-2012 9:46:26


469059.indd 32

18-12-2012 9:47:20


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.