ZuivelZicht, nummer 5 ,mei 2013

Page 1

JAARGANG 105 - NUMMER 5 - 22 MEI 2013

Goat Milk Powder Nieuwe speler op de zuivelmarkt

Yoghurt-hype verklaard Amerikanen willen veel eiwit, weinig vet Den Haag waarschuwt Dijksma herinnert sector aan afspraak

494488.indd 1

21-5-2013 10:04:13


495948.indd 2

21-5-2013 12:24:49


zijlijn

R e n é va n b u i t e n e n , h o o f d r e d a c t e u r

Nieuwe schaarste Jonge ouders die babyvoeding voor hun kroost zoeken weten niet van wat hun overkomt. Ze zien lege schappen in de supermarkten waar normaal bussen babymelkpoeder behoren te staan. Voortdurend grijpen ze mis de laatste maanden. Omdat Chinezen hen voor zijn. Die kopen de relatief laaggeprijsde maar kwalitatief goede melkpoeder massaal op om deze tegen veel hogere prijzen in China te verkopen. De kwestie trekt de laatste weken opvallend veel aandacht van media. Kamervragen zijn al gesteld. De teneur van die vragen (ingediend door CDA’er Hanke Bruis Slot) is veelzeggend. Deelt u de mening dat Nederland als grote melkpoederproducent toch op zijn minst genoeg melkpoeder moet produceren om aan de Nederlandse vraag te voldoen?, wil Bruis Slot weten. We zijn het dus niet meer gewend wanneer voeding schaars is. De lege schappen komen niet alleen in Nederland voor, maar ook in Duitsland, het Verenigd Koninkrijk, Nieuw-Zeeland en Australië. Over de oorzaak wordt druk gespeculeerd. Natuurlijk, het vertrouwen van de Chinese burgers in de kwaliteit van eigen melkpoeder is sinds de melamine-affaire tot het nulpunt gedaald. Maar dat is al vijf jaar het geval; de melamineaffaire dateert van 2008. Dat verklaart nog niet waarom er nu opeens zoveel melkpoeder via de supermarkten naar China worden verscheept. Dus wordt er flink op los gespeculeerd: fabrikanten creëren moedwillig de schaarste in eigen land; supermarktondernemers verkopen de gewilde babyvoeding liever via de het grijze circuit (via de achterdeur); de Chinese maffia zit er achter. Het zal allemaal wel. Wat er feitelijk aan de hand is, is dat de vraag naar zuivelproducten op de wereld structureel sneller toeneemt dan het aanbod. De zuivelwereld weet dat al langer. De wereldvoedselorganisatie en ook de banken roepen dat al jaren. De groeiende vraag gecombineerd met de afschaffing van de melkquotering over minder dan twee jaar, leidt tot forse investeringen door Europese zuivelondernemingen. Zij steken honderden miljoenen euro’s in de bouw van nieuwe fabrieken, om maar aan de groeiende exportvraag te kunnen voldoen. Bankiers van ABN Amro riepen het daarom vorige week nog maar eens: de zuivel is een van de lichtpuntjes in deze barre economische tijden. De investeringsgolf werpt een ander licht op die andere discussie die momenteel gaande is in politiek Den Haag: hoeveel ruimte moet de veehouderij krijgen om te kunnen groeien? De melkveehouderij mag van staatssecretaris Dijksma best groeien, mits zij het mestprobleem helpt op te lossen. Anders komt er na einde van de melkquotering een nieuwe quotering: dierrechten. Een nieuwe beperking van de groeimogelijkheden van de zuivelketen vergroot echter de kans op schaarste. Het weer op slot zetten van de sector na afschaffing van de melkquotering, zou niet alleen slecht zijn voor de BV Nederland; het zou de consument direct treffen. colofon Abonnementenadministratie: BDU Vak- en

ZuivelZicht Magazine is een uitgave van

Ontwerp: Giesbers, Velp

Koninklijke BDU Uitgevers BV in Barneveld

Druk: Koninklijke BDU Grafisch Bedrijf BV

Publieksmedia, Postbus 67, 3770 AB Barneveld.

ISSN: 0165-8573.

Abonnementsprijzen 2013: (12 nummers) € 100,14

Tel 0342-494889, e-mail: abonnementen@bdu.nl

Postbus 67, 3770 AB Barneveld

(studenten € 56,60); buitenland: € 132,41.

www.bduuitgevers.nl

Proefabonnement (3 edities): € 7,08. Schriftelijke

Advertenties: BDU Tijdschriften, Robijnlaan 2,

beëindiging (vóór 1 november) per eind kalenderjaar.

2132 WX Hoofddorp. Contactpersoon: Hielke van der Werf, 020-5736056 E-mail: h.v.d.werf@bdu.nl

Redactie ZuivelZicht

Hoofdredactie: René van Buitenen, email:

Adres: Louis Braillelaan 80 | Postbus 165,

r.v.buitenen@bdu.nl

Het volgende magazine

2700 AD Zoetermeer

Eindredactie: Yvonne Mors, e-mail: y.mors@bdu.nl

verschijnt op 19 juni 2013

Tel: 079-3430307

Medewerkers aan dit nummer: Yves De Groote, Lili

Internet: www.zuivelzicht.nl

Hu, Jurgen Jansen.

email: redactie.zuivelzicht@bdu.nl zuivelzicht / 22 mei 2013

494494.indd 3

3

21-5-2013 10:06:07


495949.indd 4

21-5-2013 9:45:35


inhoud

paradepaardje

De loftuitingen aan het adres van de zuivelsector waren niet van de lucht tijdens het symposium dat de Duurzame Zuivelketen vorige maand hield in Den Haag. Vooral de aanwezige Kamerleden toonden zich onder de indruk van de ambities en de prestaties die de melkveehouderij en de zuivelindustrie aan de dag leggen. Het meest uitgesproken was de staatssecretaris van Economische Zaken, Sharon Dijksma. “De melkveehouderij is het paradepaardje van de Nederlandse agrosector. Laat ik dat maar ronduit zeggen.”

10 14

16

20

En verder...

7 Zuivelacademie van start

20 Afzet Ierse exportcoöperatie IDB zeven procent hoger

27 FrieslandCampina financiert leerstoel Mucosale Immuniteit

8 ABN AMRO optimistisch over agribusiness

22 Genootschap staat stil bij technologische achtergronden yoghurt

28 FAO en OESO temperen groeiverwachting melkproductie

12 Prijsconcurrentie slaat foodbedrijven niet uit het lood

14 Melkveehouderij centraal op discussieavond voedsel in Amsterdam

16 Bettinehoeve en AVH Dairy slaan handen ineen zuivelzicht / 22 mei 2013

494491.indd 5

24 Hongaarse markt biedt kansen 25 Zuivelmarketeers genomineerd voor versmarketeers van het jaar

26 Zuivelcijfers

COVER Met het ultrafiltratiesysteem van Bettinehoeve kan geitenwei verwerkt worden in de nieuwe fabriek (pag.16) foto bettinehoeve 5

21-5-2013 10:05:38


495950.indd 6

21-5-2013 9:46:07


visie

r e n é va n B u i t e n e n

Zuivelbedrijven bundelen vakkennis in nieuwe coöperatie Om het verlies van vakkennis alsgevolg van de uitstroom van personeel een halt toe te roepen werken zuivelondernemingen en scholingspartijen steeds nauwer met elkaar samen. Onlangs hebben zij de Zuivelkenniscoöperatie opgericht. Op het Zuivelpark in Hoogeveen is vorige week op feestelijke wijze stil gestaan bij de vorming van de Zuivelkenniscoöperatie. Dat is een samenwerkingsverband van zuivelondernemingen en opleidingsinstituten. Eerste belangrijke resultaat van de samenwerking is Zuivelacademie.nl, een kennis- en leeromgeving ter ondersteuning van (bij)scholingstrajecten van werknemers in de Nederlandse zuivelindustrie en van leerlingen in het middelbaar beroepsonderwijs. Zuivelacademie biedt leermodules van zuivelvakkennis op mbo 2, 3 en 4 niveau. Onderwerpen die aan bod komen zijn onder meer: melkontvangst, consumptiemelkproducten, kaas, boter, melkpoeder, condens en eenheidsbewerkingen.

Visie en moed De academie is opgezet door alle partners, die daarvoor hun kennis ter beschikking hebben gesteld. En dat is opmerkelijk. “Het delen van informatie vraagt visie en moed. Dat is niet vanzelfsprekend”, meent Cees Wantenaar, voorzitter van het Productschap Zuivel, dat opdracht gaf voor de ontwikkeling van Zuivelacademie.nl. “In de markt zijn we elkaars concurrenten, zuivelzicht / 22 mei 2013

495206.indd 7

Medewerkers van deelnemende zuivelbedrijven testen de leeromgeving van Zuivelacademie.nl.

maar in de zuivel kunnen we op veel terreinen ook goed met elkaar samenwerken”, stelt Jannes Oosterveld, directeur van DOC Kaas. “Het initiatief spreekt ons aan. Wij steken veel tijd en geld in het opleiden van medewerkers. We hebben dan ook graag ge-

PZ is eigenaar Zuivelacademie.nl is ontwikkeld in opdracht van het Productschap Zuivel (PZ) onder auspiciën van de projectgroep Arbeidsmarkt & Opleiding Zuivelindustrie. De Stichting Opleidings- en Ontwikkelingsfonds in de Levensmiddelenindustrie (SOL) coördineert en administreert deze site en het technisch beheer ligt bij AgriHolland. De inhoudelijke kant van de Zuivelacademie valt onder verantwoordelijkheid van de Zuivelkenniscoöperatie. Het initiatief komt voort uit het Programma Arbeidsmarkt & Opleiding Zuivelindustrie en wordt dit jaar als zelfstandige activiteit voortgezet met financiering van het Productschap Zuivel.

holpen om dit van de grond te krijgen.” Volgens Wantenaar is het initiatief erg belangrijk omdat de zuivelsector net als veel andere sectoren van de ‘maakindustrie’ te maken heeft met vergrijzing. In 2011 was de gemiddelde leeftijd in de zuivelindustrie 46 jaar.

Dynamische industrie “De krapte op de arbeidsmarkt zal toenemen, ook al zou je dat in het huidige economische klimaat niet zeggen. We hebben te maken met een dynamische industrie. Er verschijnen allerlei nieuwe spelers op de markt.” “Als sector loop je een risico wanneer je in zo’n dynamische omgeving onvoldoende jongeren weet aan te trekken.” In dat geval zouden de economische kracht van de sector en ook de innovatie bij de ondernemingen ernstig worden beperkt, meent Wantenaar. Omdat zowel werkgevers als werknemersorganisaties alsook de spelers in het onderwijsveld overtuigd waren van de nut en noodzaak, besloten zij tot nauwe samenwerking. “De som van de samenwerking is meer dan de inbreng van de afzonderlijke partijen”, aldus de PZ-voorzitter. 7

21-5-2013 10:08:16


visie

r e n é va n b u i t e n e n

ABN Amro optimistisch over agribusiness

Zuivel lichtpuntje in moeizaam draa De Nederlandse economie is een zwaar zieke patiënt vinden economen bij ABN Amro. De bank ziet ook lichtpuntjes, dank zij de export van onder andere zuivelproducten. De groeiende vraag naar zuivel op de wereldmarkt zorgt voor hogere prijzen, ook voor veehouders. Daar staat tegenover dat de kosten ook oplopen.

De wereldeconomie is ernstig ziek en de Nederlandse economie is een van de ernstige patiënten. De agrarische bedrijfstak is een van de weinige sectoren waar nog groei zichtbaar is. En mede dank zij de zuivelsector loopt de Nederlandse export nog steeds goed door. Dat beeld komt naar voren uit de schets van de huidige economische situatie in Nederland die ABN Amro vorige week presenteerde. Tijdens een bijeenkomst voor vertegenwoordigers van de agri-business schilderden de bankiers op het hoofdkantoor van hun bank in Amsterdam een voorzichtig optimistisch beeld. Han de Jong, hoofd van het economisch bureau van ABN Amro, ziet de wereldeconomie langzaam opkrabbelen. “De koorts is aan het zakken. De patiënten had 41 graden koorts, maar nu nog 39,5. We zijn bezig aan herstelproces”, weet De Jong, die er meteen aan toevoegde dat het herstel ons land nog niet heeft bereikt.

Depri “Nederland staat er conjunctureel heel erg slecht voor. Dat komt door het lage consumentenvertrouwen. De consument is meer depri dan tijdens de hele diepe recessie van 2009 toen economie met 4 procent kromp.” De Jong vindt dat die somberheid niet op zijn plaats. “Ik denk dat we soms overdrijven.” Hij ziet een lichtpuntje voor de BV Nederland: de export. ”Dat is de kurk waar 8

495493.indd 8

onze economie nog een beetje op drijft. Onze uitvoer groeit na dip van 2009 op dit moment mooi door.” Een van de sectoren die daar een behoorlijke bijdrage aan levert is agri-business en dan met name de zuivelsector. Uit de sectorvisies die ABN Amro maakt elk jaar maakt blijkt ook dit jaar weer een optimistische kijk op de zuivelketen. Gelet op de groeiende vraag naar zuivel op de wereld stelt de bank dat de zuivelondernemingen hun verkoopinspanningen moeten opschroeven. ”Aan de innovatieve kwaliteiten worden hoge eisen gesteld. Hieronder valt het inspelen op duurzaamheid, gezondheid en regionale afkomst van producten.”

‘Export is de kurk waar onze economie nog een beetje op drijft’ Pierre Berntsen, directeur Agrarische Bedrijven bij de bank is dan ook positief over de vooruitzichten van de melkmarkt. De situatie van het afgelopen jaar wordt symptomatisch voor de komende jaren denkt hij. Boekjaar 2012 werd namelijk gekenmerkt door hoge opbrengstprijzen van melk en door hoge voerprijzen. Dat zal voorlopig niet

De zuivelindustrie kan haar verkoopinspanningen opschroeven gezien de toenemende vraag, meent ABN Amro.

veranderen, verwacht Berntsen. “Ik denk dat 2012 wat dat betreft een gevoel geeft voor de toekomst. De kostenniveaus zullen de komende jaren hoger liggen in de melkveehouderij.” Dat heeft volgens hem gevolgen voor de bedrijfsvoering van melkveehouders. “Een efficiënte productie wordt steeds belangrijker. Niet alleen in financieel opzicht; ook wat betreft de het gebruik van mineralen.”

Dierrechten Want als in 2015 de melkquota verleden tijd zijn, vormen milieudoelen de nieuwe grenzen van de productieruimte, stelt de bank. In dat verband wijst Berntsen op de waarschuwing van staatssecretaris Dijksma om dierrechten in te voeren in de melkveehouderij als de sector het mestprobleem niet aanpakt. zuivelzicht / 22 mei 2013

21-5-2013 12:12:21


visie

draaiende economie

“Het frappeert mij hoezeer er wordt geïnvesteerd door de melkveehouderij. Iedereen maakt zich op voor een stevige groei van de melkplas, maar als de nood aan de man komt, komen er dierrechten. Het zou goed zijn voor de zuivelsector indien er geen dierrechten komen.” Een nieuwe vorm van verhandelbare rechten na afschaffing van de melkquota zou erg slecht zijn volgens Berntsen, wijzend op de 880 miljoen euro die er jaarlijks gemiddeld in melkproductierechten is geïnvesteerd. Dat is ten koste gegaan van de bedrijfsontwikkeling in de melkveehouderij.” De prestatie van de sectorvisies werd vorige week opgeluisterd door verhalen van agrarisch ondernemers. Een er van was Wiebe Willig, directeur van de Kaasmakerij Henri Willig. Hij vertelde hoe zijn vader vanaf 1974 het melkveebedrijf in Katwoude uitbouwde tot een kaasbedrijf dat zijn product over de hele wereld verkoopt. Slechts tien procent zuivelzicht / 22 mei 2013

495493.indd 9

van het volume blijft op de Nederlandse markt. Anno 2013 verwerkt Willig de melk van vijfig veehouders in fabrieken in Katwoude en Heerenveen tot kaas.

Onderscheiden Wegblijven van gebaande paden, was het advies dat Willig mede namens zijn vader wilde overbrengen aan de aanwezige vertegenwoordigers van de agri-business. “Wat altijd blijft is de noodzaak om je te onderscheiden. Probeer nieuwe markten en nieuwe producten te ontwikkelen. Op ons bedrijf hebben we maandelijks productontwikkelingoverleg, zowel in Katwoude als in Heerenveen. Zo kunnen we het onderscheid blijven maken. Pas er wel voor op dat je niet te veel versnipperd. Een gezonde diversificatie van je product, betekent wel dat je moet zorgen dat je je marketing- en kwaliteitsafdelingen op orde hebt.”

###*R*P

21-5-2013 12:12:33


visie

R e n é va n B u i t e n e n

pleidooi voor meer samenwerking

Den Haag waarschuwt zuivel ondanks lovende woorden Ongekend lovend sprak staatssecretaris Sharon Dijksma onlangs over de zuivelketen. ‘Het paradepaardje van de agrosector.’ Ook Kamerleden en maatschappelijke organisaties zijn over het algemeen dik tevreden over de wijze waarop de verduurzaming zich voltrekt. Maar... tijdens een bijeenkomst vorige maand in Den Haag klonk ook een stevige waarschuwing. De loftuitingen aan het adres van de zuivelsector waren niet van de lucht tijdens het symposium dat de Duurzame Zuivelketen vorige maand hield in Den Haag. Vooral de aanwezige Kamerleden toonden zich onder de indruk van de ambities en de prestaties die de melkveehouderij en de zuivelindustrie aan de dag leggen. Het meest uitgesproken nog was de staatssecretaris van Economische Zaken, Sharon Dijksma. “De melkveehouderij is het paradepaardje van de Nederlandse agrosector. Laat ik dat maar ronduit zeggen.”

Uitaard had Dijksma ook een dikke ‘maar’ voor de zuivelketen in petto. De status van paradepaardje schept namelijk een zekere verantwoordelijkheid, vindt Dijksma. “Er is een toenemende eis van de samenleving. Die wil een gezonde koe. Dat betekent dat de melkveehouderij ook op gebied van duurzaamheid een wereldspeler dient te zijn.” Hoe lovend zij ook is over de melkveehouderij, er ligt wat Dijksma betreft wel een opdracht: op korte termijn moet de sector een concreet plan overleggen voor de mestverwerkingscapaciteit zodat de overheid de mi-

Aan het eind van de bijeenkomst overhandigde Cees ‘t Hart het boek ‘Alles van melk’ aan staatssecretaris Sharon Dijksma. In het boek ­­beschrijven Pim Reinders en Aad Vernooij de rijke geschiedenis van de Nederlandse zuivelindustrie. 10

492871.indd 10

lieudoelen kan realiseren. Dat is met de sector afgesproken. De staatssecretaris benadrukte dat nog maar eens, want de avond daarvoor was Dijksma onaangenaam verrast geweest. De houding die LTO-bestuurders toen tijdens een debat in de Rode Hoed in Amsterdam tentoon spreidden, deed haar vermoeden dat de sector nog geen haast maakt met de plannen.

Afspraak Dijksma vreest met andere woorden dat de veehouderij de afspraak die met haar is gemaakt over de mestproblematiek niet nakomt. “Ik heb u de ruimte gegeven om de mestproblematiek mee op te lossen. De beste manier om dat te doen is door met mestverwerking aan de slag te gaan. Lukt dat niet, dan is het mijn verantwoordelijkheid om met dierrechten te komen.” Werner Buck, voorzitter van de Duurzame Zuivelketen (het initiatief waarmee LTO Nederland en de Nederlandse Zuivel Organisatie de zuivelproductie verder verduurzamen), maakte duidelijk dat de sector de handschoen wel degelijk oppakt. Wij komen spoedig bij u terug”, beloofde Buck. LTO en NZO werken in de Duurzame Zuivelketen samen om ervoor te zorgen dat de melkveehouderij zich binnen de grenzen van het milieu op een maatschappelijk aanvaardbare wijze kan blijven ontwikkelen. Zij willen nog voor de zomer met concrete maatregelen komen die de druk op het mizuivelzicht / 22 mei 2013

21-5-2013 12:10:35


visie

Stijs Akkerman (SNM), Marc Jansen (CBL) en Gemma Willemsen namens

Vlnr: Henk van Gerven (SP), Carla Dik-Faber (CU), Helma Lodders (VVD),

de Dierenbescherming.

Jaco Geurts (CDA) en Sjoera Dikkers (PvdA).

lieu als gevolg van een mogelijke groei van de melkproductie, verlichten. Tijdens het zuivelsymposium, waaraan politici en maatschappelijke organisaties deelnamen, werd het belang benadrukt van samenwerking bij de verduurzaming van de zuivelsector. Gepleit werd voor een pact waarbij overheid, politiek en NGO’s een relevante bijdrage leveren aan een toekomstbestendige melkveehouderij.

Partnerschappen Volgens Willen Ferwerda, tropisch ecoloog en directeur van het Nederlandse kantoor van de International Union for Conservation of Nature (IUCN) zal het voor de Duurzame Zuivelketen nog een hele toer worden om de doelstellingen te halen. “Zoals uit de monitoring van het Landbouw Economisch Instituut blijkt, zullen jullie vooral op het gebied van het opwekken van duurzame energie een tandje bij moeten zetten. Van belang is de juiste partnerschappen te vinden. Uiteindelijk kom je vanuit partnerschappen verder.“ Zorg er wel voor, adviseert Ferwerda, dat de partners het minimaal een kabinetsperiode met elkaar uithouden. “Ook zie ik nog veel potentieel rond het verlengen van de levensduur van de koe. Door beter voor uiers en klauwen te zorgen, gaat een koe langer mee en neemt haar productieve periode toe. Ook hierbij zal je moeten werken aan partnerschappen: dierenartsen, overheid en vernieuwende boeren in de allizuivelzicht / 22 mei 2013

492871.indd 11

antie voor de koe, en zelfs met realistische dierenwelzijnsorganisaties en terreinbeheerders.” De stichting Natuur en Milieu is een van de organisaties die zichzelf als een partner van de Duurzame Zuivelketen beschouwt. “Wij hebben het convenant Weidegang ondertekend van de Duurzame Zuivelketen en wij werken samen met FrieslandCampina en met CONO Kaasmakers”, vertelt Sijs Akkerman van de stichting. “Maar we zijn wel een kritische volger. We letten erop of er ook daadwerkelijk stappen worden gezet. En het kan natuurlijk altijd sneller.”

‘Goed blijven kijken of de melkveebedrijven het aan kunnen’ “Voor ons is dierwelzijn natuurlijk het meest belangrijke onderwerp van gesprek met de zuivelketen”, stelt Gemma Willemsen van de Dierenbescherming. “We snappen echter ook heel goed dat het onderdeel is van een groter geheel. We realiseren ons dat je met kleine stappen ook vooruit kunt gaan.” “De zuivelsector is op de goede weg met afrekenbare doelen”, meent Marc Jansen van

het Centraal Bureau Levensmiddelenhandel. “De sector ziet van te voren zaken aankomen en pakt die op. Het valt alleen niet altijd mee om die zaken te verwaarden in de winkel.”

Inspirerend Net als Dijksma toonden ook de Kamerleden zich positief over de verduurzaming van de zuivelketen. “Het verhaal is inspirerend en innovatief. Ik ben er tevreden over”, zei Sjoera Dikkers van de PvdA. “De zuivel loopt hiermee voorop in Europa“, stelde CDA’er Jaco Geurts. Daar ben ik trots op. Het betekent ook dat de politiek ruimte moet bieden aan de sector.” Hij vond Helma Lodders van de VVD aan zijn zijde. “De verduurzaming van de zuivelketen gaat op dit moment erg hard. We moeten doorgaan op deze weg, maar we moeten wel goed blijven kijken of de melkveebedrijven het aan kunnen. Want er hangt natuurlijk een prijskaartje aan de verduurzaming. De boer moet een inkomen kunnen verdienen.” SP-Kamerlid Henk van Gerven vindt het geschetste beeld van de zuivelketen niet zo fraai. Hij stoort zich bij voorbeeld aan de schaalvergroting waar veehouders naar zijn mening toe worden gedwongen. Hij vreest dat het traditionele gezinbedrijf het onderspit delft als deze voortdurend moet groeien om een redelijk inkomen te kunnen verwerven. 11

21-5-2013 12:10:48


markt

yves de groote

‘Agrofood Strategy Trends’ rapport 2013:

Prijsconcurrentie slaat foodbedrijven niet uit het lood In het rapport met de belangrijkste agrofoodtrends dat het bureau Berenschot dezer dagen publiceert staat prijsconcurrentie op nummer één. Prijsconcurrentie steeg daarmee drie plaatsen, wat aangeeft dat de voedingsmiddelenindustrie, net als de rest van de keten, alle zeilen moet bijzetten voor het overleven van de crisis.

Het rapport dat Berenschot maakte, biedt niet alleen inzicht in de belangrijkste trends als het gaat om agrofood, maar ook in strategische keuzes voor voedingsmiddelenbedrijven. Enerzijds hebben zij te maken met stijgende kosten - met name voor grondstoffen. Anderzijds is er door de aanhoudende recessie een druk op de prijzen vanuit de retail, zo staat te lezen in het tweede Agrofood Strategy Trends rapport. De prijsconcurrentie slaat de bedrijven evenwel niet uit het lood, zo concluderen de onderzoekers: net als in 2012 verwachten de bedrijven dat de omzet blijft groeien. In Nederland maar ook vooral in het buitenland. Daarnaast lopen winst- en omzetverwachtingen redelijk parallel. Volgens de onderzoekers houdt dit in dat ondernemers weinig verrassingen verwachten op het gebied van marktprijs, of dat zij eventuele negatieve prijsontwikkelingen met interne efficiencyverbetering kunnen compenseren.

innovatie Bijna de helft van de bedrijven wil een brede markt bedienen met een onderscheidend product en kiest voor een differentiatiestrategie, maar 39 procent van de foodbedrijven die een differentiatiestrategie volgen, voelt prijsconcurrentie daarbij als belangrijk issue. Bedrijven blijven investeren in onderscheidend vermogen: de nummer twee en drie van de Top drie in strategische trends zijn ‘innovatie & R&D’ en ‘investeren in merk & 12

495782.indd 12

imago’. Productkwaliteit staat voorop. Er is geen eensluidende mening over het belang van innovatie. Hoewel de meerderheid van de respondenten (60%) stelt dat dit belangrijk of zeer belangrijk is, vindt 40 procent dit veel minder belangrijk. Opvallend is volgens de Berenschot-onderzoekers dat 20 procent van de respondenten aangeeft dat innovatie (zeer) onbelangrijk is voor het bedrijf. 38 procent investeert meer dan drie procent van de omzet in innovatie, terwijl 20 procent minder dan één procent van de omzet in innovatie investeert. Voor zeven op de tien respondenten is productinnovatie de belangrijkste vorm van innovatie. Opvallend weinig bedrijven geven aan dat procesinnovatie de belangrijkste vorm van innovatie voor hen is.

Sociale innovatie Boeiend is ook dat 11 procent van de respondenten in de voedingsmiddelenindustrie aangeeft in organisatorische of sociale innovatie te investeren. De andere sectoren in het onderzoek (primaire landbouw, handel, dienstverleners, toeleveranciers) hebben hier nauwelijks oog voor. Organisatorische of sociale innovatie heeft te maken met de manier waarop een onderneming is georganiseerd. Voorbeelden zijn de introductie van zelfsturende teams in de productie, het vernieuwen van een logistiek concept of het combineren van R&D-activiteiten met een ander bedrijf.

De helft van de respondenten in de primaire sector zijn melkveehouders.

Trendcategorieën Het rapport inventariseerde ook de trends in agrofood. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen drie categorieën: 1) Trends waarvan verwacht wordt dat zij de komende twee jaar van grote invloed zullen zijn én waar bedrijven ook in gaan investeren. Dit zijn de hotspots. 2) Ontwikkelingen die voor veel bedrijven van grote invloed zijn, maar waar niet ieder zuivelzicht / 22 mei 2013

21-5-2013 12:13:12


markt

ook zuivel Het Agrofoodonderzoek is uitgevoerd in de periode november 2012 tot en met januari 2013. Het onderzoek telt de resultaten van 300 respondenten, waarbij de zuivelsector (industrie en melkveehouderij) goed was vertegenwoordigd: 50 procent van de respondenten uit de primaire sector waren melkveehouders en 13 procent van de respondenten uit de verwerkende industrie waren zuivelverwerkende bedrijven. Het onderzoek is uitgevoerd door het onderzoeksbureau Berenschot in samenwerking met LTO Noord, ZLTO en VMT.

bedrijf komend jaar in gaat investeren. Zij worden getypeerd als sleeping beauty’s. 3) Trends die voor een kleine groep bedrijven van belang zijn en waarin deze groep ook gaat investeren: de niches. Als voorbeeld wordt genoemd het gebruik van eiwit uit plantaardige grondstoffen. Gezondheid en veiligheid zijn topprioriteit, zo blijkt uit de onderzoeksresultaten. Hotspots voor voedselveiligheid zijn certificering en de toenemende eisen omtrent veiligheid en kwaliteit. Geïnvesteerd zal worden in tracking en tracing in de keten om de transparantie in de voedselketen te verbeteren. Bedrijven in de primaire sector zien dit gelukkig ook als een belangrijk aandachtspunt. Berenschot verwacht dan ook dat de verschillende schakels in de keten elkaar zullen vinden om zo de transparantie tot aan de consument te vergroten. De trend ‘het versterken van verticale en horizontale samenwerking in de keten’, die door de voedingsmiddelenindustrie ook als hotspot wordt gezien, bevestigt dit. Een aandachtspunt hierin is wel de opstelling van ondernemers in de primaire sectoren, die het belang wel inzien, maar er maar weinig in willen investeren.

Natuurlijke ingrediënten Voor de foodindustrie is het gebruik van natuurlijke ingrediënten een voorname trend waarin zij ook bereid zijn te investeren. Dit is natuurlijk positief nieuws voor de primaire sectoren. Een hotspot voor beide sectoren is zuivelzicht / 22 mei 2013

495782.indd 13

Tracking en tracing om transparantie in de voedselketen te verbeteren is een aandachtspunt voor bedrijven.

dan ook het veranderend consumptiepatroon in de Westerse wereld, waarbij er een stijgende vraag is naar gezond en duurzaam voedsel. Vergrijzing en ontgroening vormt een hotspot voor ondernemers in de voedingsindustrie, maar komt in de agrosector alleen als niche naar voren uit het onderzoek.

Voedselzekerheid wordt gezien als een ‘sleeping beauty’ Duurzaamheid Als het gaat om duurzaamheid zien de bedrijven ‘duurzaam inkopen’ en ‘sourcen’ als belangrijkste trend, waarin ze bereid zijn te investeren. Op technologisch vlak geldt dit ook voor ‘automatisering’, ‘informatisering in productie’ en ‘operationele uitmuntendheid’. Nieuwe conserveringstechnologie wordt weliswaar het vaakst genoemd als invloedrijke technologische ontwikkeling, maar slechts 28 procent van deze bedrijven gaat hier komend jaar financiële middelen voor beschikbaar stellen.

consumptiepatroon Het veranderend consumptiepatroon vormt een trend die binnen het cluster consument als meest invloedrijk wordt gezien, maar waar erg weinig bedrijven in gaan investeren, kortom, een sleeping beauty. Allergeenvrij voedsel en functionele voeding zijn eveneens invloedrijke trends waar relatief weinig bedrijven geld aan gaan besteden. Dit komt overeen met de ondernemers en managers in de andere sectoren, met name de primaire landbouw. Andere ‘sleeping beauty’s’ zijn ‘voedselzekerheid’, ‘duurzamere productie’ (in plaats van biologisch voedsel), ‘het terugbrengen van de carbon foodprint’ en ‘meer aandacht voor dierenwelzijn’. Zoals hierboven beschreven valt hier, gezien het belang dat de agrarische sector en de voedingsmiddelenindustrie aan duurzaamheid hechten, wellicht een markt te winnen, merken de onderzoekers van Berenschot op. Volgens hen kan worden geconcludeerd dat er op een aantal onderwerpen een discrepantie zit tussen de hotspots voor de dienstverlenende sector en (een deel van) hun klanten: de agro- en foodbedrijven. Een goed marktonderzoek naar de wensen van de klant zou het dienstenpakket van dienstverleners wellicht kunnen aanscherpen en beter laten aansluiten op de marktvraag. 13

21-5-2013 12:13:21


visie

r e n é va n b u i t e n e n

slotdebat It’s the Food, Stupid!

Grachtengordel ziet boeren worstelen met mestvraagstuk De melkveehouderij stond centraal tijdens een discussieavond over ons voedsel die onlangs in Amsterdam werd gehouden. Dus ging het over koeien in de wei, diergezondheid, dierwelzijn en marges in de keten. Ook dierrechten en de mestproblematiek kwamen aan de orde. Dat leidde tot een stevige woordenwisseling tussen boerenvoormannen en staatssecretaris Dijksma. “Thuis na #foodstupid debat. Werk te doen. Voor resultaat is richting en regie nodig. Veel richting, veel regie alleen niet op de juiste plek”, twittert Erwin Wunnekink, melkveehouder en commissaris bij FrieslandCampina na afloop van een discussieavond over de toekomst van de veehouderij (grondgebonden of industrieel?) in de Rode Hoed in Amsterdam. Wunnekink was aanwezig bij de laatste van een reeks debatten over ons voedsel die het Centrum Landbouw en Milieu onder de titel ‘It’s the Food, Stupid!’ het afgelopen winterseizoen had georganiseerd in de Amsterdamse vergadertempel. Hij drukte zich nog mild uit.

Gênante vertoning Anderen waren harder in hun oordeel over het verloop van de discussie die geleid werd door Felix Rottenberg. “Debat van de gemiste kansen en op het laatst gênante vertoning”, luidde de tweet van melkveehouder Jan Cees Vogelaar. De voormalig LTObestuurder en coöperatiebestuurder doelde met die opmerking vooral op de pikante woordenwisseling aan het eind van het debat, tussen staatssecretaris Sharon Dijksma aan de ene kant en Kees Romijn (voorzitter van de LTO-vakgroep Melkveehouderij) en diens voorganger Siem Jan Schenk aan de andere kant. Het ging over dierrechten. Dijksma wil die invoeren voor de melkveehouderij, tenzij de 14

491405.indd 14

sector op korte termijn concrete plannen kan laten zien voor voldoende mestverwerkingscapaciteit. Schenk en Romijn droegen tijdens de discussie oplossingen aan voor de mestproblematiek. Maar de wijze waarop de boerenvoormannen hun argumenten kracht bijzetten ten gunste van de melkveehouderij, beviel Dijksma helemaal niet. Toen zij te horen kreeg wat ze voor de melkveehouders moest regelen, was voor haar de maat vol. “Ik geef jullie als sector de kans om het mestprobleem op te lossen. Los het dan ook op in plaats van het probleem telkens weer naar mij terug te schuiven.”

“Horen jullie dat? LTO wil een stok achter de deur” De discussie liep op, waarna Romijn schoorvoetend toegaf dat dierrechten misschien wel inderdaad de stok achter de deur zijn, die de melkveehouderij nodig heeft om haar zaakjes te regelen. Voor Dijksma het bewijs dat haar ‘dreigement’ om dierrechten de enig juiste is. “Horen jullie dat? LTO wil een stok achter de deur”, riep zij de zaal toe. De niet-agrarische bezoekers in de Rode

Hoed veerden op. Het debat over de dierrechten was hen boven de pet gegaan. Forfaitaire normen, evenwichtsbemesting, overschotbedrijven; dat zijn termen die de doorsnee Rode-Hoedbezoeker in slaap doet dommelen. De plotselinge twist tussen de boerenbestuurders en Dijksma bracht weer vuur in de discussie. De woordenwisseling maakte buitenstaanders duidelijk dat de veehouderij worstelt met de problematiek. “Boeren zeggen dat ze het mestprobleem zelf oplossen. Maar ze zijn het onderling niet eens wie moet inleveren. Dat schiet niet op”, legde Volkskrantverslaggever Mac van Dinther na afloop de vinger op de zere plek.

Mooi beeld Het debat was geopend met een mooi beeld van de melkveehouderij, geschetst door Piet Boer, voorzitter van FrieslandCampina. De zuivelketen koppelt haar belang voor de Nederlandse economie aan een duurzame melkproductie, meent Boer. Ook na afschaffing van de melkquota in 2015. De productie zal dan maximaal met een procent of twintig toenemen, maar daaruit vloeien geen wereldschokkende veranderingen. Boer ziet de wereldwijde vraag naar Nederlandse zuivel namelijk gestaag groeien, mede dank zij het uitstekende imago van Nederlandse zuivelproducten. Nu en straks staan grondgebonden familiebedrijven daarvan aan de basis. Mooie woorden vond menigeen. Maar Jan zuivelzicht / 22 mei 2013

21-5-2013 11:25:25


visie

Melkveehouder en coöperatievoorzitter Piet Boer schetst het beeld van de melkveehouderij tijdens het debat “It’s the Food, Stupid!” in de Rode Hoed.

Staman, directeur van het Rathenau Instituut wilde meer van Boer. “Hij heeft wensbeelden; maar noemt geen daden. Dan moet je oppassen. Het publiek wil zien dat de veehouderij de problemen daadwerkelijk aanpakt.” Bewijsvoering leverde Boer. “We hebben de dalende trend van weidegang kunnen stoppen. Met financiële prikkels stimuleren we melkveehouders. Daardoor zijn er nu meer bedrijven waar de koeien buiten lopen.” Boer vertelde en passant dat FrieslandCampina vorig jaar 30 miljoen euro spendeerde aan de stimulering van weidegang. Dat leverde de onderneming 9 miljoen euro extra omzet op. Verder wees Boer op de stappen die melkveehouderij samen met de zuivelindustrie heeft gezet in de aanpak van het verantwoordelijk gebruik van diergeneesmiddelen. Dat heeft geleid tot een substantiële afname zuivelzicht / 22 mei 2013

491405.indd 15

van het antibioticagebruik door melkveehouders.

Dubbelfunctie De voorzitter van FrieslandCampina werd door enkele bezoekers aangesproken op zijn dubbele functie. Als bestuurder van een zuivelonderneming moet hij zorgen voor een zo hoog mogelijke winst. Als boerenbestuurder wordt van hem een zo hoog mogelijke melkprijs verlangd. Daar zit volgens Boer echter geen licht tussen. “Dat is het mooie van een coöperatieve onderneming. Dan heb je maar één belang: de hoogst mogelijke melkprijs. Daar doe je alles voor als coöperatiebestuurder. De realiteit is echter dat je te maken heb met de markt. Daar bepalen vraag en aanbod de prijs.” Leveren wat de consument wil en toch rekening moeten houden met de wensen van de maatschappij is geen geringe opgave, meent

Jan Staman. De Rathenau-directeur vindt dat de melkveehouderij er niettemin prima op staat bij het publiek. “De melkveehouderij is de kroonjuweel van de veehouderij. Daar leeft de traditie van zorgen voor je dieren nog.” Hij vindt wel dat melkveehouders meer aandacht moeten besteden aan diergezondheid en dierwelzijn. Die vormen naar zijn mening steeds vaker het sluitstuk in de bedrijfsvoering. Mensen zien het lijden van dieren niet wezenlijk anders dan het lijden van mensen. Daar kunt je niet om heen.” “Plaats die koe op een voetstuk”, luidt dan ook zijn advies. Overigens is het volgens Staman zeer te verdedigen dat melkveehouders hun bedrijven uitbreiden. Kritiek daarop wijst hij resoluut af. “Soms is een boer al bij voorbaat in diskrediet omdat hij rationaliseert en intensiveert. Dat is fout. Want dat hoort erbij. Een ondernemer moet groeien.” 15

21-5-2013 11:25:35


bedrijf

r e n é va n b u i t e n e n

Bettinehoeve en AVH Dairy slaan handen ineen

Goat Milk Powder: nieuw bedrijf zi Ze werkten al jaren samen, maar geitenkaasproducent Bettinehoeve en handelsbedrijf AVH Dairy Trade halen de banden nog nauwer aan. Zij hebben samen een nieuwe onderneming opgericht: Goat Milk Powder. In een nieuw te bouwen fabriek verwerken ze vanaf volgend jaar geitenwei en geitenmelk tot hoogwaardige ingrediënten.

“De geit volgt de koe in de professionalisering van de melkstroom”. Een aantal malen tijdens het gesprek vergelijkt Arnauld van Hees de geitenmelksector met de koemelksector. De directeur en mede-eigenaar van AVH Dairy Trade vindt het belangrijk dat de geitenzuivelsector innoveert. Zoals de koemelksector dat jaren geleden al deed. “De markt vraagt om productvernieuwing”, constateert hij. Om die reden zet AVH Dairy Trade samen met geitenkaasproducent Bettinehoeve een nieuwe onderneming op: Goat Milk Powder. Het is een joint-venture waarin beide bedrijven een gelijkwaardig aandeel hebben. Het nieuwe bedrijf start binnenkort in Etten-Leur met de bouw van een spiksplinternieuwe zuivelfabriek, die een verwerkingscapaciteit krijgt van 5 ton per uur. Daar, op een terrein naast de Bettinehoeve, worden geitenwei en geitenmelk verwerkt tot hoogwaardige ingrediënten voor onder andere de voedingsmiddelenindustrie. April volgend jaar moet de fabriek draaien.

tot waarde brengen Bettinehoeve (Nederlands grootste producent van zachte geitenkaas) levert de wei en de melk aan de nieuwe zuivelonderneming. AVH Dairy Trade (sinds begin dit jaar voor 70 procent eigendom van het Zwitserse zuivelconcern Emmi) neemt de producten af. Jarenlang ging de wei van het in 1982 opgerichte kaasbedrijf van de familie Ewijk naar 16

494338.indd 16

de veevoerindustrie, zoals dat vroeger ook in de koemelksector gebeurde. Maar zoals de verwerkers van koemelk wei op juiste waarde hebben weten te schatten, zo zien nu ook de verwerkers van geitenmelk mogelijkheden om wei tot meer waarde te brengen. Goat Milk Powder zal op basis van de wei en de melk die Bettinehoeve levert een brede range van producten maken: weiproteïneconcentraten met 65 tot 80 procent eiwit (WPC’s 65-80), volle melkpoeder en mager melkpoeder. Ook produceert de fabriek straks ‘blends’ waarvan poeder de basis is maar waar lactose en ontzoute wei aan is toegevoegd. Deze blends vormen het basispoeder voor meerdere toepassingen.

oplossing Dat AVH Dairy Trade en Bettinehoeve elkaar hebben gevonden in de nieuwe onderneming Goat Milk Powder, is niet vreemd. Beide bedrijven werken immers al jaren samen. Het handelsbedrijf brengt producten van de Brabantse kaasproducent op de internationale markt, buiten de Europese grenzen. Er is nog iets dat hen bindt: beide bedrijven stuitten de laatste jaren ieder op een probleem. De joint-venture blijkt voor beiden de oplossing, leggen Van Hees en Sybren Ewijk, commercieel directeur van Bettinehoeve, uit. “Wij zien sinds een jaar of vijf veel vraag in de markt naar geitenwei”, vertelt Van Hees. “We zijn druk bezig geweest aan om die

Sybren Ewijk (Bettinehoeve) en Arnauld van Hees (rechts) van AVH Dairy Trade bezegelen hun samenwerking in Goat Milk Powder.

vraag te kunnen voldoen. We laten nu in loonproductie op diverse locaties waaronder de Verenigde Staten en Zuid-Europa WPC80 produceren, maar lopen aan tegen de beperkte beschikbaarheid van kwaliteit vloeibare geitenwei.” zuivelzicht / 22 mei 2013

21-5-2013 12:11:22


bedrijf

jf ziet toekomst in geitenwei eigen quoteringssysteem in, waardoor er tekorten zijn ontstaan. Bettinehoeve zag inmiddels de opbrengstprijzen voor zachte kazen stijgen; de melkprijs voor de veehouders herstelt zich. “Dit heeft ons doen inzien dat we te afhankelijk zijn geworden van de Franse markt”, zegt Sybren Ewijk over de prijsfluctuaties. “Daarom zijn we op zoek gegaan naar een tweede pijler onder ons bedrijf.” Bettinehoeve heeft eind 2012 geïnvesteerd in een UltraFiltratie-systeem om de geitenwei die bij de productie van de zachte kazen ontstaat, te kunnen verwaarden. Die investering maakte Bettinehoeve een nog aantrekkelijkere partner voor AVH Dairy Trade. “Daarmee is voor ons de mogelijkheid ontstaan om op duurzame en constructieve wijze, aan voldoende hoeveelheid vloeibare geitenwei ten behoeve van WPC van goede kwaliteit te komen”, stelt Van Hees. De afgelopen maanden hebben beide bedrijven hun plannen uitgewerkt en is Goat Milk Powder geformeerd.

afzet spreiden

Bettinehoeve had ook zo zijn problemen. Het bedrijf heeft een goede positie op de Nederlandse markt en exporteert ook naar andere landen in Europa. Daarmee concurreert het familiebedrijf met de Franse producenten van zachte kazen. Zolang de opbrengstprijzen in de pas lopen met de melkprijzen die de Bettinehoeve aan haar geitenhouders moet betalen, is er niets aan de hand. Maar sinds enkele jaren lopen kostzuivelzicht / 22 mei 2013

494338.indd 17

prijs en opbrengstprijs niet meer synchroon. Een overschot op de Franse markt zorgde voor een prijsdaling van zachte kazen in Europa en wrongel op de wereldmarkt. Juist op dat moment liepen de melkprijzen in Nederland op. Het kostte Bettinehoeve daarom moeite om het oplopende niveau van de geitenmelkprijzen bij te benen. Inmiddels is het tij gekeerd. Want de Franse producenten van zachte kazen voerden een

Anders dan andere zuivelondernemingen die momenteel investeren in de poederproductie, zal de nieuwe onderneming zich niet richten op uitsluitend de babyvoedingsector. “Er zijn bijzondere kansen in sectoren als sportvoeding, toepassingen op gezondheidsgebied, applicaties in (semi) farma. Daarnaast is op korte termijn de afzet van basispoeder aan de babyvoedingsindustrie evident”, vertelt Van Hees. “Wat er nu gebeurt in de babyvoedingsmarkt, waar de vraag vanuit China zorgt op diverse markten voor onrust zorgt, is niet wenselijk. Daar kan je je als producent nu op gaan focussen, maar de vraag is of dat structureel van aard zal zijn. Er hoeft maar iets te gebeuren en de afzet valt weg. Wij kiezen ervoor om onze afzet te spreiden. Dan creëer je rust in de markt.” Hoewel de eerste paal van de fabriek nog de grond in moet, meldt Van Hees dat de nieuwe onderneming al wel afspraken heeft kunnen maken met afnemers. “Op dit moment 17

21-5-2013 12:11:31


bedrijf

hebben we afspraken met afnemers voor ongeveer twee derde van onze beoogde productie. Dat zegt iets over de vraag naar ingrediënten op basis van geitenmelk.” Daarbij hebben de initiatiefnemers volop kunnen profiteren van de know-how van het Zwitserse moederbedrijf, waartoe AVH sinds januari van dit jaar behoort. “Emmi heeft van begin af aan de meerwaarde ingezien van dit project”, vertelt Van Hees. “Ook zij zien de vraag naar ingrediënten op basis van geitenwei en geitenmelkpoeder.”

Meer melk De steun van een groot degelijk Zwitsers concern als Emmi is een belangrijk signaal aan de geitenhouderij, meent Ewijk. Want hoewel beide initiatiefnemers geen concrete uitspraken willen doen over de groeimogelijkheden van Goat Milk Powder maakt Ewijk duidelijk dat Bettinehoeve meer melk kan gebruiken om de afnemers straks van de nieuwe producten te voorzien. Daarnaast staat Goat Milk Powder ervoor open om in gesprek te raken met andere kaasproducenten voor verwerking van hun weistromen. Bettinehoeve verwerkt nu jaarlijks 30 miljoen kilogram melk afkomstig van circa vijftig geitenhouders. Hoeveel melk hij straks denkt te kunnen verwerken, vertelt Ewijk niet. Hij past er voor overtrokken verwachtingen te wekken bij veehouders. “Rust in de mark is wat we nodig hebben”, beaamt ook Van Hees. “We hebben er niets aan als er onrust in de markt ontstaat. Daar is niemand bij gebaat. De veehouder niet, Goat Milk Powder als poederproducent niet en met name niet de producent van de bij-

Goat Milk Powder ziet volop groeimogelijkheden voor de geitenmelksector in Nederland.

zondere ‘up market’ eindproducten waarin de geitenmelk wordt verwerkt. Rust betekent dat alle drie schakels een gezonde bedrijfsvoering zonder excessen kunnen voeren met een redelijke groei van om- en afzet”. Om dezelfde reden doen Ewijk en Van Hees geen concrete melkprijsbeloftes. Wat heeft de geitenmelkverwerker de potentiële leveranciers dan te bieden? Ewijk: “Een stabiele afnemer van hun melk, die straks niet op één maar op twee pijlers rust. Een bedrijf dat uitgaat van zijn eigen kracht en dat innoveert. Op de korte termijn zorgt de tweede

pijler voor een extra impuls aan de melkprijs van de Bettinehoeve. Echter, net als AVH Dairy Trade en Emmi, richten wij ons ook vooral op de lange termijn. Wij zijn per slot van rekening een familiebedrijf.” Van Hees: “Goat Milk Powder zorgt straks voor een tweede productstroom bij Bettinehoeve. Dat bezorgt de onderneming meer stabiliteit en dat is goed voor de melkprijs. Tevens is Bettinehoeve hiermee uniek, omdat zij minder afhankelijk is van de prijsontwikkelingen van of kaas of poeder. Ook dát creëert rust.”

Advertentie’s

• In en verkoop zuivelapparatuur • RVS tanks • Ontwerp en realisatie van zuivellijnen

v.d. Heuvel Zuivelmachines B.V. info@heuvelzuivelmachines.nl www.heuvelzuivelmachines.nl Tel. 0184-642208 18

494338.indd 18

zuivelzicht / 22 mei 2013

21-5-2013 12:11:44


SE

RV

ICES

wa r eh

ic

ou

g packa ing & lo gi

st

si

, ng

CHEE

SE

De juiste partner voor U! Voor meer kwaliteit in opslag, verpakking en distributie van kaas Van der Heiden Cheese Services Landjuweel 15 3905 PE Veenendaal Telefoon +31 (0)318 56 26 50 E-mail info@vanderheidencheeseservices.nl Internet www.vanderheidencheeseservices.nl

495951.indd 19

21-5-2013 9:50:36


bedrijf

EM

ierse exportcoöperatie rekent op 50% meer melk in 2020

IDB zet succesvolle groeistrategie voort De Ierse exportcoöperatie IDB wist de afzet van merkproducten in 2012 met zeven procent te verhogen. Vooral Kerrygold was succesvol. Onder het merk wordt in meer dan 50 landen in Ierland geproduceerde zuivel verkocht, ter waarde van 0,5 miljard euro. Tweederde werd behaald op de drie kernmarkten Duitsland, de VS en Groot-Brittannië. Sinds 2010 voert IDB een expansiestrategie ter voorbereiding op de verwachte toename van de Ierse melkproductie na de quotering. Verwacht wordt een stijging van 50 procent tegen het jaar 2020, ook in het kader van het overheidsprogramma ‘Food Harvest 2020’, waarin een toename van de Ierse melkproductie met 8,25 miljoen ton wordt beoogd. IDB richt zich daarbij vooral op meer internationale distributie, meer marketinginvesteringen en meer productinnovatie. Al vele jaren heeft IDB dochterondernemingen in Duitsland, Groot-Brittannië en de VS. In de regel fungeren de bedrijven als bruggenhoofd voor de afzet van Ierse Kerrygold producten. Om veelbelovende markten in Azië, Amerika, Noord-Afrika en het Nabije Oosten te kunnen bedienen heeft IDB de afgelopen drie jaar meerdere nieuwe vestigingen geopend.

ment in de hoop op een langdurig verkoopsucces. China is aldus IDB goed voor een verkoopwaarde van 6,2 miljard euro langhoudbare consumptiemelk per jaar. Om de verkoop van Ierse Kerrygoldproducten in de grote Chinese steden te bevorderen werd een overeenkomst gesloten met de handelsonderneming Algrow Trading Company in Peking. De in China gestationneerde IDB-medewerkers hebben de opdracht stabiele relaties op te bouwen met de managers van Chinese supermarkten. Ter ondersteuning investeert IDB “veel geld” in acties in de Chinese supermarkten. Het gaat ook om Ierse boter en kaas onder het Kerrygoldmerk, in de grootstedelijke regio’s Shanghai, Peking, Shenzhen, Guangzhou, Chengdu en Hangzhou. In deze agglomeraties leven meer dan 150 miljoen consumenten.

Algerije China In 2010 werd een eigen verkoopbureau geopend in Peking voor de verkoop van Ierse melk- en weipoeder en langhoudbare consumptiemelk op de sterk groeiende Chinese markt. Al sinds 2006 verkoopt IDB Kerrygoldproducten in China. Vorig jaar april maakte de afzetcoöperatie deel uit van de handelsdelegatie van de Ierse landbouwminister Simon Coveney in China. Sindsdien kan IDB de langhoudbare consumptiemelk onder Kerrygoldmerk invoeren. De melk, geproduceerd door Lakeland Dairies, werd aangepast aan de smaak van de Chinese consu20

494500.indd 20

Twee jaar geleden opende IDB een nieuw verpakkingsbedrijf in Algerije in Oran met een verwerkingscapaciteit van 4000 ton. Het aangesloten distributiebedrijf verkoopt de Kerrygoldproducten die hier worden verpakt in Algerije en andere Noord-Afrikaanse landen. IDB verbetert daarmee haar afzetpositie in poederproducten en kaas onder het Kerrygoldmerk op deze groeimarkten, met 200 miljoen inwoners. Algerije is al enige jaren de tweede bestemming voor de IDB kaas – na de Britse eilanden. Om de export verder aan te zwengelen wil IDB binnen het jaar een bedrijf overne-

men in Egypte en in Saoedi-Arabië, zo kondigde bedrijfsleider Lane kort geleden aan. Vorig jaar stelde IDB al 15 nieuwe verkopers aan in Afrika, Nabije Oosten, Rusland en China.

Investeringen IDB investeerde in het afgelopen jaar 26 miljoen euro in de financiering van exportmarketingactiviteiten voor het Kerrygoldassortiment. Dat was 30 procent of 6 miljoen euro meer dan in het jaar ervoor. Het concentreert zich daarbij op Duitsland, Groot-Brittannië en de VS. IDB lanceerde meer dan 50 nieuwe productvarianten op de internationale markten. Voorbeelden zijn de light-versie van de cheddar Dubliner in de VS en het vloeibare Kerrygold braadmengvet dat uit boter en raapzaadolie gemaakt wordt. Dit jaar lanceert IDB in juli een nieuwe botervariant en aan het eind van het jaar twee nieuwe kaasproducten, zo maakte bedrijfsleider Lane vorige maand bekend. Het nieuwe innovatiecentrum in Moorepark (Cork) dat twee jaar geleden werd geopend, ondersteunt IDB daarbij. In het centrum wordt samengewerkt met het onderzoeks- en adviesbureau Teagasc van de Ierse overheid. Medewerkers van IDB en Teagasc concentreren zich bij de ontwikkeling van nieuwe zuivelproducten vooral op kaas en ingrediënten van melk.

Duitsland Bijna de helft van de Kerrygold-omzet werd in het afgelopen jaar behaald op de Duitse zuivelzicht / 22 mei 2013

21-5-2013 12:19:09


bedrijf

markt. Dochteronderneming IDB Duitsland, gevestigd in Neukirchen-Vluyn (NoordrijnWestfalen) produceerde vorig jaar 41.500 ton boter en mengvetten onder het premiummerk. Met een recordomzetaandeel van 15,3 procent was het merk onbetwist marktleider, ondanks dat de winkelprijs in het bovenste segment is gepositioneerd. Discounters zoals Netto bieden Kerrygoldboter aan tegen 1,69 euro per 250 gram. Het Ierse merk is daarmee 13 procent of 20 cent duurder dan biologische boter. Volgens GfK werd het merk in 2012 door 11,5 miljoen Duitse huishoudens gekocht. Daarvan kocht meer dan de helft (59%) regelmatig. Het onafhankelijke bureau ICON, dat in augustus de bekendheid van het merk onderzocht, mat een extreem hoge merkbekendheid van 95 procent. IDB Duitsland wil de afzet dit jaar verder opvoeren via intensieve marketingactiviteiten: een reclamecampagne op televisie moet 1,2 miljard verbruikerscontacten leggen; een pr-campagne van een jaar 300 miljoen, en er komen ook online wervingsacties en winkelacties.

Voordelen Kerry-boter toe te schrijven aan weidemelk Bij de pr-acties wijst IDB op een in 2012 uitgevoerde studie van de Universiteit van Gießen. Daarin onderzochten wetenschappers o.l.v. prof. Klaus Eder bepaalde chemische en voedingsfysiologische eigenschappen van de tien meest verkochte botermerken in Duitsland. Kerrygold springt er daarbij uit met het hoogste aandeel meervoudig onverzadigde vetzuren, beta-caroteen, vitamine A en E en omega-3-vetzuren. Deze voordelen zijn volgens IDB toe te schrijven aan de verwerking van weidemelk. De verkoop van het mengvet Kerrygold Extra, gemaakt van boter en raapzaadolie, ontwikkelde zich zeer goed het afgelopen jaar. Het product, gelanceerd in 2009, is direct uit de koelkast smeerbaar en bevat minder verzadigde vetzuren dan boter. De verkoop in de detailhandel exclusief Aldi tot week 45 steeg met 30 procent in vergelijking met dezelfde periode 2011. Volgens AC zuivelzicht / 22 mei 2013

494500.indd 21

Omzet- en winstontwikkeling In 2012 had de IDB een omzet van meer dan 2 miljard euro (+2,4%). Naast uitbreiding van de merkomzet droegen met name de acquisities van het Amerikaanse Thiel Cheese (2011) en The Cheese Warehouse (2012) bij aan dit succes. De verkoop van het Belgische verpakkingsbedrijf IDB Belgium (Yoko, in 2012) betekende een daling van 70 miljoen. Een eenmalige afschrijving belastte het resultaat met 7,2 miljoen euro. In 2011 zat een winst van 8 miljoen in de boeken met de verkoop van het Belgische Nikita (salade) door IDB Benelux. Deze eenmalige effecten zijn de belangrijkste redenen voor de daling van de nettowinst in 2012 met 60 procent of 7,4 miljoen euro. Eind 2012 had het concern een netto-vermogen van 405 miljoen euro en bood het wereldwijd werk aan 3100 mensen. De divisie Consumentenproducten (39% omzetaandeel) met omzet van 0,8 miljard stijgt vooral in Duitsland, VK en VS. De divisie Dairy & Trading Ingredients (0,6 miljard) behaalde een flinke plus door de overnames en verhoging van de exportverkoopwaarde van kaasingrediënten. Ook de Britse dochters Adams Ingredients en Meadow Cheese Co. droegen bij. De divisie Specialty Foods (0,6 miljard) met een landelijk netwerk voor koelverse producten in de VS, had daarentegen te maken met teruglopende verkopen.

Nielsen is het merk daarmee sterk: de totale mengvettenverkoop groeide 17 procent, die van Kærgården van marktleider Arla Foods met 20 procent. IDB gebruikt de Duitse dochter ook als bruggenhoofd voor de afzet van Ierse boter in Midden-Europese markten. In november sloot de exportcoöperatie een leververdrag voor boter in Polen, Tsjechië, Hongarije en Slowakije. Naar schatting zet IDB meer dan 5000 ton Ierse boter met een verkoopwaarde van 20 miljoen euro af in deze landen. IDB Duitsland verpakt de blokken Ierse boter in consumentenverpakkingen. Afnemer is het Britse Tesco, dat het in zijn Oost-Europese supermarkten onder eigen merk verkoopt. Volgens IDB-directeur Kevin Lane is de exportbestelling van Tesco de sleutel voor succes in de ontsluiting van de OostEuropese markten.

Lees meer over Irish Dairy Board in het Verening Koninkrijk op:

www.zuivelzicht.nl

21

21-5-2013 12:19:15


markt

r e n é va n b u i t e n e n

‘veel eiwit, weinig vet’

Zuiveltechnologen verklaren Amerikaanse yoghurt-hype Yoghurt is aan een opmars bezig. Het zuivelproduct is met name buiten Europa de laatste jaren populair aan het worden. Een mooie gelegenheid voor het Genootschap Melkkunde om stil te staan bij de technologische achtergronden. Want vooral de Amerikanen willen wel de romige smaak van yoghurt, maar niet het vet. Dat is een uitdaging voor fabrikanten.

Yoghurt is trendy in de Verenigde Staten. Niet minder dan 7,3 miljard dollar gaven de Amerikanen vorig jaar uit aan yoghurtproducten. Vooral in New York is yoghurt hot. De ene na de andere fabriek wordt er uit de grond gestampt. In drie jaar tijd is de productie er verdubbeld tot 314 miljoen liter. Bedrijven als Danone en marktleider Chobani openen zelfs speciale yoghurtshops in Manhattan. Yoghurt is dus een fenomeen in de VS. Daar konden de sprekers op het yoghurtsymposium dat het Genootschap Melkkunde vorige maand hield, niet om heen. Tijdens het traditionele voorjaarssymposium werd uitgebreid

stilgestaan bij de opmars die het product momenteel doormaakt in de VS. De meeste sprekers hebben een duidelijke verklaring voor het succes van yoghurt. “Amerikanen willen veel eiwit en weinig vet. Ze willen wel de romige smaak, maar niet het vet. Dan kom je al snel uit op geconcentreerde yoghurt”, zegt Lars Ebbe Nielsen van Tetra Pak, leverancier van onder meer installaties om yoghurt te produceren. Geconcentreerde yoghurt is de dikste variant. Stand-, roer-, drinkyoghurt en ook frozen yoghurt (op ijsroom gebaseerde yoghurt) zijn minder vast. De grote vlucht die yoghurt de laatste paar

vele landen, vele yoghurtbenamingen Laban, viili, cultured cream, dahi, hangop, ayran, lassi, kumiss, kefit, raibi, buttermilk, filmjölk, skyr, labneh, ryazhenka, varenets. Het zijn alle benamingen voor wat wij yoghurt noemen. Yoghurt kom je in vele landen in diverse varianten tegen. Het is dan ook een wereldproduct, stellen de sprekers die optraden tijdens het voorjaarsymposium van het genootschap. Grofweg zijn er twee typen te onderscheiden. Yoghurt waarbij de natuurlijke melksuikers door themofiele melkzuurbacteriën zijn afgebroken en yoghurt waarbij mesofiele melkzuurbacteriën in het spel zijn. De eerste soort zijn de Balkan-types, waaronder de Griekse yoghurt en de Bulgaarse yopghurt (die doorgaans wat minder vast is van de Griekse variant). De tweede soort heeft volgens kenners een wezenlijk andere smaak. Deze type yoghurts zijn vooral op de Scandinavische markt aanwezig.

22

492412.indd 22

jaar in Amerika heeft genomen is deels te danken aan de groeiende behoefte van de Amerikaan aan low carb food. Koolhydraten worden steeds meer beschouwd als de dikmakers. Yoghurtproducten (waarbij de natuurlijke melksuikers door melkzuurbacteriën worden afgebroken door melkzuurbacteriën) doen het daarom goed. Vooral de varianten met weinig vet en toch een romige smaak. Die zijn niet eenvoudig te maken, weet Nielsen. De traditionele receptuur van Griekse yoghurt, die thermofiele melkzuurbacteriën de lactose laat afbreken, volstaat namelijk niet. Er is meer nodig om de yoghurt te maken die tegemoet komt aan de wensen van de Amerikaanse consument.

Niet naturel “Hebben jullie wel eens goed gekeken naar de verpakking van Amerikaanse Griekse yoghurt?” vraagt Marja Kanning (werkzaam bij NIZO food research) aan de bezoekers van het symposium. “Ze zijn bijna niet in naturel te verkrijgen.” Daar zit dus de oplossing. Wat de Amerikaanse yoghurtproducenten volgens Kanning tegenwoordig doen is stabilisatoren toevoegen. “Dan krijg je een dik product dat ook mooi van je lepel afglijdt. Want dat is de uitdaging. We willen allemaal een heerlijk product, dat er mooi dik uit ziet, maar er mogen geen puntjes achterblijven op de lepel.” zuivelzicht / 22 mei 2013

21-5-2013 10:04:46


markt

om hun marktaandeel te behouden.” De Witte spreekt over een gevecht op de vierkante centimeter. De strijd om schapruimte leidt tot een grote productvariatie. Met als gevolg een sterke groei van het aantal introducties in het yoghurtsegment. In 2010 trad er een dip op in de toename van het aantal nieuwe yoghurtproducten. Dat had volgens De Witte alles te maken met de Efsa. “Onzekerheid over of de Europese voedsel- en warenautoriteit de claims wel of niet zou toestaan heeft er voor gezorgd dat fabrikanten een pas op de plaats maakten. Nu is er meer duidelijkheid over wat je moet doen om een dossier goedgekeurd te krijgen. Het vertrouwen onder fabrikanten is terug.”

Vitamineclaim

Er werd ook genoten van yoghurt tijdens het symposium van het Genootschap Melkkunde.

“Als je yoghurt maakt krijg je heel vaak een dik en ruw product. Geen gladde yoghurt. Daarom worden er tijdens het productieproces stabilisatoren aan toegevoegd.” Het dus een heuse uitdaging om yoghurt te maken voor de Amerikaanse consument, maar met zetmeel, extra eiwitten, waterbinders of eventueel met gelatine kom je volgens Kanning een heel eind.

Nederland koploper In de Verenigde Staten mag yoghurt dan momenteel booming business zijn, de grootste yoghurtgebruikers kom je tegen in zuivelzicht / 22 mei 2013

492412.indd 23

Europa; Nederland is koploper. “Nederlanders zijn de grootste consumenten van yoghurt in de wereld”, stelt Jacqueline de Witte van DSM Food Specialties. In 2011 spendeerde de Nederlander omgerekend 154 dollar aan yoghurt en loopt hij daarmee ver voor op de Slovenen, die voor 90 dollar aan yoghurt opaten en de Zwitsers, die per hoofd van de bevolking 87 dollar aan yoghurtproducten kochten. Maar de Europese yoghurtmarkt groeit nauwelijks meer, uitzonderingen als Turkije en het Verenigd Koninkrijk daargelaten. “Fabrikanten moeten dus veel moeite doen

De eerste drie maanden van dit jaar zijn er volgens De Witte opmerkeljk veel nieuwe producten met een vitamineclaim gelanceerd. Mogelijk is er sprake van een nieuwe trend. Voor haar staat in elk geval vast dat ‘puur’ het nieuwe ‘natuurlijk’ is geworden. ”De claim natuurlijk is algemeen geaccepteerd door de consument. Dat is een standaard geworden, zoals ook de toevoeging ‘groen’ standaard is. Dat zijn geen aspecten meer waar consumenten als eerste op letten. Ze kijken tegenwoordig vooral of een product puur is.” Ook De Witte merkt op dat de Europese yoghurtconsument strijdige wensen heeft. “Ook wij hier willen een laagvette yoghurt met een volvette smaak. Dat is een uitdaging voor producenten, maar het biedt ook kansen op productdifferentiatie.” Zij wijst op een product als PureBeauty, een yoghurt die vrouwen een zachtere huid zou bezorgen. Bij FrieslandCampina is productdifferentiatie een wezenlijk onderdeel geworden van de strategie, vertelt Mara van Haandel. De onderneming zag de afzet van Campinayoghurtproducten tot 2008 gestaag afnemen door de opmars van private labels. “De omslag kwam nadat we meer aandacht schonken aan productontwikkeling.” Smaak, mondgevoel en houdbaarheid van de yoghurtproducten staan meer dan ooit centraal bij de productontwikkeling. “We kozen voor een meer integraal technische benadering bij de productontwikkeling. Daardoor kunnen we yoghurt op de markt brengen die romiger, zachter en minder zuur is geworden.” 23

21-5-2013 10:04:56


markt

r e n é va n b u i t e n e n

analyse van Hogeschool Amsterdam

Hongaarse markt biedt kansen Het gaat niet best met

sommige retailers exclusieve contracten afsluiten met leveranciers van zuivelproducten.” In de melkverwerking zijn er andere partijen die de dienst uit maken. Daar zijn het voornamelijk Hongaarse ondernemingen die domineren. De top vijf grootste melkverwerkers zijn Alföldi Tej, Sole-Mizo, Tolnatej, Köröstej en FrieslandCampina. Zij verwerken samen tachtig procent van de melkplas van 1,6 miljard liter. De melk is afkomstig van 3.100 melkveebedrijven, die gemiddeld ruim 80 koeien hebben.

‘s lands economie, maar toch biedt de zuivelmarkt van Hongarije perspectief voor het Nederlandse bedrijfsleven, concludeert de Hogeschool van Amsterdam na analyse van de lokale

Samenwerking zoeken

markt. Op verzoek van de Nederlandse ambassade in Boedapest hebben studenten van de Hogeschool van Amsterdam een analyse gemaakt van de Hongaarse zuivelmarkt. Met de bedoeling inzicht te krijgen in de mogelijkheden om handel te drijven met Hongaarse zuivelsector. Dat is niet zonder reden. De op twee uur vliegen gelegen jonge EU-lidstaat verkeert in economisch opzicht in zwaar weer. Geen enkel land in Centraal-Europa is zo hard getroffen door de crisis. Vorig jaar kromp de economie er met 1,5 procent en ook dit jaar zal de Hongaarse economie krimpen. Maar de landbouweconomie in het land groeit wel (de agrarische productiewaarde nam in 2011 met 29 procent toe). En de perspectieven voor de zuivelsector zijn uitermate goed.

Verpakkingsafdeling bij Alföldi Tej, de grootste melkverwerker van Hongarije.

tenlandse partijen”, luidt de conclusie. De Hongaarse zuivelbranche is nog redelijk gefragmenteerd. De drie grootste spelers hebben bij elkaar 41,7 procent marktaandeel.

“Een joint-venture met een grote speler is een must”

Gefragmenteerd Voor 2015 wordt de waarde van de Hongaarse zuivelmarkt geschat op 1,4 miljard euro. Ten opzichte van 2010 zou dat een stijging van ruim 20 procent betekenen. In de onlangs verschenen analyse van de Hogeschool van Amsterdam wordt de Hongaarse zuivelmarkt dan ook als “interessant” beoordeeld. “Het is een markt die groeit en die mogelijkheden biedt voor bui24

495713.indd 24

Aanvoerder van de markt is Danone, met een aandeel van 19,3 procent. Daarna volgen Parmalat met een marktaandeel van 11,4 procent en de lokale speler Sole-Mizo, dat 11 procent van de markt in handen heeft. De fragmentatie toont volgens de onderzoekers aan de concurrentie tussen de aanbieders moordend is. “Overstapkosten zijn niet echt hoog, hoewel

Bedrijven die geld willen steken in de Hongaarse zuivelsector krijgen het advies niet op eigen houtje te opereren. “Wil je vanuit Nederland uitbreiden op de Hongaarse zuivelmarkt, dan adviseren wij om de samenwerking op te zoeken met de aanwezige zuivelboeren. Dit zou kunnen in de vorm van een vergaande intensieve samenwerking, een strategische alliantie of een fusie of overname.” Op die manier is in relatief korte tijd veel kennis te vergaren van de nieuwe markt en van de behoeftes van potentiële klanten, is de gedachte. “De zuivelmarkt is gemakkelijk te penetreren voor kleine spelers, maar om de massa te kunnen bereiken moet je een grote speler zijn in de bedrijfskolom. Daarbij is een jointventure met een grote speler een must, als je succesvol op de markt willen toetreden.” Ook wordt aanbevolen om niet direct nieuwe producten in de markt te zetten. Ontwikkeling van de markt door producten te introduceren die elders hun succes al hebben bewezen, biedt meer kans op succes. “Het premiumsegment zou verder ontwikkeld kunnen worden door bijvoorbeeld bestaande buitenlandse (Nederlandse) kazen in Hongarije te introduceren. In kaas zit groei in Hongarije en het is ook meteen een product waarop een bedrijf zich kan onderscheiden op historie en geschiedenis. Hongaren hebben zelf een sterke historische cultuur die daardoor aan te spreken is.” zuivelzicht / 22 mei 2013

21-5-2013 10:08:43


markt

t e k s t r e n é va n b u i t e n e n F o t o T h o m a s Fa s t i n g / V e r s m a r k e t e e r va n h e t J a a r

verkiezing versmarketeer van het jaar

Zuivelmarketeers genomineerd De zuivelindustrie is dit jaar goed vertegenwoordigd in de verkiezing ‘Versmarketeer van het Jaar’. Frenkel Denie en Rob Kusters maken volgende week kans op de titel. Frenkel Denie en Rob Kusters zijn twee van de negen marketeers uit de voedingsector die een gooi doen naar de titel Versmarketeer van het jaar 2013. De uitverkiezing heeft volgende week dinsdag 28 mei plaats tijdens het Versevent in Ede. Tijdens het evenement, dat de titel ‘Versmarketeer van de toekomst: de VersBlijvers!’ heeft meegekregen, zal onder meer wordt aandacht geschonken aan het restaurant van de toekomst. Ook zal een nieuwe wijze van consumentenonderzoek worden toegelicht.

‘Je moet altijd teruggaan naar de kern’ De toekomst is het omgekeerde verleden, is de visie van Frenkel Denie, marketing directeur bij Friesland Campina. “Je moet altijd teruggaan naar de kern, naar wie je bent. En dan kijken welke schappen moeten worden afgestoft en opgepoetst”, zegt hij in het blad Versmarketeer dat de organisatie voor deze gelegenheid heeft gemaakt in samenwerking met MarketingTribune. Denie werkte jarenlang voor Procter & Gamble en Bavaria voordat hij anderhalf jaar geleden bij de zuivelcoöperatie binnenstapte. De meeste marketeers willen bij hun entree zuivelzicht / 22 mei 2013

494930.indd 25

Frenkel Denie, marketingdirecteur branded

Rob Kusters, national account manager bij Den

Netherlands bij FrieslandCampina.

Eelder Zuivel Ambachtelijke Zuivel.

alles omgooien, is zijn ervaring. “Ik ben eerst het DNA van het bedrijf gaan onderzoeken.” Dus liep hij mee met veehouders, RMO-chauffeurs en operators in de fabriek. Toen pas ging hij aan de slag. Denie vindt dat zuivel in Nederland weer de plek moet krijgen die het verdient. Daarom zette de afgelopen tijd enkele campagnes op die spraakmakend werden. Zoals de commercial ‘The Story of Milk’ en ‘Campina Dichtbij’, een actie waarbij duizenden veehouders en medewerkers van FrieslandCampina op één dag 300.000 huishoudens bezochten. Die actie trok veel media-aandacht. Niet alleen van het NOS Journaal, maar ook van Amerikaanse media zoals The New York Times en The Wall Street Journal. Denie constateert dat de kennis over de voedingswaarde van melk is weggezakt. Net als de Schijf van Vijf. “Dat komt ook omdat frisdranken hun marketing beter hebben aangepakt. Ouders geven kinderen eerder frisdrank dan melk.”

Zuivel Ambachtelijke Zuivel, een bedrijf dat de melk van de eigen koeien verwerkt tot dagverse zuivelproducten. “Ons doel is een breed publiek kennis te laten maken met de zuivelsmaak van weleer”, legt Kusters uit in het magazine van het Versevent.

“Authentiek” is het sleutelwoord van Rob Kusters, de andere genomineerde uit de zuivelindustrie. Hij is marketeer bij Den Eelder

‘Het gaat vaak om de herbeleving’ “Het gaat vaak om de herbeleving. We horen regelmatig van consumenten dat onze karnemelk smaakt naar die van vroeger. Dat komt omdat wij de karnemelk nog echt karnen. We slaan de vetbolletjes uit de melk en daar maken we de echte roomboter van. Onze karnemelk is veel voller van smaak en er zit toch maar een half procent vet in.” Kusters positioneert Den Eelder als A-merk binnen het premiumsegment, met een landelijke distributie. De dagverse producten liggen onder meer bij supermarkten van Jumbo, C1000, Coop, Emté en Jan Linders. 25

21-5-2013 10:07:17


MARKTCIJFERS

PRODUCTSCHAP ZUIVEL

Melkaanvoer belangrijke zuivellanden jan. - feb.’13; % wijziging t.o.v. 2012; x mrd kg

Melkprijsontwikkeling internationaal feb.’12 – feb.’13; €/100 kg 41

VS

- 1,5%

(euro per 100 kg)

Duitsland

39

- 0,8%

37

DE

Frankrijk

- 3,4%

35

FR

Nieuw-Zeeland

- 0,4%

33

NL

Nederland Australië

NZ

31

- 0,3%

VS

29

- 7,0%

27

0

4

8

12

16

20

Marktprijsontwikkeling apr.’12 - apr.’13; €/1.000 kg Vol melkpoeder 26%

Mager melkpoeder ADPI

Boter 82%

Note ing per 100 kg af fab iek, excl. BTW 5.000

5.000 4.000

4.000

3.000 Verse boter, in EEG-doos 2.000

3.000

5.00016/02

2.000

EURO

4.000

09/02 EURO

3.000398,00

390,00

2.000

Vol verstuivingsmelkpoeder, 26% vet, 1.000 in 6-wandige exportzakken 1) 1.000

1.000338,00

333,00

Mager verstuivingsmelkpoeder van gebruikelijke handelskwaliteit food grade 1)

280,00

270,00

268,00

260,00

105,00

97,00

Mager verstuivingsmelkpoeder van EG-origine, voor veevoederdoeleinden, in bulk, franco geleverd Weipoeder, verstuivingspoeder, in bulk Exportwaarde belangrijke zuivellanden jan.’13; % wijziging t.o.v. 2012; x € mln 1) op eiwit gestandaardiseerd ▲ ▼ = stijging/daling DE 598 (+12%)

134 (+15%)

NZ 28 (-24%)

670 (-13%)

FR

375 (+3%)

NL

239 (+10%)

VS

3 (+57%)

AU

2 (+197%) 109 (-20%)

136 (+3%) EU

0 26

494497.indd 26

157 (+13%)

Derde landen

265 (-4%)

200

400

600

800

1.000 ZUIVELZICHT / 22 MEI 2013

21-5-2013 10:06:38


markt

T e k s t Y v e s D e G r o o t e F o t o W UR

Melkeiwitten voorkomen mogelijk allergie

RFC financiert WUR-leerstoel Joost van Neerven is met

samen de grootste mucosale weefsels in het lichaam, en komen het meest in contact met de omgeving (via de lucht en de voeding), zo verklaart hij. De uitdaging van het mucosale immuunsysteem is steeds weer bepalen wanneer op een component wel of niet moet worden gereageerd. “In het algemeen blijkt dat het afweersysteem in mucosale weefsels een soort ‘default-setting’ heeft, waardoor dit zo min mogelijk reageert op stimuli zolang er geen gevaar lijkt te zijn. Maar zodra er weefselschade ontstaat, moet er juist wel een goede immuunrespons komen. Hoe dat allemaal in zijn gang gaat, wat de verschillen zijn met een systemische immuunrespons en in het bijzonder hoe vanuit de darm de mucosale respons in de luchtwegen wordt beïnvloed staan voorop bij het wetenschappelijk onderzoek binnen de leerstoel”, onderstreept Joost van Neerven.

ingang van 1 mei benoemd tot buitengewoon hoogleraar Mucosale Immuniteit aan Wageningen Universiteit. De leerstoel wordt gefinancierd door FrieslandCampina, waar hij senior-onderzoeker is. De opdracht van de nieuwe leerstoel voor Van Neerven is het bestuderen van het afweersysteem in de luchtwegen en in het maag-darmkanaal die bedekt zijn met slijmvlies. Doel is kennis te vergaren om uiteindelijk luchtweginfecties, allergieën en diarree te helpen voorkomen. De leerstoel maakt deel uit van de groep ‘Celbiologie en Immunologie’ van Wageningen Universiteit, van prof.dr.ir. Huub Savelkoul. Hier vindt fundamenteel en toegepast onderzoek plaats naar cellulaire processen van het afweersysteem. Inzichten moeten bijdragen aan het voorkomen of genezen van infectieziekten en allergieën bij mensen en dieren: aandoeningen waarin het immuunsysteem een belangrijke rol speelt.

Vaak infecties bij kinderen Prof. dr. Joost van Neerven studeerde van 1984 tot 1989 medische biologie aan de Universiteit van Amsterdam, waar hij in 1995 promoveerde op een onderwerp in de immunologie. Vervolgens werkte hij tien jaar bij enkele binnen- en buitenlandse bedrijven actief in de behandeling van immuun gemedieerde ziekten. In 2006 ging hij aan de slag bij FrieslandCampina Research, als senior-onderzoeker in babyvoeding. zuivelzicht / 22 mei 2013

494947.indd 27

Van Neerven: “Melk bevat veel componenten die effect kunnen hebben op de luchtwegen.”

“Infecties van de darmen en van de luchtwegen, die beide zijn bedekt door een slijmvlies (mucus, red.), zijn een belangrijk aandachtsgebied. De aandoeningen komen vaak bij kinderen voor en leiden respectievelijk tot diarree of verkoudheid”, zo verwoordt Van Neerven.

Het darmoppervlak is zo groot als een tennisveld De leerstoelopdracht is in de eerste plaats het blootleggen van de verschillende mechanismen die van belang zijn voor mucosale immuniteit. Het mucosale immuunsysteem is nog een stuk complexer dan het al complexe immuunsysteem in de rest van het lichaam. “De darmen (die een oppervlak van een tennisveld beslaan) en de luchtwegen vormen

Rol zuivel De rol van voeding, in het bijzonder de rol van zuivel, zal ook aan bod komen, aangezien melk veel immuunmodulerende componenten bevat, die een effect op mucosale immuniteit kunnen hebben. “Kinderen die op een melkveeboerderij opgroeien hebben door de consumptie van onverhitte boerderijmelk minder last van allergische reacties in de luchtwegen (bijvoorbeeld hooikoorts of benauwdheid, red.)”, weet Joost van Neerven. Dit is gevonden in een aantal epidemiologische studies, en zou volgens hem toe te schrijven zijn aan hittegevoelige componenten, met name immuungerelateerde melkeiwitten (immuunglobulinen, lactoferrine of TGF-bèta - zogenoemde ontstekingsremmende cytokines). Hoewel hij hiervan overtuigd is, zegt hij ook dat het formele bewijs nog moet worden geleverd via placebo-gecontroleerde voedingsinterventiestudies. Ook de vraag of en hoe deze componenten bijdragen aan de bescherming tegen mucosale infecties is nog niet beantwoord. “Ik hoef me de komende tijd niet te vervelen”, rondt hij af. 27

21-5-2013 10:07:46


markt

jurgen jansen, productschap zuivel

mondiale melkproductie 2013-2022

FAO en OESO temperen groeiverwachting In maart vond in Parijs de expertmeeting plaats waar OESO en FAO het concept van de jaarlijks te publiceren tien jaarsprognose voor de ontwikkeling van landbouwmarkten bespraken met specialisten uit de aangesloten landen en van internationale organisaties, zoals de International Dairy Federation (IDF).

Slag om de arm De projecties van FAO en OESO zijn het resultaat van een modelmatige rekenexercitie die op basis van de verzamelde data een toekomstige, cijfermatige ontwikkeling schetst. Deze werkwijze vraagt het doen van veronderstellingen (bv voor wisselkoersontwikkeling en olieprijs) en heeft een zeker mechanisch gehalte in zich. De kracht hiervan is dat dit langjarig, op consistente wijze gebeurt, waarmee zeker de richting van de prognose goed gefundeerd lijkt. Maar deze werkwijze betekent ook dat plotselinge extremen of variaties in weerscondities en menselijk gedrag (lees: economie en beleid) per definitie niet kunnen worden meegenomen in het model en de uitkomsten daarvan. Deze bepalen echter natuurlijk uiteindelijk wél mede de realiteit van morgen.

28

495800.indd 28

Opvallend genoeg zetten FAO/OESO in op een lagere mondiale melkproductiegroei voor de komende tien jaar: Deze valt terug van de gemiddeld 2,3 procent per jaar in het afgelopen decennium naar 1,8 procent. Vorig jaar werd nog ingezet op 2 procent. Minder productiegroei in diverse opkomende landen is de belangrijkste reden hiervoor. Dit weerspiegelt het toenemende tekort aan water en geschikte grond voor melkveehouderij. In China, India en Indonesië valt het groeitempo naar verwachting met de helft tot tweederde terug. Per saldo zal de melkproductie in opkomende landen gemiddeld nog wel tweemaal zo snel (2,4%) groeien als in de gevestigde zuivellanden. Dit is het directe gevolg van de sterke vraagontwikkeling in die landen, de beperkte houdbaarheid van melk en de links en rechts nog aanwezige handelsbelemmeringen, aldus FAO/OESO. India zal vanaf 2019 het productievolume van de EU meer en meer overtreffen. Tegelijkertijd wordt voor de ontwikkelde landen een bescheiden toename in de groei voorzien tot 1 procent (was 0,8%). Deze verwachting is vooral op Europa gestoeld, waar voor de EU de prognose voor jaarlijkse groei iets boven dat van de afgelopen tien jaar ligt en voor Rusland en Oekraïne een gemiddeld negatieve tendens naar postief wordt omgebogen. De extra productiegroei in de EU in afwezigheid van quota zal aldus FAO/OESO beperkt zijn vanwege de relatief hoge productiekosten. Die zullen de competitiviteit op de internationale markten blijven bemoeilij-

ken. Voor leidend exportland Nieuw-Zeeland verwachten FAO/OESO een scherpe daling in de groei van 3,8 procent naar 1,5 procent. Redenen hiervoor zijn stijgende kosten, milieufactoren en een relatief sterke NieuwZeelandse dollar, die de concurrentiepositie op de markten kan verzwakken.

Consumptie positief Voor wat betreft de consumptieontwikkeling in opkomende landen herhalen FAO/OESO het herkenbare, positieve verhaal van groei. Robuuste inkomensstijging, een groeiende bevolking, voortschrijdende verstedelijking en de verdere opmars van westerse voedingsgewoonten zijn de bekende argumenten hiervoor. De richting van de ontwikkeling is dus bekend, de discussie gaat vooral over het niveau van de groei. Met een jaarlijkse groei van 2 procent lijken FAO/OESO daarbij voorzichtig in te zetten. Voor wat betreft de ontwikkelde landen wordt een groei van minder dan 1 procent per jaar genoemd. Dit weerspiegelt de lagere inkomens- en bevolkingsgroei en ook een lagere inkomenselasticiteit voor zuivel in deze landen, met over het algemeen al een hoog consumptieniveau. Ongunstige ontwikkeling in de prijsverhouding ten opzichte van plantaardige oliën kan het gebruik van boter in toepassingen als smeer- of bakboter negatief beïnvloeden. Daarentegen zal tegelijkertijd de groeiende vraag naar mager melkpoeder meer productie van boter met zich meebrengen. Dit kan weer een drukkend effect op de boterprijs zuivelzicht / 22 mei 2013

21-5-2013 10:09:13


markt

De handel in boter, kaas en mager poeder zal de komende jaren met 1,7 tot 2,3% per jaar stijgen.

hebben, en daarmee vraaguitval voor dit product beperken, aldus FAO/OESO. Tijdens de projectieperiode laat boter overigens van alle basisproducten de grootste relatieve groei in consumptie zien (+33%). Dit wordt in belangrijke mate beïnvoed door India, dat bijna tweederde van de absolute toename in consumptie vertegenwoordigt.

opbrengsten én kosten hoger Wat betreft de prijsniveaus voor de kortere termijn wordt een snelle stijging verwacht omdat hogere graanprijzen de melkproductie in de VS en Europa negatief zullen beïnvloeden. Relatief drogere weerscondities in Oceanië zullen het aanbod verder beperken. Omdat intussen de mondiale vraag verder doorgroeit, kan dit in 2013 en 2014 zorgen voor een prijshoudende marktsituatie, hoewel dit voorjaar al weer heeft laten zien dat aanbodskrapte tot snelle oplopende prijzen kan leiden. Op de middellange termijn zullen groeiende koopkracht in combinatie met de verdere opmars van westerse voedingsgewoontes de vraag in met name Azië, NoordAfrika en het Midden-Oosten verder doen toenemen. In 2014 en daarna zullen dalende graanprijzen de melkproductie wereldwijd kunnen versnellen, terwijl de beschikbaarheid van relatief goedkopere plantaardige oliën de vraag naar boter onder druk zal zetten. De vraag is hoe dit zich zal verhouden tot de kanttekening dat hogere energiekosten zullen leiden tot stijgende inputkosten in de landbouw en tot meer gebruik van biozuivelzicht / 22 mei 2013

495800.indd 29

brandstoffen. Dit, in combinatie met een zwakkere dollar en een hoge economische groei in opkomende landen, zal de komende tien jaar een stevige basis vormen voor een hoog prijsniveau voor landbouwproducten. Per saldo verwachten FAO/OESO dat tot in 2014 sprake kan zijn van een gematigde stijging van de reële zuivelprijzen, maar dat deze daarna zullen afvlakken gedurende de rest van de projectieperiode. Dit laatste geldt in het bijzonder voor boter. Het nominale prijsniveau in de VS en de EU zal naar verwachting ruim boven interventieniveaus blijven, uitgaande van ongewijzigd beleid. Uiteindelijk zal voor de melkproductie (en daarmee de zuivelmarkt) essentieel zijn hoe in de melkveehouderij de verhouding tussen opbrengsten en kosten zich ontwikkelen.

Grote exporteurs Er is een verdere expansie van de export van zuivelproducten voorzien. De handel in basisproducten als boter, kaas en mager melkpoeder zal jaarlijks met 1,7 tot 2,3% toenemen. Het meeste van deze groei zal nog steeds uit de gevestigde exportregio’s komen (VS, EU en Oceanië). De importvraag naar boter zal de komende jaren toenemen, vooral door groeiende markten in het Midden-Oosten, Noord-Afrika en China. Deze groei zal de afnemende vraag vanuit Rusland licht overtreffen. Tegen 2022 zal Egypte de rol van Rusland als grootste boterimporteur hebben overgenomen. Nieuw-Zeeland blijft de grootste boterexporteur, maar verliest wel markt-

aandeel aan de VS en de EU. Bij kaas is een jaarlijkse groei van ruim 2 procent verwacht, die vooral voortkomt uit een toenemend gebruik van kaas als ingrediënt. De verdere expansie van (westerse) fastfoodketens in vooral Azië en Noord-Afrika zal dit stimuleren. Rusland blijft de grootste afzetmarkt voor de internationale kaashandel, maar de grootste groeiers zijn China en Egypte. De EU handhaaft zich als de grootste kaasexporteur, maar de VS en Nieuw-Zeeland winnen aan marktaandeel. De handel in vol melkpoeder zal een relatief lagere groei kennen (1,3% per jaar), aangezien het accent in de vraag zal verschuiven naar het goedkopere mager melkpoeder, waarvan de handel met 2,3 procent per jaar zal groeien. China zal de grootste importeur van vol melkpoeder blijven, maar de importgroei zal wel afvlakken door de eerder genoemde verschuiving naar mager melkpoeder, een grotere beschikbaarheid aan verse melk in China zelf en een afvlakking in de inkomensgroei van huishoudens. Nieuw-Zeeland zal zijn dominante positie in de export van vol melkpoeder versterken en zal in 2022 56 procent van de wereldhandel invullen. De EU daarentegen zal marktaandeel verliezen, doordat de exportfocus verschuift naar mager melkpoeder en kaas. De toenemende vraag naar mager melkpoeder zal vooral uit Azië komen, in het bijzonder uit China en India. Vooral de verwachte vraaggroei vanuit India is indrukwekkend (tot een import van ruim 100 duizend ton in 2022, +289 %), waarbij de meeste groei tegen het einde van de projectieperiode zal plaatsvinden. De VS en de EU zullen naar verwachting hun mondiale positie als eerste, respectievelijk tweede exporteur verder uitbouwen. De Nieuw-Zeelandse export van mager melkpoeder zal waarschijnlijk wat stagneren door de sterkere focus op kaas en vol melkpoeder. De VS zullen als enige van de grote exporteurs in alle voor hen serieuze productcategorieën exportgroei realiseren in de komende tien jaar. Belangrijkste reden hiervoor is de geprognosticeerde, gunstige koersontwikkeling van de US dollar in verhouding tot de valuta van Nieuw-Zeeland, Australië en de EU. In het verlengde van de fors verder groeiende kaasproductie (+22%) en de minder binnenlandse consumptie, geldt die groeiverwachting ook voor de export van weipoeder vanuit de VS. Deze zal naar verwacht met ruim de helft toenemen. 29

21-5-2013 10:09:19


495952.indd 30

21-5-2013 9:47:38


495953.indd 31

21-5-2013 9:48:03


495954.indd 32

21-5-2013 9:46:52


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.