Zuivelzicht 9 2013

Page 1

JAARGANG 105 - NUMMER 9 - 18 SEPTEMBER 2 0 1 3

DOC Kaas Nieuwe koers gericht op regie in hele kaasketen

Triporteur Kaasgroothandel start eigen productie Wereldhandel Volume zuivelexport acht procent hoger

515007.indd 1

17-9-2013 13:24:41


516185.indd 2

17-9-2013 10:00:16


zijlijn

R e n é va n b u i t e n e n , h o o f d r e d a c t e u r

Brede visie nodig In de aanhoudende stroom onheilstijdingen over de economische staat van het land viel enkele maanden geleden het bericht van de zuivelsector op. De sector is een lichtpunt in donkere tijden. Daar waar massaal bezuinigd wordt; daar waar sectoren voortdurend met krimp worden geconfronteerd, investeert de zuivelindustrie honderden miljoenen euro’s. De komende twee jaren openen zuivelondernemingen zeker zeven nieuwe fabrieken in Nederland. Die extra bedrijvigheid levert naar schatting duizend nieuwe banen op. De aanhoudende groeicijfers, de bijdrage aan de economie en de impulsen die aan de werkgelegenheid worden gegeven, maken indruk. Mooie rapportcijfers overleggen is één. Je gedragen zoals dat wordt verlangd is nog iets anders. Afgelopen week bleek in de Tweede Kamer dat de zuivelsector wat dat betreft op haar tellen moet passen. Je kan van jezelf wel vinden dat je je keurig gedraagt en dat je rekening houdt met de wensen van de maatschappij. Degene die daar over gaat is de maatschappij zelf. Die velt het oordeel. Tijdens een rondetafelgesprek van de Vaste Kamercommissie Economische Zaken bleek dat diverse maatschappelijke organisaties vraagtekens zetten bij de te verwachten uitbreiding van de melkveehouderij. De afschaffing van de melkquota is slecht voor de volksgezondheid, stelt bij voorbeeld de stichting Natuur & Milieu. Die voorziet een forse uitbreiding van de melkveestapel met alle gevolgen vandien. Ook GGD Brabant (die de ontwikkelingen in de veehouderij sinds de Q-koortsuitbraken op de voet volgt) zit op dit spoor. Meedere maatschappelijke organisaties staan een nieuw systeem van de productiebeperking voor, waarbij de overheid niet-verhandelbare rechten moet beheren. Op die manier moet de grondgebondenheid van de melkveehouderij worden gegarandeerd. Het is een opvatting die steeds meer gehoor vindt in de politiek. Vertegenwoordigers van melkveehouders en zuivelbedrijven stellen daar tegenover dat zij binnen de randvoorwaarden van het milieu zullen blijven opereren. Zij wijzen op lopende initiatieven om de productie te verduurzamen, zoals de ontwikkeling van innovatieve vormen van energiewinning of initiatieven om het dierwelzijn verder te verbeteren. Toezeggen dat je als bedrijfstak netjes binnen de wettelijke milieurandvoorwaarden zal blijven is niet voldoende. Maatschappelijke organisaties en ook steeds meer politici eisen garanties. Er is behoefte aan een oplossing die recht doet aan de verlangens van politiek en maatschappij en die ondernemers de ruimte geeft. Als zo’n breed gedeelde visie daadwerkelijk tot stand komt, zal de zuivelsector nog beter in staat zijn de kansen die de markt biedt, te verzilveren.

colofon ZuivelZicht Magazine is

Druk: BDUprint Barneveld. Ontwerp: Giesbers,

Abonnementenadministratie: BDUmedia,

een uitgave van BDUmedia

Velp Abonnementsprijzen 2013: (12 nummers)

Postbus 67, 3770 AB Barneveld.

in Barneveld

€ 100,14 (studenten € 56,60); buitenland:

Tel 0342-494889, email: abonnementen@bdu.nl

ISSN: 0165-8573.

€ 132,41. Proefabonnement (3 edities): € 7,08.

Postbus 67, 3770 AB Barneveld

Schriftelijke beëindiging (vóór 1 november) per

Advertenties: BDUmedia, Robijnlaan 2,

www.bdumedia.nl

eind kalenderjaar.

2132 WX Hoofddorp. Contactpersoon: Hielke

Redactie ZuivelZicht

Hoofdredactie: René van Buitenen,

Adres: Louis Braillelaan 80 | Postbus 165,

email: r.v.buitenen@bdu.nl

2700 AD Zoetermeer

Eindredactie: Yvonne Mors, e-mail: y.mors@bdu.nl

Tel: 079-3430307

Medewerkers aan dit nummer: Tiny Brouwers,

Internet: www.zuivelzicht.nl

Yves De Groote, Lili Hu, Jurgen Jansen, Jolande

email: redactie.zuivelzicht@bdu.nl

Valkenburg, Martin de Vries.

van der Werf, 020-5736056 email: h.v.d.werf@

zuivelzicht / 18 september 2013

515010.indd 3

bdu.nl Het volgende magazine verschijnt 16 oktober.

3

17-9-2013 11:56:19


516186.indd 4

17-9-2013 10:02:01


inhoud

Verschuivingen

In dit nummer een artikel over het Drentse DOC Kaas dat start met het zelf vermarkten van de kaas, en een artikel over de Vlaamse kaasgroothandel Triporteur, die start met het zelf maken van de kaas. Partijen op de zuivelmarkt zoeken naar wegen om zich te versterken op de krimpende consumentenmarkt in Europa. Ondertussen neemt de wereldhandel in zuivel toe en zorgen vooral de markten in Azië, het Midden-Oosten en de zuivelingrediënten voor groei van de Europese zuivel.

7

16

18

En verder...

7 Louise Fresco: ”Meer intuïtie en emotie zorgt dat we weer verbonden raken met ons voedsel”.

8 LTO-Nederland: “Agro is meest verduurzamende sector maar we moeten dat beter vertellen”.

10 “Niet contaminanten maar communicatievereisten bepalen straks de acceptatie door de consument”.

12 HAS: vraag naar voedingsmiddelenzuivelzicht / 18 september 2013

516619.indd 5

technologen in de zuivel neemt toe.

14 DOC Kaas neemt vermarkting kaas in eigen hand en heeft voornemens voor bouw tweede kaaslijn.

20 Belgische kaasgroothandel Triporteur: “Supermarkten slaan de groothandel steeds vaker over”.

23 Stijgende groep van gebruikers biozuivel in Duitsland.

16 Azië, Midden-Oosten en ingrediëntenmarkt bieden soelaas voor krimpende consumentenmarkt Europa.

24 De wereldhandel in zuivel neemt verder toe. Het volume groeide in 2012 met 8% tot 9% van de melk.

18 Yoghurt en ingredients buiten Europa moeten groei brengen voor Franse Sodiaal.

26 Oostenrijkse export van kaas naar Duitsland 2012 steeg met 5%. 5

17-9-2013 13:25:16


516187.indd 6

17-9-2013 10:02:34


visie

t e k s t j o l a n d e va l k e n b u r g f o t o P e t e r L o w i e

Louise Fresco: “Voedsel is emotie” Volgens hoogleraar Duurzame Ontwikkeling in Internationaal Perspectief Louise Fresco zijn technologie en verandering essentieel voor vooruitgang, maar moet er in onze voedselproductie meer ruimte komen voor intuïtie en emotie. Louise Fresco gaf op 5 september in Den Haag onder de titel Food is a serious business de Dick de Zeeuw-lezing die jaarlijks door het Institute of Social Studies (ISS) wordt georganiseerd. Zij sprak bij die gelegenheid met veel bewondering over de naamgever van de lezing. Dick de Zeeuw was eind jaren tachtig voorzitter van het college van bestuur van Wageningen Universiteit en hield zich bezig met internationale ontwikkelingshulp. “Net als Dick, denk ik dat innovatie en verandering essentieel zijn voor vooruitgang; wetenschap en technologie kunnen ons helpen oplossingen te vinden voor problemen zoals klimaatverandering, milieuvervuiling en de groeiende vraag naar voedsel.”

Groei dankzij technologie Fresco: “De afgelopen decennia hoefden we ons geen zorgen te maken over de beschikbaarheid van eten dankzij de enorme groei in de agrarische productie. Door wetenschappelijke en technologische ontwikkelingen is het gelukt om voedsel te produceren voor een sterk groeiende wereldbevolking. Ondanks dat er nog steeds veel honger is in de wereld - in 1919 waren we met 2 miljard zuivelzicht / 18 september 2013

516274.indd 7

‘Food is a serious business’ was de titel van de Dick de Zeeuw-lezing van Louise Fresco in Den Haag.

mensen, waarvan 1 miljoen was ondervoed; nu zijn er 7 miljard mensen, waarvan 800 miljoen mensen zijn ondervoed - moeten we ons realiseren dat er vorige eeuw een grote prestatie is geleverd. Daarnaast hebben we veel milieuproblemen opgelost die veroor-

Louise Fresco in het kort Na een carrière bij Wageningen Universiteit en de Wereldhandelsorganisatie in Rome, werkt Louise Fresco sinds 2006 weer in Nederland als universiteitshoogleraar aan de UvA op het gebied van duurzame ontwikkeling in internationaal perspectief, en is ze lid van de SER. Vorig jaar verscheen van haar hand het boek Hamburgers in het paradijs. Voedsel in tijden van schaarste en overvloed, waarbij de hamburger symbool staat voor de moderne voedselzonde in ons “paradijs van zorgeloze overvloed”.

zaakt werden door de voedselproductie. Dat hebben we voor een groot deel aan de wetenschap te danken.”

Balans ratio en emotie Hoewel Fresco een groot voorstander is van technologie en wetenschap, erkent ze dat vooruitgang niet alleen wordt behaald door rationeel denken. De balans tussen ratio en emotie vormde de kern van haar betoog: “Er moet ruimte komen voor intuïtie en emotie; iets waar Dick de Zeeuw ook al voor pleitte. De huidige problemen met ons voedsel hebben te maken met het feit dat mensen niet meer verbonden zijn met hun voedsel. Voedsel is emotie. Na het eerste schandaal met de gekke koeienziekte hebben talloze andere schandalen het voedselvertrouwen geschaad en dat heeft veel angst veroorzaakt bij de consument. Daarnaast is na de Arabische lente die door stijgende voedselprijzen werd aangewakkerd, het besef toegenomen dat voedsel essentieel is om te overleven. Voedsel is emotie! En daarom is vooruitgang meer dan alleen groei. We moeten zorgen dat we intuïtie en emotie toelaten in onze productie, zodat we weer verbonden raken met ons voedsel”. 7

17-9-2013 11:51:44


visie

t e k s t r e n é v a n b u i t e n e n f o t o LEI

LEI presenteert Duizendste duurzaamheidsverslag

‘Met kengetallen over duurzaamheid Het LEI wil op den duur elke boer en tuinder inzicht geven in zijn prestaties op gebied van duurzaamheid. De deelnemers aan het bedrijfsinformatienetwerk van het LEI krijgen al zo’n overzicht. Het duizendste duurzaamheidsverslag werd onlangs tijdens een feestelijke bijeenkomst uitgereikt aan de melkveehouders Bert en Adrie Vollering.

“Dit verslag geeft ons een goed inzicht in waar we staan. Het verslag maakt duidelijk waar we ons bedrijf nog kunnen verbeteren; waar nog wat te winnen valt.” Kernachtiger kan Adrie Vollering het belang van een duurzaamheidsjaarverslag voor melkveehouders niet onder woorden brengen. Samen met zijn broer Bert ontving hij op 2 september het duizendste duurzaamheidsverslag opgesteld door LEI Wageningen UR voor deelnemers aan haar bedrijfsinformatienetwerk. De broers Vollering die in Waarder een melkveebedrijf runnen, ontvingen het exemplaar uit handen van Hans Hoogeveen, directeurgeneraal Agro van het ministerie van Economische Zaken tijdens een feestelijke bijeenkomst op Boerderij Landleven Vollering zoals het bedrijf van de Zuid-Hollandse broers heet. Het LEI verzamelt al jarenlang gegevens over agrarische bedrijven. Een ondernemer krijgt daarmee niet alleen inzicht in zijn technische prestaties. Hij ziet ook hoe hij presteert op het gebied van duurzaamheid. Het resultaat van het eigen bedrijf wordt daarbij gespiegeld aan dat van een vergelijkbare groep bedrijven. “Wij zeggen: meten is weten”, vertelt Laan van Staalduinen, algemeen directeur van LEI Wageningen UR. Boeren kunnen aan de hand van de kengetallen zien waar ze hun prestaties kunnen verbeteren. We laten op die manier ook zien hoe duurzaam de sector is. Dat helpt de kloof tussen boer en tuinder 8

515310.indd 8

te verkleinen.” Overigens is de Nederlandse land- en tuinbouw volgens Van Staalduinen over een langere reeks van jaren bekeken duidelijk duurzamer geworden. “Duurzaamheid is haast een sleets woord geworden”, meent Hoogeveen. “Maar het LEI maakt het begrip op deze manier heel inzichtelijk. Het duurzaamheidsverslag is een mooi instrument voor elke ondernemer.” Hoogeveen maakte van de gelegenheid gebruik om het economisch belang van de land- en tuinbouw voor de Nederlandse economie nog eens te benadrukken De recente cijfers over de agrarische export laten een groei van 7,5 procent zien. Welke sector kan dat zeggen in deze tijden?” Adrie Vollering geeft tekst en uitleg aan Hans

Buitenwereld Je kan nog zo veel meten en weten, maar voor Marc Jansen, directeur bij het Centraal Bureau Levensmiddelenhandel, houdt het daarmee niet op. Want je mag dan als agrarische sector goede cijfers kunnen overleggen, het gaat er volgens hem vooral om hoe de buitenwereld tegen je aankijkt. En dat is niet altijd best. “De sector moet opboksen tegen partijen die de wijsheid in pacht menen te hebben. Dan ben je er niet met kengetallen alleen. Je moet ook transparant zijn en uitleg geven bij hoe je te werk gaat.” Die opvatting komt overeen met de visie van Hans Huijbers, bij LTO Nederland bestuurlijk verantwoordelijk voor duurzaamheid. “De agrarische sector is de meest verduurzamen-

Hoogeveen van het ministerie van EZ (midden) over zijn melkveebedirjf.

de sector van hele maatschappij, kijk maar wat er in de praktijk gebeurt. We moeten dat wel beter naar buiten vertellen en meer gaan doen aan collectieve sectormarketing.” Huijbers erkent dat de agrarische sector op het terrein van duurzaamheid zoals elke sector nog wel wat zaken heeft op te lossen, maar er is -zoals hij dat verwoordde- wel een megatrend aan de gang. Dat zou de landen tuinbouw naar zijn mening meer mogen laten zien. Daarbij pleit hij voor een collectieve aanpak. Met ‘Duurzaamheid in de land- en tuinbouw’ geeft het LEI aan hoe een bedrijf zuivelzicht / 18 september 2013

17-9-2013 11:49:20


visie

heid alleen ben je er niet’

scoort op de drie componenten van duurzaamheid: people, planet en profit. De door dit instituut verzamelde gegevens worden gebruikt om het effect van beleidsmaatregelen op het milieu en op het inkomen te onderzoeken. Individuele ondernemers krijgen zo inzicht in hun duurzaamheidscore, mede omdat ze zich kunnen vergelijken met andere, soortgelijke bedrijven.

Europees project Het duurzaamheidsverslag van het LEI wordt de basis voor een nieuw Europees project waarin het instituut met acht partners uit anzuivelzicht / 18 september 2013

515310.indd 9

dere lidstaten op 1000 land- en tuinbouwbedrijven duurzaamheidsdata verzamelt. Dit zogeheten FLINT-project moet uitmonden in een gestandaardiseerd Europees duurzaamheidsverslag. Daarmee kan de vergroening van het Europees landbouwbeleid worden geĂŤvalueerd. Ook kan dan volgens het LEI worden nagegaan of land- en tuinbouwproducten in Nederland duurzamer worden geproduceerd dan elders. Het LEI wil voor elke boer en tuinder in Nederland een norm opstellen waarmee via een website eigen gegevens kunnen worden vergeleken. 9

17-9-2013 11:49:30


visie

tekst en foto’s tiny brouwers

Crisismanager Nöhle bij Milch Forum NRW:

“Communiceren over reële productiemethoden” “Niet meer contaminanten, maar communicatievereisten bepalen straks de acceptatie van levensmiddelen door de consument. De zuivelbranche heeft nu de keuze te communiceren over de werkelijke productieomstandigheden in zijn keten of schandalen over zich heen te krijgen.”

Deze boodschap had prof.dr. Ulrich Nöhle voor 100 deelnemers aan het Forum Milch NRW, dat de Landesvereinigung der Milchwirtschaft Nordrhein-Westfalen (LV Milch NRW) 5 september jl. organiseerde in Werl. Het stond in het teken van de vraag hoe een thema zich ontwikkelt tot schandaal. Nöhle heeft daar veel ervaring mee. Sinds zeven jaar helpt hij als internationale crisis- en interimmanager bedrijven te overleven in een crisis.

Schandalen niet nieuw Volgens Nöhle is de mens steeds begeleid door “schandalen”. Stierven er in 1917 50 miljoen mensen aan de Spaanse griep, momenteel gaat er in Europa niemand meer dood aan voeding. Drinkwater en voedingsmiddelen zijn veilig, omdat ze industrieel worden geproduceerd op het hoogste hygiëneniveau, praktisch vrij van vroeger niet te vermijden contaminanten en ziekteverwekkende micro-organismen. Samenstelling en smaak van levensmiddelen zijn nu beter dan de afgelopen duizend jaar. Nöhle: “De levensverwachting stijgt voortdurend. Langzaam vormen gebreksverschijnselen door onevenwichtige voeding of door levensmiddelen veroorzaakte infectieziekten niet meer de grootste levensrisico’s. Nee, momenteel beperken de te hoge voedselinname, overgewicht en ouderdomsdementie onze tevredenheid in de huidige samenleving van overvloed.” 10

516033.indd 10

Piet Boer, voorzitter van FrieslandCampina (l) en Hans Stöcker (r), voorzitter van LV Milch NRW en bestuurslid van FrieslandCampina in gesprek met H.-J. Matern van Metro AG.

De zogeheten levensmiddelenschandalen passen zich aan deze trend aan. Er wordt gediscussieerd over residuen in nano- of picogrammen. De consument wil meer bio, zonder ggo geproduceerd, zonder kinderarbeid. Alle te bedenken allergie-uitlokkers moeten worden gedeclareerd, evenals de ‘CO2voetafdruk’. “Ofschoon onze maatschappelijke welvaart wezenlijk is gestoeld op goedkope, industrieel geproduceerde voedingsmiddelen, zien steeds meer reclame-uitingen met een hang naar vroeger, naar bijvoorbeeld zuivelproducten van het boerenland of uit Oma’s boerde-

rij, zoals Oma’s melkrijst. Op pakken melk worden idyllisch herkauwende koeien liggend in de wei afgedrukt of een oma die de melkrijst bereidt. Er zijn daarom politieke partijen, actiegroepen, consumentenbeschermers en tv-koks, die juist hierdoor vinden dat alles wat niet uit de eigen voortuin wordt geoogst en niet met de eigen hand wordt geplukt uit de moederschoot van de aarde per definitie niet goed kan zijn”, aldus de crisismanager. Er wordt volgens hem in de reclame voor voedingsmiddelen – en zeker bij zuivel - te veel ingespeeld op de emotie. zuivelzicht / 18 september 2013

17-9-2013 11:51:04


visie

Realiteit anders Maar het handelen van de consument is een andere. “De Duitser koopt 40,7 procent van zijn levensmiddelen - voor basiszuivel veel meer - bij de discounter en komt wereldwijd na Noorwegen daarmee op de tweede plaats. De biologische omzet komt niet boven de 4 procent uit, terwijl de omzet aan Fair-Trade producten fors minder dan 0,5 procent is”, aldus Nöhle. Hij sprak van een dubbele moraal, zowel bij de industrie als bij de consument. De informatiekloof tussen beide groepen wordt steeds groter. Meer ‘vermeende’ levensmiddelenschandalen zijn het gevolg, vaak uitgelokt door de media die zich steeds meer opstellen als scheidsrechter. In de oudheid deelden de goden mee wat goed en slecht was. In de middeleeuwen nam de kerk deze rol over, gevolgd door de wetenschap in de 19de en 20ste eeuw. Inmiddels hebben vooral de media het voor het zeggen. En die zijn verre van waardenvrij, maar denken volgens Nöhle wel degelijk aan hun eigen oplage- of kijkcijfers. Nöhle: “Er moet meer worden gecommuniceerd over de hoogontwikkelde, industriële productie van voedingsmiddelen. De technische vooruitgang waarvan iedereen profiteert moet helder, open en begrijpelijk worden uitgelegd. Zo dient de melkveehouderij de consument uit te leggen dat er geen enkele melkmethode zo koevriendelijk is als de Lely-melkrobot, waar het dier zich kan laten melken als die daartoe aandrang voelt. Dat klinkt anders dan wanneer anderen stellen

De inleiders v.l.n.r.:dr. R. Schaller, prof.dr. U. Nöhle, H.-J. Matern van Metro AG.

dat de koe in deze robot de gevangene is van de industriële melkveehouderij, waar zoveel mogelijk melk uit het arme dier wordt getrokken. Van alle veehouderijsectoren hebben de koe met zijn melk en zuivelproducten nog altijd een goed imago. De zuivelketen moet dit imago benutten en uitbouwen. Bij niets doen wordt ook de koe als een gekweld dier en gevangene van de industriële maatschappij in de media in scene gezet”, waarschuwde Nöhle.

Meer informatie Hans-Jürgen Matern, bij het handelshuis Metro AG in Düsseldorf verantwoordelijk

NRW positief over Crisisaanpak zuivel “Dat het crisismanagement van de Duitse zuivelketen niet verkeerd is ingericht, bleek dit voorjaar. Toen dook met aflatoxine verontreinigde maïs uit Zuidoost-Europa op en werd door veevoederfabrikanten in melkveevoeders verwerkt. Omdat aflatoxine snel in de melk terecht komt, werden de getroffen veehouders snel ontdekt door de controle-instanties. Melk wordt pas dan verwerkt als de laboratoriumanalyses uitwijzen, dat het aan alle eisen voldoet.” Met dit compliment kwam dr. Ludger Wilstacke van het ministerie van Klimaatbescherming, Milieu, Landbouw, Natuur- en Milieubescherming van NordrheinWestfalen naar het Forum Milch. Ook de inspanningen van LV Milch NRW hebben ertoe geleid dat aflatoxine geen schandaal werd voor de melkketen. Wilstacke prees de sector. Melkveehouders en zuivelondernemingen hebben de kwaliteitsen hygiëneregelingen voortreffelijk omgezet in eigen regels. Bovendien zijn deze hoge, wettelijke hygiëne-eisen zinvol uitgebreid met eigen aanvullende, vrijwillige maatregelen. Daarom geniet melk bij de consument terecht een goed imago en is het product de laatste tientallen jaren verschoond gebleven van schandalen.

zuivelzicht / 18 september 2013

516033.indd 11

voor duurzaamheid en wetgevingszaken, stelde dat zijn concern in 2200 supermarkten in wereldwijd 32 landen ongeveer 4 miljoen artikelen aanbiedt, waaronder melk en zuivelproducten. Belangrijk voor rimpelloze zaken en consumentenvertrouwen zijn preventie, transparantie en goede structuren om het product in de keten te kunnen volgen. Inmiddels werkt Metro aan een nieuw project, waarbij vers-ketens meer informatie leveren aan het concern. Deze gegevens kunnen met de QR-code door de consument worden opgevraagd. Het project is begonnen in de visserij, dat zo beter in beeld wordt gebracht. Belangrijke gegevens zijn op welk schip in welk viswater is welke vis gevangen en hoe groot was de bijvangst. Daaraan worden de gegevens uit andere schakels in de keten toegevoegd, zodat de consument een compleet beeld krijgt. Metro wil dit project uitbreiden naar alle haar toeleveranciers. Dr. Robert Schaller, bij het ministerie van Landbouw in Berlijn verantwoordelijk voor levensmiddelencontrole en crisismanagement beschreef de werkwijze van de Duitse overheid bij schandalen en de verantwoordelijkheidsverdeling tussen de Bondsrepubliek en zijn deelstaten. Schaller vertelde, dat in Duitsland 4,8 miljoen mensen in ruim 2 miljoen bedrijven zo’n 230.000 verschillende voedingsmiddelen voortbrengen. 11

17-9-2013 11:51:12


markt

tekst martin de vries foto Has kennistransfer

voorspelling has kennistransfer voor de zuivel:

Voedingstechnologen hard nodig “De vraag naar voedings-

- georganiseerd die interessant zijn voor werknemers in de zuivelsector.

middelentechnologen in de

Kennisprojecten

zuivelindustrie zal verder

HAS Kennistransfer wil naast het opleiden van technologen ook een rol spelen bij kennisprojecten. “Bij kleine bedrijven is specifieke kennis op het gebied van product- of procesoptimalisatie vaak niet aanwezig. De grotere bedrijven hebben die kennis wel, maar hebben vaak tijd te kort om een uitgebreid onderzoek uit te voeren.” HAS kan hier een bijdrage aan leveren. “Dat kan zowel met als zonder studenten, omdat wij ook adviseurs in dienst hebben. Door een onderzoek door mensen buiten de bedrijfsmuren uit te laten voeren schijnt er een ander licht op bepaalde thema’s.”

toenemen. Ontwikkelingen op het gebied van duurzaamheid en de toenemende vraag naar zuivel maakt dat zij de komende jaren hard nodig zijn”. Twintig studenten van de hogeschool in Den Bosch studeren dit jaar af als voedingstechnoloog met als specialisatie Zuivel. De jonge talenten vliegen uit over de hele zuivelketen. Veel studenten komen op de afdeling Productontwikkeling van grote ondernemingen zoals FrieslandCampina en Arla. Ook voor de ontwikkelingsafdeling van kleinere partijen of machinebouwers in de zuivelsector wordt gezocht naar nieuw personeel. “En die behoefte neemt niet af. Veel bedrijven kiezen er voor om werknemers om of bij te scholen”, vertelt Connie Walet, zuiveldocente van HAS Kennistransfer en Bedrijfsopleidingen in Den Bosch.

Trend zal verschuiven van duurzaamheid naar gezondheid HAS levert maatwerktrajecten voor het opleiden van de toekomstige specialisten op het 12

514971.indd 12

Pilotplant HAS heeft de beschikking over een eigen pilotplant voor de zuivel.

gebied van bijvoorbeeld droging en membraantechnieken. “Maar ook de vraag naar kennismakingscursussen neemt toe. Personeel zonder specifieke technologische achtergrond - zoals salesmanagers - worden bijgepraat over de ontwikkelingen in de zuivel.”

HAS heeft de beschikking over een eigen pilotplant waar op kleine schaal machines zoals een roomcentrifuge, pasteurs en apparatuur voor kaasbereiding aanwezig zijn. “Diverse studenten met verschillende specialisaties werken naast elkaar”, geeft Walet aan. “Zo zijn er ook moleculaire onderzoeksfaciliteiten voor bakkers en slagers. Hierdoor vindt er kruisbestuiving plaats, want vaak worden bestandsdelen gebruikt die ook op andere plekken kunnen worden ingezet.”

Duurzaamheid De meeste beweging zit er in duurzaamheid. “Maar we hebben ook een lector rondlopen die gespecialiseerd is in voeding en gezondheid. Zaken als interne herformulering van producten en toepassing van specifieke functionele additieven zullen in toenemende mate van belang worden. De focus binnen de zuivelsector zal over een aantal jaren verschuiven van duurzaamheid naar gezonde producten. Daar proberen we nu al op in te spelen”, legt adviseur Gelinde Gerlinde Van Santen uit. Ook dit jaar worden er bij de hogeschool weer verschillende masterclasses - bijvoorbeeld op het gebied van procesoptimalisatie

Op het gebied van duurzaamheid zijn inmiddels verschillende onderzoeken uitgevoerd. Van Santen: “Zo voerde een aantal studenten een onderzoek uit naar de plek waar de meeste duurzaamheidswinst valt te behalen, namelijk de kleine initiatieven bij de melkveehouders”. Ze besluit: “Maar ook de grote zuivelondernemingen willen stappen maken. Willen iets doen met het afvalwater, energiemaatregelen of energiebeheersing. De tijd ontbreekt vaak om daar gedegen onderzoek naar te doen. HAS combineert milieukunde met technologie en kan daar dus een bijdrage aan leveren.” zuivelzicht / 18 september 2013

17-9-2013 11:48:48


c ka g i n g &

log

i

SE

RV

ICES

wa r eh

ic

ou

, pa

st

s

g in

CHEE

SE

De juiste partner voor U! Voor meer kwaliteit in opslag, verpakking en distributie van kaas Van der Heiden Cheese Services Landjuweel 15 3905 PE Veenendaal Telefoon +31 (0)318 56 26 50 E-mail info@vanderheidencheeseservices.nl Internet www.vanderheidencheeseservices.nl

516188.indd 13

17-9-2013 10:03:05


bedrijf

t e k s t R e n é va n BU i t e n e n f o t o ’ S D OC KAAS

nieuw strategisch plan DOC KAAS

‘We durven ons een speler van formaat te noemen’ DOC Kaas informeert haar leden dezer weken over de nieuwe strategie van het bedrijf. Met trots en vol vertrouwen zet de coöperatie een stap voorwaarts in de kaasketen.

“Wij zijn een totaalspeler in kaas. Wij richten ons op het kostprijsleiderschap zodat we uiterst efficiënt kwaliteitskazen kunnen voortbrengen. In de markt profileren we ons als een bedrijf dat heel nauw en goed wil inspelen op de wensen van de klant. Er ligt absoluut ruimte om dat beter te doen dan een aantal andere veel grotere spelers.” Zo verwoordt Jannes Oosterveld, algemeen directeur van DOC Kaas de nieuwe strategie van de zuivelonderneming. Dezer weken houdt de coöperatie een roadshow voor haar leden. In enkele tientallen bijeenkomsten wordt de nieuwe koers met de veehouders besproken. Bij de start van die tournee twee weken geleden, presenteerde het bedrijf de Strategie 2013-2017 aan de media. Dat gebeurde met trots en vol zelfvertrouwen. “Wij zijn Drenten. We zijn een beetje voorzichtig. Lopen niet voorop. Eerst doen - dan pas naar buiten treden”, zegt Oosterveld. “Maar ik durf te zeggen, dit is een feestelijke dag. Zo ervaren we dat.”

Integere speler DOC Kaas kiest voor een strategie die past bij de onderneming en die aansluit bij de ontwikkelingen in de zuivelmarkt. Jarenlang richtte het bedrijf zich uitsluitend op het zo 14

515909.indd 14

Het zuivelpark van DOC Kaas in Hoogeveen.

goedkoop mogelijk produceren van kwaliteitskaas, die vervolgens door handelspartners werd afgezet. Nu gaat DOC haar producten ook zelf op de markt brengen. “Aan de ene kant blijven we de kosten drukken. Aan de andere kant creëren we klantwaarde voor onze afnemers. We willen de wensen van klanten vertalen in de markt. Daarbij willen we ervaren worden als een integere speler die zijn afspraken nakomt.” De coöperatie plukt met de nieuwe strategie de vruchten van de participatie in Kraats Kaas (samen met Vergeer Holland) en de overname van Cheese Partners Holland, de handelmaatschappij waarin DOC haar belang van 42 procent vorig jaar uitbreidde naar 100 procent. Het bedrijf is volledig geïntegreerd in DOC Kaas en heet per 1 oktober Dutch Original Cheese. ”Nu we zelf de keten in bezit hebben plus een bedrijf hebben dat kaas kan raspen en verpakken durven we ons een speler van formaat te noemen in de keten van koe tot consument.” De koerswijziging heeft een duidelijk om-

schreven doel: een concurrerende melkprijs voor de leden. “Dat is altijd ons uitgangspunt geweest en dat was dus ook de basis voor het formuleren van de strategie.”

Vertrouwen Met een concurrerende melkprijs bedoelt DOC Kaas de melkprijs van FrieslandCampina. Dat is en blijft de doelstelling. Tussen de melkprijzen van beide bedrijven is nog een gat, maar DOC Kaas denkt de kloof mede met de nieuwe strategie te kunnen overbruggen. Het bedrijf heeft er dan ook alle vertrouwen in dat de doelstelling gerealiseerd wordt. Oosterveld benadrukt daarbij dat de coöperatie zich niet alleen richt op de melkprijs van vandaag maar ook op die van morgen. Het gaat er immers om dat de onderneming ook in de toekomst financieel gezond blijft. Continuïteit is dus van belang in de strategie; niet alleen voor het bedrijf, ook voor de leden. Die kunnen hun de extra melk die zij na afschaffing van de quota willen producezuivelzicht / 18 september 2013

17-9-2013 11:50:13


bedrijf

ren blijven leveren aan DOC Kaas, stelt Oosterveld. “Wij geven onze leden afnamegarantie. We bemoeien ons niet met de groei van hun bedrijven.” Op basis van een enquête onder de veehouders schat DOC in dat de groei van de ledenmelkplas tussen 2012 en 2020 10 à 20 procent zal bedragen. Dat acht de coöperatie voldoende, gelet op de potentie van de kaasmarkt.

Duitse leden Overigens overweegt DOC Kaas om de circa honderd Duitse veehouders die als leverancier aan de Duitse vennootschap van DOC zijn verbonden, het lidmaatschap aan te bieden. “Zij hebben geld in de coöperatie zitten terwijl hun zeggenschap minder goed geregeld is. We willen hun juridische positie verstevigen. We hebben goede ervaringen met deze veehouders. Het zijn professionele ondernemers, die we ook qua rechtszekerheid goed willen behandelen.”

‘Eigenlijk kruipen we uit onze schulp’ Blik in de fabriek bij DOC Kaas.

Bij de omgevingsanalyse die ten grondslag lag aan de nieuwe strategie heeft DOC Kaas zich de vraag gesteld of zij ook andere takken van sport moet gaan beoefenen. Er is serieus gekeken naar mogelijkheden tot diversificatie van de activiteiten, maar de conclusie was duidelijk volgens Oosterveld. “We blijven focussen op kaas en wei. We zijn een belangrijke speler in kaas. Die positie willen we verder uitbouwen. Dat sluit aan bij onze kerncompetenties. We zien mogelijkheden genoeg in de mondiale kaasmarkt. Via DV Nutrition (de joint-venture die de wei van de DOC verwerkt tot hoogwaardige ingrediënten, red.) zitten we bij de booming markt van babyvoeding en lifestyleproducten.” Het heeft weinig zin een deel van de melkaanvoer te bestemmen voor de productie van bij voorbeeld mager melkpoeder, meent Oosterveld. Dat zou leiden tot versnippering en onvoldoende rendement opleveren. “Als je iets anders wilt dan kaas en wei, moet je behoorlijk investeren. Dat gaat verder dan alleen een poedertoren neerzetten. Schoenmaker blijf bij je leest.” z u i velz i cht / 1 8 se p tembe r 2 0 1 3

515909.indd 15

Dus houdt DOC Kaas de focus op de productie van kaas en wei. Binnen die productgroep worden de activiteiten uitgebreid met een commerciële poot. Zo hoopt het bedrijf de maximale marge per kilo kaas te realiseren.

Tweede kaaslijn Tegelijkertijd wil DOC Kaas enkele tientallen miljoenen investeren in de productie. De capaciteit van het kaasbedrijf werd onlangs al uitgebreid, maar er zijn ook plannen voor uitbreiding van de verwerkingscapaciteit voor wei. En er zijn concrete voornemens voor de bouw van een tweede kaaslijn. Naar verwachting zullen de raad van beheer en de ledenraad nog dit jaar een besluit nemen over de plannen. De keuze om de verkoop van kaas in eigen hand te nemen is mede ingegeven door de marktomstandigheden. Oosterveld: “Door de consolidatie zijn er steeds minder handelsbedrijven en inkoopbedrijven. Het is heel belangrijk dat je je afnemers rechtstreeks kunt

benaderen. Klanten willen dicht bij de bron zijn; ze willen weten waar ze aan toe zijn. Daar spelen we op in. Eigenlijk kruipen we uit onze schulp.” Het bedrijf heeft voor diverse marktsegmenten commerciële plannen ontwikkeld. DOC Kaas wil zich gaan richten op het out of home-kanaal, de retail en de industrie, terwijl ook de afzet via de handelshuizen wordt voortgezet. Ook de export zal een impuls krijgen. “Er zijn grote mogelijkheden op de mondiale kaasmarkt”, zegt Oosterveld. “We hebben een selectie gemaakt van landen waar we kansen zien.” Landen die DOC Kaas op het oog heeft wil Oosterveld niet noemen, maar het is geen geheim dat de Aziatische regio, het Midden-Oosten en Noord-Afrika tot de potentiële afzetgebieden behoren. “We zijn op dit moment bezig stappen voor te bereiden. Het zou best kunnen zijn dat we dat eventueel samen doen met andere bedrijven. Concrete voorstellen zijn er nog niet, maar er zijn wel ideeën.” 15

17-9-2013 11:50:28


bedrijf

t e k s t R e n é va n b u i t e n e n

FrieslandCampina en Arla Foods groeien vooral elders

Op zoek naar compensatie voor Europese margedruk Waar vinden de grote zuivelcoöperaties de oplossing voor de problemen die ze hebben op de Europese consumentenmarkt? FrieslandCampina en Arla Foods worden net als alle andere spelers geconfronteerd met dalende marges in Europa, blijkt uit de halfjaarcijfers. Azië, het Midden-Oosten en de ingrediëntenmarkt bieden voor FrieslandCampina soelaas. Ook Arla Foods hoopt in die markten compensatie te vinden.

Enkele weken geleden werd duidelijk hoe hard de economische malaise in Europa de marges van de grote zuivelondernemingen treft. De halfjaarcijfers van Danone en Parmalat spraken boekdelen. Ook FrieslandCampina en Arla Foods ontkomen gezien hun dominantie op de (Noordwest-) Europese markt niet aan de gevolgen van de crisis. Interessant is de vraag of beide coöperaties hun activiteiten voldoende over de diverse markten hebben verdeeld om de klappen die de Europese markt uitdeelt, te kunnen opvangen. Of zoals Cees ’t Hart, de CEO van FrieslandCampina, het in het halfjaarbericht stelt: “We moeten een passend antwoord vinden op de gevolgen van de achterblijvende consumentenbestedingen in Europa.” Want in Europa heeft FrieslandCampina het net als iedereen moeilijk. De omzet en de brutowinst namen af, ondanks ingezette herstructureringen. De operaties om de kosten te beheersen hebben wel effect gehad, maar onvoldoende om de marges weer te laten stijgen. FrieslandCampina gaat nu bekijken hoe zij haar Europese organisatie moet aanpassen om het tij te keren.

FrieslandCampina het zo goed dat de mindere resultaten in Europa ruimschoots worden gecompenseerd. Want de omzet van het totale concern steeg het afgelopen half jaar met 8,5 procent en de nettowinst groeide met 17 procent. Het bedrijfsresultaat van alle activiteiten samen kwam 25 procent hoger uit, op 275 miljoen euro. Op een omzet van 5,5 miljard euro is dat een brutomarge van 5,0 procent. Dat is beduidend meer dan de 4,3 procent uit de eerste helft van het vorige boekjaar.

Die groei is voor een groot deel te danken aan de ontwikkelingen bij Consumer Products International. Deze businessunit zette 17 procent meer om, door zowel meer volume in de verschillende markten af te zetten als door hogere verkoopprijzen te berekenen. Als gevolg van de stijgende prijzen voor boerderijmelk zag het bedrijf zich genoodzaakt de verkoopprijzen te verhogen, maar dat lukte niet in alle landen. Al met al steeg het brutoresultaat met liefst 21 procent naar 271 miljoen euro. Dat komt neer

Wereldmarkt Kijkend naar de halfjaarcijfers moet de onderneming het antwoord op de Europese problemen vooral op de wereldmarkt zoeken. In andere regio’s van de wereld doet 16

515987.indd 16

Productie van consumptiemelk bij FrieslandCampina. zuivelzicht / 18 september 2013

17-9-2013 11:55:43


bedrijf

op een marge van bijna 17 procent. In bijna alle landen buiten Europa waar FrieslandCampina aanwezig is, werd het afgelopen half jaar een betere prestatie geleverd. Wel ondervindt het concern in sommige landen tegenwind. In China stonden bij voorbeeld de verkopen van kindervoeding enige tijd onder druk als gevolg van parallelimport en de verwarring rond de herkomst van verschillende merken. En ook in Indonesië en Vietnam ziet FrieslandCampina de concurrentie toenemen.

FrieslandCampina: buiten Europa bijna overal betere prestaties Een andere activiteit waarmee FrieslandCampina de problemen op de Europese markt het hoofd biedt is de productie en verkoop van ingrediënten voor onder meer kindervoeding. Ook deze groep zag de operationele marge het afgelopen jaar verder oplopen. Die ligt inmiddels op 15,5 procent, dus ook ver boven het concerngemiddelde van 5,0 procent. Wat ook opvalt is het herstel van de groep Cheese, Butter & Milkpowder. De negatieve marge uit 2012 is omgebogen in een plus van 1,4 procent. De hogere verkoopprijzen

voor basiszuivelproducten leidden in de eerste zes maanden van dit jaar tot een sterke stijging van het bedrijfsresultaat.

Effect fusies Ook Arla Foods moet het even niet van haar thuismarkten hebben. Al is dat op het eerste gezicht niet zo zichtbaar in de halfjaarcijfers. Het Scandinavische concern rapporteert een groei van zowel de omzet (plus 3,2 procent naar omgerekend 4,89 miljard euro) als van het netto-resultaat (een verdubbeling naar 140 miljoen euro). In die cijfers zit echter het effect verborgen van de juridische fusies die Arla Foods vorig jaar afrondde met Milk Link in het Verenigd Koninkrijk en Milchunion Hocheifel in Duitsland. In haar halfjaarbericht publiceert Arla Foods geen gedetailleerde bedrijfsresultaten per businessunit. Wel worden omzetgegevens genoemd. Daaruit valt op te maken dat Arla Foods op in haar thuismarkt niet meer dan 605 miljoen euro (0,3 procent) aan omzet is gegroeid. Dat is dus inclusief de via Milk Link en MUH aangekochte omzet. Deze ‘overnames’ verklaren de omzettoename in Duitsland en het Verenigd Koninkrijk. In Zweden en Denemarken leverde Arla flink aan omzet in.

Ambitie In Finland en ook in Nederland zette Arla Foods op eigen kracht wel meer om. Net als FrieslandCampina zal ook Arla Foods de gevolgen van de economische crisis in

Arla Foods zoekt vanuit de thuismarkten (donkergroen) groei in Afrika Rusland en China. zuivelzicht / 18 september 2013

515987.indd 17

Europa elders op de wereld moeten opvangen. Het bedrijf heeft voor China, het Midden-Oosten, Noord-Afrika en Rusland een duidelijke ambitie gedefinieerd. In 2017 moet het aandeel van deze regio’s gezamenlijk 20 procent van de concernomzet bedragen. Nu nog ligt dat aandeel (voor wat betreft de consumentenmarkt) op 6 procent. Het duurt vermoedelijk dus nog wel even voordat Arla Foods de Europese problemen kan compenseren met de opbrengsten uit die regio’s.

Arla Foods: ingrediëntendivisie blijkt meest lucratief Toch rekent Arla Foods voor de langere termijn op China, Noord-Afrika, het MiddenOosten en Rusland. Vooral van de samenwerking met de Chinese branchegenoot Mengniu, die het Arla-merk op de Chinese markt ondersteunt, wordt veel verwacht. Inclusief het groeiend volume aan ingrediënten voor babyvoeding dat Arla Foods op de Chinese markt afzet, moet die samenwerking leiden tot een verdubbeling van de omzet dit jaar tot 66 miljoen euro. Een streven dat in de eerste zes maanden van dit jaar al is behaald dankzij de krachtige groei van de markt voor babyvoeding. Ook in Noord-Afrika en het Midden-Oosten hoopt Arla Foods dit jaar flink te groeien. Kaas, boter en poeder zijn de voornaamste producten waarmee het concern de omzet dit jaar met 15 procent denkt te kunnen laten toenemen, tot omgerekend 455 miljoen euro. De Russische markt moet dit boekjaar 25 tot 30 procent meer omzet generen. Daarmee zou Arla Foods ruim 100 miljoen euro uit de Russische markt halen. Het zijn relatief kleine bedragen op de concernomzet van 4,8 miljard euro. Voorlopig zal het antwoord bij Arla Foods niet uit de consumentenmarkt moeten komen, maar uit de business to businessmarkt. Want de ingrediëntendivisie is ondanks de verhoudingsgewijs geringe omzet (350 miljoen euro) een van de meest lucratieve onderdelen. Arla Foods Ingredients boekte het afgelopen half jaar 17 procent meer omzet. 17

17-9-2013 11:55:49


bedrijf

t e k s t EM f o t o ’ s A FP

coöperatie lijft regionale spelers in

Sodiaal krikt omzet op met verliesgevende concurrenten Sodiaal heeft het moeilijk op zijn thuismarkt. Dalende omzetten en krimpende marges dwingen het coöperatieve concern tot maatregelen. Om de positie in enkele Franse regio’s te versterken kocht Sodiaal onlangs twee - nu nog verliesgevende - kleinere concurrenten. Echte groei moet komen van de buitenlandse yoghurtmarkt, de kaasspecialiteiten en van de wereldmarkt voor zuivelingrediënten. Als de ambtenaren van de Franse karteldienst een beetje meewerken kan Sodiaal nog dit boekjaar zijn omzet flink opvoeren. De nummer twee van de Franse zuivelindustrie kan dan de omzet met een kwart vergroten tot 5,3 miljard euro. De mededingingsautoriteiten buigen zich momenteel over twee overnames die Sodiaal nog dit jaar definitief hoopt af te ronden. Vlak voor de zomer stemden de leden van de coöperatieve ondernemingen Groupe 3 A (Alliance Agro-Alimentaire Coopérative) en Les Fromageries de Blâmont in met een overname door Sodiaal. Daarmee ontstaat er een concern dat afgaande op de jaarcijfers van 2012 een melkplas van meer dan 5 miljard liter per jaar zal verwerken. De aangekochte omzetgroei kent ook een keerzijde. Zowel Groupe 3A als Les Fromageries de Blâmont treden niet uit luxe toe tot de Franse zuivelgroep. Beide bedrijven schrijven rode cijfers. Het is dan ook nog maar de vraag op welke termijn de acquisities renderen voor Sodiaal.

Lastige markt Neem Groupe 3A. Een bedrijf dat de melk van 2000 veehouders uit voornamelijk Zuidwest-Frankrijk verwerkt tot een breed pakket basiszuivelproducten. De in Toulouse gevestigde onderneming zette daarmee het afgelopen jaar 756 miljoen euro om, een teruggang van 2 procent ten opzichte van 2011. Bijna 80 procent van de producten 18

515990.indd 18

blijft op de Franse consumentenmarkt. De lastige economische omstandigheden waarmee de Franse consument wordt geconfronteerd, treffen Groupe 3A hard. Het afgelopen jaar werd 14 miljoen euro verlies geleden. Terwijl er in 2011 nog zwarte cijfers werden geschreven: 200.000 euro resteerde er toen na aftrek van belasting. Groupe 3A herbergt drie bedrijven die een welkome aanvulling kunnen zijn voor het portfolio van Sodiaal. Les Fromageries Occitanes is producent van speciaalkazen. De onderneming (omzet 237 miljoen euro) bezit onder meer de beschermde kaassoorten Cantal en Saint-Nectaire. Groupe 3A is met 80 procent grootaandeelhouder van dit bedrijf, waarin verder onder meer Bongrain participeert.

Groupe 3A en Fromageries de Blâmont treden niet uit luxe toe Ook van melkpoederproducent Bonilait heeft Groupe 3A de meerderheid van de aandelen in handen. Bonilait produceert jaarlijks 70.000 ton melkpoeder die deels voor de veevoedersector is bestemd. Het bedrijf zette vorig jaar 153 miljoen euro om, waarvan

meer dan de helft uit het buitenland kwam. Tot slot heeft Groupe 3A belangen in Yéo Frais (69 miljoen omzet), producent van yoghurt, crème fraiche en andere verse producten. Yéo zet die producten voornamelijk onder eigen merk af in de grotere supermarktketens. Ook de andere overname die Sodiaal dit jaar hoopt af te ronden, zal naar alle waarschijnlijkheid niet direct bijdragen aan de winst van de onderneming. De Oost-Franse kaasproducent Les Fromageries de Blâmont lijdt namelijk al enkele jaren verlies. Ondanks voortdurende saneringsoperaties (inclusief een fabriekssluiting) schrijft het bedrijf sinds 2009 rode cijfers. De verliezen zijn inmiddels opgelopen tot 17 miljoen euro. Les Fromageries de Blâmont verwerkt 150 miljoen liter melk, afkomstig van 300 veehouders. Sodiaal zelf doet het na een aantal moeilijke laatste jaren weer wat beter. Sodiaal Union maakte het afgelopen jaar voor het derde achtereenvolgende boekjaar winst. Deze coöperatie van 12.100 melkveehouders die feitelijk het zuivelconcern Sodiaal plus het internationale bedrijf Sodiaal International bezit, verdrievoudigde het afgelopen jaar de nettowinst tot bijna 14 miljoen euro, op een omzet van 2,25 miljard. De Sodiaal-groep, die de melk van de coöperatie verwerkt, liet het afgelopen jaar minder gunstige resultaten zien. De omzet slonk 1,4 zuivelzicht / 18 september 2013

17-9-2013 11:56:50


bedrijf

De twee belangrijkste merken van Sodiaal op de consumentenmarkt: Yoplait en Candia. Met Yoplait richt het concern zich op de internationale yoghurtmarkt. Candia is het Franse merk voor consumptiemelkproducten.

procent tot 4,3 miljard euro. De nettowinst verdampte tot 2,1 miljoen euro, een daling van 75 procent. Want ook Sodiaal ontkomt natuurlijk niet aan de gevolgen van de economische malaise op de consumentenmarkt.

Kurk van het concern Het concern is opgedeeld in vier delen: verse producten (met het internationaal alom vermaarde merk Yoplait), consumptiemelkproducten (opgebouwd rondom het merk Candia), kaas (met onder meer het bedrijf Entremont) en de ingrediënten die voor een belangrijk deel door het bedrijf Eurosérum worden vermarkt. Yoplait kan worden beschouwd als de kurk waar het Sodiaalconcern op drijft. Het merk wordt door dochtermaatschappij Yoplait SAS geëxploiteerd. Dit bedrijf, waarvan Sodiaal de aandelen (49 procent) deelt met het Amerikaanse concern General Mills (51 procent), zette het afgelopen jaar 1,7 miljoen ton yoghurt en andere verse zuivelproducten af. Daarmee is Yoplait in dit segment na Danone de belangrijkste speler ter wereld. Ongeveer de helft van het volume wordt in de Verenigde Staten afgezet. Daar profiteert het bedrijf op dit moment van de enorme populariteit van yoghurt. De rest wordt vooral via dochterbedrijf Yoplait France op diverse Europese markten afgezet. Ondertussen breidt Yoplait steeds verder uit. Het afgelopen jaar werd de Marokkaanse zuivelzicht / 18 september 2013

515990.indd 19

markt betreden via de Marokkaanse zuivelonderneming SLCN, en ook in Canada is Yoplait inmiddels op de markt gebracht. Dat gebeurt via Ultima Foods, een gezamenlijke activiteit van de Canadese concerns Agropur en Agrifoods International. De consumptiemelkdivisie van Sodiaal heeft het zwaar. Dochterbedrijf Candia verloor het afgelopen boekjaar 25 miljoen euro op een 8 procent lagere omzet van 1,2 miljard euro. Dat is een gevolg van de verhevigde concurrentie in de Franse supermarkten. Vooral de voortdurende groei van het aandeel private label zet de marge van Candia onder druk. Sodiaal heeft haar consumptiemelkgroep dan ook flink onder handen genomen. Nog voor de zomer van 2014 gaan drie van de twaalf melkfabrieken in Frankrijk dicht .

Nieuwe poederfabriek met steun van Chinese investeerders Een positiever verhaal vertelt de kaasgroep van Sodiaal, die na Lactalis, Bongrain en Bel de vierde speler op de Franse kaasmarkt is. Weliswaar leverde Sodiaal vorig jaar met haar kaasactiviteiten 2 procent omzet in (op 1,3 miljard euro), maar belangrijk is de ren-

dementsverbetering bij Entremont, dat vorig jaar na een lang overnamegevecht definitief in handen kwam van Sodiaal. Ondanks een 5 procent lagere omzet (776 miljoen euro) slaagde Entremont er het afgelopen jaar in om na een reeks saneringen weer winst te maken.

Internetveiling Het komende jaar verwacht Sodiaal sterk te kunnen groeien in de ingrediënten. De resultaten van dit bedrijfsonderdeel namen het afgelopen jaar substantieel toe. In de melkpoeders is het met name Eurosérum dat sterk groeit. Het bedrijf zal met ingang van 5 november een deel van haar producten afzetten via Global Dairy Trade, de internetveiling van basiszuivelproducten. Sodiaal gaat samen met de Chinese firma Synutra International 100 miljoen euro investeren in de bouw van een nieuwe melk- en weipoederfabriek. Aan het eind van volgend jaar hopen zij in Carhaix (Bretagne) een fabriek in gebruik te kunnen nemen waar 100.000 ton poeder wordt geproduceerd. Overigens neemt de Chinese producent van zuigelingenvoeding met 90 miljoen euro het leeuwendeel van de investering voor haar rekening. Sodiaal zal de fabriek voorzien van 280 miljoen liter melk op jaarbasis. Eurosérum levert jaarlijks 30.000 ton wei. Synutra zal de producten afnemen en verkopen op de Chinese markt. 19

17-9-2013 11:56:58


bedrijf

yves de groote

beter dan de sterkste merken in België en Nederland

Groothandel versterkt positie met eigen kaasmakerij “Supermarkten doen steeds meer direct zaken met de kaasfabrikanten en slaan de groothandel steeds meer over”, verklaart Jan Desmet de strategische keuze van zijn kaasgroothandel voor de eigen productie van kwalitatief onderscheidende kaasmerken. “Zij moeten zorgen voor continuïteit en een sterkere positie op de markt.”

Zeven groothandels Na een herstructurering van de kaasgroothandel, gespreid over de afgelopen jaren, telt België nu nog maar zeven echte kaasgroothandels. “Het marktaandeel van de supermarkt- en discountformules stijgt ten koste van de kaasspeciaalzaken.” Desmet verwijst naar de GfK-cijfers: “Na enkele mindere jaren steeg het marktaandeel van de discountformules in 2012 door de crisis met 1,6 procent tot 30,3 procent. De reguliere supermarkten blijven evenwel marktleider met 46,7 procent, maar kenden wel een daling van 1,1 procent ten opzichte van 2011.” Kaaspeciaalzaken, van oudsher de voornaamste markt van Triporteur, hebben een marktaandeel van 9 procent. Volgens cijfers van ondernemersorganisatie Unizo bedraagt het aantal kaasspeciaalzaken 300, maar dit marktkanaal staat onder druk, zoals ook de GfK-cijfers bevestigen. Hun marktaandeel nam in één jaar af met 1,1 procent. “De laatste drie jaar sluit om de zes maanden wel ergens in België een kaasspeciaalzaak de deuren”, weet Jan Desmet. Het groeiende succes van de Belgische kazen - net als andere Belgische producten zoals bier en chocolade - speelde natuurlijk ook een rol bij de strategische keuze, blikt Jan Desmet tien jaar terug. “Bovendien nam kaasconsumptie op de thuismarkt gaandeweg toe. In 2001 aten de Belgen volgens GfK 1,5 kg kaas minder dan in 2012. Toen aten de Belgen 12 kg kaas, exclusief platte kaas (kwark, red.). De totale bestedingen lig20

515998.indd 20

Kaasgroothandel Triporteur heeft sinds begin dit jaar in West-Vlaanderen een eigen ambachtelijke kaasmakerij voor Belgische merkkazen. Ambitie is om nieuwe kazen te lanceren die kwalitatief beter zijn dan de sterkste merken in België en Nederland. “Supermarkten slaan de groothandel steeds vaker over”, zo verklaart directeur Jan Desmet zijn strategische keuze. gen gemiddeld op 112 euro aan kaas. Belgische kazen hadden vorig jaar een volume- en bestedingsaandeel van respectievelijk 18,2 en 21,4 procent. Hun marktaandeel is met 60 procent het hoogste binnen het halfharde segment voor harde kaas (52,5%). Er was en is dus nog steeds ruimte voor nieuwe kazen”, geeft de directeur een schot voor de boeg. Volgend jaar hoopt hij een vierde merk te lanceren.

Eigen merken Triporteur begon tien jaar geleden al met eigen merken, omdat Jan Desmet de jaren ervoor een duidelijke ommezwaai zag in het zaken doen door de retailers. In 2003 kwam daarom de Vlaskaas (Goudse type met zoete nasmaak) op de markt en een jaar later volgde de magere goudse kaas Jeunesss! In maart van dit jaar zag Flandrien Jong het levenslicht. “De romige, iets zoete Vlaskaas hebben we zelf ontwikkeld en laten we bij Cono Kaasmakers maken. Het rijpen gebeurt echter in Wervik langs de oever van de Leie, die door de vlasregio bij uitstek stroomt”, vervolgt Jan Desmet. Jeunesss! is een magere, maar toch smaakvolle en smeuïge kaas. “Deze lieten we voorheen produceren op een Vlaamse kaasboerderij, maar produceren en rijpen we nu sinds maart 2013 ook in het

West-Vlaamse Wervik. De verschillende kaasmerken zijn volgens Desmet stuk voor een stuk een succes en worden op meer dan 1000 verkooppunten verkocht. “De nieuwe Goudse Flandrien Kaas, inmiddels te koop op 300 verkooppunten, is zeer smedig. De kaas onderscheidt zich van de Goudse kaas doordat ze meer kleine oogjes bevat en een aparte ‘Belgische’ smaak heeft.” De kaas is sinds deze maand ook in alle winkels van Spar Retail en Alvo terug te vinden. Voorlopig zijn de Flandrien Jong (6 weken oud) en Flandrien Gerijpt (5 maanden oud) op de markt. In 2014 volgt de één jaar gerijpte versie Flandrien Oud.

Rijke historie Grootvader André Desmet richtte het bedrijf op in 1934. De bedrijfsnaam verwijst naar de bakfiets waarmee hij naast koloniale waren en kaas ook boter vervoerde naar zijn klanten in de regio. Het Franse woord Triporteur is daardoor ingebakken in het Wervikse dialect. Anno 2013 omvat het kaasassortiment niet minder dan 800 binnen- en buitenlandse - waaronder ook Nederlandse - kaassoorten, goed voor een omzet van 13 miljoen euro. Bij het bedrijf werken 24 medewerkers. “We leveren vanuit onze groothandel aan 800 verswinkels.” Cono Kaasmakers en zuivelzicht / 18 september 2013

17-9-2013 12:03:01


bedrijf

Kaasmakerij Henri Willig zijn de belangrijkste Nederlandse leveranciers. “Zo levert Cono 90 procent van onze Goudse kaas onder de exclusief Belgische merknaam Wapen van Noord-Holland.” Voor Henri Willig verkoopt Jan Desmet met name het Polderkaasassortiment gemaakt uit geiten- en schapenmelk. Kleinere Belgische kaasleveranciers zijn Kaasboerderij De Moerenaar (kazen: Pitthemnaer en Abbé Royal) uit De Moeren nabij Veurne, en kaasboerderij het Groendal uit Roeselare (kazen: Groendal Grand Cru, Pater Lievens, Groendal Kruidenkaas e.a.) De groothandel beschikt over rijpingszalen die een capaciteit hebben van 280 ton.

Kaasmakerij “Onze ambitie is om nieuwe kazen te lanceren die kwalitatief beter zijn dan de grootse merken uit België en Nederland”, zegt Jan Desmet. Hij investeerde vier miljoen euro in de eigen kaasmakerij, De Kazerij genoemd. “De capaciteit is vijf miljoen liter, maar die kan worden verdubbeld. Als we in het eerste jaar 3 miljoen liter verwerken ben ik tevreden.” Voor het produceren van premiumkwaliteit is het volgens de directeur allereerst belangrijk dat de kwaliteit van de grondstof uitstekend is, maar ook dat de nodige tijd wordt genomen voor zowel de productie als het rijpen van de kaas. “We hebben daarom ook besloten om Flandrien kaaswielen van 18 kilogram te produceren, omdat dit ten goede komt aan de smaak van de kaas tijdens het rijpen. Hoe groter de kaas, hoe beter de kwaliteit.” Het belang van een hygiënisch productieproces en productieomgeving is evident. “We zijn dan ook met vlag en wimpel geslaagd bij de keuring van de kaasmakerij door het FAVV (Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen, red.). Hygiëne begint op het bedrijfsterrein bij de RMO-ontvangst onder een afdak voor de bescherming tegen regen”, toont Jan Desmet als voorbeeld. De melk wordt ingekocht bij MIKKA, de afkorting van Melk In de Korte Keten Afzet. “Deze inkooporganisatie verenigt 37 melkveehouders die vijf jaar geleden besloten om hun melk niet langer te leveren aan de traditionele zuivelfabrieken, maar de melk zelf op de markt te brengen en aan kleinere ambachtelijke zuivelproducenten te leveren”, verduidelijkt Jan Desmet. “Omdat de kwaliteit (kiem- en celgetal, red.) van de melk bezuivelzicht / 18 september 2013

515998.indd 21

In maart lanceerde Jan Desmet de merkkaas Flandrien Kaas in België, die behalve in speciaalzaken sinds deze maand ook in Spar en Alvo-supermarkten ligt. In 2003 bracht de kaasgroothandel Vlaskaas op de markt en een jaar later volgde Jeunesss! (foto Yves De Groote).

ter is dan gemiddeld, krijgen ze een toeslag op de melk uitbetaald.” Een traditioneel productieontwerp lag voor de hand. Gekozen is voor een gesloten wrongelbereider in combinatie met open draineerbak. “Nadat de kaasmelk gestremd is in de wrongelbereider bepaalt de kaasmaker het moment om de wrongel te snijden. De ontstane weiwrongel wordt gravitair in de draineerbak gestort, zodat een wrongelpomp (die de ontstane wrongeldeeltjes zou kunnen beschadigen, red.) overbodig wordt. De kaasmaker verdeelt met een hark de wrongel in de draineerbak en de overtollige wei wordt afgetapt. Vervolgens wordt het wrongelbed automatisch met messen in blokken gesneden, waarna de blokken vanaf een tafel handmatig in de kaasvaten gaan”, schetst Jan Desmet. Voor het persen is gekozen voor een open perssysteem. Het omkeren van de vaten gaat volledig automatisch en de omloopvaten worden pas geleegd als de kaas de gewenste pH heeft. Daarna kan worden gepekeld. “Gekozen is voor een verhoogd pekelbad in opbouw, waarbij uiteraard het zoutgehalte, de pH en de temperatuur van de pekel nauwkeurig beheerst wordt.” Na het pekelen gaat de kaas naar de rijpingszalen van Triporteur. Het reinigen

van de kaasvaten in de kaasfabriek gebeurt in een aparte ruime, om besmetting van de kaasproductie te voorkomen. Voor het ontwerp van de kaasfabriek nam Jan Desmet de zuiveltechnoloog Guido Roelstraete in dienst. Zijn kennis van gefermenteerde zuivel, proces- en productieontwerp en projectmanagement in de zuivelindustrie kwam goed van pas bij Triporteur, die als kaasgroothandel de uitdaging aanging om een eigen kaasmakerij van scratch op te richten. “Hij werkte dan ook nauw samen met de leverancier van de installaties en de componenten, het Nederlands bedrijf Van den Heuvel Dairy and Food Equipment BV”, benadrukt Jan Desmet.

Receptuurontwikkeling Voor de receptuurontwikkeling van de Flandrien Kaas deed Jan Desmet dan weer beroep op Willy Deville, een bevriende kaasmaker en zijn kaasboerderij (De Beverse Kaasmakerij), alsook op deskundigen van het Vlaamse onderzoeksinstituut ILVO in Melle. Ook werd nauw samengewerkt met de leverancier van de kaascultures. Zodra een basisreceptuur was ontwikkeld werden de nodige proefproducties gemaakt, waarvoor per productiebatch telkens 600 li21

17-9-2013 12:03:08


bedrijf

ter melk werd gebruikt. In twee jaar werden, zo vertelt Jan Desmet, 45 verschillende kazen ontwikkeld en uitgebreid beoordeeld op smaak en kwaliteit. “Dit vroeg natuurlijk geduld, aangezien er telkens vijf weken gewacht moest worden om te kunnen proeven. Het productieproces (productietijden en -temperatuur) werd steeds verder verfijnd en het meest geschikte zuursel moest worden gekozen.” Een deskundige van het ILVO gaf het nodige advies en het laboratorium van ILVO deed de analyses achteraf. Hun adviseur was ook aanwezig bij de verschillende producties, wat bijzonder werd gewaardeerd. Toen eenmaal de juiste receptuur was gekozen was natuurlijke de opschaling van de productie een volgende stap die gezet moest worden. Ook hiervoor vond Desemet de juiste partner: de Nederlandse kaasmaker Ale Mier, die op Terschelling een eigen kaasmakerij had en 30 jaar ervaring heeft in kaasmaken. “Dankzij zijn kennis en ervaring zijn we erin geslaagd de receptuur te optimaliseren en af te stemmen op het productieproces in de kaasfabriek”, vat Jan Desmet de uitdaging samen. “Niet alleen verschilt de batchgrootte aanzienlijk (12.000 in plaats van 600 liter, red.), maar verschillen ook de melkstromen in ons bedrijf in vergelijking met de kaasboerderij waar we mee samenwerkten bij de receptuurontwikkeling. Ook het snijden van de wrongel gaat anders. De wrongel is fijner, maar dit leidde niet tot een drogere kaas. Veel factoren spelen een rol bij de totstandkoming van de uiteindelijke kaas.” In totaal waren tien proefproducties nodig in de nieuwe kaasmakerij om tot de gewenste kaas te komen die nu in de winkel ligt.

“Flandrien kaas onderscheidt zich van de Goudse kaas doordat ze meer kleine oogjes bevat en een aparte ‘Belgische’ smaak heeft” (foto Triporteur).

Cursus Afrondend toont Jan Desmet in een bezoekersruime een mooie promotiefilm van de kaas, binnenkort te vinden op de website www.flandrienkaas.be. Hij vertelt nog dat hij en Guido Roelstraete in 2012 gedurende 15 opeenvolgende weken op donderdagavond naar Ede reden voor een cursus kaasmaken

bij LSBL. “Dat was 600 kilometer heen en terug. We waren vrijdagavond om negen uur weer thuis.” De moeite en tijd loonde en de kennis die beiden opdeden, resulteerden zelfs in aanpassingen in het ontwerp van de kaasmakerij, waaronder aanpassingen van onder meer de debieten van sommige pompen. Kwaliteit van de kaas primeert.

Advertenties

• In en verkoop zuivelapparatuur • RVS tanks • Ontwerp en realisatie van zuivellijnen

v.d. Heuvel Zuivelmachines B.V. info@heuvelzuivelmachines.nl www.heuvelzuivelmachines.nl Tel. 0184-642208 22

515998.indd 22

zuivelzicht / 18 september 2013

17-9-2013 12:03:16


markt

t e k s t t i n y b r o u w e r s F o t o B i o fa c h

44 procent Duitse consumenten koopt biozuivel Biologische zuivel kent in Duitsland een vaste gebruikersgroep van 44 procent. Een groep die stijgt, zo blijkt uit de nieuwste cijfers. Zo’n 9 procent van de Duitse consumenten koopt uitsluitend biologische melkproducten en kaas, 35 procent doet dat vaak en 38 procent af en toe. Daarentegen schaft 19 procent nooit biozuivel aan. Dat blijkt uit de Biomonitor 2013, een representatieve enquête onder de Duitse bevolking in opdracht van het ministerie van Landbouw in Berlijn, uitgevoerd door TNS Emnid in Bielefeld.

Zuivel vierde plaats De populairste biovoeding vormen groenten en fruit: zo’n 58 procent van de Duitse consumenten koopt altijd of vaak biologische groenten en fruit. Tweede in populariteit zijn biologische eieren (56%) en aardappelen (44%), gevolgd door melk en zuivel (44%) en broodwaren (43%). Dat de zuivel aardap-

Bio wordt in Duitsland vooral in de gewone supermarkten en discounters ingekocht.

pelen moet laten voorgaan in deze rangorde komt omdat dat maar liefst 13 procent van de Duitsers altijd biologische aardappelen aanschaft, en de groep ‘altijd-biokopers’ bij melk en zuivel 9 procent groot is. Opvallend is dat steeds meer mensen biozuivel kopen. Het aantal consumenten dat nooit biozuivel koopt daalde met 3 procentpunten naar 19 procent. Vooral in Oost-Duitsland, bij consu-

“Niet minder bioschandalen”, denkt 80 procent Duitsers Zo’n 80 procent van de Duitse consumenten gelooft niet dat biologische voedingsmiddelen minder ‘schandalen’ kennen dan gangbare levensmiddelen, zo blijkt uit de Biomonitor 2013. Dat hebben de vondsten van dioxine in biologische eieren duidelijk gemaakt. Desondanks vindt 39 procent dat biologische producten minder door deze schandalen worden getroffen, 1 procent weet het niet. De 39 procent geeft ook redenen voor de overtuiging dat er bij biologische voedingsmiddelen minder schandalen optreden. Zo denkt 82 procent van hen dat dat het gevolg is van strengere richtlijnen en wijt 74 procent het aan het betere controlewezen. 63 procent is van mening dat de grotere transparantie bij de productie ermee te maken heeft, 58 procent denkt aan ethische motieven en ten slotte 53 procent aan een betere hygiëne.

menten jonger dan 40 jaar en eenpersoonshuishoudens groeit de populariteit.

Vooral in supermarkten Bio wordt in Duitsland het meest in de normale distributiekanalen gekocht: de conventionele supermarkten (82%), discounters (64%), bakkers (58%) en weekmarkten (57%). Aankopen bij de producent wordt populairder. Dat geldt voor 54 procent van de consumenten (+4%). Zij leggen de nadruk op korte en transparante productieketens. Inzichtelijke productieketens worden steeds geliefder bij de Duitse consument: 92 procent van alle ondervraagden geeft de voorkeur aan voedingsmiddelen uit de eigen regio, ongeacht of ze uit gangbare of biologische productie stammen. Naarmate de consument ouder is, hoger opgeleid of een hoger inkomen heeft, groeit de waardering voor regionaal. Voor de stedeling speelt regionale herkomst een grotere rol dan voor mensen van het platteland. De combinatie ‘bio’ en ‘uit de eigen regio’ is voor 77 procent van de ondervraagden een doorslaggevend aankoopargument. Drie van de vier is ook bereid om daar meer voor te betalen. Dat geldt vooral voor West-Duitsland en iets minder voor de oostelijke deelstaten. zuivelzicht / 18 september 2013

516076.indd 23

17-9-2013 12:13:02


markt

jurgen jansen, productschap zuivel

toename wereldwijde handel weerspiegelt disbalans

Wereldzuivelhandel 2012: groei houdt aan Het wereldhandelsvolume aan zuivel nam in 2012 opnieuw toe (+8%) en bereikte een volume van bijna 61,9 miljoen ton. Het weerspiegelt de groeiende geografische disbalans tussen vraag en aanbod in de wereld. Handel is nodig om dit op te vangen. Het aandeel melk dat wordt verhandeld nam de afgelopen tien jaar dan ook toe tot zo’n 9 procent. Kaas, boter en gecondenseerde melk groeiden relatief het meest. Bij alle grote exporteurs uitgezonderd Argentinië nam de export toe. In de eerste zes maanden van 2013 was vooral bij kaas sprake van verdere groei, terwijl melkpoeders per saldo wat achterbleven.

Ontwikkeling in exportaandelen* van de belangrijkste spelers op de wereldzuivelmarkt 2000-2012 19% 22%

Nieuw-Zeeland

27% 28% 39% 26% 26% 26%

EU 5%

export Nw-Zeeland floreert Nieuw-Zeeland (+14%) droeg verreweg het meeste bij aan de groei in de wereldhandel en versterkte daarmee zijn positie als grootste zuivelexporteur (aandeel 28%). Een recordgroei in de productie in 2011/12 lag hieraan ten grondslag. Bij alle producten was substantiële groei, met niet-mager melkpoeder als belangrijkste exponent. China, waar 120.000 ton extra niet-mager melkpoeder werd afgezet (+40%), blijft daarbij sleutelmarkt. Dat land is inmiddels sterk afhankelijk van Nieuw-Zeelandse zuivel, wat ook bleek uit de relatief milde reactie bij het vermeende botulineschandaal deze zomer. 12 van Nieuw-Zeelands 20 grootste groeimarkten lagen in Azië en het Midden-Oosten. Niet alleen melkpoeder, maar ook steeds meer kaas gaat naar die regio’s. De kaashandel naar een belangrijke afnemer als Saudi-Arabië verdrievoudigde bijna, en naast China meldden zich ook Indonesië en Zuid-Korea bij de grootste groeimarkten. Met laatstgenoemde twee heeft Nieuw-Zeeland sinds enkele jaren via ASEAN een vrijhandelsverdrag. Ook ging overigens opvallend meer kaas naar de VS. Vraag is hoe lang Nieuw-Zeeland het huidige groeitempo in export nog kan volhouden. Duidelijk is wel dat het aandeel niet-NieuwZeelandse melk in door Fonterra verhandeld product de komende jaren flink moet toene24

515019.indd 24

9%

VS

12% 12%

2000

16% 11%

Australië

7% 7%

2005

2% 3% 4% 4% 3% 5% 4% 3%

Wit-Rusland

Argentinië

2011 2012

16% 24%

Rest van de wereld

20% 20%

0%

5%

10%

15%

20%

25%

30%

35%

40%

*Als deel van wereldhandelsvolumes: de gebruikte referentievolumes (uitgedrukt in miljoen ton melkequivalenten) waren: 2000: 38,2 / 2005: 43,9 / 2011: 57.4 / 2012: 61,9.

men, wil de onderneming haar doelstellingen halen. Voorzien is een toename van de huidige 20 procent naar 50 procent, waarbij o.m. gemikt wordt op productieontwikkeling in China. Overigens nam in de eerste helft van 2013 de export opnieuw verder toe, vooral die van melkpoeders (zie tabel).

EU-Groei kaas en condens De EU-export naar derde landen nam opnieuw toe (+6%), maar bleef achter bij de mondiale ontwikkeling. Export naar derde landen blijft essentieel voor de EU en bedroeg zo’n 30 procent van de zuivelhandel. Vooral Duitsland, Frankrijk en het VK droegen bij aan de groei. De EU-groei steunde vooral op de fors toegenomen export van

kaas en condens. Bij kaas werd ruim 40 procent van de groei gerealiseerd met handel naar Rusland, dat daarmee voor veel Europese kaasbedrijven een essentiële markt blijft. Ook andere belangrijke afzetmarkten namen meer kaas af (o.a. Japan, Algerije en Saudi-Arabië). De EU versterkte daarmee haar leidende positie op de wereldkaasmarkt, met een aandeel van 32 procent. Bij condens werd de groei grotendeels bepaald door een hausse in de vraag vanuit Libië, dat met een kwart van de Europese afzet ook meteen de belangrijkste bestemming werd. Daarnaast ging er meer naar Afrika en het Midden-Oosten. In 2013 lijkt alleen bij kaas de exportgroei door te zetten, terwijl melkpoeders vooralsnog fors achterblijven. zuivelzicht / 18 september 2013

17-9-2013 12:11:45


markt

VS zetten in op verdere groei De VS blijven zich verder ontwikkelen als mondiale zuivelexporteur. In 2012 verscheepte het land opnieuw 3 procent van zijn productie. Exportpromotor USDEC rapporteerde een recordexportwaarde van 5,2 miljard dollar. Meer dan de helft van de in het afgelopen decennium geproduceerde hoeveelheid extra melk (+18%) vond op de wereldmarkt zijn bestemming. Daarmee is export voor de Amerikaanse zuivelsector inmiddels een belangrijke aanjager voor groei. In 2012 werden vooral bij kaas, wpc en mager melkpoeder nieuwe records gebroken. De kaasexport groeide met 16 procent tot 260.000 ton, waarmee deze zich in vier jaar tijd verdubbelde. Alle belangrijke afzetmarkten (o.a. Mexico, Zuid-Korea en Japan) namen veel meer product af. Bij mager melkpoeder, waar de VS met EU mondiaal marktleider zijn, was de groei bescheiden (+2%). Deze werd vooral bepaald door extra vraag uit Mexico. In Zuidoost-Azië moesten de VS echter terrein prijsgeven. Dit speelde vooral in de tweede helft van 2012, toen droogte de prijzen op de interne markt opstuwde. Daardoor verslechterde de concurrentiepositie t.o.v. de seizoensmatig toegenomen exporten uit Oceanië. De explosieve groei bij kaas ging vooral ten koste van de boterexport (-24%). Ook de (bescheiden) export van vol melkpoeder liep wat terug (-3%). Meldingen over investeringen in productiecapaciteit van vol en mager melkpoeder en wei-derivaten wijzen echter op exportambities. Halfjaarcijfers van 2013, met op alle fronten verdere groei, onderstrepen dit.

comeback Wit-Rusland Opvallend in 2012 was de sterke expansie van de Wit-Russische zuivelexport. Na enkele mindere jaren realiseerde het land bij alle exportproducten uitgezonderd condens forse groei. Daarmee streefde het land Argentinië voorbij. De mondiale zichtbaarheid van WitRusland blijft nog beperkt. Rusland is met afstand de belangrijkste afzetmarkt. Gefaciliteerd door de douane unie met Rusland die sinds 2010 van kracht is, lijkt Wit-Rusland zijn positie als traditionele zuivelpool van de voormalige SU met succes nieuw leven in te blazen. Zowel de EU als Nieuw-Zeeland moesten onder andere hierdoor op de Russische botermarkt opnieuw een stapje terugdoen. Naast Rusland is Kazachstan, dat ook onderdeel van de douazuivelzicht / 18 september 2013

515019.indd 25

Exportontwikkeling 2013 van belangrijke spelers op de wereldzuivelmarkt (cijfers t/m juni, volumes x 1.000 ton, ontwikkeling t.o.v. 2012 in procenten) Kaas

Boter& boterolie

Niet-mager melkpoeder

Mager melkpoeder

Land:

Volume Ontw. 13/12

Volume Ontw. 13/12

Volume:

Ontw. 13/12

Volume

Ontw 13/12

Nieuw-Zeeland

147,5

+2,0%

228,7

+0,4%

627,9

+2,8%

194,4

+12,3%

EU-27

396,9

+9,4%

62,3

-1,5%

181,4

-14,2%

204,3

-30,8%

VS

148,8

+5,7%

33,1

+11,2%

13,1

+12,8%

265,5

+9,8%

Australië

90,1

+14,7%

25,0

-4,7%

43,9

-19,0%

59,2

-25,9%

Argentinië

23,5

-16,9%

7,3

-21,2%

67,6

-27,6%

8,3

+40,5%

Subtotaal :

806,7

+6,9%

356,3

+0,0%

933,8

-4,8%

731,7

-8,1%

Bron: Databank handelsstatistiek Productschap Zuivel

ne unie is, een belangrijke bestemming. WitRusland werkt ook voorzichtig aan verbreding van de afzet. Dit voorjaar werd bekend dat het land in zowel Kazachstan als Vietnam mogelijkheden voor joint ventures onderzoekt om de uitvoer van melkpoeder en condens verder te stimuleren. Bij vol melkpoeder heeft Venezuela zich de laatste jaren tot een serieuze afnemer ontwikkeld.

Australië blijft moeizaam De Australische zuivelexport toonde in 2012 verder herstel. Opnieuw was geen sprake van een uitbundige ontwikkeling, maar de groei (+6%) was wel voldoende om de positie van vierde mondiale zuivelexporteur te consolideren. De groei zat vooral bij boter, mager melkpoeder en weipoeder, terwijl de uitvoer van kaas en niet-mager melkpoeder in de min zat. De daling bij kaas deed zich overigens niet voor bij de belangrijkste afzetmarkten. Zo nam sleutelmarkt Japan bijna 100.000 ton kaas af (+9%), goed voor 61 procent van het totaal. Opvallende groeimarkt bleek China, dat in 2012 9000 ton kaas uit Australië haalde (+39%) en daarmee na Japan ineens de belangrijkste afzetmarkt was. De Australische mager melkpoederexport richt zich vooral op Zuidoost-Azië en het Midden-Oosten, waar Maleisië, SaudiArabië en de Filippijnen in 2012 de grootste groeiers waren. De totale export over de eerste helft 2013 viel weer tegen, ondanks fors herstel van de kaasexport (+15%).

Latijns Amerika op zichzelf De exportontwikkeling van de toonaangevende zuivelexporteurs in Zuid-Amerika liet over 2012 een wisselend beeld zien. Het

stormachtige herstel van Argentinië in 2011 zette zich in 2012 niet voort. Ondanks een lichte stijging in melkproductie daalde de export per saldo licht (-3%) door een tegenvallende competitiviteit van Argentijns product. Dit leidde tot een beduidend kleinere export van kaas (-8%), mager melkpoeder (-23%) en boter (-22%). De export van het voor Argentinië belangrijke vol melkpoeder nam nog wel licht toe, vooral door meer vraag vanuit Venezuela. Uruguay realiseerde daarentegen in 2012 voor het vijfde opeenvolgende jaar wel exportgroei (+7%), vooral door fors meer boter en melkpoeder te verkopen. De focus was daarbij vooral gericht op de Latijns-Amerikaanse regio, waar landen als Brazilië, Venezuela en Mexico ruim driekwart van de afzet bepaalden. Algemeen moet worden vastgesteld dat de netto interactie van Zuid-Amerika met de wereldmarkt ondanks de groei in de loop der jaren beperkt is gebleven. Dit komt doordat de meeste vraag in de regio door regionaal aanbod wordt ingevuld en export naar buiten de regio zich vaak beperkt tot specifieke markten en producten. Een voorbeeld hiervan is de boterexport vanuit Argentinië en Uruguay. In tegenstelling tot andere producten gaat deze voor ruim 80 procent naar landen buiten de regio, vooral naar Rusland.

India weer exportland Opvallend in 2012 tenslotte was dat zuivelreus India voor het eerst in jaren weer meer zuivel exporteerde dan importeerde. Die export bestaat vooral uit caseïne en mager melkpoeder. Bij mager melkpoeder leverde India zelfs de grootste bijdrage aan de groei in het wereldhandelsvolume. 25

17-9-2013 12:11:51


markt

t e k s t t i n y b r o u w e r s f o t o ’ s A M A Ma r k e t i n g

Na toetreding tot de EU:

Oostenrijkse export voeding stormachtig gestegen Sinds de toetreding tot de EU heeft de Oostenrijkse agrarische export zich stormachtig ontwikkeld. Tot 2001 daalde de landbouwproductie er fors en werd een moeilijke periode doorgemaakt. Tegenwoordig exporteert Oostenrijk voedingsmiddelen, waaronder zuivel, naar wereldwijd 158 landen.

“De Oostenrijkse landbouw heeft zijn kansen benut, hoewel het de eerste zes jaar een periode was van bloed, zweet en tranen. In 1995 bedroeg de Oostenrijkse exportquote 16 procent en die steeg naar 65 procent vorig jaar. We exporteerden in 1995 voor slechts 1,9 miljard euro naar andere landen, vorig jaar was dat liefst 9,1 miljard euro. En het zet door. In het eerste kwartaal van dit jaar steeg de export van onze voedingssector ondanks de moeilijke economische situatie in veel landen opnieuw 4 procent”, schetst dr. Michael Blass, directeur van Agrarmarkt Austria Marketing in Wenen, de ontwikkeling. Hij is sinds 1 januari jl. de topman van deze afzetbevorderende organisatie van de Oostenrijkse landbouw. Daarvoor was hij directeur van de vereniging van de Oostenrijkse levensmiddelenindustrie, de evenknie van de Nederlandse FNLI.

Vertrouwen in Oostenrijk Belangrijk voor deze positieve exportontwikkeling is volgens Blass de hoge kwaliteit van de Oostenrijkse voedingsmiddelen. Die ondervinden bij buitenlandse consumenten veel vertrouwen. Hij wijst op een enquête van DLG van vorig jaar onder 1.350 Duitse gezinnen, waarbij het uitsluitend om geïmporteerde voedingsmiddelen ging. De geënquêteerden bleken Oostenrijkse levensmiddelen voor 49 procent te vertrouwen, tegen de eigen Duitse levensmiddelen voor 43 procent. Dan kwamen Frankrijk met 35 procent, 26

516009.indd 26

De Oostenrijkse veehouders produceren gangbare melk, hooimelk, biologische melk en biologische hooimelk. Van deze melkstromen wordt een breed assortiment producten gemaakt.

Nederland met 31 procent, Italië met 28 procent en Engeland met 20 procent. Blass: “Hieraan heeft zeker bijgedragen dat Oostenrijk een belangrijk vakantieland is. Velen, Nederlanders, Belgen, Duitsers en anderen, maken tijdens hun vakantie kennis met Oostenrijkse voedingsmiddelen, die dan thuis met goede herinneringen aan de vakantie in de boodschappenkar wordt gelegd.” Volgens Blass zet de Oostenrijkse agrarische marketing ook de komende jaren in op kwaliteit, smaak en het innoverende vermogen. “We denken dan ook aan markten waar mo-

menteel sprake is van een moeilijke economische situatie. De Oostenrijkse markt met zijn zeven miljoen inwoners is voor ons een belangrijke pijler. Desondanks hebben we een gezonde mix nodig uit binnen- en buitenlandse afzet. Het verleden laat zien dat vooral de topkwaliteit van werkelijk smaakvolle agrarische producten en voedingsmiddelen in het buitenland zeer gewild zijn. Dat is onze drijfveer, ook voor de toekomst.”

Duitsland belangrijk Binnen de totale Oostenrijkse export speelt Duitsland een belangrijke rol. Werd in 1995 zuivelzicht / 18 september 2013

17-9-2013 12:12:21


markt

voor 534 miljoen euro naar Duitsland geëxporteerd, dat steeg voortdurend naar 3,05 miljard euro vorig jaar (33,4% van de totale export). Ruim 483 miljoen euro kwam daarvan voor rekening van melk- en zuivelproducten. Reinhard Schuster, exportmanager van AMA Marketing zegt daarover: “Globaal produceren de Oostenrijkse ondernemingen en kaasmakerijen ongeveer 159.500 ton kaas, waarvan een derde harde kaas, een derde snijkaas en een derde verse kaas. Oostenrijk exporteerde vorig jaar 116.000 ton kaas, waarvan 54.371 ton naar Duitsland. Daarmee realiseerden we in Duitsland een omzet van bijna 245 miljoen euro. Dat is een stijging van 5,1 procent ten opzichte van het jaar daarvoor. Er is in Duitsland geen enkele supermarkt meer die geen kaas uit Oostenrijk in haar assortiment heeft.” De tweede belangrijke exportmarkt voor Oostenrijkse voedingsmiddelen is Italië (13,8% van de totaalexport). De 12 jonge Oost- en Midden-Europese EU-staten nemen gezamenlijk 1,5 miljard euro (16,6%) van de Oostenrijkse export af. Belangrijk zijn Hongarije, met vorig jaar een import aan Oostenrijkse voedingsmiddelen van 390 miljoen euro, gevolgd door Slovenië met 317 miljoen euro, Tsjechië met 270 miljoen euro, Slowakije met 183 miljoen euro, Polen met 141 miljoen euro en Roemenië met 128 miljoen euro. De 15 ‘oude’ EU-lidstaten importeerden voor 970 miljoen aan Oostenrijkse voedingsmiddelen. Zo steeg in 2012 de export naar

Schuster: “Oostenrijk exporteerde vorig jaar 116.000 ton kaas, waarvan 54.371 ton naar Duitsland”

Nederland 14,7 procent naar 212 miljoen euro (vooral kaas en vleesspecialiteiten), terwijl die naar Frankrijk 191 miljoen euro bedroeg. Vanuit Oostenrijk werd in 2012 ten slotte voor 2,33 miljard euro naar derde landen uitgevoerd, bij voorbeeld naar de Verenigde Staten 478 miljoen euro (+16%), Zwitserland 347 miljoen euro (+5,7%) en Rusland 188 miljoen euro (-7,6%).

Steeds gevarieerder Volgens exportmanager Schuster is Oostenrijk bekend om zijn gevarieerde aanbod aan melkproducten en kaas.

AMA Marketing verankerd in oostenrijkse wet De Agrarmarkt Austria Marketing (kortweg AMA Marketing) is belast met de afzetbevordering voor Oostenrijkse land- en tuinbouwproducten. Het bureau is opgericht bij de toetreding van dat land tot de EU in 1995. Het is de 100%-dochter van het marktordeningsbureau AMA, dat zijn activiteiten ontleent aan een speciale Oostenrijkse wet. De belangrijkste opgave van AMA Marketing is de afzetbevordering van producten uit de sectoren vlees en vleeswaren, eieren en gevogelte, melk en zuivelproducten, agf, evenals bioproducten. Door de inzet van de klassieke reclame, verkoopondersteuning en promotionele activiteiten wordt consumenten gewezen op de kwaliteit, versheid en herkomst van Oostenrijkse producten. Dat gebeurt niet alleen in Oostenrijk zelf, maar ook in andere EU-landen. De focus ligt op Duitsland, Italië en de nieuwe EU-lidstaten in Middenen Oost-Europa. Volgens een vastgelegde verdeelsleutel betalen de producenten hun ‘marketingbijdrage’ aan AMA. Die sluist deze gelden weer door aan AMA Marketing. De Oostenrijkse melkveehouders dragen het geld af via hun zuivelondernemingen.

zuivelzicht / 18 september 2013

516009.indd 27

De Oostenrijkse veehouders produceerden vorig jaar 3,38 miljard kg melk. Daarvan werd 2,96 miljard kg (bijna 88%) aan de zuivelfabrieken en kaasmakerijen geleverd. De resterende hoeveelheid bleef op de boerderij voor menselijke en/of dierlijke consumptie. Volgens AMA-gegevens bedroeg de uitbetaalde melkprijs voor gangbare melk vorig jaar in Oostenrijk gemiddeld 32,605 cent per kg melk met 4,0 procent vet en 3,4 procent eiwit, exclusief BTW. Voor een kg biologische melk werd 39,015 cent per kg met 4,0 procent vet en 3,4 procent eiwit, exclusief BTW betaald. Schuster: “Alle Oostenrijkse melk wordt ggovrij voortgebracht. Bij 14,1 procent van de totale productie gaat het om biologische melk. Deze melk had vorig jaar een toeslag van 9 cent per kg. Zeker niet onbelangrijk is de productie van hooimelk, die een aandeel van 10,57 procent heeft in de totale Oostenrijkse melkproductie. Voor deze melk gold in 2012 een toeslag van 3,43 cent per kg. En relatief nieuw is de melkstroom bestaande uit biologische hooimelk.” Hooimelk is overigens melk afkomstig van melkkoeien die in de zomer gras op de weiden benutten en in de herfst en winter uitsluitend gevoerd worden met hooi en dus niet met kuilgras. De 8.000 melkveehouders van de vereniging ARGE Heumilch tekenden daartoe een verklaring. Deze ‘hooimelkers’ zijn te vinden in de provincies Vorarlberg, Tirol, Salzburg, Oberösterreich en Stiermarken. 27

17-9-2013 12:12:28


516192.indd 28

17-9-2013 10:25:29


MARKTCIJFERS

PRODUCTSCHAP ZUIVEL

Melkaanvoer belangrijke zuivellanden jan. – jun.’13; % wijziging t.o.v. 2012; x mrd kg

Melkprijsontwikkeling internationaal jun.’12 – jun.’13; €/100 kg 41

VS

- 0,1%

(euro per 100 kg)

Duitsland

39

+ 0,4%

Frankrijk

37

- 3,3%

Nieuw-Zeeland

- 12,7%

Nederland

DE

35

FR

33

NL NZ

31

+ 1,7%

VS

29

Australië

- 7,4% 27

0

15

30

45

60

Marktprijsontwikkeling aug.’12 – aug.’13; €/1.000 kg Vol melkpoeder 26%

Mager melkpoeder ADPI

Boter 82%

Note ing per 100 kg 5.000 af fab iek, excl. BTW

5.000 4.000

4.000

3.000

3.000

2.000

2.000

Verse boter, in EEG-doos

5.000 16/02

Mager verstuivingsmelkpoeder van EG-origine, voor veevoederdoeleinden, in bulk, franco geleverd Weipoeder, verstuivingspoeder, in bulk Exportwaarde belangrijke zuivellanden jan. – mei ’13; % wijziging t.o.v. 2012; x € mln 1) op eiwit gestandaardiseerd ▲ ▼ = stijging/daling DE 3.036 (+13%)

FR

1.853 (-1%)

NL

1.262 (+8%)

VS

20 (+41%)

AU

9 (+58%) 611 (-12%)

▲ 3.000398,00

390,00

▲ 1.000338,00

333,00

280,00

270,00

268,00

260,00

105,00

97,00

2.000

Mager verstuivingsmelkpoeder van gebruikelijke handelskwaliteit food grade 1)

103 (+8%)

09/02 EURO

4.000

Vol verstuivingsmelkpoeder, 26% vet,1.000 in 6-wandige exportzakken 1) 1.000

NZ

EURO

577 (-9%) 3.172 (+6%) 724 (+3%) EU

0

856 (+7%) 1.616 (+7%)

1.000

ZUIVELZICHT / 18 SEPTEMBER 2013

515016.indd 3

Derde landen

2.000

3.000

4.000

5.000 29

17-9-2013 12:11:14


516189.indd 30

17-9-2013 10:27:55


BELRUBRIEK KAASPROMOTIE INEN VERKOOP TANKS

KWALITEITSCONTROLE KAASBEWERKINGSMACHINES

KAASBEWERKINGSMACHINES INDUSTRIËLE AUTOMATISERING

UW FOOD & LIQUIDS SPECIALIST INDUSTRIËLE AUTOMATISERING

Operationele verbeteringen, rendementsverhoging en procesoptimalisatie door doelgerichte industriële automatisering en IT, gebouwgebonden installaties en service en onderhoud.

KALIBRATIE

verkoop@doeschotbv.nl www.doeschot.nl sales@ferdar.nl www.ferdar.nl

KWALITEITSCONTROLE

Méér dan alleen het controleren van het meetinstrument. Uw kalibratiedienstverlener voor o.a. druk, temperatuur, (massa)flow, gewicht en geleidbaarheid maar ook voor validatie van uw processen en het maken van energiebalansen. STORK TECHNICAL SERVICES T 0314 684 545 (Industriële Automatisering) T 058 284 4600 (Kalibratie)

WWW.STORKTECHNICALSERVICES.COM

Snel

Praktisch

Betrouwbaar

Uniek assortiment voor de zuivelindustrie

KWALITEITSCONTROLE INEN VERKOOP TANKS

Kant-en-klare voedingsbodems 3M™ Petrifilm™ Telplaten Testen van oppervlaktehygiëne en water 3M™ Clean-Trace™ ATP meting Verrijking en verdunning van monsters 3M™ Sampling

LUCHTBEHANDELING

Eindcontrole UHT-zuivelproducten 3M™ MLS Detectie Salmonella, Listeria en E.coli O 157 3M™ Tecra™ Moleculair Detectiesysteem Surf naar www.3M.nl/voedselveiligheid Of bel (071) 5 450 342

RVS TANK- EN APPARATENBOUW

inlichtingen: tel: 020-5736056 • fax 020-6242519

516190.indd 31

17-9-2013 10:26:42


516191.indd 32

17-9-2013 10:28:30


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.