ZuivelZicht, maart 2012, nummer3, jaargang 104

Page 1

JAARGANG 104 - NUMMER 3 - 14 MAAR T 201 2

Ger Koopmans “Melkveehouderij kan groeien, mits, mits, mits”

DMK-topman Schwaiger “Laatste woord nog niet gezegd over DOC Kaas” Wereld melkproductie Afzwakking groei

402410.indd 1

13-3-2012 13:14:38


403097.indd 2

13-3-2012 10:37:27


zijlijn

R e n é va n b u i t e n e n , h o o f d r e d a c t e u r

Zinvol zuivelpakket? De melkveehouders die in september 2009 het Schumanplein in Brussel bevolkten, de veehouders die onder het oog van de camera’s in Winterswijk melk uitreden, en de boeren die met levende have op het Plein in Den Haag stonden, zijn die er iets mee opgeschoten? Vorige maand was het zo ver. Na tweeënhalf jaar van studie, overleg en discussie bereikten de landbouwministers van de EU en het Europees Parlement een akkoord over Zuivelpakket: een reeks maatregelen die de melkveehouders een betere positie moet geven in de zuivelketen. Zodat zij niet opnieuw het gelag betalen als de zuivelmarkt weer eens onderuit gaat, zoals in 2009 het geval was. Vanwege de protesten liet de toenmalige landbouwcommissaris Fischer Boel experts onderzoeken wat er gedaan kon worden om de situatie van de melkveehouders structureel te verbeteren. Deze zogenoemde High Level Group adviseerde een aantal maatregelen om de onderhandelingsmacht van de melkveehouders te versterken. Zo moest het mogelijk worden het aanbod beter af te stemmen op de vraag. En dus hebben veehouders nu de mogelijkheid gekregen zich te organiseren in producentenorganisaties die afspraken kunnen maken met melkverwerkers. De nationale mededingingwetgeving wordt daar tot op bepaalde hoogte ondergeschikt aan gemaakt. Een ander opmerkelijk onderdeel uit het pakket is de mogelijkheid die lidstaten krijgen om contracten verplicht te stellen voor melkleveranties. Dat kan betekenen dat de melkverwerkers producenten een contract moeten gaan aanbieden met afspraken over elementen als de prijs, het te leveren volume en de duur van het contract. (Voor Nederland vooral een theoretische situatie, omdat coöperaties zijn uitgesloten van een eventueel in te stellen verplichting.) Dat is een onwenselijke situatie. De mogelijkheid om afspraken te maken over de aard, de prijs en de duur van de melkleverantie moet voorbehouden blijven aan de partijen die handel willen drijven met elkaar, zoals dat hoort in het vrije handelsverkeer. Deze maatregel tekent misschien wel het realiteitsgehalte van het zuivelpakket. Misschien komen we over niet al te lange tijd al te weten hoe waardevol de maatregelen zijn. De zuivelprijzen zijn op hun retour; het hoge prijsniveau van het afgelopen jaar lijkt voorlopig voorbij. Als de markt wederom onderuit gaat, zullen de veehouders weten of ze daadwerkelijk iets zijn opgeschoten.

colofon ZuivelZicht Magazine is een uitgave van

Ontwerp: Giesbers, Velp

Abonnementenadministratie: BDU Vak- en

Koninklijke BDU Uitgevers BV in Barneveld

Druk: Koninklijke BDU Grafisch Bedrijf BV Barneveld

Publieksmedia, Postbus 67, 3770 AB Barneveld.

ISSN: 0165-8573.

Tel 0342-494889, email abonnementen@bdu.nl

Postbus 67, 3770 AB Barneveld

Abonnementen: Abonnementsprijzen in 2012

www.bduuitgevers.nl

(12 nummers): € 106,15 (studenten € 60); buitenland:

Advertenties: BDU Tijdschriften, Robijnlaan 2,

€ 140,35. Proefabonnement (3 edities): € 7,50.

2132 WX Hoofddorp. Contactpersoon: Hielke van

Redactie ZuivelZicht

Schriftelijke beëindiging (vóór 1 november) per eind

der Werf, tel 020-5736056, fax 020-6242519, email

Adres: Louis Braillelaan 80 | Postbus 165,

kalenderjaar.

h.v.d.werf@bdu.nl

2700 AD Zoetermeer

Hoofdredactie: René van Buitenen, email

Tel: 079-3430307

r.v.buitenen@bdu.nl

Internet: www.zuivelzicht.nl

Eindredactie: Yvonne Mors, e-mail y.mors@bdu.nl

email: redactie.zuivelzicht@bdu.nl

Medewerkers aan dit nummer: Tiny Brouwers, Yves

Het volgende nummer verschijnt op 18 april.

De Groote, Jurriën Scheepstra, Martin de Vries. zuivelzicht / 14 maart 2012

403108.indd 3

3

13-3-2012 14:19:48


403098.indd 4

13-3-2012 10:37:49


inhoud

hoop op samenwerking

“De focus van Arla Foods ligt op kaasspecialiteiten die tegen zo hoog mogelijke prijs worden verkocht. Wij richten ons op kostleiderschap. Hier liggen DOC Kaas en DMK dichter bij elkaar dan DOC en Arla.” Josef Schwaiger, directeur van het Deutsches Milchkontor (DMK), hoopt op heroverweging bij de leden van DOC Kaas over de in november afgeketste fusie. “DOC Kaas en DMK hebben elkaar veel te bieden. DMK bouwt de internationaal uit en dat is goed voor DOC, terwijl deze coöperatie door ons kan worden ondersteund bij de spreiding van de risico’s”.

19 6

11

12

En verder...

6 Managementcapaciteiten zijn straks

kingsfolie prima vervangen.

de grenzen voor schaalvergroting.

12 Nieuwe fabriek CSK in Leeuwarden 7 Melkveehouderij goed op weg in de reductie antibiotica.

8 Volgens CDA-kamerlid Ger Koopmans (cover) is het aan de ondernemer of hij zijn koeien buiten laat lopen.

met dubbele capaciteit “kleine multinational.”

14 Volgens NVC moet de zuivelindustrie aantoonbaar duurzame verpakkingsontwikkeling integreren.

polymeer in transparante verpakzuivelzicht / 14 maart 2012

403726.indd 5

harde concurrentiestrijd, ondanks goede winst en omzetcijfers.

24 Zuivelmarkt in cijfers. 25 Extreme marktsituatie gesprek van de dag op Biofach Neurenberg.

28 Melkproductiegroei in 15 belang17 IN2FOOD wil logistiek vasthouden

11 Wei-eiwitten kunnen synthetische

22 Arla Foods bereidt zich voor op

rijkste wereldzuivellanden lager.

maar ook eigen commerciële rol.

Coverfoto Phil Nijhuis 5

13-3-2012 13:36:19


visie

tekst martin de vries foto alex de haan

afsluitend symposium fries melkveeproject:

Zelf grens schaalgrootte bepalen Is Friesland het land van

veau bepaald. Maatwerk dus. Oude grenzen voor schaalvergroting als quotum, mestafvoer en inkoop van kunstmest komen te vervallen. De melkveehouder stelt straks zelf de ruimte. De eigen managementcapaciteiten zijn dan de echte grenzen.”

de onbegrensde mogelijkheden? Die vraag werd gesteld tijdens het slot-

Verbeeldingskracht

symposium van het project Foarút Buorkje. “De ondernemers bepalen straks zelf de grenzen,” aldus Lubbert van Dellen van Accon AVM. De boodschap van Van Dellen zorgde voor enig geroezemoes tijdens het slotsymposium van het tweejarige Friese project van de Melkvee Academie, dat op 9 maart in Earnewâld plaatsvond. Hij is een van de adviseurs die een dag eerder met staatssecretaris Henk Bleker om tafel zat voor het nieuwe wetsvoorstel. “De nieuwe grenzen voor stikstof en ammoniak zijn keihard. Voor ondernemers die laten zien dat ze efficiënter kunnen werken ontstaat er echter ruimte”. Voor bedrijven met een mestoverschot komt er een verwerkingsplicht. Op het gebied van stikstof mag een bedrijf een maximum veebezetting van twee grootvee-eenheden (gve) per hectare hebben. “Tenzij de ondernemer bewijst dat hij efficiënter is op bedrijfsspecifieke excretie en de bedrijfsspecieke ammoniakemissie. Zijn de BEX en BEA gunstig, dan mag een bedrijf groeien tot drie gve per hectare. Als de ondernemer iets doet met mestverwerking en het product deels afvoert naar bijvoorbeeld een akkerbouw, dan heb je alleen het bouwblok nodig als richtlijn. Grond is straks niet meer een factor van belang.”

Kringloop Volgens Van Dellen wordt de kringloop binnen het bedrijf steeds belangrijker. 6

403656.indd 6

“Voor ondernemers die laten zien dat ze efficiënt kunnen werken ontstaat er ruimte.”

Melkveehouders die kunnen aantonen dat ze goed kunnen boeren, hebben groeipotentie. “De nieuwe wetgeving hoeft dus geen beperking te zijn, omdat de lopende rekening ook al om BEX en BEA vraagt.” De bedrijven hebben ook te maken met een ammoniakplafond. Natura2000 en de nieuwe wetgeving op basis van 2010 spelen daarin een belangrijke rol. “De weidende koe wordt een steeds kritischer punt. De maatschappij vraagt om weidegang, maar dat staat op gespannen voet met de uitstoot van ammoniak.” In het nieuwe wetsvoorstel is groei van een onderneming beperkt mogelijk als de boer kan aantonen dat de ammoniakwaarden niet stijgen. “Dan ontkom je niet aan emissiearm bouwen. Dat betekent ook geen open mestopslag meer.” Van Dellen ziet het wel als voordeel dat er geen link meer is met de melkproductie of de gve. “Er komt dus ruimte voor de ondernemer die voer- en managementmaatregelen treft. Met de nieuwe wetgeving stappen we af van eenheidsworst en worden de mogelijkheden op bedrijfsni-

Onderzoeker Paul Galema van WUR stelt dat de grens bij uitbreiding in de toekomst de verbeeldingskracht van de melkveehouder is. “Heeft de ondernemer genoeg creativiteit of fantasie voor de toekomst?” Melkveehouders zullen van het denken op bedrijfsniveau meer naar gebiedsniveau moeten denken. “Nu schommelt de ondernemer vaak tussen kostprijsbeheersing en het creëren van meerwaarde van het product in. Door samenwerking zou je hier ruimte kunnen krijgen. Boeren zouden de regio meer als een onderneming moeten zien. Misschien krijgen we in de toekomst wel een regio met tien boerderijen die door drie managers wordt geleid en waar voer- en jongveecentra zijn. Samen kan een regio een product meerwaarde geven. Dit is geen makkelijke weg. Het vergt een sterk It giet oan-gevoel.” Momenteel lopen er al initiatieven als een regionaal voercentrum. Ook een centrale plek waar meerdere melkveebedrijven hun jongvee kunnen stallen ziet Galema als een mogelijkheid. “Misschien moeten we wel af van de ligboxenstal. LTO Noord wil de levensduur van de koe met twee jaar verlegen. Dat redden we niet met de ligboxenstallen, daar zijn nieuwe systemen voor nodig zoals het strobed of vrijloopstal”.

Voorbeeldfunctie Gedeputeerde Johannes Kramer gaf aan dat Friesland een voorbeeldfunctie heeft als het gaat om schaalvergroting. “De provincie vindt het van groot belang dat de sector de ruimte krijgt om te ontwikkelen. Het uitvoeren van de maatschappelijke functie kan alleen met een gezonde eerste tak. Kostprijsbeheersing is een must. Daar onderkennen wij het belang van schaalvergroting.” zuivelzicht / 14 maart 2012

13-3-2012 12:16:13


t e k s t r e n é va n b u i t e n e n f o t o a n d r é r u i g r o k

“flinke stappen gezet”

Bleker prijst aanpak antibiotica “De melkveehouderij is goed op weg in de reductie van antibiotica. Er zijn de afgelopen tijd geweldige stappen gezet.” Die constatering deed staatssecretaris Henk Bleker vrijdag 9 maart tijdens een werkbezoek aan de zuivelketen. Op het melkveebedrijf van de familie Korrel in Ouderkerk aan de Amstel nam Bleker kennis van de stappen die de melkveehouderij samen met de dierenartsen en de zuivelindustrie heeft gezet om het gebruik van antibiotica in de melkveehouderij terug te dringen. Vertegenwoordigers van LTO Nederland, de Nederlandse Zuivelorganisatie, Gezondheidsdienst voor Dieren en de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde gaven een uiteenzetting van de aanpak. De staatsecretaris is vooral te spreken over de samenwerking tussen de diverse ketenpartijen op dit gebied. “Kern van de aanpak is dat de boer, de dierenarts en de afnemer samen aan de slag zijn gegaan om op verantwoorde wijze diergeneesmiddelen in te

zetten. Daarbij wordt het accent gelegd op preventie, om te voorkomen dat er te veel antibiotica moet worden ingezet. Ik heb daar vandaag op dit bedrijf mooie voorbeelden van gezien” aldus Bleker, die er aan toevoegde dat de sector er desondanks nog niet is. Ook Jos Werner, voorzitter van de SDa (Autoriteit Diergeneesmiddelen), toonde zich tijdens het werkbezoek tevreden over de aanpak van de melkveehouderij. Werner benadrukte het belang van de beschikbaarheid van de gegevens over het gebruik van antibiotica. “Het is voor ons van wezenlijk belang dat we de registratiegegevens krijgen om tot verfijning van de normen te komen.” Namens de Nederlandse Zuivel Organisatie legde Jan Uijttewaal uit dat de aanpak vooral is gericht op het vergroten van het bewustzijn van de melkveehouder om op verantwoorde wijze diergeneesmiddelen in te zetten. “Maar dat betekent niet dat het vrijblijvend is; uiteindelijk is er wel een stok achter de deur.”

Melk Makkelijker Mans Maken! Het potentieel dat in melk aanwezig is, is u wel bekend. Wij helpen u de processen beter ‘mans’ te maken. ProLeiT – uw partner voor innovatieve industriële automatisering in de zuivel industrie. • Proces visualisering met video playback functie • Receptuur management • Materiaal management • Rapportage en analyse • Packaging- en energie management Bovenstaande functionaliteiten worden gerealiseerd met het door proces technologen ontwikkelde software pakket Plant iT. Plant iT is het –op de specifieke eisen van de zuivel industrie afgestemde– procesbesturing systeem met geïntegreerde MES functionaliteiten. Meer informatie over “Melk Makkelijker Mans Maken”? Ga naar: www.mmmm.nu

Staatscretaris Henk Bleker laat zich door onder andere Toon van Hoof (LTO, midden) en Jan

ProLeiT BV Enschede Tel: 053 4836 500 info-nl@proleit.nl www.proleit.nl

Uijttewaal (NZO) bijpraten over de aanpak van antibiotica in de zuivelketen. zuivelzicht / 14 maart 2012

403117.indd 7

7

13-3-2012 12:44:27


visie

t e k s t r e n é va n b u i t e n e n f o t o P h i l N i j h u i s

‘Groei is mogelijk mits, mits, mits’

CDA’er Ger Koopmans waarschuwt melkveehouderij Zelf had het CDA-kamerlid Ger Koopmans zijn koeien vroeger niet op stal. Daar had de voormalige melkveehouder zijn redenen voor. En zo moet het ook blijven, vindt hij. Het is aan de ondernemer of hij zijn koeien buiten laat lopen. Maar die ondernemer moet wel beseffen dat de maatschappij anders tegen de melkveehouderij aankijkt dan in het verleden, meent Koopmans.

Jarenlang was Ger Koopmans melkveehouder. Maar de Limburgse boerenzoon had bestuurlijke ambities en verkocht daarom zijn bedrijf. Via de gemeenteraad van Arcen en Velden en de provinciale staten van Limburg trad hij in 2002 toe tot de Tweede Kamer. Als landbouwwoordvoerder voor het CDA praat de parlementariër opvallend weinig over de melkveehouderij. Koopmans heeft het veel vaker over de intensieve veehouderijsectoren. Dat mag de melkveehouderij als een compliment beschouwen. “Want wij praten hier in de Kamer voornamelijk over problemen”, legt hij uit. “Als je hier niet aan de beurt komt heb je geen probleem. Maar je ziet wel dat de wereld van de

de melkrobot, waardoor er uiteindelijk minder koeien in de wei komen. De koe in de wei is een metafoor voor: dan is het goed.” Is het dan ook goed? “Ik heb zelf mijn koeien de laatste tien jaar op stal gehad. Ik had een simpel bedrijf. Koeien melken vond ik mooi, maar met machines had ik niks. Ik ben op een gegeven moment overgestapt op een rantsoen met vrijwel alleen maïs. Principiële bezwaren heb er niet tegen hoor. Ik vind het een zaak van de ondernemer. Dat moet het blijven. We moeten nooit een wet krijgen die bepaalt dat koeien in de wei moeten lopen.“ “Ik denk wel dat de markt de koe in de wei interessant vindt en dat de coöperaties het

‘We moeten opletten dat we geen wetgeving ontwikkelen die weidegang belemmert’ dieractivisten en de dierwelzijnsbusiness -dat is een business ja, want die mensen moeten ook hun salaris op tafel krijgen- de aandacht verleggen naar de melkveehouderij. Dat heeft te maken met het feit dat je als dierwelzijnsbusiness af en toe nieuwe omzetten moet genereren en het komt natuurlijk ook voort uit de enorme opschaling die de melkveehouderij heeft doorgemaakt door technische ontwikkelingen zoals de introductie van 8

402826.indd 8

interessant vinden om het te verwaarden. De burger vindt het mooi, de koe in de wei. Het is de kunst om dat te verwaarden. Dat moet de sector zelf doen natuurlijk. Het is prima als zij haar belangen kan verknopen met de belangen van andere partijen, maar ik zie er geen taak in voor de overheid. Als je weidegang afhankelijk maakt van overheidsmaatregelen leidt dat tot onevenwichtigheid in de markt. De keuzes die ondernemers

maken zijn het meest zeker als de markt die keuzes onderschrijft en die keuzes ook wil betalen. Subsidie-instrumenten kunnen helpen, maar je moet goed opletten dat je daarmee die markt niet verstoort. Wel moeten we opletten dat we geen wetgeving ontwikkelen die weidegang belemmert, zoals nu met de mestwetgeving gebeurt. Want dan wordt het moeilijker om het te verwaarden.”

Harde voorwaarde Koopmans vindt dat de zuivelsector zich in Nederland verder moet kunnen ontwikkelen, ook na 2015 als de quotering van de baan is. Maar hij stelt een harde randvoorwaarde. “Groei van de melkproductie is straks mogelijk hier, mits, mits mits… de mestverwerking goed is geregeld.” Koopmans benadrukt dat bewust. Dat is nodig vindt hij. “De zuivelketen heeft altijd gedaan alsof de mestproblematiek alleen een zaak van de intensieve veehouderij was. Vandaag de dag is het zeker ook een probleem van de melkveehouderij, of een uitdaging. Het wordt voor veehouders de grootste uitdaging om te zorgen dat mest geen kostenpost wordt maar een opbrengstenpost. De melkveehouderij ontkomt dan niet aan collectieve mestverwerking. Want er zijn nog steeds geen koeien die melk geven zonder te schijten; die zullen er nooit komen.“ “Voor ons ligt dan de taak om er voor te zuivelzicht / 14 maart 2012

13-3-2012 12:16:30


visie

Ger Koopmans, CDA’er en naar eigen zeggen sociaalconservatief.

zorgen dat de verwerkte producten als kunstmestvervanger ingezet kunnen worden. Het is toch waanzin dat een veehouder drijfmest moet afvoeren om vervolgens kunstmest te moeten aankopen?

Megastallen Een discussie over groei van de veehouderij ontaardt in de politiek al snel tot een discussie over megastallen. Hoeveel dieren mogen er straks gehouden worden in een stal? Koopmans weet het niet. “Tien jaar geleden had je met 200 koeien een grote stal. Daar kijkt nu niemand meer van op. Ik vind een stal met 500 koeien prachtig. Maar ik vind een stal met 50 koeien ook prachtig. Het gaat er om dat je de dieren op een goede manier kunt houden. Ik heb stallen gezien met 500 koeien waar de dieren optimaal werden verzorgd en ik hebben stallen gezien met 50 koeien waarbij ik mijn bedenkingen had over het dierwelzijn. Het gaat dus niet om de aantallen dieren.” Er zijn nog wel wat issues die de melkveehouderij onder ogen moet zien, meent Koopmans. De reductie van antibioticabij bijvoorbeeld. “Te laat is ingezien dat het een issue werd. Ik weet dat de sector nu aan de slag is en ik vertrouw er op dat zij de doelstellingen zal halen. Dat is ook nodig, want als de doelstellingen niet worden gehaald kan dat het draagvlak in de maatschappij voor de veezuivelzicht / 14 maart 2012

402826.indd 9

houderij in Nederland ondermijnen. Koopmans wijst er op dat er sinds de Q-koorts uitbraken in de geitenhouderij iets wezenlijks is veranderd in de houding van de maatschappij ten opzichte van de veehouderij. “Ook de melkveehouderij ontkomt daar niet meer aan.”

‘Het zou goed zijn als LTO en NMV meer gaan samenwerken’ Ook op het gebied van diergezondheid is er naar zijn mening nog verbetering mogelijk. “Het is mijn portefeuille niet, collega Henk Jan Ormel heeft er meer verstand van, maar ik vraag me wel eens af of we in Nederland op het gebied van diergezondheidszorg wel ambitieus genoeg zijn.“ Koopmans realiseert zich dat de Nederlandse zuivelketen al enkele jaren programma’s heeft om dierziekten als paratbc en salmonella te beheersen. Daarmee loopt Nederland voorop. “Je ziet andere landen wel een inhaalslag maken. Ik denk dat de Nederlandse melkveehouderij daarom wel weer eens wat meer ambitie aan de dag mag leggen.” Neemt niet weg dat de zuivelsector volgens

Koopmans op de goede weg is. “Ik heb me onlangs laten bijpraten over de strategische koers die FrieslandCampina heeft uitgezet. Daarvan ben ik onder de indruk geraakt. Zij zijn echt bezig een slag te maken in de verduurzaming van de zuivelproductie. Ik denk ook dat het goed is dat melkveehouders en zuivelondernemingen de handen ineen hebben geslagen door als Duurzame Zuivelketen de sector te verduurzamen.” Wel vindt Koopmans dat de samenwerking tussen melkveehouders onderling beter zou kunnen. “Je moet zorgen dat je als sector een front vormt in Den Haag en dat je niet verdeeld bent. Dat hebben ze in de intensieve veehouderij goed begrepen. De LTO en de Nederlandse Vakbond Varkenshouders werken steeds nauwer samen. Dat zie ik in de melkveehouderij nog niet. Het zou goed zijn als LTO en de Nederlandse Melkveehouders Vakbond ook stappen zetten naar meer samenwerking. Ik denk dat ook de zuivelcoöperaties daarin een belangrijke rol moeten spelen. Het moet namelijk in de markt gebeuren.” “Maar ja, ondertussen hebben we ook te maken met een Socialistische Partij, die vindt dat een koe maar 3000 liter mag produceren omdat zij dat nodig heeft om het kalfje groot te brengen. Dan zou je toch gillend weg willen lopen?”

Productschappen Koopmans mist met andere woorden het besef dat de agrarische sector een factor van betekenis is voor de Nederlandse economie. “Je ziet dat ook weer terug in de wijze waarop er hier tegen de productschappen wordt aangekeken.“ Hij is er overigens van overtuigd dat de strijd voor behoud van de productschappen nog niet gestreden is. “De wedstrijd is pas voorbij als je de handdoek in de ring gooit. En ik heb de handdoek nog niet in de ring gegooid. Ik zie nog mogelijkheden voor de productschappen.” Welke? “Wacht maar af”, zegt de parlementariër, die zich afficheert als sociaalconservatief. “Wat je daarover moet verstaan? Eerst geld verdienen en het dan pas uitgeven. Er zijn ook stromingen die eerst uitgeven en dan pas kijken of ze het kunnen terugverdienen. Ik vind dat je met je gewone nuchtere boerenverstand moet nadenken. Dat vertaalt zich in de manier waarop ik tegen de melkveehouderij aan kijk.” 9

13-3-2012 12:16:37


403099.indd 10

13-3-2012 10:38:10


bedrijf

tekst yves de groote foto frauenhofer institute

Wheylayer-project leidt tot duurzame verpakking

Wei-eiwitten in folie Wei-eiwitten kunnen de synthetische polymeer EVOH in transparante verpakkingsfolie prima vervangen. Volgens Markus Schmid van het Duitse Fraunhofer Institute draagt de zuivelindustrie zo bij aan een duurzame economie. Om voorverpakte zuivelproducten zoals kaas te beschermen tegen oxidatie gebruikt de zuivelindustrie doorgaans verpakkingsfolie met een dunne laag etheen-vinylalcohol (EVOH). Omdat deze synthetische polymeer vochtgevoelig is, wordt dit voor de gewenste verpakkingskwaliteit aangebracht tussen twee lagen van een andere polymeer, met name polyetheen (PE). Wetenschapper Markus Schmid van het Fraunhofer Institute Process Engineering and Packaging IVV in Freising, schat dat in 2014 in Duitsland meer dan 640 km2 EVOH zal worden gebruikt.

Duurzame ontwikkeling Omdat EVOH vooralsnog uit aardolie wordt geproduceerd, besloten 14 partners afkomstig uit de Europese verpakkingsindustrie en onderzoeksinstellingen eind 2008 binnen het project Wheylayer samen te gaan werken aan een duurzaam alternatief. Aan het Wheylayer-project deden geen Nederlandse of Belgische partners mee. Naast Duitsland waren belangrijke deelnemende landen Hongarije, Italië, Slovenië en Spanje. Financiering gebeurde vanuit het Zevende Kaderprogramma van de EU. Eind vorig jaar werden veelbelovende resultaten bekend gemaakt. Schmid: ‘De zuurstofzuivelzicht / 14 maart 2012

403104.indd 11

Het nieuw ontwikkelde wei-eiwit folie kan toegepast worden op bestaande machines.

doorlaatbaarheid is nagenoeg dezelfde als voor EVOH, terwijl de kostprijs iets hoger zal zijn, afhankelijk van de formulering en de toepassing.’

Roomkaas Testen met roomkaas in de nieuw ontwikkelde verpakkingsfolie tonen aan dat een standaard houdbaarheid van de kaas van meer dan 45 dagen goed mogelijk is. Bij 84 dagen bewaren van de kaas heeft de verpakking bovendien nog steeds prima kwaliteitseigenschappen. Een sensorische evaluatie van de kaas geeft aan dat de kaas minder zuur en bitter is dan bij het gebruik van EVOH. Migratietesten volgens de nieuwe Europese kunststofverordening (10/2011/EC) tonen bovendien aan dat er geen stoffen uit de folie naar het product migreren.

productieproces Voor het productieproces van de wei-eiwitfolie is een Europese patentaanvraag ingediend. Volgens de wetenschapper zijn de

partners van het Europese Wheylayer-project er in het bijzonder goed in geslaagd een technisch en economisch optimum te vinden voor de industriële productie van de folie als tussenlaag. De finale folie, op een rol aangeleverd voor het verpakken, kan ook zonder noemenswaardige aanpassingen gebruikt worden op bestaande verpakkingsmachines voor bijvoorbeeld kaas, maar ook andere voedingsmiddelen. De eigenschappen van de folie zijn sterk afhankelijk van de beheersing van het productieproces. Dat geldt in het bijzonder voor het droogproces van de folie. Omdat de patentaanvraag nog loopt kan Markus Schmid hier geen details over geven. Wel laat hij weten dat voor de gewenste mechanische eigenschappen biogebaseerde weekmakers en andere additieven worden toegevoegd, die ook worden gebruikt als voedingsmiddelenadditief. Glycerol en sorbitol zijn twee voorbeelden. De juiste dosering is cruciaal, omdat te hoge concentraties weekmakers ten koste gaan van de barrière-eigenschappen tegen zuurstof en waterdamp en dus de kwaliteit van de verpakking en het verpakte product. Onderdeel van duurzaamheid is natuurlijk ook de recycleerbaarheid van de folie. Als onderdeel van de reguliere scheidingsmethodes voor kunststof meerlaagsverpakkingen kan de wei-eiwitlaag met behulp van een enzymatisch proces worden verwijderd en worden hergebruikt.

Thermoformverpakkingen Onderzoekers van het Fraunhofer Institute hebben als vervolg een nieuw initiatief genomen: ze onderzoeken ook de mogelijkheid van wei-eiwitten als alternatief voor EVOH in zogenoemde harde thermoforme schalen voor het verpakken van voedingsmiddelen. Deze ontwikkeling is gedreven door de stijgende markt voor kant-en-klaar producten. De markt voor thermoforme composieten zou in Duitsland in 2014 meer dan 93 duizend ton bedragen (2009: 76 duizend ton). Wei-eiwitten zouden ook in dit segment een duurzame oplossing kunnen bieden. 11

13-3-2012 12:13:50


bedrijf

tekst martin de vries foto alex de haan

Smaakmodificatie basis van groei CSK Food Enrichment

“Steeds meer zuivel met eigen stempel” CSK Food Enrichment bouwt in Leeuwarden een nieuwe fermentatiefabriek. De toeleverancier van zuivelingrediënten speelt hiermee in op de groeiende vraag naar cultures onder de klanten. “Zuivelproducenten willen steeds meer een eigen gezicht aan hun product geven.”

“In juli vorig jaar ging de eerste paal de grond in en eind 2012 moet er goedgekeurd product komen uit de nieuwe fabriek van CSK” licht directeur Paul Visschedijk van CSK Food Enrichment toe, als hij door het casco van de nieuwe fermentatiefabriek in Leeuwarden loopt. De nieuwe fabriek krijgt een vloeroppervlakte van 7000 vierkante meter. Veel ruimtes zijn van elkaar afgesloten en in beton uitgevoerd. “Vanwege de hygiëne is hiervoor gekozen. Beton is duurder maar wel veel hygiënischer doordat er minder holle ruimtes zijn en door de toepassing van een speciale coating op het beton kan een zeer effectieve reiniging plaatsvinden.” De grote vriescellen zijn zo goed als klaar. “Op korte termijn zullen we hier al cultures gaan opslaan.” Eén van de vriescellen staat ingesteld op -55 graden. Voor mensen een ondraaglijke temperatuur, echter noodzakelijk om de bacteriecultures te kunnen bewaren. Het hart van het proces is de fermentatiefabriek. Door middel van aseptische fermentatie- en separatieprocessen worden hier melkzuurbacteriën opgekweekt en geconcentreerd. “Vervolgens worden de cultures als diepgevroren vloeistof in bekers of als diepgevroren druppels in gabletop verpakking verpakt.”

Bevroren druppels CSK Food Enrichment richt zich in het bijzonder op cultures in de vorm van bevroren druppels, zogenaamde pellets. “Hiermee kunnen voor iedere klant aparte mengsels van melkzuurbacteriën worden gemaakt. 12

403670.indd 12

Paul Visschedijk: “Door selectie van specifieke cultures kan voor elk product een uniek smaak- en textuurprofiel worden ontwikkeld.”

Hier kiezen onze meeste klanten voor.” Met deze cultures kunnen zuivelfabrieken aan producten als yoghurt of kaas hun eigen stempel geven. “Denk bijvoorbeeld aan de ogenvorming in kaas. Met de juiste cultures kun je invloed uitoefenen op het aantal, de grootte en zelfs de plaats van de ogen. Daarnaast zijn cultures bepalend voor de

smaak en textuur van een product. Door selectie van specifieke cultures kan voor elk product een uniek smaak- en textuurprofiel worden ontwikkeld.”

Dubbele capaciteit De nieuwe fabriek krijgt een meer dan dubbele capaciteit ten opzichte van de huidige zuivelzicht / 14 maart 2012

13-3-2012 12:16:53


bedrijf

situatie, met uitbreidingsmogelijkheden naar de toekomst. De vestiging in Ede, waar momenteel de productie van cultures plaatsvindt, zal in de toekomst worden gesloten, en de capaciteit zal worden overgenomen door de nieuwe productielocatie in Leeuwarden. “Door de stijgende vraag zitten we nu in Ede aan de maximumcapaciteit. Uitbreiding was dringend nodig. De locatie in Ede is echter volgebouwd. Bovendien stamt de productielocatie uit de jaren vijftig en is deze grotendeels onderkelderd met een complexe infrastructuur. Na verkenning is geconcludeerd dat we veel beter en goedkoper in Leeuwarden konden uitbreiden.” “De R&D-afdeling blijft in Ede. De 40 operators en analisten van het productiebedrijf konden allemaal mee naar Leeuwarden. Uiteindelijk maken ongeveer tien mensen daadwerkelijk die overstap.” Voor het overige personeel wordt een oplossing gezocht in de omgeving. “We begeleiden ze in dat traject.” Visschedijk verwacht geen problemen met het vinden van nieuw personeel. “Het aanbod van studenten met een goed opleidingsniveau in Friesland is groot. Alleen al in Leeuwarden telt het HBO zo’n 20.000 studenten en het mbo nog eens zo’n aantal. Totaal studeren er in het Noorden wel zo’n 100.000 mensen op mbo-, hbo- of universitair niveau en hiervan studeren er jaarlijks enkele honderden af in analyse, microbiologie of biotechnologie van voeding. Wij verwachten dat we daardoor vrij gemakkelijk personeel kunnen vinden.” De nieuwe werknemers zullen in eerste instantie in Ede worden bijgeschoold.

Kleine multinational CSK Food Enrichment zit economisch gezien in een goede periode, bevestigt Visschedijk. Toch moest het bedrijf van ver komen. “Ongeveer 16 jaar geleden was CSK een topcoöperatie van de Nederlandse zuivel. Het bedrijf was eigenlijk te klein om tussen de internationale concurrenten te kunnen overleven. CSK had in die tijd nog helemaal geen eigen R&D, dus weinig houvast voor een gezonde toekomst.” In 1998 stelde de raad van commissarissen van het inmiddels tot vennootschap verzelfstandigde bedrijf, Visschedijk aan om het bedrijf te internationaliseren. “Dit vormde een uitdagende missie. CSK richtte zich in die tijd voornamelijk op de Nederlandse markt en bezat daarin een soort monopolie.” zuivelzicht / 14 maart 2012

403670.indd 13

Familiebedrijf Door alle ontwikkelingen is het bedrijf onder leiding van directeur Paul Visschedijk van zo’n 50 medewerkers gegroeid naar een onderneming met zo’n 180 personeelsleden. “Toch willen we het gevoel van familiebedrijf behouden. CSK kent weinig verloop en dat zegt ook wat. De mensen willen hier graag werken.” Met projecten op het gebied van Maatschappelijk Bewust Ondernemen (mbo) wil CSK dit onderstrepen. “Zo dragen we samen bij in een aantal ontwikkelingsprojecten en je merkt dat dit de interesse in de wereld om je heen versterkt en meer ‘ziel’ in het werk brengt. Mensen die met plezier naar het werk gaan, krijgen mooie resultaten.” Visschedijk benadrukt dat de uitbreiding - de fabriek in Leeuwarden groeit van 14.000 naar 21.000 vierkante meter - binnen proporties is. “Het blijft een compact bedrijf”. Hij vervolgt: “CSK moet ook niet veel groter worden. Nu zijn we nog flexibel en dat is ons grote voordeel ten opzichte van concurrerende multinationale bedrijven. Met deze flexibiliteit kunnen we goed aansluiten bij de dynamiek die de zuivel kenmerkt.”

Concurrenten kregen op dat moment toegang tot Nederland en CSK wilde voet aan wal krijgen in het buitenland. Het bedrijf richtte zich toen nog voornamelijk op stremsel. Al snel bleek dat het onderscheidend vermogen daarvan te klein was. “In de wereld bestond en bestaat nog steeds behoefte aan zuivelproducten met specifieke eigenschappen. Daarom zijn we ons op de cultures gaan richten, zodat de klanten daarmee onderscheidende producten kunnen ontwikkelen.” CSK groeide zo geografisch gezien geleidelijk aan door. “Je kunt stellen dat we nu een kleine multinational zijn. We richten ons ook steeds meer op buitenlandse producten. In de wereld zijn er nog enkele grote bedrijven die cultures verkopen, maar zich met name op de grote afnemers richten. Onze doelgroep bestaat echter uit middelgrote klanten met weinig R&D faciliteiten. Met deze klanten worden gezamenlijk nieuwe producten ontwikkeld die naadloos aansluiten op de duurzame trends als genieten, gezondheid en authenticiteit.” De ‘twarog’ in Polen is een voorbeeld van een product waar CSK sterk in is. “Dit verse kaasproduct wordt voor veel verschillende zoete en hartige toepassingen gebruikt en de verschillende twarogtypes hebben elk hun eigen structuur en streekgerichtheid. De markt hiervan is in Oost-Europa even groot als kaas. Toch was er bij concurrenten weinig aandacht voor. Door de producenten ervan te ondersteunen in de ontwikkeling van nieuwe en verbeterde recepturen kregen we een heel loyaal klantenbestand.”

start in Amerika Momenteel zit CSK in een opstartfase met een nieuwe vestiging in de Amerikaanse staat Wisconsin. Daar wordt onder andere op smaakdiversificatie van bijvoorbeeld Cheddar ingezet. “In een jaar tijd hebben we al 20 prospects. De Amerikaanse consument is blijkbaar toe aan betere smaken in zuivelproducten als kaas, yoghurt en karnemelk”, legt operations director Grietinus Talsma uit. De cultures worden op dit moment nog met luchttransport, -45 graden, naar Amerika gebracht. “We zijn echter nog op zoek naar een slimme manier om grotere hoeveelheden naar Amerika te transporteren. De cultures moeten in principe van vriescel naar vriescel in vier of vijf dagen worden geleverd. Met grote containers, de zogenoemde cool reefers, is het mogelijk om duizenden kilo’s te verschepen. Omdat dit op een temperatuur van -55 graden kan, is het geen probleem dat de producten vier weken onderweg zijn.” CSK is ook in Europa, Azië en Afrika actief. Voor de Nederlandse markt richt het bedrijf zich met name op innovatie. Met alle zuivelfabrieken heeft CSK nauwe contacten. “We verwachten niet dat het totale volume zuivelproducten hier nog sterk groeit, maar wel de diversiteit en kwaliteit. Op het gebied van coatings blijven we een belangrijke speler, sterker nog, we zijn marktleider in de wereld. Ook op het gebied van stremsel en kaaszouten zien wij nog wel groeimogelijkheden, ondanks dat deze productgroepen als zodanig aan het krimpen zijn.” 13

13-3-2012 12:16:56


bedrijf

tekst yves de groote foto nvc

Jubileumeditie Empack 2012 in Den Bosch

Verpakkingsbeurs Empack toont nieuwste trends Vooruitblikkend op de verpakkingsbeurs Empack volgende maand schetsen Michael Nieuwesteeg en Ger Standhardt van NVC de voornaamste uitdagingen voor de zuivelindustrie.

Volgens directeur Michael Nieuwesteeg van het Nederlands Verpakkingscentrum (NVC) is schaalvergroting en het ontwikkelen van hoogwaardige zuivelproducten het voornamste motto in de zuivelindustrie, door het wegvallen van de grenzen en meer vrij worden van de prijsstelling voor de melk. Ook kwaliteitsbeheersing vraagt toenemende aandacht. Door de ontwikkeling van hoogwaardige en specifieke zuivelproducten wordt volgens manager Kennisontwikkeling en Projecten Ger Standhardt van het NVC verwacht dat er steeds meer klein- en portieverpakkingen gebruikt zullen gaan worden om verspilling te voorkomen.

Schaalvergroting De schaalvergroting betekent volgens Nieuwesteeg dat verpakkingsleveranciers eveneens aan schaalgrootte moeten winnen. Een grotere productiecapaciteit zet de sourcing van materialen nog meer onder druk. Verpakkingsleveranciers zullen hun afnemers steeds proactiever moeten steunen in hun productontwikkelbeleid. “In de kern gaat het hier om om goed product. De juiste verpakking en de juiste manier van verpakken dragen hier aan bij”, valt Standhardt bij. “Zuivelproducenten doen er dan ook goed 14

403124.indd 14

Michael Nieuwesteeg, directeur van het Nederlands Verpakkingscentrum.

aan verpakkingsinnovatie mee te nemen in hun productontwikkelbeleid. Om de kwaliteit van het verpakkingsproces, maar ook de nieuwe ontwikkelingen te borgen, is het belangrijk dat bedrijven over goed opgeleide werknemers beschikken; ook in de verpakkingskunde. Het is daarom goed om te zien dat de NVC Opleiding Verpakkingskundige II van start is gegaan met 13 deelnemers. Deze mensen hebben straks de kennis en de vaardigheden om het volledige systeem waar het verpakken een rol in speelt te overzien.” “Ketensamenwerking is de beste manier om de uitdagingen het hoofd te bieden. We zien steeds vaker dat bedrijven samen meer kunnen bereiken dan alleen. In ons project Pharmaceutical Packaging Innovation stimuleren we bedrijven om te kijken welke nieuwe oplossingen er bedacht kunnen worden vanuit bestaande technologieën”.

duurzame verpakkingen Gevraagd naar het laatste nieuws van de ISO standaard voor duurzame verpakkingen, de-

finieert ISO-werkgroepvoorzitter Nieuwesteeg allereerst verpakken als “het tijdelijk integreren van een externe functie en een product, om het gebruik van het product mogelijk te maken”. “Wij zeggen expres integreren en niet ‘toevoegen’, om aan te geven dat het geheel van het verpakte zuivelproduct meer moet zijn dan de som der delen. Ofwel: een beker yoghurt is meer dan yoghurt in een beker.” Hij merkt op dat zo goed als alle zuivelproducten zijn verpakt. Om de licence to package van de zuivelindustrie te behouden, zal de industrie volgens hem aantoonbaar duurzame verpakkingsontwikkeling in haar bedrijfsproces moeten integreren. “Dit kan en moet straks door de komende wereldnormen op het gebied van verpakking en milieu daadwerkelijk in het kwaliteitssysteem van de onderneming op te nemen”. Verwacht wordt dat de normen op 1 januari 2013 voor het bedrijfsleven beschikbaar komen. Hierin wordt gespecificeerd wat de mogelijkheden zijn voor het optimaliseren zuivelzicht / 14 maart 2012

13-3-2012 12:19:07


bedrijf

van het verpakkingssysteem om de milieubelasting zo laag mogelijk te houden (preventie). Na drie jaar ontwikkeling zijn de wereldnormen in februari 2012 met succes in stemming gebracht. Zo is de centrale norm voor het optimaliseren van het verpakkingssysteem in het licht van de milieu-eisen met 100% van de stemmen aangenomen. “Deze norm staat in het teken van het voorkomen van afval”, benadrukt Standhardt. “Deze omschrijft onder andere een proces met als doel het minimale benodigde gewicht of volume van een verpakking te bepalen zonder de kans op schade aan of verlies van het product te vergroten. Hierbij worden de kritische aspecten waaraan het verpakken moet voldoen volledig in beschouwing genomen.” “Daarnaast bevinden zich in deze normensuite ook normen met voorwaarden voor het op de juiste manier hergebruiken van de verpakking en het recyclen, verbranden of composteren van het verpakkingsmateriaal”. Gebruik van de normen zorgt volgens de NVC-directeur voor up-to-date informatie in de organisatie en versterkt het kennis- en

zuive l zicht / 1 4 m aart 2 0 1 2

403124.indd 15

kundeniveau. Dit is in het belang van de verpakkingsketen als geheel. De ketting is zo sterk als de zwaktste schakel.

Empack 2012 De meer dan 400 exposanten op de tiende editie van de Empack beloven net als voorgaande jaren een overzicht van de de nieuwste trends en ontwikellingen. Dit gaat niet alleen om (intelligente) verpakkingen, design en branding, maar ook om de machines, software, codering en etikettering, RFID en dergelijke. Kortom de hele sector geeft acte de présence. Daarnaast is er een uitgebreid lezingenprogramma (learnShops), verzorgd door onder andere NVC (over milieuwetging en duurzame verpakkingen), Nedvang (over het verpakkingsbesluit) en Eurofins (over de migratieproblematiek bij verpakkingen). Het Belgisch Verpakkingsinstituut BVI vraagt zich dan weer af of chemicaliën in verpakkingen nu een vloek of een zegen zijn. Andere voor de zuivelindustrie interessante seminars gaan over samenwerken met de grooste handelspartner van Nederland (Duitsland), verzorgd

door IntoEU en Europese milieuwetgeving voor verpakkingen in verschillende (Europese) landen, opnieuw door NVC. ‘Groene Punt’verplichtingen komen hierbij ter sprake. Ook de essentiële verpakkingseisen uit de verpakkingsrichtlijn komen aan bod (Pincvision), net als biobased verpakkingen (Van der Windt), transportschades (IPS), lekdetectie (Oxipack) en het nieuwe verpakkingsbesluit (Nedvang).

Verpakkingsbattle Tijdens de Empack vindt ook een ‘verpakkingsbattle’ plaats in samenwerking met het NVC. Professionals uit de brache zullen debatteren over uiteenlopende stellingen. Sinds vorige week lanceert de beursorganisator elke week een stelling op haar Empackwebpagina, die de eerste beursdag zal worden bevochten. Uiteindelijk bepaalt het publiek wie het debat rondom een stelling wint. De eerste stelling luidde dat het beroep van verpakkingskundige niet voldoende aantrekkelijk is voor vrouwen. Wie het eens of oneens is met de stelling kan dit op 4 april in Den Bosch gaan verdedigen.

15

13-3-2012 12:19:38


Meer

in 2012

Multimediaal: een maandelijks magazine en een totaal vernieuwde website • • • •

Actueel zuivelnieuws Zuivelnoteringen Binnen- en buitenlands nieuws Informatie voor en over de handel, melkveehouder, wetenschap en industrie

Meer ZuivelZicht dus!

g packa ing & lo

gi

ic

SE

RV

ICES

wa r eh

si

, ng

Meer zicht op zuivel!

st

ou

Blijf als ZuivelZicht-abonnee dagelijks op de hoogte! www.zuivelzicht.nl Heeft u vragen? Stuur een email naar: abonnementen@bdu.nl

CHEE

SE

De juiste partner voor U! Voor meer kwaliteit in opslag, verpakking en distributie van kaas Van der Heiden Cheese Services Landjuweel 15 3905 PE Veenendaal Telefoon +31 (0)318 56 26 50 E-mail info@vanderheidencheeseservices.nl Internet www.vanderheidencheeseservices.nl

403230.indd 16

13-3-2012 10:39:23


bedrijf

T e k s t e n f o t o r e n é va n b u i t e n e n

overname plasticoat illustreert strategie

IN2FOOD vergroot afzetmarkt Sinds 1 januari is IN2FOOD, toeleverancier voor de voedingsmiddelenindustrie, de eigenaar van Plasticoat. De overname tekent de koers die de onderneming sinds enkele jaren vaart. Plasticoat, het merkproduct voor kaascoating wordt al 25 jaar door IN2FOOD in de Benelux gedistribueerd en was sinds 2003 in handen van chemieconcern DSM. Het product paste echter minder goed bij de lange termijnvisie van DSM, maar wel in het productenportfolio van IN2FOOD. “Het past uitstekend in onze strategie”, leggen general manager Wim Polman en sales manager Abe Witteveen van IN2FOOD uit. “Wij zijn op zoek naar activiteiten die ons meer volume en een hogere toegevoegde waarde kunnen geven. “ IN2FOOD is sinds enkele jaren de naam van het bedrijf dat voorheen bekend stond in de zuivelsector als Centrale Aankoop FNZ, leverancier van ingrediënten, additieven en reiniging- en desinfecteermiddelen voor de zuivelsector.

CA FNZ holding IN2FOOD maakt onderdeel uit van CA FNZ Holding (jaaromzet ruim 150 miljoen euro), het moederbedrijf waaronder ook het productiebedrijf en logistieke dienstverlener Synerlogic valt. Daarnaast is CA FNZ holding 50% eigenaar van de Lely CA organisatie, de joint venture tussen Lely industries en CA FNZ agri. Dit bedrijf levert een breed pakket aan producten rondom de melkwinning bij de boer, inclusief alle verbruiksartikelen rondom de melkrobot van Lely. Via deze samenwerking met Lely is Lely CA in heel Europa actief. zuivelzicht / 14 maart 2012

403127.indd 17

Abe Witteveen inspecteert een opslagtank van het nieuw verworven merkproduct Plasticoat in het magazijn van IN2FOOD in Duiven.

IN2FOOD levert nog steeds ingrediënten, additieven en reiniging- en desinfectiemiddelen aan de zuivelindustrie. Inmiddels is de klantenkring uitgebreid naar de gehele voedingsmiddelenindustrie. Het productenpakket loopt dus uiteen van kaascoating tot bij voorbeeld middelen waarmee bierbrouwers bierflesjes kunnen reconditioneren. “Nu nog is ongeveer 80% van onze omzet gerelateerd aan de zuivelsector, maar we zien dat percentage verschuiven ten gunste van de gehele voedingsmiddelenindustrie. Dat is een niet te stoppen trend”, legt Polman uit. Want het perspectief van de internationale zuivelmarkt mag dan gunstig zijn, voor een bedrijf als IN2FOOD ligt dat genuanceerder, maakt hij duidelijk. “De schaalvergroting die momenteel gaande is in de zuivelindustrie maakt het voor ons lastig omdat het aantal productielocaties krimpt.” Dus zoekt IN2FOOD nieuwe markten. Daar komt bij dat de onderneming in de loop der jaren steeds meer producten van derden is gaan distribueren. Zo is IN2FOOD een belangrijke distributeur van de producten van Ecolab, Diversey, DSM en Akzo, wereldspelers op het gebied van professionele reiniging

en desinfectie en ingrediënten voor de voedingsmiddelenindustrie. “We willen niet te veel alleen een logistieke distributeur worden”, vertelt Witteveen. “We willen juist meer toegevoegde waarde genereren. Dat kan alleen door, al dan niet samen met anderen, producten te ontwikkelen en te verkopen. De logistieke rol die we hebben verworven in de loop der jaren zullen we zeker blijven vasthouden. Maar zullen ook steeds meer een eigen commerciële rol gaan vervullen.” De overname van Plasticoat is een voorbeeld van deze nieuwe koers. Maar ook de aankoop van de 30% resterende aandelen van de Belgische zusterbedrijf MPM de Block (inmiddels IN2FOOD België genoemd) past in deze strategie. Feitelijk was de overname van MultiProducts (leverancier van onder andere paneercoatingsystemen) in 2008 ook al een voorbeeld. Inmiddels heeft IN2FOOD ook activiteiten via IN2FARMING en JO Natural Products, die zich richten op de agrarische benodigdheden voor boeren en tuinders en K-Apex international, producent en leverancier van industriële reinigingsproducten voor de Europese Car- en Truckwash industrie. 17

13-3-2012 12:44:11


403100.indd 18

13-3-2012 10:39:05


tekst en foto’s tiny brouwers

bedrijf

uit gesprek met topman Josef Schwaiger blijkt

DMK hoopt op nauwe samenwerking met DOC Kaas Josef Schwaiger, algemeen directeur van het Deutsches Milchkontor (DMK), met een omzet van 4,5 miljard euro de grootste Duitse zuivelcoöperatie, hoopt op heroverweging bij de leden/melkveehouders van DOC Kaas over de in november afgeketste fusie met zijn onderneming. Vanuit de grond van zijn hart zegt hij: “DOC Kaas en DMK hebben elkaar veel te bieden. Beide zijn sterk in kaas. DMK bouwt zijn internationale afzet uit en dat is goed voor DOC Kaas, terwijl deze coöperatie door ons kan worden ondersteund bij de spreiding van haar marktrisico’s”. Terwijl zijn ogen vanuit het hoofdkantoor over de luchthaven van Bremen dwalen, voegt hij toe: “Maar duidelijk is: het zijn de eigenaren van DOC Kaas, de melkveehouders, die het ultieme besluit moeten nemen over het al of niet samenwerken.”

Fors uitbouwen Schwaiger is zeer te spreken over DOC Kaas, als efficiënt kaasproducerende onderneming. “DOC Kaas heeft grote kennis van natuurgerijpte kaas en DMK van folie- en andere snijkaas. Beide ondernemingen kunnen elkaar uitstekend aanvullen. Belangrijke voordelen zie ik ook bij de melkophaling. Veel boerderijmelk aan de Duitse kant van de landsgrens wordt nu over een grote afstand naar ons kaasproductiebedrijf in Edewecht getransporteerd. Maar wanneer DOC Kaas en DMK zouden samengaan, kan die melk over een kortere afstand naar Hoogeveen worden gebracht. En omdat na 2015, bij het aflopen van de melkquotering, niet alleen in ons ophaalgebied, maar ook in Nederland volgens de prognoses de melkproductie gaat stijgen, kan de vestiging Hoogeveen dan gemakkelijk worden uitgebouwd.” Momenteel komt bijna 50% van de DMKomzet voor rekening van kaas. Wanneer de beide producties zouden worden gebundeld, ontstaat er volgens Schwaiger op kaasgebied een krachtige marktpartij die dit product wezuivelzicht / 14 maart 2012

403155.indd 19

“Ik vind het erg jammer dat bij zuivelcoöperatie DOC Kaas in Hoogeveen geen tweederde meerderheid is gevonden voor een fusie met DMK. Ik blijf ervan overtuigd dat beide coöperaties uitstekend bij elkaar passen. Ik hoop dan ook dat het laatste woord er nog niet over is gezegd, en dat we toch met DOC Kaas kunnen samenwerken”.

reldwijd kan verkopen. Desgevraagd beaamt hij dat ook het Deens-Zweedse zuivelconcern Arla Foods voorkomt op het verlanglijstje van menig DOC-lid. Schwaiger: “We hebben goede contacten met die zuivelcoöperatie, een joint venture onderneming gesticht voor weiverwerking. We kennen hun strategie bij kaas. De focus van Arla ligt op kaasspecialiteiten die tegen een zo hoog mogelijke prijs

Algemeen directeur Josef Schwaiger.

worden verkocht. Wij richten ons met grote producties kaas op het kostleiderschap en hier liggen DOC Kaas en DMK dichter bij elkaar dan DOC en Arla.” Dan blijft het probleem dat bepaalde typen Nederlandse natuurgerijpte kaas het Europese begrip ‘Beschermde Geografische Aanduiding, BGA’ mogen dragen. En bij een mogelijke samenwerking tussen DMK en DOC Kaas komt de zeggenschap over de productie en verkoop van deze kaas toch in Duitse handen te liggen. Maar Schwaiger bestrijdt dat: “Allereerst is door de coöperatieve structuur van DMK gewaarborgd dat de leden invloed hebben op alle belangrijke strategische besluiten. En verder is het logisch dat we deze melk niet verwerken in Duitse kaasproductiebedrijven, maar in Hoogeveen zelf, zodat zo’n BGA-kaas optimaal wordt geproduceerd en afgerijpt om deze vervolgens tegen de hoogste prijs te verkopen.” De DMK-topman geeft aan dat ook DMK intern nog het nodige te regelen heeft. Naast innovatie (zie kader), wordt veel werk gemaakt van het structuurprogramma en de stroomlijning van de melkophaling. Beide krijgen de komende maanden veel aandacht. Momenteel zijn er binnen de DMK-fabrieken veel afdelingen die dezelfde producten voortbrengen. Sommige worden straks ge19

13-3-2012 12:44:43


bedrijf

“We hebben een ambitieus plan om in Azië, Rusland, Noord-Afrika en het Midden- en Nabije Oosten sterk te groeien”.

sloten. De producties zullen naar andere bedrijven worden overgebracht om kostenvoordelen te behalen. Ook de melkophaling krijgt een nieuwe opzet om kosten te sparen.

Exportquote 30% DMK realiseert momenteel ongeveer 30% van zijn omzet met exportactiviteiten. Op de vraag of dat niet wat weinig is voor een zuivelconcern dat zo op internationale groei inzet, is Schwaiger heel duidelijk: “Ja, maar we hebben een ambitieus plan om in de internationale markten sterk te groeien. Dat moet ook, want in de EU daalt de vraag, terwijl die daarbuiten stijgt. We leggen daarom onze focus in landen die een duidelijke ontwikkelingspotentie hebben. U kunt denken aan Azië, Rusland en het Midden- en Nabije Oosten, waaronder Noord-Afrika. In deze landen stijgen de bevolking én de koopkracht.” De komende maanden opent DMK zijn verkoopkantoor in de Chinese havenstad Shanghai, waar vijf medewerkers deze belangrijke regio bewerken. “Momenteel verkopen we er vooral mager melkpoeder. Maar we willen er aan de slag in het segment foodservice en naast mager melkpoeder ook producten met meer toegevoegde waarde verkopen zoals kaas, babyvoeding, weipoeders, wpc’s en mengsels van poeders. Het is de bedoeling om rond Shanghai ons netwerk 20

403155.indd 20

op te bouwen voordat we de volgende Chinese regio voor onze producten ontsluiten. Zonder exacte cijfers te willen noemen ga ik er van uit dat we onze Chinese omzet in 2014 hebben verdubbeld. Daarnaast benut DMK Shanghai als bruggenhoofd naar andere interessante landen in deze regio. Dan kunt u denken aan Thailand, Indonesië en Vietnam, landen waar de bevolking en koopkracht stijgen. India is geen optie vanwege het ontbreken van distributie via gesloten koelketens en hoge importheffingen voor zuivel.”

Midden- en oost-europa Schwaiger ziet ook in Midden- en OostEuropa voldoende afzetmogelijkheden. Dat geldt zowel voor Rusland als voor Polen en Roemenië, die nu deel uitmaken van de EU. Het concern is een van de belangrijkste kaasexporteurs naar Rusland. Hij kan zich goed voorstellen dat het concern daarheen tussenproducten exporteert die door eigen DMKondernemingen of bedrijven waarin DMK een belang in heeft, onder Russisch merk in consumentgerede verpakkingen worden verkocht. Eenzelfde mogelijkheid ziet hij voor een moeilijke markt als Polen, dat vanwege het oorlogsverleden als extra handicap de afzet van producten in de Duitse taal heeft. Maar de overname van een kaashandelaar met ei-

gen kleinverpakkingsapparatuur en eigen merken kan hier een oplossing bieden. Voorts wijst hij erop dat DMK geruime tijd in gesprek is met geïnteresseerde afnemers in het Midden-Oosten en Noord-Afrika. Dan kan worden gedacht aan landen als Algerije, Marokko, Tunesië, Libië, Egypte, SaoediArabië en de Verenigde Arabische Emiraten. Deze markten kunnen alleen worden opgebouwd door vertrouwen. Momenteel exporteert DMK vaak via tussenpersonen naar deze landen. Het nadeel is dat DMK niet weet waar de producten uiteindelijk terechtkomen. Schwaiger noemt dat jammer, omdat het concern zijn service dan niet kan inzetten naar de uiteindelijke klanten. “Klachten dringen dan niet door tot ons. Anderzijds weten we niet of we zo’n afnemer kunnen helpen met speciaal voor hem gemaakte zuivelproducten. Daarom willen we in veel van onze exportlanden aanwezig zijn met eigen kantoren. Zo leren we de behoeften van die afzonderlijke afnemers kennen en kunnen we daar nog beter op inspelen.

Adviescollege Bij de uitbouw van onze internationale activiteiten ondervinden we ook veel steun van de door ons ingestelde Raad voor de Toekomst en Duurzaamheid. Dit DMK-adviescollege zuivelzicht / 14 maart 2012

13-3-2012 12:44:45


bedrijf

bestaat uit een groep ondernemers en wetenschappers op topniveau onder leiding van Heinrich von Pierer, voormalig topman van Siemens. Ze geven ons niet alleen nuttige adviezen, maar stellen ons ook hun netwerken ter beschikking, om snel door te kunnen dringen op exportmarkten.”

‘Wij richten ons op het kostleiderschap en liggen daarmee dichter bij DOC Kaas dan Arla Foods’

Reeks dochters DMK heeft een reeks dochterbedrijven om zich heen verzameld. Recentelijk is een meerderheidsbelang genomen in de Nederlandse onderneming DP Supply in Emmen. Dit bedrijf is een belangrijke speler op de markt van gesproeidroogde creamers en vetpoeders op plantaardige basis. Het beschikt bovendien over interessante technologieën. “Onze ijsdochter is de tweede aanbieder van ijs voor de retail onder handelsmerken in Duitsland. De dochter die babyvoeding maakt, verwerkt bijzonder veel melk. Daarom zoekt deze dochter samen met DMK naar nieuwe afzet, zowel in China als de Arabische wereld. En Sanotact brengt gezondheidsproducten op de markt. Ik sluit niet uit dat DMK in de komende jaren meer van dergelijke bedrijven koopt. Onze filosofie is daarbij duidelijk. Deze dochters moeten in staat zijn om onze melk af te nemen en daarmee een goed resultaat neer te zetten. In jaren met stabiele zuivelmarkten kan een

Veel melk van DMK wordt nu over grote afstand naar het kaasbedrijf in Edewecht (foto) vervoerd.

Fusie Nordmilch en Humana geslaagd “Ik vind dat de fusie tussen Nordmilch en Humana Milchindustrie goed is geslaagd. Daaraan hebben de nodige adviezen van een Nederlandse zuiveldirecteur bijgedragen, die de fusie tussen Campina en Friesland Foods tot FrieslandCampina intensief heeft meegemaakt. Alles overziende ben ik tevreden met hoe DMK er nu voorstaat”, blikt Josef Schwaiger terug op de fusie die vorig jaar mei haar beslag kreeg. Dat alles zo goed verliep heeft in zijn ogen te maken met de voorbereiding: in de voorfase hebben zo’n 90 werkgroepen uit beide ondernemingen zich daar intensief mee beziggehouden. Daardoor stelde men zich open voor elkaar, en ontstond er al snel een gevoel van saamhorigheid. Maar Schwaiger weet dat dit proces nog lang niet klaar is en somt op: “Uiterlijk 2013 moet onze IT op orde zijn. Ook werken we aan een nieuwe opzet van de totale productie in de fabrieken.” Ook de innovatiekracht moet volgens hem aanmerkelijk beter worden. “Ik zie dat er in beide huizen ontzettend veel wordt ontwikkeld. De medewerkers op de innovatieafdelingen zijn aardig overbelast. Maar de output in duidelijk herkenbare producten is relatief laag. Dat kan niet in een onderneming die internationaal een belangrijke speler wil zijn”, benadrukt hij. Met een reeks innovaties wil hij aansluiting zoeken bij de behoeften van afnemers en consumenten uit een steeds groter wordend aantal landen. Daarom werkt DMK aan de vorming van interdisciplinaire innovatieteams voor belangrijke productgroepen.

zuivelzicht / 14 maart 2012

403155.indd 21

deel van die winst voor toekomstinvesteringen worden benut. In moeizame jaren, zoals 2009, kunnen deze winsten geheel worden ingezet voor de melkprijs”, beklemtoont Schwaiger.

Gestegen melkprijs Dat brengt het gesprek op de DMKmelkprijs, die vorig jaar uitkwam op ruim 34 cent per kilogram, terwijl de gemiddelde Duitse melkprijs ongeveer 34,5 cent bedroeg. Schwaiger: “Bij die melkprijzen worden soms appels met peren vergeleken. Er zijn zuivelondernemingen die slechts 300 miljoen kg melk afnemen en met hun merkproducten een melkprijs realiseren van 36 cent. Maar vergeet niet dat wij ruim 6 miljard kg melk in de vorm van zuivelproducten moeten verkopen. Over 2011 hebben we een resultaat geboekt van ruim 20 miljoen euro. Centraal staat dat DMK zijn melkveehouders een melkprijs wil betalen die tot de bovenste 33% van Duitsland behoort”. 21

13-3-2012 12:44:48


bedrijf

EM

omzet en winst naar record

Arla Foods tevreden over 2011 ondanks druk op marges De jaarcijfers van het Scandinavische coöperatieve concern Arla Foods stemmen bestuur en directie tevreden. Zowel de omzet als de nettowinst stegen tot ongekende hoogten. Toch moet Arla Foods het mes zetten in een aantal activiteiten. De marges staan onder druk als gevolg van de economische crisis die de belangrijkste consumentenmarkten hard treft. Arla Foods bereidt zich voor op een harde concurrentiestrijd.

Voor het tweede achtereenvolgende jaar heeft Arla Foods financiële records gebroken. De omzet steeg het afgelopen jaar naar 55 miljard Deense kroon (bijna 7,4 miljard euro). Dat is een groei van 12% ten opzicht van het voorgaande boekjaar. Ook de nettowinst steeg naar recordhoogte. Arla hield in 2011 onder aan de streep 1,3 miljard kroon (176 miljoen euro) over. Dat gevoegd bij een melkprijs 11 procent hoger was, maakt dat het Scandinavische concern met tevredenheid terugkijkt op het afgelopen jaar. “Het zijn sterke resultaten in een moeilijke tijd”, oordeelt CEO Peder Tuborgh.

Hij vindt dat het concern op koers ligt richting 2015. Dan wil Arla Foods de omzetgrens van 10 miljard euro hebben doorbroken. De beoogde omzetgroei moet komen uit de zes Europese landen die Arla Foods als strategische kernmarkt heeft aangeduid: Denemarken, Zweden, het Verenigd Koninkrijk, Duitsland, Finland en Nederland. Met behulp van fusies en overnames, innovaties, intensievere marketingcampagnes en door middel van een herstructurering van de organisatie verwacht Tuborgh het omzetdoel te realiseren. Wat betreft de herstructurering: uiterlijk midden 2013 wil Arla Foods haar kosten structu-

forse groei nederlandse activiteiten Op de Nederlandse markt boekte Arla Foods een omzetgroei van 21 procent naar 310 miljoen euro. Daarvan heeft ongeveer 211 miljoen euro betrekking op de consumentenmarkt. Arla Foods geeft aan dat de marges gaandeweg in Nederland onder druk zijn komen te staan doordat de grondstofprijzen sneller stegen dan de opbrengstprijzen. Vooral bij de verse producten stonden de marges onder druk. Niettemin is het resultaat dat Arla Nederland vorig jaar behaalde volgens de directie positief. “De omzetten hebben zich in 2011 tevredenstellend ontwikkeld en bij de meeste van onze merken zagen we de verkopen toenemen”, aldus Andrew Simpson, die verantwoordelijk is voor de Nederlandse activiteiten van Arla Foods. “We hebben het afgelopen jaar een aantal kaasproducten aan onze portfolio toegevoegd. We gaan door ons te positioneren als de solide en innovatieve nummer twee van de Nederlandse markt.”

22

403461.indd 22

reel met 500 kroon (67 miljoen euro) omlaag hebben gebracht. Dat is volgens de directie noodzakelijk om competitief te blijven in de door de financiële crisis geteisterde Europese consumentenmarkt. Als gevolg van de economische malaise neemt de consument steeds vaker zijn toevlucht tot de goedkope zuivelproducten, die onder huismerken in de schappen staan. Deze ontwikkeling staat in contrast met de groei die markten in het Midden-Oosten, Noord-Afrika, de Verenigde Staten, Rusland en ook Polen laat zien.

kostenbesparing Volgens Tuborgh moet Arla Foods zich in Europa opmaken voor een harde strijd, die met name op de kernmarkten wordt uitgevochten. Het organisatiebureau McKinsey is ingeschakeld om mogelijke kostenbesparende maatregelen in kaart te brengen. De adviseurs lichten het hele concern door en zullen met name de productiekosten in de verschillende landen waar Arla actief is, vergelijken. Kijkend naar de jaarcijfers, blijkt dat Arla Foods ondanks de recordhoge omzet en nettowinst met slinkende marges kampt. De nettowinst steeg met 3 procent minder hard dan de omzet, waardoor de nettomarge een fractie terugliep. Die kwam uit op 2,4 procent. Het operationele resultaat slonk zelfs iets ten opzichte van 2010. Het brutomarge bleef daardoor steken op 3,0% tegen 3,4% in het zuivelzicht / 14 maart 2012

13-3-2012 14:18:01


bedrijf

gestoten. Het gaat bij Arla UK voornamelijk om consumptiemelkproducten, die maken ongeveer 60 procent uit van de omzet. Het bedrijf heeft ongeveer een kwart van de Britse consumptiemelkmarkt in handen. 2012 wordt overigens een belangrijk jaar voor de Britse dochtermaatschappij. Het hoofdmerk Arla zal met een intensieve campagne steviger in de markt worden gezet. De naamsbekendheid van het merk moet in 2015 op 60 procent liggen, is het streven. Verder staat dit jaar in het teken van de bouw van de nieuwe consumptiemelkfabriek nabij Londen. De bouw van de 174 miljoen euro kostende fabriek is vorige maand begonnen. Voor de zomer van 2013 moet de fabriek klaar zijn. Ondertussen wordt deze maand begonnen met de verbouwing van de consumptiemelkfabriek in het Schotse Lockerbie, waar de capaciteit met 40 procent wordt uitgebreid.

Sanering Kaasopslag in een van de Deense vestigingen van Arla Foods.

voorgaande boekjaar. De recordhoge omzet is dan ook grotendeels te danken aan de acquisities die Arla Foods het afgelopen jaar op de Duitse markt deed. De fusie met Hansa Milch in maart en de overname van Allgäuland-Käsereien in november hebben voor een doorbraak van Arla op de Duitse markt gezorgd. Arla Foods GmbH is inmiddels de zevende zuivelonderneming van Duitsland. Het Scandinavische concern ambieert een plek in de top drie. Dat moet voor 2015 zijn gerealiseerd. De totale omzet van Arla in Duitsland bedroeg het afgelopen jaar 724 miljoen euro. Dat is 77% meer dan in 2010. Het leeuwendeel van de omzet , zo’n 80 procent, komt van de Duitse Arla-bedrijven; de rest betreft export vanuit Denemarken. Met name de smeerbare vetten die onder het merk Kærgården op de markt worden gebracht deden het vorig jaar goed, met een omzetgroei van 32 procent. Daarmee bevestigt Arla haar marktleiderschap in de Duitse supermarkten in dit segment. Ook de merkkazen van het Castello (+ 13 procent) en de verse kaasproducten die onder het merk Arla Buko (8 procent) worden verkocht, lieten zuivelzicht / 14 maart 2012

403461.indd 23

volgens het concern een goede ontwikkeling zien. Castello behoort overigens met Arla en Lurpak tot de drie topmerken waarmee het concern de omzetgroei de komende jaren vooral hoopt te realiseren. Het voornaamste merk , Arla, groeide vorig jaar 8 procent; Lurpak en Castello groeiden respectievelijk 13 en 7 procent.

Consumptiemelk De belangrijkste markt voor Arla Foods is de Britse markt. Arla Foods UK, dat voor 96 procent in handen is van de Denen, boekte vorig jaar 1,7 miljard euro omzet, een groei van 5 procent. Daarmee is het bedrijf in het Verenigd Koninkrijk de tweede speler. Het is de bedoeling dat Arla UK voor 2015 de huidige marktleider Dairy Crest van haar troon heeft

Arla steekt dit jaar ook tientallen miljoenen in de Deense kaasbedrijven. De fabrieken in Klovborg en Hjorring gaan dicht; de kaasmakerij in Taulov wordt voor 67 miljoen euro uitgebreid. De capaciteit wordt met liefst 60 procent vergroot tot 45.000 ton snijkaas. Arla hoopt op die manier het rendement van de kaasactiviteiten te verbeteren. De marges staan onder druk, zeker sinds eind vorig jaar de vettax in Denemarken is ingevoerd. Ook in Finland ondervindt het concern problemen. Lage opbrengstprijzen van kaas en consumptiemelk hebben ook in deze markt voor geringere marges gezorgd. Advertentie

• In en verkoop zuivelapparatuur • RVS tanks • Ontwerp en realisatie van zuivellijnen

v.d. Heuvel Zuivelmachines B.V. info@heuvelzuivelmachines.nl www.heuvelzuivelmachines.nl Tel. 0184-642208

23

13-3-2012 14:18:08


MARKTCIJFERS

PRODUCTSCHAP ZUIVEL

Melkaanvoer belangrijke zuivellanden jan. - dec.’11; % wijziging t.o.v. 2010; x mrd kg

Melkprijsontwikkeling internationaal jan.’11 - dec.’11; €/100 kg 39

VS

+ 1,8%

Duitsland

37

+ 2,4%

35

DE

Frankrijk

+ 5,3%

33

FR

Nieuw-Zeeland

+ 10,5%

31

NL

Nederland Australië

NZ

29

+ 0,1%

VS

27

+ 2,4%

25

0

30

60

90

120

Marktprijsontwikkeling mrt.’11 - feb.’12; €/1.000 kg Vol melkpoeder 26%

Mager melkpoeder ADPI

Boter 82%

4.000

4.000

5.000

3.000

3.000

4.000

2.000

2.000

3.000

1.000

1.000

2.000

Exportwaarde belangrijke zuivellanden jan. - nov.’11; % wijziging t.o.v. 2010; x € mln

DE

6.001(+ 13%)

NZ

219 (+5%)

FR

3.994 (+9%)

NL

2.793 (+4%)

VS

63 (+18%)

AU

15 (-12%)

1.181 (+19%) 5.971 (+15%) 1.345 (+22%) EU

0

24

403616.indd 24

1.703 (+14%)

Derde landen

3.179 (+29%) 1.844 (+27%) 2.000

4.000

6.000

8.000

10.000

ZUIVELZICHT / 14 MAART 2012

13-3-2012 12:52:30


markt

t e k s t e n f o t o ’ s R e n é va n B u i t e n e n

extreme marktsituatie gesprek van de dag op biofach

‘We moeten nee verkopen; dat is erg voor een verkoper’ Op een prominente plek, vlak bij de hoofdingang van het beursgebouw in Neurenberg treffen we Herco Hekking, eigenaar van Hekking Cheese. Hij presenteert op de BioFach een breed pakket aan geitenkazen. Voor een deel zijn dat producten van producenten uit binnen- en buitenland, voor een deel betreft het kazen verwerkt van melk van eigen leveranciers. De groep veehouders waarvan hij melk afneemt is betrekkelijk stabiel. Daarom plaatst hij enkele kanttekeningen bij de verhalen over een groot tekort aan biologische melk. “Ik vind het allemaal wat overdreven hoor, dat tekort waar men het over heeft. Natuurlijk, de markt groeit gestaag door, ook wij zijn het afgelopen jaar weer met een procent of tien gegroeid. Maar dat betekent niet dat wij ook zoveel melk verwerken.” Hekking zegt vooral te groeien door buitenlandse kazen te importeren en te verhandelen. “We werken samen met klanten in 30 landen; voor hen verkopen we al met al 100 verschillende soorten kaas. Ik denk dat wij onze groei te danken hebben aan onze transparante werkwijze. Je moet ervoor zorgen dat het juiste product met de juiste kwaliteit op het juiste moment op de juiste plek is. Zo eenvoudig is het.”

Op de BioVak in Zwolle werd begin dit jaar duidelijk gemaakt dat de sterke groei van de biologische zuivelmarkt betrekkelijk is. De afzet neemt weliswaar toe, maar gaat gepaard met margedruk. Op de BioFach in Neurenberg, werelds grootste vakbeurs voor biologische landbouwproducten, vroeg ZuivelZicht standhouders naar hun visie.

overgenomen. “Hansa verwerkt wel biologische melk, maar verkoopt deze alleen nog onder de huismerken van retailers. Wij willen dit jaar via Hansa biologische consumptiemelkproducten onder het Arla-merk op de Duitse markt brengen. We denken dat daar zeker behoefte aan is. Dat merken we ook hier op de BioFach.”

Te weinig melk in Nederland Vechtenaer is een Nederlandse onderneming die al Deense biologische zuivelproducten op

de markt brengt. Het is een dochterbedrijf van de Deense onderneming Thise Mejeri. Aanvankelijk werkte Vechtenaer alleen samen met Thise, en werd Vechtenaer als handelsnaam gevoerd. “Daarmee appelleerden we te veel aan streekproducten”, verklaart managing director Henk Bijl. “Wat dat betreft zijn we ingehaald door de tijd.” Het bedrijf is licentiehouder van Bio+, onder welke merknaam de producten worden verkocht. Behalve de aanvoer uit Denemarken, laat Vechtenaer in Duitsland koffiemelk maken

Nieuwe markten Arla Foods “In Nederland mag er dan misschien een tekort zijn aan biologische melk, wij in Denemarken hebben veel te veel biologische melk”, vertelt Kim Juhl Sørensen, accountmanager bij Arla Foods in de opvallend bescheiden stand van het Deense zuivelconcern. We proberen de hoeveelheid Deense biologische melk daarom in te zetten voor de nieuwe markten die we aan het veroveren zijn. Dat zijn zowel Nederland als Duitsland.” In beide gevallen gaat het volgens Sørensen om biologische melk die Arla onder haar eigen merk op de markt wil zetten. In Duitsland zal dat gebeuren via Hansa Milch, de zuivelonderneming die vorig jaar werd zuivelzicht / 14 maart 2012

402551.indd 25

Managing director Henk Bijl van Vechtenaer, licentiehouder van het merk Bio+. 25

13-3-2012 13:13:58


markt

ders; zij zijn huiverig om te schakelen. ”Dat heeft volgens haar onder meer te maken met de hogere voerkosten waar biologische veehouders mee worden geconfronteerd. “Het komt er eigenlijk op neer dat we een klantenstop hebben moeten invoeren. We moeten dus nee verkopen en dat is erg voor een verkoper. Vooral in de winterdip van de productie is de situatie nijpend.” Het tekort heeft tot gevolg dat kaasproducenten alleen jonge en jongbelegen varianten kunnen aanbieden. Oudere biologische geitenkazen zijn er niet. “Het is niet logisch om in deze situatie kazen vier maanden weg te leggen. Het aanbod van melk is altijd al krap geweest in de biologische geitenkaassector, maar zo erg als nu is het niet eerder geweest.”

“Het komt er op neer dat we een klantenstop hebben moeten invoeren”

Bastiaansen Kaas pakt uit op de BioFach met een grote stand, die veel belangstellenden uit binnenen buitenland trok.

en in Boxmeer langhoudbare biologische melk, door Globemilk. Vechtenaer betrad drie jaar geleden de Nederlandse biologische zuivelmarkt. “Sindsdien hebben we onze weg gevonden”, stelt Bijl. Inmiddels zet de onderneming voor 100 miljoen liter melk aan product af, waarvan ongeveer tien procent daadwerkelijk in Nederland wordt verwerkt. ‘We merken dat onze afnemers behoefte hebben aan zuivelproducten die van Nederlandse biologische melk zijn gemaakt. Dat is een puntje op onze agenda. Maar eenvoudig is het niet om Nederlandse biolo26

402551.indd 26

gische zuivelproducten te leveren, omdat er inderdaad nu eenmaal te weinig melk is in Nederland.”

Extreme situatie Als ergens sprake is van een melktekort dan is het wel in de biologische geitenmelksector, stelt Marja Bastiaansen onomwonden. “Daar is het echt extreem”, vindt de marketingmanager van Bastiaansen Kaas, een dochteronderneming van Rouveen Kaasspecialiteiten. “Deze markt groeit nog sneller dan de markt van biologische koemelk. Het probleem zit vooral bij de veehou-

Juist op dat moment passeren enkele Nederlandse geitenhouders de stand van Bastiaansen. Het zijn Gerrit Verhoeven en twee medebestuursleden van Organic Goat Cooperation, een coöperatie van biologische geitenhouders. Het trio wordt uitbundig begroet door Marja Bastiaansen. Verhoeven maakt graag wat tijd vrij om over de bijzondere marktomstandigheden te praten. Hij zegt goed te beseffen in welke bijzondere marktomstandigheden de nog jonge coöperatie terecht is gekomen. “Wij zijn een paar jaar geleden net na de Q-koortsuitbraken begonnen in een tijd van overschot. Nu wordt de melk van onze coöperatie in heel Europa gevraagd.” Dat is een prachtige positie, beseffen de bestuurders van Organic Goat Cooperation, maar echt uitbundig zijn ze er niet over. Ze weten maar al te goed dat het tij snel kan keren. Het is immers een nichemarkt. Een kleine groei van het aanbod kan al funest zijn voor de prijs. “We bundelen op dit moment ongeveer tien miljoen liter melk afkomstig van 25 veehouders uit Nederland en België. Met die melkzuivelzicht / 14 maart 2012

13-3-2012 13:14:04


markt

plas gaan we heel voorzichtig om. We staan onder toezicht van het COKZ, en alle melk die we leveren voldoet aan de normen van Kwaligeit, het kwaliteitsborgingsysteem voor de geitenhouderij. We hebben alles netjes voor elkaar; dat willen we zo houden. Natuurlijk willen we groeien, maar alleen als het kan en dan nog heel geleidelijk”, vertelt Verhoeven. “We willen onze eigen afnemers niet beconcurreren.”

Groot probleem “Tja, die biologische geitenmelkmarkt, dat is echt een groot probleem hoor,” beaamt René Rovers, commercieel directeur bij kaasmakerij Henri Willig, die op de BioFach present is met het merk Hooidammer. Rovers, die enkele jaren geleden overkwam van Uniekaas, vindt het een bizarre situatie. “Ik ben eigenlijk biologische geitenkaas aan het verdelen onder mijn afnemers in plaats van het te verkopen. Zo veel voor de ene klant, zo veel voor de andere. Ik kijk niet eens naar hoeveel kaas ze hebben besteld. Ze vragen toch meer dan ik kan leveren.” Rovers is dan ook blij met de komst van de club van Verhoeven. “Het is een goede zaak dat die jongens hier rondlopen op de BioFach. Zo houden ze feeling met de markt”, zegt hij. “Het zou heel mooi zijn als zij de ontwikkelingen in de markt enigszins in de hand kunnen houden. Door samen te werken met de handel kan de coöperatie vraag en aanbod beter op elkaar laten afstemmen. Dan hebben we rust in de markt. Daar is iedereen bij gebaat.”

Geleidelijke groei Op de markt voor biologische koemelkproducten is de situatie een stuk beter, oordeelt Rovers. “Ook daar zie je wel dat het overschot weg is. Het is te hopen dat de veehouders nu niet weer als een gek gaan melken. Dat zou de markt verstoren. Geleidelijke groei is het beste.” “Gelukkig kunnen wij het benodigde aanbod voor biologische koemelk helemaal met eigen veehouders afdekken. Wij kopen niets bij, zeker niet uit het buitenland. We zijn een specialiteitenbedrijf en willen uitsluitend Nederlandse biologische melk verwerken.” Hoe lokaal het probleem van het biologische melktekort is maakt Harry ten Dam van Aurora duidelijk. “Buiten Nederland is het geen enkel prozuivelzicht / 14 maart 2012

402551.indd 27

Commercieel directeur René Rovers van Kaasmakerij Henri Willig in de stand die met de merknaam Hooidammer is getooid.

bleem. Er is genoeg biologische melk te krijgen. Wij verwerken de melk van onze eigen Nederlandse boeren en ik krijg genoeg melk van hen om aan de groeiende vraag van mijn afnemers te voldoen.” Aurora zet voornamelijk biologische kaas af op de Duitse markt. Om te illustreren hoe goed het op die markt gaat, vertelt Ten Dam over het nieuwe distributiecentrum dat hij binnenkort wil openen in Kranenburg, net over de grens bij Nijmegen. “Dan gaat de opslag bij ons bedrijf in Ottersum in NoordLimburg weg. Dan kunnen we nog efficiënter werken.”

‘Het is te hopen dat de veehouders nu niet weer als een gek gaan melken’ Op het eind van de dag in de stand van het ministerie van EL&I, waar een borrel voor Nederlandse beursgangers wordt geschonken, lopen we Sjoerd de Hoop tegen het lijf. Hij is al 20 jaar actief in de biologische zuivelsector. “Weet je hoe het tekort in de biologische markt is ontstaan?” vraagt hij, om er in een adem aan toe te voegen: “Doordat veehou-

ders van nature vasthouden aan bestaande patronen.” “Gangbare veehouders hebben er moeite mee om om te schakelen naar een biologische bedrijfsvoering. Ze zien er tegen op om economische, technische en sociale redenen. Je ziet hetzelfde bij de grote zuivelproducenten, nu er weer gediscussieerd wordt over ontkoppeling van de biologische melkprijs met de prijs voor gangbare melk. Ze gaan er niet echt voor. Terwijl het bij de biologische markt gaat om het gevoel. Dat missen ze. Dan zeggen ze wel dat de verschillen tussen gangbare zuivel en biologische zuivel steeds kleiner worden, maar dat is niet waar. De fabrikant van gangbare zuivel die dat beweert is net als de roker van een filtersigaret. Hij blijft nog steeds een roker”, zegt De Hoop.

Temperen “Ik ben er voor om het te temperen”, zegt Jan Zomerdijk over de verhalen van melktekorten. De grondlegger van biologische zuivelfabriek in Limmen, onderdeel van FrieslandCampina, loopt te lang mee in de biologische zuivelsector om zich gek te laten maken door het huidige optimisme. “Er is eigenlijk alleen in Nederland sprake van een tekort aan biologische melk. Dat is ontstaan doordat Arla Foods zich in Nederland op de biologische markt heeft gegeven, en doordat FrieslandCampina het merk Boerenland in de markt heeft gepositioneerd. In Europa is er sprake van een overschot”, stelt hij nuchter vast. 27

13-3-2012 13:14:11


markt

jurriën Scheepstra, productschap zuivel

door bovengemiddelde groei in 2011

Wereldmelkproductie 2012: lagere groei door overaanbod Gunstige weersomstandigheden en de goede marktsituatie hebben in 2011 geleid tot een bovengemiddelde groei. Hierdoor is er op dit moment meer dan voldoende melk beschikbaar om aan de vraag te voldoen. Voor 2012 wordt daarom een afzwakking van de groei verwacht. De melkproductie in de 15 belangrijkste zuivellanden zal in 2012 naar verwachting per saldo met 2% toenemen. Dit is ongeveer vergelijkbaar met de jaarlijkse gemiddelde groei in de periode 2005-2011. Op dit moment is er meer dan voldoende melk beschikbaar om aan de vraag te voldoen. Door dit overaanbod is sprake van een dalende tendens in de marktprijzen. Als de lagere opbrengsten ook gaan doorwerken in de melkprijzen, dan zouden melkveehouders in reactie daarop minder melk kunnen gaan produceren. De groei komt daardoor naar verwachting een stuk lager uit dan in 2011. Naast het overaanbod kan nog een aantal factoren een grote rol gaan spelen in de ontwikkeling van de melkproductie in 2012. Het weer is zoals altijd een onvoorspelbare factor. In de afgelopen jaren zijn hiervan talrijke voorbeelden te vinden. Een tweede onzekere factor is de ontwikkeling van de wereldeconomie. Tot nu toe lijkt de vraag op de zuivelmarkt relatief weinig hinder te ondervinden van de turbulentie op de financiële markten. De vraag in opkomende zuivellanden blijft goed en bepalend voor de ontwikkeling van de wereldmarkt. De Rabobank (Dairy Outlook) verwacht dat de mondiale consumptie van melk in de komende jaren gemiddeld met 2,4% gaat groeien. Met name India en China blijven snel groeiende markten, goed voor 40% van de totale groei. Aan de andere kant zal de groei in ontwikkelde markten als Europa volgens de Rabobank achterblijven. Als derde factor kan de instabiliteit in de 28

403585.indd 28

Ontwikkeling van de melkproductie in de 15 belangrijkste zuivellanden (volgorde op basis van 2011 cijfers) Productie (x 1.000 ton) Ontwikkeling (in %) EU-27 India (a) Verenigde Staten Pakistan (b) China Brazilië Rusland Nieuw-Zeeland (c) Turkije Argentinië Mexico Oekraïne Australië Iran Canada

2005 2010 148.966 149.326

2011 (v) 152.000

2012 (s) 152.300

2011/10 +1,8%

2012/11 +0,2%

91.829 112.200 80.254 87.474

117.000 89.015

122.000 90.300

+4,3% +1,8%

38.130

44.827

46.200

47.600

+3,1%

27.534 25.360

35.756 31.636

36.500 33.265

37.600 34.000

+4,3% +1,4% +3,0% +3,0% +2,2% +0,3% +2,8% +5,4% +4,2% +1,2% -2,0% +3,0% +2,2% +0,7% +2,0%

31.100

31.895

31.500

31.600

15.163 10.026

17.143 12.480

18.875 13.000

+2,1% +5,1% -1,2% +10,1% +4,2% +13,0% +0,6% -1,5% +2,4% +2,2% +1,3% +2,8%

9.778

10.617

12.000

10.164 13.424

10.997 10.977

10.445

9.338

6.841 8.241

8.900 8.434

11.065 10.815 9.565 9.100 8.540

19.400 13.700 12.500 11.200 10.600 9.850 9.300 8.600

Totaal geselecteerde landen 527.256 582.001

598.440

610.550

Bron: IDF World Dairy Situation, USDA, FAO, Eurostat, nationale statistieken (2011: voorlopige cijfers (v); 2012: schatting (s)) (a) Seizoenen lopen van april tot en met maart van het volgende jaar, inclusief buffelmelk; (b) Seizoenen lopen van juli tot en met juni van het volgende jaar, inclusief buffelmelk; (c) Het jaar 2005 betreft het seizoen juni 2005 tot en met mei 2006. voor zuivel belangrijke Midden-Oosten regio genoemd worden. In landen als Libië en Egypte zijn de machtsverhoudingen nog lang niet uitgekristalliseerd, met onrust en mogelijk een dalende vraag tot gevolg.

EU: forse toename Frankrijk Op basis van de voorlopige melkaanvoercij-

fers van 2011 kan een inschatting worden gemaakt van de melkproductie in de Europese Unie. Deze nam in 2011 met 1,8% toe tot 152 miljard kg, de sterkste toename in jaren. Opvallend is dat de groei voor een belangrijk deel werd ingevuld door Frankrijk. Voor het tweede opeenvolgende jaar nam de Franse melkaanvoer fors toe. Werd in 2010 zuivelzicht / 14 maart 2012

13-3-2012 13:14:51


markt

nog een toename genoteerd van 2,8%, in het afgelopen jaar nam de melkaanvoer met maar liefst 5,5% (1,3 miljard kg) toe. Voor het eerst in jaren lijkt het erop dat Frankrijk het melkquotum volledig zal benutten. Andere lidstaten die in 2011 een grote absolute toename realiseerden waren Duitsland, Ierland, Oostenrijk, Polen, Spanje en het Verenigd Koninkrijk. De Duitse plas steeg met 2,4%, duidelijk meer dan in de jaren daarvoor. Voor Duitsland dreigt dan ook een overschrijding van het melkquotum in het quotumjaar 2011/2012. De Nederlandse melkplas steeg in 2011 ‘slechts’ met 0,2%. Voor 2012 verwacht de Europese Commissie een bescheiden groei van de melkproductie. Het op dit moment te grote mondiale aanbod van melk, de als gevolg daarvan dalende marktprijzen en de economische onzekerheid spelen hierbij een belangrijke rol.

Sterke groei in 2011 In 2011 is de mondiale melkproductie is fors gestegen. Het aanbod in de 15 belangrijkste melkproducerende landen in de wereld nam met 2,8% toe tot een volume van ruim 598 miljard kg. Deze landen zijn goed voor bijna 84% van de wereldmelkproductie (in 2011 716 miljard kg) en vormen daardoor een goede graadmeter voor de ontwikkeling van het totaalaanbod. Doordat de vraag in 2010 harder toenam dan het aanbod, namen de prijzen eind van dat jaar fors toe. Ook in 2011 was nog sprake van hoge marktprijzen. De goede marktsituatie lokte extra productie uit, waardoor de groei van de melkproductie in 2011 ruimschoots boven de gemiddelde jaarlijkse groei van 2,1% in de periode 2005-2011 uitkwam. Over het algemeen was in 2011 sprake van gunstige klimatologische omstandigheden, wat een positieve invloed had op de melkproductie. Met name de aanzienlijke toename in Argentinië en Nieuw-Zeeland, belangrijke exporteurs op de wereldmarkt, valt op. Beide landen realiseerden in 2011 dubbele groeicijfers.

Nieuw-Zeeland geeft gas Behoefte India neemt snel toe De Indiase melkproductie stijgt structureel met gemiddeld 4 miljard kg per jaar. In 2011 bedroeg het volume koe- en buffelmelk samen circa 117 miljard kg, verreweg het hoogste productievolume voor een individueel land. De behoefte aan melk zal volgens de Indian Dairy Association als gevolg van de toename van de bevolking in de komende vijf jaar met 29% toenemen tot 150 miljard kg. Over tien jaar zal er naar verwachting ruim 200 miljard kg melk nodig zijn om de bevolking te voeden. Of India deze behoefte volledig zelf zal kunnen invullen, is nog maar zeer de vraag. Als dat niet het geval is, dan zal het buitenland hierin een rol gaan spelen en India een belangrijke markt voor de internationale handel worden.

Groei VS zet door Voor het tweede opeenvolgende jaar groeide de Amerikaanse melkproductie met bijna 2% tot een volume van 89 miljard kg. Voor 2012 verwacht de USDA een lagere groei dan in 2010 en 2011. Druk op de melkprijzen en hogere voerkosten zullen ten koste gaan van de marges van de melkveehouder, die daardoor minder gestimuleerd wordt de productie uit te breiden. Op dit moment echter zit de vaart er nog goed in bij de melkproductie. In januari 2012 werd een toename van 3,4% genoteerd, de grootste stijging in vier jaar tijd. Bovendien is de milde winter gunstig voor de ontwikkeling van de melkproductie in het eerste kwartaal. zuivelzicht / 14 maart 2012

403585.indd 29

De melkproductie in Nieuw-Zeeland is dankzij gunstige weersomstandigheden en in reactie op de goede marktsituatie in 2011 met 10% toegenomen tot 18,9 miljard kg. De ontwikkeling van de zuivelsector is juist als gevolg van het weer in de afgelopen jaren erg grillig gebleken. Na een jaar van daling (2008) of lichte groei (2010) als gevolg van droogte volgden zowel in 2009 als 2011 grote volumestijgingen. De extra plas melk van 1,7 miljard kg in 2011 is of zal in zijn geheel op de wereldmarkt worden afgezet. Ongeveer 95% van de Nieuw-Zeelandse melkproductie wordt immers in bewerkte vorm buiten de grenzen verkocht. De wereldhandel nam in 2011 met naar schatting 7 miljard kg toe. Hiervan was ruim éénvijfde afkomstig uit Nieuw-Zeeland. Voor 2012 wordt een minder sterke groei van de melkproductie verwacht. Het is niet waarschijnlijk dat de gunstige weersomstandigheden van 2011 worden overtroffen. Een normaal groeipatroon lijkt daardoor meer voor de hand te liggen. Hierbij speelt ook mee dat het huidige overaanbod zorgt voor een onzekere marktsituatie, wat een expansie in de weg kan staan.

Australië profiteert van water Eind 2010 en begin 2011 werd Australië geteisterd door zware regenval en grootschalige overstromingen. Het natte weer heeft echter weinig negatieve gevolgen gehad voor de melkproductie. Integendeel zelfs.

Voor het eerst in jaren was er geen sprake meer van droogte, de grote beperkende factor voor de melkproductie in de afgelopen tien jaar. De Australische melkproductie nam in 2011 dan ook met 2,4% toe tot bijna 9,6 miljard kg. Ook in 2012 wordt een toename verwacht. De lagere voerkosten, goede bodemgesteldheid en verbeterde mogelijkheden voor irrigatie zorgen met name in de zuidelijke staten Victoria, New South Wales en Tasmanië voor goede vooruitzichten. Deze drie staten zijn samen goed voor 84% van de totale melkplas.

Veel meer melk in Argentinië Net als in Oceanië heeft het weer in Argentinië een belangrijke rol gespeeld. Het goede weer legde in 2011 samen met de hoge melkprijzen de basis voor een aanzienlijke stijging van de melkproductie van ruim 13% tot 12 miljard kg. Dit is een recordhoeveelheid voor de Argentijnse zuivelsector. Ook deze extra melkplas vond voor het grootste deel zijn bestemming op de wereldmarkt. In 2011 was Argentinië verantwoordelijk voor 20% van de groei in de wereldhandel. De USDA voorspelt dat de Argentijnse melkproductie ook in 2012 zal stijgen, maar in een lager tempo dan in 2011 als gevolg van een toename van de inflatie en daardoor afname van de winstgevendheid. Eind 2011 en begin 2012 kampte het land bovendien al met een zeer droge, hete periode, wat van invloed was op de melkproductie en de teelt van gewassen als maïs en sojabonen. 29

13-3-2012 13:14:51


BELRUBRIEK KAASPRODUCTIELIJNEN

RVS KAASPLATEAUS

VERPAKKINGEN

Mr. F. J. Haarmanweg 44 4538 AS Terneuzen tel: 0115 682000 www.elopak.com

Kaasproductielijnen - peKelsystemen

Hichtumerweg 7, 8701 PG Bolsward tel. 0515-576523 - fax 0515-572575

Uw partner voor: kaaswas en kaascoating verpakkings- en etiketteerlijm

email: klokslag@klokslag.nl website: www.klokslag.nl

SYSTEEM INTEGRATIE

Tel: +31 (072) 57 50 600

Technische Automatisering

SIG Combibloc b.v. Amarilstraat 11 Postbus 24, 7550 AA Hengelo Tel: +31 (0) 74 2554455 Fax: +31 (0) 74 2554400

Technische Installaties Technisch Beheer

www.vanlente.nl

www.paramelt.com

info.cben@sig.biz www.sig.biz

MEMBRAAN FILTRATIE

SAMEN DENKEN SAMEN DOEN

Leverancier van kartonverpakkingssystemen voor het aseptisch afvullen van dranken en andere vloeibare voedingsmiddelen.

PROCESSING Leading specialist in membrane technology for the dairy industry. Fast delivery of spares.

TANKBOUW

DSS Silkeborg AS Tel. +45 8720 0840 Service hotline +45 70701661 info@dss.eu • www.dss.eu

Uw advertentie in de Belrubriek 03-10-2011 14:56:57 is twintig keer per jaar adverteren Untitled-4 1 voor een scherpe prijs.

LUCHTBEHANDELING

Suppliers List 58x50.indd 1

8/03/2011 9:04:28

Voor tarieven en inlichtingen: tel 020 – 5736056 email h.v.d.werf@bdu.nl

ZuivelZicht

al 100 jaar een begrip in de zuivel inlichtingen: tel: 020-5736056 • fax 020-6242519

403095.indd 30

13-3-2012 11:21:09


BELRUBRIEK IN- EN vERKoop tANKS

KWALItEItSCoNtRoLE

KAASBEWERKINGSMACHINES

Snel

Praktisch

Specialist in kaasbehandeling en rijpen!

Betrouwbaar • Automatische kaasbehandelingslijnen • Robot kaasbehandelingslijnen • Kistenbelading voor foliekaas • Plastificeren • Planken wassen • Etiketteren • Banderolleren • Verpakkingsinstallaties voor foliekaas

Uniek assortiment voor de zuivelindustrie in Nederland en België Kant-en-klare voedingsbodems 3M™ Petrifilm™ Count Plates Testen van oppervlaktehygiëne en water 3M™ Clean-Trace™ ATP meting

KAASpRoMotIE

Verrijking en verdunning van monsters 3M™ Sampling Eindcontrole UHT-zuivelproducten 3M™ MLS

T: 0348 435435 F: 0348 439399 E: info@bma-nl.com I : www.bma-worldwide.com

Pathogenen testen 3M™ Tecra™

Surf naar www.3M.nl/voedselveiligheid Of bel (071) 5 450 342 8130_adv_zuivelzicht_125x180_10.indd 1

14-06-10 10:14

ADvIES

onderdeel van

IA GROEP

Feenstra Adviseurs, al ruim 90 jaar sterk als ontwerpen adviesbureau in de zuivel- en voedingsmiddelenindustrie info@doeschotbv.nl sales@ferdar.nl

www.doeschot.nl www.ferdar.nl

KALIBRAtIE www.feenstra.nl

info@feenstra.nl - tel: +31 (26) 38 444 00

Kalibratie

in de zuivelindustrie Meer dan alleen het controleren van het meetinstrument

Naast de voorwaarde om te voldoen aan de wettelijke eisen ook uw toegang tot het beste product, geproduceerd met een optimaal en storingsvrij productieproces met maximale energiebesparing Stork Technical Services Nederland E&I Noordoost vestiging Leeuwarden Poolsterweg 3, 8938 AN Leeuwarden. Telefoon: 058 – 2844600 E-mail: leeuwarden@stork.com

inlichtingen: tel: 020-5736056 • fax 020-6242519

403094.indd 31

13-3-2012 11:20:52


403096.indd 32

13-3-2012 11:21:09


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.