Zuivelzicht februari 2012 nummer 2 jaargang 104

Page 1

JAARGANG 104 - NUMMER 2 - 15 FEBRUARI 20 1 2

Herwaardering Basisvoeding mag positiever in beeld

Volatiele markten Wie is het meest bestand tegen prijsschommelingen? Lights Out Produceren zonder operator en licht

396756.indd 1

14-2-2012 13:30:48


398234.indd 2

14-2-2012 9:36:55


zijlijn

R e n é va n b u i t e n e n , h o o f d r e d a c t e u r

Vallen en opstaan Het gaat goed met afzet van biologische zuivelproducten. Import is zelfs noodzakelijk op de Nederlandse markt. De goede stemming was vorige maand merkbaar op de BioVak in Zwolle en ook deze week op de BioFach in Neurenberg was sprake van een opgetogen stemming. Toch is het niet allemaal gejubel wat er klinkt in de biologische zuivelsector. Melkveehouders zijn niet tevreden. Zij beklagen zich over de melkprijs, die gekoppeld is aan de ontwikkelingen op de markt voor gangbare boerderijmelk. Die prijs is onderhevig aan de grillen van de wereldmarkt. Daar wordt het sentiment bepaald door commodities. Dat verdienen biologische zuivelproducten niet, vinden de melkveehouders. Zij willen daarom een eigen melkprijs en geen prijs die wordt gebaseerd op de soms hevig schommelende gangbare melkprijs plus een toeslag voor de gemaakte meerkosten. Er is veel te zeggen voor ontkoppeling van de biomelkprijs met de gangbare melkprijs. De biologische zuivelmarkt is een markt met een eigen dynamiek, die enigszins los staat van de wereldhandel in basiszuivelproducten. Maar dat betekent ook dat biologische melkveehouders de vaste toeslag voor de gemaakte meerkosten ten opzichte van hun collega’s met een gangbare bedrijfsvoering moeten loslaten. Op elke markt bepalen vraag en aanbod de prijs. Het is aan de aanbieder om zoveel waarde toe te voegen dat hij minimaal zijn kostprijs vergoed krijgt. Zo zou de biologische melkprijs ook tot stand moeten komen. Waardetoevoeging wordt overigens steeds lastiger voor de biologische zuivelsector nu de gangbare zuivelsector steeds verder verduurzaamt. Het wordt nog een hele uitdaging voor de biologische keten om onderscheidend te blijven. Het rumoer dat de afgelopen weken in de biologische melkveehouderij is ontstaan doordat de zuivelindsutrie de toeslag minder verhoogt ten opzichte van de LEI-kostprijsberekening, past niet bij de ontbolstering die de biologische zuivelmarkt nu doormaakt. De markt wordt volwassen en dat betekent dat de spelers op die markt navenant moeten handelen. Volwassen gaat met vallen en opstaan. Dat ondervinden niet alleen de melkveehouders maar ook de zuivelproducenten. Want ook hun afnemers zijn er achter gekomen dat de vraag naar biologische zuivelproducten toeneemt. Zij wensen een graantje mee te pikken en komen dus met biologische zuivelproducten onder huismerk. Het drukt de marges van de A-merken, precies zoals het met de gangbare melkproducten is gebeurd. De marges op de consumptiemelkmarkt zijn sindsdien geminimaliseerd, als er al wat wordt verdiend. Het is aan alle spelers in het biologische segment dat te voorkomen.

colofon ZuivelZicht Magazine is een uitgave van

Ontwerp: Giesbers, Velp

Groote, Martin de Vries.

Koninklijke BDU Uitgevers BV in Barneveld

Druk: Koninklijke BDU Grafisch Bedrijf BV Barneveld

Abonnementenadministratie:

ISSN: 0165-8573.

Abonnementenadministratie: BDU Vak- en

Postbus 67, 3770 AB Barneveld

Abonnementen: Abonnementsprijzen in 2012

Publieksmedia, Postbus 67, 3770 AB Barneveld.

www.bduuitgevers.nl

(12 nummers): € 106,15 (studenten € 60); buitenland:

Tel 0342-494889, e-mail: abonnementen@bdu.nl

€ 140,35. Proefabonnement (3 edities): € 7,50. Schriftelijke beëindiging (vóór 1 november) per eind

Advertenties: BDU Tijdschriften, Robijnlaan 2,

Redactie ZuivelZicht

kalenderjaar.

2132 WX Hoofddorp. Contactpersoon: Hielke van

Adres: Louis Braillelaan 80 | Postbus 165,

Hoofdredactie: René van Buitenen, email:

der Werf, Tel 020-5736056 Fax 020-6242519

2700 AD Zoetermeer

r.v.buitenen@bdu.nl

E-mail: h.v.d.werf@bdu.nl

Tel: 079-3430307

Eindredactie: Yvonne Mors, e-mail: y.mors@bdu.nl

Internet: www.zuivelzicht.nl

Medewerkers aan dit nummer: Ria Besseling,

email: redactie.zuivelzicht@bdu.nl

Brenda Bonnet-McArthur, Tiny Brouwers, Yves De

zuivelzicht / 15 februari 2012

396764.indd 3

3

14-2-2012 14:18:27


inhoud

Invloed wetenschap beperkt

Beleidsmakers vertrouwen meer op instanties als EFSA dan op de wetenschap volgens topambenaar Rodenbach van de Europese Commissie. Op het EDA-congres over verzadigd vet dat vorige week werd gehouden werd de zuivelindustrie geadviseerd allianties te sluiten. “Baseer je niet alleen op de wetenschap. Ga ook vooral uit van de emotie van de consument”, adviseerde Europarlementariër Esther de Lange daar. Zij reageerden hiermee op de mythe dat verzadigd vet slecht is, een mythe die volgens voedingswetenschappers doorbroken zou moeten worden.

6 8

19

28

En verder...

5 Verssectoren willen een herwaardering voor basisvoeding.

7 Drenthe stimuleert omschakeling naar biologische bedrijfsvoering.

8 Via ‘Lights out manufacturing’ pro-

16 Eindrapport Duits kartelbureau brengt commotie.

17 Sterke merken volgens Rabo baken in tijden van prijsschommelingen.

18 La Place wil meer regionale kaas.

ductie op hoger niveau.

22 FrieslandCampina: “Marges biozuivel staan onder druk”.

23 Onvrede bij EMB over EC-voorstel verbetering positie melkveehouders

24 Zuivel belangrijke trekker bij winkelketen Estafette (coverfoto).

19 Duitse minister vindt betere etiket10 Melkprijs NRW omhoog.

tering van regionaal product nodig.

26 Melkveehouder levert meer en meer groene energie.

12 Ierse zuivel werkt aan een groeiplan met de IDB in de frontlinie. 4

398499.indd 4

20 EL&I ziet meer kansen op ZuidDuitse markt.

28 Italië blijft voorlopig importeren. zuivelzicht / 15 februari 2012

14-2-2012 13:58:01


markt

r e n é va n b u i t e n e n

Verssectoren willen herwaardering voor basisvoeding

Bleker kiest voor Moeder Natuur De verssectoren presenteerden zich vorige maand op de Grüne Woche in Berlijn. Zij willen een herwaardering van basisvoedingsmiddelen. Staatsscretaris Henk Bleker staat achter het initiatief. Met een kort, maar krachtige reactie heeft staatssecretaris Henk Bleker zich achter het gedachtegoed geschaard van het platform basisvoedingsmiddelen, een initiatief van de verssectoren. Zij willen meer aandacht voor basisproducten als groeten, fruit, zuivel, vis, brood, aardappelen en vlees. Tijdens de Grüne Woche vorige maand in Berlijn presenteerden Jack Stroeken (Bureau GroentenFruit) en Oscar Meuffels van de Nederlandse Zuivel Organisatie het manifest Beter Eten, Beter Leven dat ten grondslag ligt aan het platform. Bleker reageerde enthousiast op het verhaal van Stroeken en Meuffels. De bewindsman gaf direct na de presentatie gehoor aan hun verzoek om morele steun voor het verhaal. “Morele steun verleend. Een duidelijk verhaal; ik heb er niets aan toe te voegen.” De verssectoren presenteerden zich in de Nederlandse stand op de werelds grootste landbouwtentoonstelling met een verhaal waarin zij pleiten voor herwaardering van de basisvoedingsmiddelen, ook wel de merken van Moeder Natuur genoemd.

Gezonde basis “Deze producten vormen de gezonde basis van onze maaltijd en onze gezonde eetcultuur”, stellen de initiatiefnemers, Bureau GroentenFruit en de Nederlandse Zuivel Organisatie. Zij vinden de toon waarop over voedsel wordt gesproken te negatief en te veel gericht op minderen, terwijl basisvoezuivelzicht / 15 februari 2012

396876.indd 5

Oscar Meuffels (NZO) en Jack Stroeken van Bureau GroentenFruit (midden) geven tekst en uitleg over het platform Basisvoedingsmiddelen aan staatssecretaris Henk Bleker.

dingsmiddelen, ook volgens de uitkomsten van de recent verschenen Voedselconsumptiepeiling, juist meer gegeten zouden moeten worden. Uit de Voedselconsumptiepeiling blijkt dat Nederlanders bij voorbeeld minder melk en zuivelproducten consumeren dan wordt aanbevolen.

‘Toon waarop over voedsel wordt gesproken te negatief’ Kinderen drinken minder melkproducten en vanaf de middelbare schoolleeftijd is de consumptie van melkproducten 30 tot 40 procent lager dan de aanbeveling. Alle leeftijdsgroepen eten gemiddeld genomen wel voldoende kaas, hoewel de verschillen tussen mensen groot zijn. Ook van de meeste andere basisvoedingsmiddelen wordt minder gegeten dan volgens de richtlijnen. Dat geldt voor brood, aardappels, vetten en oliën en

we eten bovendien te weinig groente en fruit en vis. Het manifest legt de nadruk op het verspreiden van kennis over de Nederlandse eetcultuur. “Praten over eten leidt tot meer kennis over eten. Laten we daarom meer verhalen vertellen over eten. Over de samenstelling van onze maaltijd, over waar de producten vandaan komen en over hoe ze geproduceerd worden. Verhalen beginnen bij verse basisproducten. Want die zijn eerlijk, puur en herkenbaar. Ze zijn van agrarische oorsprong en vol verhalen.” De opstellers van het manifest stellen dat de Nederlandse eetcultuur een sterke bijdrage heeft geleverd aan een generatie die gezonder is dan ooit. Het manifest moet er toe leiden dat de partijen in de verssector meer met elkaar samenwerken en nadrukkelijker communiceren over het belang van versproducten. “Vanaf nu zorgen de verssectoren zelf voor een samenhangend verhaal over onze eetcultuur, ons culinaire erfgoed, de Hollandse keuken en onze boeren. Er zit zoveel meer in basisvoedingsmiddelen als brood, vlees, eieren, groente en fruit, melk, (boeren)kaas, roomboter en vis!” 5

14-2-2012 13:58:18


visie

r e n é va n b u i t e n e n

Conclusie EDA-symposium over verzadigd vet:

Invloed wetenschap beperkt Alleen voedingswetenschap die rekening houdt met de emotie van de consument wordt door politici geaccepteerd. Dat bleek tijdens een symposium van de Europese zuivelorganisatie EDA over verzadigd vet en het voedingsbeleid. De mythe dat verzadigd vet slecht is voor de mens moet maar eens doorbroken worden, vindt Arne Astrup, hoogleraar voedingswetenschappen aan de universiteit van Kopenhagen. Tijdens een symposium van de Europese zuivelorganisatie EDA over verzadigd vet -vorige week in Brussel- maakte hij duidelijk dat verzadigd vet ten onrechte in een kwaad daglicht wordt gezet. Verzadigd vet is niet de boosdoener is van een hoger cholesterolgehalte en dus ook niet de veroorzaker van hart- en vaatziekten. De bewijzen daarvoor stapelen zich op, meent de Deense wetenschapper. Hij onderzocht wat er zou gebeuren als verzadigd vet wordt vervangen door koolhydraten of door andere vetten. Wat bleek? Bepaalde koolhydraten en ook industriële transvetten vormen juist een groter risico op hart- en vaatziekten. “Toen ik de eerste resultaten van de onderzoeken zag, geloofde ik er niets van. Maar er kwam steeds meer bewijs. Het blijkt dat je uiteindelijk een groter risico neemt als je boter vervangt door margarine met een witte boterham.” Astrup stelde de positie van verzadigd vet anderhalf jaar geleden al ter discussie, tijdens een bijeenkomst met vooraanstaande voe6

397399.indd 6

Politici hebben niets aan verdeelde wetenschappelijke opvattingen, meent Esther de Lange.

dingswetenschappers. Na twee dagen waren de geleerden het eens: er moeten inderdaad vraagtekens worden gezet achter de heersende opvattingen over verzadigd vet.

‘Voeding is emotie, dus ook voedingswetgeving is emotie’ Dat wil nog niet zeggen dat verzadigd vet ook een betere positie krijgt in de voedingsaanbevelingen die de overheid doet. Dat bleek uit de bijdragen aan het symposium van Europarlementariër Esther de Lange (CDA) en Stephanie Bodenbach, die bij het Directoraat-generaal Gezondheids- en Consumentenbescherming van de Europese

Commissie verantwoordelijk is voor voedingswetgeving. Gelijk hebben is wat anders dan gelijk krijgen, maakten zij duidelijk. “In het parlement willen we voedselwetgeving graag op wetenschap baseren, maar de wetenschap is verdeeld”, stelde De Lange. “Er is bijvoorbeeld net zoveel wetenschappelijk bewijs voor de bewering dat dierlijk transvet slecht is, dan voor de bewering dat juist industrieel transvet gevaarlijk voor je is”. Wat moeten we daar als politici nou mee?, wilde De Lange maar zeggen. “Als het bewijs fifty/fifty is heb je nu eenmaal minder invloed op de politiek. Maar zelfs als het bewijs eenduidig is wil dat nog niet zeggen dat je gelijk krijgt.” Want los van wetenschappelijke inzichten en belangenorganisaties heeft de Europese politici ook nog eens te maken met verschillende eigen belangen: naast de politieke partijen, zijn er de belangen van de lidstaten en daar doorheen lopen ook de belangen van de afzonderlijke parlementaire commissies.

Vertrouwen op EFSA En dan is er nog het Europees adviesorgaan voor de voedselveiligheid, EFSA. Die speelt een grote rol in de politieke sluitvorming. “Wij beleidsmakers vertrouwen meer op instanties als EFSA dan op de wetenschap”, stelde topambenaar Rodenbach onomwonden. “EFSA gaf ons het advies te streven naar verlaging van de consumptie van verzadigd vet. Er is wel gekeken naar wat de wetenschappers hierover publiceerden, maar de publicatie is niet volledig meegenomen. EFSA kijkt er genuanceerd naar.” Probeer allianties te sluiten, is het advies van De Lange aan sectoren die het voedingsbeleid willen veranderen. “Het wordt anders echt een clash. En baseer je niet alleen op de wetenschap, want dan wordt er geen rekening met je gehouden. Ga ook vooral uit van de emotie van de consument. Voedsel is emotie, dus ook voedingswetgeving is emotie. Alleen de wetenschappelijke boodschap die de emotie ondersteunt wordt geaccepteerd.” zuivelzicht / 15 februari 2012

14-2-2012 13:27:49


visie

tekst martin de vries foto alex de haan

Drenthe geeft extensieve melkveehouders zetje

“Dief van eigen portemonnee” “Boert u 12.500 kg per hectare? Dan is de stap naar een plus op de melk dichtbij. Boert u met minder, dan bent u dief van eigen portemonnee als u niet zou omschakelen.” “Veel melkveehouder hikken gevoelsmatig nog een beetje aan tegen het imago van de biologische sector. Ondanks dat het beeld van de geitenwollensokken inmiddels redelijk uit de wereld is, blijkt omschakelen naar biologisch toch niet zo aansprekend. Bijvoorbeeld als je op een verjaardagsfeestje uitlegt dat de koeien minder melk geven. Het beeld houdt de ondernemer enigszins tegen om zich in een biologische werkwijze te verdiepen”, zegt Goaitske Iepema van Projecten LTO Noord. De boodschap die LTO Noord samen met de Melkvee Academie en de provincie Drenthe overbrengt spreekt boekdelen: “Boert u extensief met 12.500 kilogram per hectare? Dan is de stap naar een plus op de melk dichtbij. Boert u met minder dan 10.000 kilogram per hectare? Dan bent u dief van eigen portemonnee als u niet zou omschakelen naar biologisch,” zo houden zij hun gehoor voor.

Boer on tour “We willen melkveehouders die nadenken over extensieve bedrijfssystemen faciliteren”, licht Iepema toe. Provincie Drenthe is opdrachtgever van het project. “Drenthe zet in op een duurzame landbouw. Een van de mogelijkheden is een toename van biologische bedrijven. In vergelijking met provincies als Friesland zijn er niet veel melkveehouderijen die zijn omgeschakeld. Er ligt dus een kans.” zuivelzicht / 15 februari 2012

398268.indd 7

De netwerkbijeenkomsten over omschakeling in Friesland waren een groot succes. Die in Drenthe gaan binnenkort van start.

In samenwerking met de Melkvee Academie zijn in november Boer on Tour-bijeenkomsten georganiseerd. “De twijfelaars kregen tekst en uitleg bij collega-boeren. Ze verkennen als het ware de mogelijkheden.” Een vervolgstap bestaat uit netwerkbijeenkomsten, die binnenkort zullen starten. Iepema: “Op dit moment hebben zich zes melkveehouders voor de studiegroep aangemeld. Er is ruimte voor meer deelnemers”.

kleine stap Volgens Iepema zijn er melkveehouders die daadwerkelijk een dief van eigen portemonnee zijn. “Ze werken op zo’n extensieve manier dat het nog maar een kleine stap is naar een biologische werkwijze. Ze lopen een plus op de melk mis.” De verdiepingsslag die tijdens de netwerkbijeenkomsten wordt gemaakt is daarbij van essentieel belang. “Als een melkveehouder zijn eigen voer kan verbouwen, dan kan het al heel snel uit. Als hij relatief duur biologisch ruwvoer moet aankopen, dan is het plusje op de melk al weer snel uit beeld”. Afzet is geen probleem: “Je ziet dat er bij FrieslandCampina nog veel behoefte is aan biologische melk. CZ Rouveen spreekt van een tekort. Ook bij Holland Melk

op Maat is nog volop ruimte voor nieuwe leden. Kansen genoeg dus.”

zes bijeenkomsten De netwerkbijeenkomsten zijn bedoeld om de kansen te schetsen en een eventuele koers uit te stippelen. De mogelijkheden en beperkingen zullen in kaart worden gebracht. In een traject van zes bijeenkomsten gaat de melkveehouder aan de slag om een ‘duurzaam’ plan op te stellen. Startpunt is het eigen bedrijf in zijn omgeving met de persoonlijke doelen van de ondernemer. De uitgangspunten zullen in de netwerkgroep worden besproken. De vier duurzaamheidsthema’s ‘dier’, ‘omgeving’, ‘wereld’ en ‘klanten’ worden samen met deskundigen besproken. De thema’s zullen ook in het programma van eisen voor het bedrijfsontwikkelplan worden vertaald. Na de zesde bijeenkomst moeten er keuzes worden gemaakt en plannen gepresenteerd. “Een vergelijkbaar traject hebben we ook in Friesland afgelegd. Dit sloeg ontzettend aan. Rode draad is dat boeren van collega-boeren leren en daardoor een praktisch beeld krijgen van de mogelijkheden.” 7

14-2-2012 13:28:05


bedrijf

tekst yves de groote foto proleit

Lights out manufacturing

Productie zonder operators en zonder licht Zuivelbedrijven kunnen door ‘Lights out manufacturing’ de productie op een hoger niveau brengen: in de volledig geautomatiseerde zuivelfabriek ontbreken de operators en mogen de lichten uit. ProLeiT richt haar automatiseringsoplossing Plant iT volgens deze filosofie in. Geavanceerde expertsystemen gebaseerd op modellering van processen staan daarin centraal.

De zuivelfabriek van de toekomst staat op het netvlies van menige productiemanager of directeur in de zuivelindustrie. ProLeiT BV bestudeerde dan ook de mogelijkheden van de Lights out manufacturing-filosofie in de voedingsmiddelenindustrie. Het bedrijf kreeg hiervoor subsidie van de Food and Nutrition Delta. De oorsprong van Lights out manufacturing (LOM) ligt in de automobiel- en verpakkingsindustrie, waar processen mede dankzij de inzet van robots autonoom plaatsvinden. In

de receptgestuurde productie in de zuivel- en voedingsmiddelenbedrijven ligt dit niet meteen voor de hand. ‘Er zijn natuurlijke grondstofvariabelen die het systeem dient te herkennen’, verduidelijkt Cristian Weersink, directeur van ProLeiT BV.

Lights out manufacturing komt volgens Cristian

Geavanceerde expertsystemen, gebaseerd op modellering van processen, staan centraal bij de nieuwe automatiseringsfilosofie.

Productieverbeteringen ‘Lights out manufacturing’ komt volgens hem voort uit de toenemende schaarste aan gekwalificeerd technologisch personeel door de dalende populariteit van procestechnologische en technische studies, en sterk stijgende productiviteit wegens mondiale marktwerking. ‘Kostenbesparing is wellicht niet de primaire reden.’ Andere motieven zijn kwaliteitsverbetering door het uitsluiten van menselijke fouten bij het productieproces en een betere reproduceerbaarheid van de productie. Tevens kunnen het gebruik van installaties, maar ook van de grondstoffen, inclusief water- en energieverbruik worden geoptimaliseerd door intelligente productieoptimalisering, gekoppeld aan de logistieke automatisering. Dit geldt vooral wanneer deze gekoppeld is met de overige schakels in de productieketen van leveranciers en afnemers.

Expertsystemen Weersink voort uit de schaarste aan gekwalificeerd personeel. 8

398273.indd 8

Gedetailleerde kennis van grondstoffen en processen bieden bovendien een grote mate van transparantie in de beslissingen die in dit geval het geautomatiseerde systeem neemt. Ook dit is een belangrijk voordeel. Het is dan ook van groot belang, benadrukt Weersink, dat alle product- en processpecificaties beschikbaar zijn voor de dynamische productiebesturing. ‘We hebben binnen het FNDonderzoekproject samengewerkt met Nizo food research, omdat dit bedrijf een brede database met product- en processpecificaties heeft.’ Volgens Weersink is Plant iT, de vanuit de procestechnologie volledig eigen ontwikkelde productieautomatiseringsoplossing van ProLeiT, bij uitstek geschikt voor de invulling van de LOMU-filosofie. ‘Plant iT combineert de automatiseringslagen PLC, Scada en MES in één softwareomgeving. We zijn hier uniek in.’ Dit is conform de ISA-95 en -88 standaarden. Bij de procescontrole (PLC en Scada) gaat het behalve om de productiestatus en kwaliteitsborging ook om de beschikbaarheid van apparatuur, productieroutes en de alarmeringen. Het informatiesysteem MES, bovenop de productiebesturing, omvat de informatie over de beschikbaarheid van grondstoffen, verpakkingen, maar ook van de productiefaciliteit en –capaciteit of kwaliteitinformatie. De koppeling met logistiek software (ERP) maakt directe bijsturing en opvolging in productieplanning mogelijk. zuivelzicht / 15 februari 2012

14-2-2012 13:22:12


bedrijf

Melk Makkelijker Mans Maken! Het potentieel dat in melk aanwezig is, is u wel bekend. Wij helpen u de processen beter ‘mans’ te maken. ProLeiT – uw partner voor innovatieve industriële automatisering in de zuivel industrie. • Proces visualisering met video playback functie • Receptuur management • Materiaal management • Rapportage en analyse • Packaging- en energie management Bovenstaande functionaliteiten worden gerealiseerd met het door proces technologen ontwikkelde software pakket Plant iT. Plant iT is het –op de specifieke eisen van de zuivel industrie afgestemde– procesbesturing systeem met geïntegreerde MES functionaliteiten.

Een eerste beschikbare ontwikkeling binnen LOMU is software voor routing- en tankmanagement.

Routing- en Tankmanagement Een eerste beschikbare ProLeiT-ontwikkeling binnen LOMU is een softwareoplossing voor routing- en tankmanagement. Op grond van melklevering beslist de software welke route de melk aflegt binnen de productie, welke zuivelzicht / 15 februari 2012

398273.indd 9

recepturen gestart kunnen worden en welke reinigingen er vervolgens noodzakelijk zijn. Belangrijk is te weten welke tanks en routes beschikbaar zijn, zodat de melk in de juiste tank terecht komt. Dit optimaliseren is een hele uitdaging.

Meer informatie over “Melk Makkelijker Mans Maken”? Ga naar: www.mmmm.nu

ProLeiT BV Enschede Tel: 053 4836 500 info-nl@proleit.nl www.proleit.nl

9

14-2-2012 13:22:37


bedrijf

tekst en foto’s tiny brouwers

hogere bedrijfskosten opvangen

Melkprijs Noordrijn-Westfalen fors hoger In Noordrijn-Westfalen is de gemiddelde uitbetaalde melkprijs over 2011 met 34,38 cent ruim 14 procent hoger dan in 2010. Een stijging die volgens de regionale melkveehoudersvakbond hard nodig is vanwege de eveneens fors gestegen kosten. Voorzitter Hans Stöcker licht de situatie toe.

Over het afgelopen jaar is de gemiddelde uitbetaalde melkprijs in Noordrijn-Westfalen (NRW) met 34,38 cent per kg melk 4,3 cent of 14,3 hoger dan in 2010 (4,0% vet en 3,4% eiwit, ex BTW). Volgens Hans Stöcker, een van de twee voorzitters van de Landesvereinigung der Milchwirtschaft NRW (LV Milch NRW), is deze melkprijsstijging nodig vanwege de eveneens fors gestegen kosten van bedrijfsmiddelen op de veebedrijven.

Onder Duits gemiddelde Het is opmerkelijk dat vorig jaar de NRWmelkprijs met 34,38 cent wat achterbleef bij het Duitse gemiddelde van 35 cent. Stöcker beaamt dat. “Van de 2,96 miljard kg boerderijmelk is vorig jaar 1,68 miljard kg verwerkt tot producten in de witte lijn, tot consumptiemelk en melkproducten. In dit segment hebben de prijzen in de laatste drie onderhandelingsronden tussen zuivelbedrijven en discountsupermarkten zwaar onder druk gestaan. Door de demografische ontwikkeling neemt ook bij ons het inwoneraantal af. Daarnaast hebben veel Duitse aanbieders een grote productiecapaciteit in de witte lijn. We leven in een open, Europese markt, dus komen buitenlandse aanbieders hier. Dat alles leidt een scherpe concurrentie. Discountsupermarkten en andere hebben dat goed in de gaten.” In zijn ogen is er maar een oplossing voor dit probleem: “Aanbieders moeten samengaan. Zo staan ze sterker tegenover hun afnemers. Tegelijk zijn ze beter in staat om – ook met 10

398348.indd 10

Hans Stöcker: “Druk vanuit de leden is nodig om de coöperaties in Duitsland sterker te maken.”

innovaties - nieuwe markten te vinden én om overcapaciteit af te bouwen.” De eerste aanzetten tot grotere eenheden zijn er. Stöcker wijst op de fusie van Nordmilch en Humana tot DMK. Maar er staat volgens hem nog meer te gebeuren. Hij verwacht dat de melkveehouders de komende tijd druk opbouwen binnen hun coöperatieve ondernemingen. Ook in Duitsland ontmoeten veehouders elkaar tijdens verjaardagsfeesten en ook daar gaat het over de melkprijs als ultieme en zichtbare prestatie van de zuivelonderneming. Die druk vanuit de leden/melkveehouders is absoluut no-

dig om het coöperatieve zuivellandschap in Duitsland sterker te maken ten opzichte van de afnemers.

Groeispurt De voorzitter van LV Milch NRW geeft aan dat de melkveehouderij in deze deelstaat de laatste jaren aan een groeispurt bezig is. Het aantal melkveehouders daalde in 2011 ten opzichte van het jaar daarvoor van 8.510 naar 8.084, een daling van vijf procent. Maar op de bedrijven groeide in die periode het aantal melkkoeien met ruim een half procent naar 400.415. Per bedrijf werden in 2011 zuivelzicht / 15 februari 2012

14-2-2012 13:23:41


bedrijf

gemiddeld 50 melkkoeien gehouden, tegen 47 het jaar daarvoor. Stöcker: “De melkproductie in NRW stijgt al meerdere jaren. Was die in 2007 nog 2,67 miljard kg boerderijmelk, in 2010 bedroeg die 2,87 miljard kg. De productie steeg verder naar 2,96 miljard kg vorig jaar, dus met ruim drie procent ten opzichte van 2010.” Hij gaat ervan uit dat de melkproductie in NRW in 2012 voor het eerst meer dan 3 miljard kg zal bedragen. “Hoewel NRW de meest industriële en dichtst bevolkte deelstaat van Duitsland is, zijn de productietechnische omstandigheden voor melk hier uitstekend. Omdat de melkprijzen zijn aangetrokken, kan verder worden geïnvesteerd, ook in melkquotum, waarvan de prijzen op een laag niveau liggen. We zien al jaren dat vanuit de zuidelijke deelstaten van Duitsland het melkquotum duidelijk verhuist naar Nedersaksen en Noordrijn-Westfalen. Vooral onze middelgebergten, zoals Bergische Land en het Sauerland kunnen nog uitbreiden, maar dat geldt hier eigenlijk voor elk melkproductiegebied.”

Ronde tafel melk Stöcker kan het best worden omschreven als een vergaderboer die met beide benen in de melkput staat. Hij was lang actief met belangenbehartiging in regionale boerenorganisaties. Hij kwam in 2006 met de fusie tussen Milchwerke Köln-Wuppertal en Campina in de coöperatieraad van de onderneming. Hij werd vervolgens gekozen in het bestuur en de Raad van Commissarissen van Campina.

De graslanden van Stöcker liggen op hoogtes tussen de 150 en 350 meter.

Na de fusie tussen Campina en Friesland Foods werd hij voorzitter van het district Rijnland van Koninklijke FrieslandCampina. Sinds vorig jaar is hij bestuurslid en lid van de raad van commissarissen van dit coöperatieve concern. Stöcker is de Rijnlandse vertegenwoordiger, die samen met collega-melkveehouder Wilhelm Brüggemeier uit Westfalen het voorzitterschap bekleedt van LV Milch NRW. Stöcker: “U moet ons zien als de ronde tafel organisatie waar alle groeperingen uit de samenleving kunnen aanschuiven die zich bezighouden met thema’s rond melk. Dat begint bij de vertegenwoordigers van

Melkveehouder in het Bergische Land Hans Stöcker (47) heeft zijn melkveebedrijf in Dörrenberg, een dorp van 17 huizen en 81 inwoners in het Bergische Land, 50 km ten oosten van Keulen. Daar pachtte hij in 1992 het melkveebedrijf met ligboxenstal van zijn vader. Die bleef nog enige tijd actief met zoogkoeien. “In 2001 heb ik de koestal vergroot en een jongveestal gebouwd voor 80 dieren. In 2010 kwam de nieuwe melkinstallatie en inmiddels hebben we zo’n 115 melkkoeien en een quotum van 850.000 kg melk. Het bedrijf omvat 128 hectare, waarvan 11 hectare akkerland en de rest weiden op hellingen variërend van 150 tot 350 meter hoogte. De 33 hectare bos levert bedrijf én gezin het nodige brandhout voor verwarming. Voorts liggen op alle daarvoor geschikte daken zonnecollectoren, die 75 kW leveren. We produceren meer stroom dan we zelf verbruiken”, vertelt Stöcker. Zoon Andreas, die volgend jaar de HLS bezoekt, is de beoogde bedrijfsopvolger. Echtgenote Martina is verantwoordelijk voor de boekhouding, terwijl Hans drie dagen in de week steun heeft van een medewerker. Hij levert zijn melk aan Milchwerke Köln-Wuppertal, dat uiteindelijk fuseerde met het Nederlandse Campina, nu Koninklijke FrieslandCampina.

zuivelzicht / 15 februari 2012

398348.indd 11

melkveehouders, zuivelondernemingen, plattelandsvrouwen, tot aan handel, werknemers en consumentenorganisaties. We hebben bij een bescheiden budget van rond één miljoen euro -0,1 cent per kg melk af te dragen door de zuivelondernemingen in NRW - een breed scala aan activiteiten.” Hij noemt als voorbeeld de schoolmelkcampagne, waarbij speciaal door LV Milch NRW opgeleide ambassadrices (vaak vrouwen van melkveehouders) de kinderen op school op onderhoudende wijze informeren over het goede van melk. Op verzoek en in overleg met het ministerie van Landbouw in NRW bemoeit de organisatie zich nu ook met de voedingsvoorlichting rond het EUschoolfruitprogramma. Belangrijk onderdeel van de werkzaamheden is voorlichting aan wat Stöcker ‘multiplicatoren’ noemt, zoals huisartsen, tandartsen, voedingsvoorlichters, verloskundigen etc. Voor hen worden speciale cursussen op hoog niveau georganiseerd. Ook in de public relations en voorlichting voor de zuivelketen speelt LV Milch NRW een rol: ieder half jaar worden de media uitgenodigd voor informatie over de sector. “Zo onderhouden we goede contacten met de pers. Dat is weer belangrijk bij een mogelijke crisis in onze keten. Daarnaast hebben we in landschappelijk aantrekkelijke gebieden melkveehouderijfiets- en wandelroutes ontwikkeld, en pakken we nieuwe thema’s op zoals de communicatie via de nieuwe media zoals smartphones naar jonge doelgroepen”. 11

14-2-2012 13:23:44


bedrijf

EM

kredietruimte vergroot naar 350 miljoen euro

Irish Dairy Board maakt zich op voor nieuwe groeisprong Onder aansporing van de Ierse overheid werkt de Ierse zuivelindustrie aan een groeiplan voor de komende jaren. In de frontlinie wordt Irish Dairy Board geposteerd. Deze exportorganisatie van de zuivelindustrie bracht vorige maand de oorlogskas op peil. Het bedrijf richt zich met overnames en allianties op nieuwe opkomende markten.

Grootste exporteur De vijftigjarige Irish Dairy Board is de grootste exporteur van Ierse zuivelproducten. De onderneming is feitelijk een samenwerkingsverband van nagenoeg alle Ierse zuivelondernemingen. Zij leveren de producten die Irish Dairy Board naar meer dan tachtig landen uitvoert. Daarbij gaat het voornamelijk om kaas, boter, melk- en weipoeder. Omdat de leden geen leveringsplicht hebben, is zij niet de enige exporteur. Andere belangrijke exporteur is de Kerry Group die geen onderdeel uitmaakt van Irish Dairy Board. Naar eigen zeggen is Irish Dairy Board goed voor 80 procent van de Ierse kaasexport. Bij boter en melk- en weipoeder liggen de exportaandelen op respectievelijk 70 en 50 procent. Irish Dairy Board staat onder leiding van Kevin Lane.

12

398105.indd 12

De Ierse zuivelonderneming Irish Dairy Board heeft enkele weken geleden een belangrijke overeenkomst gesloten. De verkooporganisatie van de gezamenlijke Ierse zuivelindustrie kwam met een bankconsortium onder leiding van de Rabobank tot een akkoord voor verruiming van haar kredietfaciliteit. De nieuwe kredietlijn omvat in totaal 350 miljoen euro. Dat is 100 miljoen meer dan de bestaande kredietruimte. “Een dergelijke overeenkomst sluiten in het huidige economische klimaat is een sterk bewijs van het vertrouwen dat de banken hebben in de Irish Dairy Board en in de Ierse zuivelindustrie”, was de opgetogen reactie van Cathal Fitzgerald, financieel directeur van de onderneming. “Voor onze leden is dit een belangrijke stap op weg naar de verdere groei van de Ierse zuivelsector.”

Joint-ventures Dat is het inderdaad. De Irish Dairy Board wil de kredietruimte benutten om haar groeistrategie te financieren. De markten in Azië, het Midden-Oosten en Afrika staan centraal in de koers die het bedrijf heeft uitgestippeld. Irish Dairy Board wil dat doen door aan de ene kant joint-ventures aan te gaan met andere wereldspelers in de zuivelsector. Aan de andere kant heeft de onderneming de ambitie om relatief kleine zuivelbedrijven op te kopen in de Verenigde Staten, Duitsland, Groot-Brittannië en in het Midden-Oosten. Sinds 2010 werkt Irish Dairy Board aan een strategie die er op gericht is de exportactivi-

teiten gelijke tred te laten houden met de toekomstige groei van de melkproductie. De Ierse overheid gaat er van uit dat na afschaffing van de melkquotering in 2015 de productie gestaag zal toenemen. In 2020 zal de productie uiteindelijk 50% hoger liggen dan het quotum nu toelaat, is de prognose. De Ierse regering heeft haar landbouwprogramma Food Harvest 2020 mede gebaseerd op die verwachting.

Innovatie Om de zuivelketen voor te bereiden op de komst van de grotere melkplas heeft de regering het initiatief genomen voor Dairy Expansion Activation Group, een werkgroep die inmiddels 55 voorstellen heeft gedaan om de zuivelketen klaar te stomen voor de schaalvergroting. Innovatie is daarin een belangrijk onderdeel. De Ierse zuivelketen heeft in samenwerking met de overheid een innovatiecentrum opgezet bij Teagasc, het nationale onderzoekscentrum voor de melkveehouderij nabij Cork in het zuiden van Ierland. Wetenschappers van Irish Dairy Board en Teagasc werken daar aan de ontwikkelingen van zowel hoogwaardige ingrediënten voor de voedingsmiddelenindustrie, als aan de ontwikkeling van nieuwe kaasconcepten. Irish Dairy Board zal de nieuwe producten (die geproduceerd worden door de aangesloten melkverwerkers) wereldwijd vermarkten onder het merk Kerrygold, al jarenlang het succesmerk van de collectieve Ierse zuivelinzuivelzicht / 15 februari 2012

14-2-2012 13:27:46


BEDRIJF

Staten de onderneming Thiel Cheese & Ingredients (omzet 50 miljoen dollar) vooreen onbekend bedrag overgenomen. Thiel is een voorbeeld van de reeks strategische acquisities die Irish Dairy Board voor ogen heeft: relatieve kleine, gespecialiseerde bedrijven die hoogwaardige producten leveren.

Adam Food

De Ierse melkveestapel zal de komende jaren naar verwachting fors meer melk produceren.

dustrie. Ook het afgelopen jaar is Kerrygold van groot belang geweest voor de Ieren. Het merk heeft er voor een belangrijk deel bijgedragen aan de omzet, die vermoedelijk de grens van 2 miljard euro zal overschrijden. Onder het merk Kerrygold zijn in ongeveer vijftig landen boter, kaas, houdbare melk, room en diverse melkpoeders verkrijgbaar. Voornaamste afzetmarkt voor Kerrygold is de Duitse markt. Dochterbedrijf IDB Deutschland slaagde er in 2010 in dankzij hogere verkoopprijzen voor de Kerrygold-producten 10 procent meer om te zetten. Vooral de nieuwe boterproducten die in de herfst van 2009 onder het merk op de Duitse markt zijn gebracht, blijken bijzonder succesvol. Het hielp IDB Deutschland haar marktaandeel op 13 procent te houden ondanks een toenemende concurrentie.

teiten in bestaande markt onverminderd door. Afgelopen herfst werd in de Verenigde

Mogelijk dat Irish Dairy Board dergelijke acquisities ook zal plegen in het Verenigd Koninkrijk, haar voornaamste markt. De afgelopen vijf jaar is daar al voor 70 miljoen euro geïnvesteerd in modernisering van de kaasbedrijven Adams Foods en Meadow Cheese die de onderneming bezit. Andere belangrijke dochtermaatschappij van Irish Dairy Board op de Britse markt is Adam Food Ingredients, een vooraanstaande toeleverancier van ingrediënten voor de voedingsmiddelenindustrie. Onlangs werd de productiecapaciteit bij dit bedrijf verdubbeld tot ruim 20.000 ton product. advertentie

Algerije Ook in de Benelux, Groot-Brittannië en in de Verenigde Staten heeft Irish Dairy Board al jaren dochterbedrijven. Indachtig de groeistrategie zijn de laatste jaren ook vestigingen geopend in China (Peking) en Noord-Afrika. In Algerije is vorig jaar zomer een verpakkingsbedrijf geopend waar jaarlijks 4.000 ton Kerrygold-producten worden verwerkt. Ook is vorig jaar in Algerije een verkoopkantoor van start gegaan, van waaruit ook andere Noord-Afrikaanse landen worden bewerkt. Algerije is voor Irish Dairy Board de tweede afzetmarkt voor kaas. Ondertussen gaat de uitbouw van de activizuivelzicht / 15 februari 2012

398105.indd 13

13

14-2-2012 13:27:53


Snel Efficiënt Betrouwbaar

allesondercontrole.com

Dagelijks helpen oplossingen van 3M Food Safety over de gehele wereld professionals in de voedingsmiddelenindustrie de hoogste standaard voor voedselveiligheid te behalen. Wij ontwikkelen, produceren en brengen producten op de markt die tegemoet komen aan een breed spectrum van behoeftes bij bemonstering, identificatie, analyses en monitoring.

TempWeb. Draadloze temperatuurbewaking en -registratie via internet/LAN.

Bij elke stap legt 3M de focus op het leveren van oplossingen die risicos reduceren en kostenefficiënt zijn en daardoor ervoor te zorgen dat uw reputatie altijd beschermd is. 3M biedt een uniek assortiment voor de voedingsmiddelenindustrie in Nederland en België. Kijk voor een uitgebreid assortiment van onze producten op de website.

NL 074 265 77 88

Nadere details: Bel 0031(0)71 5 450 342 of 0032 (0)2 722 52 24 of ga naar www.3M.nl/voedselveiligheid of www.3M.be/voedselveiligheid

BE 053 80 97 54

1527AdvZuivelzicht_TempWeb.indd 1

Uw advertentie in

8668_ad_vmt_90x63_11.indd 1 06-02-12 15:41

19-04-11 16:49

;VJWFM;JDIU

n um m e

w

Info: 020 - 573 6056

Van ’t Riet. Een begrip in zuiveltechnologie.

LIVE & WEBCAST VEILING

5-3-2010 10:26:39

Naamloos-1 1

wegens sluiting van

DAIRY FARMERS OF BRITAIN

ST14 - 5EH, Fole nr Uttoxeter (Staffordshire) - Groot-Brittannië

DONDERDAG 7 MEI

vanaf 11.00 uur (GB-tijd) op The Uttoxeter Racecourse Platinum Suite Wood Lane - ST14 8BD Uttoxeter (GB)

Zuivel verwerkings- / verpakkingsfabriek

3 COMPLETE FLESSENAFVULLIJNEN Doorstroompasteurs, kaasmachines, kaaspersen en karns, maar ook koel- en verwarmingsinstallaties. Van ’t Riet levert een totaalpakket op het gebied van zuivelbereiding.

3x “BWI DAWSON“, type 24/8, flessencap. 500 ml - 1 liter - 1 pint - 2 pints, cap. 170 flessen/min, flessencap. 2 liter - 4 pints - 6 pints - 3 liter, cap. 75-140 flessen/min;

2 ROOM / YOGHURT AFVULLIJNEN 2x “Duckworth” Colunio 9000, cap. 142 en 284 ml, cap. 800 dozen/ uur (6 bekers); 8-VOUDIGE ROTATIE BEKER-AFVULMACHINE “Dawson”, cap. 568 ml, cap. 200 dozen/uur (6 bekers);

2 ROOMPASTEURISATIELIJNEN best. uit pasteuriseermachine “Alfa Laval”; 2 MELK PASTEURISATIELIJNEN best. uit 2 pasteureermachines “Alfa Laval”, 2 rvs separators “Westfalia”; 3 HOMOGENIZERS “Manton Gaulin” K6, MC18 en MC45;

GEÏSOL. MELKSILOS “APV”, vol. 113.000 l; melktanks “Alfa Laval”, cap. 25.000 galls (2007), “APV” vol. 136.000 l, etc.;

C.van van't‘tRiet RietZuiveltechnologie ZuiveltechnologieB.V. B.V. C. Nieuwkoop Aarlanderveen Telefoon:0172 0172571304 571304 Telefoon: www.rietdairy.nl www.rietdairy.nl

BEZICHTIGING: woensdag 6 mei van 9.00 tot 17.00 uur en op de dag van de veiling van 8.00 tot 10.30 uur (GB-tijd). FOTOBROCHURE / catalogus op onze website

info@rietdairy.nl info@rietdairy.nl

www.TroostwijkAuctions.com

398327.indd 14

prijsvorming

zuivelhoeve

mi lc h uni on h

Uitgebreid verslag van de hoorzittingen over prijsvorming in de keten

Toetjesproducent gaat distributie en verpakken concentreren in Twekkelo

MUH wil investeren vernieuwing van de Pronsfeld

14-2-2012 11:45:34


nieuws

Mlekpol verwerkt meer melk De Poolse zuivelonderneming Mlekpol heeft het afgelopen jaar 1,2 miljard liter boerderijmelk verwerkt. Dat is 3,5 procent meer dan in het voorgaande jaar, meldt het bedrijf. De grootste zuivelonderneming van Polen heeft daarmee een aandeel van 14,3 procent op de nationale markt voor rauwe melk. Mlekpol betaalde de veehouders gemiddeld 34 cent per liter (+18%).

Arla Foods UK breidt uit in Schotland De Britse dochtermaatschappij van Arla Foods begint volgende maand met de uitbreiding van haar consumptiemelkbedrijf in Schotland. De productiecapaciteit van het bedrijf in Lockerbie wordt met 40 procent vergroot tot 275 miljoen liter consumptiemelk per jaar. De uitbreiding is volgens Arla Foods UK nood-

zakelijk om aan de groeiende vraag naar consumptiemelk te voldoen. Daarnaast wil Arla Foods nabij Glasgow een nieuw distributiebedrijf neerzetten. Uitbreiding van de activiteiten in Schotland is volgens de onderneming een speerpunt in de groeistrategie van Arla Foods UK. De Scandinavische

coöperatie wil Dairy Crest voorbij streven als grootste aanbieder van zuivelproducten op de Britse markt. Dairy Crest zette in het boekjaar 2010/2011 1,9 miljard euro om. Het verwerkte 2,15 miljard liter melk in acht fabrieken. De zes consumptiemelkbedrijven verwerkten 1,7 miljard liter.

Recordwinst voor Valio De importaandelen bij kaas en yoghurt stegen het afgelopen jaar naar respectievelijk 40 en 30 procent. Daarnaast neemt ook de import van consumptiemelk uit Zweden toe. Dat heeft bij Valio geleid tot een daling van de afzet van 25 procent in de afgelopen twee jaar. Als gevolg daarvan zag het consumptiemelkbedrijf van Valio het operationele resultaat met 11 miljoen euro teruglopen. Het aandeel van consumptiemelk in de concernomzet slonk tot acht procent. In het zuiden van Finland, waar de meeste concurrentie is, heeft Valio nu nog 35 procent van de consumptiemelkmarkt in handen.

De zuivelonderneming Al Ain Dairy in de Verenigde Arabische Emiraten gaat dit jaar en komend jaar 138 miljoen euro investeren in de verdubbeling van de melkverwerkingscapaciteit. Daarmee reageert de onderneming (omzet : 96 miljoen euro) op de groeiende vraag naar zuivel in het land. Momenteel verwerkt Al Ain, dat gevestigd is in Abu Dhabi, per jaar 45 miloen liter koemelk en 2 miljoen liter kamelenmelk.

Valio heeft het afgelopen jaar de nettowinst met 35 procent opgevoerd tot 53 miljoen euro. De omzet steeg met 6 procent naar 1,9 miljard euro, ondanks een afname van de melkaanvoer van 1,5 procent tot 1,8 miljoen ton. De betere resultaten zijn volgens CEO Pekka Laaksonen te danken aan het succesvolle merkenbeleid en de groeiende export. Valio slaagde er in om de marge van haar internationale activiteiten te verbeteren. In het bijzonder gold dat voor de afzet naar Rusland. Ook profiteerde de onderneming van de gunstige ontwikkeling van de valutakoersen. Op de Finse thuismarkt kampt

Meer Franse

Zwitsers gaan babyvoeding produceren in Tunesië

Investeringsplannen Al Ain

kaasexport De Franse kaasexport is het afgelopen jaar met 7 procent gegroeid naar 685.000 ton. Tot de voornaamste afnemers behoren Duitsland, VK, België, Spanje, Italië en Nederland, die gezamenlijk meer dan driekwart van de kaas importeerden. Frankrijk zelf importeerde 273.000 ton kaas, 0,7 procent meer dan in het voorgaande jaar zuivelzicht / 15 februari 2012

398421.indd 15

De Zwitserse bedrijven Hochdorf en Pharmalys gaan vanaf mei babyvoeding produceren in Tunesië. Zij hebben daarvoor een samenwerkingsverband opgezet met het Tunesische bedrijf Doras Nutrition, dat voor 60 procent in handen is van Pharmalys. De bedrijven richten zich met de babyvoeding niet alleen op de binnenlandse markt, maar willen ook andere Afrikaanse landen

De Valio-afzet van consumptiemelk op de Finse markt neemt af.

Valio met toenemende concurrentie van multinationals in alle productgroepen.

en het Midden-Oosten gaan bedienen. Hochdorf, dat al meer dan honderd jaar zuigelingenvoeding maakt, verwerkte het afgelopen jaar naar schatting 455.000 ton melk tot zuigelingenvoeding in haar bedrijven in Zwitserland en Litouwen. Daarmee zette het bedrijf volgens voorlopige cijfers 287 miljoen euro om in meer dan tachtig landen.

In Litouwen heeft Hochdorf een belang in zuivelbedrijf Baltija, dat 71.000 ton melk verwerkt tot ingrediënten voor de voedingsmiddelenindustrie. Baltija mag in 2014 in zijn geheel door Hochdorf worden overgenomen. Hochdorf beschouwt de fabriek in Litouwen als een springplank voor de afzet van haar zuivelproducten op de omvangrijke Russische markt. 15

14-2-2012 13:23:59


bedrijf

tekst en foto tiny brouwers

Bundeskartellamt houdt gemoederen zuivel bezig

Kritiek op Duits kartelbureau “We willen de voortgaande liberalisering van de zuivelsector ondersteunen. Het naderende einde van de EUmelkquota leidt zeker tot een nieuwe ordening van de zuivelmarkten.” Het eindrapport van het sectoronderzoek Melk van het Duitse Bundeskartellamt werd op 19 januari door voorzitter Andreas Mundt gepresenteerd als ondersteunend voor de voortgaande liberalisering van de zuivelsector op weg naar een markt zonder melkquota: volgens Mundt wordt de zuivelsector op deze weg gekenmerkt door een aantal bijzondere regelingen en historisch gegroeide structuren die - ook vanwege structuurveranderingen - vanuit de mededingingsrechtelijke invalshoek kritisch moeten worden bekeken.

In het vizier De kartelwaakhond heeft enkele zaken in het vizier waar naar het oordeel van Mundt moet worden ingegrepen. Hij noemde het fenomeen van markttransparantie door informatiesystemen die melkprijzen en andere gegevens van individuele zuivelbedrijven publiceren, dat leidt tot afstemmingsgedrag bij de melkprijs door zuivelbedrijven in de regio. Ook de modellen van referentieprijzen, waarbij de ene onderneming zich bij de uitbetaling richt naar een andere concreet genoemde onderneming, zijn volgens Mundt in strijd met het kartelrecht. De mededingingsautoriteit is bovendien zeer kritisch over de zakelijke relatie tussen zuivelbedrijven en supermarktketens. Zozeer dat hier een nieuw onderzoek is aangekondigd. Als voorbeeld noemt het kartelbureau eisen van supermarkten rond betalingstermijnen, die erop neerkomen dat er pas lang nadat 16

398194.indd 16

Terwijl de Duitse zuivelketen met de mededingingsautoriteit discussieert over onder andere de actuele melkprijsvergelijkingen, zetten de koeien dagelijks onverstoorbaar gras om in melk.

de consument de producten uit de schappen hebben meegenomen wordt betaald.

Stevige kritiek Het eindrapport heeft inmiddels geleid tot fikse kritiek vanuit de Duitse zuivelketen. Het meest ver ging Udo Folgart, vicevoorzitter van de Duitse boerenorganisatie DBV. “Melkveehouders zien deze prijsvergelijkingen per zuivelonderneming als een informatieve verworvenheid waarvoor ze zich sterk hebben gemaakt. Die informatie versterkt hun positie in onderhandelingen met hun zuivelonderneming”, zo vindt Folgart. De veehouders zijn het niet eens met het kartelbureau dat juist door de actuele melkprijsvergelijkingen de prijs voor boerderijmelk zou worden genivelleerd, en vindt daarom dat het niet nodig is om de actuele prijsvergelijkingen te verbieden. Op deze wijze reageren ook de landbouwbladen van de Duitse regionale boerenorganisaties. Adjunct-hoofdredacteur Anselm Richard van het boerenweekblad voor de regio Westfalen-Lippe in Noordrijn-Westfalen: “Wie gelooft er nu werkelijk dat organisaties buiten Duitsland zich richten naar hoe onze kartelwaakhond de Duitse mededingings-

wetgeving uitlegt? Het uiteindelijke resultaat zal zijn dat onze zuivelbedrijven in de internationale concurrentie op de zuivelmarkt worden benadeeld, en met hun ook onze leden/melkveehouders of melkleveranciers. De inzichten van de beschermers van de mededinging duiden erop dat ze ver van de praktijk staan. We leven in Duitsland niet op een eiland! De juridisch misschien zuivere, maar wereldvreemde denkbeelden van deze ambtenaren passen niet in de realiteit.” Gerd Müller, de Duitse staatssecretaris van Landbouw, benadert de bevindingen van het Bundeskartellamt duidelijk omzichtiger. “Wij waarderen het onderzoek fundamenteel als erg nuttig. Maar ik vind dat de discussies over het belang van markttransparantie moeten worden voortgezet.” Hij wees bovendien op het in de EU in voorbereiding zijnde melkpakket. Brancheorganisaties in de melkveehouderij kunnen daarbij onder andere statistieken over prijzen, hoeveelheden en looptijd van leveringscontracten van boerderijmelk publiceren. Müller: “Blijkbaar wordt met het thema transparantie in de EU opener omgegaan dan in de Duitse kartelautoriteit.” zuivelzicht / 15 februari 2012

14-2-2012 13:22:54


markt

r e n é va n b u i t e n e n

Rabo-Analyse zuivelbedrijven en prijsschommelingen

Merk is baken in woelige tijden Sterke merken blijken een

waren om hun portfolio van A-merken voortdurend te verfijnen bleken zij bestand tegen de concurrentie van de huismerken. Kaasbedrijven hadden het in 2008 zwaar omdat ze de kostenstijgingen nauwelijks door konden berekenen, verkoopvolumes terug vielen en voorraden toenamen. Efficiencyverbeteringen in zowel de productie als de logistiek plus een betere verwaarding van weiproducten hebben voor een krachtig herstel gezorgd. De brutomarge van kaasbedrijven ligt volgens de Rabobank inmiddels op ongeveer 8 procent.

baken in woelige tijden. Die conclusie kan je trekken uit een analyse die de Rabobank maakte over de zuiveljaren 2006-2010. Welke type bedrijf is het meest bestand tegen extre-

Consumptiemelk

me prijsschommelingen? De Rabobank heeft een analyse gemaakt van het type zuivelonderneming dat de periode 2006 tot en met 2010 het beste doorstond. Welke producenten slaagden erin de marge overeind te houden of te vergroten tijdens deze jaren met extreme prijsschommelingen? Daarvoor onderzocht de bank de prestaties van bedrijven in fast moving consumer goods (Nestlé, Danone en Emmi); kaasproducenten (Saputo,Glanbia, Bongrain, Bel, Warrnambool en Milk Link); consumptiemelkbedrijven (Dean Foods, Parmalat, Dairy Crest, Granarolo en Morinage) en coöperaties die in meerdere takken van de zuivel actief zijn: Fonterra, Arla Foods, Nordmilch, Murray Goulburn en Agropur. Als aparte categorieën zijn de Chinese bedrijven Mengniu, Yili en Bright Dairy en de Zuidoost-Aziatische spelers Alaska Milk, Vinamilk, Dutch Lady en Ultrajaya beoordeeld.

Kostenreductie Terugkijkend blijkt dat een onderneming de zuiveljaren 2006-2010 het beste kon doorstaan als prijsstijgingen snel werden doorberekend aan de afnemers, als er producten met een hogere toegevoegde waarde werden geleverd en als de operationele kosten konden worden gereduceerd. zuivelzicht / 15 februari 2012

397883.indd 17

Consumptiemelkproducenten hebben meestal de geringste marge, aldus de Rabobank.

De bedrijven met grote consumentenmerken hebben het beste voldaan aan deze voorwaarden. “Deze spelers hebben bewezen weerstand te kunnen bieden aan de volatiele grondstoffenmarkt. Ze hebben allemaal uitstekende marges, vanaf het moment van voor de hausse op de zuivelmarkt tot en met de mondiale financiële crisis”, stelt de Rabobank vast.

‘Grote merken zijn het meest bestand tegen volatiele grondstoffenmarkt’ De operationele marges lagen bij deze bedrijven in 2010 op bijna 15% gemiddeld, tegen 12% in 2006. Doordat bedrijven in staat

Meeste problemen zijn er voor de consumptiemelkbedrijven geweest. Na een aantal jaren van stabiele marges liep deze categorie in 2010 averij op. Hoge kosten en vooral de voordurende opmars van huismerken maken het deze bedrijven bijzonder lastig. De marge van de consumptiemelkbedrijven daalde gemiddeld van zes naar vier procent. In de analyse van de bank nemen de coöperaties een vreemde plaats in, omdat zij geen winstoogmerk hebben maar een zo hoog mogelijk rendement voor de melkleverende leden beogen. Hun marges schommelden de afgelopen jaren rond drie procent. Dat percentage geldt ook voor de Chinese ondernemingen. Zij hebben met steeds sterker wordende concurrentie uit het buitenland te kampen. Bovendien heeft de melaminecrisis de Chinese zuivelindustrie op grote achterstand gezet. Paradepaardjes volgens de Rabobank zijn de Zuidoost-Aziatische spelers. Zij profiteren van een groeiende binnenlandse vraag, terwijl zij een groot marktaandeel hebben. Hun marges zijn tussen 2006 en 2010 verdubbeld naar ongeveer 20 procent. Het is de verwachting dat deze bedrijven zich ook de komende vijf jaar zullen verbeteren. De bank gaat er van uit dat ook zuivelbedrijven met fast moving consumer goods de komende jaren hogere marges zullen boeken. De kloof met de kaas- en consumptiemelkbedrijven en de zuivelcoöperaties zal groeien. 17

14-2-2012 13:22:23


tekst martin de vries foto La Place

Horecaformule schakelt kleine melkveehouders in

La Place over op boerenkaas De succesvolle horecaformule La Place stapt over op boerenkaas. De keuze past in het nieuwe concept ‘La Place Food’, waarin het gebruik van verse en ambachtelijke streekproducten centraal staat. In de tweehonderd locaties in Nederland en België van La Place moeten op termijn kazen verkocht en gebruikt worden van relatief kleine melkveehouderijen. De kaasafdeling werd daartoe uitgebreid met zestig verschillende soorten Nederlandse kazen. De producten zijn afkomstig van boerderijen met zeventig tot negentig koeien. Er zijn contractbesprekingen met diverse agrarisch ondernemers. Zo wil La Place onder andere de landgoedkazen van Landgoed Kaams uit Deurningen en de biologische boerenbrie van kaasmakerij Bastiaansen uit Molenschot in het assortiment opnemen. Zo ook de boerenkaas van zuivelhoeve Poldergenot in Rutten en de biologische geitenkazen van zorgboerderij De Mekkerstee. Het is de bedoeling contracten af te sluiten met 25 melkveebedrijven. Zij moeten de producten gaan leven voor de kaasafdeling van ‘La

Place Food’. Inmiddels is het eerste etablissement met het nieuwe verse en ambachtelijke streekproductenconcept geopend: in oktober gingen de deuren van de La Place Food in V&D Enschede open.

productkennis Bij het nieuwe concept hoort ook een training voor de werknemers. Het arbeidsproces van de diverse producten en productkenmerken staan hier in centraal. “Om onze klanten een zo goed mogelijk advies te kunnen geven is de juiste productkennis bij de medewerkers erg belangrijk”, verklaart directeur Paul Bringmann van La Place Food. Naast de kaas is er ook aandacht voor andere ambachtelijke streekproducten zoals vleeswaren, brood en salades, quiches en taarten. “We zijn trots op het nieuwe versconcept. Samen met onze leveranciers hebben we een

La Place wil contracten gaan afsluiten met 25 kleinschalige melkveehouders voor de levering van regionale kaas. 18

398206.indd 18

breed assortiment kunnen samenstellen met uiteenlopende streekproducten die stuk voor stuk aansluiten bij de filosofie van La Place.” De horecaformule werkt al een aantal jaren met dagverse biologische zuivel en La Place voert het Beter Leven Kenmerk van de Dierenbescherming met drie sterren. Dat houdt in dat de zuivel afkomstig is van een koe die minstens 120 dagen per jaar de wei in mag. Bovendien voeren de boerderijen alleen biologisch geteelde gentechvrije producten aan de koeien, en verse melk aan de kalveren. Voorwaarde voor het kenmerk is ook dat de dieren geen antibiotica krijgen. Alleen als een koe echt ziek zou zijn, is antibiotica toegestaan. La Place wil het versconcept langzaam uitrollen over alle horecagelegenheden, te vinden in de V&D-warenhuizen, langs snelwegen, in winkelcentra en op Schiphol. De restaurants trekken op jaarbasis 38 miljoen gasten. Ook wordt La Place als cateraar op grote evenementen als North Sea Jazz, Libelle Zomerweek en Lowlands ingezet, en is er een online bestelservice voor gerechten. zuivelzicht / 15 februari 2012

14-2-2012 13:23:12


markt

T e k s t t i n y b r o u w e r s F o t o B i o Fa c h / N ü r n b e r g M e s s e .

Duitsland werkt aan betere etikettering regiovoeding

“Herkomst moet duidelijker” Duitsland presenteert in april een concept voor een betere etikettering van regionale levensmiddelen. Dat moet het consumentenvertrouwen versterken in deze markt in opmars. Volgens landbouwminister Ilse Aigner zijn er in Duitsland veel succesvolle aanbieders die hun regionaal voortgebrachte producten met grote betrokkenheid verkopen, maar kan de klant niet zien of er werkelijk regionale ingrediënten gebruikt zijn. Daarom werkt ze met deze regionale aanbieders aan een betere etikettering.

Vertrouwen vasthouden Consumenten moeten aldus Aigner met één blik op de verpakking kunnen herkennen waarom een producent zijn voedingsmiddel ‘regionaal’ noemt. Dat begint al bij de vraag wat een regio is. Ook willen consumenten weten waar de belangrijkste ingrediënten van zo’n product vandaan komen. “We willen geen nieuw logo ontwikkelen, maar duidelijkheid scheppen over hoe veel regio er daadwerkelijk achter een regionale etikettering zit en hoe de voorwaarden eruit zien waaronder een product kan worden voortgebracht. Regionale voedingsmiddelen zijn een duidelijke groeimarkt. Op lange termijn zullen ze alleen slagen wanneer ze het vertrouwen van de consument vasthouden”, aldus Aigner. De afgelopen maanden heeft het Duitse ministerie van Landbouw verschillende modellen onderzocht. Het Duitse onderzoeksinstituut voor de biologische landbouw en het initiatief ‘Gutes aus Hessen’ is gevraagd om heldere criteria te ontwikkelen voor de juiste etikettering van regionale levensmiddelen in zuivelzicht / 15 februari 2012

396814.indd 19

De Duitse minister van Landbouw Ilse Aigner bezoekt de vakbeurs Biofach in Neurenberg, waar veel biologische zuivel als streekproduct wordt aangeboden.

heel Duitsland. Daarbij wordt ook gekeken naar bestaande regionale logo’s van de deelstaten, de supermarktketens en allerlei regionale initiatieven.

“Vensters moeten voor ieder ingrediënt helder maken welk percentage uit de regio komt” Het begint nu duidelijk te worden welke kant het uitgaat met het concept. Gedacht wordt aan een vrijwillig systeem met zogeheten ‘regionale vensters’. Bij samengestelde voedingsmiddelen kan zo voor ieder ingrediënt helder worden gemaakt uit welke regio zo’n ingrediënt voor welk percentage komt. Naast de informatie over de herkomst van de grondstoffen, zijn ook mededelingen over de plaats van verwerking mogelijk. De benutting van de ven-

sters is verbonden met een certificerings- en controlesysteem.

belangstelling consument Bijna vijf op de 10 Duitse consumenten let er bij de aankoop van voeding op of het levensmiddel uit een bepaalde regio komt. Dat blijkt uit een enquête van het bureau Emnid, die in december is gehouden in opdracht van het ministerie in Berlijn. De meeste regionale producten worden in Duitsland gekocht in supermarkten (86%), gevolgd door de weekmarkten (45%), terwijl 41% van de ondervraagden ook regionale producten direct van de boerderij betrekt. Zo’n 79% van de Duitse consumenten is bereid om meer geld uit te geven voor regionale voedingsmiddelen (10% duidelijk meer en 69% “iets meer”). De belangrijkste motieven daarvoor zijn: vertrouwen in de boeren uit de regio (83%), kortere transportwegen (80%), positief levensgevoel (71%) en behoud van arbeidsplaatsen in de regio (70%). Tenslotte vindt 17% van de consumenten dat zij goed over de herkomst van regionale voedingsmiddelen zijn geïnformeerd, maar meent 66% dat deze informatie duidelijker moet zijn. 19

14-2-2012 13:21:45


markt

r e n é va n b u i t e n e n

ministerie EL&I komt met actieplan

Agribusiness vergeet kansen op Zuid-Duitse markt Het agrarisch bedrijfsleven is sterk gericht op de Duitse consument. Maar de focus is nogal eenzijdig meent het ministerie van EL&I. Het zijn vooral de deelstaten nabij de landsgrens die worden bewerkt. De Zuid-Duitse markt laat men links liggen. Ten onrechte meent het ministerie, dat een actieplan heeft opgezet.

Duitsland is veruit de grootste afzetmarkt voor Nederlandse landbouwproducten. Iets meer dan een kwart (17 miljard euro) zet de agribusiness er om. Waarom steekt het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie dan toch extra geld in verdere expansie in Duitsland? Simpelweg omdat niet alle kansen naar mening van de het ministerie worden benut.“Op dit moment richt het Nederlandse agrobedrijfsleven zich vooral op de aangrenzende deelstaten Noordrijn-Westfalen en Nedersaksen. Veel verder kijkt men niet”, aldus staatssecretaris Henk Bleker.

Grote OPgave Duitsland wordt echter steeds meer een verdringingsmarkt voor producten van goede basiskwaliteit. Behoud van de marktpositie is al een grote opgave, om nog maar te zwijgen van groei. Een procent verlies aan marktaandeel in Duitsland is even veel als de gehele Nederlandse agrofood export naar Brazilië en bijna een derde van de gehele Nederlandse agrofood export naar China. Bleker gaf daarom opdracht voor een onderzoek naar de potentie van Zuid-Duitsland. Dat is een markt van 27 miljoen mensen ofwel een derde van alle Duitse consumenten, die relatief koopkrachtig zijn en behoefte hebben aan kwalitatief hoogwaardige voedselproducten. Samen met het agrobedrijfsleven bekeek de Nederlandse ambassade te Berlijn de groeikansen in Zuid-Duitsland voor groente en 20

397945.indd 20

Zuid-Duitsers hebben een sterke voorkeur voor lokale producten. Melkveehouders uit Beieren spelen daarop in met melk uit eigen regio.

fruit, sierteelt, zuivel, vlees, vis en de biologische sector. De potentie blijkt groot. De helft van de ondervraagde Zuid-Duitse consumenten blijkt nauwelijks een beeld te hebben van de Nederlandse landbouwproducten. Als ze wel een indruk hebben, is die deels positief, of negatief omdat ze menen dat de Nederlandse landbouw verder weg staat van de natuur en intensief van karakter is. In Zuid-Duitsland is de landbouw daarentegen kleinschalig en traditioneel. Boeren staan dicht bij de samenleving en regionale producten hebben een positief imago. “Het vestigen en bijstellen van het imago in

Zuid-Duitsland is dus een heel belangrijk element voor een goede positionering. Bovendien heeft de Duitse consument sowieso een sterke binding met de eigen traditionele regionale en lokale bedrijven. Dit is de trend aus der Region, für die Region, en die maakt het lastig om vanuit Nederland meer marktaandeel te veroveren op Duitse en lokale partijen”, stelt het ministerie vast.

duurzame producent Kansen zijn er voor de Nederlandse agribusiness, maar dan moet Nederland zich vooral zuivelzicht / 15 februari 2012

14-2-2012 13:22:36


markt

positioneren als een duurzame producent. “Nederlandse producten moeten worden neergezet als kwalitatief goed, duurzaam geproduceerd en gezond en veilig, en ook een verbinding met emotie en smaak hoort daarbij.”

Imago Kaas Op gebied van kaas en zuivelproducten is het imago van Nederland in Duitsland uitstekend. Onderzoek van het Duitse bureau Agrifood Consulting dat de basis voor het onderzoek van het ministerie leverde, leert dat Duitsers Nederland vooral associëren met kaas (19,7%). Veel meer dan met tulpen (13,8%), bloemen (6,2%) of zelfs met voetbal (5,3%). Behoud van die goede positie van de Nederlandse zuivelsector staat in de aanpak van het ministerie voorop. Gelet op de regionale en vaak kleinschalige structuren van de Duitse zuivelmarkt heeft de Nederlandse zuivelsector goede mogelijkheden. Zuid-Duitsland produceerde in 2009 38 procent van de totale Duitse melkproductie. Duitsland is zelf de grootste zuivelproducent van Europa, en in Duitsland is Beieren het meest toonaangevend, gevolgd door Nedersaksen. Hoewel Duitsland een exporteur is van melk, wordt er ook wel ingevoerd. Na Tsjechië met 25 procent komt Nederland met een import van 17 procent. De afzet van zuivelproducten verloopt in Zuid-Duitsland niet via merken maar eerder als regionaal product. Het marktonderzoek

Nederlandse kaas heeft een uitstekend imago op de Duitse markt.

van Agrifood onderstreept deze stelling; in alle winkels die zijn onderzocht worden vrijwel alleen regionale of Duitse melkproducten verkocht. Ook het aandeel van biologische producten is in deze sector hoog. Voor boter is het beeld vergelijkbaar: de lokale boter is het duurst en daarnaast wordt vrijwel uitsluitend boter van andere Duitse deelstaten aangeboden tegen een relatief lage prijs. Men vindt ook veel boter uit Ierland. In bijna alle winkels wordt ook biologische boter verkocht. Bij kaas heeft Nederland het grootste importaandeel, en verzorgt ons land 38,5 procent van de totale import, gevolgd door Frankrijk

bleker neemt voortouw voor actieplan “We gaan hiermee samen met de bedrijven en de kennisinstellingen aan de slag”, reageert staatssecretaris Henk Bleker op de groeimogelijkheden voor Nederlandse agroproducten op de Zuid-Duitse markt. “De concurrentie staat niet stil en we moeten hier op een slimme manier de kansen pakken. Ik ga me daar persoonlijk voor inzetten. De Duitse exportmarkt is essentieel voor de agrarische sector in Nederland. Als we op deze markt één procent verliezen, komt dat bijvoorbeeld even hard aan als wanneer de hele agrarische export naar Brazilië stil zou vallen.” Basis van de strategie is een duurzaam kwaliteitsimago. Om de kansen te verzilveren is een goed samenspel tussen overheid, bedrijfsleven en kennisinstellingen volgens EL&I essentieel. Er worden vijf actielijnen voorgesteld: a. optimaliseren van samenwerking binnen de “gouden driehoek” om de detailhandel te voorzien en te overtuigen van duurzame, goede en gezonde Nederlandse producten; b. Nederlands bedrijfsleven mobiliseren om de kansen in Zuid-Duitsland te pakken; c. investeren in lokale teelt en groene logistiek; d. inzetten op het verbeteren van het imago van Nederlandse producten; e. gemeenschappelijk uitgedragen boodschappen die inzicht geven in de productiewijzen.

zuivelzicht / 15 februari 2012

397945.indd 21

(19 procent). Het beste scoort Gouda kaas, die overigens in het Duitse schap voor het grootste deel in Duitsland zelf wordt geproduceerd. De ZuidDuitser, zo bevestigt ook het onderzoek van Agrifood Consulting, zal in de eerste plaats voor Gouda kaas kiezen die lokaal is geproduceerd en dan pas voor de Gouda uit Nederland. Dit bevestigt dat Gouda kan worden gezien als een merk.”

Gouda HOlland Het uitrollen in Zuid-Duitsland van de Gouda Holland en Edam Holland kaas, zoals die als geografische oorsprongsbenaming door de Europese Commissie is goedgekeurd, biedt volgens het ministerie goede kansen. “Met deze beschermende benaming biedt de kaas zowel kwaliteit als een herkenbare herkomst. Bovendien zal de kaas ook een bijdrage kunnen leveren aan de Holland Branding vanwege de herkenbare naam en uitstekende kwaliteit die daarmee gepaard gaat. In de op te zetten communicatiestrategie zou zo’n insteek ook prima te framen zijn.” Daarnaast kunnen volgens het rapport de door de Nederlandse Zuivel Organisatie en LTO Nederland opgezette trajecten voor verduurzaming van de zuivelketen ook in ZuidDuitsland over het voetlicht worden gepresenteerd. “Dat is goed voor het imago van Nederland en de Nederlandse zuivel, en biedt tegelijk openingen voor verdere ketensamenwerking.” 21

14-2-2012 13:22:41


MaRKT

r e n é va n b u i t e n e n

kanttekening bij sterke groei biologische markt

Marges biozuivel onder druk Op het eerste gezicht gaat het geweldig met de biologische zuivelmarkt. De afzet groeit. Dat blijkt echter vooral een kwestie van volumegroei aan de onderkant van de markt. De vraag naar biologische melk groeit enorm, als je de berichten moet geloven. De vraag naar biologische zuivel is groter dan het aanbod. Zo zeer zelfs dat import van biologische zuivel nodig is, maakte Maurits Steverink van brancheorganisatie Bionext onlangs bekend. Tijdens de BioVak, de beurs voor de biologische sector die vorige maand in Zwolle plaats had was de stemming dan ook optimistisch. Alle reden dus voor mengvoercoöperatie ForFarmers om tijdens de beurs een symposium te houden over de mogelijkheden voor gangbare melkveehouders om over te stappen naar een biologische bedrijfsvoering. Juist tijdens dat symposium werden kanttekening gezet bij de jubelstemming. “Iedereen heeft het over een succes in de biologische zuivel, maar het is volumegroei dat er gaande is”, relativeerde Laurens Guelen, manager Projecten en Bijzondere Melkstromen bij FrieslandCampina.

Huismerken Hij stelt dat de groei van de biologische zuivel wordt veroorzaakt door de huismerken. Supermarktketens zetten dagverse biologische melk onder hun eigen merk tegen een lagere prijs op het schap dan de A-merken van de zuivelproducenten. Dat stimuleert weliswaar de verkoop in de categorie, maar het gaat ten koste van de marges van de producenten. “Het witte segment heeft het lastig in de supermarkten. Kijk maar eens 22

397099.indd 22

Concurrentie op het zuivelschap zorgt er voor dat ook de opbrengstprijzen van dagverse biologische melk onder druk komen te staan.

naar de acties die er gaande zijn.” “Als je over huismerken praat, dan praat je over margedruk”, legt Guelen uit. “Het is onze ambitie om meer melk in onze merken te stoppen.” Om de positie van haar merken voor dagverse biologische melk te versterken probeert FrieslandCampina zich van de concurrentie te onderscheiden door onder meer melk aan te bieden die voor de consument traceerbaar is. Via de houdbaarheidsdatum en de productcode op het pak kan de consument de herkomst van de melk herleiden tot het begin van de keten. Niettemin wil ook FrieslandCampina meer biologische melkveehouders aan zich binden. Maar ledenmelk gaat voor. De onderneming is dus vooral geïnteresseerd in de melk van leden die willen omschakelen. Hoeveel biologische melk het bedrijf kan hebben bepaalt Ecomel,de biologische businessunit. Guelen maakte tijdens het symposium duidelijk dat FrieslandCampina zich genoodzaakt ziet de uitbetalingsystematiek aan te passen. De druk op marges dwingen de onderneming daartoe, stelt hij. “Ik kan er nog weinig over zeggen omdat we daarover nog in gesprek zijn met de melkveehouders”, reageerde Guelen op vragen.

FrieslandCampina betaalde de veehouders in 2010 een toeslag van € 8,59 per 100 kilogram melk boven op de garantieprijs die het concern betaalt voor gangbare melk. Vorig jaar was die toeslag verlaagd naar € 8,10 en voor dit jaar is de toeslag met vijftig cent verhoogd naar € 8,60. Dat is veel te weinig om de gestegen kosten te kunnen dekken volgens De Natuurweide, de belangenvereniging van biologische melkveehouders.

Toeslagen omstreden Het toeslagensysteem is wat de melkveehouders betreft toch al omstreden. De Natuurweide vindt een toeslag voor biologische melk om de meerkosten te dekken achterhaald, omdat deze prijs dan per definitie meebeweegt met het schommelende niveau van de prijs voor gangbare melk, die gerelateerd is aan de ontwikkelingen op de wereldmarkt. De melkveehoudersvereniging wil daarom verandering van de systematiek, maar de wijze waarop zij zich daarvoor inspant zint niet iedereen. EKO Holland, de coöperatie van biologische melkveehouders, zegde daarom onlangs haar collectieve lidmaatschap van de vereniging op. zuivelzicht / 15 februari 2012

14-2-2012 13:21:56


markt

r e n é va n b u i t e n e n

EMB ziet parallel tussen zuivel- en financiËle markt

‘Leer van de financiële crisis’ De Europese Commissie probeert de positie van de melkveehouders te verbeteren. De voorstellen zijn echter onvoldoende, vindt de European Milk Board. Toezicht is noodzakelijk. De European Milk Board benutte vorige maand het podium van de Grüne Woche om haar visie op de zuivelmarkt te geven. De boodschap was duidelijk: de zuivelmarkt gaat de financiële markten achterna als er niet snel wordt ingegrepen. Want de rampspoed die de financiële markten heeft getroffen staat ook de zuivelmarkt te wachten. Het lijkt wel goed te gaan met de zuivelmarkt getuigde het huidige niveau van de melkprijzen, maar volgens de Europese organisatie van melkveehouders is dat betrekkelijk. De melkveehouder is namelijk niet degene die volop profiteert. Het zijn de retail, de handel en de zuivelindustrie die er garen bij spinnen. De veehouder krijgt de kruimels, stelt de EMB, verwijzend naar verschillende rapporten over de verdeling van de marges in de zuivelketen. Al een aantal jaren luidt de EMB de noodklok. Jazeker, de EMB is gehoord. De Europese Commissie heeft maatregelen aangekondigd om de positie van de primaire producent ten opzichte van andere schakels in de keten te verbeteren. Toereikend is het niet, meent de EMB. Brussel wil dat melkveehouders zich kunnen organiseren om een betere inkomenspositie af te dwingen. Daarvoor komen uitzonderingen in de mededingingswetgeving. Het gaat de EMB niet ver genoeg. “Als producentenorganisatie mag je straks maximaal 33 procent van de melk in een lidstaat verzamelen. Dat is gewoon niet haalbaar”, zegt EMB-voorzitter Romuald zuivelzicht / 15 februari 2012

397798.indd 23

Het bestuur van de EMB tijdens de presentatie van zijn visie op de Grüne Woche. Links voorzitter Romuald Schaber, uiterst rechts vice-voorzitter Sieta van Keimpema.

Schaber. “In bijvoorbeeld Nederland heeft FrieslandCampina al bijna het drievoudige in bezit van wat de Europese Commissie wil toestaan.”

‘Wij krijgen vaak als dooddoener te horen dat wij alles bij het oude willen laten; dat is niet waar’ Nee, meer heil verwacht de Schaber van een systeem waarbij de overheid nadrukkelijk toezicht houdt op de markt. Dat is precies wat er jarenlang heeft ontbroken aan de financiële markten, met alle gevolgen van dien. “Als de zuivelmarkt niet wordt gereguleerd, gaan we dezelfde kant op. We moeten dus leren van de crisis op de financiële markten”, vindt Schaber. Wat de EMB betreft komt er een systeem

waarbij vraag en aanbod centraal worden gemonitord. Op basis van de kostprijs van de melkveehouders moet een corridor worden vastgesteld waarbinnen de prijzen zich kunnen bewegen. Dreigt de prijs uit de pas te lopen, dan moet de monitoringsinstantie volume-aanpassingen bepalen, zodat het aanbod zich blijft verhouden met de vraag, de melkveehouder een kostendekkende melkprijs ontvangt en de consument een redelijke prijs voor de melk kan blijven betalen. “Wij krijgen vaak als dooddoener te horen dat wij alles bij het oude willen laten; dat we niets willen veranderen. Dat is niet waar”, vult Sieta van Keimpema, vice-voorzitter van de EMB, aan. “Ik vind dat de Europese Commissie op een naïeve manier tegen de markt aankijkt. Vraag aan aanbod beheersen de markt, maar dat is niet voldoende. We hebben een systeem nodig dat respect biedt voor de producenten.” Om dat voor elkaar is krijgen is regulering onontkoombaar, meent Van Keimpema. “Je ziet het nu in de financiële markt. Daar komt nu ook regulering terug. Zonder regulering stijgen de kosten de pan uit voor de consument en de belastingbetaler.” 23

14-2-2012 13:22:10


markt

tekst ria besseling foto ruben schipper

Biologische eetwinkel Estafette

Zuivel en kaas belangrijke trekkers Estafette, de biologische eetwinkelformule van groothandel Odin, opent eind volgende maand de achttiende winkel in Amsterdam. De formule brengt uitsluitend zuivel en kaas van biologische en biologisch-dynamische producenten. De twee versgroepen zijn belangrijke trekkers voor de dagelijkse boodschappen en kennen een sterke omzetstijging, met groeicijfers van 5 (zuivel) en 10-15% (kaas) per jaar.

“Biologisch-dynamische zuivel met het Demeter-keurmerk krijgt in principe de voorkeur boven eko-producten van dezelfde soort en productkwaliteit. De klant moet van ieder zuivelproduct kunnen nagaan wie de producent is en waar het vandaan komt. Dit geldt voor zowel de producentenmerken Zuiver Zuivel en Weerribben als de huismerken, zoals producten van de boerderij en producten met het Odin-merk. Verder betrekt Estafette alle producten zoveel mogelijk rechtstreeks van de producent”. vertelt Elias Jeremiasse, categorymanager zuivel en kaas. Estafette hanteert als uitgangspunt voor de prijsstelling van producten dat de zuivelboer-

derij en de producent een redelijk inkomen aan de verkoop van producten moet overhouden om als leverancier te kunnen blijven bestaan. “Het is daarom vanzelfsprekend dat de prijs in samenspraak met de producent tot stand komt. Hierbij praten we over de actuele marktconforme prijs, maar ook over de ontwikkeling van de kosten voor de producent, de opbouw van de marge en de prijs van de producten in onze winkels. Dit open overleg leidt tot een reële prijs van de producten”, zo vertelt Jeremiasse. In dit verband is de prijs van prijsreferente producten zoals halfvolle melk of jonge kaas van belang. “Omdat die prijs voortdurend onder druk

Estafette: de formule Estafette is een winkelformule van Odin Estafette BV waartoe ook groothandel Odin behoort. Er zijn momenteel 17 Estafettewinkels. Eind maart opent de 18e winkel in Amsterdam. De organisatie streeft naar minimaal twee nieuwe Estafettelocaties per jaar. Alle Estafettevestigingen zijn eigen winkels en het personeel is als medewerker werkzaam in de organisatie. Het eigendom en kapitaal van Odin Estafette BV is ondergebracht in een stichting, waardoor het bedrijf kapitaalneutraal is gemaakt. De winst wordt opnieuw in de biologische keten geïnvesteerd. Consumenten kunnen via punten op de Estafettepas bijdragen aan het financieren van activiteiten van de organisatie. De Estafettemedewerkers weten veel over zuivelproducten, producenten en merken. Categorymanager zuivel Elias Jeremiasse: “Wij bevorderen de productkennis door de wekelijkse aanbiedingen te voorzien van informatieve specials over de leverancier. Deze informatie wordt ook door onze klanten gelezen en draagt dus bij aan de binding”.

24

396775.indd 24

staat, maar ook omdat deze producten qua volume zeer belangrijk zijn in het totale zuivelassortiment. In onze winkels ligt de aandacht minder op de prijs en meer op het bijzondere van producten en producenten”.

Open informeren Estafette hecht veel belang aan een goede samenwerking met de leveranciers. “Om te begrijpen wat erbij komt kijken om de producten te maken die wij in ons assortiment voeren. Daarnaast informeren we producenten over de wijze waarop wij de producten in onze winkels verkopen en welke specifieke eigenschappen van de producten we extra aandacht geven. Dat kunnen zuivelproducten zijn van een bepaalde kwaliteit, uit een bepaalde streek of die op een bepaalde wijze zijn geproduceerd”, legt Jeremiasse uit. “Onze klanten zijn zeer geïnteresseerd in de achtergronden van de producten en producenten en willen graag weten hoe, waar en door wie de producten worden gemaakt”. Voor nieuwe consumenten is het volgens Jeremiasse vooral in het begin een kwestie van wennen aan de afwijkende merken in de winkels. “Maar na een paar bezoeken en informatie van de winkelmedewerkers weet de klant de weg goed te vinden. De sfeer in onze winkels, het persoonlijke contact en het feit dat we uitsluitend biologische producten voeren wordt door een groeiende groep betrokken klanten zeer gewaardeerd”. zuivelzicht / 16 februari 2012

14-2-2012 13:21:16


markt

traditionele zuivelassortiment weinig werkelijk vernieuwende concepten. Anderzijds vinden wij vanuit de uitgangspunten van onze formule en het assortimentsbeleid bepaalde concepten minder geschikt. Bijvoorbeeld wanneer een producent ons een product aanbiedt dat onder hetzelfde merk tegen een veel lagere prijs in het supermarktkanaal wordt verkocht. Of als in een product ingrediënten worden gebruikt die wij niet vinden passen bij de uitgangspunten waaraan producten in ons assortiment moeten voldoen”, legt de categorymanager uit. “Toch is er behoefte aan nieuwe en andere biologische en bd zuivel, zoals meer variatie in vruchtenyoghurt van Hollandse bodem”, weet hij.

Kaas: verpakt presenteren Bij Estafette wordt de Hollandse kaas sinds een jaar verpakt gepresenteerd. “Wij doen dit vooral om de impulsaankoop te versterken en de wachttijden voor kaas op de bedieningsafdeling te beperken. Daarnaast kunnen de medewerkers van de kaasafdeling meer aandacht aan een goede presentatie in het kaasmeubel besteden. Hierdoor is de kaasverkoop gestegen met tien tot 15 procent per jaar”. Bij Estafette zijn onder meer verkrijgbaar Loverendale boerenkaas van boerderij Ter Linde en Lingelaer kaas, gemaakt van gepasteuriseerde biologische melk van de koeien van landgoed Mariënwaerd. Andere producten zijn geitenkaas van diverse Demeterboerderijen en een breed assortiment van Bastiaansen. Ook presenteert Estafette kaassoorten uit Frankrijk, Oostenrijk, Zwitserland, België en Italië. Categorymanager Elias Jeremiasse: “Zuivel en kaas is goed voor 15% van de winkelomzet.”

Dit blijkt uit de omzet van zuivel die jaarlijks met ongeveer vijf procent toeneemt, terwijl de kaasomzet 10 tot 15 procent per jaar stijgt. De zuivelomzet is circa 15 procent van de totale winkelomzet. De assortimenten zuivel en kaas bij Estafette zijn belangrijke trekkers voor de dagelijkse boodschappen en kennen een sterke omzetstijging. “Dat komt door het groeiend aantal klanten en een goed ingericht assortiment. De ontwikkelingen in zuivel zijn vooral gericht op regionaliteit en toegevoegde waarde”. Estafette voert een breed en diep zuivelassortiment. De klant vindt er producten die zuivelzicht / 16 februari 2012

396775.indd 25

ook in de supermarkt worden verkocht zoals jonge kaas en halfvolle melk. Tevens zijn er merken en producten zoals Demeter zuivel, Zuiver Zuivel van Ecomel Campina, lokale bdboerenzuivel en zuiveltoetjes van Weerribben en Andechser. De boerderijzuivel komt van lokale biologisch-dynamische bedrijven zoals De Beukenhof, De Vijfsprong, De Hondspol en De Buitenplaats. Andere kenmerkende zuivel bij Estafette is niet-gehomogeniseerde biologisch-dynamische volle en halfvolle melk. Vernieuwing in het zuivelassortiment vindt in beperkte mate plaats bij Estafette. “Enerzijds ontwikkelen leveranciers in het

Zeven uitgangspunten De Estafette-formule hanteert zeven uitgangspunten. De producten zijn maximaal biologisch, lekker en worden duurzaam geproduceerd. De agf-producten zijn van het seizoen, vlees is van dieren die met respect zijn behandeld en producten zijn bereid zonder genetisch gemanipuleerde ingrediënten. De formule werkt aan duurzame relaties met de partijen in de keten, van producent tot consument. Producten moeten juist zijn geprijsd. Alle betrokkenen in de keten krijgen een reële vergoeding voor hun bijdrage. Estafette werkt daarbij aan een transparante ketenorganisatie, waarin ondernemers, medewerkers, producten en consumenten samenwerken. 25

14-2-2012 13:21:20


markt

t e k s t r e n é va n b u i t e n e n f o t o a l e x d e h a a n

Melkveehouderij levert steeds meer eigen energie

Zuivelketen blijkt groene motor De inzet van de zuivelketen om verder te verduurzamen werpt vruchten af. De melkveehouderij blijkt meer en meer een leverancier van groene energie. Zij levert vooral aan haarzelf. De melkveehouderij produceert inmiddels meer dan de helft van de energie die zij nodig heeft zelf. Uit gegevens van Agentschap NL en CBS blijkt dat de melkveehouderij in 2009 4,6 PetaJoule aan duurzame energie produceerde. Dat jaar gebruikten de melkveehouders gezamenlijk 7,9 PetaJoule aan energie. De berekeningen zijn gemaakt op het oog op het convenant Schone en Zuinige Agrosectoren, dat de overheid in 2008 met het agrarisch bedrijfsleven sloot. De Energieen Klimaatmonitor die onlangs aan de hand van gegevens van Agentschap NL en het CBS is samengesteld laat de voortgang zien die de diverse agrarische sectoren de afgelopen jaren hebben geboekt. Op basis van gegevens van ruim 200 gespecialiseerde melkveebedrijven blijkt dat de melkveehouderij vooral veel duurzame energie produceert met behulp van windmolens, zonnepanelen en biovergisters. Met naar schatting onder andere 29 procent van het aantal windmolens en 56 procent van het aantal (co-)vergisters heeft de melkveehouderij een groot aandeel in de winning van hernieuwbare energie in de landbouw. Overigens is de gehele landbouw al sinds 2007 een netto-elektriciteitsproducent.

Melkrobot Uit het onderzoek blijkt ook dat de variatie van energieverbruik op melkveebedrijven nogal verschilt. Er zijn vele factoren die het 26

398340.indd 26

Steeds meer stallen worden voorzien van zonnepanelen. De melkveehouderij is een belangrijke leverancier van duurzame energie aan het worden.

energieverbruik beïnvloeden. Kenmerkend voor melkveebedrijven die relatief weinig energie (minder dan 40 MegaJoule per 100 kilogram melk) gebruiken is dat zij over traditioneel melkwinningssysteem beschikken, gebruik maken van een voorkoeler, en één à twee keer per dag melken. Ook blijken deze bedrijven veel loonwerkers in te huren. De bedrijven die meer dan 100 MegaJoule per 100 kilogram melk nodig hebben, hebben vaak een melkrobot, gebruiken geen voorkoeler en melken twee tot drie keer per dag. Zij schakelen nauwelijks de loonwerker in.

Energie-efficiency met vier procent verbeterd De energie-efficiency van de melkveehouderij is in 2009 met vier procent verbeterd ten opzichte van 2003. “Opvallend is dat de efficiency van het aardgasgebruik ongeveer een kwart is verbeterd, terwijl de efficiency van elektra en diesel ongeveer gelijk is gebleven”, merken de samenstellers van de

Energie- en Klimaatmonitor op. Zij constateren dat met name verdergaande mechanisatie en zwaardere tractoren het effect van besparende maatregelen teniet hebben gedaan. Ook het toenemend gebruik van melkrobots zorgt voor een hoger gebruik van elektriciteit.

Voertuigen De melkmachine is met 38 procent niet de grootste energieslurper. Het grootste aandeel in het energieverbruik op een gemiddeld melkveebedrijf hebben de voertuigen die op het bedrijf worden gebruikt (45 procent). De rest van het energieverbruik gaat op aan onder andere mestverwerking, verlichting, ventilatie, voeren en reiniging. Het gebruik van beregeningsinstallaties is buiten beschouwing gelaten omdat niet alle melkveehouders daar gebruik van maken. De melkveehouderij en de zuivelindustrie verbruiken samen 25,5 PetaJoule. De doelstelling van de Duurzame Zuivelketen om in 2020 energieneutraal te zijn, was in 2009 voor 18 procent bereikt. Inclusief veevoer- en kunstmestproductie, transport, detailhandel en consumptie ligt het energieverbruik in de zuivelketen op 82 PetaJoule. zuivelzicht / 15 februari 2012

14-2-2012 13:23:27


MARKTCIJFERS

PRODUCTSCHAP ZUIVEL

Melkaanvoer belangrijke zuivellanden jan. - nov.’11; % wijziging t.o.v. 2010; x mrd kg

Melkprijsontwikkeling internationaal dec.’10 - nov.’11; €/100 kg 39

VS

+ 1,7%

(euro per 100 kg)

Duitsland

37

+ 2,4%

Frankrijk

35

+ 5,3%

Nieuw-Zeeland

+ 10,0%

Nederland

DE

33

FR

31

NL NZ

29

-0,1%

VS

27

Australië

+2,0% 25

0

20

40

60

80

100

Marktprijsontwikkeling feb.’11 - jan.’12; €/1.000 kg Vol melkpoeder 26%

Mager melkpoeder ADPI

Boter 82%

Note ing per 100 kg 4.000 af fab iek, excl. BTW

4.000 3.000

3.000

2.000

2.000

Verse boter, in EEG-doos

5.00016/02

EURO

09/02 EURO

4.000

398,00

390,00

Vol verstuivingsmelkpoeder, 26% vet, in 6-wandige exportzakken 1)

▲ 2.000338,00

333,00

Mager verstuivingsmelkpoeder van gebruikelijke handelskwaliteit food grade 1)

280,00

270,00

268,00

260,00

105,00

97,00

1.000

1.000

Mager verstuivingsmelkpoeder van EG-origine, voor veevoederdoeleinden, in bulk, franco geleverd Weipoeder, verstuivingspoeder, in bulk Exportwaarde belangrijke zuivellanden jan. - okt.’11; % wijziging t.o.v. 2010; x € mln 1) op eiwit gestandaardiseerd ▲ ▼ = stijging/daling DE 5.457 (+ 13%) NZ

195 (+1%)

FR

3.594 (+9%)

NL

2.541 (+5%)

VS

59 (+16%)

AU

14 (-17%)

3.000

1.062 (+18%) 5.381 (+16%) 1.196 (+22%) EU

0

1.535 (+13%) 2.820 (+22%) 1.684 (+26%) 2.000

ZUIVELZICHT / 15 FEBRUARI 2012

396778.indd 3

Derde landen

4.000

6.000

8.000 27

14-2-2012 13:21:33


MARKT

B R E N D A B O N N E T- M C A R T H U R / P Z

“INVOER BLIJFT KOMENDE JAREN FLINK DOORGAAN”

Italië gekenmerkt door hoge prijzen en importTop 10 BOB-kaasproductie (2010 ten opzichte van 2009) 175.000

dirigeert zo veel melk van

150.000

eigen bodem naar de kaasbak als Italië. Dit zorgt er dan ook voor dat Italië ook de komende tijd de import hard nodig heeft.

Hoeveelheid (tonnen product)

Geen enkel ander land

+3,2%

2009

+5,1%

125.000

2010

Totaal 2010: 465 duizend ton

-2,4%

100.000 75.000 +2,1%

50.000

+8,9% +2,7%

25.000 0

In het melkprijsjaar 2010/2011 is de Italiaanse melkprijs, die door de hoge import over het algemeen gekoppeld is aan de Europese melkprijzen, met 16 procent gestegen. Melkveehouders ontvingen 40 cent per kilo melk. Veehouders die de melk leveren aan verwerkers van kaas met beschermde oorsprong benaming zoals Grana Padano en Parmigiano Reggiano, ontvingen tussen de 50 en 60 cent per kilo. Ondanks dat de grond in de genoemde regio’s duur en beperkt beschikbaar is, liggen de productiekosten volgens Alberto Menghi van de organisatie Centro Ricerche Produzioni Animali (CRPA) in lijn met de melkprijzen die per regio worden uitbetaald. Echter, deze hogere melkprijzen en kosten leiden ook tot meer concurrentie tussen de boeren, waardoor melkveebedrijven verdwijnen. De bedrijfsvoering van de Italiaanse melkveehouder is er dan ook op gericht een zo hoog mogelijke productie per koe te realiseren. “Ook de afschaffing van het melkquotum zal consequenties hebben voor het aantal melkveehouders”, aldus Menghi. Hij verwacht dat het aantal na 2015 drastisch zal dalen. “De Italiaanse zuivelsector is momenteel nog niet voorbereid op een volledig geliberaliseerde markt”. 28

398353.indd 28

Grana Padano Parmigiano Reggiano

Gorgonzola

Mozzarella Di Bufala Campana

Pecorino Romano

Overig

Productiecijfers van de belangrijkste Italiaanse kaassoorten met beschermde oorsprongsbenaming.

Bron: CLAL, ISTAT

Mogelijke scenario’s voor na 2015 zijn sterk afhankelijk van factoren zoals de productiecapaciteit van de boer en de melkaanvoer aan de verwerkers van kazen met een beschermde oorsprong benaming. Volgens het zogenaamde zuivelpakket wordt het aanbod van dergelijke kazen mogelijk beperkt.

HERSTRUCTURERING De totale koemelkaanvoer van Italië komt in 2011 uit op 10,3 miljard kilo. Ten opzichte van 2010 is dit een daling van 1,2%. De Italiaanse melkaanvoer is al jaren vrij stabiel. Koemelk heeft met zo’n 93% het grootste aandeel, gevolgd door schapen- (4%), geiten- (1%), en buffelmelk (2%). Net als elders in Europa, is in Italië ook sprake van herstructurering binnen de melkveehouderij. In 2000 waren er 75.000 melkveebedrijven, in 2010 waren dat er nog 37.300. Ter vergelijking: Nederland produceert met een melkaanvoer van 11,6 miljard kilo 13% meer melk met bijna de helft minder melkveehouders (19.600).

Een Italiaans melkveebedrijf heeft gemiddeld 43 koeien met een gemiddelde melkgift van 6.073 kilo (Nederland: 8.075 kilo). De belangrijkste regio Lombardije vormt hierop een uitzondering: daar is de bedrijfsgrootte gemiddeld 140 koeien. De gemiddelde productie per bedrijf steeg van 140 ton in 2000 naar 270 ton in 2010. De melkveehouderij is geconcentreerd in het noorden, voornamelijk in Lombardije, Emilia Romagna, Veneto en Piemont, waar driekwart van de melk wordt geproduceerd.

ITALIË KAASLAND Voor het tweede achtereenvolgende jaar hebben de Italiaanse boeren onder het melkquotum gemolken (2,4%). In 2009/2010 was dat 3,7%. Redenen hiervoor waren de verruiming van het quotum met vijf procent door de EU, en een minder sterke stijging van de aanvoer in de periode 2008-2010. De totale melkverwerking van Italië bedroeg in 2010 zo’n 12,5 miljard kilo. Hiervan werd maar liefst 71 procent verwerkt tot kaas. De ZUIVELZICHT / 15 FEBRUARI 2012

14-2-2012 13:20:53


MARKT

rest ging naar melk en room (22%), overige verse zuivelproducten zoals yoghurt (6%) en boter- en boterolie (1%). In Italië worden volgens het Italiaanse zuivelonderzoeksbureau CLAL 400 soorten kaas geproduceerd. Hiervan zijn 40 soorten met een beschermde oorsprongsbenaming, ook wel BOB-kazen genoemd. Voorbeelden hiervan zijn Gorgonzola, Grana Padano en Parmiggiano Reggiano. BOB-kazen maken ongeveer 37% uit van de totale Italiaanse kaasproductie, en leggen 51% beslag op de melkproductie. In 2010 bedroeg de productie van deze BOB-kazen 465 duizend ton. Grana Padano wordt het meest geproduceerd. Het aandeel bedroeg in 2010 35%, zo’n 163 duizend ton (+3,2%). De productiewaarde van de BOB-kazen is in 2011 met 9,7% gestegen tot 3,4 miljard euro. Aan de productie van deze kazen worden strenge eisen gesteld, met name aan het voer van de koeien, om zo tot de unieke kaassmaak te komen. Daarnaast wordt per type kaas uitsluitend regionale melk gebruikt. Overige zuivelproducten worden voornamelijk van importmelk geproduceerd. Zo’n 32.000 melkveehouderijen leveren melk aan 1.700 BOB-kaas verwerkers.

Koemelkaanvoer 2010 ( x 1.000 ton) Melkaanvoer Import plas en halffabrikaten Beschikbaar voor verwerking Productie (x 1.000 ton) Kaas (uit koemelk) Consumptiemelk Boter Room

10.604 1.926 12.530 1.069 2.661 108 128

Waar gaat de melk naartoe? (2010, in melkequivalenten) Overig 6%

Kaas (uit koemelk) 71%

Consumptie melk 21% Room 1% Boter 1%

ITALIË DRIJFT OP IMPORT Vanwege het tekort aan melk door de productie van de BOB-kazen, heeft Italië de import nog altijd hard nodig. In 2011 daalt de import licht, uitgedrukt in melkequivalenten, met 1% tot 7,9 miljard kilo. Duitsland is met een aandeel van 46% hoofdleverancier, gevolgd door Frankrijk (21%) en Oostenrijk (6%). In 2011 werd het meeste aan kaas geimporteerd (46%), maar ook melk in bulk speelt met een importaandeel van 26% een belangrijke rol. De 1,7 miljard kilo aan melk in bulk wordt gebruikt voor verdere verwerking tot zuivelproducten. “Italië zal de komende jaren nog flink blijven importeren”, aldus Alberto Menghi van het CRPA. “De Italiaanse melkveehouder kan vanwege de hoge kosten niet concurreren met andere melkveehouders in de EU en dit verschil zal voorlopig zo blijven”. Italië zal dan ook niet de ambitie hebben om minder te gaan importeren en zich te richten op export van andere zuivelproducten dan kaas. Ondanks dat de productie is afgezwakt, is ook de totale zuivelexport gestegen. Deze stijging komt voornamelijk door de kaasexport. In 2011 stijgt de kaasexport naar verZUIVELZICHT / 15 FEBRUARI 2012

398353.indd 29

Meer dan 70% van de Italiaanse melk gaat in de kaas. Meer dan 50% (465.000 ton) in BOB-kaas.

de overname van Parmalat door Lactalis, iets wachting met 4% tot zo’n 283 duizend ton. CLAL, Databank Handelsstatistiek, Productschap Zuivel wat geen enkel ander Italiaans bedrijf had De belangrijksteBron: bestemmingen zijn landen kunnen doen. Parmalat leek in 2003 nog ten met een hoog inkomen zoals de VS, Frankrijk onder te gaan door fraudezaken, maar kenen Duitsland. Zo’n 70% van de geëxporteerde in 2005 een geslaagde terugkeer op de de kaas betreft BOB-kaas. De totale export zuivelmarkt. In Italië was in de eerste instanvan Italië bedroeg in 2011 naar schatting 2,7 tie veel verzet vanuit de politiek en het bankmiljard kilo melkequivalent, een lichte daling wezen tegen de overname. Uiteindelijk heeft ten opzichte van 2010 (2,9 mld), het zes maanden geduurd voordat de overMet een aandeel van 23% is Frankrijk de bename rond was. Inmiddels overheerst het gelangrijkste bestemming voor de Italiaanse exvoel dat de overname een goede zet is geport, op de voet gevolgd door Duitsland. weest. “Het zorgt voor de borging van Opvallend is ook de explosieve stijging van werkgelegenheid en boeren kunnen de de export van wei in 2010. In 2010 werd melkaanvoer continueren met zicht op betemaar liefst 90% meer wei geëxporteerd ten re lange termijn perspectieven”, geeft opzichte van 2009. Er werd vooral veel vloeiAlberto Menghi aan. De Franse zuivelreus bare wei (155 duizend ton) naar Duitsland heeft momenteel 83% van Parmalat’s aandegeëxporteerd. In 2009 was dit nog 87 duilen in handen. Lactalis bezat al een aantal zend ton. Het is niet ondenkbaar dat de Italiaanse kaasmerken, waaronder Galbani Duitse tankwagens die melk in bulk transen Locatelli. Met de overname van Parmalat porteren naar Italië weer gebruikt worden wordt Lactalis een nog grotere speler op de voor de Italiaanse export van wei. zuivelmarkt. Parmalat staat sterk op markten waar Lactalis nog niet prominent aanwezig OVERNAME PARMALAT Het jaar 2011 stond vooral in het teken van is, zoals in Canada, Zuid-Afrika en Australië. 29

14-2-2012 13:21:01


BELRUBRIEK KAASPRODUCTIELIJNEN

RVS KAASPLATEAUS

VERPAKKINGEN

Mr. F. J. Haarmanweg 44 4538 AS Terneuzen tel: 0115 682000 www.elopak.com

Kaasproductielijnen - peKelsystemen

Hichtumerweg 7, 8701 PG Bolsward tel. 0515-576523 - fax 0515-572575

Uw partner voor: kaaswas en kaascoating verpakkings- en etiketteerlijm

email: klokslag@klokslag.nl website: www.klokslag.nl

SYSTEEM INTEGRATIE

Tel: +31 (072) 57 50 600

Technische Automatisering

SIG Combibloc b.v. Amarilstraat 11 Postbus 24, 7550 AA Hengelo Tel: +31 (0) 74 2554455 Fax: +31 (0) 74 2554400

Technische Installaties Technisch Beheer

www.vanlente.nl

www.paramelt.com

info.cben@sig.biz www.sig.biz

MEMBRAAN FILTRATIE

Ruim 75 jaar kennis en ervaring in o.a. de veevoeder-, aardappel-, vlees- en zuivelbranche.

Leverancier van kartonverpakkingssystemen voor het aseptisch afvullen van dranken en andere vloeibare voedingsmiddelen.

PROCESSING Leading specialist in membrane technology for the dairy industry. Fast delivery of spares.

TANKBOUW

DSS Silkeborg AS Tel. +45 8720 0840 Service hotline +45 70701661 info@dss.eu • www.dss.eu

Uw advertentie in de Belrubriek 03-10-2011 14:56:57 is twintig keer per jaar adverteren Untitled-4 1 voor een scherpe prijs.

LUCHTBEHANDELING

Suppliers List 58x50.indd 1

8/03/2011 9:04:28

Voor tarieven en inlichtingen: tel 020 – 5736056 email h.v.d.werf@bdu.nl

ZuivelZicht

al 100 jaar een begrip in de zuivel inlichtingen: tel: 020-5736056 • fax 020-6242519

398235.indd 30

14-2-2012 9:36:33


BELRUBRIEK IN- EN vERKoop tANKS

KWALItEItSCoNtRoLE

KAASBEWERKINGSMACHINES

Snel

Praktisch

Specialist in kaasbehandeling en rijpen!

Betrouwbaar • Automatische kaasbehandelingslijnen • Robot kaasbehandelingslijnen • Kistenbelading voor foliekaas • Plastificeren • Planken wassen • Etiketteren • Banderolleren • Verpakkingsinstallaties voor foliekaas

Uniek assortiment voor de zuivelindustrie in Nederland en België Kant-en-klare voedingsbodems 3M™ Petrifilm™ Count Plates Testen van oppervlaktehygiëne en water 3M™ Clean-Trace™ ATP meting

KAASpRoMotIE

Verrijking en verdunning van monsters 3M™ Sampling Eindcontrole UHT-zuivelproducten 3M™ MLS

T: 0348 435435 F: 0348 439399 E: info@bma-nl.com I : www.bma-worldwide.com

Pathogenen testen 3M™ Tecra™

Surf naar www.3M.nl/voedselveiligheid Of bel (071) 5 450 342 8130_adv_zuivelzicht_125x180_10.indd 1

14-06-10 10:14

ADvIES

onderdeel van

IA GROEP

Feenstra Adviseurs, al ruim 90 jaar sterk als ontwerpen adviesbureau in de zuivel- en voedingsmiddelenindustrie info@doeschotbv.nl sales@ferdar.nl

www.doeschot.nl www.ferdar.nl

KALIBRAtIE www.feenstra.nl

info@feenstra.nl - tel: +31 (26) 38 444 00

Kalibratie

in de zuivelindustrie Meer dan alleen het controleren van het meetinstrument

Naast de voorwaarde om te voldoen aan de wettelijke eisen ook uw toegang tot het beste product, geproduceerd met een optimaal en storingsvrij productieproces met maximale energiebesparing Stork Technical Services Nederland E&I Noordoost vestiging Leeuwarden Poolsterweg 3, 8938 AN Leeuwarden. Telefoon: 058 – 2844600 E-mail: leeuwarden@stork.com

inlichtingen: tel: 020-5736056 • fax 020-6242519

398236.indd 31

14-2-2012 9:37:08


Meer in 2012 Multimediaal: een maandelijks magazine en een totaal vernieuwde website • Actueel zuivelnieuws • Zuivelnoteringen • Binnen- en buitenlands nieuws • Informatie voor en over de handel, melkveehouder, wetenschap en industrie

Meer ZuivelZicht dus! Blijf als ZuivelZicht-abonnee dagelijks op de hoogte! Binnenkort ontvangt u van ons uw persoonlijke inlogcodes voor www.zuivelzicht.nl Heeft u vragen? Stuur een email naar: abonnementen@bdu.nl

t h c i z r e e M zuivel! op

398233.indd 32

14-2-2012 9:36:43


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.