ZuivelZicht juli 2012, nummer 7, jaargang 104

Page 1

JAARGANG 104 - NUMMER 7 - 18 JULI 2012

Kaas met een verhaal in Natuurwinkel nieuwe stijl

Nieuwe melkprijssystemen door einde quotering Milchunion Hocheifel over de fusie met Arla

424056.indd 1

20-7-2012 9:35:57


425906.indd 2

17-7-2012 10:31:27


zijlijn

R e n é va n b u i t e n e n , h o o f d r e d a c t e u r

Tijd voor experimenten Een ongekend positief verhaal hield LTO bestuurder Kees Romijn vorige maand bij de presentatie van de Europese melkprijsvergelijking 2011. Niet eerder was de gemiddelde Europese melkprijs zo hoog. En dat terwijl het in 2010 ook al zo goed was gegaan. Ook de Nederlandse zuivelbedrijven die door LTO in de ranglijst worden meegenomen (FrieslandCampina en DOC Kaas) deden het vorig jaar behoorlijk. Zij hebben hun positie in de top verstevigd. Dat is opnieuw een bewijs dat de strategie van de Nederlandse zuivelcoöperaties deugt. Veehouders hebben regelmatig kritiek op de koers van hun coöperatie. Juist in tijden dat het tegen zit op de markt en opbrengstprijzen lager zijn. Dan neemt het gemor onder de boeren toe. Ook nu klinkt weer enige zorg over de wijze waarop de markt zich ontwikkelt. Weliswaar zijn de melkprijzen het afgelopen maanden gedaald onder invloed van lagere opbrengstprijzen van zuivelproducten. Maar de ervaring leert dat de stemming in de melkveehouderij snel kan omslaan. Het is goed mogelijk dat de prijzen dit najaar weer opveren, om vervolgens toch nog op een hoog niveau te eindigen. Het zijn dergelijke wisselingen waar veehouders mee moeten leren omgaan. Of ze daarom hun toevlucht moeten zoeken tot de nieuwe instrumenten die her en der in de markt worden gezet is de vraag. Termijnhandel, certificaten om de melkprijs vast te klikken en veilingen om risico’s van fluctuerende prijzen af te dekken, suggereren bescherming tegen de grillen van de markt. Al die nieuwe producten moeten hun bestaansrecht eerst nog maar eens bewijzen. Belangrijk is dat de keten anticipeert op de volatiliteit van de markt. Die zal richting 2015, als er meer melk wordt aangeboden, toenemen. Daar moeten melkverwerkers op voorsorteren. Dat doen zij nu al door hun positie op de markt te verstevigen. Zie het toenemend aantal fusies en overnames. Om de veehouderij, toch de zwakste schakel in de keten, te beschermen tegen de fluctuerende prijzen is dat niet voldoende. Misschien is een ander melkprijssysteem nodig. Menig zuivelbedrijf houdt nu zijn uitbetalingsystematiek tegen het licht. Hoe kunnen zij het ruimere melkaanbod straks rendabel afzetten? De evaluatie van bestaande melkprijssystemen leidt soms tot alternatieven waarbij je vraagtekens kunt stellen. (Zijn veehouders echt beter af als hun coöperatie A- en B-melkprijzen betaalt?) We verkeren echter in een fase waar veehouders en melkverwerkers nog mogen experimenteren. In 2015 moeten zij klaar zijn.

colofon ZuivelZicht Magazine is een uitgave van

Ontwerp: Giesbers, Velp

Abonnementenadministratie:

Koninklijke BDU Uitgevers BV in Barneveld

Druk: Koninklijke BDU Grafisch Bedrijf BV Barneveld

Abonnementenadministratie: BDU Vak- en

Postbus 67, 3770 AB Barneveld

Abonnementen: Abonnementsprijzen in 2012

Tel 0342-494889, e-mail: abonnementen@bdu.nl

www.bduuitgevers.nl

(12 nummers): € 106,15 (studenten € 60); buitenland:

ISSN: 0165-8573.

Publieksmedia, Postbus 67, 3770 AB Barneveld.

€ 140,35. Proefabonnement (3 edities): € 7,50.

Advertenties: BDU Tijdschriften, Robijnlaan 2, 2132 WX Hoofddorp. Contactpersoon: Hielke van

Redactie ZuivelZicht

Hoofdredactie: René van Buitenen, email:

der Werf, Tel 020-5736056 Fax 020-6242519

Adres: Louis Braillelaan 80 | Postbus 165,

r.v.buitenen@bdu.nl

E-mail: h.v.d.werf@bdu.nl

2700 AD Zoetermeer

Eindredactie: Yvonne Mors, e-mail: y.mors@bdu.nl

Tel: 079-3430307

Medewerkers aan dit nummer: Ria Besseling, Harrie

Internet: www.zuivelzicht.nl

van den Bijgaart, Tiny Brouwers, Yves De Groote, Lili

email: redactie.zuivelzicht@bdu.nl

Hu, Martin de Vries.

zuivelzicht / 18 juli 2012

423525.indd 3

3

17-7-2012 11:40:03


inhoud

comeback van zuivel

“Tot twintig jaar geleden gold zuivel nog als gezondste product, tien jaar geleden werd dit verdrongen door water en drie jaar geleden door vruchtensap. Nu komt zuivel terug als meest gezonde product.” Aldus Jens Bleiel van Food for Health Ireland op het congres ‘Innovations in Dairy’ afgelopen week. Bleiel verklaarde deze comeback door het natuurlijke karakter van melk en de rijkdom aan gezonde ingrediënten. “De consument zoekt nadrukkelijk naar natuurlijke, gezonde producten en hoopt die te vinden in zuivel”.

22 14

24

29

En verder...

5 In België steeg de melkprijs met 10%,

(integratie)koers.

maar ligt een daling voor de hand.

24 PZ: “Stevige stijging zorgt voor positieve zuivelmarkt”.

14 Hochwald: Hogere omzet bij iets ach6 Einde van de quotering leidt tot

terblijvende melkprijs.

27 Melkveehouderij in Irak.

nieuwe melkprijssystemen.

16 Verwachte melkprijs NRW 30 cent.

29 ISO harmoniseert wereldwijd.

8 Met de fusie met Arla zet MUH grote stap op wereldzuivelmarkt.

17 Agrofood in revolutie: de consument zit aan het roer.

10 Milcobel kiest weloverwogen voor zelfstandig voortbestaan.

12 Duitse DMK in eerste jaar goed op 4

424058.indd 4

COVER

18 Zuivel met een herkomstverhaal.

Consumenten van vandaag willen meer weten: “Waar komt het product vandaan? Wie heeft het gemaakt?” (p.18)

20 Crisis domineert in de foodservice.

Foto Peter Lous zuivelzicht / 18 juli 2012

17-7-2012 11:40:33


tiny brouwers

plus van tien procent in 2011

Melkprijs België 34,6 cent In België is de reële uitbetaalde melkprijs over 2011 bij 4,18% vet en 3,48% eiwit met tien procent gestegen tot 34,6 cent per kg. Dat maakte algemeen secretaris Renaat Debergh vorige maand bekend tijdens de jaarvergadering van de Belgische zuivelindustrie, BCZ. Tegelijk wees hij erop dat de reële prijs over de eerste vier maanden van 2012 31,7 cent per kg melk bedroeg en zeven procent lager was dan in dezelfde periode van 2011. Debergh stelde ook dat de slechte marktsituatie nog niet volledig was verrekend in deze melkprijs. Maar er gloort ook hoop, want er doen zich op de markt prijsstijgingen voor.

Quota geen oplossing Debergh: “Sommigen zien in deze ontwikkeling een argument om de quota in stand te houden. Dat biedt geen oplossing. De laatste vijf jaar is de mondiale melkproductie 66 miljard kg gegroeid. Slechts één van die 66 miljard kg kwam uit de EU, 40 miljard uit Azië, 9 miljard uit ZuidAmerika en 7 miljard kg uit Noord-Amerika. Zou de EU haar aanbod willen beperken, dan heeft dat op wereldschaal nauwelijks invloed.” Hij stelde dat Frankrijk het als enige in de EU heeft geprobeerd. Maar het werkte niet! De EU-melkaanvoer groeide vorig jaar ruim twee procent, en in Frankrijk zelfs vijf procent. De laatste twee jaar steeg de Franse melkproductie liefst acht procent. Verbazingwekkend, want Frankrijk heeft lange tijd een beleid van zelfregulering toegepast. Niet-benutte quota werden niet verdeeld. Maar Frankrijk heeft ingezien dat het niet in staat is de Europese, laat staan de mondiale marktsituatie te beïnvloeden via een strengere aanbodregulering in eigen land. Debergh gaf aan dat zich in de EU veranderingen voordoen. Zo groeit de voorspelde regionalisatie van de melkveehouderij binnen de EU vanwege het wegvallen van de melkquota. Uit de ontwikkelingen van de melkaanvoer tussen 2005 en 2011 blijkt in Noordwest-Europa een duidelijke toename tegen een dalende melkaanvoer in Zuidoost-Europa. “België, Nederland en verrassend ook Oostenrijk, evenals de drie Baltische staten Estland, Letland en Litouwen gaan er het sterkst op vooruit. België en Nederland realiseren over deze periode een zuivelzicht / 18 juli 2012

425910.indd 5

groei van 11 procent. Ook Ierland, Duitsland en Frankrijk kennen een forse toename. De sterkste daling van de melkproductie met meer dan tien procent doet zich voor Griekenland, Tsjechië, Slowakije, Hongarije, Bulgarije en Roemenië. In Zweden was er een daling van bijna tien procent”, aldus Debergh. Volgens hem worden de consequenties van deze verschuivingen vaak onderschat. Er ontstaan namelijk lokaal tijdelijk overschotten en tekorten, waarbij handelsstromen zich steeds moeten aanpassen. Daarbij doet zich in de landen met extra melk het fenomeen voor dat bepaalde hoeveelheden melk niet rechtstreeks zijn verbonden aan verwerkingscapaciteit. Deze melk moet op de spotmarkt snel een verwerker vinden en dat leidt vaak tot een grote prijsdruk.

Omzet Belgische zuivel In 2011 steeg de omzet van de Belgische zuivelindustrie met zes procent tot bijna 4,5 miljard euro. Voorts investeerde deze sector vorig jaar het absolute recordbedrag van 138 miljoen euro, 54 procent meer dan het jaar daarvoor. Dat is volgens Debergh het ultieme bewijs dat deze sector gelooft in zijn eigen toekomst. Inmiddels wordt 63 procent van de omzet van de Belgische zuivelindustrie geëxporteerd: 49 procent naar andere EU-landen en 14 procent naar derde landen. De export naar derde landen wordt daarbij steeds belangrijker. Debergh: “Nieuwe afzetmarkten en/of nieuwe producten, zoals babyvoeding, leiden vaak tot nieuwe vragen naar certificaten. Ik dring nog maar eens aan op een sterke, goede en snel functionerende exportafdeling binnen het FAVV (vergelijkbaar met de nVWA in Nederland, red). Van de aangekondigde verbeteringen konden wij tot nu toe niets merken. Het mag niet zo zijn dat we daarom een handicap hebben t.o.v. onze concurrenten in andere EU-landen.” BCZ-voorzitter Patrick Buggenhout benadrukte tijdens de jaarvergadering dat de basis voor een verdere, gunstige ontwikkeling van de zuivelconsumptie goed blijft. Maar dan moet er wel voor worden gezorgd dat de waarde van zuivel in een evenwichtige voeding boven alle discussies blijft. Daarnaast moet de zuivel zoeken naar een verdere verduurzaming van de totale sector.

Melk Makkelijker Mans Maken! Het potentieel dat in melk aanwezig is, is u wel bekend. Wij helpen u de processen beter ‘mans’ te maken. ProLeiT – uw partner voor innovatieve industriële automatisering in de zuivel industrie. • Proces visualisering met video playback functie • Receptuur management • Materiaal management • Rapportage en analyse • Packaging- en energie management Bovenstaande functionaliteiten worden gerealiseerd met het door proces technologen ontwikkelde software pakket Plant iT. Plant iT is het –op de specifieke eisen van de zuivel industrie afgestemde– procesbesturing systeem met geïntegreerde MES functionaliteiten. Meer informatie over “Melk Makkelijker Mans Maken”? Ga naar: www.mmmm.nu

ProLeiT BV Enschede Tel: 053 4836 500 info-nl@proleit.nl www.proleit.nl

5

17-7-2012 11:41:17


visie

r e n é va n b u i t e n e n

verwerkers zoeken zekerheid over melkaanvoer

Einde quotering leidt tot nieuwe melkprijssystemen Zuivelondernemingen willen graag weten hoeveel melk zij van hun veehouders kunnen verwachten. Dat wordt lastig als straks de quotering wegvalt. In de aanloop naar het quotumloze tijdperk ontwikkelen zuivelbedrijven daarom nieuwe modellen waarmee zij de melkaanvoer kunnen reguleren. Diverse ondernemingen hebben hun melkprijssystematiek alvast aangepast, constateert melkprijsonderzoeker Willem Koops.

In de aanloop naar 1 april 2015, de dag waarop zonder quotering kan worden geproduceerd, onderzoeken zuivelondernemingen hoe zij de te verwachten extra stroom melk in goede banen kunnen leiden. Vanaf die dag kunnen zij zich niet meer baseren op de door de quotering gereguleerde hoeveelheid melk. De meeste coöperaties hebben al toegezegd alle melk van hun leden te zullen verwerken. Maar hoeveel melk komt er straks? En is de verwerkingscapaciteit wel toereikend? Niemand die het weet. Sommige coöperaties houden enquêtes onder hun leden om inzicht te krijgen in de ambities van de veehouders. Anderen denken de melkaanvoer te kunnen regelen door

als middel om de fluctuaties in de melkaanvoer op te vangen is het systeem van A- en B-prijzen. Het Franse concern Sodiaal werkt al enige tijd met zo’n systeem. Dit bedrijf betaalt sinds vorig jaar voor 95 procent van het quotum dat haar leden hebben, de A-prijs. “Die is gebaseerd op de nationale aanbevelingen”, zegt Koops. “Voor de rest van de geleverde melk ontvangt de veehouder een B-prijs. Die is gerelateerd aan de opbrengstprijzen van boter en mager melkpoeder.” Sodiaal wil het percentage A-melk geleidelijk laten dalen naar 85 procent op het moment dat de melkquotering wordt afgeschaft. In de zomermaanden juli, augustus en septem-

‘A- en B-melkprijzen zullen op den duur toch bij elkaar komen’ veranderingen aan te brengen in de wijze van uitbetaling van het melkgeld. Willem Koops, medewerker van het Productschap Zuivel, houdt in opdracht van LTO Nederland samen met de European Dairy Farmers de melkprijzen bij van de belangrijkste Europese zuivelbedrijven. Hij signaleert enkele interessante ontwikkelingen in de systematiek van uitbetaalde melkprijzen. Een systeem dat regelmatig wordt genoemd 6

423359.indd 6

ber als de melkproductie laag is, wordt voor alle geleverde melk de A-prijs betaald. Met ingang van dit jaar hanteert ook Danone een dergelijk systeem. Net als Sodiaal stelt deze zuivelproducent het maandelijkse A-volume vast op basis van een bepaald percentage van het quotum. “Volgens mij gaat zo’n systeem niet werken”, denkt Kees Romijn, voorzitter van de LTO-vakgroep Melkveehouderij. “Als fabriek

A te weinig voor je B-melk betaalt is fabriek C wel bereid dat voor je melk te betalen. Op die manier zullen de prijzen op den duur toch naar elkaar komen, is mijn verwachting.” Crucialer is volgens Romijn de vraag wie of wat de melkprijs bepaalt. “Is het de boer, de fabriek of de retailer? Voor een groot deel zijn het de omstandigheden op de wereldmarkt. Uiteindelijk bepalen de zuivelveiling in Nieuw-Zeeland en de koers van de dollar voor een belangrijk deel onze melkprijs.”

Driejarig contract Melkveehouders die leveren aan het Ierse Glanbia kunnen voor een deel van hun melk drie jaar lang een vaste melkprijs ontvangen. Daarmee kunnen ze het risico van grote melkprijsschommelingen afdekken. Op haar beurt kan Glanbia het prijsrisico afdekken door voor een deel van de afzet vaste prijzen af te spreken met de kopers van de zuivelproducten. In de reeds lopende contractperiode betaalt Glanbia 28 cent per liter (bij 3,6 procent vet en 3,3 procent eiwit) plus een aanvulling op basis van een verwachte en geïndexeerde kostprijsstijging met daarnaast correcties voor de werkelijke gehalten. Voor 2012 is die toeslag vastgesteld op 2,4 cent. Daarnaast past Glanbia de vaste melkprijs aan als de uitbetaalde melkprijzen van Glanbia gemiddeld hoger dan 33 cent of lazuivelzicht / 18 juli 2012

17-7-2012 13:36:39


visie

houder kan certificaten aanschaffen ongeacht aan welke afnemer/verwerker de melk wordt geleverd en de werkelijk ontvangen melkprijs. De garantieprijs van FrieslandCampina wordt slechts gebruikt als verrekenprijs. Bij de aankoop van certificaten worden kosten in rekening gebracht afhankelijk van het volume en de looptijd. Overigens stelde DTO onlangs het tweede melkprijsgarantiecertificaat vast op een lager niveau: 31,8 cent.

Retailcontract

Te midden van LTO-bestuurders, veehouders en journalisten presenteert Willem Koops (PZ) de uitkomsten van het melkprijsonderzoek 2011.

In het Verenigd Koninkrijk zijn de melkprijscontracten sterk afhankelijk van de afnemer van het eindproduct. Boerderijmelk die voor de ene supermarkt wordt verwerkt, wordt veelal anders gewaardeerd dan de melk die voor de andere retailer is bestemd. Zo hanteren First Milk en Dairy Crest wel zo’n tien verschillende melkprijssystemen. Sinds vorig jaar kunnen veehouders van First Milk ook een melkprijs krijgen die volledig is gebaseerd op de ontwikkeling van de internationale opbrengstprijzen van boter en mager melkpoeder. Met deze internationale contracten kunnen veehouders meer profiteren van de prijsstijgingen op de internationale markten. Uiteraard lopen ze ook meer risico’s als het tegenzit op de wereldmarkt.

Prognosepremie

ger dan 24 cent zijn. Dan komt er één cent bij of gaat er één cent af voor iedere cent dat de gemiddelde melkprijs hoger dan 33 of lager dan 24 cent is. Het afdekken van melkprijsrisico’s kan in Nederland sinds begin dit jaar via de aankoop van zogenaamde melkprijsgarantiecertificaten. Deze certificaten worden aangeboden door Dairy Trading Online, een joint venture van de handelsbedrijven DCA en Steegro. Het melkprijsgarantiecertificaat is een finanzuivelzicht / 18 juli 2012

423359.indd 7

cieel product. Ieder contract heeft een volume van 50.000 kg melk. In februari zijn de eerste certificaten afgesloten met een looptijd van één jaar en een vaste prijs van 34 cent per kg melk. Iedere maand wordt het verschil tussen deze vaste prijs en de variabele garantieprijs van FrieslandCampina verrekend. Is de garantieprijs van FrieslandCampina 33 cent, dan past DTO het verschil bij. Stijgt de garantieprijs boven de 34 cent, dan moet de melkveehouder het verschil aan DTO afdragen. Iedere melkvee-

Naast deze systemen ziet Koops dat zuivelproducenten modellen bedenken om een goede prognose te kunnen maken van de melkproductie. “De afnemers van melk willen met hun veehouders afstemmen over de te verwachten melkaanvoer. Zo werkt DOC Kaas aan een prognosemodel per individuele melkveehouder. Een aantal andere ondernemingen, zoals bijvoorbeeld Dairy Crest, First Milk en Sodiaal, heeft al zo’n model ingevoerd.” Sodiaal keert bijvoorbeeld een premie uit aan veehouders die vooraf goed hebben ingeschat hoeveel melk zij in een bepaalde maand leveren. Deze bonus (Assurance Sécurité Approvisionnement Partagée) kan oplopen tot 5 euro per 1000 liter als de daadwerkelijke levering minder dan 2 procent afwijkt van de opgegeven schatting. Ligt de afwijking tussen de 2 en 3 procent dan bedraagt de premie 4 euro. Bij een bandbreedte van 3 tot 4 procent ontvangt de veehouder nog 2 euro extra per 1000 liter. 7

17-7-2012 13:36:43


bedrijf

t e k s t t i n y b r o u w e r s f o t o M UH

door concurrentieslag Duitse markt

Melkprijs MUH onderuit Voor zuivelcoöperatie Milch-

jard verpakkingseenheden melkproducten, tegen 1,375 miljard in 2010 (+3%). Hierbij domineerde de afzet van houdbare melk, die een aandeel van 50 procent had in de verkochte verpakkingen, gevolgd door room (16%), condensmelkproducten (15%), gemengde melkdranken (7%), kannetjes koffiemelk (5%), ESL-melk (4%) en Schmand (zure room) (3%). “Vanwege de enorme concurrentie in Duitsland zelf is het onze strategie om buiten de Europese Unie te groeien en om onze positie op de eigen markt te consolideren”, stelde Winfried Meier, verkoopdirecteur van MUH.

Union Hocheifel was 2011 een middelmatig jaar met een melkprijs van 33,49 cent. De enorme concurrentie op de Duitse melkmarkt heeft dit in melkproducten gespecialiseerde bedrijf zwaar getroffen. Tijdens de persconferentie over de jaarcijfers 2011 op 26 juni liet algemeen directeur Rainer Sievers zich zeer genuanceerd uit. Milch Union Hocheifel (MUH) zette 693 miljoen euro om (+13% t.o.v. 2010) en overtrof daarmee de groeicijfers van de Duitse zuivelbranche. Maar de gemiddelde uitbetaalde melkprijs van 33,49 cent per kg standaardmelk met 4% vet en 3,4% eiwit, inclusief nabetaling en exclusief BTW omschreef hij als “op geen enkele wijze tevreden stellend”.

Gat van 1,34 cent De vergelijkbare gemiddelde prijs voor heel Duitsland komt over 2011 uit op 34,83 cent. Het betekent dat hier een gat is ontstaan ten nadele van de leden-melkveehouders van MUH van 1,34 cent per kg standaardmelk. Sievers constateert dan ook een duidelijke spagaat: “De onderneming heeft zich in zijn geheel positief ontwikkeld, maar de verwachtingen van de leden inzake de melkprijs zijn niet vervuld. Onze boeren hebben in de toekomst meer zekerheid nodig en die zullen ze –onder voorbehoud van groen licht van de EU- door de fusie met Arla krijgen.” In zijn fabriek in Pronsfeld verwerkte MUH vorig jaar 1,32 miljard kg melk, 6,4 procent zuivelzicht / 18 juli 2012

Buiten de EU

Rainer Sievers: “Onze uitbetalingsprijs 2011 stelt ons op geen enkele wijze tevreden.”

meer dan in 2010. En ook in de eerste helft van 2012 is de melkaanvoer verder gestegen. Dat toont volgens Sievers nog eens aan dat de vorig jaar besloten investeringsmaatregelen een juist besluit zijn gebleken. Hij wees op het feit dat de structuurveranderingen in de melkveehouderij vorig jaar zijn doorgegaan. Bijna 2.450 melkveehouders leverden hun fabriek in Pronsfeld vorig jaar 508.000 kg melk per bedrijf, een stijging van bijna tien procent ten opzichte van 2010. Het grootste deel komt met 879 miljoen kg uit Duitsland, gevolgd door België met 249 miljoen kg en Luxemburg met 112 miljoen kg. De Franse samenwerkingspartner, Union Laitière de la Meuse (ULM) uit Verdun, leverde rond 52 miljoen kg melk aan. Desgevraagd deelde bestuursvoorzitter Manfred Graff mee dat het ook in de nieuwe situatie als MUH Arla eG niet de bedoeling is om in Nederland melk te gaan aantrekken.

Houdbare melk domineert In totaal verkocht MUH vorig jaar 1,417 mil-

Hij meldde dat MUH vijf jaar geleden is begonnen om potentiële afzetmarkten buiten de EU te ontsluiten. Afrika biedt daarbij een enorm afzetpotentieel vanwege de lage binnenlandse productie en grote vraag. Door de politieke instabiliteit in veel Afrikaanse landen is het echter moeilijk om daar een lange termijnplanning te maken, en een strategische ontsluiting van de markt door te zetten. Desondanks is het MUH vorig jaar gelukt om in een aantal Afrikaanse landen marktaandelen op te bouwen en daarmee de afzet in Afrika te verdrievoudigen in vergelijking met 2010. Daarentegen zijn volgens Meier de politieke en marktomstandigheden in China en andere landen in Azië veel duidelijker. Tegen de snel groeiende vraag naar kwalitatief hoogwaardige melkproducten staat een lokale zuivelindustrie die deze behoefte niet kan dekken. Door de geografische ligging van MUH en de daardoor snelle toegang tot de grootste Europese havens Antwerpen en Rotterdam profiteert de MUH van deze Aziatische vraaggroei. Inmiddels telt de onderneming uit Pronsfeld zichzelf volgens haar jaarverslag tot de grootste importeurs van houdbare melk op de Chinese markt. MUH is er bovendien van overtuigd dat het een dergelijk sterke positie kan bereiken in andere landen van Zuidoost-Azië.


bedrijf

tekst tiny brouwers foto’s muh

door fusie met arla foods amba

Duitse MUH zet grote stap op wereldzuivelmarkt Door de fusie met het Scandinavische Arla Foods Amba zet de Duitse zuivelcoöperatie Milch-Union Hocheifel (MUH) een grote stap op weg naar de wereldzuivelmarkt. De leden-melkveehouders van beide coöperaties geloven in het gezamenlijke concept, getuige de toestemming met 99,4% bij Arla en 98,5% bij MUH.

Het fusiebesluit van 26 juni bij MUH in Pronsfeld in de Eifel kwam voor velen binnen en buiten de Duitse zuivelindustrie als een complete verrassing. Voor het MUHmanagement betekende deze besluitvorming het einde van een traject dat vorig jaar oktober in gang is gezet. Dat zeggen coöperatievoorzitter Manfred Graff, Klaus Land (voorzitter van de Raad van Commissarissen) en algemeen directeur Rainer Sievers.

dankzij Uitbreidingen Muh Het eerste contact tussen MUH en Arla Foods stamt van oktober vorig jaar. Manfred Graff: “Sinds 2006 hebben we de strategie om als zelfstandige zuivelcoöperatie de ontwikkelingen op de zuivelmarkt goed te volgen. Daarom is enkele jaren geleden besloten om een boterfabriek en poedertoren te bouwen. Dit was nodig om niet afhankelijk te zijn van één product. En als je capaciteit bouwt, moet je ook de afzet goed regelen. Zo hadden we in oktober het eerste contact met Arla Foods. Die vertelde dat ze eigenlijk over te weinig melkvet beschikken om hun afnemers adequaat te kunnen beleveren. In december volgde een tweede gesprek op het Arla-hoofdkantoor in Denemarken, waaraan ook algemeen directeur Peder Tuborgh deelnam. Tijdens een bezoek van Arla aan MUH maakte het concern duidelijk dat het inderdaad op zoek was naar botervet. Veel Deens botervet moet worden gebruikt voor Lurpak, dat wereldwijd wordt verkocht als de lekkerste boter van Denemarken. Arla wil daarom 8

425751.indd 8

Bij groen licht van de Europese mededingingsautoriteiten treden Manfred Graff en Klaus Land vanaf 1 september toe in de RvC van Arla Foods.

de productie van haar spread Kaergarden verplaatsen naar onze nieuwe boterfabriek, zodat de onderneming in Denemarken meer room kan inzetten voor Lurpak.”

babyvoeding Land en Sievers vullen aan: “Van het een kwam het ander. Tuborgh meldde dat er wereldwijd een grote vraag is naar melkpoeders van babyvoedingskwaliteit. Wij hebben Arla onze investering in de poederinstallaties in Pronsfeld getoond. Vanzelf groeide bij beide het besef dat er ook hier synergie is te bereiken. Uiteindelijk kwam het voorstel vanuit

Arla om in Pronsfeld onmiddellijk met poeders met babyvoedingkwaliteit te starten. Toen hadden we zelf al 60 miljoen euro geïnvesteerd in het fabriekscomplex. De aanvullende investeringen vanwege deze afspraken bedragen ongeveer 15 miljoen euro, waarvan 10 miljoen euro in de poederinstallatie en 5 miljoen euro in de boterfabriek. Wanneer de EU groen licht geeft voor de fusie, kunnen we daarmee verder en dat wordt dan door de totale Arla-onderneming gedragen.” Vervolgens hebben beide ondernemingen naar het productiepallet bij melk en -producz u i v e l z i c h t / 1 8 j u l i 2 0 1 2

17-7-2012 13:33:09


bedrijf

ten gekeken. De uitkomst was snel duidelijk, zo betogen Graff, Land en Sievers. Bij Arla ligt de focus voor 90% op verse, gepasteuriseerde melk, terwijl MUH overwegend houdbare melk en –melkproducten, alsmede gemengde melkdranken voortbrengt. Een fusie betekent daarom een verrijking van het totale assortiment. Graff en Land: “Er is duidelijk sprake van een grote wederzijdse synergie in dit segment. Bovendien, Arla timmert met melkpoeders en andere producten goed aan de weg in Azië. Daar passen de houdbare producten van MUH uitstekend bij. En dus kwamen Arla Foods en MUH tot de conclusie dat beide coöperatieve ondernemingen elkaar uitstekend aanvullen.”

Communicatie naar de eigen leden Maar is het niet moeilijk om een fusie te communiceren, wanneer jaren de leer van de zelfstandigheid is gepreekt? Graff glimlacht en zegt: “Vanwege de tegenvallende ontwikkelingen op de markt voor melk en –producten wisten we in oktober vorig jaar dat we geen concurrerende melkprijs konden neerzetten. Daarom hebben we in alle beslotenheid 26 kleine vergaderingen georganiseerd, waarop steeds 50 tot 60 leden-melkveehouders kwamen. We hebben de situatie uitgelegd en gezegd dat we aan oplossingen werkten. Waren die er, dan zouden ze opnieuw worden uitgenodigd voor verdere informaties. Dat alles kwam toevallig samen met Arla.”

Voor Arla Foods speelt het fabriekscomplex van MUH een belangrijke rol in de strategie. Hier zullen een boterfabriek en een droogtoren voor melkpoeders in gebruik worden genomen.

Op 21 mei kwam de ledenraad bijeen voor een besluit over de voorgenomen fusie. Daarna volgden acht informatiebijeenkomsten voor de leden/melkveehouders in Duitsland, België en Luxemburg. Klaus Land: “De leden waren zeer geïnteresseerd en in het algemeen positief. Dat blijkt ook wel uit het grote percentage voorstemmers.” Sievers wil desgevraagd niets weten van een Duitse oplossing voor de problematiek waarin MUH verkeerde door de matige ontwikkelingen op de markt voor consumptiemelkmarkt. “MUH heeft leden in Duitsland, België en Luxemburg en ook Arla is een gro-

werkgroep werkt aan nieuwe structuur van duitse en Nederlandse arla

te Europese, coöperatieve onderneming. Die heeft bovendien een stevige focus op export naar landen buiten Europa. Er zijn maar drie bedrijven die deze focus hebben, te weten het Franse Lactalis, het Nederlandse FrieslandCampina en Arla. Ik ga er van uit dat door onze samenwerking ook de MUH profiteert van de gunstige ontwikkelingen op de wereldzuivelmarkt.”

Niet met DMK Op de vraag waarom niet met de nieuwe Duitse onderneming Deutsches Milchkontor, DMK, wordt gefuseerd antwoordt het drietal: “Het traject dat deze coöperatie nog moet afleggen duurt voor ons te lang. Arla en beide andere ondernemingen opereren al op de wereldwijde zuivelmarkt.”

muh Arla eG Binnen Arla Foods Deutschland GmbH start een managementgroep onder leiding van Tim Orting Jorgensen, vice-president van Arla Foods. Deze groep heeft opdracht om zo snel mogelijk een optimale structuur uit te werken voor de productiebedrijven van het concern in Duitsland en Nederland. Volgens voorzitter Manfred Graff van MUH in Pronsfeld en zijn algemeen directeur Rainer Sievers gaat het om een algeheel structuurplan voor de bedrijven in Upahl (Hansano), Pronsfeld (MUH), Wangen im Allgäu (Allgäuland-Käsereien) en het Nederlandse Nijkerk (gekocht van Friesland Foods). Volgens zeer betrouwbare bronnen zou vanuit MUH verkoopdirecteur Winfried Meier naar deze managementgroep worden afgevaardigd. De groep gaat direct na de vakanties aan de slag. Wanneer de hieruit voortvloeiende aanbevelingen worden omgezet in concrete maatregelen, kan directeur Sievers niet zeggen. Wel staat er volgens hem een enorme tijdsdruk op. Een en ander moet zijn gerealiseerd vóór de volgende onderhandelingsronde over de prijzen voor consumptiemelk en –producten in de Duitse supermarkten, die is voorzien voor oktober aanstaande.

zuivelzicht/ 18 juli 2012

425751.indd 9

De coöperatie gaat straks door als MUH Arla eG. MUH kent het systeem van 3,1 cent aandeel in de coöperatie per kg melk. Zowel Arla als MUH Arla willen dat alle leden/melkveehouders op termijn hun aandelen volstorten tot 6 cent per kg melk. Zo hebben alle leden dezelfde rechten en plichten, en dezelfde uitbetaalde melkprijs. Voorts vaardigt MUH Arla de voorzitters van zijn zes districten af naar de ledenraad van de zuivelcoöperatie Arla Foods amba, terwijl Graff en Land zitting krijgen in de Raad van Commissarissen van Arla Foods, waarin alle operationele activiteiten zijn ondergebracht. 9

17-7-2012 13:33:11


bedrijf

r e n é va n b u i t e n e n

Belgische zuivelgroep klaar voor 2015

Milcobel kiest weloverwogen voor zelfstandig voortbestaan Waar andere coöperatieve ondernemingen snel groter groeien door met elkaar te fuseren, besluit de Belgische onderneming Milcobel op eigen kracht verder te gaan. “Het is onze keuze het eigen groeipad te volgen met de klemtoon op beter en beter”, betoogde voorzitter Guido Veys tijdens de jaarvergadering van de coöperatie.

Op de wereldranglijst van zuivelcoöperaties neemt Milcobel de 27ste plaats in. De Belgische onderneming is met een omzet van 885 miljoen euro een bescheiden middenmoter. Tijdens de jaarvergadering vorige maand in Brecht bij Antwerpen wierp coöperatiedeskundige Onno van Bekkum, gastspreker die dag, de vraag op waar Milcobel over tien jaar staat. Een wezenlijke vraag, want de coöperatieve zuivelwereld is volop in beweging. Fusies en overnames zijn aan de orde van de dag. De top van de ranglijst (FrieslandCampina, Arla Foods en Fonterra) zijn allen producten van fusies die zelf met grote regelmaat bedrijven overnemen of fusies aangaan. Een greep uit de berichtgeving van de laatste weken: FrieslandCampina acquireert Alaska Milk op de Filippijnen en neemt de Belgische kaasverpakker IDB Belgium over van de Irish Dairy Board. Fonterra creëert in samenwerking met de Nederlandse firma A-ware een nieuw bedrijf en stampt in China een innovatiecentrum uit de grond om de lokale melkveehouderijketen te kunnen beheersen. Arla Foods kondigt een samenwerking aan met het Chinese Mengniu Dairy en fuseert met MilchUnion Hocheifel en het Britse Milk Link.

Trucje Van Bekkum: “Dat is pats, boem in één keer een groei van een miljard euro zonder dat het een cent kost, want het is een fusie van coöperaties. Hetzelfde trucje deed Arla Foods 10

423097.indd 10

Milcobels voorzitter Guido Veys: ”We blijven kijken naar nieuwe markten, maar wel vanuit ons concept.”

vorig jaar ook in Duitsland met Hansa Milch. Zo groeit het bedrijf in hoog tempo door. Misschien wel in de veronderstelling dat Hocheifel anders een partner zou worden van Milcobel”, stelt Van Bekkum, om er direct aan toe te voegen: “Als u nu nog iets met Hocheifel zou willen bent u dus te laat. De taart in de zuivelwereld wordt nu ver-

deeld en u moet zich de vraag stellen hoe groot uw deel is en hoeveel u er nog bij kunt krijgen.” Milcobel heeft twee mogelijkheden, vindt Van Bekkum: of zich aansluiten bij een van de grote spelers en de eigendommen inleveren, of op eigen kracht verder gaan. In het laatste geval zal Milcobel op de Europese zuivelzicht / 18 juli 2012

17-7-2012 10:57:57


bedrijf

markt moeten wedijveren met andere middenmoters, die veelal over een vergelijkbaar productenpakket beschikken. Geen aanlokkelijk perspectief. Meer mogelijkheden ziet Van Bekkum in een Chinese variant, door zich als pure nichespeler te positioneren op de wereldmarkt, waarbij de focus op de veelbelovende Aziatische markt zou moeten worden gelegd. “Dan kunt u iets heel moois betekenen.”

Goedgekozen markten Dat zijn lovende woorden van de Nederlandse specialist in de coöperatieve ondernemingsvorm. Maar wat vindt Milcobel zelf van de suggestie? “Het verhaal van Van Bekkum zet ons met beide benen op de grond”, reageert voorzitter Guido Veys. “Daar houden wij van.” Hij stelt vast dat Milcobel nu al in meer of mindere mate actief is op de wereldmarkt. “Wij zijn aanwezig in reeds goedgekozen markten. Van Bekkum prikkelt ons natuurlijk wel om te blijven kijken naar nieuwe markten. Dat zullen we doen, maar wel vanuit ons concept.” Veys: “Bij het verder ontwikkelen van onze eigen strategie kijken we natuurlijk ook rondom ons heen en we zien hoe sommigen onomwonden meer en nog meer schaal zoeken. Wij luisteren ook naar wat anderen zeggen. Sommigen waarschuwen ons voor overmoed. Anderen wijzen er ons op te bescheiden te zijn.” In elk geval zijn de leden, de veehouders, er volgens Veys bij gebaat indien de onderneming zich door de markt laat sturen. “Het is onze keuze het eigen groeipad te volgen met de klemtoon op beter en beter.”

Interne discussie Die keuze komt voort uit een interne discussie die de onderneming en coöperatie de afgelopen tijd hebben gevoerd. Dat heeft geleid tot het strategisch plan Milcobel 2020. CEO Patric Buggenhout daarover: “Milcobel zal de komende jaren een veelzijdige zuivelgroep blijven, die met meerdere producten actief is in meerdere markten. De verschillende onderdelen zullen de komende jaren hun marktposities versterken. Tegelijkertijd ligt een ambitieus investeringsprogramma klaar om de fabrieken in te richten voor de behoeften van morgen en om alle ledenmelk te volariseren.” Het blijft gissen naar hoeveelheid extra liters zuivelzicht / 18 juli 2012

423097.indd 11

‘WIJ NegerEN Duurzaamheidswedloop’ Zuivelondernemingen moeten zich niet van elkaar willen onderscheiden op grond van hun prestaties op gebied van verduurzaming, vindt Milcobel-directeur Patric Buggenhout. Tijdens de jaarvergadering van de coöperaties nam hij afstand van wat hij noemt de ‘duurzaamheidswedloop’. “Voor duurzaamheid ten aanzien van de leden volgt Milcobel de weg van de weloverwogen benadering: geen duurzaamheidswedloop, geen fractionering van melkstromen, bij voorkeur interprofessioneel en sectoraal overeengekomen”, hield hij de leden-veehouders voor. “Wij zijn er niet op uit om te zeggen dat onze melk beter is dan die van een ander”, zegt Buggenhout later in een toelichting. “Want dan zou er slechte melk zijn. Je kunt niet zeggen bedrijf A is duurzamer dan bedrijf B. Duurzaamheid moet je vanuit de hele keten benaderen. Je kunt de productie namelijk alleen verduurzamen op sectoraal niveau, zoals we in België bijvoorbeeld doen met het IKM-programma“ (de Belgische variant van het KKMprogramma).

melk die Milcobel na afschaffing van de quotering in 2015 tegemoet kan zien. De coöperatie heeft een prognosemodel ontwikkeld om de te verwachten melkplas te kunnen inschatten. “Daar gaan we vanaf 2013 mee experimenteren om in 2015 klaar te zijn”, vertelt Eddy Leloup, die verantwoordelijk is voor coöperatieve zaken bij Milcobel. ‘Hoe beter we de melkaanvoer kunnen voorspellen, hoe beter we er op kunnen inspelen.”

‘Sommigen waarschuwen ons voor overmoed. Anderen wijzen er ons op te bescheiden te zijn’ De laatste jaren groeide de melkplas gemiddeld ongeveer 10 procent per jaar bij Milcobel. De leden leverden het afgelopen in totaal 1,1 miljard liter. “We verwachten na 2015 een paar 100 miljoen liter extra”, zegt Buggenhout. “We zijn klaar om de hoeveelheid extra melk van onze leden op te vangen.” Hij voegt er aan toe dat de bijkomende melk tot kaas zal worden verwerkt. Dat is voor Milcobel een belangrijke productgroep.

Ongeveer 35 procent van de omzet realiseert de onderneming met de verkoop van kaas. Het afgelopen jaar nam de kaasconsumptie af, maar Milcobel slaagde er volgens Buggenhout in haar positie te versterken op de kaasmarkt.

Capaciteit Vooral het merk Brugge Kaas presteerde behoorlijk. Sinds dit merk in 2009 onder handen werd genomen, is de afzet met een kwart toegenomen. De groei was volgens Buggenhout zo sterk dat de kaasfabrieken tegen capaciteitslimieten aanliepen. “In de tweede jaarhelft van 2011 hebben we moeten besluiten om de geplande mediacampagne gedeeltelijk terug te schroeven. Anders zouden we nog meer vraag aanwakkeren.” Milcobel nam onlangs in Moorslede een nieuwe kaasfabriek in gebruik. Op korte termijn zal de kaasfabriek in Langemark worden uitgebreid met een nieuwe mozzarellalijn. Milcobel boekte vorig jaar 8 procent meer omzet op 885 miljoen euro. Het resultaat kwam uit op 4,4 miljoen euro. De melkprijs steeg met 6,4 procent naar € 34,67 per 100 liter bij een vetgehalte van 42,56 gram per liter en een eiwitgehalte van 35,12 gram per liter. Daarmee was de melkprijs van 2011 op één na de beste sinds het ontstaan van de coöperatie in 2005. Alleen in het boekjaar 2007 betaalde Milcobel haar veehouders meer uit voor de melk. 11

17-7-2012 10:57:58


bedrijf

tiny brouwers

Deutches milchkontor sloot boekjaar positief af

Duitse DMK in eerste jaar goed op (integratie)koers Het Duitse coöperatieve zuivelconcern Deutsches Milchkontor, DMK, heeft zijn eerste boekjaar positief afgesloten. Tijdens de persconferentie op 19 juni in Münster kwam topman Josef Schwaiger van DMK niet met spectaculair nieuws. Maar uit de cijfers blijkt een snelle integratie van de fusiepartners Nordmilch en HMU in DMK.

In 2011, zijn eerste boekjaar, zette DMK bij een aanvoer van 6,9 miljard kg melk 4,6 miljard euro om. Dat is 500 miljoen euro meer dan beide fusie-ondernemingen. De gemiddelde uitbetaalde melkprijs kwam vorig jaar uit op 34,19 cent per kg en daarmee 4 cent boven 2010. Het afgelopen jaar boekte DMK een winst van 21 miljoen euro. Met een eigen kapitaalquote van ruim 32 procent beschikt de onderneming over een solide uitgangspositie voor strategische investeringen. Financieel directeur Volkmar Taucher is tevreden met dit resultaat: “Na een jaar hebben we bewezen dat we een goede prestatie kunnen neerzetten. Het eigen kapitaal is gestegen van 386 miljoen euro in 2010 naar 409 miljoen vorig jaar.”

Bijzondere afschrijving Het nettoresultaat 2011 van 21 miljoen was volgens Taucher slechts 2 miljoen euro lager dan in 2010. En dat ondanks het feit dat DMK in 2011 een bijzondere voorziening van 432 miljoen afboekte vanwege de in maart aangekondigde herstructurering van de fabrieken. Uiterlijk 2013 moeten de geplande veranderingen bij 10 van de 23 fabrieken zijn afgesloten. Daarnaast worden de fabrieken in Strückhausen en Magdeburg gesloten. Alles bij elkaar verdwijnen daardoor tot 156 van de 5700 banen. Taucher: “Omdat we de kosten voor deze structuurveranderingen al in de balans 2011 opnamen, werken de hierdoor verkregen besparingen al in 2012 en nog sterker in 2013 12

425684.indd 12

DMK wil zijn export naar landen buiten de EU opvoeren van nu 8% naar straks 20%.

door. Ik hou voor 2012 rekening met een efficiencyverhoging van 35 miljoen euro en dat gaat leiden tot een hogere uitbetaalde melkprijs. We zien dat nu al gebeuren. De eerste vier maanden van 2011 betaalden onze vergelijkings-zuivelbedrijven een melkprijs uit van 33,13 cent, tegen de toenmalige fusiepartners Nordmilch en HMU 32,70 cent per

kg. Wij kwamen toen 0,43 cent per kg melk te kort. In het eerste kwartaal van 2012 betaalden die andere zuivelbedrijven 32,06 cent per kg melk uit tegen DMK 32,20 cent. Daarmee lagen we dus 0,14 cent boven de prijs van de vergelijkingsbedrijven. Blijkens de laatste berekeningen liggen we inclusief mei 0,35 cent per kg boven hun gemiddelde.” zuivelzicht / 18 juli 2012

17-7-2012 10:58:53


bedrijf

Kaas belangrijkste product Van de DMK-omzet komt 1,327 miljard euro ofwel 29 procent voor rekening van kaas. De tweede belangrijke groep is verse melk met 712 miljoen euro (16%), dan boter met 528 miljoen euro (11%), langhoudbare melk 446 miljoen euro (10%) en industrieproducten met 322 miljoen euro (7%). De actuele ontwikkelingen bij kaas tonen volgens Schwaiger aan dat de bundeling van het aanbod een positief effect heeft op de uitbetalingscapaciteit naar de leden/melkveehouders. Deze bundeling had ook een stabiliserend effect op de Duitse kaasmarkt. Desgevraagd zei Schwaiger over het niet doorgaan van de fusie tussen DOC Kaas uit Hoogeveen en DMK: “Jammer, bij DOC stemde 60 procent van de eigenaren voor de fusie, terwijl 66 procent benodigd was. Beide ondernemingen werken nog altijd goed samen. Voor DOC staat de deur bij ons open. Ik hoop dat die goede samenwerking tussen beide coöperaties de eigenaren van DOC Kaas vertrouwen geeft over DMK.” In Duitsland zelf zijn er volgens Schwaiger maar weinig coöperatieve partners met een voldoende aanbod kaas om mee samen te werken. Hij denkt aan een enkele coöperatieve kaasproducent in het zuiden van Duitsland, maar sluit ook samenwerking met Poolse en Russische kaasproducenten niet uit.

Witte lijn versterken “Zulke samenwerkingsmogelijkheden zie ik ook bij andere productgroepen. Vorig jaar hebben we samenwerkingen aangeboden zonder dat er helaas een positieve melding terug kwam. Maar wanneer we de druk van de markt willen halen, dan moeten de Duitse zuivelcoöperaties naar mijn mening in het belang van hun leden-melkveehouders toch gesloten en zelfbewust optreden. Alleen zo kan op korte termijn het scheppen van waarde bij verse melk en –producten worden verbeterd”, benadrukte Schwaiger. Hij verklaarde desgevraagd volkomen verrast te zijn over het besluit van Milchunion Hocheifel (MUH) in Pronsfeld, producent van verse melk en –producten, om te willen fuseren met het Deense Arla. “We hadden kort voor die aankondiging nog een gesprek met MUH en daar is niet gerept over deze plannen. Inmiddels hebben melkveehouders met ongeveer 80 miljoen kg melk gevraagd om te kunnen toetreden tot DMK. Een besluit zuivelzicht / 18 juli 2012

425684.indd 13

Fusie DMK-coöperaties logische stap De coöperaties, die de operationele activiteiten van zuivelconcern Deutsches Milchkontor (DMK) in handen hebben, gaan voortaan als Deutsches Milchkontor eG door het leven. Daartoe hebben de vier onderliggende coöperaties Nordmilch (50%-belang in DMK), Humana Milchunion (40,04%),Bad Bibra (2,18%) en Milchwerke Thüringen (7,78%) besloten. Op 20 juni was er bij Nordmilch zelfs een unaniem besluit, bij Humana Milchunion stemde 98,2 procent voor. Al in mei hadden zich de vertegenwoordigers van Bad Bibra eG met 92 procent voor de fusie uitgesproken. Daarmee gelden voor de ruim 11.000 leden van Deutsches Milchkontor eG dezelfde voorwaarden. De nieuwe statuten en huishoudelijk reglement zijn op 31 januari in een gemeenschappelijke vergadering van besturen en commissarissen uitvoerig besproken. De adviescolleges van de coöperaties hebben vervolgens half februari over de statuten, de melkaanvoerregeling en de mogelijke fusie gesproken. Daarna werden alle leden-melkveehouders geïnformeerd. Algemeen directeur Josef Schwaiger (links op de foto) hierover: “We zijn blij met het resultaat. Het is ook de bevestiging voor onze keuze om iedereen vroegtijdig te informeren.”

daarover nemen we pas na de besluitvorming bij MUH over dit fusievoornemen.” Indien de fusie doorgaat, ontstaat volgens hem een sterk blok van aanbieders met ArlaHansano-MUH. Het is dan in zijn ogen belangrijk om daar een tweede belangrijke blok van coöperatieve aanbieders van verse en houdbare consumptiemelk “tegenaan te zetten”. Hij liet zich niet uit over de vraag welke aanbieders naast DMK tot dat tweede blok zouden moeten behoren. Samenwerkingsmogelijkheden ziet Schwaiger ook als het gaat om de productie en afzet van babyvoeding. “In GrootBrittannië, Frankrijk, Duitsland, Nederland en Denemarken worden grote hoeveelheden babybasispoeders van een hoge kwaliteit voortgebracht. DMK wil zijn productie zeker

stellen, maar dat vergt forse investeringen. Op langere termijn heeft dat natuurlijk vooral zin als buitenlandse partners bereid zijn om bij ons deel te nemen. Dat moet dan zowel voor hen als voor DMK waarde toevoegen. Wellicht dat we met deze mogelijke partners de verkoop buiten Europa voor gezamenlijke rekening ter hand kunnen nemen”, aldus Schwaiger. Momenteel realiseert DMK 62 procent van zijn omzet in Duitsland zelf, 30 procent in andere EU-landen en zo’n 8 procent buiten Europa. “Maar”, zo kondigde Schwaiger aan, “onze strategie is erop gericht om in de toekomst liefst 20 procent van onze omzet buiten de EU te realiseren. Daarbij is de sector ingrediënten strategisch een zeer belangrijke groeisector binnen ons concern.” 13

17-7-2012 10:58:55


bedrijf

tiny brouwers

hochwald thalfang:

Hogere omzet bij iets achterblijvende melkprijs Voor Hochwald in het Duitse Thalfang was 2011 een goed jaar. De melkaanvoer en omzet stegen, wel bleef de melkprijs achter vanwege de sterke concurrentie in Duitsland. De leden/veehouders zagen deze per kg melk met 3,62 cent stijgen tot 34 cent. Gemiddeld steeg de melkprijs in Duitsland in 2011 met 4 cent, tot 34,83 cent

Terwijl Hochwald in 2010 per kg melk 0,45 cent minder uitbetaalde dan gemiddeld de Duitse zuivelondernemingen, groeide dit gat in 2011 naar 0,83 cent. Volgens algemeen directeur Karl-Heinz Engel een gevolg van de grote concurrentie op de Duitse markt voor verse melk en –producten. “We hadden ons wat de uitbetaalde melkprijs betreft meer voorgenomen, maar konden onze gekozen doelen niet realiseren”, zo voegde hij op 29 juni toe, bij de persconferentie rond de jaarcijfers 2011. De melkprijs van 34 cent heeft daarbij betrekking op melk met 4,0% vet en 3,4% eiwit, inclusief nabetaling exclusief BTW stijging.

Meer melk verwerkt De onderneming verwerkte vorig jaar meer melk, te weten 2,0472 miljard kg, tegen 2,0126 miljard kg in 2010. Daarvan kwam 1,624 miljard kg van de eigen leden in Duitsland en Luxemburg, terwijl nog eens 41 miljoen kg in het kader van bestaande contracten werd bijgekocht in Frankrijk. Ter voorziening van Hochwald Milchwerke in Lüneburg en Weiding (Beieren) leverden een melkleveranciersvereniging (MEG) 30,8 miljoen kg naar Lüneburg en drie MEG’s totaal 200,2 miljoen kg melk aan Hochwalddochter Allgäuer Alpenmilch in Weiding. Daar wordt het merk Bärenmarke geproduceerd, dat dit jaar honderd jaar bestaat. Van Nederlandse melkveehouders werd in totaal 102,1 miljoen afgenomen voor dochteron14

425690.indd 14

Algemeen directeur Karl-Heinz Engel van Hochwald Nahrungsmittel-Werke uit het Duitse Thalfang (Rheinland-Pfalz).

derneming Hochwald Nederland bv in Bolsward. Op 1 juli heeft Hochwald vanuit het Duitse gebied Niederrhein nieuwe leden opgenomen, met 50 miljoen kg melk. De Hochwald-omzet steeg vorig jaar 8,1% naar 1.257,2 miljoen euro (in 2010 1.162,5 miljoen). Daarbij kwam met 1.193,5 miljoen zo’n 95 procent voor rekening van zuivelproducten. Daarnaast behaalde Hochwald 41,1 miljoen euro omzet met worstproducten en 22,6 miljoen euro met blikproducten. De zuivelomzet nam vorig jaar met 8,7 procent toe.

Volgens Engel worden er onder andere in de gemoderniseerde fabriek in Bolsward speciale blikken gemaakt. Die vinden onder andere hun weg naar fabrikanten van babyvoeding. Het belangrijkste product van Hochwald is condensmelk, dat vorig jaar goed was voor 27 procent van de totale omzet. Dan komen verse producten en ESL-melk (20%), lang houdbare producten (19%), boter en melkpoeder (15%), speciale lang houdbare producten (9%), kaas (7%) en vleeswaren (3%). In deze productgroepen ontwikkelden zich de omzetten heel verschillend. Bij melk in blik hebben ondanks de teruglopende afzetzuivelzicht / 18 juli 2012

17-7-2012 10:59:11


bedrijf

hoeveelheden prijsstijgingen geleid tot een hogere omzet. Bij gesuikerde condensmelk, spuitroom, kant-en-klaar te drinken producten en bepaalde lang houdbare producten konden bij een hoger prijsniveau de afzetvolumes worden opgevoerd. Bij verse melkproducten waren bij een gestegen prijsniveau de gedaalde afzetvolumes debet aan de gedaalde omzetten.

Meer export Inmiddels zet Hochwald via zijn toekomstconcept “Hogere te realiseren waardetoevoeging door internationalisering en groei” in op een grotere export. De eerste maatregelen van dit 100 miljoen euro kostende concept zijn recent gerealiseerd, zodat ze nauwelijks konden doorwerken in de cijfers 2011. Van de totale omzet realiseerde Hochwald vorig jaar 66 procent in Duitsland (2010 67,6%), in andere EU-lidstaten 22 procent (2010 21,3%) en in derde landen 12 procent (2010 11,1%). Maar volgens Anton Streit, voorzitter van de Raad van Commissarissen, zijn de positieve effecten van de diverse maatregelen al in 2013 te verwachten. Zo heeft de onderneming recent besloten om in Dubai een eigen verkoopkantoor te stichten onder de firmanaam Hochwald Foods DMCC. Doel is via deze vestiging de markt beter te bedienen in voor de groep belangrijke landen op het Arabische schiereiland. Daarnaast wil Hochwald via de draaischijf Dubai een betere toegang krijgen tot de groeimarkten in

Zo’n 80 procent van de aangevoerde melk komt van de eigen leden in Duitsland en Luxemburg.

Afrika en Azië. Bij de exportvergroting speelt ook de joint venture met de Belgische zuivelonderneming Solarec uit het Waalse Recogne een belangrijke rol. Dit bedrijf, dat eveneens lang houdbare consumptiemelk produceert, heeft in het verleden al eens met onderbiedingen de prijsonderhandelingen bij consumptiemelk in de Duitse supermarkten gefrustreerd. Op de vraag of dat de reden was om met Solarec de dochteronderneming AHL Distribution te stichten - die in België, Frankrijk, Nederland en Luxemburg actief wordt en niet meer verkoopt in Duitsland - moest door Engel en Streit hartelijk worden gelachen. Dan voegt

verder als Hochwald Foods Hochwald is opnieuw gestructureerd en gaat voortaan met nieuwe firmanamen door het leven. Moedercoöperatie Erbeskopf Eifelperle eG heet sinds 1 juli Hochwald Milch eG. De operationele activiteiten in Hochwald Nahrungsmittel-Werke GmbH kregen de naam Hochwald Foods GmbH. Volgens directeur Karl-Heinz Engel gaf de oude naam het gevoel actief te zijn met voedselvoorziening in plaats met hoogwaardige zuivelproducten. De nieuwe namen, waartoe de ledenraad op 29 juni besloot, moeten de internationale activiteiten van de coöperatie internationaal vergemakkelijken. Ook is de onderneming zelf opnieuw gestructureerd. Er zijn vijf businessunits gevormd waarin alle activiteiten zijn ondergebracht. De BU Merken (Bärenmarke, Lünebest en Glücksklee) zijn verantwoordelijk voor de merkactiviteiten in Duitsland, BU Melkbasis voor alle consumptiemelkactiviteiten in Duitsland en daarbuiten, BU Kaas voor de kaasactiviteiten, Ingrediënts voor alle activiteiten met melkbestanddelen en tenslotte BU International voor alle andere exportactiviteiten. Deze structuur maakt de onderneming volgens Engel transparanter en geeft intern ook meer concurrentie.

zuivelzicht / 18 juli 2012

425690.indd 15

Engel er diplomatiek aan toe: “Solarec is al actief op de Franse markt. Het is bijzonder moeilijk om daar een vaste voet aan de grond te krijgen. Vandaar dat we er met deze partner, die het klappen van de zweep kent én de taal spreekt, aan de slag gaan. We hebben het hier ook over een langjarige relatie, waarbij we ook andere Hochwaldproducten kunnen afzetten op die markt. Ik denk dan bij voorbeeld aan poedervormige producten.” In dit kader wees de directeur ook op de Hochwald-fabriek in Hüngen, waar de capaciteit wordt uitgebreid naar een verwerking van 400 miljoen kg melk tot Italiaanse kaassoorten, zoals Pasta Filata en Mozzarella. “We bestuderen momenteel intensief wat we er met de grotere hoeveelheid vrijkomende wei gaan doen. De mogelijkheden zijn zelf verwerken en tot waarde brengen of dat doen in samenwerking met een binnenlandse of buitenlandse partner.”

Open voor samenwerking Engel benadrukte dat de investeringen in het toekomstconcept van Hochwald hun rendement opleveren. En die maken het bovendien mogelijk dat de coöperatie haar leden uiteindelijk een melkprijs uitbetaalt duurzaam boven het Duitse gemiddelde. “Als enige zuivelonderneming in de deelstaat Rheinland-Pfalz willen we het proces van structuurverbetering ook in de toekomst actief vormgeven en daarbij staan we open voor joint ventures en samenwerking”. 15

17-7-2012 10:59:15


markt

tiny brouwers

Verwachte melkprijs in NRW rond 30 cent per kg In de Duitse deelstaat Noordrijn-Westfalen (NRW) zijn de uitbetaalde melkprijzen van januari tot juni gedaald van 32 naar 28 cent. Een kentering is in zicht; voor heel 2012 wordt 30 cent per kg standaardmelk verwacht, aldus de ketenorganisatie LV Milch. Volgens Rudolf Schmidt, directeur van de zuivelketenorganisatie LV Milch in de deelstaat Noordrijn-Westfalen, is een kentering in zicht als het gaat om de melkprijs. Op een persconferentie in Dortmund prognotiseerde hij dat de melkprijs de komende maanden zal stijgen, en uiteindelijk over 2012 zal uitkomen op rond de 30 cent per kg standaardmelk, exclusief BTW. Dat baseerde hij op de sinds mei voorzichtig stijgende prijzen voor boter en mager melkpoeder. Dat is nog niet zo bij kaas, maar hier lijkt de markt wel steeds vastere vormen aan te nemen. Bijzonder is dat de prijzen voor weipoeders zich op een hoog niveau bewegen.

Concentratie retail De prijsdaling in het eerste half jaar heeft volgens Schmidt te maken met de enorme concurrentie tussen de Duitse supermarkten en de grotere melkaanvoer in eerste zes maanden. De contracten met de Duitse supermarkten zijn bij consumptiemelk en boter op een lager niveau afgesloten, en dat tegen alle verwachtingen in. Bovendien is er in deze periode minder consumptiemelk, kwark en yoghurt verkocht als in dezelfde periode 16

425836.indd 16

Het grootste deel van de melk in Noordrijn-Westfalen gaat als melk(product) naar de consument.

van vorig jaar. Dat komt door de demografische ontwikkelingen. Hij wees op een andere, specifiek Duitse omstandigheid: de sterkte van de discountformules. De top tien van de wereldwijd actieve discountsupermarkten wordt aangevoerd

ontwikkeling NRW Ook in Noordrijn-Westfalen gaat de structuurontwikkeling in de melkveehouderij onverminderd door. Waren er in 1980 nog 43.800 melkveehouders, dat aantal is gedaald tot 8084 vorig jaar en daalt dit jaar met 3,6 procent naar 7800. Werden in 1980 nog 14,3 koeien per bedrijf gehouden, vorig waren dat er 50 en dit jaar 51. Door de verbeterde voeromstandigheden, betere diergezondheid en huisvesting (van aanbindstal naar open loopstallen) geven de koeien in NRW nu gemiddeld 8650 kg melk, tegen 4837 kg in 1980. Toen produceerden 629.000 melkkoeien 3,040 miljard kg melk; in 2011 waren dat 400.400 koeien en 3,044 miljard kg melk.

door maar liefst vier Duitse ondernemingen. Via deze discounters Aldi, Lidl, NettoMarken-Discount (groep Edeka) en Penny (groep Rewe) wordt in Duitsland ruim 50% van de melkproducten verkocht. Enerzijds daalt in Duitsland het aantal inwoners, terwijl anderzijds de vier discountketens de wereld hun kracht op de Duitse markt willen tonen. Een enorme verdringingsconcurrentie is het gevolg, met alle problemen voor de zuivelketen van dien.

Geen grotere afzet De persconferentie van LV Milch NRW had plaats bij de Bubi Frischdienst, die 340 supermarkten van Rewe Dortmund voorzien van verse melkproducten. Desgevraagd verklaarde directeur Hans-Peter Bierwirth van Bubi: “De prijsdaling bij verse melkproducten in Duitsland komt door de concurrentie tussen consumptiemelkbedrijven en de wetenschap dat meer boerderijmelk is geproduceerd. De eerste cijfers geven aan dat er ondanks de lagere prijzen niet meer melk is verkocht in de supermarkten. Deze prijsdaling heeft ons dus een lagere omzet gebracht en dat hebben we niet goed gedaan.� zuivelzicht / 18 juli 2012

17-7-2012 10:59:29


markt

Yvonne mors

agrofood in revolutie

De consument aan het roer “Deel je dilemma’s. Het zijn de dilemma’s van de maat-

Food 2030

schappij” was de uitsmijter van Hans Huijbers, voorzitter van ZLTO op het seminar dat ING op 25 juni organiseerde ter gelegenheid van de publicatie van haar rapport ‘Food 2030’. Het was de ultieme conclusie van een kort debat over de revolutie waar de agrofoodsector niet voor staat, maar al in is beland, zo concludeerde dagvoorzitter Felix Rottenberg. Een revolutie waarin de consument aan het roer staat, zo was betoogd door retailadviseur Ronald van Solt.

verder dan retail “Mensen gaan een eigen stijl pakken. De ontwikkeling gaat hard”, zo hield Van Solt de zaal voor. “Mensen vinden het nu nog heel normaal om een banaan te eten, maar dat gaat veranderen. Er komt besef dat die banaan een enorme reis heeft gemaakt. De afstanden gaan eruit. De productie en consumptie komt bij elkaar”, zo verwees Van Solt naar de markttrend naar meer authenticiteit en meer smaak, en naar de technologische mogelijkheden die productie in een huiskamer mogelijk maken. “In het verleden heeft er een verschuiving van macht naar de detailhandel plaatsgevonden, maar daar eindigt het niet. Die macht schuift verder”. Van Solt betoogde dat er een wisseling van plaats plaatsvindt tussen zender en ontvanger. Dat de pijplijn wordt omgedraaid. De consument wordt de zender, de producent de ontvanger. “En als de antenne van de zuivelzicht / 18 juli 2012

424072.indd 17

niet oppast. Vandaar zijn oproep om de dilemma’s dan ook te delen met de consument. Huijbers sprak over de snelle verstedelijking, en de spanning die de doorgaande schaalvergroting met zich meebrengt. “Het eigendom is nog van de boer, maar de zeggenschap niet meer. Je zit al snel op reukafstand. Boeren moeten accepteren dat niet elke schaal kan op de locatie van de grootouders”. Doorgroei kan, maar er zullen wel omgevingsdiensten bij komen, aldus Huijbers. Ook pleit hij voor de ontwikkeling van duurzaamheidsconcepten in samenspraak met de retail zodat er committment komt voor een marktconcept. “Er zijn wel 300 meningen over wat verantwoord produceren is. De snelste slag naar verantwoord consumeren kan gedaan worden als een aantal retailpartijen zich medeverantwoordelijk voelt”.

Samenwerking vanuit nieuwe min Wisselende een collectieven

Kijk op de website www.zuivelzicht.nl voor het complete rapport van ING.

producent niet goed staat, raakt hij out of business”, zo waarschuwde hij zijn gehoor van ondernemers. Van Solt sprak over de digitale butler, de personal assistent van de consument. “Die is waterdicht. Hij kent mijn profiel, hij googelt voor mij, hij geeft mij tips. Ik zit al lang niet meer op marktplaats. Híj zit voor mij op marktplaats. Dát worden de nieuwe merken, de echte social media.”

Lijdend voorwerp Ook Freek Rijna, verantwoordelijk voor de internationale activiteiten van FrieslandCampina en voorzitter van FNLI, benadrukte dat de consument meer en meer centraal komt te staan. En dat dat de producent soms voor dilemma’s zet. “Is dierenwelzijn hetzelfde als duurzaam?” zo stelde hij als voorbeeld. “Het is zinvoller om de koeien binnen te houden. Daar kan je het methaangas afvangen en hergebruiken. Maar 80% van de consumenten wil de koe in de wei.” Dilemma’s die volgens de ZLTO-voorzitter van de sector het lijdend voorwerp maken als je

Uit de nieuwe infrastructuur ontstaan nieuwe regels, die constant veranderen, zo hield Huijbers de zaal voor. Dat komt omdat het steeds wisselende collectieven zijn, die nu eens samenwerken, dan weer niet. “Ieder collectief heeft z’n eigen spelregels, en daardoor kom je als producent in een merkwaardig proces. Want met wie deal je dan? En hoe moet je daar op antwoorden? Dat is de kunst. De wereld keert zichzelf om. En de overheid, die kan en mag in de randvoorwaarden een rol spelen, verder niet.” Rijna beaamde de noodzaak van communicatie. “Je moet niet iets gaan verzinnen en dat gaan vertellen. Er is niet één consument. Wij hebben bij FrieslandCampina vijf, zes man zitten die via twitter actief communiceren, luisteren naar wat de consument wil”. Ook volgens Van Solt draait de wereld zich om: “Het gaat niet meer om het vinden van klanten voor een product. Om het willen winnen op omvang. Het spel van de toekomst is om voor één klant - die een breder bewustzijn krijgt - een zo breed mogelijk pakket aan te bieden”. 17

17-7-2012 10:58:25


markt

tekst ria besseling foto peter lous

Natuurwinkel nieuwe stijl

Zuivel met een herkomstverhaal In Ermelo opende onlangs de eerste Natuurwinkel nieuwe stijl. De winkel biedt een breed assortiment biologische en bd zuivel en kaas, waaronder die van de Waddenhoeve, de Vijfsprong en de Klompenhoeve. De merken Andechser en Weißenhorner vertegenwoordigen het segment luxe zuivel. De formule legt dan ook de nadruk op het herkomstverhaal. “Dat maakt aanbieders zichtbaar in de winkel”.

“Wij hebben duidelijke assortimentskeuzes gemaakt om doublures te voorkomen. Een voorbeeld is de keuze voor Zuiver Zuivel voor de dagverse melk”, zo vertelt Yuri Blanken, kaasmaker en categorymanager Zuivel en Kaas bij Kroon Biologische Verswaren. Hij is verantwoordelijk voor het gehele versassortiment in de Natuurwinkel.

Openheid gewaardeerd Consumenten willen meer weten over de boer achter het product, constateert Blanken. “Waar komt het product vandaan? Wie heeft het gemaakt? Het herkomstverhaal speelt tegenwoordig een belangrijke rol.

In het zuivelschap ziet de klant dat duidelijk terug. Op alle Zuiver Zuivel melkpakken van Demeter kwaliteit vertelt de boer zijn eigen verhaal. Maar ook op promotiemateriaal in de winkel, via voorlichting door de winkelier en met informatie op de website wordt het herkomstverhaal uitgedragen en krijgen boeren een gezicht. Hierdoor ontstaat beleving en betrokkenheid met het product”. Deze openheid wordt door de klanten gewaardeerd. Kroon Biologische Verswaren ziet dit terug in de verkoopcijfers. De versleverancier signaleert een duidelijke verschuiving in de verkoop richting biologisch-dynamische Demeter zuivel met 30 procent meer ver-

dochter van wessanen Natuurwinkel is samen met Gooodyfooods een formule van Natudis, een dochteronderneming van Wessanen Benelux. De winkels worden beleverd door Kroon Biologische Verswaren, eveneens onderdeel van Wessanen. Er zijn momenteel 16 vestigingen van Natuurwinkel. Dat waren er begin vorig jaar nog 58. Veel Natuurwinkelondernemers waren het oneens met het beleid van groothandel Natudis. Zij sloten zich vorig jaar aan bij Ekoplaza, franchiseformule van groothandel Udea en formule-eigenaar van Ekoplaza. De twee groothandels beleverden de natuurvoedingswinkels en biologische supermarkten volledig. Twee jaar geleden nam Natudis Kroon over, en werd daarmee directe concurrent van Udea. Daarop besloot ook Udea totaalleverancier te worden. Biosfeer, een filiaalbedrijf met toen 19 Natuurwinkels en 3 Ekoplaza-vestigingen, behoort tot dezelfde holding als Udea. Beide ondernemingen kozen een eigen koers en bouwden de overige eigen Natuurwinkels om tot Ekoplaza, sinds begin vorig jaar een franchiseformule.

18

425657.indd 18

koop. De afzet van Eko melkproducten staat daarentegen onder druk, mede door een stijgende verkoop in de supermarkt. “Deze daling wordt echter ruimschoots gecompenseerd door de verkoop van Demeter melkproducten in speciaalzaken, zoals de Natuurwinkel in Ermelo. We zien dat de Natuurwinkel zich steeds meer profileert als echte speciaalzaak voor onder meer biologisch-dynamische zuivel”.

gesneden kaas met verhaal De Natuurwinkel voert een breed assortiment kazen. De kaasafdeling is een echte versafdeling; de meeste kaas wordt in de winkel gesneden en vers verpakt. Hiervoor vindt intensieve begeleiding van de winkelmedewerkers plaats vanuit Kroon Biologische Verswaren. Zo geven gespecialiseerde medewerkers snij-adviezen en vertellen ze tijdens proeverijen en demonstraties de verhalen achter de producten. “Het herkomstverhaal geldt niet alleen voor zuivel, maar ook voor kaas”, zo stelt Blanken. “Het merk krijgt meer inhoud en gevoel; het wordt meer dan alleen een naam op een kaasje”. Niet alleen kleine aanbieders worden zichtbaar in de winkel, ook grotere leveranciers zijn niet langer anoniem. Een voorbeeld is Heerlijkheid Mariënwaerdt dat Landgoed kaas, ambachtelijk bereide Gouda kaas levert. Blanken: ”Jaarlijks bezoeken maar liefst 100.000 mensen het landgoed om te ervazuivelzicht / 18 juli 2012

17-7-2012 10:58:35


markt

Door duidelijke assortimentskeuzes te maken kunnen we zorgen voor én een betere rotatie én een visueel aantrekkelijk schap”, aldus Blanken. “Het zuivel- en kaasassortiment dat op deze manier ontstaat zorgt ervoor dat de Natuurwinkel zich kan onderscheiden van de supermarkt. Zo is het mogelijk om in kaas een omzetaandeel te halen van minimaal 10 procent en bedraagt het zuivelaandeel circa 7 procent van de totaalomzet van de winkel. Het totale versaandeel ligt rond de 50 procent. We kunnen we met recht spreken van een speciaalzaak”. Kroon Biologische Verswaren levert eveneens een breed en diep assortiment buitenlandse specialiteiten. “Inmiddels is ook voor het buitenlandse assortiment de tijd van doorontwikkeling aangebroken. In plaats van gebruik te maken van verzamelaars in het buitenland zoekt de versleverancier steeds vaker rechtstreeks contact met kleinere zuivel- en kaasproducenten. Dankzij deze nieuwe relaties is het voor Natuurwinkel mogelijk om vernieuwend te blijven en het herkomstverhaal uit te dragen”, legt Blanken uit.

Natuurwinkel nieuwe stijl

Yuri Blanken: “Jaarlijks bezoeken 100.000 mensen het de Heerlijkheid Mariënwaerdt om te zien hoe hun Landgoed Kaas wordt geproduceerd.”

ren hoe de kaas wordt geproduceerd”. De Natuurwinkel biedt biologische boerenkazen uit heel Nederland. Daaronder is Wilde Weide kaas uit het Groene Hart, geitenkaas van zorgboerderij de Klompenhoeve uit Egmond aan de Hoef en Remeker kaas van Jersey melk van de Grote Voort in Lunteren. Ook verschillende specialiteiten uit koe-, geit- en schapenmelk van Bastiaansen behoren tot het binnenlandse assortiment. “Een helder aanbod Nederlandse kazen zonder veel doublures biedt ruimte voor een uitgebreid assortiment buitenlandse biologische zuivelzicht / 18 juli 2012

425657.indd 19

specialiteiten zoals Brie de Meaux uit Frankrijk en Gorgonzola uit Italië, maar ook uit Zuid-Duitsland. De smaak van deze specialiteiten is het te typeren als puur en intens”, vertelt de categorymanager.

Kleinere producenten De interesse van lokale kaas- en zuivelproducenten voor distributie via Kroon Biologische Verswaren neemt toe, signaleert Yuri Blanken. “Wel of niet opnemen in het assortiment hangt mede af van de toegevoegde waarde van het product voor de winkelier.

De Natuurwinkel nieuwe stijl heeft een rustige uitstraling en details die het landelijke, ambachtelijke, karakter en de eigenzinnige kant van de winkel benadrukken. Specialiteiten waar de Natuurwinkel sterk in is worden overzichtelijk gepresenteerd in kasten met informatieborden. Iedere winkel krijgt de ruimte om eigen specialiteiten te kiezen en zo in te spelen op de bestaande vraag uit de omgeving. Natuurwinkel, ontwikkeld in de jaren negentig, startte vijf jaar geleden met een vernieuwing om de winkels een frissere en modernere uitstraling te geven. “Om de kracht van de formule te onderstrepen is het nu tijd voor een opfrisoperatie. Daarbij komen de basis van de formule en de eigenheid van de ondernemers beter tot hun recht”, verwacht Yuri Blanken. Aanleidingen zijn het vergroten van het aanbod van bioproducten in niet-Natuurwinkels en de wens van ondernemers om in te spelen op de vraag uit de omgeving. Hierdoor bereikt Natuurwinkel andere klantgroepen en spreekt het concept een bredere groep ondernemers aan. Bovendien zijn de marktverhoudingen veranderd: er zijn nu 16 vestigingen van Natuurwinkel; dat waren er begin vorig jaar nog 58 (zie kader). 19

17-7-2012 10:58:39


markt

ria besseling

fsin: Formules in Gemak en Casual groeien

Crisis domineert in de foodservice Ook in foodservice domineert de crisis. In de Nederlandse markt ontstaat een tweedeling: concepten die weg zakken en concepten die ondanks de crisis sterk groeien. Hier vormen gemak, gezond en lekker een positieve ontwikkeling, alsook streek- en speciaalproducten. Dit kwam vorige maand naar voren tijdens het FSIN Zomercongres in Putten.

Eind vorig jaar waren er twee scenario’s actueel voor de foodservicemarkt. Scenario A: de crisis valt mee, in 2013 is er sprake van lichte groei. Scenario B: de crisis verhevigt, de winstgevendheid van bedrijven staat onder druk. “Het laatste scenario is werkelijkheid geworden”, schetste directeur Jan Willem Grievink tijdens het Zomercongres van het Food Service Instituut Nederland (FSIN). “In de eerste vier maanden van dit jaar is de terugval nu ruim 2,4% en gaat de ontwikkeling naar de verwachte 3,6 tot 3,7% omzetdaling”. Alle out of homekanalen realiseerden vorig jaar 18.074 miljoen euro omzet. Dit betekent een groei van 0,6% en een aandeel van 32% in de totale bestedingen aan eten en drinken. Van de klassieke horeca (-0,2% omzetdaling) daalden de restaurants (-0,2%) en de drankensector (-5,5%) het meest, terwijl logies 5,5% meer omzet behaalde. In de cateringsector hadden de instellingen de meeste teruggang (-2,3%) en groeide onderwijs met 1,8%. Het segment Gemak was met 3% groei het meest succesvolle out of homekanaal. De fastservice restaurants (0,3%), fast service in vervoer (1,4%), fast service in detailhandel (1,8%) en convenience/pompshops (5%) trokken meer kopende bezoekers.

Gemak, gezond en lekker Ondanks dat de lichten in de huidige economie op rood staan, vormt een onderstroom 20

425701.indd 20

van gemak, gezond en lekker een positieve ontwikkeling voor de buitenshuis consumptie in het komende jaar. De veranderende samenstelling van huishoudens, wisselende werktijden van gezinsleden, de behoefte aan meer gemak zijn positieve signalen voor deze ontwikkeling. Daarnaast worden maatschappelijk verantwoord ondernemen (mvo) met waarden als biologisch, duurzaam, eerlijk eten en fair trade belangrijk voor eten en drinken.

“Streekkaasjes en speciale kaasjes gaan het goed doen” “Global sourcing met een herkomst van producten overal in de wereld en het vermogen om innovatieve concepten te ontwikkelen zijn sterke punten van de out of home markt. Consumenten blijven best bereid om geld uit te geven buitenshuis, maar niet meer met hetzelfde automatisme als voorheen”, aldus Grievink. “Consumenten verwachten ‘andere dingen’ in ruil voor hun bestedingen. Ze denken niet in kanalen, maar zoeken naar oplossingen. Smart shopping in formules in de segmenten tussen Functioneel en Gemak groeit sterk tot 2020, niet alleen in horeca, ook in retail. De

trend houdt aan zolang de crisis duurt”.

Prijs en waarde essentieel “Foodservice groeit wanneer buitenshuis eten en drinken goedkoper worden en wanneer outlets leuke aanbiedingen hebben en consumenten verleiden. Bedrijven die goed zijn in dit spel van prijs en waarde doen het de komende jaren goed”, zo voorspelt de FSIN-directeur. “Een goede prijs-waarde verhouding wordt onontbeerlijk om te slagen in de foodservicemarkt. Dit aspect wordt nog lang niet altijd goed doorgevoerd door foodservice outlets”. Consumenten vinden ‘goede kwaliteit’ het allerbelangrijkst, net als ‘waar voor hun geld’, zo blijkt uit het FSIN/GfK Out of Home Formulerapport. “Prijs blijkt niet het allerbelangrijkste te zijn, maar consumenten zijn er het minst tevreden over omdat de prijs niet in verhouding staat tot de kwaliteit. Bijna ieder kanaal moet hiermee aan de slag. De prijsbeleving kan flink worden verbeterd”, aldus de FSINdirecteur. Zowel convenience, snackbar, fastservice als gewone restaurants, wegrestaurants, bakery en foodservice in retail krijgen in het Formulerapport het advies om goed te kijken naar hun prijzen.

Biologisch en regionaal Het verbeteren van de kwaliteit van het assortiment is een van de aanbevelingen uit de Foodshopper Monitor. Lekker, flexibel en zuivelzicht / 18 juli 2012

17-7-2012 11:40:45


markt

voordeel zijn belangrijk voor de consument. Dit komt naar voren door bijvoorbeeld het serveren van biologische of regionale producten en het vermelden van herkomst en gezondheidsaspecten. Sappen, drankjes, brood, koffiesoorten en kleine verwennerijen (hapjes) zijn groeigroepen. Grievink: “Dit betekent dat grote leveranciers het concept invullen en kleinere leveranciers van streekproducten zoals zuivel- en kaasboerderijen unieke producten leveren aan foodserviceformules. Streekkaasjes en speciale kaasjes, bijvoorbeeld van kleine leveranciers uit binnen- en buitenland, gaan het in de komende jaren goed doen. Belangrijk is wel dat het aanbod in combinatie blijft met het aspect gemak zoals het bestellen van producten online of het meenemen van maaltijden”. Ook zelfselectie of fastfood gerichte service is belangrijk. “Bestaande sterke concepten en formules zoals La Place, Hema en Van der Valk worden omgevormd tot formules met extra services en diensten zoals bezorging, events en catering of gratis wifi”. Het prijs waardebeleid van een out of home locatie kan op drie manieren naar voren komen: producten, menu’s, aanbiedingen met een nadruk op premium (extra verwennen), op mainstream (goedkoop maken) en op voordeel (nog goedkoper maken). “Er is veel aandacht voor de nadruk op voordeel. Outlets kunnen hierop inspelen met bijvoorbeeld een instapmenu met meerdere keuzes zoals extra’s bijkopen. Inmiddels is de gemiddelde prijs van het dagmenu al gedaald in Nederland. Een ontwikkeling die we ook in België en Frankrijk zien”, aldus Grievink.

De prijs en acties De belangrijkste aanbeveling heeft te maken met de prijs. De klant vindt het niet leuk om het gevoel te hebben dat hij te veel betaalt voor een product of service. Hierdoor verliezen outlets klanten aan foodservice in retail. Een aanbeveling van het FSIN om afvloeiing naar foodservice retail tegen te gaan is om te werken met aanbiedingen, promoties, kortingsbonnen of klantenkaarten. De consument waardeert achtereenvolgens het meest ‘tweede product gratis’, ‘tweede maaltijd gratis’, ‘all you can eat’, ‘gratis drankje’, of een gecombineerde aanbieding van bijvoorbeeld koffie en taart voor een z u i v e lz i c h t / 1 8 j u l i 2 0 1 2

425701.indd 21

kansen voor duurzaam Duurzaam betekent voor de menukaart in de buitenshuis consumptie zoveel mogelijk producten uit de eigen streek en hyperlokale gerechten aanbieden. Gezondheid, dierenwelzijn en milieu zijn de belangrijkste motieven voor aankoop van duurzame producten voor de consument. Zo brengt hij zuivelproducten vooral in relatie met diervriendelijkheid, warme dranken als koffie, thee en cacao met eerlijke handel en voorverpakte broodjes, kant-en-klare maaltijden, salades en soep met milieuvriendelijkheid. Bij een bezoek aan de duurzaam restaurant verwacht de consument minimaal dat er wordt gewerkt met seizoensgebonden (71%), biologische (58%) of streekgebonden producten (54%) en dat het restaurant streeft naar het brengen van producten met een keurmerk (50%). Verder verwachten bezoekers bewust omgaan met voedselverspilling (83%) en afvalscheiding (78%). Hier liggen kansen voor foodservice: • De duurzame koper in de supermarkt vindt het heel belangrijk dat de boer een eerlijke prijs krijgt voor het duurzame product. De formules in foodservice die dit goed communiceren zullen de duurzame consument sneller voor zich winnen. • Nadruk op het diervriendelijke imago van onder andere zuivel trekt duurzame consumenten aan. Diervriendelijkheid staat op de eerste plaats bij deze consumenten. • Duurzame producten moeten met name lekker, kwalitatief goed en gezond zijn - de basisvoorwaarden voor aankoop - en bij voorkeur jaarrond beschikbaar. Duurzaamheid wordt in de komende jaren steeds meer zichtbaar in foodserviceformules, bijvoorbeeld via instore communicatie, zelfselectiesystemen en websites. Klanten zien steeds vaker informatie over gezondheid, het seizoensaanbod van versassortimenten, de oorsprong van producten, maar ook de visie van de formule over de keuze. Biologisch in de horeca groeit snel (La Place), maar ook bij tankstations liggen kansen voor duurzaam. Advertentie

vaste prijs, zo blijkt uit de FoodShopper Monitor. Deze acties hebben een positief effect op de bezoekfrequentie van een consument bij de outlet die gebruik maakt van deze acties. Met name voor restaurants, eetcafe’s en winkels met een eet- of drinkgelegenheid is er veel te winnen met deze acties. Veel van de succesfactoren die in 2013 weer voor groei moeten zorgen, zijn nu al zichtbaar in de VS, maar ook in Duitsland. De systeemhoreca met een open keuken is in opkomst, maar ook de supermarkt met een verrassingsmenu van de chefkok wordt een sterkere speler in out of home. 21

17-7-2012 11:40:47


markt

Tekst yves de groote foto’s meiji/grozette

meer aandacht voor gezonde eigenschappen nodig

“Zuivel is trendy en innovatief” Zuivel biedt wat consumenten zoeken en biedt mogelijkheden voor innovatie. Dit werd bekrachtigd tijdens het ‘Innovations in Dairy’ congres, dat van 10 tot 12 juni in Amsterdam was georganiseerd door FI Conferences. Op het congres deelden twee sprekers uit Ierland en Japan hun visies en kwamen zij met interessante innovatieve voorbeelden. Diverse uitdagingen werden geschetst. “Zuivel is trendy”, hield de algemeen directeur van Food for Health Ireland (FHI) Jens Bleiel tijdens het ‘Innovations in Dairy’ congres in Amsterdam een dertigtal toehoorders voor. Binnen FHI werken een honderd medewerkers van de Ierse zuivelbedrijven Carbery Group, Kerry Group en Glanbia Food Ingredients samen met vier onderzoeksinstellingen (University College Cork, University College Dublin, Teagasc, Moorepark Food Research Centre, and University of Limerick) aan de ontwikkeling, productie, marketing en verkoop van gezondheidsbevorderde producten. Het budget bedraagt 22,5 miljoen euro.

zonde ingrediënten en de consument is zich hier steeds meer van bewust. Hij gaf als voorbeeld de melkeiwitten. Niet minder dan 86% van de consumenten weet dat deze belangrijk zijn voor bijvoorbeeld gewichtsbeheersing, verwees Jens Beiel naar cijfers van de Amerikaanse International Food Information Council Foundation. “33% van de moeders verhoogt het eiwitgehalte in het dieet van hun kinderen.” Ook meldde hij de sterke groei van sportvoeding met eiwitten voor een verbeteren van de spierkracht en het spierherstel na het sporten. “In 2017 zou de Amerikaanse markt voor eiwitpoeder 4 miljard dollar bedragen.”

Uitdagingen

Comeback van zuivel als gezondste product “Tot twintig jaar geleden gold zuivel nog als gezondste product, tien jaar geleden werd dit verdrongen door water en drie jaar geleden door vruchtensap. Nu komt zuivel terug als meest gezonde product.” Enerzijds verklaarde Jens Bleiel deze comeback door het natuurlijke karakter van melk. “De consument zoekt nadrukkelijk naar natuurlijke, gezonde producten en hoopt die te vinden in de zuivel, wat grote kansen biedt voor zuivelbedrijven.” Anderzijds is zuivel rijk aan ge22

425901.indd 22

De zuivelindustrie staat volgens de directeur voor twee belangrijke voedingskundige uitdagingen die nauw met elkaar zijn verbonden. De eerste is het beter onder de aandacht brengen van de gezonde eigenschappen van de ingrediënten. Hij wees vooral op het gat tussen de perceptie bij een deel van de consumenten en de wetenschappelijke feiten, zoals in het bijzonder het geval is bij melkvet. “Gedacht wordt dat vet alleen maar slecht is voor de gezondheid, terwijl verzadigde vetten verschillende (ook positieve, red.) gezondheidseffecten hebben.” De tweede uitdaging betreft een gedegen wetenschappelijke onderbouwing van gezondheidsclaims. “Zuivelbedrijven moeten

voor het onderbouwen van de claims hun R&D-inspanningen versterken met klinische studies.” Meteen merkte hij op dat bedrijven goed na moeten denken of ze voor de marketing wel altijd moeten kiezen voor door EFSA toegestane gezondheidsclaims. “Een bedrijf kan ook voor een ‘zachtere’ claim.” Dat laatste doet echter volgen hem niets af aan de onderbouwing ervan.

Technologische innovatie Technologische innovatie is volgens de FHIdirecteur een belangrijke drijfveer voor productinnovatie. De nodige heil kan hierbij worden verwacht van de combinatie van technologieën. Enerzijds gaat het hier om de ontwikkeling ingrediënten uit melk te isoleren en te concentreren. Enzym- en membraantechnologieën komen hier bijvoorbeeld om de hoek kijken. Anderzijds is de beschikbaarheid van de ingrediënten, waaronder probiotica of bioactieve eiwitten, van belang. Hij wees nadrukkelijk naar encapsulering voor bijvoorbeeld het stabiliseren of beschermen van ingrediënten in producten. Verder maakt encapsuleren mogelijk dat actieve stoffen gecontroleerd vrijkomen in het lichaam van de mens. Deze technologische ontwikkelingen staan volgens Bleiel niet op gespannen voet met het natuurlijke karakter van zuivel, antwoordde hij op een vraag. “Veel van deze technologieën, zoals enzymatische omzettingen vinden ook in het lichaam plaats.” Hetzelfde geldt overigens zuivelzicht / 18 juli 2012

17-7-2012 11:00:21


markt

Japanners worden zich steeds bewuster van het

Meiji probiotische drinkyoghurt is onderschei-

Japanners staan open voor Westerse zuivel,

belang van gewichtsbeheersing.

den als beste de weerstand verbeterend.

maar letten steeds meer op het vetgehalte.

voor membraanprocessen. Belangrijk is ook hier het goed informeren van de consument.

“Deze bedragen al gauw één miljoen euro.” Een drempel voor Westerse bedrijven is dat klinische studies ter onderbouwing van de claims moeten worden uitgevoerd door Japanners.

Fosfopeptide Amorf Calcium Fosfaat (CCPACP). Dit helpt cariës te voorkomen. Kinderen zijn weliswaar de voornaamste doelgroep, maar het product kan door het hele gezin worden gebruikt, benadrukte Richard Walton. Voor een goede werking is het wel belangrijk dat het product regelmatig wordt gebruikt. Het zuivelbedrijf verkoopt het product exclusief rechtstreeks aan huis, wat in Japan algemeen gebruik is. Walton liet nog weten dat deze wijze van verkoop dankzij het ‘één-op-één’ contact belangrijke voordelen biedt voor het voorlichten op het vlak van gezonde voeding. Meteen wees hij op de mogelijkheid voor zogenoemde Meiji Health Stations: vendingmachines op plaatsen waar bepaalde doelgroepen (zoals sporters) langs komen. Langs deze weg kunnen specifieke gezonde zuivelproducten worden aangeboden, zoals dranken voor voor, tijdens of na het sporten.

Japanse zuivelinnovatie “Innovatief is in Japan een noodzaak om in het winkelschap te komen”, stelde Richard Walton, R&D-manager bij het grootste Japanse zuivelbedrijf Meiji Co. Ltd. vast. “Retailers zetten druk op fabrikanten om met nieuwe producten te komen. Producten die binnen enkele maanden onvoldoende succesvol blijken, verdwijnen uit het winkelschap.” Door de Japanse overheid in het kader van de FOSHU-regelgeving toegestane gezondheidsclaims zijn volgens hem overigens geen absolute voorwaarde voor marktsucces van gezondheidsbevorderende producten. Hij valt Bleiel hiermee bij, en gaf als voorbeeld de op de thuismarkt beste probiotische Meiji yoghurt LG21. Dit product met de opvallende merknaam heeft een positief effect op het voorkomen van maagzweren, die worden veroorzaakt door de Helicobacter pylori bacterie. “We hebben het probioticum ontwikkeld in samenwerking met de winnaar van de Nobelprijs voor een medische ontwikkeling professor Barry J. Marshall.” De reden dat LG21 geen FOSHU-claim heeft, is dat voor dit gezondheidseffect geen passende claim bestaat, verklaarde de R&D-manager. “FOSHU-regelgeving is heel specifiek.” Hij wees hierbij op de hoge kosten voor het doorlopen van de volledige procedure. zuivelzicht / 18 juli 2012

425901.indd 23

Voorbeelden uit Japan Richard Watson liet een breed gamma voorbeelden de revue passeren van interessante (met prijzen onderscheiden) zuivelinnovaties in allerlei gebieden. Zo ontwikkelde Meiji babymelkpoeder in tabletvorm, verpakt in langwerpige kunststof sachetverpakkingen. Na openen kunnen de Meiji Step RakuRaku tabletten gemakkelijk in de voedingsfles, waaraan water moet worden toegevoegd. De tabletten lossen snel op, waarna de fles kan worden opgewarmd in bijvoorbeeld de magnetron. In 2010 kreeg het bedrijf hiervoor de IDF Dairy Innovation prijs. Recenter is de Beverage Innovation Award van een Britse vaktijdschriftenuitgeverij voor Meiji Yoghurt R-1, die beschermt tegen verkoudheden en griep. Om dezelfde reden als voor LG21 kan hier geen gezondheidsclaim voor worden gebruikt. Aandacht in de media is dan cruciaal, omdat de consumenten langs deze weg over de weerstandversterkende werking van het product worden geïnformeerd, merkte Watson op.

Gebitsbescherming Meiji Co. Ltd. ontwikkelde ook de zuiveldrank Recaldent, verrijkt met Caseïne

Westerse producten? “De Japanse consument staat open voor Westerse producten”, rondde Richard Walton af. “Dit biedt kansen voor zuivelbedrijven.” Door het groeiend gewichtsbewustzijn bij de Japanse bevolking vraagt het vetgehalte echter wel de nodige aandacht bij de productontwikkeling, adviseert hij. Meteen liet hij weten dat de Japanse Zuivel Raad met een voorlichtingscampagne de nodige aandacht besteedt aan de voedingseigenschappen van melkvet. 23

17-7-2012 11:00:25


markt

Lili hu, productschap zuivel

Zuivel in cijfers 2011:

Stevige stijging zorgt voor positieve zuivelmarkt De zuivelsector is één van de grootste en meest vitale landbouwsectoren in Nederland. De sector wordt gekenmerkt door een hoge mate van specialisatie, horizontale concentratie, verticale integratie en een toenemende internationalisering, zo valt te lezen in het jaaroverzicht ‘Zuivel in cijfers 2011’ nieuwe stijl van het Productschap Zuivel.

De zuivelmarkt toonde in 2011 een positief beeld. Een combinatie van beperkte beschikbaarheid en aantrekkende vraag leidde in de eerste maanden van het jaar tot een stevige stijging bij alle belangrijke basisproducten. Bij zowel melkpoeders als kaas liepen de prijsniveaus daarna onder invloed van onzekerheden in de markt weliswaar geleidelijk wat terug, maar bleven door goede vraagontwikkeling in vooral de Aziatische markten op niveau. Op boter hadden de aarzelingen in de markt aanvankelijk minder vat, mede door het beperkte aanbod uit NieuwZeeland. Pas in het laatste kwartaal van 2011, toen Nieuw-Zeeland de boterproductie weer opvoerde, trad een substantiële prijsdaling op. De gemiddelde noteringen voor nietmager melkpoeder, mager melkpoeder en boter, evenals de gemiddelde indicatieve waarde van Gouda 48+, lagen alle fors boven het niveau van 2010.

Hogere melkprijs De goede prijsvorming in de zuivelmarkt weerspiegelde zich in een positieve ontwikkeling van de aan melkveehouders uitbetaalde melkprijs. Hierdoor zagen melkveehouders, na het eerdere herstel in 2010, hun inkomen opnieuw toenemen. De gemiddeld uitbetaalde melkprijs lag uiteindelijk 14 procent hoger dan in het voorafgaande jaar en bedroeg 38,78 per 100 kg. In Nederland is het melkquotum in het quotumjaar 2011/12 opnieuw met 1 procent verruimd. Het totale Nederlandse melkquotum voor leveringen 24

424047.indd 24

De opbrengst van melk, berekend op basis van Nederlandse noteringen en wereldmarktprijzen.

aan fabrieken bedroeg daarmee ruim 11,7 miljard kg. Dit melkquotum is door de Nederlandse melkveehouders met 0,5 procent overschreden (incl. vetcorrectie), wat resulteerde in 16,4 miljoen euro aan superheffing. Dit past in het beeld van de afgelopen jaren, waarbij overschrijding meer regel dan uitzondering was. Het illustreert dat de melkquotering de melkveehouderij in Nederland nog steeds beperkt.

Schaalvergroting gaat door Het aantal quotumhouders liep in het quotumjaar 2011/12 opnieuw terug, tot ruim onder de 19 duizend (-2,6%). Deze ontwikkeling weerspiegelt de voortgaande schaalvergroting in de Nederlandse melkveehouderij. Sinds het quotumjaar 2005/06 verdubbelde de hoeveelheid basisquotum in de categorie ‘bedrijven met een quotum van

1 miljoen kg of meer’. Deze vertegenwoordigt inmiddels bijna 30 procent van het nationale melkquotum. Nadat EU-besluitvorming over quotumverruiming vijf jaar geleden leidde tot een vrij abrupte uitbreiding van de veestapel, lijkt de langjarige trend van meer doelmatigheid met minder koeien zich nu weer voort te zetten. De geleidelijke groei in melkproductie in de afgelopen paar jaar is dan ook vooral gerealiseerd via een verhoging in de melkgift per dier. In lijn daarmee laat 2011 een lichte afname in het melkveebestand zien en kwam deze uit op bijna 1,47 miljoen (-0,6%), evenals een verdere toename in de gemiddelde melkgift per koe, tot ruim boven de 8000 kilogram (+0,8%).

Groei melkaanvoer De Nederlandse melkaanvoer nam in 2011 met 0,2 procent bescheiden toe tot 11,6 milzuivelzicht / 18 juli 2012

17-7-2012 10:58:11


markt

Zuivel in cijfers in nieuw jasje Het Productschap Zuivel publiceerde onlangs het statistisch jaaroverzicht over het jaar 2011 in een nieuwe stijl. De publicatie ‘Zuivel in cijfers 2011’ geeft een actueel beeld van de Nederlandse zuivelsector. De vorm is veranderd in een compact boekje dat vooral door links en QR- codes naar verdere informatie op de website van het productschap verwijst. Daar zijn gegevens te vinden die gedetailleerder, breder en waar mogelijk actueler zijn dan in een gedrukt overzicht gerealiseerd kan worden.

waarde van zuivelproducten in 2011 bijna 5,4 miljard euro (+17%). Doordat de waarde van de export meer toenam dan die van de import, steeg de positieve bijdrage van zuivel aan de Nederlandse handelsbalans met bijna 600 miljoen tot ruim 3 miljard euro. Het belangrijkste deel (65%) van de exportwaarde wordt verdiend met handel binnen de EU. Duitsland blijft met afstand de belangrijkste markt, en was samen met België en Frankrijk goed voor bijna driekwart van de afzet. Kaas, boter(olie) en mager melkpoeder zijn hierbij de belangrijkste productcategorieën. In de export van Nederlandse kaas buiten de EU zijn de belangrijkste bestemmingen Rusland, Noord-Afrika, de VS en Japan. Bij niet-mager melkpoeder en gecondenseerde melkproducten domineren bestemmingen in Afrika, Midden-Oosten en Zuidoost-Azië.

jard kg. De groei was fors lager dan gemiddeld in de EU. Duitsland (+2,4%) en Frankrijk (+5,3%) lieten in het afgelopen jaar een sterke groei van de melkaanvoer zien. Buiten de EU valt vooral de aanzienlijke toename op in Argentinië (+13,5%) en Nieuw-Zeeland (+10,5%). Deze landen zijn belangrijke concurrenten op de wereldmarkt. Door een sterk toegenomen import van grondstoffen steeg de Nederlandse melkverwerking in 2011 met 1,7% tot bijna 11,8 miljard kg melk. Ondanks de grotere beschikbaarheid van melk nam de kaasproductie ten opzichte van 2010 licht af (-0,5%). De extra melk vond voornamelijk haar weg in de productie van boter en boterolie (+4,1%), gecondenseerde melk (+2,1%) en overige producten (+17,4%). De productie van mager melkpoeder (-3,0%), niet-mager melkpoeder (-3,0%) en melk- en melkproducten (-3,4%) liet in 2011 een daling zien. Kaas is verreweg het belangrijkste zuivelproduct. Bijna 56% van de in Nederland verwerkte melk verdwijnt in de kaasbak. De productie nam sinds 2005 met 11,5% toe tot 750 duizend ton in 2011.

Groei in uitvoerwaarde De Nederlandse zuivelexport daalde in 2011 qua volume, maar realiseerde door de positieve prijsontwikkeling wel beduidend meer waarde dan in het voorafgaande jaar. De volumedaling betrof belangrijke productcategorieën als kaas, boter en niet-mager melkpoeder. De export van mager melkpoeder naar de wereldmarkt nam daarentegen sterk toe. Uiteindelijk bedroeg de Nederlandse uitvoerzuivelzicht / 18 juli 2012

424047.indd 25

25

17-7-2012 10:58:14


MARKTCIJFERS

PRODUCTSCHAP ZUIVEL

Melkaanvoer belangrijke zuivellanden jan. - apr.’12; % wijziging t.o.v. 2011; x mrd kg

Melkprijsontwikkeling internationaal mei ’11 - apr.’12; €/100 kg 39

VS

+ 4,8%

Duitsland

37

+ 4,1%

35

DE

Frankrijk

+ 1,9%

33

FR

Nieuw-Zeeland

+ 11,5%

31

NL

Nederland Australië

NZ

29

+ 2,0%

VS

27

+ 5,8%

25

0

10

20

30

40

Marktprijsontwikkeling jul.’11 - jun.’12; €/1.000 kg Vol melkpoeder 26%

Mager melkpoeder ADPI

Boter 82%

4.000

4.000

5.000

3.000

3.000

4.000

2.000

2.000

3.000

1.000

1.000

2.000

Exportwaarde belangrijke zuivellanden jan. - mrt.’12; % wijziging t.o.v. 2011; x € mln

1.843 (+7%)

NZ 67 (+57%) DE

1.483 (-11%)

FR

1.051 (-7%)

NL

753 (-3%)

VS

9 (-56%)

AU

2 (+10%) 0

26

425839.indd 26

360 (+10%) 376 (+1%) EU 460 (-2%)

Derde landen

1.006 (+33%) 411 (0%) 500

1.000

1.500

2.000

2.500

ZUIVELZICHT / 18 JULI 2012

17-7-2012 10:59:40


markt

tekst martin de vries foto the friesian

Wederopbouw van een vernietigde zuivelsector

Melkveehouderij in Irak Irak kende ooit een bloeiende zuivelindustrie. Rond Baghdad was veel melkveehouderij. De oorlogen in het Midden-Oosten zorgden voor afbraak. Adviesbureau The Friesian ziet kansen. Het adviesbureau The Friesian in Leeuwarden is gespecialiseerd in het adviseren van klanten die willen investeren in de internationale veehouderij. “In het verleden hebben we ook ondernemers geadviseerd in voormalig Joegoslavië. Als adviesbureau hebben wij dus ervaring op het gebied van wederopbouw van een ‘vernietigde’ zuivelsector”, aldus directeur Siebren van der Zwaag.

duizend koeien Het bureau deed voor een Irakese klant onderzoek naar de mogelijkheden om in de buurt van Baghdad een melkveehouderij te beginnen. “De lokale opdrachtgever verdient nu zijn brood buiten de zuivelsector, maar is erg geïnteresseerd in de melkveehouderij. De interesse is zeer serieus. De klant komt binnenkort ook naar Nederland om te praten over het vervolgtraject. Wij hebben in ieder geval diverse zaken in kaart gebracht.” Het onderzoek behelsde de verschillende aspecten die noodzakelijk zijn voor een gezonde melkveehouderij. De hoeveelheid beschikbare land, de kwaliteit van de grond en de beschikbaarheid van water en veevoer is geanalyseerd. “Het onderzoek spitst zich toe op de vestiging van een bedrijf van duizend koeien die per dag zo’n zes- tot zevenduizend liter melk produceren. Een belangrijk vraagstuk is natuurlijk ook de melkprijs.” Volgens Van der Zwaag is het zelf verwerken zuivelzicht / 18 juli 2012

425842.indd 27

Kaasproductie in Irak.

van het verse melkproduct een interessante optie. “Onze experts zijn in Irak geweest en hebben ter plekke bekeken wat de mogelijkheden zijn. De optie om zelf de melk te verwerken is in onze optiek interessanter dan de verkoop aan een nationale partij. We gaan met de lokale opdrachtgever in gesprek over de risico’s en de mogelijkheden. Uiteindelijk moet hij de keuze maken om zelfstandig te produceren of toch het product aan een derde partij te verkopen.”

Agrarische ontwikkeling is een speerpunt in Irak Irak is in de ogen van Van der Zwaag een interessant gebied. “Dat komt met name omdat het Irakese ministerie van landbouw het ontwikkelen en stimuleren van de agrarische sector als een van de speerpunten van de economie van het land ziet.” Tijdens de Nationale Rundvee Manifestatie (NRM) in Zwolle was er ook een groep Irakezen op uitnodiging van The Friesian

aanwezig, die zich over de melkveehouderij lieten voorlichten.

Groeiende jonge bevolking Het Friese adviesbureau stelt dat de potentiële groep van de markt voor melk spectaculair is. De groeiende jonge bevolking - verwachte groei tussen 2025 en 2050 van 40 naar 56 miljoen inwoners – zorgt er voor dat de vraag naar proteïnerijk dieet en melkproducten toeneemt. De ontwikkeling van de lokale veehouderij staat onder druk door de toenemende import van melkproducten. Bovendien is de huidige infrastructuur van melkverwerking en krachtvoerproductie slecht. Het klimaat met dagtemperaturen boven de veertig graden gedurende vier maanden per jaar is ook niet ideaal te noemen. Europese bedrijven oriënteren zich vooralsnog nog niet actief op de Irakese zuivelmarkt. Tijdens een beurs van het ministerie van landbouw in Baghdad was The Friesian het enige westerse bedrijf. Siebren van der Zwaag is desalniettemin hoopvol. Het bedrijf van de lokale opdrachtgever moet zich in zijn ogen ontwikkelen tot een model- en trainingsbedrijf. “Dit biedt kansen voor Westerse bedrijven in de dairy sector.” 27

17-7-2012 10:59:54


• In en verkoop zuivelapparatuur • RVS tanks • Ontwerp en realisatie van zuivellijnen

v.d. Heuvel Zuivelmachines B.V. info@heuvelzuivelmachines.nl www.heuvelzuivelmachines.nl Tel. 0184-642208

Uw advertentie in

;VJWFM;JDIU

nummer 4

www

Info: 020 - 573 6056

g packa ing & lo

gi

ic

SE

RV

ICES

wa r eh

si

, ng

5-3-2010 10:26:39

st

ou

Naamloos-1 1

CHEE

SE

De juiste partner voor U! Voor meer kwaliteit in opslag, verpakking en distributie van kaas Van der Heiden Cheese Services Landjuweel 15 3905 PE Veenendaal Telefoon +31 (0)318 56 26 50 E-mail info@vanderheidencheeseservices.nl Internet www.vanderheidencheeseservices.nl

425908.indd 28

prijsvorming

zuivelhoeve

milch union ho

Uitgebreid verslag van de hoorzittingen over prijsvorming in de keten

Toetjesproducent gaat distributie en verpakken concentreren in Twekkelo

MUH wil investeren in vernieuwing van de pr Pronsfeld

155235.indd 1

17-7-2012 10:35:26


visie

H a r r i e v a n d e n B i j g a a r t, q l i p

idf/iso werkt weer samen met amerikaanse evenknie

ISO harmoniseert wereldwijd Begin juni kwamen zuivelanalytici onder de gezamenlijke vlag van ISO en IDF in Tel Aviv bijeen om te spreken over de harmonisatie van analysemethoden. De Analytical Week georganiseerd door de International Dairy Federation (IDF) in samenwerking met de International Organization for Standardization (ISO) was op meerdere manieren een zonnige week. Naast goed weer was er door de Israëli’s gezorgd voor een vlekkeloze organisatie. Het was duidelijk dat deze week werd gezien als opmaat naar de World Dairy Summit, die in 2014 in Tel Aviv zal worden gehouden. De ruim 100 deelnemers wisten goede voortgang te boeken op de circa 70 actieve work items op zuivelgebied. Waar nodig is een extra zetje gegeven.

Via infraroodbepalingen kan vooraan in de keten snel worden gescreend. In Tel Aviv werd gesproken over de combinatie met koedata en de kwaliteitsborging daarvan.

Instituut NEN vervult in dit proces een belangrijke rol. De ondersteuning voor de parallele ISO-werkgroep voor de vitaminebepalingen wordt vanuit Delft verzorgd. Dit naast het internationale ISO-secretariaat voor melk en zuivelproducten, dat al jarenlang vanuit NEN wordt vervuld.

Infraroodbepalingen Samenwerking AOAC SPIFAN Een belangrijk actueel item is de samenwerking van ISO/IDF met de Amerikaanse evenknie AOAC. Het AOAC Stakeholder Panel for Infant Food and Adult Nutrionals (SPIFAN) speelt in op de toenemende vraag naar een meer toegespitste declaratie van nutriënten in kindervoeding en andere speciaalvoedingen. Daarbij zijn ook heldere en eenduidige afspraken nodig over de toe te passen analysemethoden. SPIFAN richt de aandacht in eerste instantie op een 20-tal kritische nutriënten, o.a. vitaminen, mineralen en vetzuren. Middels de samenwerking met ISO/IDF wordt beoogd om de betreffende methoden uiteindelijk ook als ISO-methoden wereldwijd vastgelegd te krijgen. De daartoe strekkende overeenkomst is op 18 juni in Washington getekend. Het Nederlands Normalisatie zuivelzicht / 18 juli 2012

425847.indd 29

Tijdens het midweekse symposium in Tel Aviv ging Steve Holroyd (Fonterra) in op de borging van de authenticiteit van melk en met name de rol die infraroodmetingen daarin kunnen vervullen. Minuscule verontreinigingen in de bulk kunnen weliswaar niet worden opgespoord, maar de kracht zit ‘m in de mogelijkheid om vooraan in de keten op grote schaal individuele leveranties snel te kunnen screenen op afwijkende piekenpatronen. Deze zijn soms kenmerkend voor een bepaald type verontreiniging. In andere gevallen vertellen ze alleen dat het niet pluis is. De toepassing van deze goedkope screeningsmethode heeft in landen als China en India inmiddels een grote vlucht genomen. Er was tijdens de week sowieso veel aandacht voor de nieuwste ontwikkelingen in de toepassing van infraroodmetingen. De laat-

ste jaren zijn op veel plaatsen kalibraties ontwikkeld om niet alleen de gehalten aan vet en eiwit te bepalen, maar ook de samenstelling ervan. Een andere ontwikkeling is dat infrarood meetsignalen samen met data uit andere bronnen gecombineerd worden in slimme rekenmodellen. Zo worden in Nederland sinds begin juni in samenwerking tussen CRV en Qlip resultaten van infraroodmetingen gecombineerd met koedata zoals productie, lactatienummer en lactatiestadium tot een indicator voor slepende melkziekte. Dit biedt veehouders beter dan voorheen de mogelijkheid om waar nodig hun voederrantsoen op dit punt te finetunen. Tijdens de Analytische Week werd de noodzaak onderkend om internationaal nadere afspraken vast te leggen over de uitvoering van metingen voor dit doel en de kwaliteitsborging ervan. De eerste stappen zijn daartoe tijdens een workshop in Tel Aviv gezet. Volgend jaar wordt de IDF/ISO Analytical Week in Rotterdam gehouden. Van 3 t/m 7 juni zullen de actuele ontwikkelingen dan weer de revue passeren. Daarbij zijn ook bijeenkomsten voorzien voor Nederlandse doelgroepen. 29

17-7-2012 11:00:08


aalf

425230.indd 30

17-7-2012 11:36:33


BELRUBRIEK IN- EN vERKoop tANKS

KWALItEItSCoNtRoLE

KAASBEWERKINGSMACHINES

Snel

Praktisch

Specialist in kaasbehandeling en rijpen!

Betrouwbaar • Automatische kaasbehandelingslijnen • Robot kaasbehandelingslijnen • Kistenbelading voor foliekaas • Plastificeren • Planken wassen • Etiketteren • Banderolleren • Verpakkingsinstallaties voor foliekaas

Uniek assortiment voor de zuivelindustrie in Nederland en België Kant-en-klare voedingsbodems 3M™ Petrifilm™ Count Plates Testen van oppervlaktehygiëne en water 3M™ Clean-Trace™ ATP meting

KAASpRoMotIE

Verrijking en verdunning van monsters 3M™ Sampling Eindcontrole UHT-zuivelproducten 3M™ MLS

T: 0348 435435 F: 0348 439399 E: info@bma-nl.com I : www.bma-worldwide.com

Pathogenen testen 3M™ Tecra™

Surf naar www.3M.nl/voedselveiligheid Of bel (071) 5 450 342 8130_adv_zuivelzicht_125x180_10.indd 1

14-06-10 10:14

ADvIES

onderdeel van

IA GROEP

Feenstra Adviseurs, al ruim 90 jaar sterk als ontwerpen adviesbureau in de zuivel- en voedingsmiddelenindustrie info@doeschotbv.nl sales@ferdar.nl

www.doeschot.nl www.ferdar.nl

KALIBRAtIE www.feenstra.nl

info@feenstra.nl - tel: +31 (26) 38 444 00

Kalibratie

in de zuivelindustrie Meer dan alleen het controleren van het meetinstrument

Naast de voorwaarde om te voldoen aan de wettelijke eisen ook uw toegang tot het beste product, geproduceerd met een optimaal en storingsvrij productieproces met maximale energiebesparing Stork Technical Services Nederland E&I Noordoost vestiging Leeuwarden Poolsterweg 3, 8938 AN Leeuwarden. Telefoon: 058 – 2844600 E-mail: leeuwarden@stork.com

inlichtingen: tel: 020-5736056 • fax 020-6242519

425231.indd 31

17-7-2012 10:57:16


425232.indd 32

17-7-2012 10:57:43


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.