
5 minute read
LIJSTDUWER
Gert te Lintelo is de oprichter van Youngtimer Magazine en is al sinds zijn kindertijd verslingerd aan auto’s en motoren. Sinds 1984 schrijft hij erover. In deze column haalt hij herinneringen op aan old- en youngtimerbelevenissen.

‘Ik dacht dat we bezoek hadden’, roept de huidige mevrouw Te Lintelo nadat ze de voordeur achter zich heeft gesloten. Het is nog in het begin van ons inmiddels meer dan veertigjarige overwegend gelukkige samenzijn. Ze heeft voor de deur een haar onbekende Simca 1100 Special gesignaleerd en verwacht iemand aan de koffie te zien zitten. Ik vertel haar dat het onze ‘winterauto’ is en ze reageert verrassend positief: ‘Mooie combinatie, metallicblauw met een lichtblauw interieur. Was-ie duur?’ Een overbodige vraag, want de auto’s die ik in de jaren tachtig in het najaar aanschaf om onze klassiekers in het pekelseizoen te sparen, zijn nooit duur. De Simca mocht ik na enig afdingen voor 250 gulden bij een Ford-dealer van het erf halen en rijdt als de spreekwoordelijke tierelier. Niet eens verrassend met amper 70.000 kilometer op de teller. Technisch hebben deze auto’s een prima reputatie, al staan de motoren bekend om hun lawaaiige distributie. In de praktijk maakt dat niet zo veel uit, want als de herrie echt erg wordt, is doorgaans het stadium bereikt waarin het mechaniek spontaan op straat valt vanwege het ongekende zelfoplossende vermogen van het koetswerk. Deze Special is extra special vanwege de Ferodo halfautomaat, die de nieuwprijs met ongeveer een negende heeft verhoogd, hetgeen de kooplust binnen de perken houdt. Het technisch vernuft behelst een drieversnellingsbak met een koppelomvormer en een elektrisch bediende koppeling. Je kunt in elk van de versnellingen wegrijden, al is de laagste overbrenging (Exceptionel) strikt genomen bedoeld voor steile hellingen, de ‘middenstand’ (Ville/Montagne) voor de stad en de bergen en het hoogste verzet (Route) voor het snellere werk. In de praktijk rij je in Stad/Berg weg, om bij hogere snelheden de topversnelling in te schakelen. Een koppelingspedaal is er niet. Leg je de hand op de pook, ook al is dat slechts als een liefdevolle streling bedoeld, komt de koppeling in actie en wordt de krachttoevoer onderbroken. Zo leer je het strelen snel af. De 1.294 cc motor met 75 pk maakt 155 km/u mogelijk, in de jaren tachtig praat je dan over een goed presterende auto. Qua uiterlijke slaat mag de als de maîtresse van de roestduivel bekend staande 1100 nog best gezien worden, met alleen enig licht geknisper bij de achterschermen. Zowel mevrouw als de heer Te Lintelo raken snel verknocht aan de blauwe hatchback. Koning Winter wankelt op zijn laatste benen als het besluit valt de Simca maar gewoon te houden voor alledaags gebruik. Met zijn vijfde deur en neerklapbare achterbank is de 1100 een stuk praktischer dan onze klassiekers en met een niet al te grote dorst en een relatief bescheiden gewicht pleegt hij slechts een bescheiden aanslag op het gezinsbudget. De beslissing om de 1100 te houden is amper gevallen als mijn liefhebbende echtgenote thuiskomt met het gezicht in de orkaanmodus. Uitgerekend op het tijdstip waarop de leerlingen van haar school massaal het terrein verlaten, heeft ze de Simca met pure beenkracht vijf meter moeten terugduwen vanwege een spontaan verdwenen achteruitversnelling. Een telefoontje naar de ex-Simca-dealer leert dat de reparatiekosten de waarde van de auto mogelijk vele malen zullen overtreffen (achteraf denk ik meer aan een los elektrisch contactje). Om het feest compleet te maken blijkt Koning Winter een dag later weer verrassend stabiel op de benen te staan en Nederland met een dik wit kleed te bedekken. De achteruitloze Simca moet nog maar even blijven. Even wordt een volle maand. Het is wonderlijk hoe snel een mens zich kan aanpassen aan nieuwe omstandigheden. Zo leren we onszelf aan om de Simca steeds zo te parkeren dat je bij vertrek niet of hooguit een metertje achteruit hoeft te duwen. Zelfs als dat uitdraait op vijf minuten langer lopen. Wanneer de lente opbloeit, rij ik de auto op een mooie zondagochtend naar de locale sloper. Zonder kentekenplaten parkeer ik ‘m voor de poort. Het kentekenbewijs kom ik jaren later bij een verhuizing weer tegen; officieel moet je het ook in de jaren tachtig inleveren bij wettige eigenaar RDW, maar als je het niet doet kraait er geen haan naar. Een Simca 1100 Special Phase 1, zo eentje met vier klokken op een rij in een dashboardpaneel van eerlijk onverwoestbaar nephout, zie je nog maar zelden. Zeker niet met de typische witte pookknop van een Ferodo halfautomaat. Als ik er een tegenkom, kijk ik altijd even of de eigenaar genoeg ruimte heeft om ongehinderd vooruit te rijden.
Alleen vooruit
Gert te Lintelo


De klas van 2004
Dat een youngtimer pas een youngtimer is als ‘ie precies vijftien jaar oud is, is natuurlijk een fabeltje. Maar toch speelt die leeftijdsgrens ontegenzeglijk een belangrijke rol in de youngtimerwereld. En daarom dompelen we ons onder in de auto’s die 2004 ons nieuw bracht. Van de BMW 1 Serie tot de Porsche 997 en alles wat daartussen zit. Wie wil er nou niet zo’n lekkere 130i?

Langzaam sterven
Dennis van Loenhout besloot zijn Ford Sierra mee te nemen voor een lekkere roadtrip. In het komende nummer vertelt hij hoe de Sierra langzaam leek te sterven, bijna afbrandde én op miraculeuze wijze weer herrees.

In de jaren 80 was er maar weinig zo futuristisch als de Mercury Sable. Als niet direct begrepen wordt over welke auto het gaat, hoef je er maar ‘die met die lichtbalk’ aan toe te voegen om begrepen te worden. Aart van der Haagen ontmoette een bezitter die al decennialang met zijn Sable samen is.




AAA Youngtimer Lease
Apeldoornseweg 166 A 6731 SC Otterlo 0318-591276 www.aaayoungtimerlease.nl







THE NEXT GENERATION CLASSICS

