3 minute read

Cultuurtip: Emile Claus tentoonstelling (Museum van Deinze en Leiestreek)

Prins van het Luminisme

Het Ensorjaar 2024 herdacht met een groot aantal tentoonstellingen en activiteiten de “schilder van het licht”. Bij zijn verheffing in de adelstand koos Ensor als spreuk voor zijn wapenschild: Pro luce noblis sum. Voor het licht ben ik edel. Zijn gezegde was: ”Ik heb geen kinderen maar het licht is mijn dochter”.

Maar Ensor is niet de enige kunstenaar die het licht kon weergeven in zijn werk. In het Mudel (museum van de Leie) te Deinze is een prestigieuze tentoonstelling gestart over de belangrijkste impressionist van ons land :“Emile Claus. Prins van het luminisme”. De tentoonstelling brengt tientallen topwerken van de kunstenaar samen. De titel van de tentoonstelling is geïnspireerd op een publicatie van Alice Sauton uit 1946. Uit alle periodes van zijn oeuvre worden de mooiste schilderijen getoond, mede dankzij de uitzonderlijke samenwerking met het Museum voor Schone Kunsten van Gent én via belangrijke bruiklenen uit diverse publieke en private collecties.

Emile Claus werd geboren in Sint-Eloois-Vijve op 27 september 1849. Hij overleed te Astene (nabij Deinze) op 5 juni 1924. Tijdens zijn opleiding aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten van Antwerpen was hij student van de landschapsschilder Jacob Jacobs. Hij vestigde zich dan in Antwerpen waar hij vooral portretten en realistische, anekdotische genrestukken schilderde.

In 1879 bezocht Claus Spanje en Noord-Afrika, waar zijn liefde voor licht en kleur opbloeide. In Algerije, dan nog een Franse kolonie, bezoekt hij o.a. Oran en Tlemcen, een eeuwenoude Berberse stad, waar hij kleinformaatschilderijen en aquarellen maakte van markante lokale personages en volkse scènes.

In 1882 oogstte hij zijn eerste succes met het monumentale doek Hanengevecht in Vlaanderen, dat op het Parijse Salon werd tentoongesteld. In 1883 vestigde hij zich in Astene, in villa “Zonneschijn” aan de oevers van de Leie. Hij huwde in 1886 met Charlotte Dufaux, dochter van Edouard Dufaux, notaris te Deinze, en een nichtje van Leon Dufaux, notaris te Waregem.

Tijdens zijn reizen naar Parijs rond 1890 leert hij de Franse impressionisten zoals Claude Monet kennen. Hij verandert zijn stijl, weg van het naturalistische realisme van de School van Barbizon, naar een eigen impressionistische stijl met een lumineus coloriet = het luminisme. Men beschouwt hem als de leider van het Belgische luminisme. In 1904 stichtte hij de Kring “Vie et Lumière”. Hij raakte zo bekend als de “zonneschilder” en de “schilder van de Leie”. Zijn schilderijen De bietenoogst uit 1890 en De ijsvogels uit 1891 zijn belangrijke scharnierwerken in deze evolutie. In de volgende jaren reisde hij veel, onder meer naar de

Emile Claus - De dreef in Bachte-Maria-Leerne - 1900olieverf op doek - 81 x 117 - Privéverzameling

Een belangrijk persoon in het leven van Emile Claus was de schilderes Jenny Montigny. Na het zien van zijn schilderij De ijsvogels besloot Jenny les te volgen in zijn atelier te Astene. Emile Claus was 26 jaar ouder dan zij; ze begonnen een verhouding die zou duren tot aan de plotse dood van Claus, één dag voor hij Koningin Elisabeth van België zou ontmoeten.

Aanvankelijk was zijn graf te vinden op het gemeentelijk kerkhof van Astene. Later werd hij door toedoen van zijn echtgenote ontgraven en herbegraven in zijn eigen tuin, naast hun Villa Zonneschijn en Charlotte vroeg George Minne om hiervoor een grafbeeld te ontwerpen.

Villa Zonneschijn

Het voormalige jachtpaviljoen wordt door Claus en zijn echtgenote gebruikt als ontmoetingsplaats voor hun ruime vriendenkring waaronder dichters, schrijvers en beeldhouwers zoals Cyriel Buysse, Pol de Mont, Camille Lemonnier, Henri Le Sidaner en Constantin Meunier.

De tentoonstelling loopt tot 26 januari 2025

Sonja De Craemer, voorzitter WF Oostende

This article is from: