
1 minute read
Hoofdstuk 7 | Horizontale dialoog
Ten behoeve van een goede aansluiting van het onderwijs op de omliggende academische, kerkelijke en maatschappelijke ontwikkelingen, onderhoudt het College van Bestuur van onze universiteit verschillende externe bestuurlijke relaties. Wij beoefenen de theologie immers in wisselwerking met en ten dienste van de academie, de kerk en de samenleving. Dit kunnen we alleen maar waarmaken als we bij het vormen en uitvoeren van beleid in contact staan met onze interne en externe stakeholders. Dat is ook in het verslagjaar, zoveel als mogelijk -gegeven de coronamaatregelen- gebeurd.
Zo zijn rondom de totstandkoming van het nieuwe Instellingsplan tal van consultaties gedaan met externe belanghebbenden. In het bijzonder met de Raad van Advies hebben enkele intensieve sessies plaatsgevonden, zowel over het Instellingsplan als het vernieuwde mastercurriculum. Het college kan deze raad om advies vragen over alle zaken die de universiteit aangaan. Met het oog op het onderwijsbeleid fungeert de raad als werkveldadviescommissie. Het College van Bestuur vraagt de raad in elk geval om advies over het strategisch beleid dat de predikantsopleidingen en de relevante beroepenvelden aangaat.
Advertisement
Voorts hebben wij de werkrelatie met onze belangrijkste belanghebbende, de PKN, sterk kunnen verbeteren. Er zijn nieuwe afspraken gemaakt voor structurele samenwerking langs drie sporen: onderwijs, onderzoek en nascholing. Ten minste eenmaal per jaar spreekt het College van Bestuur met preses en scriba van het moderamen van de Generale Synode van de PKN. Vier maal per jaar heeft het College van Bestuur overleg met de Raad van Advies van onze universiteit.
Ons Kenniscentrum heeft impulsen gegeven aan de externe profilering van de PThU. Zie hiervoor hoofdstuk 6 van dit verslag.
Daarnaast zijn de reguliere periodieke bestuurlijke overleggen met het bestuur van de Faculteit Religie en Theologie van de VU en met de Faculteit Godgeleerdheid en Godsdienstwetenschap van de RUG voortgezet.
Onze universiteit participeerde ook in het verslagjaar actief in het Netwerk van Levensbeschouwelijke Universiteiten (NLU); dit ten behoeve van de behartiging van de bijzondere belangen van de levensbeschouwelijke universiteiten met betrekking tot beleidsontwikkelingen die op het niveau van het ministerie van OCW tot stand komen. Via dit netwerk onderhouden wij contact met de Vereniging van Samenwerkende Universiteiten (VSNU), waardoor we direct zicht houden op bredere universitaire ontwikkelingen.
Tal van onze hoogleraren en -docenten hebben zich gemanifesteerd in het publieke domein. Zie daarvoor bijvoorbeeld paragraaf 6.2.2 van dit verslag.